Industriële Biotechnologie: een roadmap voor Vlaanderen



Vergelijkbare documenten
Key Enabling Technology (KET) Industriële Biotechnologie: een roadmap voor Vlaanderen. Samenvatting en conclusies, EWI focus, 13/04/2015

Actualisering van de studie van Dirk Carrez 22/03/2017

Bio-economie in Vlaanderen: beleidsaspecten. EWI-focus 22 maart 2017 Johan Hanssens

Een Duurzame Vlaamse Bio- Economie. Tine Schaerlaekens Advisor Innovation Policy, essenscia vlaanderen Program Manager, FISCH

Danielle Raspoet. VRWB Clusters en hun Speerpunten gelinkt aan Vlaanderen in Actie Pact Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid

Vlaams beleid rond de bio-economie

FLANDERS INNOVATION HUB FOR SUSTAINABLE CHEMISTRY TINE SCHAERLAEKENS, PROGRAM MANAGER

EEN NIEUW DIGITAAL KENNISPLATFORM VOOR DE BIO-ECONOMIE IN VLAANDEREN. Linda Verdonck POM Oost-Vlaanderen

IenM & INTERREG: Circulaire economie

EWI Focus 13 april Key Enabling Technologies. Roadmaps. Waar staan we en waar gaan we naartoe?

SLIMME SPECIALISATIE IN VLAANDEREN. Frans Dieryck, voorzitter Raad Van Bestuur Jan Van Havenbergh, algemeen directeur

Summary 124

Horizon MKB instrument & Fast track to Innovation. Martijn Lammers. Nationaal Contactpunt voor het MKB in Horizon 2020.

Bio-economie en circulaire economie

14/09/2012 WETENSCHAP, TECHNOLOGIE, INNOVATIE EN DE MAATSCHAPPIJ: EEN PRAKTIJKVOORBEELD. Elie Ratinckx VRWI

Europa: Uitdagingen? Prof. Hylke Vandenbussche Departement Economie- International Trade 26 April 2018 Leuven

NETWORK CHARTER. #ResourceEfficiency

Advanced Instrumentation. Hans van Gageldonk, Henk Hoevers, Gerard Cornet. 10 Oktober 2012

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

FRACTIONATIE VAN ALGEN BIOMASSA ECO-EFFICIËNTE PRINCIPES VOOR SCHEIDING, ZUIVERING- EXTRACTIE VAN PROTEINEN EN ANTI-OXIDANTIA UIT ALGEN

Vlaams Kenniscentrum water. Van projectidee tot projectconsortium

Hernieuwbare brandstoffen in transport. en de bredere betekenis van bioraffinage

Reactie visiedocument: Duurzame bio-economie 2030

NWA WORKSHOP SUSTAINABLE DEVELOPMENT GOALS. NWA Circulaire Economie en SDG Ardi Dortmans

Willemien Terpstra Vice President, Fuels and Styrene. Chemie is overal

ARTIST. Petten 24 September More info:

Duurzaamheid: speerpunt voor industrie en onderwijs

De Vlaamse bio-economie strategie, heden en toekomst. Eva Van Buggenhout en Dirk Van Gijseghem, Departement LV

Biobased economy vanuit ketenperspectief. Woody Maijers Lector Integrale voedsel- en productieketens Directeur van De Ketencoach

Impact en disseminatie. Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven

EWI-focus. Biogebaseerde industrie in Vlaanderen. 22 maart 2017

Geavanceerde fabricagesystemen en processen of Advanced Manufacturing Systems and Processes (AMS)

INNOVATIE & VALORISATIE

Innovative SUMP-Process in Northeast-Brabant

BIJDRAGE VAN FISCH AAN VMP CHEMIE EN KUNSTSTOFFEN IN EEN GESLOTEN KRINGLOOP

Kijkje in de keuken (van de inkoopmanager)

3/12/13. Horizon 2020 Challenge 5: klimaat, milieu, resource efficiency en grondstoffen

Toolbox for Circle Regions. UrbanWINS Webinar

BESTAANDE INDICATOREN VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE

Institute for Aerospace Maintenance Maastricht (IAMM) Kennis als wapen in mondiale concurrentie

Best? New practice industry-university cooperation. Chemelot InSciTe.

SOC Maakindustrie & Made Different. Wilson De Pril, Directeur-generaal Agoria Vlaanderen 15 mei 2014

Inkoop en de link naar de value chain

Peter Tom Jones. Bijdrage Peter Tom Jones. Duurzaam Materialenbeheer, Departement Metaalkunde en Toegepaste Materiaalkunde, KU Leuven 13/05/2014

Innovatie instrument en financierings mogelijkheden

Interdepartementaal Programma BioBased Economy. Dirk de Jong

Cluster Power to Gas

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate

Het nieuw industrieel beleid: - een korte review -de rol van Agentschap Ondernemen

Business Architectuur vanuit de Business

Innovatie en RWS. Een scherpe vraag en samenwerking in ketens en netwerken

Agri Investment Fund. Studienamiddag Bio Economie 9 November Marc Rosiers Nicolas De Lange

Enterprise Architectuur. een duur begrip, maar wat kan het betekenen voor mijn gemeente?

Annual event/meeting with key decision makers and GI-practitioners of Flanders (at different administrative levels)

College 1 inleiding ondernemerschap

Alcohol policy in Belgium: recent developments

Living Labs. dr.ir. Elke den Ouden. Kennisevent Renovatie Hoofdgebouw TU/e Eindhoven, 27 september 2016

Future of the Financial Industry

OPEN PRODUCTIE CONCEPT. BioRaf 24/10/2013 Johan Verbruggen

Workshop 3. Digitale inclusie. E-inclusion. Rondetafel De Digitale Agenda voor Europa. Brussel,

Chemie & ICT ICT en Chemie: samen naar een duurzame toekomst?

De Energie Unie en haar governance. Presentatie: Peter Van Kemseke (Europese Commissie) Vlaams Parlement, 14 maart 2016

CichOpt: optimaal gebruik en valorisatie van biomassastromen van Cichorium

INFORMATIEBIJEENKOMST ESFRI ROADMAP 2016 HANS CHANG (KNAW) EN LEO LE DUC (OCW)

Vlaanderen en de Key Enabling Technology Industrial Biotechnology. Prof. Wim Soetaert

Opportunities for Collaborative Interdisciplinary Programs. James W. Jones Director, FCI

De derde industriële revolutie is de redding van de Nederlandse Economie

Inleiding tot het debat

Digital municipal services for entrepreneurs

Biobrandstoffen: Hype of duurzame oplossing? Prof. Wim Soetaert

Materials Passports. C2C Café, Oktober Co-funded by the Horizon 2020 Framework Programme of the European Union

Sessie Centrumsteden VVJ

Multi-disciplinary workshop on Ageing and Wellbeing

1. Ambitie, doelstellingen, acties

Hoe ontwikkel je een regionale economy?

Request For Proposal, 17/06/2013

1 jaar FISCH: time to party?

NBA Waardecreatie, Integrated Thinking en Integrated Reporting. 17 januari 2017 Paul Hurks

Intercultural Mediation through the Internet Hans Verrept Intercultural mediation and policy support unit

Horizon 2020 Kansen voor Hogescholen

Transformatie naar een slimme, datagedreven tuinbouw

Wageningen University & Research. Wageningen, 04 November 2017 Prof. dr Arthur Mol, Rector Magnificus

Smart Delta Resources

Next Generation Energy. Tomorrow will be what we make today Sustainable product development is today s reality

Academisch schrijven Inleiding

Biobased Economy als onderdeel van een duurzame samenleving

BUSINESS EVENT DELTA REGION DINSDAG 15 DECEMBER 2015

CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden

Case EWI. Pascale Dengis

Inspiratie- en referentieprojecten ontwerpopdracht biotechniek

Risk & Requirements Based Testing

Uitwegen voor de moeilijke situatie van NL (industriële) WKK

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead

General info on using shopping carts with Ingenico epayments

Crisis overheerst supply chain agenda in 2009

JPI Oceans Gezonde en productieve zeeën en oceanen

Transcriptie:

F I S CH Chemistry for for Sustainability Jan Van Havenbergh, dr. sc. Managing Director Diamant Building Boulevard Auguste Reyerslaan 80 B-1030 Brussels T +32 2 238 97 64 F +32 2 230 71 18 M +32 496 529 526 jvanhavenbergh@fi-sch.be www.fi-sch.be Industriële Biotechnologie: een roadmap voor Vlaanderen Juni 2015

COLOFON: Deze roadmap werd opgesteld in opdracht van de Vlaamse Overheid, Departement EWI en uitgevoerd door de CINBIOS partners FISCH, Flandersbio en Ghent Bio-Economy Valley. Auteurs: Tine Schaerlaekens, Willem Dhooge, Sofie Dobbelaere Met de medewerking van: Agfa Healthcare, Algist Bruggeman, Aqua Concept, Aveve, Beaulieu Int.Group, BeNatural, Bio Base Europe Pilot Plant, C2Circle, Cargill, Centexbel, Citrique Belge, Departement Landbouw & Visserij, DuPont, Ecotreasures, Flanders Food, Flanders PlasticVision, Huntsman, ID&A, Innojiva, IWT, Jacobs Engineering, KHLimburg, KULeuven, Laborelec, Looplife, Millibeter, Nitto Europe, Oleon, Organic Waste Systems, OVAM, POM Oost-Vlaanderen, Proviron, Puratos, Sioen, SITA, Solvay, Tereos, Tessenderlo Group, Thomas More, Tiense suikerraffinaderij, Tobeas, UGent, VIB, VITO. Ondersteund door Cleverconsult en DNV consultants. Gefinancierd via IWT-subsidie en de bijdragen van de ledenbedrijven van FISCH, Flandersbio en GBEV Publicatiedatum Juni 2015 Industriële Biotechnologie: een roadmap voor Vlaanderen

INHOUDSTABEL 1 Executive Summary 6 2 Samenvatting 9 3 Achtergrond van de studie 12 3.1 Definities en afbakening domein 12 3.1.1 Key Enabling Technologies of KETs 12 3.1.2 Industriële Biotechnologie 12 3.1.3 Bioeconomie en biogebaseerde economie 13 3.2 Beleidscontext 14 3.3 Markt voor Industriële Biotechnologie 15 3.3.1 Stand van zaken en prognoses 15 3.3.2 Drivers en belemmeringen 18 3.3.3 Economische impact voor Vlaanderen 18 3.4 Patentanalyse 19 3.4.1 Werkwijze 19 3.4.2 Conclusies 20 4 Werkwijze 21 5 Sectorbeschrijving 22 5.1 Inleiding 22 5.2 Chemische sector 22 5.2.1 Sectoromschrijving 22 5.2.2 Algemene trends 23 5.2.3 Rol van Industriële Biotechnologie 23 5.3 Sector van de materiaalverwerkende nijverheid 23 5.3.1 Sectoromschrijving 23 5.3.2 Algemene trends 25 5.3.3 Rol van Industriële Biotechnologie 25 5.4 Voedingsindustrie 26 5.4.1 Sectoromschrijving 26 5.4.2 Algemene trends 26 5.4.3 Rol van Industriële Biotechnologie 26 5.5 Andere toepassingsdomeinen van Industriële Biotechnologie 27 6 Trends 28 7 SWOT analyse 30 7.1 Sterktes 31 7.1.1 Onderzoek en ontwikkeling 31 7.1.2 Industrie 31 7.1.3 Beleid 32 7.1.4 Grondstoffen 32 3

7.2 Zwaktes 32 7.2.1 Onderzoek en ontwikkeling 33 7.2.2 Industrie 33 7.2.3 Beleid 33 7.2.4 Grondstoffen 34 7.3 Opportuniteiten 34 7.3.1 Onderzoek en ontwikkeling 34 7.3.2 Industrie 34 7.3.3 Maatschappij 35 7.4 Bedreigingen 35 7.4.1 Onderzoek en ontwikkeling 35 7.4.2 Industrie 35 7.4.3 Beleid 36 7.4.4 Grondstoffen 36 7.4.5 Maatschappij 37 8 Waardeketens voor Industriële Biotechnologie in Vlaanderen 38 8.1 Productie van eerste en tweede generatie suikers 40 8.1.1 Grondstoffen 40 8.1.2 Technologie en proces 42 8.1.3 Toepassing en markt 44 8.1.4 Waardering 45 8.1.5 Conclusie 46 8.2 Productie van bulk- en fijnchemicaliën uit 1ste en 2de generatie suikers 47 8.2.1 Grondstoffen 47 8.2.2 Technologie en proces 47 8.2.3 Toepassing en markt 48 8.2.4 Waardering 51 8.2.5 Conclusie 52 8.3 Materialen en chemicaliën uit ligninerijke grondstoffen 52 8.3.1 Grondstoffen 53 8.3.2 Technologie en proces 54 8.3.3 Toepassing en markt 54 8.3.4 Waardering 55 8.3.5 Conclusie 55 8.4 Conversie van (afval)gas in chemicaliën 56 8.4.1 Grondstoffen 56 8.4.2 Technologie en proces 57 8.4.3 Toepassing en markt 59 8.4.4 Waardering 60 8.4.5 Conclusie 61 4 Industriële Biotechnologie: een roadmap voor Vlaanderen

8.5 Waardeketen op basis van vetten en oliën 61 8.5.1 Grondstoffen 62 8.5.2 Technologie en proces 62 8.5.3 Toepassing en markt 63 8.5.4 Waardering 65 8.5.5 Conclusie 65 8.6 Eiwitrijke stromen voor (vee)voeding en technische toepassingen 65 8.6.1 Grondstoffen 66 8.6.2 Technologie en proces 67 8.6.3 Toepassing en markt 68 8.6.4 Waardering 69 8.6.5 Conclusie 69 8.7 Natuurlijke componenten voor voeding, farmacie en cosmetica 69 8.7.1 Grondstoffen 70 8.7.2 Technologie en proces 70 8.7.3 Toepassing en markt 71 8.7.4 Waardering 72 8.7.5 Conclusie 73 8.8 Klassieke toepassingen van fermentatie in de voedingsindustrie 73 8.9 Samenvatting waarderingen 75 8.9.1 Algemene bespreking van de verschillende stappen in de waardeketens 75 8.9.2 Bespreking van de verschillende waardeketens 76 9 Technologiedomeinen voor Industriële Biotechnologie 78 9.1 Nieuwe micro-organismen en enzymen 79 9.2 Microbiële genetica en werking enzymen 80 9.3 Omics en bioinformatica 81 9.4 Metabolic en enzyme engineering, modellering en synthetische biologie 82 9.5 Bioprocesontwikkeling voor fermentatie en biokatalyse 84 9.6 Downstream processing 85 9.7 Upstream processing en procesintegratie 86 10 Inkoppeling met Europese programma s 87 11 Conclusies en actielijnen 92 Bijlagen 99 Bijlage 1: Patentanalyse ECOOM 99 Bijlage 2: Resultaten online bevraging 108 Bijlage 3: Onderzoeksgroepen in Vlaanderen 112 5

1 Executive Summary In 2009, the European Commission identified six Key Enabling Technologies or KETs as being crucial for the competitiveness of European industries. These KETs are considered to be the main driving forces behind the development of a significant part of future goods and services worldwide. They will play an important role in the R&D and innovation strategies of many industries and are crucial for the transformation of our society into a low carbon, knowledge-based economy. One of these KETs is Industrial Biotechnology. Industrial Biotechnology is the application of modern biotechnology for the production of chemicals, materials and energy, thereby using one of two key processes: fermentation (directed use of micro-organisms in industrial production processes) and biocatalysis (the use of enzymes to catalyse a chemical reaction). Industrial Biotechnology comprises the integrated application of several scientific disciplines like biochemistry, microbiology, molecular genetics and process technology for the development of useful products and processes. Its application domains are broad and can be found in traditional sectors like chemistry, food, health and energy. Already today it is used for the production of a broad range of products like fine chemicals, pharmaceutical ingredients, colorants, flavours and fragrances, solvents, bioplastics, vitamins, food ingredients and additives, and biofuels. In June 2013, the Flemish Government through its innovation agency IWT launched a call for the development of a Roadmap for Flanders for each of the six KETs. These roadmaps should enable the development of a Flemish Innovation & Industrialisation strategy answering to the European call for regions towards smart specialisation. Indeed, an objective analysis of the strengths and weaknesses of Flanders in these key technology areas of the future will help to define priorities for e.g. the contribution of Flanders to European programs. The CINBIOS consortium, consisting of the partner organisations FISCH, FlandersBio and Ghent Bio-Economy Valley, was granted the execution of this roadmapping exercise for the KET Industrial Biotechnology. The current KET-IB roadmap was drafted according to the proven Value or Technology roadmapping process. During the whole process, emphasis was put on interaction with the different groups of stakeholders being companies, knowledge institutes and governmental organisations, in order to gather as much qualitative input as possible. An initial preparatory study listed the main trends at the European level in the domain of industrial biotechnology (PPP initiatives, EU regulations, research and innovation trends,...) and identified 4 key market segments:1) bulk chemicals and biofuels, 2) fine chemicals, 3) agro- and food-products and 4) biomaterials. These were analysed in a series of group and individual interviews with companies. Through a broad online enquiry and an extended workshop with 8 parallel sessions more insight was gathered into the products, processes and value chains in the domain of Industrial Biotechnology and the Biobased Economy. Also for the analysis of the different technologies at the base of these value chains key researchers from academia and industry were interviewed. This roadmap is a compilation of all this information, where necessary, complemented by a literature study in case of lacking information and finally challenged by a number of experts in the field. The present document therefore gathers the information, opinions and analyses of over 150 people, sourced from 6 Industriële Biotechnologie: een roadmap voor Vlaanderen

a broad stakeholder population active in the field through an intensive and iterative process taking approximately 9 months. The following paragraphs give a short summary of the conclusions of this roadmap. For the complete conclusions, we refer to Chapter 11. Flanders has a considerable specialisation in Industrial Biotechnology. This can be concluded from an independent patent analysis performed by the ECOOM institute on a strict selection of only those patent classes with high relevance for the domain of Industrial Biotechnology. A subsequent inventory of the Flemish research institutes showed that Flanders has an important and broad research expertise in all technology domains within the field of Industrial Biotechnology. In addition, Flanders has obvious strengths in the fields of industry and logistics with a crucial role for the Flemish chemical industry cluster and the harbours of Ghent and Antwerp. The analysis of the potentially interesting value chains for Industrial Biotechnology and the Biobased Economy, revealed four value chains as being promising for Flanders. The first two will have an immediate relevance on the short to medium term, while the second two are considered promising on a medium to long term. The most prominent and relevant value chain for Flanders in the short to medium term is the production of fine chemicals from sugars and starch and possibly other biobased feedstock. The production of chemicals from sugars and starch is one of the most important application domains of Industrial Biotechnology. The production of biobased fine chemicals suffers less from limiting factors like price competition with the fossil-based alternatives or a difficult access to feedstock resources than is the case for bulk chemicals. In addition, the strong presence of a sugar- and starch-industry in Flanders is a major asset. A second important value chain for Flanders on the short to medium term is the generation and use of second generation sugars as feedstock for Industrial Biotechnology and green chemistry processes. The field of second generation sugars as a resource for several biotechnological and chemical conversions is currently in full technological development. A number of technologies is already available at pilot and demonstration scale in a number of countries worldwide, but the logistics, infrastructure and economic viability remain important challenges, especially for Flanders with its fragmented and dispersed agriculture. A third promising value chain on the medium to long term, is the use of lignin-rich resources for the production of high added value materials and chemicals. Theoretically, enormous amounts of lignin-rich resources are available in Europe and the world, with numerous and diverse potential applications. For the chemical sector in Flanders, one of the most promising applications is the production of bio-aromatic compounds. Nevertheless, this research field still needs important new developments to overcome the technological, logistical and regulatory hurdles preventing the realisation of this new value chain in Flanders and abroad. Finally, a fourth value chain with potential for Flanders on the medium to long term, is the conversion of carbonaceous (waste)-gases to chemicals. Theoretically, enormous amounts of CO 2 - and CO-rich resources are available, especially in Flanders with its high concentration of industrial activity. Although the potential applications are numerous and diverse, the challenges for the development of this new value chain are great. Research on (syn)gas fermentation is to a large extent still under development, but is promising and evolving fast. Main challenges are the logistics (collection, transportation) and the cleaning of these waste gases. If successful, it is a very promising biotechnological route towards creating tomorrow s chemicals while at the same time addressing one of the major societal chal- 7

lenges which is climate change. In addition to the specific technological developments needed for each of the four value chains described above, two horizontal technology domains are identified as being crucial for the further implementation of these new value chains based on Industrial Biotechnology in Flanders. Firstly, new mild pretreatment technologies for bio-based feedstock are needed that enable the release of sugars from lignocellulosic feedstock while at the same time preserving the other valuable compounds present in the biomass, as such allowing their optimal valorisation within a biorefinery concept. Secondly, research is needed on the logistics of the biobased resources, as this cost element might be a crucial factor when building new value chains on second generation resources like lignocellulose and waste gases. In order to realise the four value chains and tackle both horizontal technology domains in an efficient way, more interdisciplinary collaboration will be needed between research groups with expertise in the key domains of industrial biotechnology and research groups with complementary technological expertises like chemical conversion, process technology, logistics and economical and ecological impact analyses. Currently, several initiatives are already being taken in Flanders by a number of stakeholders to develop and implement the above described value chains. More specifically, collaborations are being set up for research and demonstration activities in the fields of bio-aromatics, syngas fermentation and logistics of second generation resources. These bottom-up initiatives in collaboration with industry can form an important stimulus for the development of the identified value chains on a relatively short term. However, a clear commitment and support from the Flemish government for these initiatives is needed. In addition, it is important that the Flemish government creates the necessary enabling preconditions in its policy framework and makes efforts to: Develop a clear long term vision for the transition towards a sustainable bio-economy, and improve the consistency of the different policy domains to this end; Create a level playing field between the different application domains of biobased resources; Establish a coherent and transparent support framework for the whole innovation funnel, from demand driven strategic basic research on the one side to pilot- and demonstrationprojects on the other side; Improve transregional and transnational collaboration; Support a representative knowledge platform and central contact point for the Bio-based Economy in Flanders; And finally and most importantly select Bio- Economy as a Smart Specialisation for the region of Flanders. This roadmapping exercise was performed at the request of the Flemish Government with the aim to deliver the necessary data to support and justify a new innovation- and industrialisation strategy for the Flemish economy based on biological resources and processes. This study gathered input from more than 150 stakeholders from industry, research institutes and Flemish administrations. It is clear that Flanders has a number of assets to play an important role in the biobased economy. Companies in Flanders show a clear interest to work on and invest in the development of the biobased economy. However, it is now up to the Flemish Government to give consideration to the conclusions and recommendations from this roadmap and translate them into concrete policy measures. 8 Industriële Biotechnologie: een roadmap voor Vlaanderen

2. Samenvatting In 2009 identificeerde de Europese Commissie zes sleuteltechnologieën of Key Enabling Technologies (KETs) als zijnde cruciaal voor de herstructurering en modernisering van de Europese industrie. Deze technologieën moeten het mogelijk maken nieuwe goederen en diensten te ontwikkelen, rekening houdend met de maatschappelijke uitdagingen, en tegelijk bijdragen tot het uitbouwen van een sterke basis voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie in Europa. Eén van deze zes KETs is Industriële Biotechnologie. Industriële Biotechnologie omvat de toepassing van moderne biotechnologie voor de productie van chemische stoffen, materialen en energie. Zij steunt voornamelijk op twee grote pijlers, namelijk de fermentatietechnologie (gericht gebruik van nuttige micro-organismen in industriële processen) en de biokatalyse (gebruik van enzymen om chemische reacties te katalyseren). Industriële Biotechnologie is een multidisciplinaire technologie die het geïntegreerd toepassen van wetenschappelijke disciplines zoals de biochemie, microbiologie, moleculaire genetica en procestechnologie omvat ter ontwikkeling van nuttige processen en producten. Zij is vandaag sterk in opmars en wordt toegepast binnen de domeinen van de chemie, voeding, gezondheidszorg en energievoorziening voor de productie van een heel breed gamma aan stoffen, zoals fijnchemicaliën, farmaceutische grondstoffen, kleurstoffen, geur- en smaakstoffen, solventen, bioplastics, vitamines, voedingsingrediënten en additieven, en biobrandstoffen. In juni 2013 lanceerde de Vlaamse Overheid via het IWT een oproep om voor de zes KETs Vlaamse roadmaps op te stellen met als doelstelling de ontwikkeling van een eigen Vlaamse strategie op basis van onderbouwde strategische keuzes. Deze moeten bovendien toelaten de prioriteiten te bepalen van de Vlaamse inzet in Europese programma s en bijdragen tot een Vlaamse innovatie- en industrialisatie-strategie. Het CINBIOS consortium bestaande uit de partner organisaties FISCH, FlandersBio en Ghent Bio-Economy Valley hebben zich kandidaat gesteld en werden geselecteerd om deze roadmap oefening voor de KET Industriële Biotechnologie verder vorm te geven en uit te voeren. De hier voorliggende roadmap KET-IB werd opgesteld volgens het beproefde Value of Technology roadmapping proces, waarbij de nadruk lag op interactie met de verschillende stakeholders zijnde bedrijven, kennisinstellingen en overheden, teneinde zoveel mogelijk kwalitatieve input te verzamelen. Een korte voorstudie leverde een overzicht op van de belangrijkste trends in het domein van de Industriële Biotechnologie op Europees niveau (rond onderzoek en innovatie, EU regelgeving, PPS initiatieven, ) en identificeerde vier belangrijke marktsegmenten, namelijk 1) bulkchemicaliën en biobrandstoffen, 2) fijnchemicaliën, 3) agro- en voedingsproducten en 4) biomaterialen. Deze werden uitgebreid geanalyseerd in een reeks individuele en groepsinterviews Via een brede online bevraging en een grote workshop met acht parallelle werksessies werd een beter inzicht verkregen in de producten, processen en waardeketens in het domein van de Industriële Biotechnologie en de Biogebaseerde Economie. Ook voor de uitwerking van de technologieën werden opnieuw verschillende sleutelpersonen geïnterviewd. Voorliggend document is een compilatie van al deze informatie, waar nodig aangevuld met een literatuurstudie en finaal nagelezen door een aantal experten in het domein. Het bevat de informatie, meningen en 9

analyses van meer dan 150 stakeholders in het domein en kan dan ook gezien worden als het resultaat van een uitgebreide stakeholder bevraging in het domein van de Industriële Biotechnologie en de Biogebaseerde Economie. In de volgende paragrafen worden de conclusies van het beschreven roadmapping proces kort samengevat. Voor de volledige conclusies verwijzen we naar Hoofdstuk 11. Er is in Vlaanderen een aanzienlijke specialisatie voor Industriële Biotechnologie. Dat blijkt uit een patentanalyse die werd uitgevoerd in samenwerking met ECOOM, en die gebaseerd is op een selectie van patent-klassen relevant voor het domein van de Industriële Biotechnologie. Uit een verdere analyse van de expertise die aanwezig is in onze onderzoeksinstellingen blijkt bovendien dat we sterke onderzoekscompetenties hebben in alle technologiedomeinen binnen de Industriële Biotechnologie. Naast de aanwezigheid van sterke onderzoeksgroepen in het domein, heeft Vlaanderen ook sterktes op vlak van industrie en logistiek. De belangrijke chemische industrie en de sterke logistiek met de Havens van Gent en Antwerpen, spelen daarbij een sleutelrol. Analyse van de potentieel interessante waardeketens voor Industriële Biotechnologie en de Biogebaseerde Economie, leverde vier waardeketens op die als kansrijk voor Vlaanderen kunnen beschouwd worden. De eerste twee zijn kansrijk op korte tot middellange termijn, de volgende twee zijn kansrijk op middellange tot lange termijn. Een eerste kansrijke waardeketen op korte tot middellange termijn is de productie van fijnchemicaliën uit suikers en zetmeel en eventueel andere hernieuwbare grondstoffen. De productie van chemicaliën uit suikers en zetmeel is één van de belangrijkste toepassingsdomeinen van de Industriële Biotechnologie. Voor fijnchemicaliën spelen beperkende factoren als prijsconcurrentie met het fossiele alternatief en moeilijke toegang tot grondstoffen minder dan voor de bulkchemie. Bovendien vormt de sterke aanwezigheid van de suiker- en zetmeelindustrie in Vlaanderen een belangrijke troef. Een tweede kansrijke waardeketen op korte tot middellange termijn is de productie en het gebruik van tweede generatie suikers als grondstof voor Industriële Biotechnologie en groene chemie. Het gebruik van tweede generatie suikers als grondstof voor tal van biotechnologische en chemische omzettingen is momenteel volop in technologische ontwikkeling. Er zijn reeds een aantal technologieën beschikbaar op piloot- en demoschaal wereldwijd, maar de logistiek, infrastructuur en economische haalbaarheid blijven belangrijke uitdagingen. Een derde kansrijke waardeketen voor Vlaanderen, die zich eerder op de middellange tot lange termijn situeert, is het gebruik van ligninerijke grondstoffen voor hoogwaardige materialen en chemicaliën. Theoretisch zijn er enorme hoeveelheden ligninerijke grondstoffen beschikbaar in Europa en wereldwijd, met een groot en divers potentieel aan toepassingen. Eén van de meest beloftevolle toepassingen voor de chemische sector in Vlaanderen zijn de bio-aromaten, een belangrijke productgroep in de chemie. Nieuwe ontwikkelingen zijn echter nodig, zowel op het vlak van technologie als logistiek en regelgeving, teneinde deze nieuwe waardeketen verder te kunnen uitbouwen in Vlaanderen. Een vierde kansrijke waardeketen voor Vlaanderen tenslotte, die zich eerder op de middellange tot lange termijn situeert, is de. Theoretisch zijn er enorme hoeveelheden CO 2 - en CO-rijke grondstoffen beschikbaar, zeker in Vlaanderen met zijn hoge concentratie aan industriële activiteit. Hoewel het potentieel aan toepassingen talrijk en divers is, zijn de uitdagingen voor de verdere uitbouw van deze nieuwe waardeketen in Vlaanderen groot. Het onderzoek naar (syn)gas fermentatie staat nog in de beginfase, maar is veelbelovend en evolueert snel. De belangrijkste uitdagingen voor de ontwikkeling van deze nieuwe waardeketen zijn de uitbouw van de logistiek en de opzuivering van de afvalgassen. Indien succesvol vormt deze waarde- 10 Industriële Biotechnologie: een roadmap voor Vlaanderen

keten een veelbelovende biotechnologische route voor de productie van de chemicaliën van morgen, terwijl tegelijkertijd een oplossing geboden wordt voor één van de belangrijkste maatschappelijke uitdagingen, nl. de klimaatsverandering. Naast de specifieke technologische ontwikkelingen zoals ze hierboven vernoemd worden voor elk van de vier waardeketens, werden nog twee horizontale technologiedomeinen geïdentificeerd als cruciaal voor de verdere implementatie van deze nieuwe waardeketens gebaseerd op Industriële Biotechnologie in Vlaanderen. Ten eerste moet er gewerkt worden aan nieuwe milde ontsluitingstechnologieën voor hernieuwbare grondstoffen die toelaten om suikers uit de lignocelluloserijke grondstof te isoleren, terwijl tegelijkertijd de andere waardevolle componenten behouden blijven zodat een optimale verwaarding van alle componenten uit de biomassa mogelijk is volgens het bioraffinage concept. Ten tweede dient er onderzoek te gebeuren naar de logistiek van de grondstof, aangezien dit als een bepalende factor werd geïdentificeerd voor het welslagen van waardeketens gebaseerd op tweede generatie grondstoffen zoals lignocellulose en afvalgassen. Voor de realisatie van de vier waardeketens en een efficiënte inzet op beide horizontale technologiedomeinen zal meer interdisciplinaire samenwerking nodig zijn tussen de onderzoeksgroepen met expertise in de kerndomeinen van Industriële Biotechnologie en de onderzoeksgroepen met andere expertises zoals chemische conversie, procestechnologie, logistiek en economische en ecologische impactanalyses. Momenteel lopen er binnen Vlaanderen al heel wat acties en initiatieven die een invulling willen geven aan de uitbouw van de hier als kansrijk geïdentificeerde waardeketens, meer bepaald rond bioaromaten, syngas fermentatie en logistiek van tweede generatie grondstoffen. Deze bottomup initiatieven in samenwerking met de industrie kunnen op relatief korte termijn een belangrijke stimulans vormen voor de verdere uitbouw van de hier geïdentificeerde waardeketens. Daarvoor is het echter belangrijk dat zij ook worden ondersteund vanuit het Vlaamse beleid. Daarnaast is het belangrijk dat de Vlaamse Overheid werk maakt van het creëren van de noodzakelijke enabling randvoorwaarden in het beleid en de nodige inspanningen doet om: een duidelijke langetermijnvisie te ontwikkelen voor de transitie naar een duurzame biogebaseerde economie, die resulteert in een coherent beleid over de verschillende beleidsdomeinen heen; te streven naar een level playing field voor de verschillende toepassingsdomeinen van biogebaseerde grondstoffen; bioeconomie als slimme specialisatie aan te duiden voor Vlaanderen; een coherent en transparant steunkader te scheppen over de hele innovatieketen, met extra middelen voor vraaggedreven strategisch basisonderzoek aan de éne kant en voor demonstratie- en pilootprojecten aan de andere kant; transnationale en transregionale samenwerking te bevorderen; en een gedragen kennisplatform en centraal aanspreekpunt voor de biogebaseerde economie te ondersteunen. Deze roadmap oefening werd uitgevoerd op vraag van de Vlaamse Overheid met als doelstelling de noodzakelijke data aan te leveren ter ondersteuning en onderbouwing van een nieuwe innovatie- en industrialisatie-strategie voor de Vlaamse economie. Deze studie verzamelde input van meer dan 150 stakeholders uit de industrie, kennisinstellingen en de Vlaamse administraties. Uit de studie blijkt dat Vlaanderen een aantal duidelijke troeven heeft om in de biogebaseerde economie een rol van betekenis te spelen. Er is ook een duidelijke interesse en wil van het Vlaamse bedrijfsleven om hier aan mee te werken en te investeren. Het is nu aan de Vlaamse Overheid om de conclusies en aanbevelingen uit deze roadmap ter harte te nemen en te vertalen in concrete beleidsmaatregelen. 11

3. Achtergrond van de studie 3.1 Definities en afbakening domein 3.1.1 Key Enabling Technologies of KETs In 2009 identificeerde de Europese Unie zes sleuteltechnologieën of Key Enabling Technologies (KETs) als zijnde cruciaal voor de herstructurering en modernisering van de Europese industrie. Deze technologieën moeten het mogelijk maken nieuwe goederen en diensten te ontwikkelen, rekening houdend met de maatschappelijke uitdagingen, en tegelijk bijdragen tot het uitbouwen van een sterke basis voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie in Europa. De Commissie definieert de KETs als kennisintensief en geassocieerd met intensief onderzoek en ontwikkeling, snelle innovatiecycli, hoge kapitaaluitgaven en geschoolde arbeid. KETs zijn een belangrijke bron van innovatie. Naar schatting zal elke euro die op dit gebied in onderzoek en innovatie wordt gestoken, het tienvoudige opbrengen. De Commissie heeft de noodzaak voor een consistente benadering van de KETs onderkend in de nieuwe generatie van financiële programma s van de EU. Voor het volgende meerjarig financieel kader heeft de Commissie een meer gebalanceerde en efficiëntere verdeling van EU-middelen voor alle stadia van Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie van de KETs voorgesteld. Activiteiten die vallen onder Horizon 2020, het cohesiebeleid van de EU (structuurfondsen) en het beleid van de Europese Investeringsbank worden daarom aangepast en nauwlettend gecoördineerd zodat zij bijdragen aan de Europese KET-strategie. 3.1.2 Industriële Biotechnologie Industriële Biotechnologie omvat de toepassing van moderne biotechnologie voor de productie van chemische stoffen, materialen en energie. Zij steunt voornamelijk op twee grote pijlers, namelijk de biokatalyse (gebruik van enzymen om chemische reacties te katalyseren) en de fermentatietechnologie (gericht gebruik van nuttige microorganismen in industriële processen)(figuur 1). Industriële Biotechnologie is een multidisciplinaire Hernieuwbare grondstoffen Micro-organismen Fermentatie Figuur 1: Schematisch overzicht van de rol van Industriële Biotechnologie. 1 Intermediairen, bulk en fine chemicals, enzymen, biobrandstoffen Biokatalyse Bioconversie Enzymen Hernieuwbare grondstoffen Chemische intermediairen 12 Industriële Biotechnologie: een roadmap voor Vlaanderen 1 Haalbaarheidsstudie: Masterplan Industriële Biotechnologie voor Vlaanderen, Philippe Willems/Wesley Carpentier, December 2007

technologie die het geïntegreerd toepassen van wetenschappelijke disciplines zoals de biochemie, microbiologie, moleculaire genetica en procestechnologie omvat ter ontwikkeling van nuttige processen en producten. Zij is vandaag sterk in opmars en wordt toegepast binnen de domeinen van de chemie, voeding, gezondheidszorg en energievoorziening voor de productie van een heel breed gamma aan stoffen, zoals fijnchemicaliën, farmaceutische grondstoffen, kleurstoffen, geur- en smaakstoffen, solventen, bioplastics, vitamines, voedingsingrediënten en additieven en biobrandstoffen. 3.1.3 Bioeconomie en biogebaseerde economie Hoewel deze roadmap focust op de Industriële Biotechnologie zelf, wordt deze gekaderd binnen het grotere geheel van de biogebaseerde economie. De relatie tussen Industriële Biotechnologie, biogebaseerde economie en bioeconomie wordt verduidelijkt in figuur 2. De bioeconomie omvat het geheel van activiteiten en sectoren die biomassa produceren en gebruiken. De biogebaseerde economie omvat het gebruik van biomassa voor de productie van materialen en energie en vormt als dusdanig een onderdeel van de bioeconomie. De Industriële Biotechnologie is een sleuteltechnologie voor de biogebaseerde economie, en ligt aan de basis van de productie van heel wat biogebaseerde producten. De overlap tussen biogebaseerde economie en Industriële Biotechnologie is echter niet volledig: enerzijds vormt Industriële Biotechnologie meestal maar één van de vele stappen in de vervaardiging van biogebaseerde producten en bestaan er ook biogebaseerde processen die géén gebruik maken van Industriële Biotechnologie, anderzijds wordt Industriële Biotechnologie ook toegepast buiten de biogebaseerde economie, bijvoorbeeld in de voedingssector en in milieu-toepassingen. Figuur 2: Schematisch overzicht van de relatie tussen Bioeconomie, Biogebaseerde economie of BBE en Industriële Biotechnologie. Gebaseerd en aangepast op basis van het Mina-raad Advies Duurzaam gebruik van biomassa in een bioeconomie 2. 2 Mina-raad Advies Duurzaam gebruik van biomassa in een bio-economie, Feb 2013. Via http://www.minaraad.be/adviezen/2013/eigen-initiatief-biomassa 13

3.2 Beleidscontext De Key Enabling Technologies waaronder Industriële Biotechnologie vormen een hoeksteen van het innovatiebeleid zowel op Europees als op Vlaams niveau. Europese innovatie-ondersteunende activiteiten zoals Horizon 2020, de structuurfondsen en het beleid van de Europese Investeringsbank zullen moeten bijdragen aan de Europese KET-strategie. Ook de Slimme Specialisatie strategie voor Vlaanderen zal geënt zijn op de KETs. Naast het initiatief rond de KETs, is er heel wat wetgeving en beleid dat raakt aan het domein van de Industriële Biotechnologie en de biogebaseerde economie, en dit zowel op het Vlaamse, het Belgische als het Europese niveau. Dit gaat niet enkel over onderzoek en innovatie, maar ook over industrieel beleid, milieu, grondstoffenefficiëntie, klimaat en productbeleid. In deze roadmap beperken we ons tot het opsommen van de belangrijkste relevante beleidsinitiatieven. Visie, strategie en aanzet tot actieplan van de Vlaamse overheid voor een duurzame en competitieve bioeconomie in 2030 3 Deze publicatie die de Vlaamse visie en strategie bevat voor een Vlaamse bioeconomie, werd goedgekeurd door de Vlaamse regering op 19 juli 2013. Een duurzame bioeconomie waarin innovatie centraal staat, biedt enorme mogelijkheden voor onder andere het verder uitbouwen van een kringloopeconomie, het optimale gebruik van grondstoffen en economische groei. Vlaanderen zet daarom in op een duurzame en competitieve bioeconomie, waarvan het belang in de toekomst alleen maar zal toenemen. Duurzaam Materialenbeheer 4 Duurzaam materialenbeheer is één van de dertien maatschappelijke uitdagingen binnen ViA en zou de hoeksteen moeten worden voor een groenere economie. Op 6 juni 2011 gingen 33 stakeholders het engagement aan om een gemeenschappelijk actieplan op te stellen, wat in 2012 is uitgemond in het Vlaams Materialenprogramma. Het plan moet tegen 2020 de basis leggen voor een economie waarin materialen in slim gesloten circuits draaien. Het actieplan bestaat uit 9 cruciale hefbomen waaronder Duurzame chemie en kunststoffen in een continue kringloop en de Biogebaseerde economie (BBE). Europese strategie voor de bioeconomie 5 In februari 2012 heeft de Europese Commissie een strategie en actieplan goedgekeurd om het gebruik van hernieuwbare hulpbronnen in onze economie te vergroten en deze op duurzamere wijze te benutten: Innovatie voor duurzame groei: een bioeconomie voor Europa. De strategie en het actieplan voor een bioeconomie moeten de weg vrijmaken voor een meer innoverende, duurzame en competitieve maatschappij, die voedselzekerheid verzoent met het gebruik van hernieuwbare grondstoffen voor industriële doeleinden. Het actieplan berust op drie pijlers: de ontwikkeling van nieuwe technologieën en processen voor de bioeconomie, de ontwikkeling van markten en concurrentievermogen in de bioeconomische sectoren, en beleidsmakers en andere belanghebbenden stimuleren om nauwer samen te werken, over de industriële sectoren heen. Als onderdeel van de Europese strategie heeft de Commissie recentelijk de Europese Raad voor bioeconomie opgericht alsook het Europees bioeconomie observatorium. Europese strategie voor een grondstoffen-efficiënt Europa 6 Dit Europese flagship initiatief ondersteunt de transitie naar een grondstoffen-efficiënte en lagekoolstof economie om zo duurzame groei te bereiken. We moeten af van ons huidige patroon van grondstof-verbruik, en moeten onze grondstoffen-efficiëntie drastisch verbeteren om groei en jobs in Europa te verzekeren. Deze inspanningen zullen belangrijke economische opportuniteiten teweegbrengen, de productiviteit verbeteren, de kosten verlagen en de competitiviteit een boost geven. Deze strategie wil een lange-termijn kader 14 Industriële Biotechnologie: een roadmap voor Vlaanderen

aanbieden voor acties in verschillende beleidsdomeinen waaronder klimaatverandering, energie, tarnsport, industrie, grondstoffen, landbouw, visserij, biodiversiteit en regionale ontwikkeling. 3.3 Markt voor Industriële Biotechnologie 3.3.1 Stand van zaken en prognoses De klassieke Industriële Biotechnologie wordt reeds millennia lang gebruikt bij het maken van bv. brood, kaas, bier en wijn. Het is echter pas door de recente technologische vooruitgang en ons beter inzicht in cellulair metabolisme en genetica dat nieuwe opportuniteiten zich aanbieden. Moderne witte biotechnologie is een relatief nieuwe discipline, waarbij verschillende kennisdomeinen nog steeds verder ontwikkeld moeten worden. Er wordt dan ook een aanzienlijke groei verwacht in de komende jaren (gelijkaardig aan de trends die opgetekend werden voor de medische (rode) biotechnologie en de groene of plantenbiotechnologie), zoals vooropgesteld door verscheidene studies (Figuur 3). Figuur 3: Industriële Biotechnologie: de volgende S-curve in biotechnologie? 7 3 Bio-economie in Vlaanderen: Visie, strategie en aanzet tot actieplan van de Vlaamse overheid voor een duurzame en competitieve bioeconomie in 2030, Vlaamse Overheid. Via (http://www.vlaanderen.be/nl/publicaties/detail/bioeconomie-in-vlaanderen) 4 Meer info via http://www.vlaamsmaterialenprogramma.be 5 Innovating for Sustainable Growth: A Bioeconomy for Europe, {SWD(2012) 11 final} 6 A resource-efficient Europe Flagship initiative under the Europe 2020 Strategy, Brussels, 26.1.2011, COM(2011) 7 White Biotechnology, McKinsey & Company, Feb 2009 15

Het gebruik van biotechnologie voor de chemische productie is in de afgelopen tien jaar toegenomen en zal waarschijnlijk blijven toenemen, gedreven door de stijgende energiekosten, nieuwe chemische wetgeving en steeds strengere milieuregels. Volgens Festel Capital was de wereldwijde verkoop van chemicaliën (exclusief biobrandstoffen) gemaakt via biotechnologische processen in 2007 goed voor ongeveer 48 miljard euro of 3,5% van de totale chemische omzet. De voorspelling is dat dit tegen 2017 zal gestegen zijn tot ongeveer 340 miljard euro of 15,4% van de totale omzet in chemische industrie. Op basis van hun onderzoek waren de belangrijkste subsegmenten in 2007 cosmetica en actieve farmaceutische ingrediënten (API). Andere bronnen vertrekken van lichtjes andere veronderstellingen. Een meer recente studie door het Europese BIO-TIC consortium 8 bestudeerde de Europese chemische en biogebaseerde markt, met inclusie van biobrandstoffen en biogas. De actieve farmaceutische ingrediënten werden niet als dusdanig geïncludeerd, maar wel de specifieke via biotechnologie verkregen moleculaire bouwstenen voor deze API s. Deze afbakening benadert heel sterk deze van de voorliggende roadmap. Gebaseerd op beschikbare marktinformatie, schat het BIOTIC consortium de huidige (2013) EU-markt voor de IB sector in zijn geheel op 28 miljard euro. Verreweg het grootste productsegment is antibiotica, gevolgd door biogas en bioethanol (Figuur 4). Figuur 4: Waarde van de IB marktvraag in de EU 9 8 http://www.industrialbiotech-europe.eu/ 9 BIO-TIC Market Roadmap: Draft 2, 2013. Meer info via http://www.industrialbiotech-europe.eu/ 16 Industriële Biotechnologie: een roadmap voor Vlaanderen

Volgens de BIOTIC prognoses zal de IB markt in de EU uitgroeien van 28 miljard EUR in 2013 naar 41 miljard EUR in 2020, en naar 52 miljard euro in 2030 (Figuur 5). Deze ontwikkeling betekent een jaarlijkse samengestelde gemiddelde groei (CAGR) van 4% tussen 2010 en 2030. de ontwikkeling van nieuwe, efficiënte en kostcompetitieve processen die drop-in biogebaseerde producten produceren (dit zijn producten analoog aan hun conventionele tegenhanger die onmiddellijk via bestaande toepassingen op de markt kunnen worden gebracht) Figuur 5: Prognose voor de IB markt (miljard Euro) in de EU tot 2030 per productcategorie. 10 Wanneer de individuele productsegmenten worden bekeken, kan een onderscheid gemaakt worden in: twee grote en eerder stagnerende productsegmenten, namelijk antibiotica en biogas; twee sterk groeiende productgroepen, namelijk bioethanol en bioplastics/biopolymeren; verscheidene kleinere en stagnerende productsegmenten zoals biosolventen en vitaminen. Algemeen kunnen de volgende ontwikkelingen binnen de markt voor Industriële Biotechnologie verwacht worden voor de periode 2013-2023 11 : Vele van de huidige onderzoeksprojecten bereiken de demonstratie of zelfs eerste commerciële fase, waardoor de volgende 10 jaar cruciaal zullen zijn voor de validatie van biogebaseerde chemicaliën en geavanceerde biobrandstoffen. De markt wordt voornamelijk gedreven door Alhoewel belangrijke investeringen zullen blijven plaatsvinden in Europa en de VS, worden de volgende 10 jaar gekenmerkt door bestaande petrochemie bedrijven uit Azië (China, Thailand, Zuid-Korea en Maleisië), het Midden- Oosten en Latijns-Amerika die op deze wijze hun technologische capaciteiten willen ontwikkelen of diversifiëren. We zien ook een stijgend aantal partnerships en JV s, en de ontwikkeling van clusters voor een optimaal gebruik van grondstoffen, bijproducten en energie. Waar de productie van ethanol als brandstof vandaag voornamelijk door de wetgeving wordt gedreven, zien we de volgende 10 jaar een stijgend gebruik van ethanol voor de productie van ethyleen waarbij een duidelijke link ontstaat met de petrochemie. Biobutanol, geproduceerd uit lignocellulose, wordt belangrijk als biobrandstof en als solvent. Rubber kan worden geproduceerd uitgaande van biogebaseerd isopreen. 10 BIO-TIC Market Roadmap: Draft 2, 2013. Meer info via http://www.industrialbiotech-europe.eu/ 11 D. Carrez, persoonlijke mededeling; Smithers Rapra - The Future of Alliances and Partnerships in Industrial Biotechnology to 2023 (2013) 17

3.3.2 Drivers en belemmeringen In bovenstaande BIO-TIC studie werd in 8 landen gepeild naar de belangrijkste drivers voor de ontwikkeling van de Industriële Biotechnologiemarkt. Gemiddeld gezien beoordeelden de 138 bevraagden populatiegroei, milieubezorgdheden (klimaatverandering, CO 2 -uitstoot, toenemend belang van duurzaamheid), kansen voor de ontwikkeling van producten met nieuwe eigenschappen en de kostprijscompetitiviteit van de grondstoffen als evenredig belangrijke factoren hiervoor. In een online CINBIOS enquête die eind 2009 werd afgenomen antwoordden 250 personen, waarvan 51% vanuit het bedrijfsleven (evenredig verdeeld over chemie, agro-food, milieu, farmacie en (bio )energie) dat de belangrijkste interesses voor Industriële Biotechnologie lagen in de kansen die deze technologie biedt als bron voor nieuwe producten en/of intermediaire grondstoffen en de mogelijkheid van IB als alternatieve, duurzamere technologie voor de huidige processen. Een tweede enquête die in 2013 werd afgenomen door CINBIOS, dit maal in samenwerking met de Vlaamse overheid (EWI), peilde naar de belemmeringen die bedrijven ervaren als producent en/of potentiële afnemer van biogebaseerde producten. De belangrijkste elementen die hierbij naar boven kwamen waren gerelateerd aan een gepercipieerd gebrek aan Kennis over de biogebaseerde opportuniteiten en mogelijkheden Kennis over de juiste expertises in Vlaanderen, of de juiste business partners Risicokapitaal voor het lanceren van nieuwe initiatieven Daarnaast stipten de 82 respondenten uit de industrie een aantal beleidsgerelateerde belemmeringen op: Een gebrek aan financiële stimuli voor demonstratiefase-onderzoek Een gebrek aan een duidelijke langetermijnvisie in het beleid De noodzaak aan coherentie in het beleid dat een level playing field moet bieden voor alle biogebaseerde producten. Een laatste categorie van moeilijkheden die bedrijven ervaren had te maken met de kostprijs van biogebaseerde grondstoffen, de relatief beperkte interesse van de consumenten voor biogebaseerde producten en de hieruit voortvloeiende beperkte meerprijs die producenten kunnen vragen voor hun -duurdere- producten en tenslotte het ontbreken van financiële stimuli voor de marktintroductie van biogebaseerde producten. 3.3.3 Economische impact voor Vlaanderen In de Haalbaarheidsstudie Industriële Biotechnologie (2008) werd een analyse gemaakt van de Vlaamse biotechnologische industrie. Deze analyse onderscheidde drie categorieën van bedrijven, zijnde 1) de bedrijven die biotechnologie als kernactiviteit hebben waaronder producenten van enzymen, gisten en fermentatieproducten zoals citroenzuur en bioethanol 2) de gebruikers van Industriële Biotechnologie (voornamelijk enzymen) zoals de zetmeelbedrijven (glucoseproducenten), pulp & papierbedrijven, bepaalde chemische bedrijven, de mengvoeder industrie, detergent producenten en 3) de traditionele biotechnologische bedrijven met hierbij als belangrijkste de brouwerijen, bepaalde zuivelbedrijven, industriële bakkerijen en azijnzuurproducenten. In totaal gaat het om een sector die meer dan 3,3 miljard omzet genereert en meer dan 10.000 jobs vertegenwoordigt. Een meer recente studie in opdracht van de Vlaamse regering 12 analyseerde de status van de biogebaseerde economie (BBE) in Vlaanderen. Dit is een bredere noemer dan het domein van de Industriële Biotechnologie die het onderwerp vormt van deze studie maar houdt er wel nauw verband mee (zie ook paragraaf 3.1.3). Bij het doorrekenen naar economische impact 12 Duurzaam gebruik van en waardecreatie uit hernieuwbare grondstoffen voor de biogebaseerde industriële productie zoals biomaterialen en groene chemicaliën in Vlaanderen; Opties en aanbevelingen voor een geïntegreerd economisch en innovatiebeleid, in coherentie met andere beleidsdomeinen en EU regio s. Oktober 2012. Departement EWI, Vlaamse Overheid. 18 Industriële Biotechnologie: een roadmap voor Vlaanderen

(bruto marge) en tewerkstelling van de biogebaseerde economie, bleek dat tot 1,5% van de totale Vlaamse brutomarge en 0,8% van de totale Vlaamse tewerkstelling gegenereerd wordt door de BBE. Vergelijken we enkel met de industriële sectoren, dan neemt de BBE tot 9% in van de brutomarge van de industrie in Vlaanderen en 5,7% van de tewerkstelling in de Vlaamse industrie. Bijna de helft van de brutomarge uit de BBE komt op conto van de chemische en verpakkingsindustrie. Ten opzichte van 2008 steeg de Vlaamse biogebaseerde economie wat betreft bruto marge met 12% terwijl de Vlaamse industrie er op achteruit ging met 6%. De tewerkstelling in de Vlaamse BBE daalde met 1% in de periode 2008-2010, maar in de Vlaamse industrie daalde de tewerkstelling met 10%. Hieruit is af te leiden dan de BBE een groeiende markt is die gespaard bleef van de crisis, waar de totale Vlaamse industrie duidelijk wel mee af te rekenen had. Hierbij maakten de auteurs de kanttekening dat hun berekening enkel de pure biogebaseerde economie weergeeft. De productie van de basis(landbouw)grondstoffen en de betrokken landbouwers zaten hier niet in vervat. Ook de verdere verkoop of verwerking van afgewerkte producten werd niet berekend. De auteurs gingen er dan ook van uit dat de BBE nog een hefboomeffect teweeg kan brengen op de rest van de Vlaamse economie. 3.4 Patentanalyse Parellel met deze roadmap studie werd een patentanalyse uitgevoerd door ECOOM voor de verschillende KETs. ECOOM is het expertisecentrum voor O&O-monitoring van de KULeuven. Zij beschikken over toegang tot de PATSTAT databank, die geavanceerde statistische analyses van octrooidatabanken toelaat. Hoewel patentanalyses een aantal inherente beperkingen hebben, kunnen er toch een aantal interessante conclusies getrokken worden voor het domein van de Industriële Biotechnologie. Hieronder volgt een korte samenvatting van de werkwijze en de conclusies. De volledige analyse is beschikbaar in Bijlage 1. 3.4.1 Werkwijze De gebruikte domeinafbakening voor Industriële Biotechnologie is gebaseerd op een gecombineerde aanpak, waarbij de afbakening uit een voorgaande Europese studie, ontwikkeld door Idea, aangepast en aangevuld werd met input van het KET-IB team. De indeling van patentdatabanken volgens IPC-klassen gebeurt veelal volgens sectoren en/of productcategorieën, en leent zich daarom moeilijk tot een selectie van relevante klassen voor Industriële Biotechnologie, wat een enabling technologie is binnen veel sectoren en voor veel productcategorieën, maar die niet steeds één op één te matchen is met een specifieke IPC-klasse. Na een grondige analyse van de resultaten werden in een iteratief proces de IPCdomeinen steeds verder verfijnd en gereduceerd totdat een dataset werd verkregen die nog louter patenten bevatte met een hoge relevantie voor het domein van de Industriële Biotechnologie. Alle tellingen zijn uitgevoerd op jaarbasis, voor prioriteitsjaren tussen 2000 en 2009. Voor de dynamische indicatoren werd een opdeling voorzien in twee tijdsperioden: 2000-2004 en 2005-2009. Een tweede beperking is dus dat er geen rekening kan gehouden worden met de ontwikkelingen tijdens de laatste vijf jaren, waardoor we geen zicht hebben op de recente ontwikkelingen. Daarnaast gebeurt de geografische dekking op basis van aanvragersadressen in Vlaanderen, terwijl niet alle patenten voor in Vlaanderen ontwikkelde activiteiten ook effectief in Vlaanderen worden ingediend. De volgende basisindicatoren werden berekend (zie Bijlage 1): 1. Octrooivolumes: Absolute aantallen octrooifamilies, per jaar voor de betreffende periode. 2. Domeinaandeel: Aandeel aan octrooien in het domein Industriële Biotechnologie in de totale Belgische en Vlaamse octrooiportefeuille. 3. Marktaandeel: Aandeel van Belgische / Vlaam- 19

se Industriële Biotechnologie-octrooien in globale octrooivolumes. 4. Specialisatie: RTA (Relative Technological Advantage) in Industriële Biotechnologie voor België en Vlaanderen t.o.v. de wereld 5. Specialisatie: RTA (Relative Technological Advantage) in Industriële Biotechnologie voor België en Vlaanderen t.o.v. EU-15 6. Mid-term dynamieken: Evolutie in octrooivolumes tussen periode 2000-2004 en 2005-2009. 3.4.2 Conclusies De octrooivolumes voor Industriële Biotechnologie in Vlaanderen en België vertonen een relatief onstabiele trend, waarbij periodes van groei en daling elkaar afwisselen over de beschouwde periode. Het aandeel van België in de EU-15 octrooiportefeuille in Industriële Biotechnologie bedraagt ongeveer 4%. Het aandeel van Vlaanderen binnen België bedraagt gemiddeld 63%. In het totaal werden over de beschouwde periode (2000-2009) 310 EPO octrooifamilies aangevraagd in Vlaanderen. Net als de volumes vertonen de domeinaandelen van Industriële Biotechnologie voor Vlaanderen (gemiddeld 4,6%) en België (gemiddeld 4,5%) een relatief onstabiele trend. Over de hele periode beschouwd is een lichte daling merkbaar, al zijn de Vlaamse en Belgische domeinaandelen consistent hoger dan het Europese domeinaandeel. Ongeveer 1% van de wereldwijde octrooien in Industriële Biotechnologie is afkomstig uit Vlaanderen. Het marktaandeel voor België is 2%. Het Europese marktaandeel in Industriële Biotechnologie is gemiddeld 38%. De aandelen van Vlaanderen in de Europese Industriële Biotechnologie octrooien bedraagt gemiddeld 2,7%. Er is een aanzienlijke specialisatie voor België en Vlaanderen in het domein van de Industriële Biotechnologie, zowel in vergelijking met de rest van de wereld als in vergelijking met de EU-15. Hoewel op korte termijn afwisselende schommelingen zichtbaar zijn, lijkt de specialisatiegraad eerder stabiel te blijven wanneer we de volledige periode beschouwen. De trends voor Vlaanderen en België zijn gelijkaardig, maar de specialisatiegraad voor Vlaanderen ligt net iets hoger dan die voor heel België. Europa blijkt doorheen de beschouwde periode eerder ondergespecialiseerd te zijn in het domein van de industriële biotechnologie ten opzichte van de andere KETS. Er is geen mid-term groeidynamiek voor Industriële Biotechnologie octrooien in Vlaanderen en België: zowel een duidelijke groei als een duidelijke afname ontbreken. 20 Industriële Biotechnologie: een roadmap voor Vlaanderen