16 PLATTEGROND 1. Een rondwandeling door de natuurtuin voor kinderen van groep 4, 5 en 6. Dit boekje is van:

Vergelijkbare documenten
een rondwandeling door de natuurtuin voor kinderen van groep 4, 5 en 6. dit boekje is van:

plattegrond Lijntjes trekken

Een rondwandeling door de natuurtuin voor kinderen van groep 6, 7 en 8. Dit boekje is van:

KRIEBELENDE KRUIPERTJES

KRIEBELENDE KRUIPERTJES

KRIEBELENDE KRUIPERTJES

Een zadenwandeling over het Dreuzelpad door Natuurtuin t Loo voor kinderen van groep 1-4 onder begeleiding van een volwassene.

Een zadenwandeling door de tuin voor kinderen van groep 4,5 en 6.

Een zadenwandeling door de tuin voor kinderen van groep 4,5 en 6.

Van eitje tot vlinder

Plattegrond. Een zadenwandeling door de tuin voor kinderen van groep 1,2,3 en 4

INSECTEN. werkboekje

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9.

Een. hoort erbij! Over dieren uit een ei. groepen 3-5

Hier zien jullie alweer de zesde uitgave van ons jeugdblad. Nieuwsgierig wat de Oele nu weer heeft te vertellen. Lees maar gauw.

,:,- ::s (\') ., - n. -==-. (\) ==} (\) (\) (ih. (\) (h. b,. (\)

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Handleiding leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

natuurboekje van zomer 2017

Natuurschatten SPEELNATUUR

De kolibrie. Lievelingsbloemen

Raar, maar waar! deel 1. groep 3 en 4

Zaadbommen maken. dan langzaam water toe. Totdat het mengsel aan elkaar blijft plakken. Maak het niet te nat! Wat heb je nodig voor 10 zaadbommen?

14 Speuren naar dieren Handleiding voor begeleiders 01

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

Aquarium. Groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs

Wat weet jij over biologisch en over de bodem?

Ze gaat op zoek naar een holletje onder de grond op een droge plaats om er een nest te starten.

Ze gaat op zoek naar een holletje onder de grond op een droge plaats om er een nest te starten.

inhoud blz. 1. Soorten 3 2. Zo herken je een insect 4 3. Insecten en hun jong 6 4. Vijanden Meer insecten Filmpjes 15 Pluskaarten 16

Een tocht door de natuurtuin t Loo over het dreuzelpad voor kinderen van groep 6,7 en 8.

Aan dit boekje werkten mee: Afke, Henriette, Paula en Lia Bron: documentatiemateriaal IVN afd. Valkenswaard en afd.

Limburgs Landschap. natuurboekje van


Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Een. hoort erbij! Over dieren uit een ei. groepen 5-6. uitgave 2013

KRIEBELENDE KRUIPERTJES

KRIEBELENDE KRUIPERTJES

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

( BIOLOGISCHE ) Akker- en tuinbouw. Vol met boerenwijsheid én leuke Wist je datjes... CAMPAGNE GEFINANCIERD MET STEUN VAN DE EUROPESE UNIE

De kleine beestjesclub

Lente. Lente. Zomer. Herfst. Winter

Wist je dat?... Overwintering van vlinders. Vragen. De vlinder. De levenscyclus..

Opdrachten thema. Veluwe

Bijen project boekje. Groep 4 - juni 2006

uitga uitg v a e v 2013

Grond onder je voeten

Limburgs Landschap. natuurboekje van

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

Kopieer dit e-boek en stuur het door naar anderen.

natuurboekje van zomer 2015

Welkom bij de spannendeschemerspeurtocht

8 5 Aarde en heelal. Lees de vragen over de planeten in de tabel hieronder. Vragen over de planeten. Aarde Maan Mars

Lente. groep 3, 4 en 5

Naam:_ KIKKERS. pagina 1 van 6

Gedicht over de Loonse en Drunense Duinen (Uit: Bergen Zand met hoedjes op van Elle van Lieshout en Erik van Os)

inh oud 1. Dieren in de winter 2. De egel 3. De vleermuis 4. De eekhoorn 5. De merel 6. De ree 7. De pad 8. Het lieveheersbeestje 9.

Introductieles. Vogels in de klas. groep 7/8. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

BIOBOER. Maar vandaag is het aardoliealarm. Kijk op je aardoliekaart of er voor jou een probleem is.

Nachtvlinders. Glasvleugelpijlstaart. De sint-jansvlinder is een dagactieve nachtvlinder

Oude bomen. Opdracht 1 - Bijzondere bomen. Opdracht 2 De leeftijd van een boom meten. Benodigdheden

Raar, maar waar! Natuur Na

Aardoliealarm in het bos

Limburgs Landschap. natuurboekje van

Boterbloemen in het gras

COMPOSTEREN MET KINDEREN WERKBLAD 24. Duizendpoot in bed

Vlinders kijken. op Landgoed Schothorst

Groenten onder glas 1. Op het land 2. Blad 1. Verbouwen (van groente) Iets laten groeien. Insect Een klein diertje met zes poten.

Dit is het lenteboekje van:

5.1 Zes poten en vier vleugels

Materiaal Groen. Deel 3: Groen groeit

Een verhaal over vliesvleugeligen

Auditieve oefeningen bij het thema: bijen

Docentenhandleiding Onderzoek Leefomgeving

OPHANG- EN PLAATSINGSINSTRUCTIE

Inleiding. En het coolste van al... Bekijk het als een spel met een eigen wil, een spel dat je gratis en voor niks mag gebruiken.

SPEURTOCHT BAS DE DAS

Lekker stel + + Kleur & vorm. Schaapje Slaaaaa

Stripverhaal.. De vlinder.. De vleugels van een vlinder... De levenscyclus.. Vlinderlied en dans. Verstopte vlinders.. Opvallen of niet..

Natuur dagboek. Op ontdekking in je achtertuin

Natuurpad. Haarlemmermeerse bos

gelukkig, maar er was eens een dag dat dat anders was...

BIODIVERSITEIT IN GEUREN EN KLEUREN

Amfibieën. Les 1 Kenmerken amfibieën en de kikker. 1. De leerkracht vertelt dat de les gaat over hoe je amfibieën kunt herkennen.

Van in de wei tot op je bord

inhoud De oude eik 1. In het park 2. De delen van de eik 3. Herfst 4. Dieren helpen de eik. 5. Winter 6. Lente 7. Rupsen 8.

Voorbereiding post 3. Even schrikken Groep 5-6

Jonge dieren. Dieren hebben jongen. Hoe noem je ze? Kies uit: big, lam, kuiken, kalf, puppy, veulen, kuiken

Je onderzoekt de grond in jouw buurt. In de grond zitten miljoenen micro-organismen. Bijvoorbeeld

weinig microben vergelijk jouw data

Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...

Wandelroute langs insecten en andere kleine beestjes

Bijenhoudersvereniging St Ambrosius Boxtel

De Vlaamse gaai is dol op eikels. De Vlaamse gaai is dus een boom-planter! Waarom zegt de Vlaamse gaai op het laatste plaatje Mijn boom mijn werk?

Waarom gonzen er minder bijen? Het is tijd om meer te leren over de wereld van de bijen, tijd voor bij-les

Meneer en mevrouw bunzing zoeken een huis voor de winter

Bijscholing compostmeesters Insectenhotel. Hotels bouwen voor

Winterslaap. Met filmpjes, werkblad en puzzels. groep 5/6. uitgave januari 2013

Inleiding In het najaar worden de dagen steeds korter en de nachten steeds langer. Kun je je voorstellen dat je in de maand november naar bed gaat?

Les 5 Een goede bodem

SAFARIPARK BEEKSE BERGEN

Transcriptie:

16 PLATTEGROND 1 Een rondwandeling door de natuurtuin voor kinderen van groep 4, 5 en 6. Dit boekje is van:

Lees deze bladzijde goed, want dan weet je precies wat je moet doen. Dit boekje is een gids. Zo nu en dan vertelt hij iets over de tuin. Hij stelt ook vragen en geeft soms opdrachten aan jou. Die moet je goed lezen en aankruisen wat goed is, want dan kun je achteraan op de kaft bij de stippen en getallen die onder de plattegrond staan, een lijntje zetten. Er staan getallen bij de zwarte stippen. B.v.: Als bij het goede antwoord (3-6) staat, trek je een lijn van de stip bij 3 naar de stip bij 6. In totaal zijn er 18 lijntjes te trekken. Als je de hele rondwandeling hebt gedaan, en alle lijntjes getrokken hebt, staat er iets te lezen wat jij zelf wel eens bent. Je kunt dan zien of je alles goed hebt gedaan, en waar je misschien een foutje gemaakt hebt. WEGWIJZER Vanuit de Wingerd loop je richting uitgang. Vóór de informatieborden ga je rechtsaf door een klaphek de tuin in. Dan ben je heel dicht bij bordje 1. De verdere route staat op de plattegrond. Er staan 8 bordjes in de tuin en elke groep start op één van deze plaatsen. In het boekje zie je wat bij elk bordje hoort, want er staan dezelfde nummers bij. BLIJF OP DE PADEN, Want anders verstoor je het leven van de planten en dieren in deze natuurtuin. 2 Een vleermuis heeft geen veren, maar kan wel vliegen als een vogel. Vleermuizen zijn de enige zoogdieren op de wereld die kunnen vliegen. Loop nu naar bordje 1 Maak de vleugels weer heel Tenslotte: Als je de rondwandeling helemaal gedaan hebt ontdek je misschien dat je alles goed gedaan hebt. PRIMA Misschien heb je wat foutjes gemaakt. Dat is niet erg. Als de natuur jou maar blijft verwonderen is alles o.k. Kom nog maar eens terug in onze natuurtuin. Daar zijn we blij mee. Je bent van harte welkom. 15 Veel succes. GENIET VAN DE MOOIE NATUUR Loop naar je startbordje. (zie plattegrond) tot ziens

Er zijn nog veel meer andere vogelsoorten 14 die graag een nestkastje gebruiken om te broeden. 8.2 Wie van de volgende drie doet dat niet? zwarte mees pimpelmees winterkoning a) zwarte mees (14-24) b) pimpelmees (14-13) c) winterkoning (14-15) 8.3 Waarom is een nestkast fijn voor vogels? a) Ze hoeven dan zelf geen nestplaats te zoeken. (19-10) b) Hun jonge vogeltjes zitten daar veilig en lekker warm. (19-20) c) Vogeltjes weten dat de mensen dan blij zijn. (19-2) Boven de naamplaat van de Wingerd hangt een vleermuizenkast. Het is een fijn plekje voor vleermuizen om overdag in te slapen, 1 de hoop doet leven 3 Hier zie je ergens composthopen. 1.1 De mensen die in de tuin werken gooien hier al het tuinafval op. Is dat slim? a) Nee, ze moeten het beter opruimen, want opgeruimd staat netjes. (5-6) b) Ja, dat is slim want dan kan het compost worden. (5-23) 1.2 Is het echt waar dat allerlei diertjes van plantaardig afval vruchtbare grond kunnen maken? a) ja (8-26) b) nee (8-9) "Hela hola! Je zegt toch zeker wel ja hé?" want 's nachts zijn ze wakker om eten te zoeken. 8.4 Is het goed voor de natuur dat er vleermuizen zijn? a) Nee, want het zijn griezelige beesten. ( 10-19) b) Ja, want ze eten heel veel muggen op. (10-11) Jullie lijken wel kleine tovenaars.

Loop nu naar bordje 2 4 13 wilde wesp Jullie zijn nu in de groenten- en fruittuin. De mensen die hier werken willen natuurvriendelijk leven. Ze werken aan een gezonde wereld. Wat hierna schuin gedrukt is, hoort echt bij hen. Wat denk jij daarvan? Ben jij het met hen eens? Ja? Maak dan van het cirkeltje een stralende zon. Ze gebruiken geen kunstmest, want daar gaan hun goede vriendjes de regenwormen van dood, omdat er te veel zouten in zitten s r l w p u u e i p i s n s s p schrijf de eerste letter in hokje 1, de tweede in hokje 2, enz. doe je dat goed, dan lees je vier kleine diertjes. 1 5 9 13 2 6 10 14 3 7 11 15 4 8 12 16 Loop nu naar bordje 8 Ze gebruiken geen giftige bestrijdingsmiddelen, om schadelijke insecten en onkruiden dood te maken. Alles wat in hun tuin groeit is dus écht gezond. Alle mensen die in de natuurtuin werken doen hun best om iedereen duidelijk te maken wát zij doen en waaróm ze het doen. In deze groenten- en fruittuin is veel te zien. Kijk maar eens wat er allemaal groeit. De bomen en planten in deze tuin voelen zich zeker goed. Ze groeien in gezonde aarde. Haal maar diep adem, want hier is frisse, zuivere lucht. (28-30) Aan de linkerzijgevel van de Wingerd hangen nestkasten voor vogels. Helemaal bovenaan zie je gierzwaluwkasten. Deze wonderlijke vogels blijven, behalve in de broedtijd, hun hele leven in de lucht. 8.1 Zijn dit wel goede nestkasten voor gierzwaluwen? a) ja, want ze kunnen er gemakkelijk in en uit vliegen. (25-26) b) nee, want de opening is veel te groot. ( 25-7)

Loop nu naar bordje 7 12 In de fruitbomen hangen oorwormpotjes. 5 Waarom toch? Oorwormen eten in de nacht bladluizen. Bladluizen zuigen plantensappen. Dat is niet goed voor bomen en planten. Bladluizen zijn schadelijke insecten. Oorwormen zijn natuurlijke bladluizenbestrijders. Daarom hangen er oorwormpotjes in de fruitbomen. Daar kunnen ze overdag veilig in slapen en zijn dan beschermd tegen insecteneters, zoals vogels b.v. 2.2 Welk van deze diertjes is een oorworm? Je staat hier nu bij de grootste insectenmuur van Nederland. Het is een paradijsje geworden voor allerlei diertjes. Die hebben er veel plezier van. Vooral solitaire bijen, die ook wel wilde bijen worden genoemd. Ze kunnen diep in de gaatjes kruipen die je in de houtblokken ziet. Daarin maken zij broedcellen, waarin hun larfjes wonen. 7.1 Wat krijgen hun larfjes te eten? a) fijngekauwde bloemblaadjes. (9-18) b) een mengsel van stuifmeel en nectar. (9-31) c) besjes en ander fruit. (9-8) De metselbij maakt tussen elke broedcel een muurtje. 7.2 Waar metselt ze mee? a) met zand en leem vermengd met speeksel. (1-2) b) met kleine steentjes. (1-20) a) het eerste diertje (3-13) b) het tweede diertje (3-20) c) het derde diertje (3-21) Oorwormen zijn zorgzame diertjes. Het vrouwtje legt haar eitjes in de grond. 7.3 Hoe komt de wolbij aan haar naam? a) ze heeft een wollig, behaard lijfje. (7-16) b) ze maakt wollige broedcellen met plantenharen. (7-8) Ze laat de eitjes en ook de kleine oorwormpjes die er uit komen, niet in de steek. Ze beschermt hen goed. (de antwoorden kun je vinden op de inlichtingenborden.)

Loop nu naar bordje 3 6 Dit is een heel mooie plek in onze natuurtuin. Een plekje om van te genieten. Honderden wilde planten zijn hier bij elkaar gebracht. Kijk eens goed naar de bloemen en teken er enkele bij het volgende gedichtje. Maar eerst: het gedichtje afmaken. (11-20) de zomerzon kust de bloemen wakker in dit stukje van de tuin ogen kunnen zien de kleuren genieten van die bloemenpracht handen kunnen voelen de bloemenblaadjes teer en neuzen kunnen speuren naar heerlijke bloemen harten kunnen dankbaar zijn, want mensen houden van bloemen, ze vinden bloemen Lang leve de brandnetel! 11 Er groeien in dit gedeelte van de tuin veel brandnetels. Verschillende mooie grote dagvlinders die in Nederland nog voorkomen, leggen eitjes op brandnetels. Hun rupsen groeien alleen maar van brandnetel. 6.2 Kunnen we brandnetels dus missen? a) ja (3-2) b) nee (3-4) Heb jij zin in een lekker soepje? HEB JE ZIN IN EEN LEKKER SOEPJE? De De brandnetel brandnetel is is ook ook voor voor mensen mensen een een fijne fijne plant. plant. Je kunt er heerlijkesoep Je kunt er een van heerlijke maken.(gekookte gezonde soep van brandnetels maken. prikken niet meer) Brandnetelsoep (Gekookte brandnetels zit boordevol prikken vitaminen niet meer) en mineralen. Brandnetelsoep zijn zit goed boordevol voor de vitaminen lever en en de mineralen. nieren en ze verwijderen gifstoffen. Brandnetels zijn goed voor de lever en de nieren en ze verwijderen Wat gifstoffen. heb je nodig? Grote schaal brandnetelblaadjes + 500 gr aardappelen in blokjes + 1 Wat fijngesneden heb je nodig? grote ui + 1 bosje fijngesneden verse peterselie + 1 Grote schaal brandnetelblaadjes + 500 gr aardappelen in blokjes + eetlepel plantaardige olie + 1 liter groentebouillon of water 1 fijngesneden grote ui + 1 bosje fijngesneden verse peterselie + 1 eetlepel Wat plantaardige moet je olie doen? + 1 liter groentebouillon. Doe rubber handschoenen aan... pluk de bovenste brandnetelblaadjesvan Wat moet doen? nieuwe planten (tussen februari en april) was Doe de rubber blaadjes handschoenen doe aan de olie... pluk in de een bovenste grote pan brandnetelblaadjes en bak de ui van ongeve nieuwe planten (tussen februari en april) was de blaadjes doe de olie 2-3 minuten voeg aardappels toe en bak ze 2-3 minuten voeg in een grote pan en bak de ui ongeveer 2-3 minuten voeg aardappels toe groentebouillon, bak ze 2-3 minuten brandnetels voeg groentebouillon, en peterselie brandnetels toe kook en peterselie de soep 20 minuten toe kook de voeg soep kruiden 20 minuten eventueel voeg eventueel room room toe toe en en smullen maar. smullen maar. (mmm jammie jammie!) PAS OP! Wel genoeg brandnetels voor de vlinders laten staan hé! PAS OP! Wel genoeg brandnetels voor de vlinders laten staan hé!

Loop nu naar bordje 6 10 Je bent nu in het stiltegebied van de natuurtuin. Hier is het meestal heel rustig. Dat is fijn voor schuwe dieren als hermelijnen. We hebben in de natuurtuin wel eens een hermelijn gezien. Loop nu naar bordje 4 7 Nu ben je vlak bij de poel, Wat ben ik toch blij met die poel. In de winter hebben ze een witte vacht. De punt aan de staart is altijd zwart. Hier kunnen grote en kleine dieren komen drinken. Er groeien veel planten en in het water leven ook dieren. Een hermelijn is een roofdier dat vooral veel muizen vangt. 6.1 Waarom doen ze dat? a) muizen zijn leuke diertjes om te bekijken en daarom vangen hermelijnen muizen voor de kinderboerderijen. (16-7) b) de hermelijnen eten de muizen op, want ze vangen muizen als ze honger hebben. (16-17) c) ze vinden het lastig dat de muizen steeds in hun hol kruipen. (16-26) Lust jij ook muis of heb jij liever een gebakken kippetje? "Hallo, ik ben een rosse woelmuis. Ik weet niet of jullie het weten, maar toen ze mij tekenden, zijn ze iets vergeten. Dóen jullie daar maar eens iets aan, Want ik wil met een leuk door het leven gaan." De ontwikkeling van een kikker. 4.1 Kijk goed naar de plaatjes en zet het nummer dat erbij staat voor het goede zinnetje. eerst verschijnen de achterpootjes dit is kikkerdril een klein kikkertje heeft geen staartje meer uit het eitje is een klein dikkopje gegroeid na de achterpootjes verschijnen ook de voorpootjes het kleine dikkopje is groter geworden (16-25) Goede raad: Als iemand je vraagt of je een kikker wilt worden, moet je "ja" zeggen, want anders blijf je altijd een dikkop!

8 De zinnen hieronder gaan over bijen. 9 Jij moet onderstrepen of het waar is of niet waar. Teken dikkopjes in het water. 4.2 Hoe noemen we het geluid dat kikkers maken? a) kikkers smakken (1-19) b) kikkers kwakken (1-20) c) kikkers kwaken (1-10) Als je bijen met rust laat steken ze niet. Bijen halen nectar uit bloemen en maken er honing van. Honing helpt tegen keelpijn en verkoudheid. Bijen zorgen dat er fruit aan de bomen groeit. Iemand die bijen houdt en er goed voor zorgt is een imker. We moeten zuinig zijn op de bijen en dus niet te veel gif spuiten op bloemen en planten 5.1 hoeveel keer vind jij het waar? a) er is niets van waar (6-7) b) alles is waar (6-24) c) zinnen zijn waar (6-23) Loop nu naar bordje 5 Je staat nu bij de bijenhal, hier staan de bijenkasten waar de bijen in wonen. Er is een afrastering van palen. Ga daar niet achter. Tussen de wilgen is een pad aangelegd zodat je om de bijenhal heen kunt lopen en veilig naar de bijen kunt kijken. 5.2 Is een imker niet bang dat de bijen hem zullen steken? a) de bijen durven de imker niet te steken. (21-13) b) als een imker gestoken wordt veegt hij de angel voorzichtig weg met zijn hand en dan heeft hij niet zo veel last meer van de steek. (21-22)