Moderne vreemde talen vmbo Leerlijnen landelijke kaders

Vergelijkbare documenten
Engels, vmbo gltl, Liesbeth Pennewaard kernen subkernen Context (inhoud) taalvaardigheidsniveau CE of SE Eindterm niveau GL/TL Exameneenh eid Lezen

Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid

Doorlopende leerlijn vaardigheden Engels ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid

Doorlopende leerlijn vaardigheden Duits ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per kernvaardigheid

Moderne vreemde talen havo/vwo Leerlijnen landelijke kaders

LANDSEXAMEN MAVO

Examenprogramma Engelse taal

SPAANSE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016

TURKSE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016

SPAANSE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016

ENGELSE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016

Luisteren 1 hv 2 hv 3hv

Hoofdvaart College PTA e leerjaar gemengde leerweg

ARABISCHE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016

Luisteren 1 gt/h 2 gt 3/4 vmbo

TURKSE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

DUITSE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

ARABISCHE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

FRANSE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat.

FRANSE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016

Engels in de beroepscontext A2

FRANSE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V

ERK - Europees Referentiekader. luisteren. pers. prof. educ.

Wijzigingen per oktober 2016: zie wijzigingen vakinformatie 2017 op de duo site. DUITSE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.11.

examenprogramm moderne vreemde talen vmbo gl/tl

Gewijzigd op 1 oktober: bij punt 5 Centraal examen de duur van het examen gewijzigd van 90 minuten naar 60 minuten.

TURKSE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.6.1

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.

ENGELSE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V

Naam leerlingen. Groep BBL1 Engels. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 3 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen.

Hoofdvaart College PTA e leerjaar Vakmanschapsroute Engels

Niveaus Europees Referentie Kader

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo

PTA Nederlands TL voor overstappers uit 3H Houtrust cohort

Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo

Europees Referentiekader

ARABISCHE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.6.1

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK)

Ik beschik over voldoende woorden om me te redden in veel voorkomende dagelijkse situaties.

ARABISCHE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort

VSO leerlijn Engels (uitstroom arbeid)

Franse taal. Staatsexamen vmbo. Vakinformatie

Engels in de beroepscontext B1

Duits A1/A2 in het beroepsonderwijs

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Waldeck, Statenkwartier cohort 18 19

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING EXAMENPROGRAMMA S VOORTGEZET ONDERWIJS

Kan ik het wel of kan ik het niet?

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Statenkwartier cohort

PTA Nederlands BBL Kijkduin, Statenkwartier Waldeck cohort

Ontwikkelen Handreiking taalprofiel Duits in de beroepspraktijk: beroepsgerichte voorbeelden

VOORBLAD BIJ BIJLAGE 2 PROFIELPRODUCT

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Examenprogramma Nederlandse taal vmbo vanaf het CE 2014

Gesprekken voeren Spreken Schrijven. Luisteren Lezen Gesprekken voeren Spreken Schrijven

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin cohort

Programma van Toetsing en Afsluiting

PTA Nederlands KBL Bohemen, Kijkduin, Media&Design, Statenkwartier (Vakcollege) cohort

Duits in de beroepscontext A2

13. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven Engelstalige teksten.

PTA Nederlands KBL Bohemen, Kijkduin, Waldeck, Statenkwartier cohort 18 19

Duits in de beroepscontext A2

Examenprogramma Friese taal en cultuur

Common European Framework of Reference (CEFR)

Niveaubepaling Nederlandse taal

Standaardrapportage (strikt vertrouwelijk)

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier, Waldeck cohort

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort

ENGELSE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1

PTA Nederlands KBL Bohemen, Kijkduin, Statenkwartier Waldeck cohort

Duits in de beroepscontext A1

SPAANSE TAAL EN LITERATUUR (ELEMENTAIR) HAVO

Kerndoelen - ERK. Kerndoelen en Common European Framework of Reference (ERK) 2. Library en ERK 6

Naam leerlingen. Groep BBL 1 Nederlands. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen.

Nederlandse taal Syllabus BB, KB en GT centraal examen 2010

BIJLAGE II BEHORENDE BIJ REGELING EXAMENPROGRAMMA S VOORTGEZET ONDERWIJS

MODERNE VREEMNDE TALEN CENTRAAL EXAMEN BB, KB EN GT

ENGELSE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V

Friese taal en cultuur VWO. Syllabus centraal examen 2010

NEDERLANDS VMBO. Syllabus BB, KB en GT centraal examen 2012

FRANSE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.6.1

Kruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor de derde graad Moderne Talen

NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN VWO/HAVO STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl )

11. De leerling leert verder vertrouwd te raken met de klank van het Frans door veel te luisteren naar gesproken en gezongen teksten.

Nederlandse taal Syllabus BB, KB en GT centraal examen 2008 en 2009

Getting Integrated Functioneel ontwerp webbased leerobjecten Engels December 2007

13. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven Engelstalige teksten.

MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde

MODERNE VREEMDE TALEN VMBO. Syllabus centraal examen 2014

Doorlopende leerlijnen Nederlands (PO - vmbo) 2011

TAALPROFIEL MODERNE VREEMDE TALEN KWALIFICATIEPROFIEL MEDEWERKER MARKETING EN COMMUNICATIE

Transcriptie:

Moderne vreemde talen vmbo Leerlijnen landelijke kaders SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Verantwoording 2009 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever deze uitgave geheel of gedeeltelijk te kopiëren dan wel op andere wijze te verveelvoudigen. Eindredactie: Monique van der Hoeven en Lieke Meijs In opdracht: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Informatie SLO Secretariaat vo Onderbouw Postbus 2041, 7500 CA Enschede Telefoon (053) 4840 660 Internet: http://www.slo.nl/voortgezet/vmbo/themas/dll/ E-mail: vo-onderbouw@slo.nl AN: 4.5046.288

Leerlijnen landelijke kaders Moderne Vreemde Talen vmbo poster vaardigheiden Engels/Frans/Duits/Spaans poster vaardigheden ERK Engels poster vaardigheden ERK Frans poster vaardigheden ERK Duits poster vaardigheden ERK Spaans gebruiksmogelijkheden MVT toelichting en verantwoording MVT Bron: http://www.slo.nl/voortgezet/vmbo/themas/leerlijn 1

Doorlopende leerlijn Engels/Frans/Duits/Spaans (PO - vmbo) 2009 De samengevatte vakinhoudelijke kerndoelen en eindtermen per vaardigheid Kernvaardigheden PO Onderbouw VO Vmbo B Vmbo K Vmbo GT 1. Leesvaardigheid 2. Luistervaardigheid Nr. 13: De leerlingen leren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en geschreven Engelse teksten. Nr. 13: De leerlingen leren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en geschreven Engelse teksten. Nr. 12: De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Engelse woordenschat. Nr. 13: De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven Engelstalige teksten. Nr. 14: De leerling leert in Engelstalige schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor hemzelf en anderen. Nr. 18: De leerling leert welke rol het Engels speelt in verschillende soorten internationale contacten. Nr. 11: De leerling leert verder vertrouwd te raken met de klank van het Engels door veel te luisteren naar gesproken en gezongen teksten Nr. 12: De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Engelse woordenschat. Nr. 13: De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven Engelstalige teksten. Nr. 14: De leerling leert in Engelstalige schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor hemzelf en anderen. MVT/K/4 Leesvaardigheid Engels : maakt deel uit van CE Frans : maakt deel uit van CE Duits : maakt deel uit van CE Spaans : maakt deel uit van CE Bij alle talen: mag op SE De kandidaat kan: - Aangeven welke relevante informatie een tekst bevat, gegeven een bepaalde informatiebehoefte; - de hoofdgedachte van een tekst(gedeelte) aangeven; - de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven; - gegevens uit één of meer teksten met elkaar vergelijken en daaruit conclusies trekken; - verbanden tussen delen van een tekst aangeven. MVT/K/5 Luister- en kijkvaardigheid Engels : moet op CE met pc Frans : moet op CE met pc Duits : moet op CE met pc Spaans : moet op SE Engels/Frans/Duits: mag op SE De kandidaat kan: - Aangeven welke relevante informatie een tekst bevat, gegeven een bepaalde informatiebehoefte; - de hoofdgedachte van een tekst(gedeelte) aangeven; - de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven; - anticiperen op het meest waarschijnlijke vervolg van een gesprek. MVT/K/4 Leesvaardigheid Engels papieren versie : moet op CE Frans digitale versie : moet op CE Duits papieren versie : moet op CE Duits digitale versie : moet op CE Spaans papieren versie : moet op CE Bij alle talen: mag op SE De kandidaat kan: - Aangeven welke relevante informatie een tekst bevat, gegeven een bepaalde informatiebehoefte; - de hoofdgedachte van een tekst(gedeelte) aangeven; - de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven; - gegevens uit één of meer teksten met elkaar vergelijken en daaruit conclusies trekken; - verbanden tussen delen van een tekst aangeven. MVT/K/5 Luister- en kijkvaardigheid Engels papieren versie : moet op SE Duits papieren versie : moet op SE Spaans papieren versie : moet op SE Frans digitale versie : moet op CE Duits digitale versie : moet op CE Frans/Duits digitale versie : mag op SE De kandidaat kan: - Aangeven welke relevante informatie een tekst bevat, gegeven een bepaalde informatiebehoefte; - de hoofdgedachte van een tekst(gedeelte) aangeven; - de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven; - anticiperen op het meest waarschijnlijke vervolg van een gesprek. MVT/K/4 Leesvaardigheid Engels : maakt deel uit van CE Frans : maakt deel uit van CE Duits : maakt deel uit van CE Spaans : maakt deel uit van CE Bij alle talen: mag op SE De kandidaat kan: - Aangeven welke relevante informatie een tekst bevat, gegeven een bepaalde informatiebehoefte; - de hoofdgedachte van een tekst(gedeelte) aangeven; - de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven; - gegevens uit één of meer teksten met elkaar vergelijken en daaruit conclusies trekken; - verbanden tussen delen van een tekst aangeven. MVT/V/1 Leesvaardigheid Engels : maakt deel uit van CE, mag op SE Frans : moet op SE Duits : moet op SE Spaans : moet op SE - Het gebruik van speciale stijlmiddelen herkennen; - conclusies trekken met betrekking tot het schrijfdoel, de opvattingen, de gevoelens van de auteur en tot het beoogde publiek. MVT/K/5 Luister- en kijkvaardigheid Engels : moet op SE Frans : moet op SE Duits : moet op SE Spaans : moet op SE De kandidaat kan: - Aangeven welke relevante informatie een tekst bevat, gegeven een bepaalde informatiebehoefte; - de hoofdgedachte van een tekst(gedeelte) aangeven; - de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven; - anticiperen op het meest waarschijnlijke vervolg van een gesprek. Nr. 18: De leerling leert welke rol het Engels speelt in verschillende soorten internationale contacten Bron: http://www.slo.nl/voortgezet/vmbo/themas/dll/progr/ 1/3

Kernvaardigheden PO Onderbouw VO Vmbo B Vmbo K Vmbo GT 3. Gespreksvaardigheid Nr. 14: De leerlingen leren in het Engels informatie te vragen of geven, over eenvoudige onderwerpen en zij ontwikkelen een attitude waarbij ze zich durven uit te drukken in die taal. Nr. 12: De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Engelse woordenschat. Nr. 15: De leerling leert in spreektaal anderen een beeld te geven van zijn dagelijks leven. MVT/K/6 Gespreksvaardigheid Engels : moet op SE Frans : moet op SE Duits : moet op SE Spaans : moet op SE De kandidaat kan: MVT/K/6 Gespreksvaardigheid Engels : moet op SE Frans : moet op SE Duits : moet op SE Spaans : moet op SE De kandidaat kan: MVT/K/6 Gespreksvaardigheid Engels : moet op SE Frans : moet op SE Duits : moet op SE Spaans : moet op SE De kandidaat kan: Nr. 16: De leerling leert standaardgesprekken te voeren om iets te kopen, inlichtingen te vragen en om hulp te vragen. Nr. 18: De leerling leert welke rol het Engels speelt in verschillende soorten internationale contacten. - Adequaat reageren in veel voorkomende sociale contacten, zoals begroeten; - informatie geven en vragen; - naar een mening/oordeel vragen en een mening/oordeel geven; - uitdrukking geven aan en vragen naar (persoonlijke) gevoelens; - een persoon, object of gebeurtenis, ook uit het verleden en in de toekomst, - Adequaat reageren in veel voorkomende sociale contacten, zoals begroeten; - informatie geven en vragen; - naar een mening/oordeel vragen en een mening/oordeel geven; - uitdrukking geven aan en vragen naar (persoonlijke) gevoelens; - een persoon, object of gebeurtenis, ook uit het verleden en in de toekomst, - Adequaat reageren in veel voorkomende sociale contacten, zoals begroeten; - informatie geven en vragen; - naar een mening/oordeel vragen en een mening/oordeel geven; - uitdrukking geven aan en vragen naar (persoonlijke) gevoelens; - een persoon, object of gebeurtenis, ook uit het verleden en in de toekomst, 4. Schrijfvaardigheid Nr. 15: De leerlingen leren de schrijfwijze van enkele eenvoudige woorden over alledaagse onderwerpen. Nr. 16: De leerlingen leren om woordbetekenissen en schrijfwijzen van Engelse woorden op te zoeken met behulp van het woordenboek. Nr. 12: De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Engelse woordenschat. Nr. 17: De leerling leert informeel contact in het Engels te onderhouden via e-mail, brief en chatten. Nr. 18: De leerling leert welke rol het Engels speelt in verschillende soorten internationale contacten. MVT/K/7 Schrijfvaardigheid Engels : moet op CE met pc Frans : moet op CE met pc Duits : moet op CE met pc Spaans : moet op SE Engels/Frans/Duits: mag op SE De kandidaat kan: - (Persoonlijke) gegevens verstrekken; - een kort bedankje, groet of goede wensen schriftelijk overbrengen; - een briefje schrijven om informatie te vragen of te geven, om verzoeken of voorstellen te of daarop te reageren, om gevoelens te uiten en ernaar te vragen; - op eenvoudig niveau briefconventies gebruiken. MVT/K/7 Schrijfvaardigheid Engels : moet op SE Frans : moet op SE Duits : moet op SE Spaans : moet op SE Frans/Duits digitale versie: moet op CE en mag op SE De kandidaat kan: - (Persoonlijke) gegevens verstrekken; - een kort bedankje, groet of goede wensen schriftelijk overbrengen; - een briefje schrijven om informatie te vragen of te geven, om verzoeken of voorstellen te of daarop te reageren, om gevoelens te uiten en ernaar te vragen; - op eenvoudig niveau briefconventies gebruiken. MVT/K/7 Schrijfvaardigheid Engels : moet op CE Frans : moet op SE Duits : moet op SE Spaans : moet op SE De kandidaat kan: - (Persoonlijke) gegevens verstrekken; - een kort bedankje, groet of goede wensen schriftelijk overbrengen; - een briefje schrijven om informatie te vragen of te geven, om verzoeken of voorstellen te of daarop te reageren, om gevoelens te uiten en ernaar te vragen; - op eenvoudig niveau briefconventies gebruiken. MVT/V/2 Schrijfvaardigheid Engels: mag op SE Engels: maakt deel uit van CE - Een formele brief schrijven om informatie te vragen of om iets te arrangeren of af te zeggen. Bron: http://www.slo.nl/voortgezet/vmbo/themas/dll/progr/ 2/3

Kernvaardigheden PO Onderbouw VO Vmbo B Vmbo K Vmbo GT 5. Varia MVT/K/1 Oriëntatie op leren en werken Engels/Frans/Duits/Spaans: moet op SE De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van de Moderne Vreemde Talen in de maatschappij. MVT/K/1 Oriëntatie op leren en werken Engels/Frans/Duits/Spaans: moet op SE De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van de Moderne Vreemde Talen in de maatschappij. MVT/K/1 Oriëntatie op leren en werken Engels/Frans/Duits/Spaans: moet op SE De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van de Moderne Vreemde Talen in de maatschappij. MVT/K/2 Basisvaardigheden Engels/Frans/Duits/Spaans: Moet op SE De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren. MVT/K/2 Basisvaardigheden Engels/Frans/Duits/Spaans: Moet op SE De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren. MVT/K/2 Basisvaardigheden Engels/Frans/Duits/Spaans: Moet op SE De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren. MVT/K/3 Leervaardigheden in de moderne vreemde talen. Engels/Frans/Duits/Spaans: Moet op SE en maakt deel uit van CE De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot: - het bereiken van verschillende lees-, schrijf-, luister- en kijk-, en spreek- en gespreksdoelen; - de bevordering van het eigen taalleerproces; - het compenseren van eigen tekortschietende taalkennis of communicatieve kennis; - kennis van land en samenleving toepassen bij het herkennen van cultuuruitingen. MVT/K/3 Leervaardigheden in de moderne vreemde talen. Engels/Frans/Duits/Spaans: Moet op SE en maakt deel uit van CE De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot: - het bereiken van verschillende lees-, schrijf-, luister- en kijk-, en spreek- en gespreksdoelen; - de bevordering van het eigen taalleerproces; - het compenseren van eigen tekortschietende taalkennis of communicatieve kennis; - kennis van land en samenleving toepassen bij het herkennen van cultuuruitingen. MVT/K/3 Leervaardigheden in de moderne vreemde talen. Engels/Frans/Duits/Spaans: Moet op SE en maakt deel uit van CE De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot: - het bereiken van verschillende lees-, schrijf-, luister- en kijk-, en spreek-en gespreksdoelen; - de bevordering van het eigen taalleerproces; - het compenseren van eigen tekortschietende taalkennis of communicatieve kennis; - kennis van land en samenleving toepassen bij het herkennen van cultuuruitingen. MVT/V/3 Kennis van land en samenleving. Frans/Duits/Spaans: Mag op SE en maakt deel uit van CE De kandidaat kan kennis van land en samenleving rond bepaalde onderwerpen toepassen bij het herkennen en interpreteren van cultuuruitingen die specifiek zijn voor het taalgebied of daarmee in directe relatie staan. MVT/V/4 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie. Engels/Frans/Duits/Spaans: Moet op SE De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk. MVT/V/5 Vaardigheden in samenhang Engels/Frans/Duits/Spaans: Mag op SE en maakt deel uit van CE De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen. Bron: http://www.slo.nl/voortgezet/vmbo/themas/dll/progr/ 3/3

Doorlopende leerlijn Engels (PO - vmbo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK Kernvaardigheden PO Onderbouw vmbo b Onderbouw vmbo k Onderbouw vmbo gt Bovenbouw vmbo b Bovenbouw vmbo k Bovenbouw vmbo gt 1. Leesvaardigheid / / /B1: Overwegend, een enkele B1 komt voor /B1: Ongeveer evenveel als B1 /B1/B2: Overwegend B1, zowel enkele B2 als enkele komen voor lezen berichten op een ansichtkaart lezen berichten op een ansichtkaart lezen brieven, faxen en e-mails over vertrouwde onderwerpen lezen brieven, faxen en e-mails over vertrouwde onderwerpen lezen Kan de beschrijving van gebeurtenissen, gevoelens en wensen in persoonlijke brieven goed genoeg begrijpen om regelmatig met iemand te corresponderen. Begrijpt de feitelijke informatie in eenvoudige zakelijke brieven goed genoeg om adequaat te kunnen reageren. lezen Kan de beschrijving van gebeurtenissen, gevoelens en wensen in persoonlijke brieven goed genoeg begrijpen om regelmatig met iemand te corresponderen. Begrijpt de feitelijke informatie in eenvoudige zakelijke brieven goed genoeg om adequaat te kunnen reageren. lezen Kan correspondentie, die gerelateerd is aan eigen vakgebied en eigen interesses lezen en kan snel de essentie vatten. Kan zakelijke correspondentie van verschillende instanties Kan bekende namen, woorden en simpele standaardzinnetjes herkennen in eenvoudige mededelingen in de meest voorkomende alledaagse situaties. Kan bekende namen, woorden en simpele standaardzinnetjes herkennen in eenvoudige mededelingen in de meest voorkomende alledaagse situaties. Kan specifieke, voorspelbare informatie vinden in eenvoudig alledaags materiaal. Kan specifieke informatie in lijsten vinden en de benodigde informatie daaruit halen. Kan alledaagse borden en mededelingen Kan specifieke, voorspelbare informatie vinden in eenvoudig alledaags materiaal. Kan specifieke informatie in lijsten vinden en de benodigde informatie daaruit halen. Kan alledaagse borden en mededelingen Kan in alledaags materiaal, zoals brieven, brochures en korte officiële documenten relevante informatie vinden en Kan in alledaags materiaal, zoals brieven, brochures en korte officiële documenten relevante informatie vinden en Kan lange en complexe teksten snel scannen en relevante details vinden. Kan snel de inhoud en relevantie bepalen van nieuwsberichten, artikelen en rapporten over een breed scala aan professionele onderwerpen en besluiten of nadere studie ervan de moeite waard is. Kan zich een idee vormen van de inhoud van eenvoudige informatieve materialen en korte eenvoudige beschrijvingen, vooral als er visuele ondersteuning bij is. Kan zich een idee vormen van de inhoud van eenvoudige informatieve materialen en korte eenvoudige beschrijvingen, vooral als er visuele ondersteuning bij is. Kan specifieke informatie vinden in eenvoudiger geschreven materiaal dat hij/zij tegenkomt zoals brieven, brochures of korte krantenartikelen die gebeurtenissen Kan specifieke informatie vinden in eenvoudiger geschreven materiaal dat hij/zij tegenkomt zoals brieven, brochures of korte krantenartikelen die gebeurtenissen Kan significante punten herkennen in eenvoudige krantenartikelen over bekende onderwerpen. Kan significante punten herkennen in eenvoudige krantenartikelen over bekende onderwerpen. Kan artikelen en rapporten begrijpen die gaan over actuele problemen waarbij de schrijver een bepaald standpunt inneemt. Kan korte, eenvoudig geschreven aanwijzingen Kan korte, eenvoudig geschreven aanwijzingen Kan eenvoudige begrijpen bij apparatuur die men in het dagelijks leven tegenkomt. Kan eenvoudige begrijpen bij apparatuur die men in het dagelijks leven tegenkomt. Kan duidelijk geschreven, ondubbelzinnige bij een apparaat Kan duidelijk geschreven, ondubbelzinnige bij een apparaat Kan lange en complexe op het eigen terrein begrijpen, inclusief details over condities en waarschuwingen als hij/zij de gelegenheid heeft moeilijke stukken te herlezen. Bron: http://www.slo.nl/voortgezet/vmbo/themas/dll/progr/ 1/5

2. Luistervaardigheid / /.. langzaamen duidelijk Kan begrijpen die zorgvuldig en langzaam aan hem/haar gericht zijn en kan korte, eenvoudige aanwijzingen Kan begrijpen die zorgvuldig en langzaam aan hem/haar gericht zijn en kan korte, eenvoudige aanwijzingen Bron: http://www.slo.nl/voortgezet/vmbo/themas/dll/progr/ 2/5

3. Gesprekken voeren / / Kan zich voorstellen, kan groeten en afscheid nemen. Kan mensen vragen hoe het met hen gaat en kan reageren op nieuws. Kan zich voorstellen, kan groeten en afscheid nemen. Kan mensen vragen hoe het met hen gaat en kan reageren op nieuws. Kan sociale contacten tot stand brengen: groeten en afscheid nemen, zichzelf of anderen voorstellen, bedanken, reageren op uitnodigingen, suggesties en verontschuldigingen indien direct tot hem/haar gericht en gesproken, en ze zelf. Is echter niet een staat zonder medewerking van de gesprekspartner het gesprek op gang te houden. Kan op eenvoudige wijze voorkeur en mening uitdrukken over vertrouwde alledaagse onderwerpen. Kan sociale contacten tot stand brengen: groeten en afscheid nemen, zichzelf of anderen voorstellen, bedanken, reageren op uitnodigingen, suggesties en verontschuldigingen indien direct tot hem/haar gericht en gesproken, en ze zelf. Is echter niet een staat zonder medewerking van de gesprekspartner het gesprek op gang te houden. Kan op eenvoudige wijze voorkeur en mening uitdrukken over vertrouwde alledaagse onderwerpen. Kan sociale contacten tot stand brengen: groeten en afscheid nemen, zichzelf of anderen voorstellen, bedanken, reageren op uitnodigingen, suggesties en verontschuldigingen indien direct tot hem/haar gericht en gesproken, en ze zelf. Is echter niet in staat zonder medewerking van de gesprekspartner het gesprek op gang te houden. Kan op eenvoudige wijze voorkeur en mening uitdrukken over vertrouwde alledaagse onderwerpen. Kan sociale contacten tot stand brengen: groeten en afscheid nemen, zichzelf of anderen voorstellen, bedanken, reageren op uitnodigingen, suggesties en verontschuldigingen indien direct tot hem/haar gericht en gesproken, en ze zelf. Is echter niet in staat zonder medewerking van de gesprekspartner het gesprek op gang te houden. Kan op eenvoudige wijze voorkeur en mening uitdrukken over vertrouwde alledaagse onderwerpen. Kan sociale contacten tot stand brengen: groeten en afscheid nemen, zichzelf of anderen voorstellen, bedanken, reageren op uitnodigingen, suggesties en verontschuldigingen indien direct tot hem/haar gericht en gesproken, en ze zelf. Is echter niet in staat zonder medewerking van de gesprekspartner het gesprek op gang te houden. Kan op eenvoudige wijze voorkeur en mening uitdrukken over vertrouwde alledaagse onderwerpen. Kan zeggen wat hij/zij denkt in een formele vergadering als hij/zij rechtstreeks wordt aangesproken, op voorwaarde dat hij/zij, indien nodig, om herhaling kan vragen. Kan zeggen wat hij/zij denkt in een formele vergadering als hij/zij rechtstreeks wordt aangesproken, op voorwaarde dat hij/zij, indien nodig, om herhaling kan vragen. Kan zeggen wat hij/zij denkt in een formele vergadering als hij/zij rechtstreeks wordt aangesproken, op voorwaarde dat hij/zij, indien nodig, om herhaling kan vragen. Kan zeggen wat hij/zij denkt in een formele vergadering als hij/zij rechtstreeks wordt aangesproken, op voorwaarde dat hij/zij, indien nodig, om herhaling kan vragen. Kan zeggen wat hij/zij denkt in een formele vergadering als hij/zij rechtstreeks wordt aangesproken, op voorwaarde dat hij/zij, indien nodig, om herhaling kan vragen. Kan mensen om dingen vragen en mensen dingen geven. Kan omgaan met cijfers, hoeveelheden, kosten en tijd. Kan mensen om dingen vragen en mensen dingen geven. Kan omgaan met cijfers, hoeveelheden, kosten en tijd. Kan aangeven dat hij/zij de gesprekspartner volgt en kan, als de gesprekspartner zich daarvoor inspant, begrijpen wat er gedaan moet worden reizen en kan gebruik maken van het openbaar vervoer. zaken en kan eenvoudige transacties in winkels, postkantoren en banken. Kan informatie geven en ontvangen over hoeveelheden, nummers, prijzen, et cetera. Kan aangeven dat hij/zij de gesprekspartner volgt en kan, als de gesprekspartner zich daarvoor inspant, begrijpen wat er gedaan moet worden reizen en kan gebruik maken van het openbaar vervoer. zaken en kan eenvoudige transacties in winkels, postkantoren en banken. Kan informatie geven en ontvangen over hoeveelheden, nummers, prijzen, et cetera. Kan aangeven dat hij/zij de gesprekspartner volgt en kan, als de gesprekspartner zich daarvoor inspant, begrijpen wat er gedaan moet worden. reizen en kan gebruik maken van het openbaar vervoer. zaken en kan eenvoudige transacties in winkels, postkantoren en banken. Kan informatie geven en ontvangen over hoeveelheden, nummers, prijzen, et cetera. Kan aangeven dat hij/zij de gesprekspartner volgt en kan, als de gesprekspartner zich daarvoor inspant, begrijpen wat er gedaan moet worden. reizen en kan gebruik maken van het openbaar vervoer. zaken en kan eenvoudige transacties in winkels, postkantoren en banken. Kan informatie geven en ontvangen over hoeveelheden, nummers, prijzen, et cetera. Kan aangeven dat hij/zij de gesprekspartner volgt en kan, als de gesprekspartner zich daarvoor inspant, begrijpen wat er gedaan moet worden. reizen en kan gebruik maken van het openbaar vervoer. zaken en kan eenvoudige transacties in winkels, postkantoren en banken. Kan informatie geven en ontvangen over hoeveelheden, nummers, prijzen, et cetera. Bron: http://www.slo.nl/voortgezet/vmbo/themas/dll/progr/ 3/5

Kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden, eenvoudige uitspraken op het gebied van directe behoeften of over zeer vertrouwde onderwerpen en op dergelijke uitspraken reageren. Kan vragen stellen en beantwoorden over zichzelf en andere mensen. Kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden, eenvoudige uitspraken op het gebied van directe behoeften of over zeer vertrouwde onderwerpen en op dergelijke uitspraken reageren. Kan vragen stellen en beantwoorden over zichzelf en andere mensen. en geven en Kan communiceren binnen eenvoudige en dagelijkse taken waarin gevraagd wordt om een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie. en geven en Kan communiceren binnen eenvoudige en dagelijkse taken waarin gevraagd wordt om een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie. en geven en Kan communiceren binnen eenvoudige en dagelijkse taken waarin gevraagd wordt om een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie. en geven en Kan communiceren binnen eenvoudige en dagelijkse taken waarin gevraagd wordt om een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie. en geven en Kan communiceren binnen eenvoudige en dagelijkse taken waarin gevraagd wordt om een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie. 4. Spreken / / Kan zichzelf beschrijven, kan beschrijven wat hij/zij doet en waar hij/zij woont. Kan zichzelf beschrijven, kan beschrijven wat hij/zij doet en waar hij/zij woont. Kan zijn/haar familie, woonomstandigheden, onderwijservaring, huidige of meest recente baan Kan in eenvoudige bewoordingen mensen, plaatsen en eigendommen Kan zijn/haar familie, woonomstandigheden, onderwijservaring, huidige of meest recente baan Kan in eenvoudige bewoordingen mensen, plaatsen en eigendommen Kan zijn/haar familie, woonomstandigheden, onderwijservaring, huidige of meest recente baan Kan in eenvoudige bewoordingen mensen, plaatsen en eigendommen Kan zijn/haar familie, woonomstandigheden, onderwijservaring, huidige of meest recente baan Kan in eenvoudige bewoordingen mensen, plaatsen en eigendommen Kan zijn/haar familie, woonomstandigheden, onderwijservaring, huidige of meest recente baan Kan in eenvoudige bewoordingen mensen, plaatsen en eigendommen Kan een zeer korte en vooraf geoefende mededeling voorlezen, bijvoorbeeld een toost uitbrengen, een spreker introduceren. Kan een zeer korte en vooraf geoefende mededeling voorlezen, bijvoorbeeld een toost uitbrengen, een spreker introduceren. Kan een eenvoudig, kort, vooraf ingeoefend praatje houden over een bekend onderwerp. Kan op eenvoudige vragen reageren als hij/zij om herhaling kan vragen en enige hulp geboden wordt bij het formuleren van het antwoord. Kan een eenvoudig, kort, vooraf ingeoefend praatje houden over een bekend onderwerp. Kan op eenvoudige vragen reageren als hij/zij om herhaling kan vragen en enige hulp geboden wordt bij het formuleren van het antwoord. Kan een eenvoudig, kort, vooraf ingeoefend praatje houden over een bekend onderwerp. Kan op eenvoudige vragen reageren als hij/zij om herhaling kan vragen en enige hulp geboden wordt bij het formuleren van het antwoord. Kan een eenvoudig, kort, vooraf ingeoefend praatje houden over een bekend onderwerp. Kan op eenvoudige vragen reageren als hij/zij om herhaling kan vragen en enige hulp geboden wordt bij het formuleren van het antwoord. Kan een eenvoudig, kort, vooraf ingeoefend praatje houden over een bekend onderwerp. Kan op eenvoudige vragen reageren als hij/zij om herhaling kan vragen en enige hulp geboden wordt bij het formuleren van het antwoord. Bron: http://www.slo.nl/voortgezet/vmbo/themas/dll/progr/ 4/5

5. Schrijven / / / /B1 mededeling. mededeling. Kan heel eenvoudige persoonlijke brieven schrijven om dankbaarheid of verontschuldigingen over te brengen. Kan heel eenvoudige persoonlijke brieven schrijven om dankbaarheid of verontschuldigingen over te brengen. mededeling. Kan heel eenvoudige persoonlijke brieven schrijven om dankbaarheid of verontschuldigingen over te brengen. Kan vrij gedetailleerde persoonlijke brieven schrijven over ervaringen, gevoelens en gebeurtenissen. Kan een korte, eenvoudige zakelijke brief schrijven. et cetera schrijven zoals et cetera schrijven zoals Kan een korte, eenvoudige boodschap noteren als om herhaling of herformulering gevraagd kan worden. aantekeningen of boodschappen gerelateerd aan zaken van onmiddellijke noodzaak schrijven. Kan een korte, eenvoudige boodschap noteren als om herhaling of herformulering gevraagd kan worden. aantekeningen of boodschappen gerelateerd aan zaken van onmiddellijke noodzaak schrijven. et cetera schrijven zoals Kan een korte, eenvoudige boodschap noteren als om herhaling of herformulering gevraagd kan worden. aantekeningen of boodschappen gerelateerd aan zaken van onmiddellijke noodzaak schrijven. Kan notities/berichten schrijven waarin eenvoudige informatie van onmiddellijke relevantie voor vrienden, mensen van diensten, docenten en anderen die in zijn/haar dagelijks leven een rol spelen overgebracht wordt, waarbij de belangrijke punten begrijpelijk overkomen. Kan heel korte rapporten schrijven volgens een vastgestelde standaard, waarin routinematige, feitelijke informatie doorgegeven wordt en redenen voor het ondernemen van bepaalde acties aangegeven worden. over waar ze wonen en wat ze. over waar ze wonen en wat ze. Kan een aantal eenvoudige frases en zinnen over familie, leefomstandigheden, educatieve achtergrond, huidige of meest recente baan schrijven. Kan een aantal eenvoudige frases en zinnen over familie, leefomstandigheden, educatieve achtergrond, huidige of meest recente baan schrijven. over waar ze wonen en wat ze. Kan een aantal eenvoudige frases en zinnen over familie, leefomstandigheden, educatieve achtergrond, huidige of meest recente baan schrijven. Kan eenvoudige, gedetailleerde beschrijvingen maken over een aantal bekende onderwerpen binnen het eigen interessegebied. Kan verslag van ervaringen, en daarbij gevoelens en reacties beschrijven in eenvoudige lopende tekst. Kan een gebeurtenis, een recent uitstapje - waar gebeurd of verzonnen - Bron: http://www.slo.nl/voortgezet/vmbo/themas/dll/progr/ 5/5

Doorlopende leerlijn Frans (PO - vmbo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK Kernvaardigheden PO Onderbouw vmbo b Onderbouw vmbo k Onderbouw vmbo gt Bovenbouw vmbo b Bovenbouw vmbo k Bovenbouw vmbo gt 1. Leesvaardigheid / / Overwegend en in redelijke mate Overwegend, een enkele B1 komt voor Ongeveer evenveel als B1 lezen berichten op een ansichtkaart lezen brieven, faxen en e-mails over vertrouwde onderwerpen lezen brieven, faxen en e-mails over vertrouwde onderwerpen lezen brieven, faxen en e-mails over vertrouwde onderwerpen lezen Kan correspondentie, die gerelateerd is aan eigen vakgebied en eigen interesses lezen en kan snel de essentie vatten. Kan zakelijke correspondentie van verschillende instanties lezen Kan correspondentie, die gerelateerd is aan eigen vakgebied en eigen interesses lezen en kan snel de essentie vatten. Kan zakelijke correspondentie van verschillende instanties Kan bekende namen, woorden en simpele standaardzinnetjes herkennen in eenvoudige mededelingen in de meest voorkomende alledaagse situaties. Kan specifieke, voorspelbare informatie vinden in eenvoudig alledaags materiaal. Kan specifieke informatie in lijsten vinden en de benodigde informatie daaruit halen. Kan alledaagse borden en mededelingen Kan specifieke, voorspelbare informatie vinden in eenvoudig alledaags materiaal. Kan specifieke informatie in lijsten vinden en de benodigde informatie daaruit halen. Kan alledaagse borden en mededelingen Kan specifieke, voorspelbare informatie vinden in eenvoudig alledaags materiaal. Kan specifieke informatie in lijsten vinden en de benodigde informatie daaruit halen. Kan alledaagse borden en mededelingen Kan lange en complexe teksten snel scannen en relevante details vinden. Kan snel de inhoud en relevantie bepalen van nieuwsberichten, artikelen en rapporten over een breed scala aan professionele onderwerpen en besluiten of nadere studie ervan de moeite waard is. Kan lange en complexe teksten snel scannen en relevante details vinden. Kan snel de inhoud en relevantie bepalen van nieuwsberichten, artikelen en rapporten over een breed scala aan professionele onderwerpen en besluiten of nadere studie ervan de moeite waard is. Kan zich een idee vormen van de inhoud van eenvoudige informatieve materialen en korte eenvoudige beschrijvingen, vooral als er visuele ondersteuning bij is. Kan specifieke informatie vinden in eenvoudiger geschreven materiaal dat hij/zij tegenkomt zoals brieven, brochures of korte krantenartikelen die gebeurtenissen Kan specifieke informatie vinden in eenvoudiger geschreven materiaal dat hij/zij tegenkomt zoals brieven, brochures of korte krantenartikelen die gebeurtenissen Kan specifieke informatie vinden in eenvoudiger geschreven materiaal dat hij/zij tegenkomt zoals brieven, brochures of korte krantenartikelen die gebeurtenissen Kan artikelen en rapporten begrijpen die gaan over actuele problemen waarbij de schrijver een bepaald standpunt inneemt. Kan artikelen en rapporten begrijpen die gaan over actuele problemen waarbij de schrijver een bepaald standpunt inneemt. Kan korte, eenvoudig geschreven aanwijzingen Kan eenvoudige begrijpen bij apparatuur die men in het dagelijks leven tegenkomt. Kan eenvoudige begrijpen bij apparatuur die men in het dagelijks leven tegenkomt. Kan eenvoudige begrijpen bij apparatuur die men in het dagelijks leven tegenkomt. Kan lange en complexe op het eigen terrein begrijpen, inclusief details over condities en waarschuwingen als hij/zij de gelegenheid heeft moeilijke stukken te herlezen. Kan lange en complexe op het eigen terrein begrijpen, inclusief details over condities en waarschuwingen als hij/zij de gelegenheid heeft moeilijke stukken te herlezen. Bron: http://www.slo.nl/voortgezet/vmbo/themas/dll/progr/ 1/5

2. Luistervaardigheid / / Kan begrijpen die zorgvuldig en langzaam aan hem/haar gericht zijn en kan korte, eenvoudige aanwijzingen Bron: http://www.slo.nl/voortgezet/vmbo/themas/dll/progr/ 2/5

3. Gesprekken voeren Kan zich voorstellen, kan groeten en afscheid nemen. Kan mensen vragen hoe het met hen gaat en kan reageren op nieuws. Kan zich voorstellen, kan groeten en afscheid nemen. Kan mensen vragen hoe het met hen gaat en kan reageren op nieuws. Kan zich voorstellen, kan groeten en afscheid nemen. Kan mensen vragen hoe het met hen gaat en kan reageren op nieuws. Kan sociale contacten tot stand brengen: groeten en afscheid nemen, zichzelf of anderen voorstellen, bedanken, reageren op uitnodigingen, suggesties en verontschuldigingen indien direct tot hem/haar gericht en gesproken, en ze zelf. Is echter niet in staat zonder medewerking van de gesprekspartner het gesprek op gang te houden. Kan op eenvoudige wijze voorkeur en mening uitdrukken over vertrouwde alledaagse onderwerpen. Kan sociale contacten tot stand brengen: groeten en afscheid nemen, zichzelf of anderen voorstellen, bedanken, reageren op uitnodigingen, suggesties en verontschuldigingen indien direct tot hem/haar gericht en gesproken, en ze zelf. Is echter niet in staat zonder medewerking van de gesprekspartner het gesprek op gang te houden. Kan op eenvoudige wijze voorkeur en mening uitdrukken over vertrouwde alledaagse onderwerpen. Kan sociale contacten tot stand brengen: groeten en afscheid nemen, zichzelf of anderen voorstellen, bedanken, reageren op uitnodigingen, suggesties en verontschuldigingen indien direct tot hem/haar gericht en gesproken, en ze zelf. Is echter niet in staat zonder medewerking van de gesprekspartner het gesprek op gang te houden. Kan op eenvoudige wijze voorkeur en mening uitdrukken over vertrouwde alledaagse onderwerpen. Kan zeggen wat hij/zij denkt in een formele vergadering als hij/zij rechtstreeks wordt aangesproken, op voorwaarde dat hij/zij, indien nodig, om herhaling kan vragen. Kan zeggen wat hij/zij denkt in een formele vergadering als hij/zij rechtstreeks wordt aangesproken, op voorwaarde dat hij/zij, indien nodig, om herhaling kan vragen. Kan zeggen wat hij/zij denkt in een formele vergadering als hij/zij rechtstreeks wordt aangesproken, op voorwaarde dat hij/zij, indien nodig, om herhaling kan vragen. Kan mensen om dingen vragen en mensen dingen geven. Kan omgaan met cijfers, hoeveelheden, kosten en tijd. Kan mensen om dingen vragen en mensen dingen geven. Kan omgaan met cijfers, hoeveelheden, kosten en tijd. Kan mensen om dingen vragen en mensen dingen geven. Kan omgaan met cijfers, hoeveelheden, kosten en tijd. Kan aangeven dat hij/zij de gesprekspartner volgt en kan, als de gesprekspartner zich daarvoor inspant, begrijpen wat er gedaan moet worden. reizen en kan gebruik maken van het openbaar vervoer. zaken en kan eenvoudige transacties in winkels, postkantoren en banken. Kan informatie geven en ontvangen over hoeveelheden, nummers, prijzen, et cetera. Kan aangeven dat hij/zij de gesprekspartner volgt en kan, als de gesprekspartner zich daarvoor inspant, begrijpen wat er gedaan moet worden. reizen en kan gebruik maken van het openbaar vervoer. zaken en kan eenvoudige transacties in winkels, postkantoren en banken. Kan informatie geven en ontvangen over hoeveelheden, nummers, prijzen, et cetera. Kan aangeven dat hij/zij de gesprekspartner volgt en kan, als de gesprekspartner zich daarvoor inspant, begrijpen wat er gedaan moet worden. reizen en kan gebruik maken van het openbaar vervoer. zaken en kan eenvoudige transacties in winkels, postkantoren en banken. Kan informatie geven en ontvangen over hoeveelheden, nummers, prijzen, et cetera. Bron: http://www.slo.nl/voortgezet/vmbo/themas/dll/progr/ 3/5

Kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden, eenvoudige uitspraken op het gebied van directe behoeften of over zeer vertrouwde onderwerpen en op dergelijke uitspraken reageren. Kan vragen stellen en beantwoorden over zichzelf en andere mensen. Kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden, eenvoudige uitspraken op het gebied van directe behoeften of over zeer vertrouwde onderwerpen en op dergelijke uitspraken reageren. Kan vragen stellen en beantwoorden over zichzelf en andere mensen. Kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden, eenvoudige uitspraken op het gebied van directe behoeften of over zeer vertrouwde onderwerpen en op dergelijke uitspraken reageren. Kan vragen stellen en beantwoorden over zichzelf en andere mensen en geven en Kan communiceren binnen eenvoudige en dagelijkse taken waarin gevraagd wordt om een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie. en geven en Kan communiceren binnen eenvoudige en dagelijkse taken waarin gevraagd wordt om een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie. en geven en Kan communiceren binnen eenvoudige en dagelijkse taken waarin gevraagd wordt om een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie 4. Spreken Kan zichzelf beschrijven, kan beschrijven wat hij/zij doet en waar hij/zij woont. Kan zichzelf beschrijven, kan beschrijven wat hij/zij doet en waar hij/zij woont. Kan zichzelf beschrijven, kan beschrijven wat hij/zij doet en waar hij/zij woont. Kan zijn/haar familie, woonomstandigheden, onderwijservaring, huidige of meest recente baan Kan in eenvoudige bewoordingen mensen, plaatsen en eigendommen Kan zijn/haar familie, woonomstandigheden, onderwijservaring, huidige of meest recente baan Kan in eenvoudige bewoordingen mensen, plaatsen en eigendommen Kan een zeer korte en vooraf geoefende mededeling voorlezen, bijvoorbeeld een toost uitbrengen, een spreker introduceren. Kan een zeer korte en vooraf geoefende mededeling voorlezen, bijvoorbeeld een toost uitbrengen, een spreker introduceren. Kan een zeer korte en vooraf geoefende mededeling voorlezen, bijvoorbeeld een toost uitbrengen, een spreker introduceren. Kan een eenvoudig, kort, vooraf ingeoefend praatje houden over een bekend onderwerp. Kan op eenvoudige vragen reageren als hij/zij om herhaling kan vragen en enige hulp geboden wordt bij het formuleren van het antwoord. Kan een eenvoudig, kort, vooraf ingeoefend praatje houden over een bekend onderwerp. Kan op eenvoudige vragen reageren als hij/zij om herhaling kan vragen en enige hulp geboden wordt bij het formuleren van het antwoord. Bron: http://www.slo.nl/voortgezet/vmbo/themas/dll/progr/ 4/5

5. Schrijven / mededeling. mededeling. mededeling. mededeling. mededeling. Kan heel eenvoudige persoonlijke brieven schrijven om dankbaarheid of verontschuldigingen over te brengen. et cetera schrijven zoals et cetera schrijven zoals et cetera schrijven zoals et cetera schrijven zoals et cetera. schrijven zoals Kan een korte, eenvoudige boodschap noteren als om herhaling of herformulering gevraagd kan worden. aantekeningen of boodschappen gerelateerd aan zaken van onmiddellijke noodzaak schrijven. over waar ze wonen en wat ze. over waar ze wonen en wat ze. over waar ze wonen en wat ze. over waar ze wonen en wat ze. over waar ze wonen en wat ze. Kan een aantal eenvoudige frases en zinnen over familie, leefomstandigheden, educatieve achtergrond, huidige of meest recente baan schrijven. Bron: http://www.slo.nl/voortgezet/vmbo/themas/dll/progr/ 5/5

Doorlopende leerlijn Duits (PO - vmbo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK Kernvaardigheden PO Onderbouw vmbo b Onderbouw vmbo k Onderbouw vmbo gt Bovenbouw vmbo b Bovenbouw vmbo k Bovenbouw vmbo gt 1. Leesvaardigheid / / Overwegend, een enkele komt voor. Overwegend, een enkele B1 komt voor. Iets meer B1 dan. lezen berichten op een ansichtkaart lezen brieven, faxen en e-mails over vertrouwde onderwerpen lezen brieven, faxen en e-mails over vertrouwde onderwerpen lezen brieven, faxen en e-mails over vertrouwde onderwerpen lezen Kan correspondentie, die gerelateerd is aan eigen vakgebied en eigen interesses lezen en kan snel de essentie vatten. Kan zakelijke correspondentie van verschillende instanties lezen Kan correspondentie, die gerelateerd is aan eigen vakgebied en eigen interesses lezen en kan snel de essentie vatten. Kan zakelijke correspondentie van verschillende instanties Kan bekende namen, woorden en simpele standaardzinnetjes herkennen in eenvoudige mededelingen in de meest voorkomende alledaagse situaties. Kan specifieke, voorspelbare informatie vinden in eenvoudig alledaags materiaal. Kan specifieke informatie in lijsten vinden en de benodigde informatie daaruit halen. Kan alledaagse borden en mededelingen Kan specifieke, voorspelbare informatie vinden in eenvoudig alledaags materiaal. Kan specifieke informatie in lijsten vinden en de benodigde informatie daaruit halen. Kan alledaagse borden en mededelingen Kan specifieke, voorspelbare informatie vinden in eenvoudig alledaags materiaal. Kan specifieke informatie in lijsten vinden en de benodigde informatie daaruit halen. Kan alledaagse borden en mededelingen Kan lange en complexe teksten snel scannen en relevante details vinden. Kan snel de inhoud en relevantie bepalen van nieuwsberichten, artikelen en rapporten over een breed scala aan professionele onderwerpen en besluiten of nadere studie ervan de moeite waard is. Kan lange en complexe teksten snel scannen en relevante details vinden. Kan snel de inhoud en relevantie bepalen van nieuwsberichten, artikelen en rapporten over een breed scala aan professionele onderwerpen en besluiten of nadere studie ervan de moeite waard is. Kan zich een idee vormen van de inhoud van eenvoudige informatieve materialen en korte eenvoudige beschrijvingen, vooral als er visuele ondersteuning bij is. Kan korte, eenvoudig geschreven aanwijzingen Kan specifieke informatie vinden in eenvoudiger geschreven materiaal dat hij/zij tegenkomt zoals brieven, brochures of korte krantenartikelen die gebeurtenissen Kan eenvoudige begrijpen bij apparatuur die men in het dagelijks leven tegenkomt. Kan specifieke informatie vinden in eenvoudiger geschreven materiaal dat hij/zij tegenkomt zoals brieven, brochures of korte krantenartikelen die gebeurtenissen. Kan eenvoudige begrijpen bij apparatuur die men in het dagelijks leven tegenkomt. Kan specifieke informatie vinden in eenvoudiger geschreven materiaal dat hij/zij tegenkomt zoals brieven, brochures of korte krantenartikelen die gebeurtenissen Kan eenvoudige begrijpen bij apparatuur die men in het dagelijks leven tegenkomt. Kan artikelen en rapporten begrijpen die gaan over actuele problemen waarbij de schrijver een bepaald standpunt inneemt. Kan lange en complexe op het eigen terrein begrijpen, inclusief details over condities en waarschuwingen als hij/zij de gelegenheid heeft moeilijke stukken te herlezen. Kan artikelen en rapporten begrijpen die gaan over actuele problemen waarbij de schrijver een bepaald standpunt inneemt. Kan lange en complexe op het eigen terrein begrijpen, inclusief details over condities en waarschuwingen als hij/zij de gelegenheid heeft moeilijke stukken te herlezen. Bron: http://www.slo.nl/voortgezet/vmbo/themas/dll/progr/ 1/5

2. Luistervaardigheid / / live publiek live publiek live publiek Kan begrijpen die zorgvuldig en langzaam aan hem/haar gericht zijn en kan korte, eenvoudige aanwijzingen Bron: http://www.slo.nl/voortgezet/vmbo/themas/dll/progr/ 2/5

3. Gesprekken voeren Kan zich voorstellen, kan groeten en afscheid nemen. Kan mensen vragen hoe het met hen gaat en kan reageren op nieuws. Kan zich voorstellen, kan groeten en afscheid nemen. Kan mensen vragen hoe het met hen gaat en kan reageren op nieuws. Kan zich voorstellen, kan groeten en afscheid nemen. Kan mensen vragen hoe het met hen gaat en kan reageren op nieuws. Kan sociale contacten tot stand brengen: groeten en afscheid nemen, zichzelf of anderen voorstellen, bedanken, reageren op uitnodigingen, suggesties en verontschuldigingen indien direct tot hem/haar gericht en gesproken, en ze zelf. Is echter niet in staat zonder medewerking van de gesprekspartner het gesprek op gang te houden. Kan op eenvoudige wijze voorkeur en mening uitdrukken over vertrouwde alledaagse onderwerpen. Kan sociale contacten tot stand brengen: groeten en afscheid nemen, zichzelf of anderen voorstellen, bedanken, reageren op uitnodigingen, suggesties en verontschuldigingen indien direct tot hem/haar gericht en gesproken, en ze zelf. Is echter niet in staat zonder medewerking van de gesprekspartner het gesprek op gang te houden. Kan op eenvoudige wijze voorkeur en mening uitdrukken over vertrouwde alledaagse onderwerpen. Kan sociale contacten tot stand brengen: groeten en afscheid nemen, zichzelf of anderen voorstellen, bedanken, reageren op uitnodigingen, suggesties en verontschuldigingen indien direct tot hem/haar gericht en gesproken, en ze zelf. Is echter niet in staat zonder medewerking van de gesprekspartner het gesprek op gang te houden. Kan op eenvoudige wijze voorkeur en mening uitdrukken over vertrouwde alledaagse onderwerpen. Kan zeggen wat hij/zij denkt in een formele vergadering als hij/zij rechtstreeks wordt aangesproken, op voorwaarde dat hij/zij, indien nodig, om herhaling kan vragen. Kan zeggen wat hij/zij denkt in een formele vergadering als hij/zij rechtstreeks wordt aangesproken, op voorwaarde dat hij/zij, indien nodig, om herhaling kan vragen. Kan zeggen wat hij/zij denkt in een formele vergadering als hij/zij rechtstreeks wordt aangesproken, op voorwaarde dat hij/zij, indien nodig, om herhaling kan vragen. Kan mensen om dingen vragen en mensen dingen geven. Kan omgaan met cijfers, hoeveelheden, kosten en tijd. Kan mensen om dingen vragen en mensen dingen geven. Kan omgaan met cijfers, hoeveelheden, kosten en tijd. Kan mensen om dingen vragen en mensen dingen geven. Kan omgaan met cijfers, hoeveelheden, kosten en tijd. Kan aangeven dat hij/zij de gesprekspartner volgt en kan, als de gesprekspartner zich daarvoor inspant, begrijpen wat er gedaan moet worden. reizen en kan gebruik maken van het openbaar vervoer. zaken en kan eenvoudige transacties in winkels, postkantoren en banken. Kan informatie geven en ontvangen over hoeveelheden, nummers, prijzen, et cetera. Kan aangeven dat hij/zij de gesprekspartner volgt en kan, als de gesprekspartner zich daarvoor inspant, begrijpen wat er gedaan moet worden. reizen en kan gebruik maken van het openbaar vervoer. zaken en kan eenvoudige transacties in winkels, postkantoren en banken. Kan informatie geven en ontvangen over hoeveelheden, nummers, prijzen, et cetera. Kan aangeven dat hij/zij de gesprekspartner volgt en kan, als de gesprekspartner zich daarvoor inspant, begrijpen wat er gedaan moet worden. reizen en kan gebruik maken van het openbaar vervoer. zaken en kan eenvoudige transacties in winkels, postkantoren en banken. Kan informatie geven en ontvangen over hoeveelheden, nummers, prijzen, et cetera. Bron: http://www.slo.nl/voortgezet/vmbo/themas/dll/progr/ 3/5

Kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden, eenvoudige uitspraken op het gebied van directe behoeften of over zeer vertrouwde onderwerpen en op dergelijke uitspraken reageren. Kan vragen stellen en beantwoorden over zichzelf en andere mensen. Kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden, eenvoudige uitspraken op het gebied van directe behoeften of over zeer vertrouwde onderwerpen en op dergelijke uitspraken reageren. Kan vragen stellen en beantwoorden over zichzelf en andere mensen. Kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden, eenvoudige uitspraken op het gebied van directe behoeften of over zeer vertrouwde onderwerpen en op dergelijke uitspraken reageren. Kan vragen stellen en beantwoorden over zichzelf en andere mensen. en geven en Kan communiceren binnen eenvoudige en dagelijkse taken waarin gevraagd wordt om een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie. en geven en Kan communiceren binnen eenvoudige en dagelijkse taken waarin gevraagd wordt om een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie. en geven en Kan communiceren binnen eenvoudige en dagelijkse taken waarin gevraagd wordt om een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie. 4. Spreken Kan zichzelf beschrijven, kan beschrijven wat hij/zij doet en waar hij/zij woont. Kan zichzelf beschrijven, kan beschrijven wat hij/zij doet en waar hij/zij woont. Kan zichzelf beschrijven, kan beschrijven wat hij/zij doet en waar hij/zij woont. Kan zijn/haar familie, woonomstandigheden, onderwijservaring, huidige of meest recente baan Kan in eenvoudige bewoordingen mensen, plaatsen en eigendommen Kan zijn/haar familie, woonomstandigheden, onderwijservaring, huidige of meest recente baan Kan in eenvoudige bewoordingen mensen, plaatsen en eigendommen Kan zijn/haar familie, woonomstandigheden, onderwijservaring, huidige of meest recente baan Kan in eenvoudige bewoordingen mensen, plaatsen en eigendommen Kan een zeer korte en vooraf geoefende mededeling voorlezen, bijvoorbeeld een toost uitbrengen, een spreker introduceren. Kan een zeer korte en vooraf geoefende mededeling voorlezen, bijvoorbeeld een toost uitbrengen, een spreker introduceren. Kan een zeer korte en vooraf geoefende mededeling voorlezen, bijvoorbeeld een toost uitbrengen, een spreker introduceren. Kan een eenvoudig, kort, vooraf ingeoefend praatje houden over een bekend onderwerp. Kan op eenvoudige vragen reageren als hij/zij om herhaling kan vragen en enige hulp geboden wordt bij het formuleren van het antwoord. Kan een eenvoudig, kort, vooraf ingeoefend praatje houden over een bekend onderwerp. Kan op eenvoudige vragen reageren als hij/zij om herhaling kan vragen en enige hulp geboden wordt bij het formuleren van het antwoord. Kan een eenvoudig, kort, vooraf ingeoefend praatje houden over een bekend onderwerp. Kan op eenvoudige vragen reageren als hij/zij om herhaling kan vragen en enige hulp geboden wordt bij het formuleren van het antwoord. Bron: http://www.slo.nl/voortgezet/vmbo/themas/dll/progr/ 4/5