Energetisch verbeteren van monumenten



Vergelijkbare documenten
Algemeen: door het toepassen van gevelisolatie is dan ook veel energie te besparen.

Algemeen: door het toepassen van gevelisolatie is dan ook veel energie te besparen.

ISOLEER UW HUIS BINNEN 1 DAG EN BESPAAR TOT 30% ENERGIE!

Hoe kan ik energie besparen? De Woningstichting helpt u!

4 Energiebesparingsadvies

ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN

Isolatie. Technische achtergrond 5 november Wouter van den Acker PKW

3 Energiegebruik huidige situatie

Technische tip: FERMACELL Vlieringvloerelement. FERMACELL Vlieringvloerelement. De meest efficiënte methode om energie te besparen

Zolder isoleren? Doe het met isoeasy Pro. isoeasy Pro

Alles over verbouwen en renoveren!

DIERBAAR IS DUURZAAM 5/6/2013 INHOUD ENERGIEBESPARING IN HOF VAN DELFT BIJ VOOROORLOGSE WONINGEN. Ilse Rijneveld

Zelf je zolder isoleren? Doe het met isoeasy

Bij deze isolatietechniek wordt de isolatie aan de buitenzijde van de gevelmuren geplaatst. Op deze isolatie wordt een nieuwe afwerking geplaatst.

Bespaar op energie én uw woonlasten samen met Woonpartners

Zolder isoleren? Doe het met isoeasy Pro

Testimonial. Montessorischool - Amsterdam

Het energiebeleid van Habeko wonen Martin Bogerd directeur bestuurder.

Zolder isoleren? Doe het met isoeasy Pro

Spouwmuurisolatie. Tips spouwmuurisolatie

VvE en isolatie. Rotterdam, 14 maart 2019 Frank Spruit

Het isolatiemateriaal voor nieuwbouw en renovatie. *Houtskeletbouw

Hoe verduurzaam ik mijn monument?

VvE en isolatie. Rotterdam, 5 oktober 2017 Frank Spruit

Goed Voorbeelden boekje

INDIVIDUELE TAAK OPLEIDINSONDERDEEL CONSTRUCTIES 1. JULIE VANDENBULCKE MAK 1 E Aannemer: Luc Vandermeulen

Het isolatiemateriaal voor nieuwbouw en renovatie. Gevel. isolatie

ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN

DUURZAAM RENOVEREN CASE STUDY: - PROJECT IN MELDERT - PROJECT IN LUMMEN.

2. Spouw- en vloerisolatie nader toegelicht

Wat zijn de mogelijkheden?

Goed Voorbeelden boekje

Slimme keuzes voor woningconcepten met warmtepompen

DUURZAAM BOUW & WOONCONCEPT FAB5+ BOUWEN MET FAB5+

VvE s met Energie. Onderzoek VvE Schiezicht 10 april 2014 Wouter van den Acker PKW

Inspectie rapport. Opname rapport Bosrand 16 Dwingeloo. Ing. B. Wortelboer

Isoleren van monumenten Voorkom vochtproblemen

Zelf je zolder isoleren? Doe het met isoeasy

Rapportage Energiebesparingsverkenner

Gevelisolatie In 5 stappen

u kunt er niet omheen

Bouwbesluit en Passief Bouwen

Vloer- en bodemisolatie

Duurzaam bouwen is innovatief denken... slim clubhuis.nl

co z Bouwhistorisch onderzoek

Na-isoleren. Isoleren v003 zonder

Bijlage I Investeringen en energielasten Energiesprong woningbouw Maria van Bourgondiëlaan te Eindhoven. 1 Inleiding

Constructie BZL ENEMAN BENJAMIN

Betere energieprestaties met Nuon Stadswarmte. Kansen voor woningcorporaties, vastgoedeigenaren en projectontwikkelaars

Subsidieregeling energiezuinige woningen. Besparen op uw energiekosten?

ALLES OVER DAKISOLATIE

Gevelisolatie in vijf stappen

Duurzaam erfgoed. Energiebesparing bij Monumenten en panden in Beschermde stadsgezichten

Schothorst Amersfoort

Verhoog uw comfort en bespaar op uw energiefactuur

gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Berkelland 2018;

Hanneke Masselink-Duits Beleidsadviseur Cultureel Erfgoed Gemeente Hilversum

C (zie toelichting in bijlage)

Na-isolatie, Yello-by-ISOVER Maximaal rendement met minimale inspanningen.

Energiebesparende maatregelen

Kennissessie: CO 2 neutraal het echte verhaal

PDFlib PLOP: PDF Linearization, Optimization, Protection. Page inserted by evaluation version

Checklist. Dakisolatie. In deze checklist staan tips en aandachtspunten voor als je het dak van je huis wilt isoleren.

MIMI Testimonial. Wonen Limburg - Roermond

Na-isolatie, Yello-by-ISOVER Maximaal rendement met minimale inspanningen.

ADVIES ENERGIECONCEPT BUREAU NIEMAN KLUSWONINGEN CAPADOSESTRAAT 9-11 DEN HAAG

Na-isolatie, Yello-by-Isover Maximaal rendement met minimale inspanningen.

Isolatie. Bedrijven realiseren forse Energiewinst met Isolatie. Heel simpel.

Programma. 1. Welkom 2. Introductie wijkaanpak; 3. Belangrijkste resultaten maatwerkadviezen; 4. Samen aan de slag; 5. Informatieronden; 6.

Alkreflex 2L-2. In de spouw. innovation in insulation. Algemeen. Verwerking / bestekomschrijving

Meerlaagse, dunne, reflecterende isolatie conform NEN 1068 Mét erkende accreditatie

De meeste winst is te behalen door de werkelijke -waarde van een detail in te voeren. Deze waarde kan worden berekend door het detail geschematiseerd

Na-isolatie, spouwmuur met ISOVER Maximaal rendement met minimale inspanningen.

ISOLATIE. En als u zou kiezen voor Aluthermo isolatie? Efficiënt. Dun. Eenvoudig te plaatsen. R = 4,75 m².k/w met 12 cm glaswol (λ 0,032)

Eenvoudig isoleren met de juiste isolatie voor uw klus. Energie A B C D E F. Zuinig. Onzuinig

energiebesparing bestaande bouw Harderwijk 26 mei 2015

WOONLASTEN Zijn de maandlasten voor huur + energie in een Passiefhuis lager dan in een normale woning? 4

DUURZAAM BOUWEN IN PLAN DRENKELING

Rijksoverheid. Veel besparingsmogelijkheden t/m t/m 100. Dubbel glas. Dubbel glas. Niet extra geïsoleerd. Niet van toepassing. Nee.

Via onze website worden tal van vragen over uiteenlopende monumentenzaken gesteld. Bewoond Bewaard weet vaak het antwoord.

Startadvies Energiebesparing

Energie besparen is easy

SCHIPHOL HOTEL BADHOEVEDORP

PUR / PIR THERMISCHE ISOLATIE

Energielabel voor woningen

Overzicht terugverdientijden

Isolatie. Technische achtergrond 10 november Wouter van den Acker PKW

Passief Bouwen in de praktijk

Groepsaankoop Spouwmuurisolatie

verbindt consument met bedrijf

Woningen De Naald Bouwjaar rond 1920

VERDUURZAMEN VAN MONUMENTEN

EPC 0,8: Over welke woningen en installatieconcepten hebben we het?,

Energieverspilling is zinloos

Taak constructies. Architecten en ingenieurs: Goossens & Partners. Dries de Burggrave. 1MAK a

Het hoogste rendement per m²

Opzetten van een Thermisch Rekenmodel

3. Spouw en vloerisola2e nader toegelicht

Gefeliciteerd met uw vernieuwde woning!

Samen investeren in energiebesparing en duurzaamheid. Energiebesparende maatregelen. informatie. Kenmerken van project Het Oude Ambacht

Transcriptie:

Energetisch verbeteren van monumenten Concept 1.0 5 augustus 2010 Opgesteld door Mandy Eijsink Student Bouwtechnische bedrijfskunde mandyeijsink@hotmail.com

Voorwoord Voor u ligt het afstudeerverslag over het energetisch verbeteren van monumenten. In de tijd waarin energie neutraal wonen steeds belangrijker wordt kunnen de monumenten niet achter blijven. Gezien het feit dat bij monumenten andere eisen gelden is de energetische verbetering niet eenvoudig. De aanpassingen die gedaan kunnen worden zijn vaak beperkt. Omdat vanuit de praktijk niet duidelijk was welke aanpassingen goed zijn toe te passen is hier onderzoek naar gedaan. Het onderzoek heeft zich gefocust op monumentale boerderijen en er is gekeken naar aanpassingen op bouwkundig gebied. Waarom is er voor deze aanpassingen gekozen, wat zijn de ervaringen van de gebruiker en de bouwer, hoe is de Rc-waarde van de constructie, wat zijn de kosten, welke producteigenschappen heeft het toegepaste isolatie materiaal. Deze vragen zijn gesteld tegenover drie cases. De antwoorden hierop zijn uitgewerkt in een keuzemodel. Met behulp van het keuzemodel is er voor bewoners van monumentale boerderijen die energetisch willen verbeteren, de aannemer of architect een mogelijkheid verschillende oplossingen tegenover elkaar af te wegen. Hierin is het mogelijk te kijken welke factoren voor hen doorslaggevend zijn. Het keuzemodel zal in de toekomst door meerdere onderzoeken aangevuld moeten worden met meerdere oplossingen uit nieuwe cases. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Stichting Pioneering met hulp van Wichers Bouw uit Harfsen. Graag wil ik bedanken; B. van der Veen (Stichting Pioneering), D. Wichers (Wichers Bouw), J. Tabak (Saxion Hogeschool Enschede), de bewoners van de cases en ieder ander die mij geholpen heeft gedurende dit onderzoek. 2

Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1: Inleiding... 7 1.1 Probleemstelling... 7 1.2 Doelstelling... 7 1.3 Vraagstelling... 7 1.4 Onderzoeksvragen... 8 1.5 Opbouw... 8 1.6 Afbakening... 8 1.7 Begrippenlijst... 8 Hoofdstuk 2: Monumentale renovatie... 9 2.1 Inleiding... 9 2.2 Een monument... 9 2.2.1 Soorten monumenten... 9 2.2.2 De bescherming... 10 2.2.3 Monumentenwet... 10 2.2.4 Monumentenvergunning... 10 2.3 Toename van renovatieprojecten... 11 2.4 Waarom renoveren/restaureren... 11 2.5 Samenvatting Hoofdstuk 2... 12 Hoofdstuk 3: Energetische prestaties... 13 3.1 Inleiding... 13 3.2 Trias Energetica... 13 3.3 Energetische prestaties... 13 3.3.1 Energie prestatie coëfficiënt (EPC)... 14 3.3.2 Energie prestatie norm (EPN)... 15 3.3.3 Energie Index... 15 3.3.4 Energie label... 15 3.4 Samenvatting Hoofdstuk 3... 16 Hoofdstuk 4: De constructie van boerderijen... 17 4.1 Inleiding... 17 4.2 De constructie... 17 4.3 Isoleren... 18 4.4 Samenvatting hoofdstuk 4... 19 Hoofdstuk 5. Cases... 20 5.1 Inleiding... 20 5.2 Case 1: Boerderij in Lettele... 20 5.2.1 Omschrijving van de Case... 20 5.2.2 De bouwkundige oplossingen... 20 5.2.3 Details... 21 5.2.4 Ervaringen van de gebruiker/bewoner (opdrachtgever)... 22 3

5.2.5 Ervaring van de uitvoering... 22 5.2.6 Product informatie... 22 5.2.7 Warmte weerstand constructie... 23 5.2.8 Kosten... 23 5.3 Case 2:Boerderij Diepenheim (Rijksmonument)... 25 5.3.1 Omschrijving van de Case... 25 5.3.2 De bouwkundige oplossingen... 25 5.3.3 Details... 25 5.3.4 Ervaringen van de gebruiker/bewoner (opdrachtgever)... 26 5.3.5 Ervaring van de uitvoering... 26 5.3.6 Product informatie... 26 5.3.7 Warmte weerstand constructie... 27 5.3.8 Kosten... 27 5.4 Case 3: Boerderij Egede (Rijksmonument)... 29 5.4.1 Omschrijving van de Case... 29 5.4.2 De bouwkundige oplossingen... 29 5.4.3 Details... 29 5.4.4 Ervaringen van de gebruiker/bewoner (opdrachtgever)... 30 5.4.5 Ervaring van de uitvoering... 30 5.4.6 Product informatie... 31 5.4.7 Warmte weerstand constructie... 31 5.4.8 Kosten... 32 5.5 Samenvatting hoofdstuk 5... 32 Case 1:... 32 Case 2:... 33 Case 3:... 34 Hoofdstuk 6. Meetmodel... 35 6.1 Inleiding... 35 6.2 Het meetmodel... 35 6.3 Toelichting meetmodel... 36 6.4 Werking meetmodel... 37 6.5 Gegevens cases... 37 6.6 Samenvatting Hoofdstuk 6... 40 Hoofdstuk 7. Keuzematrix... 41 Conclusies en aanbevelingen... 43 4

Samenvatting Het binnen de afstudeerperiode een keuzematrix te ontwikkelen voor de meest geschikte bouwkundige oplossing ten behoeve van het verbeteren van de energetische prestaties van monumentale boerderijen, waarbij wordt uitgegaan van de aanwezigheid van een lage temperatuur verwarming. Is het doel van het onderzoek dat voor u ligt. Dit doel zal beantwoord worden met behulp van de vraagstelling. Wat zijn de meest geschikte bouwkundige oplossingen met betrekking tot het verbeteren van de energetische prestaties bij de renovatie/restauratie van monumentale boerderijen? Er zijn 55.000 monumenten in Nederland, waarvan 6491 boerderijen. Wanneer een monument gerestaureerd, gesloopt of verbouwd wordt is er een monumentenvergunning vereist. Alles over een monumentenvergunning is te vinden in de monumentenwet 1988. In de monumentenwet staat ook geregeld hoe gebouwde of archeologische monumenten aangewezen kunnen worden als wettelijk beschermd monument. De renovatiemarkt ondergaat een verwachte stijging van 58%. Met betrekking tot boerderijen heeft dit onder andere te maken met de stijgende energieprijzen, de kredietcrisis en verandering van functie. De stijgende energieprijs heeft tot gevolg dat de energetische prestaties van panden verbeterd moeten worden. Onder het verbeteren van energetische prestaties kan tevens het energiezuiniger maken van het gebouw worden verstaan. Om te voldoen aan de actuele EPC (energie prestatie coëfficiënt) eis van 0,8 is een optimale mix aan isolatie en installatie maatregelen noodzakelijk. De EPC is een index die de energetische prestatie van een woning uitdrukt. Het verbeteren van de energetische prestaties van bestaande woningen levert niet alleen een besparing op van energie en dus woonlasten, maar ook een besparing van de CO2 uitstoot. Het maakt bewoners minder afhankelijk van de schommeling in energieprijzen. EPN is een instrument om het energiegebruik te verminderen en toepassing van duurzame energie te stimuleren. De uitkomst van de EPN berekening is EPC. De energie index is een indicator van de energieprestatie van een woning of gebouw, deze bepaald in welke energielabelklasse een gebouw valt. De mogelijkheden voor het verbeteren van energetische prestaties zijn beperkt en grotendeels afhankelijk van de constructie. Kennis hiervan is dus van belang. Belangrijk bij het aanbrengen van na-isolatie is dat de bestaande constructie goed geventileerd wordt. Dit om onder andere rot en schimmelvorming te voorkomen. Om tot een keuzematrix te komen zijn er verschillende cases bekeken, dit zijn bestaande al gerenoveerde boerderijen. Van deze boerderijen zijn de bewoners en uitvoering geïnterviewd, is er productinformatie verzameld, een Rc-waarde berekening uitgevoerd en zijn de kosten voor de oplossingen berekend. Over het algemeen gezien vinden de bewoners van elke case de boerderij goed warm te maken en houden. De bewoners van case 3 vernemen soms dat het tocht, dit gezien de oude ramen en deuren. Ter isolatie van de vloer is bij elke case dezelfde oplossing toegepast alleen met verschillende isolatie diktes. De geveloplossing is per case wel verschillend, er zijn in 2 gevallen spouwmuren gemaakt met in het eerste geval 90mm steenwol vulling met een binnenmuur van snelbouwstenen, in het tweede geval 50mm glaswol vulling met een klampmuur (muur stenen op korte kant gemetseld 65mm dik) binnenmuur. De derde case heeft een voorzetwand als geveloplossing de voorzetwand is geïsoleerd met behulp van glaswol isolatie 100mm en afgewerkt 5

met een gipsvezelplaat. De dakoplossing is in alle gevallen anders gedaan, in het eerste geval zijn er dakplaten met minerale wol vulling geplaatst totaal 214mm dik. Hier is voor gekozen gezien de brandveiligheid van dit product. In het tweede geval is er Actis Triso Super 9+ geplaatst dit is een dunne isolatie vorm met een hoge R-waarde die makkelijk toe te passen is. In geval drie is er steenwol isolatie onder de kap geplaatst tussen de sporen. Gezien dit in de uitvoering niet goed vastgezet is, is dit gaan zakken waardoor rietrot is ontstaan, tip van de uitvoering goed vastzetten. Het model is opgesteld aan de hand van de drie P s, People, Planet en Profit. Aan de hand van de drie P s kunnen er verschillende criteria onder geplaatst worden. Deze verschillende criteria worden getoetst door gesprekken met bewoners en uitvoering, door productinformatie, Rc-waarde berekening en de kosten berekening. De uitkomsten van dit onderzoek worden beoordeeld en zo onder de betreffende P in een matrix verwerkt. Er wordt geen factor aan de criteria gekoppeld omdat per bewoner, aannemer of architect kan verschillen waar men meer waarde aan hecht. In de matrix zijn de toegepaste oplossingen van de cases ingevuld en deze zijn met behulp van de drie P s op verschillende criteria beoordeeld. In sommige gevallen is dit gedaan met behulp van het + en systeem en in andere gevallen is aangegeven of het criterium wel of niet van toepassing is. Omdat elke bewoner, aannemer of architect waarde hecht aan andere criteria is er geen beste oplossing. Belangrijk is dat er een afweging wordt gemaakt welke criteria wij belangrijk vinden en welke oplossing past dan het beste bij ons. Gezien er gedurende dit onderzoek maar drie cases zijn onderzocht is de oplossingskeuze niet erg groot. Het betekend dan ook niet dat de mogelijkheden die genoemd zijn de enige zijn. Te concluderen is dat steeds meer gerenoveerd wordt. Door regelgeving is dit bij boerderijen soms moeilijk. Doordat er zoveel verschillende vormen mogelijk zijn ontstond de vraag naar een matrix. Een matrix zoals uit dit onderzoek gekomen, kan een goede begeleiding zijn bij de keuze van een oplossing waarbij de energetische prestaties van een boerderij verbeterd worden. Wel dienen er in de toekomst meerdere oplossingen toegevoegd te worden. Aanbevolen wordt dan ook meerdere onderzoeken te doen naar verschillende toe te passen oplossingen en deze in de matrix of indien mogelijk een soort database te voegen. De matrix is namelijk oncompleet als niet alle mogelijkheden hierin verwerkt staan. Ten plaatse van de vloeroplossing is maar één oplossing weergegeven met verschillende isolatie diktes. Dit omdat er in de onderzochte cases geen andere vorm van vloeroplossing voor kwam. Er zijn verschillende andere vloeroplossingen mogelijk, bijvoorbeeld schuimbeton. Dit is een beton met een isolerende werking 6

Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Probleemstelling Vanuit de praktijk wordt opgemerkt dat er de laatste jaren steeds vaker voor gekozen wordt monumenten te laten voldoen aan hogere energetische prestaties. Om dit te kunnen realiseren zijn er veel aanpassingen en vernieuwingen op dit gebied gaande. Dit heeft er in de loop der jaren voor gezorgd dat een groot scala aan producten is ontstaan. Energiebesparende maatregelen kunnen bij onjuiste uitvoering echter onherroepelijk leiden tot een versnelde ondergang van de historische constructie en daardoor tot verlies van het monument zorgen 1. Daarom is het belangrijk dat de aannemer/ontwerper weet welke oplossing het meest geschikt is bij het soort monument. Het is vaak onduidelijk waarom bepaalde oplossingen toegepast worden bij de renovatie van monumenten. Er kan bijvoorbeeld niet aangegeven worden waarom de ene oplossing beter is dan de ander. Vanuit de praktijk wordt opgemerkt dat steeds meer opdrachtgevers zelf op het internet onderzoek doen naar soorten oplossingen. Door de grote hoeveelheden oplossingen die aangeboden worden lijdt dit bij opdrachtgevers tot verwarring en een onjuist beeld. Het geeft een onprofessionele indruk wanneer de aannemer/ontwerper niet kan beargumenteren waarom een oplossing gekozen is. 1.2 Doelstelling Het doel van deze opdracht is binnen de afstudeerperiode een keuzematrix te ontwikkelen voor de meest geschikte bouwkundige oplossing ten behoeve van het verbeteren van de energetische prestaties van monumentale boerderijen, waarbij wordt uitgegaan van de aanwezigheid van een lage temperatuur verwarming. 1.3 Vraagstelling Wat zijn de meest geschikte bouwkundige oplossingen met betrekking tot het verbeteren van de energetische prestaties bij de renovatie/restauratie van monumentale boerderijen? 1 Bron: Rijksdienst voor monumenten 2001, restauratie en beheer 7

1.4 Onderzoeksvragen Wat zijn monumentale boerderijen? Wat zijn energetische prestaties? Waarom wordt er gerenoveerd / restaureert? Welke oplossingen zijn bij verschillende cases toegepast? Waarop is de keuze van deze oplossingen toen gebaseerd? Hoe is de bouwkundige ervaring met het toepassen van deze oplossingen? Hoe zijn de ervaringen na de renovatie/restauratie, tijdens gebruik? Hoe kunnen de juiste beoordelingscriteria geformuleerd of gekozen worden? Wat voor een keuze schema zou toegepast kunnen worden? 1.5 Opbouw In dit onderzoeksverslag zal eerst kort toegelicht worden wat een monument is en wat het inhoud een monument te bezitten dit wordt gedaan in hoofdstuk 2. In dit hoofdstuk wordt tevens de reden van renoveren toegelicht, dit is onder andere om de energetische prestaties van het gebouw te verbeteren. In hoofdstuk 3 zal worden toegelicht wat energetische prestaties zijn. In hoofdstuk 4 wordt de meest voorkomende basis constructie van boerderijen weergegeven. In hoofdstuk 5 worden de verschillende cases toegelicht. In dit hoofdstuk is de ervaring van bewoner en uitvoering, productinformatie, Rc-waarde van de oplossingen en de kosten meegenomen. In hoofdstuk 6 zal het meetmodel worden toegelicht. Gekozen is voor een meetmodel op basis van de 3 P s. In hoofdstuk 7 wordt de keuzematrix weergegeven en toegelicht. Tenslotte staan in hoofdstuk 8 de conclusies en aanbevelingen. 1.6 Afbakening Er zal onderzoek worden gedaan naar monumentale boerderijen en niet naar alle monumenten omdat het onderwerp dan te breed wordt en hierdoor het onderzoek niet doelgericht meer is. Dit onderzoek zal zich met betrekking tot het energetisch verbeteren van monumenten richten op de bouwkundige aspecten. Dit betekend dat er met betrekking tot verschillende installaties geen rekening wordt gehouden. 1.7 Begrippenlijst Renovatie Vernieuwen met nieuwe materialen. Restauratie Opknappen met wanneer mogelijk oude materialen. Monument Een onroerend goed dat door de cultuurhistorische waarde, schoonheid of wetenschappelijke betekenis van nationaal belang is. Epn Energie prestatie norm. Epc - Energie prestatie coëfficiënt. Energielabel Een label voor bijvoorbeeld woning die aangeeft hoe zuinig de woning is. 8

Hoofdstuk 2: Monumentale renovatie 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk zal worden toelicht wat monumenten zijn, wat het inhoudt om een monument te bezitten en hoe het in z n werk gaat met vergunningen. Tevens worden verschillende redenen van renoveren genoemd. Er wordt steeds meer gerenoveerd, wat is hier de oorzaak van. Een oorzaak hiervan is onder andere de stijgende energie kosten. De energetische prestaties verbeteren helpt om de energiekosten te minderen. Wat energetische prestaties zijn wordt toegelicht in hoofdstuk 3. 2.2 Een monument 2 Onder andere boerderijen, fabrieksgebouwen, bunkers, bruggen, fonteinen en begraafplaatsen kunnen monumenten zijn. Een Rijksmonument kan niet roerend zijn, een oude bus of stoomschip kan, hoe waardevol en uniek ook, geen Rijksmonument zijn in de zin van de monumentenwet. Door de Rijksoverheid worden op dit moment meer dan 55.000 monumenten beschermd. Soort Monument Aantal Alle monumenten 55.000 Woonhuizen 33.111 Boerderijen 6.491 Kerkgebouwen 3.686 Molens 1.237 Kastelen en landhuizen 965 Openbare gebouwen 1.440 Verdedigingswerken 804 Archeologische monumenten 1400 2.2.1 Soorten monumenten Rijksmonument Een Rijksmonument is minstens 50 jaar oud en is door de cultuurhistorische waarde, schoonheid of wetenschappelijke betekenis van nationaal belang. Het pand wordt daarom door de Rijksoverheid beschermd met als doel de monumentale waarde ervan te behouden. De monumenten staan in het monumentenregister, deze ligt bij de Rijksdienst van Cultureel Erfgoed. Provinciale monumenten De provincies Noord-Holland en Drenthe kennen naast Rijks- en Gemeentelijke monumenten ook Provinciale monumenten. Panden, dijken, grenspalen en Gemeenteoverschrijdende objecten zijn opgenomen in een Provinciale monumentenlijst. De lijst is samengesteld door de Provinciale Staten en heeft twee verschillende functies: - Panden kunnen zo vanuit de Provincie beschermd worden. - De lijst dient als basis voor subsidie toezeggingen. Gemeentelijke monumenten Een Gemeente kan besluiten een bijzonder pand op de Gemeentelijke monumentenlijst te zetten. Dit gebeurt als een pand geen nationale betekenis heeft, maar wel van plaatselijk of regionaal belang is. De Gemeente legt haar monumentenbeleid vast in de Gemeentelijke monumentenverordening. 2 Bron: Meindert Stokroos (fotografie Jan Derwig), Alles wat je altijd al wilde weten over monumenten en bouwstijlen 9

2.2.2 De bescherming Over het algemeen wordt gedacht dat alleen gevels beschermd zijn. In principe is echter het hele gebouw beschermd. Belangrijk is dat een monument niet zomaar verbouwd, afgebroken of hersteld mag worden, daarvoor is toestemming nodig van de Gemeente. Monumenten veranderen echter voortdurend: ze worden in de loop de tijd steeds aangepast aan nieuwe gebruikseisen. 2.2.3 Monumentenwet 3 De wettelijke bescherming van onroerende rijksmonumenten en door het Rijk aangewezen stads- en dorpsgezichten is geregeld in de Monumentenwet 1988. Victor de Stuers (1843-1916) wordt gezien als de grondlegger van de georganiseerde monumentenzorg in Nederland. Onder zijn leiding werden de belangrijkste (gebouwde) monumenten geïnventariseerd. In 1961 werd de Monumentenwet van kracht. Deze werd in 1988 vervangen door de Monumentenwet 1988. De Monumentenwet 1988 heeft niet alleen betrekking op gebouwen en objecten, maar ook op stads en dorpsgezichten en archeologische monumenten boven en onder water. In de Monumentenwet 1988 is geregeld hoe gebouwde of archeologische monumenten aangewezen kunnen worden als wettelijk beschermd monument. Daarnaast geeft de Monumentenwet 1988 voorschriften met betrekking tot het wijzigen, verstoren, afbreken of verplaatsen van een beschermd monument. De Gemeente kreeg ook de taak om eigenaren en beheerders van monumenten te informeren en te begeleiden bij de bescherming van hun monument(en). 2.2.4 Monumentenvergunning 4 Voor restauratie, sloop, verbouwing of op een andere manier wijzigen van een beschermd Rijksmonument of beschermd stad- dorpsgezicht is een monumentenvergunning nodig. Die is voor alle gebouwde Rijksmonumenten aan te vragen bij de Gemeente. In een aantal gevallen vraagt de gemeente de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed om advies over vergunningaanvragen. Per 1 januari 2009 is de Monumentenwet 1988 gewijzigd onder meer op het punt van de beperking van de ministeriele adviesplicht bij aanvragen voor een monumentenvergunning. Dit betekend dat alle gemeenten sinds deze datum: - Bevoegd zijn te beslissen over aanvragen voor een monumentenvergunning - Een monumentenverordening moeten hebben - Over een onafhankelijke en deskundige monumentencommissie dienen te beschikken De Rijksdienst adviseert op grond van de wetswijziging nog maar in een beperkt aantal gevallen. In veel gevallen kan de gemeente volstaan met het advies van de gemeentelijke monumentencommissie. Daardoor is een onafhankelijk en deskundig advies van deze commissie van grotere betekenis geworden. 3 Bron: Rijksdienst voor cultureel erfgoed. 4 Bron: Rijksdienst voor cultureel erfgoed. 10

Gemeenten zijn verplicht de Rijksdienst om advies te vragen wanneer de monumentale waarden van een monument in geding komen. Het gaat om de volgende ingrepen: (gedeeltelijke) afbraak ingrijpende wijzigingen vergelijkbaar met gedeeltelijke afbraak reconstructie herbestemming: het wijzigen van de functie 2.3 Toename van renovatieprojecten 5 Duidelijke trends zijn het dalend aantal nieuwbouwopdrachten, het stijgend belang van renovatie en de toenemende aandacht voor duurzaam bouwen. De belangrijkste verandering is de gewijzigde verhouding tussen nieuwbouw- en renovatie- opdrachten. Bij 30% van de ondervraagde aannemers is het aantal nieuwbouwopdrachten de laatste jaren gedaald, terwijl 58% van hen in dezelfde periode meer renovatieopdrachten heeft uitgevoerd. Voor de toekomst verwachten de aannemers een verder voortzetting van deze verandering: 31% spreekt van een daling in de nieuwbouw en 56% van een stijging van het aantal renovaties. De renovatiemarkt is volop aan het stijgen. Wat is hier de oorzaak van. Wat zet eigenaren van woningen en andere gebouwen er toe aan hun gebouw te laten renoveren/restaureren. 2.4 Waarom renoveren/restaureren Door de stijgende energie prijzen is het voor monument eigenaren steeds belangrijker geworden dat de monumenten energetisch verbeterd worden. Het energetisch verbeteren van monumenten zorgt er voor dat de warmte niet zo uit het gebouw weg kan. Dit zorgt op zijn beurt voor minder energieverbruik dus lagere kosten. In figuur 1 en 2 zijn stijgende energiekosten weergeven met behulp van een grafiek. De donkerblauwe lijn is het Europese gemiddelde en de lichtblauwe lijn is de gemiddelde prijs in Nederland. Figuur 1, Elektriciteitsprijs De overheid heeft stimulerende maatregelen genomen ten opzichte van het energetisch verbeteren van monumenten. Dit met behulp van verschillende subsidies bijvoorbeeld een subsidie op het aanbrengen van isolatie in een monument. Eigenaren van een monumentaal woonhuis of monumentale boerderij zonder agrarische functie kunnen een restauratie hypotheek afsluiten dit is een hypothecaire lening met een extra lage rente om de kosten van een restauratie (gedeeltelijk) te financieren. Door deze subsidies wordt de renovatie sterk gepromoot. Monument eigenaren die door financiële redenen niet konden renoveren worden met behulp van subsidies toch geprikkeld dit wel te doen. Figuur 2, Gasprijs Onder invloed van de kredietcrisis heerst er onzekerheid op de woningmarkt. Consumenten stellen hierdoor hun verhuizing steeds vaker uit, mede doordat het lastig is om de huidige woning te verkopen. Ook deze stagnering op de nieuwbouwmarkt draagt bij aan de verwachting dat het belang 5 Bron: Bouw en Wonen : Artikel : Ook in de toekomst: minder nieuwbouw, meer renovatie (gebaseerd op onderzoek BOUWUNIE) 11

van de renovatiemarkt alleen nog maar zal groeien 6. Woning eigenaren kunnen slecht hun woning verkopen dus willen ze dit risico niet nemen, ze houden hun bestaande woning aan en gaan deze aanpassen aan nieuwe wensen. Niet alleen de crisis en de stijging van energieprijzen is een reden tot renovatie. Ook de functie van boerderijen veranderd sterk. Veel boerderijen worden niet meer gebruikt als boerderijen maar als woonhuizen. De boerderij moet dus aangepast worden aan de nieuwe eisen. In figuur 3 is in een grafiek te zien die aangeeft dat het aantal boerenbedrijven flink afneemt (donker blauwe lijn). De verwachting is dat deze lijn alleen maar verder zal dalen. 2.5 Samenvatting Hoofdstuk 2 In dit hoofdstuk is duidelijk geworden dat er 55.000 monumenten zijn in Nederland, waarvan 6491 boerderijen. Wanneer een monument gerestaureerd, gesloopt of Figuur 3, Afname boerenbedrijven verbouwd wordt is er een monumentenvergunning vereist. Alles over een monumentenvergunning is te vinden in de monumentenwet 1988. In de monumentenwet staat ook geregeld hoe gebouwde of archeologische monumenten aangewezen kunnen worden als wettelijk beschermd monument. De renovatiemarkt ondergaat een verwachte stijging van 58%. Met betrekking tot boerderijen heeft dit onder andere te maken met de stijgende energieprijzen, de kredietcrisis en verandering van functie. De stijgende energieprijs heeft tot gevolg dat de energetische prestaties van panden verbeterd moeten worden. Wat energetisch verbeteren is wordt toegelicht in hoofdstuk 3. 6 Bron: Artikel: Renovatiemarkt leidt tot andere keuzes van Karwei Management. 12

Hoofdstuk 3: Energetische prestaties 3.1 Inleiding In hoofdstuk 3 is toegelicht dat de renovatiemarkt aan het toenemen is en dat dit onder andere komt door stijging van de energiekosten, waardoor steeds meer gekozen wordt de energetische prestaties van panden te verbeteren. In dit hoofdstuk wordt toegelicht wat energetische prestaties zijn en hoe deze aangeduid worden. 3.2 Trias Energetica Trias Energetica is een begrip waarmee de volgorde van drie stappen naar een zo duurzaam mogelijke energievoorziening wordt aangeduid. De drie stappen worden in figuur 3 weergegeven. Figuur 4, Trias Energetica In dit onderzoek zal alleen stap 1 van de Trias Energetica van toepassing zijn. Stap 1 is de beperking van de energievraag dit doormiddel van thermische isolatie, luchtdichting en warmteterugwinning. Vooral de thermische isolatie is hierbij van belang. In de volgende paragrafen wordt toegelicht wat energetische prestaties zijn en hoe deze gemeten en aangeduid wordt. 3.3 Energetische prestaties 7 Energetische prestaties zijn prestaties van gebouwen op energetisch gebied, dus het verbeteren van energetische prestaties is het energiezuiniger maken van het gebouw. De energetische prestaties van bestaande woningen kunnen sterk variëren. Pas vanaf 1975 zijn er eisen gesteld aan de isolatie van gevel en dak. Voor het behalen van de EPC (energieprestatie coëfficiënt) is een optimale mix aan isolatie en installatie maatregelen noodzakelijk. Wat EPC inhoud wordt in paragraaf 3.3.1 toegelicht. De EPC wordt bepaald aan de hand van de uitkomst van de EPN berekening, meer over EPN in paragraaf 3.3.2. Het verbeteren van de energetische prestaties van 7 Bron: Toolkit bestaande bouw 2008, Deel 1 13

bestaande woningen levert niet alleen een besparing op van energie en dus woonlasten, maar ook een reductie van de CO2 uitstoot. Het levert dus een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse klimaatdoelstelling en maakt bewoners minder afhankelijk van de schommeling in energieprijzen. De energetische prestaties van een bestaande woning wordt uitgedrukt in het sinds 1 januari 2008 verplichte energielabel en de bijbehorende Energie Index (EI), dit wordt verder toegelicht in paragraaf 3.3.3. Indien er aangetoond kan worden dat het gebouw een monument is zoals bedoeld in de Monumentenwet 1988 of een provinciale of gemeentelijke monumentenvordering, is er geen energielabel nodig. Dit kan aangetoond worden aan de hand van de kadastrale gegevens van het gebouw. Dit betekend niet dat monument eigenaren niet aan deze eis willen voldoen. 3.3.1 Energie prestatie coëfficiënt (EPC) 8 De Energie Prestatie Coëfficiënt (verder te noemen, EPC) is een index die de energetische efficiëntie van nieuwbouw aangeef. De EPC wordt bepaald door berekeningen vastgelegd in NEN normen 2916 (utiliteitsbouw) en NEN 5128 (woningbouw). EPC is de eenheid waarin de EPN (Energie Prestatie Norm) wordt uitgedrukt. Verdere uitleg EPN paragraaf 3.3.2. De EPC voor nieuwbouwwoningen is per 1 januari 2006 aangescherpt van 1,0 naar 0,8. De EPC-waarde van een woning laat zien hoe energiezuinig een woning is in verhouding tot andere woningen van dezelfde grootte. Hoe lager de zogeheten EPC, hoe lager het verwachte energiegebruik. Nieuwe woningen waarvoor vanaf 1 januari 2006 een bouwvergunning wordt aangevraagd moeten voldoen aan een nieuwe EPC waarde en daardoor energiezuiniger gebouwd worden. De EPC van een woning drukt de energetische prestatie van een woning uit. De energie prestatie van een woning gaat alleen over het gebouwgebonden energiegebruik. Dat is de energie die nodig is voor het verwarmen of koelen van het binnenklimaat, het warm tapwater en de verlichting. Het gaat dus niet over het huishoudelijk energiegebruik. Er is uitgegaan van een referentiejaar voor het buitenklimaat en standaard bewonersgedrag, in werkelijkheid wijkt dit meestal af. Daardoor zal het berekende energiegebruik meestal niet overeenkomen met wat bewoners op hun gas- en elektriciteitsmeter aflezen. De EPC waarde zegt alleen iets over de minimale energetische prestatie waaraan een woning moet voldoen. De indiener van een bouwaanvraag voor een woning mag zelf bepalen met welke maatregelen aan de eis wordt voldaan: extra isoleren, betere installaties of de toepassing van duurzame energie. Een belangrijk principe van de prestatienorm is, dat ongeacht het type, de vorm, of grootte van de woning, gelijksoortige maatregelen tot min of meer dezelfde prestaties leiden. Grote woningen of woningen met veel dak- of geveloppervlak mogen dus meer energie gebruiken om aan dezelfde prestatie-eis te voldoen als kleine compacte woningen. 8 Bron: www2.nen.nl en www.energieoverheid.nl 14

3.3.2 Energie prestatie norm (EPN) 9 De Energie Prestatie Norm (EPN) is een instrument van de Nederlandse overheid om het energiegebruik te verminderen en toepassing van duurzame energie te stimuleren. Om de EPN van een woning te berekenen wordt uitgegaan van de reductie van het energiegebruik. De EPN wordt dus beïnvloed door energiebesparende factoren zoals bijvoorbeeld een zonneboiler. De uitkomst van de EPN berekening wordt uitgedrukt in de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC). Hierdoor kan worden afgelezen of aan de EPN wordt voldaan. 3.3.3 Energie Index 10 De Energie Index is een indicator van de energie prestatie van een woning of gebouw. De Energie Index wordt bepaald met behulp van een Energie Prestatie Advies (EPA) 11, maatwerkadvies of een energielabel. De energie prestatie wordt vastgesteld door bouwkundige, energetische en installatietechnische eigenschappen van een gebouw te analyseren. Een goed geïsoleerde woning met een efficiënt verwarmingssysteem heeft een betere (lagere) Energie Index dan een slecht geïsoleerde woning. De Energie Index is de indicator van het officiële energielabel voor gebouwen. De energie index wordt aan de hand van eigenschappen van een gebouw vastgesteld en in een software programma ingevoerd. Die software moet voldoen aan wettelijke eisen. Het programma genereert een cijfer voor de Energie Index. Hoe dichter bij '0', hoe zuiniger de woning. De Energie Index bepaalt in welke "energielabelklasse" een gebouw valt. 3.3.4 Energie label Het energielabel voor woningen geeft met de klassen, A tot en met G, en kleuren, groen tot en met rood, aan hoe energiezuinig een huis is ten opzichte van andere soortgelijke woningen. Energielabel A (donkergroen) is zuinig, energielabel G (rood) is onzuinig. Door het energielabel ziet u in een oogopslag of een woning zuinig of onzuinig is ten opzichte van andere woningen van hetzelfde type. Verkopers en verhuurders van woningen zijn sinds 1 januari 2008 verplicht om een Figuur 5, Energie label energielabel te overhandigen bij de huur/koop. Belangstellenden kunnen zo de energiekwaliteit van een woning meewegen in hun beslissing om die woning te huren of te kopen. Op het moment dat woningen van bewoner wisselen, dient de verkoper of verhuurder het energielabel te overhandigen aan de nieuwe eigenaar of nieuwe huurder. Er zijn echter een aantal uitzonderingen, huizen die jonger zijn dan tien jaar hebben geen verplichting tot een energielabel, deze zijn al energiezuinig gebouwd. Als er een EPA is opgesteld door een gecertificeerde adviseur tussen 1 juli 2002 en 1 januari 2008 is het niet nodig een energie label te laten maken. Verder uitzonderingen staan op www.vrom.nl. Uit recent onderzoek van het Nederlands Bureau Waardebepaling Onroerende Zaken (NBWO), dat werd uitgevoerd in opdracht van Agentschap NL, divisie NL Energie & Klimaat, blijkt dat per 1 januari 2010 inmiddels 22% van alle woningen in Nederland een energielabel heeft. 9 Bron: www.intergas-verwarming.nl 10 Bron: Senter Novem 11 EPA - Advies van een gecertificeerde adviseur over efficiënter energiegebruik in een woning. 15

3.4 Samenvatting Hoofdstuk 3 In dit hoofdstuk is duidelijk geworden dat het verbeteren van energetische prestatie ook wel het energiezuiniger maken van het gebouw is. Voor het behalen van een EPC van 0,8 (actuele eis) is een optimale mix aan isolatie en installatie maatregelen noodzakelijk zijn. Het verbeteren van de energetische prestaties van bestaande woningen levert niet alleen een besparing op van energie en dus woonlasten, maar ook een besparing van de CO2 uitstoot. Het maakt bewoners minder afhankelijk van de schommeling in energieprijzen. De EPC is een index die de energetische prestatie van een woning uitdrukt. EPN is een instrument om het energiegebruik te verminderen en toepassing van duurzame energie te stimuleren. Uitkomst berekening EPN is EPC. De energie index is een indicator van de energieprestatie van een woning of gebouw, deze bepaald in welke energielabelklasse een gebouw valt. In dit hoofdstuk is duidelijk geworden waarom er geïsoleerd moet worden, onder andere het besparen van energiekosten en de besparing op de CO2 uitstoot zijn hier redenen voor. In hoofdstuk 4 wordt een basis constructie van een boerderijen toegelicht. Dit gezien het belangrijk is goed te isoleren om bestaande constructies intact te kunnen houden en er worden mogelijkheden gegeven op het gebied van isolatie. 16

Hoofdstuk 4: De constructie van boerderijen 12 4.1 Inleiding De opbouw van de constructie van monumentale boerderijen is veelal hetzelfde. In dit hoofdstuk zal worden toegelicht hoe deze is opgebouwd. In hoofdstuk 4 is toegelicht wat energetische prestaties zijn, hoe deze gemeten/aangeduid worden en er is aandacht besteed waarom er geïsoleerd moet worden. In dit hoofdstuk wordt toegelicht hoe boerderijen constructief zijn opgebouwd en wat voor mogelijkheden er zijn op het gebied van het verbeteren van energie prestaties op bouwkundig gebied. 4.2 De constructie Van oorsprong waren boerderijen op keien gefundeerd. Met de komst van de baksteen werd de fundering gemaakt van baksteen. Wanneer de grond voldoende draagkracht heeft wordt er direct op zand gefundeerd. Bij traditionele bouw werd een eerste laag stenen gelegd (vleilaag) die breder was dan de muur. Op de eerste laag werd met kalkmortel een baksteen de fundering Figuur 7, Fundering opgetrokken. De sprongetjes van de brede voet tot de steensmuur, heet de versnijding, zie figuur 5. De fundering ligt vaak tussen de 30 en 80 cm onder het maaiveld afhankelijk van op welke diepte de vaste grond zit. Figuur 6, Constructie fundering De fundering draagt de boerderij, dit is te zien op figuur 6. Figuur 8, Constructie gebintwerk Het gebintwerk draagt bijna het hele gewicht van de zolder en het dak, de zijgevels dragen alleen voor een deel het dak. Het gebintwerk vormt het skelet, de hoofdconstructie van de boerderij. Een gebint bestaat uit twee stijlen die verbonden worden door de ligger en zo een portaal vormen. De ligger schiet met de pen door de stijlen en wordt aan de achterzijde van de staander geborgd met twee wiggen, door de pen. Voor de sterkte van het gebintwerk is het belangrijk dat alle onderdelen intact zijn en alle verbindingen goed aansluiten. 12 Bron: Lennert Vrij, (2004), Boerenerven op het landgoed Twickel, Broekhuis uitgeverij. 17

De driehoeken geven de boerderij sterkte en stijfheid. In figuur 8 is te zien waar de driehoeken zich bevinden in de boerderij. Figuur 9, Constructie stijfheid Figuur 10, Kapconstructie De kapconstructie is na het gebintwerk het belangrijkste onderdeel van de totaalconstructie. De kapconstructie bestaat uit twee delen: het gedeelte op het gebintwerk en aan beide kanten het gedeelte boven de zijbeuken van de zijgevel tot aan het gebintwerk. Zie figuur 9. De vloeren van de boerderij liggen op het zand tussen de muren. Van oorsprong waren de vloeren van aangestampte leem en in het voorhuis van kleine keitjes in patronen later werden deze vervangen door plavuizen en tegels. Een enkele keer komt in het voorhuis een houten vloer voor. In de 20 e eeuw zijn veel vloeren vervangen door beton. 4.3 Isoleren Bij de renovatie van een boerderij worden vaak vloer, wand en dak geïsoleerd. Bij de na-isolatie moet gelet worden op goede ventilatie van de materialen dit om vochtige lucht af te kunnen voeren. Belangrijk is dat de rest van de voegen, dak en dakgoot in orde is dit om te voorkomen dat regenwater in de spouw loopt. De buitenmuren worden in monumentale boerderijen veelal van binnenuit geïsoleerd dit omdat dit het minst ingrijpend is voor het gebouw. Het isoleren van binnenuit kan op verschillende manieren. Veel voorkomend is de volgende opbouw: steensmuur luchtspouw isolatie wand, zoals bij nieuwbouw ook toegepast wordt. In figuur 10 en figuur 11 worden mogelijkheden van vloer en wand isolatie weergegeven. Figuur 11, Isolatie mogelijkheid vloer/wand 1 Figuur 12, Isolatie mogelijkheid vloer/wand 2 18

Bij de isolatie van de begane grond vloer zijn de twee veel voorkomende mogelijkheden weergegeven zie figuur 10 en 11. Het onder de betonvloer isoleren en het boven de betonvloer isoleren. Boven de betonvloer heb je kans op een koudebrug met de muur, onder de vloer bestaat er een kans dat muizen of ratten aan het isolatie eten. Het is dus belangrijk dat je goed uitzoekt wat de beste mogelijkheid is bij de te renoveren boerderij. Het isoleren van het dak kan op verschillende manieren. In tegenstelling tot de gevels waarbij het van binnenuit isoleren eigenlijk de enige oplossing is. Daken kunnen daarentegen goed vanaf de buitenzijde geïsoleerd worden (warm dak). Bij het van binnenuit isoleren is het belangrijk dat er boven de isolatie geventileerd wordt dit omdat de houten constructie moet ademen om houtrot en houtworm te voorkomen zie figuur 12. Tegenwoordig zijn er zelfs isolatiematerialen van 30mm die toegepast kunnen worden 13. Dit betekend dat er aan de binnenzijde niet veel ruimte verloren gaat. er kan ook gekozen worden deze dunne isolatie aan de buitenzijde toe te passen, in dit geval is er voordeel gezien het aanzicht niet wordt veranderd. Figuur 13, Dakisolatie detail 4.4 Samenvatting hoofdstuk 4 In dit hoofdstuk is de basis constructie van de boerderij weergegeven. De mogelijkheden voor het verbeteren van energetische prestaties zijn beperkt en grotendeels afhankelijk van de constructie. Kennis hiervan is dus van belang. Er zijn in dit hoofdstuk een aantal voorbeelden voor verschillende manieren van isoleren weergegeven. Belangrijk bij het aanbrengen van na-isolatie is dat de bestaande constructie goed geventileerd wordt. Dit om onder andere rot en schimmelvorming te voorkomen. In hoofdstuk 5 worden de cases toegelicht. Per case worden de toegepaste materialen aangegeven, product informatie, warmte weerstand van de constructie en kosten weergegeven. 13 Actis Isolatie 19

Hoofdstuk 5. Cases 5.1 Inleiding In hoofdstuk 4 is een basis constructie van een boerderij besproken en hoe deze op bouwkundig gebied energetisch verbeterd kan worden. In dit hoofdstuk zullen de cases 14 toegelicht worden. De paragraaf opbouw zal bij elke case hetzelfde zijn. Paragraaf 1 en 2: Korte samenvatting van de case, volledige omschrijving bijlage 1. Paragraaf 3: Details van de gegeven oplossingen, deze staan ook in bijlage 2. Paragraaf 4 en 5: Samenvatting interview bewoner en uitvoering, volledig interview in bijlage 2. Paragraaf 6: Korte productinformatie toegepaste isolatie, volledige staat in bijlage 3. Paragraaf 7: Warmte weerstand van de oplossing, berekening in bijlage 4. Paragraaf 8: Kosten van de oplossingen, berekening in bijlage 5. In hoofdstuk 6 zal het meetmodel worden toegelicht en in hoofdstuk 7 zal het meetmodel op de verschillende cases worden toegepast aan de hand van de informatie uit dit hoofdstuk. 5.2 Case 1: Boerderij in Lettele 5.2.1 Omschrijving van de Case Case 1 betreft een niet monumentale boerderij die gerenoveerd en gerestaureerd is, zie figuur 13. Bij de renovatie zijn de wanden en de gebinten bewaard gebleven, de rest van de boerderij is opnieuw opgebouwd. Hierbij is binnen een open ruimte gecreëerd. Figuur 14, Boerderij Lettele 5.2.2 De bouwkundige oplossingen Wat betreft de isolatie van de woning is er door de aannemer gekozen voor PS vloer isolatie (120 mm) en steenwollen spouwisolatie (90 mm). Door de opdrachtgever is er wat betreft dak isolatie gekozen voor dakplaten met minerale wol (dakplaat 214 mm, 170 mm isolatie). Dit gezien de opdrachtgever vernomen heeft dat bij de normaal toe te passen EPS dakplaten de EPS vulling (ook wel piepschuim) bij brand smelt. Dit heeft tot gevolg dat uit gaten in de dakplaten het gesmolten EPS kan lekken, hierdoor kan brand snel overgaan op andere onderdelen van de constructie. Dit is voor de opdrachtgever een reden geweest op zoek te gaan naar een ander materiaal dat toegepast kan worden. Hij kwam daarbij op mineralenwollen dakplaten aan de binnenzijde afgetimmerd met gipsvezelplaten. De gipsvezelplaten waren afwerkingtechnisch handig gezien de wanden/plafonds met stucwerk afgewerkt zouden worden, dit hecht aan een gipsvezelplaat ander plaatmateriaal zou eerst bewerkt moeten worden. 14 Cases zijn de al reeds gerenoveerde boerderijen die dit onderzoek gebruikt worden. 20

5.2.3 Details 21

5.2.4 Ervaringen van de gebruiker/bewoner (opdrachtgever) De woning is naar ervaring van de bewoners bij koude buiten temperaturen goed warm te houden. Door de open constructie is het niet nodig de boven verdieping te verwarmen. De warmte trekt naar boven en blijft daar hangen. Dit betekend dat de dakconstructie goed geïsoleerd is, als dit niet het geval was geweest was de warmte zo weggetrokken naar buiten. In de woning ondervinden de bewoners geen tocht, alleen wanneer zei de ventilatie roosters open hebben staan of er ergens een raam/deur open staat. Dit is positief het kan betekenen dat de woning goed afgesloten is, dit is goed wanneer er wel geventileerd wordt. 5.2.5 Ervaring van de uitvoering Bij de uitvoering van de renovatie van deze boerderij is PS vloerisolatie op zand toegepast, een eenvoudig toe te passen oplossing. De gevels zijn geïsoleerd met steenwol isolatie en er is een nieuwe binnenmuur voor geplaatst van snelbouwstenen. Het kiezen van deze oplossing is een goede manier omdat elke afwerking hier op toegepast kan worden. Het isoleren en metselen van binnenuit is lastig maar bij monumentale panden kan er gezien het behoud alleen van binnenuit geïsoleerd worden. De luchtspouw wordt gecreëerd door de speciale spouwankers die toegepast worden, hier zit een afstandhouder aan die de isolatie van de bestaande buitenmuur houdt. Als dakisolatie zijn hier dakplaten met minerale wol isolatie toegepast. Nadeel bij het plaatsen van deze platen was dat deze platen veel zwaarder zijn dan de meestal toe te passen EPS dakplaten. Omdat er riet op het dak komt zijn de platen zonder tengels en panlatten (dunne latjes over de dakplaten) geleverd. Om bovenaan het dak te komen worden de panlatten vaak gebruikt als trap, er moesten dus speciaal latten op het dak getimmerd worden om er op te kunnen komen. Bij de plaatsing van het riet moest dit weer verwijderd worden. 5.2.6 Product informatie PS Vloerisolatie 120 mm. EPS (geëxpandeerd polystyreen) ook wel piepschuim of tempex genoemd. EPS wordt geproduceerd met een minimale inzet van grondstoffen en bestaat enkel uit milieuverantwoorde componenten. EPS-parels bestaan voor 98% uit lucht een ideale isolator en voor 2% uit polystyreen. EPS is een sterk materiaal en kan een grote druksterkte aan. In deze case is EPS 100 met een dikte van 120 mm toegepast. EPS 100 heeft een druksterkte korte duur van 10.000 kg en lange duur van 3.000 kg. EPS is geen goede geluidisolatie, dit omdat het materiaal erg licht is en de deeltjes dicht op elkaar zitten. De EPS isolatieplaten zijn brandvertragend gemodificeerd, is een erg lichte isolatievorm, gemakkelijk te verwerken, eenvoudig op maat te snijden, vormvast en geen voedingsbodem voor schimmels. De isolatie is te verkrijgen in verschillende diktes en toepassingsvormen. EPS is recyclebaar. EPS 100 van 120 mm dikte heeft een R-waarde van 3,33 m2k/w. R-waarde geeft de warmteweerstand van het materiaal weer. Hoe hoger de R-waarde hoe groter de weerstand tegen de warmtestroom is en hoe beter het materiaal isoleert. Steenwol gevelisolatie 90 mm. Steenwol is erg flexibel wat zorgt voor een optimale aansluiting tegen het binnenspouwblad, waarmee warmteverlies door convectiestoring wordt voorkomen. De steenwolstructuur zorgt voor een naadloze aansluiting van de platen onderling. Steenwol heeft uitstekende geluidisolerende en geluidabsorberende eigenschappen. Bij brand produceert steenwol geen rook en veroorzaakt geen 22

brandende druppels of brandbare gassen, steenwol kan temperaturen tot boven de 1000 C verdragen. Verder is steenwol waterafstotend, rotvrij, eenvoudig op maat te snijden, gemakkelijk te verwerken, chemisch neutraal, volledig recyclebaar, vormvast en geen voedingsbodem voor schimmels. Steenwol met een dikte van 90 mm heeft een R-waarde van 2,55 m2k/w. Minerale wollen dakplaten 214 mm (170 mm isolatie). Het gaat hier om sandwichplaten met minerale wol als isolatiemateriaal. Minerale wol is de aanduiding van twee soorten isolatiemateriaal namelijk glas- en steenwol. Alle types dakbedekkingen zijn mogelijk bij dit type isolatiemateriaal. De elementen zijn voorzien van een aluminium dampremmer. De sandwichelementen zijn milieuvriendelijk gezien de minerale wol en gemakkelijk tochtdicht te maken. Er zijn verschillende typen onderplaten mogelijk. De isolatievorm heeft een goede geluidisolatie. De elementen worden op maat geleverd en kunnen een overspanning van 8 meter halen. De R-waarde van de dakplaten 4,2 m2k/m. 5.2.7 Warmte weerstand constructie Bij de Rc berekening is de correctiefactor niet meegenomen. De minimale Rc eis voor een nieuwbouw project is 2,5 m2k/w inclusief correctiefactor. De vloerconstructie van deze case heeft een Rc-waarde van 3,54 m2k/w. De gevelconstructie heeft een Rc-waarde van 3,237 m2k/w. (exclusief ramen en deuren) De kapconstructie heeft een Rc-waarde van 4,2 m2k/w. Bij de berekening van de Rc-waarde van de kapconstructie is de afwerking niet meegeteld. Dit is niet meegeteld omdat dit per boerderij kan verschillen en dit dus niet te vergelijken is. De Rc-waardes van deze boerderij liggen allemaal boven de minimale Rc-waarde van een nieuwbouw woning. Dit geeft aan dat de boerderij erg goed geïsoleerd is. 5.2.8 Kosten In deze paragraaf worden de verschillende oplossingen met m2 prijs weergegeven. Hier is niet alleen rekening gehouden met de kosten van het isolatiemateriaal maar met de kosten van de gehele constructie. Dit gezien er per isolatievorm andere constructie mogelijkheden zijn, om een goede vergelijking te maken zijn deze erbij meegenomen. Alle prijzen zijn inclusief de manuren die aan het werk besteed zijn. Verder zijn alle prijzen exclusief btw en staartkosten. Staartkosten zijn onder andere kosten met betrekking tot verzekering, algemene kosten, winst en risico. De kosten voor de vloerisolatie oplossing is 57,68 per m2. Hierin zijn de kosten voor de folie, isolatie, beton, wapening en dekvloer meegenomen. 23

De kosten voor de gevelisolatie oplossing is 53,42 per m2. Hierin zijn de kosten voor de isolatie, spouwankers, binnenmuur en specie meegenomen. De buitenmuur is hier niet in meegenomen omdat deze bestaand is. De verbetering van de bestaande buitenmuur wordt ook niet meegenomen omdat dit per werk verschillend is en hier geen vergelijking van te maken valt. De kosten voor de dakisolatie oplossing is 67,36 per m2. Hierin zijn de kosten voor de dakplaten weergegeven. De kosten voor de bedekking zijn niet meegenomen omdat dit per boerderij kan verschillen. 24

5.3 Case 2:Boerderij Diepenheim (Rijksmonument) 5.3.1 Omschrijving van de Case Case 2 is een monumentale boerderij die geheel gerenoveerd en gerestaureerd is. zie figuur 14. Belangrijk hierin was dat alles bewaard zou blijven. Het dak van de boerderij mag niet hoger worden dan bestaand en de ramen en deuren moeten intact blijven. 5.3.2 De bouwkundige oplossingen Figuur 15, Aanzicht boerderij Diepenheim Op het gebied van energetisch verbeteren zijn vloer, wand en dak geïsoleerd. De vloer is geïsoleerd met behulp van PS isolatie (90 mm). De wanden zijn geïsoleerd met behulp van voorzetwanden voorzien van glaswol isolatie (100 mm). Gezien het dak van de woning niet verhoogd mocht worden met betrekking tot het behoud van de monumentale waarde, is voor een dun soort dakisolatie gekozen. Deze isolatievorm ook wel Actis isolatie is een isolatie van 25mm dikte, met een hoge Rc-waarde. 5.3.3 Details 25

5.3.4 Ervaringen van de gebruiker/bewoner (opdrachtgever) De bewoners ondervinden geen enkele vorm van tocht in de woning en de woning is makkelijk warm te houden. De boerderij is geïsoleerd met behulp van voorzetwanden, dit neemt enige ruimte in. De bewoners vonden dit niet storend aangezien de ruimtes groot genoeg zijn en het ruimte verlies dus niet opvalt. Bij de keuze van de types isolatiemateriaal is er vooral gelet op kenmerken als isolatiewaarde, brandvertragende kenmerken en afmeting. Gezien het dak niet verhoogd mocht worden (monument) is er een dunne isolatievorm toegepast namelijk Actis. De bewoners hebben ervoor gekozen in eerste instantie geen voorzet ramen toe te passen. Ze proberen de warmte buiten/binnen te houden met behulp van luiken en gordijnen, dit werkt tot nu toe goed. Indien het was toegestaan hadden de bewoners liever thermopane geplaatst. Monumentenglas als alternatief vonden de bewoners te duur zeker gezien het feit dat de isolerende waarde nog altijd aanzienlijk lager ligt dan bij thermopane. 5.3.5 Ervaring van de uitvoering Bij de uitvoering van de renovatie van deze boerderij is tevens PS vloerisolatie op zand toegepast, dit wordt volgens de uitvoering veel toegepast bij de renovatie van boerderijen. PS vloerisolatie is een eenvoudig toe te passen oplossing. Om de gevel te isoleren zijn er voorzetwanden toegepast, de toepassing hiervan is niet complex wel bewerkelijk. Nadelen van een voorzetwand zijn volgens de uitvoering dat niet alle afwerkingvormen er op aangebracht kunnen worden in verband met de werking van hout. Het dak is geïsoleerd met behulp van Actis isolatie. Dit is een isolatie vorm van 25 mm dik het wordt strak over de tengel bevestigd daar komen weer tengels overheen met panlatten. Het aanbrengen van de Actis isolatie is niet complex. 5.3.6 Product informatie PS Vloerisolatie 90 mm. EPS (geëxpandeerd polystyreen) ook wel piepschuim of tempex genoemd, wordt geproduceerd met een minimale inzet van grondstoffen en bestaat enkel uit milieuverantwoorde componenten. EPSparels bestaan voor 98% uit lucht een ideale isolator en voor 2% uit polystyreen. EPS is een sterk materiaal en kan een grote druksterkte aan. In deze case is EPS 100 met een dikte van 90 mm toegepast. EPS 100 heeft een druksterkte korte duur van 10.000 kg en lange duur van 3.000 kg. EPS is geen goede geluidisolatie, dit omdat het materiaal erg licht is en de deeltjes dicht op elkaar zitten. De EPS isolatieplaten zijn brandvertragend gemodificeerd. EPS is een erg lichte isolatievorm (gewicht), gemakkelijk te verwerken, eenvoudig op maat te snijden, vormvast en geen voedingsbodem voor schimmels. De isolatie is te verkrijgen in verschillende diktes en toepassingsvormen. EPS is recyclebaar. EPS 100 van 90 mm dikte heeft een R-waarde van 2,5 m2k/w. R-waarde geeft de warmteweerstand van het materiaal weer. Hoe hoger de R-waarde hoe groter de weerstand tegen de warmtestroom is en hoe beter het materiaal isoleert. Voorzetwand glaswolisolatie 100 mm. Glaswol is een sterk geluidabsorberend materiaal dat zorgt voor een hoge geluidisolatie. De isolatie is waterafstotend en trekt geen vocht aan. Glaswol is makkelijk te snijden, veerkrachtig en in verschillende diktes leverbaar. Het materiaal is tevens rotvrij, vormvast, duurzaam en geen voedingsbodem voor ongedierte. 26