DIT AANBOD IS EEN CO-PRODUCTIE VAN MINI - PROGRAMMA GRIP OP VERZUIM EN REGIE BIJ ZELFSTURING MARIEKE WILKE VAN 0/24 RESEARCH & ORGANIZATION DEVELOPMENT (0-24 ROD.NL) EN MARIEKE SCHURINK VAN VERNET VERZUIMNETWERK (VERNET.NL) WERKBOEK SESSIE - 3 MAANDAG 11 JANUARI TOT EN MET VRIJDAG 15 JANUARI 2016
OPDRACHT BIJ SESSIE 3 Beïnvloeding van verzuim in ZZZ-teams via cultuur HET VOORBEELD UIT HET FILMPJE Mijn eigen opvattingen: OPVATTINGEN Verzuim is te plannen, preventief te beïnvloeden. Ik wil mijn klanten niet lastig vallen met mijn verzuim. GEDRAG Als ik voel dat ik ziek ga worden en ik hoef niet naar een klant, dan ga ik alvast (preventief) op bed liggen of neem meer rust. Ik meld me niet ziek bij de klant. Onderdeel van de cultuur zijn opvattingen. Opvattingen zijn meningen en gedachten, gekleurd door normen en waarden en die zijn moeilijk te veranderen. Die hebben we al jaren en zijn ontstaan vanuit onze opvoeding en ervaringen uit het verleden. Ze hebben ons gebracht waar we nu zijn en we houden ze in stand door ze aan elkaar te vertellen en ze te bevestigen. Dit gebeurt in organisaties ook. Opvattingen kleuren ons handelen: de manier van kijken en denken die bepalend zijn voor ons gedrag. Mijn opvattingen zijn niet zomaar te veranderen, maar als een arts tegen mij zegt: Eet nog meer fruit in plaats van alleen maar preventief op bed te liggen.. Hoe ziet mijn handelen er dan uit? Mijn opvattingen verander ik niet zomaar, maar ik kan de opvattingen van anderen wel adapteren en dat resulteert dan in het volgende: OPVATTINGEN, nieuwe erbij Verzuim is te plannen, preventief te beïnvloeden. + Mijn klanten moet ik niet lastig vallen met mijn verzuim. GEDRAG, nieuw Ik ga preventief op bed liggen, meld me niet ziek bij de klant en eet 3 stuks fruit per dag. + Om ziek zijn te voorkomen, moet ik meer fruit eten dan anders. Door over opvattingen in gesprek te gaan, bijvoorbeeld over verzuim al of niet beleggen in teams, kan het je keuze en gedrag beïnvloeden.
Aan jou de vraag om je eigen opvattingen te kennen en eens te kijken of je ontvankelijk kunt zijn voor andere opvattingen die je er naast kunt zetten. OPDRACHT A Inventariseer je huidige opvattingen en het gedrag dat erbij hoort en zet die hieronder. OPDRACHT B Inventariseer andere opvattingen, bijvoorbeeld door met een collega in gesprek te gaan. Bevraag de ander naar zijn opvattingen en waarom hij/zij die heeft. Ga ook na hoe dat bepalend is voor zijn/haar gedrag. Noteer je bevinden hieronder. JOUW OPVATTINGEN JOUW GEDRAG OPVATTINGEN VAN DE ANDER GEDRAG VAN DE ANDER Wat zijn jouw opvattingen Kan dat? Waarom wel/ waarom Wat adviseer je? Hoe uit je dat? Wat besluit je? Hoe uit je dat? Wat doe je? Hoe uit je dat? Wat zijn deze opvattingen Kan dat? Waarom wel/waarom Wat adviseert deze persoon? Welke keuzes maakt deze persoon?
OPDRACHT C Je hebt kennis genomen van andere opvattingen, bijvoorbeeld door met een collega in gesprek te gaan. Zijn je opvattingen hierdoor uitgebreid? Kijk eens hoe dat je gedrag zou kunnen beïnvloeden. JOUW OPVATTINGEN, NIEUWE ERBIJ Wat zijn jouw opvattingen Kan dat? Waarom wel/ waarom JOUW GEDRAG, NIEUWE ERBIJ Wat adviseer je? Hoe uit je dat? Wat besluit je? Hoe uit je dat? Wat doe je? Hoe uit je dat? Dit is wat ook soms nodig is in teams om tot gedragsverandering te komen. Dus het gesprek te voeren hoe mensen aankijken tegen verzuim en hun eigen verzuim en gezondheid. Dit soort gezamenlijke betekenisgeving (ook wel dialoog) leidt tot een beweging bij mensen.
AANTEKENINGEN EN INZICHTEN