Mondiale Gedragscode van de WHO. inzake de internationale werving van gezondheidswerkers

Vergelijkbare documenten
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 november 2003 (OR. en) 13915/03 ENFOPOL 92 COMIX 642

AANBEVELINGEN. AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance ( pas toe of leg uit )

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

Partij zijnde bij het Verdrag inzake biologische diversiteit, hierna te noemen,,het Verdrag,

14166/16 nuf/cle/cg 1 DG G 2B

8361/17 asd/jel/sl 1 DG B 2B

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

TRACTATENBLAD VAN HET

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

Financial Planner Werk Ervaring Standaard. Model Gedragscode voor CFP Professionals

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 15 juli 2009 (24.07) (OR. en) ST 12116/09 DROIPE 66 COPE 139

Publicatieblad van de Europese Unie

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

Verdrag nr. 181 betreffende particuliere bureaus voor arbeidsbemiddeling (B.S., 28 oktober 2004)

Courtesy Vertaling. Onafhankelijk onderzoek naar de rapportageprocedure van het IPCC. Taakomschrijving

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument B6-0038/2006 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

TRACTATENBLAD VAN HET

HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR EEN EUROPESE SECTORRAAD ARBEIDSMARKT EN KWALIFICATIES IN DE SPORT EN BEWEEGSECTOR

Code VINCI Leveranciers Global Performance Commitment

L 120/20 Publicatieblad van de Europese Unie AANBEVELINGEN COMMISSIE

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2017 (OR. en)

Verdrag inzake het Europees Bosseninstituut

LEIDRAAD BUSINESS COMPLIANCE VOOR ZAKELIJKE PARTNERS

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 april 2010 (20.04) (OR. en) 8570/10 ENFOPOL 99

15293/08 cle/gra/jv 1 DG E II

Raad van de Europese Unie Brussel, 25 november 2015 (OR. en) NOTA het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

15184/16 mak/van/fb 1 DG D 1C

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

14391/15 van/gys/hh 1 DGB 3B

BEMIDDELAARS/MEDIATORS

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 november 2006 (24.11) (OR. en) 15258/06 SAN 240. NOTA het Comité van permanente vertegenwoordigers

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

8760/19 tin/van/ev 1 TREE.1.B

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 januari 2006 (28.02) (OR. en) 5467/06 LIMITE ENFOCUSTOM 8 ENFOPOL 8 CRIMORG 9 CORDROGUE 4

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

13645/1/16 REV 1 ev 1 DG E 1C

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

8461/17 nes/ons/sl 1 DGG 2B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15137/09 CRIMORG 164 ENFOPOL 271

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 mei 2009 (19.05) (OR. en) 9976/09 PROCIV 77 JAI 302 COCON 15 RELEX 473 SAN 126 TELECOM 112 COHAFA 28

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

VERDRAG BETREFFENDE PARTICULIERE BUREAUS VOOR ARBEIDSBEMIDDELING

TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

12950/17 van/asd/dp 1 DG B 2B

10159/17 mak/gra/fb 1 DG D 1C

Uit dien hoofde hebben zij overeenstemming bereikt als volgt:

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,

PostNL Business Principles

BEST BOSS BELEIDSNOTA Aanbevelingen voor een succesvolle bedrijfsopvolging van KMO s in toerisme

OVEREENKOMST TUSSEN. SECURITAS AB (publ) UNION NETWORK INTERNATIONAL DE ZWEEDSE UNIE VOOR TRANSPORTWERKERS (SWEDISH TRANSPORT WORKERS UNION) OVER

Verklaring omtrent de sociale rechten en de industriële betrekkingen bij LEONI

Deze nota bevat ook een planning voor de verdere behandeling van dit dossier in de aanloop naar de zitting van de Raad TTE (8-9 juni 2006).

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000

Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980

Deontologische code - Commissie Projectsourcing

7875/17 oms/rts/sl 1 DGG 2B

ILO-VERKLARING BETREFFENDE DE FUNDAMENTELE PRINCIPES EN RECHTEN OP HET WERK

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van XXX. betreffende toegang tot een elementaire betaalrekening. (Voor de EER relevante tekst)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 april 2014 (OR. en) 9026/14 JEUN 65 SOC 299

ISSAI 30 Ethische code

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE

ISSAI 12 De waarde en voordelen van rekenkamers een verschil maken in het leven van de burger. Vertaling

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

MEDEDELING AAN DE LEDEN

7749/19 voo/pau/sp 1 TREE 1.B

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

DE EUROPESE GEMEENSCHAP (hierna "de Gemeenschap" te noemen) enerzijds, en

BESLUITEN. (Kennisgeving geschied onder nummer C(2016) 4141)

Associatie Raamwerk Overeenkomst tussen de Republiek Suriname en MERCOSUR

Functieprofiel Functionaris Gegevensbescherming

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2015 (OR. en)

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

Zie voor actuele informatie over welke landen dit protocol getekend en geratificeerd hebben

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0411/1. Amendement. Peter Jahr namens de PPE-Fractie

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2169(DEC)

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 oktober 2009 (15.10) (OR. en) 14299/09 ADD 1 AGRILEG 182 DENLEG 93

Hoe kan worden gegarandeerd dat mensen met osteoartritis en reumatoïde artritis overal in Europa optimale zorg krijgen: aanbevelingen van EUMUSC.

Richtsnoeren voor de behandeling. van klachten door. verzekeringsondernemingen

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het Europees justitieel netwerk

Functiefamilie ET Thematische experten

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EACEA/13/2019 EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

61e jaargang 9 augustus 2018

Transcriptie:

mei 2013

123 mei 2013 Mondiale Gedragscode van de WHO inzake de internationale werving van gezondheidswerkers Gepubliceerd door de Wereldgezondheidsorganisatie in 2010 onder de titel WHO global code of practice on the international recruitment of health personnel. World Health Organization 2010 De directeur-generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie heeft de rechten van vertaling en publicatie van de Nederlandse versie van de mondiale gedragscode aan Wemos toegekend. Wemos is als enige verantwoordelijk voor de Nederlandse uitgave. Gepubliceerd door Stichting Wemos Wemos, 2013 De vertaling van de mondiale gedragscode inzake de internationale werving van gezondheidswerkers is tot stand gekomen met dank aan het Nederlandse ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Deze publicatie is tot stand gekomen met de financiële steun van de Europese Unie voor het project "Health workers for all and all for health workers". De verantwoordelijkheid voor de publicatie ligt uitsluitend bij Wemos. De Europese Unie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de inhoud van de publicatie.

Preambule De lidstaten van de Wereldgezondheidsorganisatie, Herinnerend aan resolutie WHA57.19 waarin de Wereldgezondheidsvergadering de Directeur-Generaal heeft verzocht een vrijwillige gedragscode inzake de internationale werving van gezondheidswerkers op te stellen in overleg met alle relevante partners; Gehoor gevend aan de oproepen in de Verklaring van Kampala, aangenomen tijdens het eerste Mondiale Forum inzake werknemers in de gezondheidszorg (Kampala, 2-7 maart 2008), en in de G8-communiqués van 2008 en 2009 waarin de WHO werd aangemoedigd de ontwikkeling en aanname van een gedragscode te bespoedigen; Zich bewust van het wereldwijde tekort aan gezondheidswerkers en onderkennend dat een adequaat aantal beschikbare werknemers in de gezondheidszorg van wezenlijk belang is voor een geïntegreerd en doeltreffend gezondheidszorgstelsel en de verstrekking van gezondheidsdiensten; Uiterst bezorgd dat het ernstige tekort aan gezondheidswerkers, met inbegrip van hoogopgeleide en getrainde gezondheidswerkers, in veel lidstaten een ernstige bedreiging vormt voor het functioneren van gezondheidszorgstelsels en het vermogen van deze landen ondermijnt de millenniumdoelstellingen en overige internationaal overeengekomen ontwikkelingsdoelstellingen te verwezenlijken; Benadrukkend dat de inzake de internationale werving van gezondheidswerkers een centraal onderdeel dient te zijn van bilaterale, nationale, regionale en mondiale maatregelen om de problemen die gepaard gaan met de migratie van gezondheidswerkers te ondervangen en gezondheidszorgstelsels te versterken. ZIJN DERHALVE de volgende artikelen overeengekomen die door de lidstaten worden aanbevolen als basis voor maatregelen. Artikel 1 Doelstellingen De doelstellingen van deze Gedragscode zijn: 1. het opstellen en bevorderen van vrijwillige beginselen en praktijken voor de ethische internationale werving van gezondheidswerkers, rekening houdend met de rechten, verplichtingen en verwachtingen van de landen van herkomst, landen van bestemming en gemigreerde gezondheidswerkers; 2. het fungeren als referentie voor lidstaten bij het opzetten of verbeteren van het wettelijke en institutionele kader dat nodig is voor de internationale werving van gezondheidswerkers; 3. het bieden van een leidraad die naar behoefte gebruikt kan worden bij het formuleren en implementeren van bilaterale overeenkomsten en andere internationale juridische instrumenten; Blad 1 van 9

4. het vergemakkelijken en bevorderen van internationale discussie en het stimuleren van samenwerking op gebieden die samenhangen met de ethische internationale werving van gezondheidswerkers als onderdeel van het versterken van gezondheidszorgstelsels, met bijzondere aandacht voor de situatie van ontwikkelingslanden. Artikel 2 Aard en reikwijdte 2.1 De toepassing van de Gedragscode is vrijwillig. De lidstaten en overige belanghebbenden worden sterk aangemoedigd de Gedragscode toe te passen. 2.2 De Gedragscode heeft een mondiale reikwijdte en is bedoeld als richtsnoer voor lidstaten bij de samenwerking met belanghebbenden zoals gezondheidswerkers, personeelswervers, werkgevers, organisaties voor beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg, relevante subregionale, regionale en mondiale organisaties, ongeacht of zij behoren tot de publieke of de private sector, met inbegrip van nongouvernementele organisaties, en alle personen die zich bezighouden met de internationale werving van gezondheidswerkers. 2.3 De Gedragscode voorziet in ethische beginselen die van toepassing zijn op de internationale werving van gezondheidswerkers op een wijze die de gezondheidszorgstelsels van ontwikkelingslanden, landen met een overgangseconomie en kleine eilandstaten versterkt. Artikel 3 Richtsnoeren 3.1 De gezondheid van alle volken is een noodzakelijke voorwaarde voor het bereiken van vrede en veiligheid en is afhankelijk van de volledige samenwerking van individuen en staten. Regeringen dragen verantwoordelijkheid voor de gezondheid van hun volken, hetgeen kan worden verwezenlijkt door het nemen van doeltreffende maatregelen op gezondheidsgebied en sociaal gebied. De lidstaten dienen, al naargelang van toepassing, de Gedragscode in aanmerking te nemen bij het ontwikkelen van hun nationale gezondheidsbeleid en bij hun onderlinge samenwerking. 3.2 Het aanpakken van bestaande en verwachte tekorten aan gezondheidswerkers is essentieel voor de bescherming van de mondiale volksgezondheid. Internationale migratie van gezondheidswerkers kan een nuttige bijdrage zijn voor de ontwikkeling en versterking van gezondheidszorgstelsels, mits de werving in goede banen wordt geleid. Het is evenwel wenselijk dat er vrijwillige internationale beginselen worden vastgesteld en dat nationale beleidsmaatregelen op het gebied van de internationale werving van gezondheidswerkers worden gecoördineerd teneinde kaders te kunnen vaststellen voor het op billijke wijze versterken van mondiale gezondheidszorgstelsels, het dempen van de negatieve gevolgen van de migratie van gezondheidswerkers voor Blad 2 van 9

de gezondheidszorgstelsels in ontwikkelingslanden en het waarborgen van de rechten van gezondheidswerkers. 3.3 De specifieke behoeften en bijzondere omstandigheden van landen, met name de ontwikkelingslanden en landen met een overgangseconomie die bijzonder kwetsbaar zijn voor tekorten van werknemers in de gezondheidszorg en/of onvoldoende capaciteit hebben om de aanbevelingen van deze Gedragscode in te voeren, dienen in overweging te worden genomen. De ontwikkelde landen dienen, voor zover mogelijk, ontwikkelingslanden en landen met een overgangseconomie technische en financiële bijstand te verlenen om gezondheidszorgstelsels te versterken, met inbegrip van de ontwikkeling van gezondheidswerkers. 3.4 De lidstaten dienen rekening te houden met het recht op het hoogst haalbare niveau van gezondheid voor de bevolking van de landen van herkomst en het individuele recht van gezondheidswerkers om een land te verlaten in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving, teneinde de negatieve gevolgen van migratie voor de gezondheidszorgstelsels van de landen van herkomst te verzachten en de positieve gevolgen ervan te maximaliseren. Niets in deze Gedragscode mag echter worden uitgelegd als een beperking van de vrijheid van gezondheidswerkers, in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving, te migreren naar landen die hen willen toelaten en in dienst willen nemen. 3.5 De internationale werving van gezondheidswerkers dient te geschieden in overeenstemming met de beginselen van transparantie, billijkheid en bevordering van de duurzaamheid van gezondheidszorgstelsels in ontwikkelingslanden. De lidstaten dienen, in overeenstemming met de nationale wetgeving en toepasselijke internationale juridische instrumenten waar zij partij bij zijn, billijke arbeidspraktijken voor alle gezondheidswerkers te bevorderen en te eerbiedigen. Bij geen van de aspecten van het dienstverband en de behandeling van gemigreerde gezondheidswerkers mag sprake zijn van enige vorm van onwettig onderscheid. 3.6 De lidstaten dienen, voor zover mogelijk, te streven naar een duurzaam aantal werknemers in de gezondheidszorg en te werken aan het opzetten van doeltreffende strategieën voor de planning, opleiding, training en het behoud van werknemers zodat er minder behoefte ontstaat aan het werven van gezondheidswerkers in het buitenland. Beleid en maatregelen gericht op het versterken van de positie van de werknemers in de gezondheidszorg dienen aangepast te zijn aan de specifieke omstandigheden van elk land en dienen geïntegreerd te worden in nationale ontwikkelingsprogramma's. 3.7 Het op doeltreffende wijze verzamelen van nationale en internationale gegevens over, onderzoek naar en het delen van informatie over internationale werving van gezondheidswerkers zijn noodzakelijk voor het verwezenlijken van de doelstellingen van deze Gedragscode. 3.8 De lidstaten dienen circulaire migratie van gezondheidswerkers te vergemakkelijken opdat vaardigheden en kennis verworven kunnen worden die zowel het land van herkomst als het land van bestemming ten goede komen. Blad 3 van 9

Artikel 4 Verantwoordelijkheden, rechten en wervingspraktijken 4.1 Gezondheidswerkers, organisaties voor beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg, vakraden en personeelswervers dienen te streven naar volledige samenwerking met regelgevers, nationale en lokale autoriteiten in het belang van patiënten, gezondheidszorgstelsels en de maatschappij in het algemeen. 4.2 Personeelswervers en werkgevers dienen, voor zover mogelijk, rekenschap te geven van de bijzondere wettelijke verantwoordelijkheden van gezondheidswerkers jegens het gezondheidszorgstelsel in hun land, zoals uit hoofde van een billijke en redelijke arbeidsovereenkomst, en dienen hen niet trachten te werven [noot van de vertaler: wellicht wordt hier actieve werving bedoeld"]. Gezondheidswerkers dienen openheid en transparantie te betrachten ten aanzien van alle contractuele verplichtingen die zij mogelijk hebben. 4.3 De lidstaten en overige belanghebbenden dienen te onderkennen dat ethische internationale wervingspraktijken gezondheidswerkers de gelegenheid bieden de aan de vacatures verbonden voordelen en risico s te beoordelen en tijdige en geïnformeerde beslissingen te nemen. 4.4 De lidstaten dienen, voor zover mogelijk krachtens de toepasselijke wetgeving, te waarborgen dat personeelswervers en werkgevers zich houden aan billijke en rechtvaardige normen bij de werving en het opstellen van contracten wanneer zij gemigreerde gezondheidswerkers in dienst nemen en dat laatstgenoemden niet te maken krijgen met illegale of frauduleuze handelingen. Gemigreerde gezondheidswerkers dienen te worden aangenomen, bevorderd en beloond op basis van objectieve criteria, zoals kwalificatieniveau, aantal jaren ervaring en mate van professionele verantwoordelijkheid op basis van dezelfde behandeling als lokaal opgeleide gezondheidswerkers. Personeelswervers en werkgevers dienen gemigreerde gezondheidswerkers te voorzien van relevante en accurate informatie over alle aangeboden banen. 4.5 De lidstaten dienen te waarborgen dat, in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving, met inbegrip van relevante internationale juridische instrumenten waar zij partij bij zijn, gemigreerde gezondheidswerkers bij alle de arbeidsvoorwaarden en - omstandigheden dezelfde wettelijke rechten en verantwoordelijkheden hebben als lokaal opgeleide gezondheidswerkers. 4.6 De lidstaten en overige belanghebbenden dienen maatregelen te nemen om te waarborgen dat gemigreerde gezondheidswerkers mogelijkheden en stimulansen krijgen om hun beroepsopleiding, kwalificaties en loopbaan te verbeteren, op basis van dezelfde behandeling als lokaal opgeleide gezondheidswerkers, met inachtneming van de toepasselijke wetgeving. Alle gemigreerde gezondheidswerkers dienen een passend introductie- en oriëntatieprogramma aangeboden te krijgen om hen in staat te stellen veilig en doeltreffend te werken in het gezondheidszorgstelsel van het land van bestemming. Blad 4 van 9

4.7 Personeelswervers en werkgevers dienen te beseffen dat de Gedragscode in gelijke mate van toepassing is op werknemers die tijdelijk of vast in dienst zijn genomen. Artikel 5 Ontwikkeling van werknemers in de gezondheidszorg en duurzaamheid van gezondheidszorgsystemen 5.1 In overeenstemming met het richtsnoer vervat in artikel 3 van deze Gedragscode dienen de gezondheidszorgstelsels van zowel het land van herkomst als het land van bestemming baat te hebben bij de internationale migratie van gezondheidswerkers. Landen van bestemming worden aangemoedigd met landen van herkomst samen te werken om de ontwikkeling en training van gezondheidswerkers, al naargelang van toepassing, te verduurzamen en te bevorderen. De lidstaten dienen de actieve werving van gezondheidswerkers in ontwikkelingslanden die te kampen hebben met ernstige tekorten aan gezondheidswerkers te ontmoedigen. 5.2 De lidstaten dienen deze Gedragscode als leidraad te gebruiken bij het aangaan van bilaterale en/of regionale en/of multilaterale regelingen om de internationale samenwerking en coördinatie bij de internationale werving van gezondheidswerkers te bevorderen. Bij dergelijke regelingen dient rekening te worden gehouden met de behoeften van ontwikkelingslanden en landen met een overgangseconomie door middel van passende maatregelen. Daarbij kan gedacht worden aan het verschaffen van doeltreffende en passende technische bijstand, ondersteuning bij het behouden van gezondheidswerkers, maatschappelijke en professionele erkenning van gezondheidswerkers, ondersteuning bij training in de landen van herkomst die is toegesneden op het ziekteprofiel van dergelijke landen, twinning van gezondheidsfaciliteiten, ondersteuning bij capaciteitsopbouw bij het ontwikkelen van passende regelgevende kaders, toegang tot gespecialiseerde training, overdracht van technologie en vaardigheden en ondersteuning bij remigratie, hetzij tijdelijk of permanent. 5.3 De lidstaten dienen de waarde te onderkennen, zowel voor hun gezondheidszorgstelsels als voor de gezondheidswerkers zelf, van beroepsuitwisselingen tussen landen en van mogelijkheden om in het buitenland te werken en training te volgen. De lidstaten dienen, ongeacht of het om het land van bestemming of van herkomst gaat, gezondheidswerknemers aan te moedigen hun in het buitenland opgedane werkervaring aan hun vaderland ten goede te laten komen en daarbij ondersteuning te bieden. 5.4 Aangezien gezondheidswerkers essentieel zijn voor duurzame gezondheidszorgstelsels, dienen de lidstaten doeltreffende maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat gelet op de specifieke omstandigheden van elk land, met inbegrip van de gebieden waar de grootste nood heerst, voldoende gezondheidswerkers worden opgeleid en behouden blijven, waarbij uitgegaan wordt van een empirisch Blad 5 van 9

onderbouwd werknemersbeleid. Alle lidstaten dienen ernaar te streven, voor zover mogelijk, in hun behoefte aan gezondheidswerkers te voorzien door te putten uit hun eigen menselijke hulpbronnen. 5.5. De lidstaten dienen te overwegen hun opleidingsinstellingen te versterken teneinde de training van gezondheidswerkers op een hoger plan te brengen en innovatieve curricula te ontwikkelen om aan de actuele zorgbehoeften te voldoen. De lidstaten dienen stappen te ondernemen om te waarborgen dat er in de publieke en particuliere sectoren passende training wordt gegeven. 5.6 De lidstaten dienen effectieve maatregelen te overwegen en in te voeren gericht op het versterken van gezondheidszorgstelsels, het voortdurend monitoren van de arbeidsmarkt in de gezondheidssector en de coördinatie tussen alle belanghebbenden teneinde een duurzaam aantal gezondheidswerkers te bewerkstelligen en in stand te houden waarmee kan worden voorzien in de gezondheidsbehoeften van hun bevolking. De lidstaten dienen een multisectorale aanpak in te voeren om deze kwesties in het nationale gezondheids- en ontwikkelingsbeleid aan te pakken. 5.7 De lidstaten dienen maatregelen te overwegen om de onevenwichtige geografische verdeling van gezondheidswerkers aan te pakken en maatregelen te ondersteunen om gezondheidswerkers te behouden in gebieden met tekorten. Daarbij kan gedacht worden aan maatregelen op onderwijsgebied, financiële prikkels, regelgeving en maatschappelijke en professionele ondersteuning. Artikel 6 Het verzamelen van gegevens en onderzoek 6.1 De lidstaten dienen zich ervan bewust te zijn zij zich op gedegen feiten moeten baseren bij het opstellen van doeltreffende beleidsmaatregelen en plannen op het gebied van werknemers in de gezondheidszorg. 6.2 De lidstaten worden aangemoedigd, rekening houdend met de kenmerken van nationale gezondheidszorgstelsels, informatiesystemen over werknemers in de gezondheidszorg op te zetten of te versterken en te onderhouden, al naargelang van toepassing, met inbegrip van migratie van gezondheidswerkers en de gevolgen daarvan voor de gezondheidszorgstelsels. De lidstaten worden aangemoedigd gegevens te verzamelen, te analyseren en te vertalen naar effectieve beleidsmaatregelen en plannen voor werknemers in de gezondheidszorg. 6.3 De lidstaten worden aangemoedigd onderzoeksprogramma s op te zetten of te versterken op het gebied van de migratie van gezondheidswerkers en dergelijke onderzoeksprogramma s te coördineren door middel van partnerschappen op nationaal, subnationaal, regionaal en internationaal niveau. 6.4 De WHO wordt aangemoedigd, zo veel als mogelijk en in samenwerking met relevante internationale organisaties en de lidstaten, te waarborgen dat vergelijkbare en betrouwbare gegevens worden gegenereerd en verzameld in overeenstemming met de leden 6.2 en 6.3 ten behoeve van voortdurende monitoring, analyse en beleidsvorming. Blad 6 van 9

Artikel 7 Uitwisselen van informatie 7.1 De lidstaten worden aangemoedigd, voor zover van toepassing en met inachtneming van de nationale wetgeving, de uitwisseling van informatie over de internationale migratie van gezondheidswerkers en over gezondheidszorgstelsels op te zetten of te versterken, op nationaal en internationaal niveau, via overheidsinstellingen, academische en onderzoeksinstellingen, organisaties van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg en subregionale, regionale en internationale organisaties, hetzij gouvernementeel hetzij non-gouvernementeel. 7.2 Om de uitwisseling van informatie die relevant is voor deze Gedragscode te bevorderen en te vergemakkelijken dient elke lidstaat, voor zover mogelijk: a. geleidelijk een database op te zetten en up-to-date te houden van wetten en regelingen die betrekking hebben op de werving en migratie van gezondheidswerkers en, al naargelang van toepassing, informatie over de implementatie daarvan; b. geleidelijk een database op te zetten en up-to-date te houden met gegevens uit informatiesystemen over werknemers in de gezondheidszorg die in overeenstemming met artikel 6.2 zijn opgezet; en c. het WHO-secretariaat elke drie jaar te voorzien van gegevens die in overeenstemming met de bovenstaande onderdelen a en b zijn verzameld, te beginnen met een eerste rapport binnen twee jaar na het aannemen van de Gedragscode door de Gezondheidsvergadering. 7.3 Ten behoeve van de internationale communicatie dient elke lidstaat, al naargelang van toepassing, een nationale autoriteit aan te wijzen die verantwoordelijk is voor de uitwisseling van informatie met betrekking tot de migratie van gezondheidswerkers en de implementatie van de Gedragscode. De lidstaten die een dergelijke autoriteit aanwijzen, dienen de WHO hiervan in kennis te stellen. De aangewezen nationale autoriteit dient bevoegd te zijn rechtstreeks of op de door de nationale wet- en regelgeving voorgeschreven wijze te communiceren met de aangewezen nationale autoriteiten van andere lidstaten en met het WHO-secretariaat en overige betrokken regionale en internationale organisaties en rapporten en andere informatie bij het WHO-secretariaat in te dienen in overeenstemming met lid 7.2.c en artikel 9.1. 7.4 De WHO dient een register van krachtens lid 7.3 aangewezen nationale autoriteiten in te stellen, te onderhouden en te publiceren. Artikel 8 Uitvoering van de Gedragscode 8.1 De lidstaten worden aangemoedigd de Gedragscode te publiceren en te implementeren in samenwerking met alle belanghebbenden zoals vermeld in artikel 2.2, in overeenstemming met nationale en subnationale verantwoordelijkheden. 8.2 De lidstaten worden aangemoedigd de Gedragscode in de toepasselijke wetten en het toepasselijke beleid op te nemen. Blad 7 van 9

8.3 De lidstaten worden aangemoedigd alle in artikel 2.2 vermelde belanghebbenden te raadplegen, al naargelang van toepassing, bij het besluitvormingsproces en hen te betrekken bij andere activiteiten die verband houden met de internationale werving van gezondheidswerkers. 8.4 Alle in artikel 2.2 bedoelde belanghebbenden dienen ernaar te streven zowel individueel als gezamenlijk te werken aan de verwezenlijking van de doelstellingen van deze Gedragscode. Alle belanghebbenden dienen deze Gedragscode na te leven, ongeacht of andere partijen dit ook doen. Personeelswervers en werkgevers dienen volledig samen te werken bij de naleving van de Gedragscode en de richtsnoeren die in de Gedragscode tot uitdrukking komen te bevorderen, ongeacht of een lidstaat in staat is de Gedragscode te implementeren. 8.5 De lidstaten dienen, voor zover mogelijk en in overeenstemming met hun wettelijke verantwoordelijkheid, in samenwerking met relevante belanghebbenden, een bestand bij te houden van alle personeelswervers die van de bevoegde autoriteiten toestemming hebben gekregen in hun rechtsgebied werkzaam te zijn, dat regelmatig wordt geactualiseerd. 8.6 De lidstaten dienen, voor zover mogelijk, te bevorderen dat wervings- en selectiebureaus goede praktijken hanteren door uitsluitend gebruik te maken van bureaus die voldoen aan de richtsnoeren van de Gedragscode. 8.7 De lidstaten worden aangemoedigd de omvang van de actieve internationale werving van gezondheidswerkers in landen waar een ernstig tekort aan gezondheidswerkers is in de gaten te houden en te beoordelen en de reikwijdte en impact van circulaire migratie te beoordelen. Artikel 9 Monitoring en institutionele regelingen 9.1 De lidstaten dienen ingevolge de bepalingen van artikel 7.2.c in een enkel rapport periodiek verslag uit te brengen van de genomen maatregelen, bereikte resultaten, ondervonden problemen en geleerde lessen. 9.2 De Directeur-Generaal volgt de implementatie van deze Gedragscode aan de hand van de periodieke rapporten die ingevolge de artikelen 7.3 en 9.1 ontvangen worden van de aangewezen nationale autoriteiten en overige competente bronnen en brengt periodiek verslag uit aan de Gezondheidsvergadering van de effectiviteit van de Gedragscode bij het verwezenlijken van de genoemde doelstellingen en suggesties ter verbetering ervan. Dit rapport wordt ingediend in samenhang met artikel 7.2.c. De Directeur-Generaal: a. dient het informatie-uitwisselingssysteem en het netwerk van aangewezen nationale autoriteiten, zoals vervat in artikel 7, te ondersteunen; b. dient richtlijnen te ontwikkelen en aanbevelingen te doen inzake praktijken en procedures en de gezamenlijke programma s en maatregelen die in de Gedragscode voorzien zijn; en Blad 8 van 9

c. dient contacten te onderhouden met de Verenigde Naties, de Internationale Arbeidsorganisatie, de Internationale Organisatie voor Migratie en overige competente regionale en internationale organisaties, alsmede betrokken nongouvernementele organisaties teneinde de implementatie van de Gedragscode te ondersteunen. 9.4 Het WHO-secretariaat kan rapporten van belanghebbenden zoals vermeld in artikel 2.2 bestuderen inzake activiteiten die verband houden met de implementatie van de Gedragscode. 9.5 De Wereldgezondheidsvergadering dient de relevantie en effectiviteit van de Gedragscode periodiek te evalueren. De Gedragscode dient beschouwd te worden als een dynamisch document dat naar behoefte geactualiseerd moet worden. Artikel 10 Partnerschappen, technische samenwerking en financiële steun 10.1 De lidstaten en overige belanghebbenden dienen rechtstreeks of via bevoegde internationale lichamen samen te werken aan het versterken van hun capaciteiten om de doelstellingen van de Gedragscode te implementeren. 10.2 Internationale organisaties, internationale donororganisaties, financiële instellingen en ontwikkelingsorganisaties en overige relevante organisaties worden aangemoedigd technische en financiële steun te verlenen om de implementatie van deze Gedragscode te bevorderen en bijstand te verlenen aan het versterken van de gezondheidszorgstelsels in ontwikkelingslanden en landen met een overgangseconomie die kampen met ernstige tekorten aan werknemers in de gezondheidszorg en/of over onvoldoende capaciteit beschikken om de doelstellingen van deze Gedragscode te implementeren. Dergelijke organisaties en overige entiteiten dienen te worden aangemoedigd samen te werken met landen die kampen met ernstige tekorten aan gezondheidswerkers en dienen te waarborgen dat fondsen die beschikbaar worden gesteld om ziektegerelateerde maatregelen te nemen, worden ingezet om de capaciteit van gezondheidszorgstelsels te verbeteren, met inbegrip van de ontwikkeling van gezondheidswerkers. 10.3 De lidstaten dienen te worden aangemoedigd, hetzij zelf hetzij via nationale en regionale organisaties, donororganisaties en overige relevante lichamen, technische bijstand en financiële ondersteuning te verlenen aan ontwikkelingslanden of landen met een overgangseconomie, gericht op het versterken van de capaciteit van gezondheidszorgstelsels, met inbegrip van de ontwikkeling van gezondheidswerkers in die landen. Blad 9 van 9

Stichting Wemos Postbus 1693 1000 BR Amsterdam T 020 435 20 50 F 020 468 60 08 E info@wemos.nl www.wemos.nl