REKENEN Getallen en bewerkingen voor 1F Deel 2 van 2
Colofon Auteur: Lisanne Martens Eindredactie: Jiska van Hall Redactie: Edu Actief b.v. Vormgeving: DTP-Studio Joke Wensing Illustraties: Edu Actief b.v. Titel: Rekenen Getallen en bewerkingen voor 1F Deel 2 ISBN: 978 90 3722 143 5 NUR: 100 Trefwoord: Rekenen, getallen Copyright 2014 Edu Actief b.v. Postbus 1056 7940 KB Meppel Tel.: 0522-235235 Fax: 0522-235222 E-mail: info@edu-actief.nl Internet: www.edu-actief.nl Eerste druk/eerste oplage 2014 Edu Actief b.v. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the publisher. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. 2
Inhoud Voorwoord 4 Hoofdstuk 1 Vermenigvuldigen en delen tot en met 100 6 Hoofdstuk 2 Vermenigvuldigen en delen met grote getallen en kommagetallen 20 Hoofdstuk 3 Schatten 43 Hoofdstuk 4 Rekenen met een rekenmachine 54 Hoofdstuk 5 Herhaling 65 Hoofdstuk 6 Eindopdracht en reflectie 68 3
Voorwoord Dit leer-werkboek gaat over getallen en bewerkingen. Je leert vermenigvuldigen en delen. Verder leer je te schatten. En je leert rekenen met een rekenmachine. Picto In dit boek zie je bij sommige opdrachten een picto. Een pictogram geeft je informatie over de opdracht. Hierna lees je wat de picto s betekenen. Bij dit picto ga je nadenken over een opdracht. Je denkt na over wat je straks gaat doen. Je gaat de opdracht voorbereiden. Bij dit picto ga je de opdracht uitvoeren. Je gaat bijvoorbeeld iets maken. Of je gaat iets doen. Bij dit picto ga je evalueren. Je controleert of je de opdracht goed hebt gedaan. Wat ging er goed en wat ging er minder goed? Wat vond je van de opdracht? Wat kon je eerst niet, wat je nu wel kunt? Wat ga je de volgende keer anders doen? Bij dit picto ga je reflecteren. Je denkt na over wat je hebt geleerd. En wat dat betekent voor je toekomst. Wat ga je nu doen? Hoe gaat het verder? 4
Bij dit picto ga je in gesprek. Om een opdracht na te bespreken gebruik je de StruX-kaarten. Bij dit picto ga je iets bekijken op de website van StruX. Dit kan bijvoorbeeld een foto, formulier of film zijn. Volg deze stappen: 1. Ga naar www.strux.nl. 2. Klik op de knop deelnemer. 3. Klik op Rekenen. 4. Klik op de foto van dit leer-werkboek. 5. Klik op de link bij de opdracht. Misschien werk je met een portfolio. In je portfolio stop je bewijsstukken. Als je dit picto ziet kun je een bewijsstuk toevoegen. Bespreek dit met je begeleider. 5
Hoofdstuk 1 Vermenigvuldigen en delen tot en met 100 Dit hoofdstuk gaat over vermenigvuldigen en delen tot en met 100. Je leert wat vermenigvuldigen en delen is. En je leert hoe je keersommen en deelsommen kunt uitrekenen. Je leert zo veel mogelijk keersommen en deelsommen uit je hoofd. De sommen die je nog niet uit je hoofd kent, leer je op een handige manier uit te rekenen. Een vermenigvuldiging wordt meestal een keersom genoemd. Ook kun je tafelsom zeggen. Een vermenigvuldiging, een keersom en een tafelsom betekenen dus allemaal hetzelfde. Het teken voor vermenigvuldigen is x. Het teken voor delen is :. Opdracht 1 Werk met iemand samen. Bedenk samen een keersom. Vul de keersom en het antwoord in. Bedenk nu samen een deelsom. Vul de deelsom en het antwoord in. Vermenigvuldigen Vermenigvuldigen is een snelle manier van optellen. 1 x 5 = 5 2 x 5 = 10 6
Hoofdstuk 1 Vermenigvuldigen en delen tot en met 100 3 x 5 = 15 4 x 5 = 20 5 x 5 = 25 Hier zie je dat 1 munt van 5 cent 5 cent is. 2 munten van 5 is 10 cent, want 5 + 5 = 10. Je kunt 5 + 5 = 10 ook schrijven als 2 keer 5 cent. In een keersom is dat: 2 x 5 = 10. Je ziet dat 3 munten van 5 cent 15 cent is. Want 5 + 5 + 5 = 15. Je kunt 5 + 5 + 5 = 15 ook schrijven als: 3 x 5 = 15. Sommen zoals 2 x 5 en 3 x 5 zijn keersommen. De keersommen 2 x 5 en 3 x 5 horen bij de tafel van 5. De tafel van 5 zijn alle keersommen van 1 x 5 tot en met 10 x 5. Hier staat de tafel van 5. 1 x 5 = 5 2 x 5 = 10 3 x 5 = 15 4 x 5 = 20 5 x 5 = 25 6 x 5 = 30 7 x 5 = 35 8 x 5 = 40 9 x 5 = 45 10 x 5 = 50 De tafel van 2 zijn alle keersommen van 1 x 2 tot en met 10 x 2. De tafel van 3 zijn alle keersommen van 1 x 3 tot en met 10 x 3 enzovoort. 7
Hoofdstuk 1 Vermenigvuldigen en delen tot en met 100 Opdracht 2 Hoeveel biljetten van 10 euro zie je hier? Vul de keersom en het antwoord in. Hoeveel biljetten van 10 euro zie je hier? Vul de keersom en het antwoord in. Opdracht 3 Vul de tafels van 2, 3 en 4 in. Weet je nog? De tafel van 2 zijn alle keersommen van 1 x 2 tot en met 10 x 2. De tafel van 3 zijn alle keersommen van 1 x 3 tot en met 10 x 3. De tafel van 4 zijn alle keersommen van 1 x 4 tot en met 10 x 4. 1 x 2 = 1 x 3 = 1 x 4 = 2 x 2 = 2 x 3 = 2 x 4 = 3 x 2 = 3 x 3 = 3 x 4 = 4 x 2 = 4 x 3 = 4 x 4 = 5 x 2 = 5 x 3 = 5 x 4 = 6 x 2 = 6 x 3 = 6 x 4 = 7 x 2 = 7 x 3 = 7 x 4 = 8 x 2 = 8 x 3 = 8 x 4 = 9 x 2 = 9 x 3 = 9 x 4 = 10 x 2 = 10 x 3 = 10 x 4 = 8
Hoofdstuk 1 Vermenigvuldigen en delen tot en met 100 Opdracht 4 Jullie baas trakteert jullie op broodjes. Ze heeft 5 zakken saucijzenbroodjes en 3 zakken kaasbroodjes gekocht. In elke zak zitten 4 broodjes. Hoeveel saucijzenbroodjes heeft jullie baas gekocht? Hoeveel kaasbroodjes heeft jullie baas gekocht? Jij trakteert een paar weken later ook op saucijzenbroodjes en kaasbroodjes. Jij hebt 6 zakken saucijzenbroodjes en 2 zakken kaasbroodjes gekocht. In elke zak zitten weer 4 broodjes. Hoeveel saucijzenbroodjes heb jij gekocht? Hoeveel kaasbroodjes heb jij gekocht? Een zak saucijzenbroodjes kost 3,- en een zak kaasbroodjes kost ook 3,-. Hoeveel kosten 6 zakken saucijzenbroodjes? Hoeveel kosten 2 zakken kaasbroodjes? Opdracht 5 Misschien ken je sommige keersommen nog niet uit je hoofd. Dan is er vaak een handige manier om de keersom uit te rekenen. Probeer een handige manier te vinden om de keersommen uit te rekenen. 7 x 5 = 6 x 4 = 9 x 3 = 5 x 7 = 4 x 6 = 3 x 9 = Hoe heb jij de keersommen hiervoor uitgerekend? 9
Hoofdstuk 1 Vermenigvuldigen en delen tot en met 100 Probeer een handige manier te vinden om de keersommen uit te rekenen. 10 x 3 = 5 x 8 = 10 x 7 = 9 x 3 = 6 x 8 = 9 x 7 = Hoe heb jij de keersommen hiervoor uitgerekend? Probeer een handige manier te vinden om de keersommen uit te rekenen. 2 x 7 = 3 x 4 = 10 x 6 = 4 x 7 = 6 x 4 = 5 x 6 = Hoe heb jij de keersommen hiervoor uitgerekend? Handig rekenen Keersommen die je nog niet uit je hoofd kent, kun je vaak op een handige manier uitrekenen. Overzicht van handige manieren om keersommen uit te rekenen Manier 1 Bij bijvoorbeeld de keersom 4 x 9 is het handig om eerst 9 x 4 uit te rekenen. 9 x 4 = 36 4 x 9 = 9 x 4 Je mag een keersom omkeren. Dus 4 x 9 = 36. Manier 2 Bij bijvoorbeeld de keersom 9 x 6 is het handig om eerst 10 x 6 uit te rekenen. 10 x 6 = 60 Je hebt nu 1 x 6 te veel uitgerekend. Daarom moet je 1 x 6 = 6 aftrekken van het antwoord op de som 10 x 6. 60 6 = 54 Dus 9 x 6 = 54. Manier 3 Bij bijvoorbeeld de keersom 6 x 4 is het handig om eerst 5 x 4 uit te rekenen. 5 x 4 = 20 Je hebt nu 1 x 4 te weinig uitgerekend. Daarom moet je 1 x 4 = 4 optellen bij het antwoord op de som 5 x 4. 20 + 4 = 24 Dus 6 x 4 = 24. 10