Dagvlinders in het Gooi 2008

Vergelijkbare documenten
Dagvlinders in t Gooi 2008 t/m 2012

Kick-off TEEB Stad. Biodiversiteit bij groene investeringen

Jaarverslag 2015 Samenstelling: Henk Wagenaar

Jaarverslag 2014 Samenstelling: Henk Wagenaar

Dagvlinders van de Strabrechtse Heide

VERSLAG DAGVLINDERS ABTSWOUDSE BOS VLINDERROUTE boomblauwtje

agenda oefenmiddag 14 februari 2018

Jaarverslag 2008 Samenstelling: Henk Wagenaar

DAGVLINDERS ABTSWOUDSE BOS 2015 VLINDERMONITOR-VLINDERBIOTOOP. dagpauwoog

TUINMEETNET. BC Molsbroek Lokeren Project dagvlinders Durme- en Scheldegebied. VVE WG DV - project tuinmeetnet

DAGVLINDERS WOUDSE BOS 2013 VLINDERMONITOR

Jaarverslag 2010 Samenstelling: Henk Wagenaar

DAGVLINDERS ABTWOUDSE BOS 2012 VLINDERMONITOR

Jaarverslag 2012 Samenstelling: Henk Wagenaar

DAGVLINDERS TALUD A4 2010

Jaarverslag 2007 Samenstelling: Henk Wagenaar

BC Molsbroek Lokeren Aanwezig

Dagpauwoog Hoe ziet hij eruit? Wanneer vliegt hij? Waar kun je hem vinden? Waar leven de rupsen? Atalanta

Waarnemingen dagvlinders in Waasland-Noord in 2016

Jaarverslag 2013 Samenstelling: Henk Wagenaar

Dagvlinders in t Gooi 2008 t/m 2016

Dit was nooit gelukt zonder de vele waarnemingen van de vele vrijwilligers! Wij zijn jullie zeer dankbaar!

Hans Hollander Rapport 29 8 februari Dagvlinderwaarnemingen in en om Wijchen 2004 t/m 2013

Witjes in Waasland Noord

Resultaten Tuinvlindertelling

Dagvlinderinventarisatie Open Duin Schiermonnikoog 2013

Resultaat vlinder monitoring Juli 2013

Limoniet. Natuurstudietijdschrift van de Natuurpunt regio Vlaamse Ardennen plus. Jaargang 1 nummer ISSN

DAGVLINDERS: WOUDSE BOS 2009

Dagvlinders vouwen in rust hun vleugels verticaal, recht boven hun lijf samen (met één uitzondering: de dikkopjes).

DAGVLINDERS TALUD A VLINDERMONITOR

Inventarisatie Aardbeivlinder Schiermonnikoog 2014

Overzicht van de beschreven dagvlinders:

Vlinderatlas West-Friesland. Voorbeeld. KNNV afdeling Hoorn/West-Friesland

TUINMEETNET t.o.v. D & S /03/2019 VVE Werkgroep Dagvlinders 1

Cursus Dagvlinders van bij ons. Samenstelling : Nobby Thys, Bewerking: Joeri Cortens

DAGVLINDERS TALUD A VLINDERMONITOR

Nr. 3 Jaargang 4 VLINDERNIEUWS. Vlinderwerkgroep HESPERIA Nieuwsbrief maart 2015 Nr. 3 Jaargang 4

Dagvlinders in t Gooi 2008 t/m 2017

Dagvlinders,

Jaaroverzicht Dagvlindermonitoring 2018

Aanvullend natuuronderzoek TATA. tbv tijdelijke natuur

Wat valt er te kiezen?

VLAAMS DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT OVER NATUURSTUDIE & -BEHEER MAART 2015 JAARGANG 14 NUMMER 1 VERSCHIJNT IN MAART, JUNI, SEPTEMBER EN DECEMBER

Natuurpunt Waasland AGENDA

DAGVLINDERS EN LIBELLEN OP HET GOLFCENTRUM DE BATOUWE in ZOELEN 2016

Grote vos Nymphalis polychloros

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 21 augustus 2018

DAGVLINDERS, OVERDAG VLIEGENDE NACHTVLINDERS EN MICROVLINDERS: AWZI-TERREIN 2009

Vlinders kijken en herkennen

Voorwoord. We zijn ervan overtuigd dat iedereen die het vlinderleerpad volgt veel zal bijleren en zal kunnen genieten van een prachtig stukje Lokeren.

Vlinderstichting na kwart eeuw nog steeds hard nodig

Vlinders in West-Friesland 2002

Nr. 5 Jaargang 4 VLINDERNIEUWS. Vlinderwerkgroep HESPERIA Nieuwsbrief mei 2015 Nr. 5 Jaargang 4

DAGVLINDERS, OVERDAG VLIEGENDE NACHTVLINDERS EN MICROVLINDERS AWZI-TERREIN 2010

JAARVERSLAG INSECTENWERKGROEP

De Groenzoom Vlinders

Naar een nieuwe Rode Lijst. Chris van Swaay U allen!

Het hele jaar door VLINDERS. rondom uw huis en in de tuin

De klasse Lepidoptera of gewoon de Vlinders

Nationaal vlindertelweekend 5 & 6 augustus 2017: impressies uit onze vlindertuin

Libellenfauna in het Stropersbos

MET DE VLINDERWERKGROEP NAAR DE HEEMTUIN RUCPHEN

Vlinder mee! Tel de vlinders in je tuin! op 2 en 3 augustus Van vroeg in de lente tot laat in de herfst zorgen vlinders voor

Vlinder mee! op 1 en 2 augustus 2009 Tel de vlinders in je tuin! Met de energieke steun van

Vlinders in West-Friesland 2004

Vlinders in de vogelakkers van de gemeente Eersel In vergelijking met de regulier verpachte akkers

Atlas van de dagvlinders van Winterswijk

Een onderzoek naar het gebruik van Natuurbrug Zanderij Crailoo door verschillende dagvlindersoorten.

Validatie Hotspotkaarten Vlinders

Dagvlinderreis, van 2 juli tot 16 juli 2016, in Oost-Europa en Zuid-Duitsland

Jaarverslag Vlinders en Libellen

Vlinders kijken. op Landgoed Schothorst

Taxanomie Naamgeving Soorten Anatomie van een vlinder Levenscyclus van de vlinder Rovers Vlinders in de tuin Bronvermelding

Dagvlinderwaarnemingen Balgoijse Wetering (west) 2016

VLINDERS. generatie van o.a. de Kleine vos en Gehakkelde aurelia NATUURRIJK TESPELDUYN AUGUSTUS 2018

Wist je dat?... Overwintering van vlinders. Vragen. De vlinder. De levenscyclus..

KONINGINNENPAGE (Papilio machaon) in Zeeland in 2013 In het kader van de actie OP DE BRES VOOR DE ZEEUWSE ZES.

Landelijk meetnet vlinders

Nationaal vlindertelweekend 6 & 7 augustus 2016: impressie uit onze vlindertuin

Bermbeheerplan voor een ecologisch waardevolle berm langs te Elingen

Het Grote Vlinderweekend

Verspreidingsgegevens van de dagvlinders in de provincie West-Vlaanderen (België) Intermediaire analyse ( )

de natuurkalender vogels vlinders planten

NIEUWSBRIEF INSECTENPROJECT NVWA NUMMER 5 AUGUSTUS 2012

RAPPORT Natuur.studie nummer

Vlinders. Tijdstip: op een mooie zonnige dag in mei, juni of juli

Het Grote Vlinderweekend

Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg

Heideblauwtje Argus-Bläuling en Heivlinder Ockerbindinger Samtfalter. in de Nederlands-Duitse Grensstreek. Jan Hermans NHGL Peter Kolshorn - BSKS

E17- parking (= sec2e van vlinderroute): aantallen + soort dagvlinders per telbeurt 2007

Argusvlinder Lasiommata megera

Werkstuk Biologie Vlinders

Vlinder mee! 6 & 7augustus Tel de vlinders in je tuin! Met de energieke steun van

Verslag veldtocht insectenwerkgroep naar Nationaal Park de Hoge Veluwe

Wij vlinders eisen! Ideeën voor het geven van een introductie over vlinders

Vlinders. Auteur: Ineke Koopmans De Vlinderstichting. schubben (Foto: Ab Baas) De pop van een kleine vos (Foto: Kars Veling)

je andere soorten dagvlinders kan aantreffen op plaatsen waar een bepaalde dagvlinder voorkomt?

Het internationaal belang van de Nederlandse vlinders

VLAAMSE OVERHEID. Bijlage 1 De rode lijst voor de inheemse dagvlinders in Vlaanderen, vermeld in artikel 1, 1, eerste lid, 1 o

Transcriptie:

Dagvlinders in het Gooi 2008 Vlinder- en Libellenwerkgroep Gooi en Vechtstreek Pascal Huybers Hans van Oosterhout

Na een succesvolle eerste cursus Dagvlinders herkennen en Monitoren, gegeven in 2007 door Vlinder- en Libellenwerkgroep Gooi en Vechtstreek aan een 15 tal mensen, is in 2008 een aanvang gemaakt met een viertal monitoringsroutes in het Gooi. In dit verslag zal een overzicht worden gegeven van de ontwikkelingen die bij de diverse soorten Dagvlinders zijn gezien in 2008 en ook zal specifiek worden ingegaan op de resultaten van het eerste jaar van monitoren op de diverse routes. Omdat dit het eerste jaar van monitoren is geweest, kan nog geen directe vergelijking gemaakt worden over aantalverschuivingen op de monitoringsroutes, maar de resultaten over 2008 geven al een goed beeld van de soorten die zijn waargenomen en belangrijker, de aantallen van iedere soort. Wij hopen dat dit verslag een goede handleiding kan bieden om in komende jaren tot een goed overzicht te komen in de daadwerkelijke aantalverschuivingen. Met name de resultaten van de monitoringsroutes kunnen voor de beheerders van de gemonitoorde gebieden, als een handleiding dienen om eventueel in samenspraak met de mensen die de route lopen, tot een beter beheer van het gebied te komen en daarmee de aantallen Dagvlinders positief te beïnvloeden. Hans van Oosterhout Mei 2008

Verslag Dagvlinders in het Gooi 2008 Zoals al bekend gemaakt door de Vlinderstichting, was 2008 het slechtste jaar voor Dagvlinders in de afgelopen tientallen jaren. De natte zomers en de vochtige, relatieve warme winters van de jaren voorafgaand, hebben hun tol geëist. Het voorjaar van 2008 begon vroeg, met warme periodes in februari en maart, waardoor veel soorten al vroeg actief werden. Daarna volgde een uiterst natte lente en voorzomer, waardoor veel poppen van Dagvlinders door onder andere schimmelvorming, niet tot wasdom zijn gekomen. Met name de najaarsgeneratie van de meeste Dagvlindersoorten liet een dramatische daling in aantallen zien. In de komende jaren zal moeten blijken wat dit voor consequenties heeft voor de bij ons voorkomende Dagvlindersoorten. Onderstaand zal per soort worden doorgenomen wat door de leden van de Vlinder- en Libellenwerkgroep Gooi en Vechtstreek, per soort is geconstateerd. In dit overzicht zijn ook waarnemingen van derden opgenomen, waarvoor de site www.waarneming.nl als bron is gebruikt. Grote Pages Koninginnepage De opmars van Koninginnepage, die tot een aantal jaren geleden alleen nog in het Zuiden van het land voorkwam, zet gestaag door. Nadat in voorgaande jaren al enkele zwervers waren waargenomen, werd in 2006 voor het eerst een uitsluipend vlinder net buiten ons werkgebied waargenomen. In 2007 zijn er 3 vlinders gezien in het Gooi. In 2008 waren dat er wederom drie. Aangenomen mag worden dat de soort nog hoofdzakelijk als zwerver in het Gooi zal voorkomen. Sporadisch kan voortplanting plaatsvinden. Een eventuele populatie zal er de komende jaren nog niet inzitten, maar als de opmars vanuit het Zuiden doorzet, is het niet ondenkelijk dat dit wel een keer gaat gebeuren. Koninginnepage is een soort die door zijn grote zwerfgedrag in alle gebieden waargenomen kan worden. De waardeplant waar veel gebruik van wordt gemaakt, Wilde Peen is in ons werkgebied ruim voorhanden. Qua biotopen zal de soort weinig eisen stellen, dus het is afwachten tot ze vaste voet aan de grond krijgen in ons werkgebied. Waarnemingen in 2008: 5 mei 2008 Polder Achteraf Overtrekkend Noord 2 augustus 2008 Nederhorst den Berg Overtrekkend Oost 10 augustus 2008 Zanderij Crailo Overtrekkend

Witjes Groot Koolwitje Groot Koolwitje is een vlindersoort die niet gebonden is aan bepaalde biotopen. Naast bloemrijke gebieden kan de soort ook veel in tuinen en parken gezien worden. De soort is in tegenstelling tot Klein Koolwitje en Klein Geaderd Witje, qua gedrag meer een solist, grote aantallen zullen nooit gezien worden binnen 1 gebied. De soort wordt op veel plekken in het Gooi waargenomen en is een algemene dagvlinder. In het najaar kan massale trek van de soort plaatsvinden. Groot Koolwitje vliegt per jaar in meerdere generaties. In 2008 is de eerste vlinder op 27 april gemeld. In het warme voorjaar van 2007 was dat op 1 april. De soort overwintert als pop en is dus afhankelijk van de temperaturen in het voorjaar. In 2008 zijn er meer waarnemingen doorgegeven dan het jaar ervoor, maar aangenomen mag worden dat de soort stabiel is en geen duidelijke voorof achteruitgang vertoond. Wel is tijdens de natte voorzomer het aantal waarnemingen gekelderd, maar in het najaar was de soort weer algemeen te noemen. Groot Koolwitje Klein Koolwitje Net als Groot Koolwitje is ook Klein Koolwitje niet erg selectief qua gebied. De soort is dan ook op veel plekken in het Gooi waar te nemen. In tegenstelling tot Groot Koolwitje, kan Klein Koolwitje wel plaatselijk in enorme aantallen voorkomen. Plekken als de Kromme Rade en de akkers van het Corversbos, kunnen tientallen exemplaren herbergen. Ook deze soort heeft het in 2008 redelijk gedaan, de eerste waarneming is van 31 maart (27 maart in 2007). Tijdens de natte periode leek de soort vrijwel verdwenen, maar in de nazomer was Klein Koolwitje weer overal te zien. Klein Koolwitje vliegt vanaf het vroege voorjaar tot eind september in meerdere, elkaar overlappende generaties.

Klein Geaderd Witje Klein Geaderd Witje is iets kieskeuriger qua biotoop. De soort zal nooit ver van bosranden vliegen en wordt dan ook niet in de polders in ons werkgebied gezien. Ook Klein Geaderd Witje kan in enorme aantallen binnen een gebied rondvliegen en het is dan ook een algemene soort te noemen. Er is geen zichtbare afname ten opzichte van 2007. Het eerste exemplaar werd dit jaar op 20 april gezien, terwijl het eerste Klein Geaderd Witje in 2007 al op 31 maart werd waargenomen. Klein Geaderd Witje vliegt vanaf het vroege voorjaar tot half september in meerdere, elkaar overlappende generaties. Oranjetipje Oranjetipje blijft een zorgenkindje in het Gooi. Kan de soort in het Zuiden en Oosten van ons land in flinke aantallen rondvliegen, in het Gooi zijn er slechts enkele kleine populaties. De landgoederen (en dan vooral rondom de siertuin van Gooilust), de Engen van Huizen, bij de Zanddijk ten Oosten van de Vesting Naarden en de groengordel van de Hilversumse Meent, zijn tegenwoordig de enige plekken waar de soort nog wordt waargenomen. Doorgaans zijn dit op iedere plek slechts enkele exemplaren (maximaal 2 exemplaren zijn er per bezoek gezien). Af en toe worden zwervende mannetjes waargenomen tot op enkele kilometers van bovengenoemde gebieden. Het lijkt er op dat de soort het in 2008 iets beter heeft gedaan dan in 2007, maar de aantallen blijven erg laag. De soort vliegt in de laatste helft van april, tot de eerste helft van mei. De vliegplaatsen herbergen de waardplanten van de rupsen (Pinksterbloem, maar in toenemende mate ook Look-zonder-Look). Andere plekken waar deze planten in grote hoeveelheden voorkomen zijn in 2008 ook meerdere malen bezocht, maar helaas zonder resultaat. Waarnemingen in 2008: 4 mei 2008 Fort Uitermeer 1 mannetje 7 mei 2008 Limitische Heide 1 mannetje 8 mei 2008 Corversbos 1 vrouwtje 8 mei 2008 Muiden 1 mannetje 24 mei 2008 Laegieskamp 1 mannetje

Oranjetipje Gele Luzernevlinder Gele Luzernevlinder is een zuidelijke soort die tijdens invasies als zwerver in ons werkgebied terecht kan komen. In 2006 heeft er een invasie in Nederland plaatsgevonden en toen is de soort ook op enkele plekken in het Gooi gezien. 2007 en 2008 hebben helaas geen waarnemingen opgeleverd. De soort is een zwerver en stelt niet veel eisen aan de biotoop. Voortplanting vindt in Nederland amper plaats, alleen tijdens invasies kan de soort overal opduiken. Oranje Luzernevlinder Oranje Luzernevlinder is net als Gele Luzernevlinder een zwerver. Ook deze soort kan tijdens invasiejaren op veel plekken in Nederland worden gezien. De soort is echter stukken algemener dan Gele Luzernevlinder en wordt jaarlijks in wisselende aantallen in Nederland gezien. De laatste jaren worden er ook ieder jaar wel exemplaren in het Gooi waargenomen. In 2008 zijn er twee mannetjes van de Oranje Luzernevlinder in het Gooi waargenomen. In 2007 waren er geen waarnemingen. Waarnemingen in 2008: 23 augustus 2008 Corverbos Territoriaal mannetje 29 augustus 2008 Corversbos Territoriaal mannetje (zelfde als 23-8) 25 september 2008 Bovenmeent Overvliegend mannetje richting Zuid Citroenvlinder Citroenvlinder is al jaren een redelijk algemene soort in ons werkgebied. Het ziet er naar uit dat de soort stabiel is qua populatie omvang. De soort kan op

veel plekken worden waargenomen, maar zal altijd solitair rondvliegen. Citroenvlinder zal dus nooit in aantallen rondvliegen als de Koolwitjes. Met name mannelijke (knalgele) exemplaren worden gemeld, vrouwtjes zijn doorgaans minder opvallend van kleur en gedrag en worden daardoor veel over het hoofd gezien. De eerste Citroenvlinder is in 2008 gezien op 31 maart, in 2007 was dit op 12 maart. De soort overwintert als volgroeide vlinder en kan bij de eerste mooie dagen al rond gaan vliegen. Vuurvlinders Kleine Vuurvlinder Klein Vuurvlinder is een vrij algemene soort die voornamelijk op drogere terreinen wordt aangetroffen. De soort vliegt in drie, elkaar overlappende generaties en kan dus de gehele zomerperiode worden waargenomen. Vooral op de heidevelden in het Gooi is de soort redelijk algemeen te noemen en in 2008 is de soort, ondanks de natte zomer, niet substantieel minder gezien dan voorgaande jaren. De soort is dus stabiel te noemen in het Gooi Kleine Pages Sleedoornpage Na de waarneming van een mannetje van deze soort in de nazomer van 2007 in het Corversbos, is er in de daaropvolgende winter gericht gezocht op enkele plekken naar eitjes van deze soort. Sleedoornpage is een verborgen levende soort, die eigenlijk alleen maar in de wintermaanden goed te traceren is, als de opvallende (kleine) witte eitjes op de kale Sleedoornstruiken gevonden kunnen worden. Helaas zijn in er in de winter van 2007/2008 geen eitjes gevonden. In Soest, vlak buiten het Gooi is de laatste jaren een duidelijke toename van de soort te zien en daar worden in de winter geregeld eieren gevonden. Het ligt in de verwachting dat de soort ook in het Gooi goede gebieden zal kunnen vinden, maar vooralsnog moeten we er van uitgaan dat de vlinder van 2007 een zwerver is geweest en dat er nog geen populatie in het Gooi aanwezig is. In de komende jaren zal er uitvoeriger gezocht gaan worden naar de soort. Eikenpage Eikenpage is een soort die hoog in de eiken leeft. Alleen door langdurig de eikentoppen af te speuren, valt een indruk te krijgen van de algemeenheid van de soort. In de droge en hete zomer van 2007 waarin het in de top-vliegtijd van de soort zo heet was, dat er boven in de eiken geen dauw meer te vinden was voor de soort, viel pas op hoe algemeen de soort in het Gooi is. Op diverse

plekken werden groepen Eikenpages waargenomen die s ochtends vroeg dauw kwamen drinken op grotere grasvelden. Ook in 2008 heeft de soort weer uitstekend gevlogen. In principe kan gezegd worden dat de soort in bijna alle eikenpercelen een algemene verschijning is. Er is weinig over de stabiliteit van de populatie te zeggen, maar door het gericht zoeken naar de soort in de eikentoppen, wordt duidelijk dat het wellicht een van de meest algemene soorten in ons gebied is. Ook in woonwijken met volwassen eiken, is de soort geregeld te vinden. Vermeldenswaardig is de waarneming op de Bussummerheide op 2 juli 2008, waar in de bloeiende dopheide, binnen een half uur, maar liefst 24 exemplaren op een klein stukje beschaduwde hei werden gezien. Ook werden er in 2008 weer op meerdere plaatsen tijdens warme dagen, vlinders op de grond aangetroffen. De eerste waarneming van 2008 was op 9 juni, de laatste dateert van 12 augustus. Eikenpage Groentje Groentje is een karakteristieke soort van onze heidevelden. Door het vroege verschijnen van de soort, meestal in de tweede helft van april, en door de geringe afmetingen van de soort, wordt er snel overheen gekeken. In 2007 is er gericht gezocht naar de soort en op de heidevelden die bezocht zijn, werd de soort op veel plekken aangetroffen. Ook in 2008 is er gericht gezocht naar de soort en ook nu bleek weer dat de soort op de bezochte heidevelden in redelijke aantallen vloog. Vooral de Bussummerheide, het Hilversums Wasmeer en de Westerheide blijken een bolwerk van de soort te zijn. De soort vliegt met name langs bosranden in de buurt van solitaire struikjes die op de heide staan. Territoriale mannetjes overnachten in de bosranden en na het opwarmen verspreiden zij zich over de solitaire struikjes op de heide, om daar hun territorium te verdedigen en te wachten op langsvliegende paringsbereide vrouwtjes.

Opvallend in 2008 was dat op plekken die in 2007 slechts enkele vlinder opleverden, in 2008 veel meer vlinders zich lieten zien. Zo werden er op een stuk van amper honderd meter, op de Bussummerheide, maar liefst 21 territoriale mannetjes aangetroffen. De heidevelden van het Gooi kunnen prima wedijveren met bekende gebieden als de Hoge Veluwe wat betreft voorkomen van het Groentje. Daarnaast is gebleken dat de steppingstones, aangelegd door het GNR, om verschillende heidegebieden in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur, de soort de ruimte geven om zich verder te verspreiden. In de Snip werden in 2008 meermalen Groentjes gezien, maar ook werd heel verrassend een Groentje aangetroffen tijdens het monitoren van het Laegieskamp, een gebied dat hemelsbreed ver van de heidevelden afligt. Het ligt in de verwachting dat deze vlinder via de steppingstones dit gebied heeft bereikt. In 2009 zullen de nog niet bezochte heidevelden, Vliegheide, Tafelbergheide, Blaricummerheide en Limitische Heide bezocht gaan worden, om ook daar een indruk van het voorkomen van de soort te krijgen. Omdat hier ook de waardplanten van de rupsen, met name Brem en Stekelbrem aanwezig zijn, ligt het in de verwachting dat de soort ook hier aangetroffen zal worden. De soort is dus redelijk algemeen te noemen in de juiste biotopen. Blauwtjes Boomblauwtje Boomblauwtje is een soort die in diverse biotopen aangetroffen kan worden. Bosranden en parken en grotere tuinen zijn favoriet bij de soort, die jaarlijks in twee generaties vliegt. 2008 is een normaal jaar voor de soort geweest in het Gooi. Er werden niet veel minder vlinders gezien en doorgegeven dan in voorgaande jaren. De soort kan dus stabiel genoemd worden in het Gooi. Boomblauwtje

Heideblauwtje Heideblauwtje lijkt bezig aan een terugkomst. Nadat de soort in de jaren 80 dramatisch achteruit is gegaan in het Gooi, en er nog slechts enkele kleine populaties resten op de heidevelden, lijkt de soort van het huidige plagbeheer te profiteren en zijn ieder jaar weer meer vlinders aan te treffen. Door het plaggen van de heidevelden door het GNR, komt Dopheide weer massaal voor. Dopheide is een belangrijke nectarplant voor vliegende Heideblauwtjes. Hoewel de aantallen van 2008 hoopvol stemmen, is de soort natuurlijk nog lang niet uit de gevarenzone. In bolwerken van Heideblauwtjes elders in het land, wordt de soort bij honderden tegelijk aangetroffen en die situatie hebben we op onze heidevelden nog lang niet. Momenteel zijn de belangrijkste vliegplaatsen te vinden op de Bussummerheide, de Westerheide en de Franse Kampheide. Op de Westerheide werden op een plagveld dat drie jaar geleden onder handen was genomen, maar liefst 31 exemplaren gezien, waaronder 24 mannetjes. Ook op de Tafelbergheide en de Blaricummerheide werden sporadisch exemplaren gezien. Heideblauwtje is in het Gooi het enige mierenblauwtje. Doordat alle mierenblauwtjes niet alleen van nectarplanten (Dopheide in geval van het Heideblauwtje), en waardplanten voor de rupsen (voornamelijk Struikheide), maar ook van kleinere mierensoorten afhankelijk zijn (de rupsen overwinteren in mierennesten), blijft de soort kwetsbaar en gevoelig voor veranderingen in de biodiversiteit. In 2009 zal er in de juiste vliegtijd op deze heidevelden gericht gezocht gaan worden naar de soort. Ook zal er bij het Hilversums Wasmeer gezocht gaan worden of de vlinders daar aanwezig zijn.

Heideblauwtje Bruin Blauwtje Bruin Blauwtje is een soort van schrale graslanden en al jaren erg schaars in het Gooi. Ook in 2008 is hier geen verandering in gekomen. De soort heeft een paar kleine populaties in het Gooi. In 2008 is een nieuwe populatie ontdekt bij de Stichtse Brug. De bekendste populatie, bij de Zanderij Crailo was ook dit jaar weer erg klein, maximaal werden er drie vlinders gevonden, waaronder gelukkig een copulerend paartje, waardoor er weer hoop is voor nageslacht voor het komende jaar. Naast de Stichtse Brug en de Zanderij Crailo is de soort in 2008 ook aangetroffen bij de Vijfhoek, ten westen van Muiden. Het gebied rondom het Corversbos is helaas niet bezocht, doordat de vliegplaats door Natuurmonumenten hermetisch is afgesloten. De soort is in het Gooi stabiel te noemen, maar blijft uitermate kwetsbaar. De maximale populatie omvang in het Gooi valt per generatie op 25-50 vlinders te schatten. In heel Nederland vertoont de soort een forse achteruitgang. Bruin Blauwtje

Icarusblauwtje Icarusblauwtje is ook een soort van schrale graslanden, maar de soort is gelukkig minder schaars dan Bruin Blauwtje. In het Gooi vliegen nog een paar redelijke populaties rond (bv Zanderij Crailo en Cruysbergen), maar dat wil niet zeggen dat de soort algemeen genoemd kan worden. De hoeveelheid populaties is beperkt, door ontbreken van geschikte biotopen, maar door de omvang van de huidige populaties is de situatie niet kritiek te noemen. Wel valt een geleidelijke daling van het aantal populaties te bespeuren en daarmee zal de soort toch goed in de gaten moeten worden gehouden. Verdere ontwikkeling van gebieden als Laegieskamp en Cruysbergen kunnen de soort voor de toekomst veiligstellen. Ook in de rest van Nederland wordt overigens een lichte daling van de soort opgemerkt. Vossen Dagpauwoog Dagpauwoog is een soort die overwinterd als volwassen vlinder en kan dus vroeg in het voorjaar al gezien worden, bij de eerste warmere dagen. Nadat deze generatie haar eieren heeft afgezet, volgt er in de tweede helft van de zomer een tweede generatie. 2008 was niet al te best voor de soort. Door de overvloedige regenval, zal een groot deel van de verpoppende rupsen door schimmelvorming ed afgestorven zijn. Ook de regen tijdens de vliegtijd zal het aantal waarnemingen geen goed hebben gedaan. De soort is niet erg kieskeurig qua waardplanten en biotoop en het voorkomen wordt dus grotendeels beïnvloed door de temperaturen en de hoeveelheid regen. In heel Nederland is in 2008 een sterke daling van het aantal Dagpauwogen waargenomen, maar we kunnen alleen maar hopen dat de soort zich in 2009 weer herstelt. De koude winter zal het overwinteren en het vroeg uitvliegen van de vlinders beïnvloeden en wellicht dat dat een gunstig effect heeft op de aantallen van de soort het komende jaar. Dagpauwoog

Distelvlinder Distelvlinder bereikt hoofdzakelijk als trekvlinder ons land. Al jaren fluctueren de hoeveelheden Distelvlinders die naar Nederland komen enorm. 2008 was een uiterst slecht jaar te noemen, er zijn in het Gooi maar weinig Distelvlinders gezien (totaal 18 waarnemingen van 26 vlinders, tegen 48 waarnemingen van in totaal 64 vlinders in 2007). Door het grillige trekgedrag van de soort valt hier echter niets uit te concluderen, wij zijn afhankelijk van hoe goed de soort het ten zuiden van ons land doet. Bij een goede zomer, met minder regen en hogere temperaturen, bestaat de kans dat de soort weer massaal naar ons land komt. Atalanta Sinds enkele jaren probeert een deel van de Atalanta s in ons land te overwinteren. Door de zachtere winters was de soort daardoor soms al vroeg in het jaar te zien. Atalanta heeft geen winterslaap, zoals Kleine Vos en Dagpauwoog, maar blijft in rust en kan bij de minste temperatuurstijging al tevoorschijn komen. Een koude winter, zoals die van 2008-2009 kan alle overwinterende Atalanta s een klap geven. Het grootste gedeelte van de Atalanta s komt echter in het vroege voorjaar als trekvlinder naar ons land toe. Afsterven van de overwinteraars hoeft dus niet het einde van de soort te betekenen bij ons. Helaas was ook voor deze soort, 2008 een bedroevend slecht jaar. De doortrek van vlinders uit het hoge noorden, die soms tot in november door kan gaan, vertoonde echter een normaal patroon. Het ziet er dus naar uit dat de soort redelijk stabiel is gebleven, maar ook bij deze soort zijn wij in 2009 afhankelijk van de toestroom van zuidelijke vlinders. Rouwmantel Rouwmantel is een soort die in invasiejaren vanuit Scandinavië en Oost Europa ons land wel eens aan wil doen. 2006 was het laatste invasiejaar, toen werden er in het Gooi 3 exemplaren gezien. Als staartje van deze invasie werden ook in het voorjaar van 2007 nog enkele exemplaren gezien (die hier wellicht overwinterd hadden). 2008 heeft geen Rouwmantels naar ons gebied gebracht, in heel Nederland was de soort overigens erg zeldzaam. Kleine Vos Kleine Vos heeft het in 2008 uitermate slecht gedaan. Op velden waar in voorgaande jaren tientallen exemplaren vlogen, werden nu bijna geen vlinders aangetroffen. Kennelijk had de soort het erg moeilijk door de lage temperaturen en de overvloedige regenval. Het voorjaar (overwinterende vlinders) ging nog wel redelijk, maar de nazomergeneratie was bedroevend

klein. Waarschijnlijk is een groot deel van de poppen door de regen verschimmeld en hebben weinig vlinders uit kunnen komen. In heel Nederland was hetzelfde beeld te zien. In 2009 is het afwachten wat dit voor consequenties heeft voor het voortbestaan van de soort. In het verleden zijn er wel vaker erg slechte jaren geweest, maar doorgaans herstelde de soort zich na dergelijke jaren weer vrij snel. Gehakkelde Aurelia Gehakkelde Aurelia kan ook in allerlei biotopen worden waargenomen, van bossen tot stadstuinen en parken. De soort deed het in 2009 redelijk en kan stabiel genoemd worden, hoewel de aantallen (waarschijnlijk ook door de regenval) beduidend lager waren dan in voorgaande jaren. Landkaartje Landkaartje blijft in het Gooi een erg schaarse vlinder en gaat in aantal achteruit. Op de bekendere vliegplekken (zoals de Kromme Rade bij Kortenhoef) werden nog wel gelijke aantallen waargenomen als voorgaande jaren, maar echt algemeen kan de soort in het Gooi niet genoemd worden. Voornaamste vliegplekken liggen in het plassengebied rondom Ankeveen en het Naardermeer. De populaties zijn echter schrikbarend klein te noemen. Landkaartje Zandogen Heivlinder Heivlinder is een soort die in het Gooi eigenlijk gelimiteerd is tot de heidevelden en omliggende schrale wegbermen. De soort is daardoor niet algemeen te noemen, hoewel in de geschikte biotopen flinke aantallen kunnen vliegen. Door de levenswijze van de soort, die volledig op zijn schutkleur vertrouwd en pas bij benadering opvliegt, is het moeilijk om gebiedsdekkend Heivlinders in kaart te brengen. Op de Bussummer- en Westerheide heeft gericht zoeken rondom vrijstaande oude bomen, waar de soort zich omheen verzamelt, echter geleid tot meer vindplaatsen. Het lijkt er op dat ook deze

soort profiteert van de stepping-stones van het GNR en mogelijkheden ziet om zich over meerdere heidevelden te verspreiden. De aantallen in 2008 laten een duidelijke toename van de soort zien. Heivlinders hebben wel specifieke territorium eisen. Zo is het uitermate belangrijk dat tussen de heipollen, nog voldoende stukken kaal zand overblijven. Op deze zanderige stukken warmen de vlinders zich op. Het plaggen van stukken van de heide zal de soort dus beslist ten goede komen. Heivlinder Bruin Zandoogje Bruin Zandoogje is een algemene soort die voornamelijk vliegt op schrale graslanden. Op veel plekken in het Gooi komen grote dichtheden Bruin Zandoogjes voor. Vooralsnog doet de soort het goed en laten de aantallen een stabiele populatie zien. Het Laegieskamp is een bekende plek voor de soort, die daar in enorme hoeveelheden groeit. Als de ontwikkeling van Cruysbergen zich door zet, en het gebied qua flora dezelfde richting opgaat als het Laegieskamp, dan zal ook daar een dergelijke dichtheid voor de soort bereikt kunnen worden. Vooralsnog is de soort stabiel te noemen en zijn de grootte van de populaties niet zorgwekkend. Bruin Zandoogje

Hooibeestje Nadat enkele jaren geleden de hoeveelheid Hooibeestjes in het hele land een enorme klap hadden gehad, was de soort in de afgelopen jaren weer bezig langzaam op te krabbelen uit het dal. 2008 was echter weer een slecht jaar voor de soort en in heel het land werden beduidend minder Hooibeestjes aangetroffen. Ook in het Gooi waren de aantallen in 2008 beduidend lager dan in 2007. Helaas ziet het er naar uit dat er langzaam weer een kentering in de aantallen op aan het treden is, oorzaken hiervoor zijn vooralsnog niet bekend. De soort vliegt bij ons voornamelijk op en rond de heidevelden en is voor 2008 eigenlijk nergens meer algemeen te noemen. De komende jaren zullen uit moeten wijzen hoe de soort zich zal ontwikkelen. Bont Zandoogje Bont Zandoogje is een van de weinige succesverhalen. De afgelopen jaren doet de soort het erg goed en wordt hij op steeds meer plekken aangetroffen. Was de soort vroeger beperkt te vinden in volwassen bossen, tegenwoordig kan Bont Zandoogje op allerlei plekken worden aangetroffen. Bont Zandoogje is dus met een flinke opmars bezig en kan tegenwoordig een van de algemenere dagvlinders worden genoemd. Bonte Zangoogjes zijn in geschikte biotopen op veel plekken te vinden en verspreid over het Gooi kunnen flinke aantallen Bont Zandoogjes worden gevonden. Bont Zandoogje Argusvlinder De aantallen van Argusvlinder laten in het hele land een sterke afname zien. In het Gooi was de soort de laatste jaren al een zorgenkindje en 2008 laat zien dat het nu wel erg snel bergafwaarts gaat. De bekende vliegplekken, rondom het Hilversum Kanaal en bij de Weespertrekvaart waar in voorgaande jaren nog enkele vlinders vlogen, zijn in 2008 weer bezocht en leverden maar 1 waarneming van een vlinder op. Het ziet er helaas naar uit dat Argusvlinder in de komende jaren zal verdwijnen als soort uit het Gooi. Oorzaken hiervan zijn helaas nog niet bekend, maar zullen ongetwijfeld met verdwijnen van de

habitat en opwarming van de winters te maken hebben. De vlinderstichting wijt het aan z.g. productiegras-weilanden, die ongeschikt zijn voor vlinders. Dikkopjes Zwartsprietdikkopje Zwartsprietdikkopje is een soort van schrale graslanden en wegbermen. In ons werkgebied vliegt deze soort in het geschikte biotoop in redelijke aantallen. Zanderij Crailo, het Laegieskamp en Cruysbergen zijn goede bolwerken voor de soort. 2008 laat zien dat de soort stabiel te noemen is. Net als Bruin Zandoogje, die in het zelfde biotoop vliegt, zal de ontwikkeling van Cruysbergen hoogstwaarschijnlijk een positieve invloed hebben op de aantallen van deze soort. Geelsprietdikkopje Van Geelsprietdikkopje zijn in de afgelopen jaren geen gedocumenteerde waarnemingen bekend uit het Gooi. Hoewel er in 2006 nog twee vlinders zijn gemeld bij het Naardermeer, hebben zoektochten naar de soort in 2007 en 2008 geen gevallen meer opgeleverd. Onderzoek naar de soort wordt bemoeilijkt door de sterke gelijkenis met Zwartsprietdikkopje, dat in hetzelfde biotoop vliegt. In heel Nederland laat de soort een sterke achteruitgang zien, maar in de komende jaren zal nog gericht gezocht gaan worden naar Geelsprietdikkopjes. Vooralsnog ziet het er echter naar uit dat de soort als uitgestorven in het Gooi kan worden beschouwd. Groot Dikkopje Groot Dikkopje is altijd al een schaarse soort geweest in het Gooi. Dit Dikkopje stelt specifiekere eisen aan zijn biotoop dan Zwartsprietdikkopje en vliegt daarom op veel minder plekken. De soort lijkt sterk gebonden te zijn aan grotere braamstruwelen en op plekken waar nog veel Bramen staan, zijn Grote Dikkopjes nog in redelijke aantallen te vinden. Door het territoriale gedrag van de mannetjes zijn de dichtheden van de soort echter nooit hoog te noemen. 2008 laat zien dat de soort stabiel te noemen is.

Groot Dikkopje

Monitoringsroutes Dagvlinders Na de opstartcursus Dagvlinders herkennen en monitoren, zijn in 2008 voor het eerst een vijftal monitoringsroutes van start gegaan. Doel van deze monitoringsroutes is om een inzicht te krijgen in de verschuivingen van de aantallen waargenomen Dagvlinders langs een vastgestelde route. Door jaren achter elkaar iedere week dezelfde route op dezelfde manier te lopen en de aantallen Dagvlinders te tellen, kan een inzicht gekregen worden in de verschuivingen van de aantallen. Aangezien 2008 het eerste jaar van deze vier routes is, is er natuurlijk nog niets te zeggen over de verschuivingen in aantallen, dit zal pas kunnen nadat de routes enkele jaren gelopen zijn. Toch kan er met de resultaten over 2008 al een goed beeld gekregen worden over de aantallen die op de routes waar te nemen zijn. Waargenomen vlinders in 2008 - monitorroutes in het Gooi: In 2008 zijn in totaal 1735 vlinders waargenomen in 22 soorten! Allereerst een overzicht van alle dagvlinders en de totale aantallen die we in de vier routes ervan hebben gezien, tevens verdeeld naar maand. Totaal April Mei Juni Juli Aug Sept Bruin Zandoogje 869 196 566 106 1 Icarusblauwtje 218 23 30 23 137 5 Klein Koolwitje 211 4 21 49 20 76 41 Klein geaderd Witje 138 2 9 58 61 8 Kleine Vuurvlinder 101 7 6 24 26 38 Hooibeestje 92 6 30 14 18 24 Groot Koolwitje 65 1 4 12 9 37 2 Zwartsprietdikkopje 51 4 22 25 Heivlinder 47 36 11 Bont Zandoogje 39 5 6 23 5 Groentje 38 1 28 8 1 Dagpauwoog 32 25 4 2 1 Kleine Vos 16 10 2 1 3 Boomblauwtje 14 1 3 9 1 Atalanta 12 3 9 Bruin Blauwtje 7 1 1 3 2 Landkaartje 5 3 2 Citroenvlinder 4 3 1 Eikenpage 3 2 1 Groot Dikkopje 3 1 2 Heideblauwtje 2 2 Gehakkelde Aurelia 1 1 Totaal 1968 45 110 349 795 530 139

Het is bij een aantal soorten (b.v. Bont zandoogje) goed te zien dat we beide generaties hebben waargenomen. Kerntotalen per route Dat Laegieskamp in 2008 de meeste vlinders heeft gezien zal niemand meer verrassen, het beeld vertekent wel iets doordat de route ook het meest gelopen is. De strijd om het meeste soorten was de laatste maand echt een nek- aan nek race en is uiteindelijk (dankzij die ene Gehakkelde aurelia) onbeslist geëindigd! Route Aantal Soorten Totaal vlinders Aantal x gelopen Blukheide Hilversum 12 181 27 Laegieskamp Bussum 18 1036 34 Groene Long Bussum 8 128 17 Natuurbrug Zanderij Crailo 19 393 24 Aardjesberg 14 230 24 Totaal 22 1968 125 De norm is ongeveer 25 keer lopen, maar in de praktijk vallen er altijd een paar bezoeken uit vanwege slecht weer en tijdgebrek. Waarnemingen per route Als we van alle waarnemingen de routes met elkaar vergelijken Totaal Blukheide Groene Long Laegies-kamp Natuurbrug Crailoo Aardjesberg Bruin Zandoogje 869 17 75 624 135 18 Icarusblauwtje 218 1 99 117 1 Klein Koolwitje 211 8 13 52 64 74 Klein geaderd Witje 138 3 12 62 4 57 Kleine Vuurvlinder 101 34 3 23 15 26 Hooibeestje 92 26 7 5 17 37 Groot Koolwitje 65 2 6 51 3 3 Zwartsprietdikkopje 51 50 1 Heivlinder 47 40 6 1 Bont Zandoogje 39 4 11 14 6 4 Groentje 38 29 1 3 5 Dagpauwoog 32 29 2 1 Kleine Vos 16 12 4 Boomblauwtje 14 8 3 3 Atalanta 12 8 1 2 1 Bruin Blauwtje 7 7 Landkaartje 5 4 1 Citroenvlinder 4 3 1 Eikenpage 3 2 1 Groot Dikkopje 3 2 1 Heideblauwtje 2 2 Gehakkelde Aurelia 1 1 totaal 1968 181 128 1036 393 230

De waargenomen soorten verschillen flink per route. Hopelijk wordt het beheer in de Groene Long verbeterd (er is goed contact met de beheerder!) en resulteert dat in meer waarnemingen in de volgende jaren. De volgende monitoorders hebben bovengenoemde routes gelopen: Blukheide Ellen en Pascal Huybers Groene Long Conny Leijdekker, Pieter Bogaers en Rob Lips Laegieskamp Gerrit Boot, Hanneli Hamilton en Derek Laout Natuurbrug en Aardjesberg Anja Schuitema, Astrid Medema en Dirk van Deutekom

Totaal overzicht waargenomen Dagvlinders buiten de Monitoringsroutes Naam Wetenschappelijke naam Waarnemingen Exemplaren Koninginnenpage Papilio machaon 3 3 Groot Koolwitje Pieris brassicae 107 456 Klein Koolwitje Pieris rapae 118 507 Klein Geaderd Witje Pieris napi 135 823 Koolwitje sp. Pieris sp. 10 35 Oranjetipje Anthocharis cardamines 5 5 Oranje Luzernevlinder Colias croceus 3 3 Citroenvlinder Gonepteryx rhamni 45 50 Kleine Vuurvlinder Lycaena phlaeas 111 228 Eikenpage Favonius quercus 67 220 Groentje Callophrys rubi 48 196 Boomblauwtje Celastrina argiolus 66 83 Heideblauwtje Plebeius argus 17 103 Bruin Blauwtje Plebeius agestis 19 35 Icarusblauwtje Polyommatus icarus 77 362 Dagpauwoog Inachis io 100 298 Distelvlinder Vanessa cardui 16 23 Atalanta Vanessa atalanta 98 213 Kleine Vos Aglais urticae 96 170 Gehakkelde Aurelia Polygonia c-album 75 87 Landkaartje Araschnia levana 16 21 Heivlinder Hipparchia semele 31 154 Bruin Zandoogje Maniola jurtina 71 849 Hooibeestje Coenonympha pamphilus 74 183 Bont Zandoogje Pararge aegeria 146 319 Argusvlinder Lasiommata megera 1 1 Zwartsprietdikkopje Thymelicus lineola 22 203 Groot Dikkopje Ochlodes sylvanus 32 86 1608 5715