Hogeschool Rotterdam Cluster Media aan de Maas Modulewijzer Media en Creativiteit CMD jaar 4 herfst 2008 Scriptievaardigheden I Aantal ECTS 1 Opleiding Communication & Multimedia Design Versie september 2008 1
A4-Modulebeschrijving Modulecode: CMDMEC09 Modulenaam: Media & Creativiteit: Scriptievaardigheden Belasting (aantal CP): 1 Relatie met andere Onderwijs Overall. Studenten ontwikkelen hun onderzoeksvaardigheden. Deze zetten zij in bij het schrijven van hun afstudeerscriptie. Voorkennis: Geen Programmasoort Praktijkgestuurd Werkvormen: Werkgroepen Looptijd tien weken (acht lesweken, een vakbeoordelingsweek, een herkansingsweek) Toetsing: Opdrachten, arikel Vrijstelling: geen Leermiddelen: Theorielokaal met beamer Competenties en leerdoelen: Draagt bij aan de competenties behorende bij de rol: -Onderzoeker context Leerdoelen: Je bent geïnformeerd over het actuele debat zoals gevoerd in de wereld van multimedia. Je kunt zelfstandig een onderzoek uitvoeren. Je kunt je bronnenonderzoek inzetten voor de ontwikkeling van een product/concept. Inhoud: Tijdens het herfstkwartaal media en creativiteit leer je een aantal basisvaardigheden die je voorbereiden op het schrijven van je afstudeerscriptie. Je leert hoe je theoretische inzichten kunt toepassen in de ontwikkeling van multimediale producten en concepten, tevens de kern van je afstudeerproject. Terwijl je je in het majorprogramma en ook in de minor verdiept in de inhoud van het vak, leer je in de leerlijn media en creativiteit hoe je deze inhoud kunt communiceren met derden. De technische skills die daarvoor nodig zijn argumenteren, rapporteren, vermelden van bronnen- staan centraal. Je sluit het kwartaal af met een klein zelfstandig onderzoek. Opmerkingen: Auteur(s): Carolien van den Akker Versiedatum: Versie 3 oktober 2008 Module beheerder: Justien Marseille 2
Inhoudsopgave Aantal ECTS...1 A4-MODULEBESCHRIJVING...2 1 INLEIDING...4 2 Leerdoelen...4 3 Werkvorm(en)...4 4 Toetsing...4 5 Literatuur en ICT-bronnen...4 2 PROGRAMMA...5 2.1 LES 1...5 2.1.1 Overzicht van de les...5 2.1.2 Opdrachten...5...5 3
1 Inleiding Het vakgebied van de multimedia is voortdurend in verandering. Multimedia zag er nog geen tien jaar geleden heel anders uit dan nu. Dus de kennis die je nu hebt, is hoogstwaarschijnlijk niet van toepassing op de situatie over tien jaar. Belangrijk is daarom dat je nieuwsgierig bent en op de hoogte wilt blijven en creatief met nieuwe informatie kan omgaan. Zodat je onafhankelijk van de ontwikkelingen een interessante gesprekspartner blijft, vol van goede ideeën en nieuwe oplossingen. Als deelnemer aan de module Media en Creativiteit en als aankomend multimedia professional- volg je alle ontwikkelingen op de voet. Je bent nieuwsgierig en brengt veel tijd door achter je computer, speurend op het Internet voor de nieuwste gadgets en ideeën. Daarnaast volg je toonaangevende blogs en neem je actief deel aan communities. Ook lees je vaktijdschriften en participeer je in seminars. Al je bevindingen leg je vast in woord en in beeld. Op basis van je onderzoek ben je in staat om relevante vraagstellingen te formuleren. Ook kun je voorspellingen doen over toekomstige ontwikkelingen, zodat een bedrijf innoverende producten kan ontwikkelen voor de markt. Relatie van de module met andere modulen: De inhoud van de module media en creativiteit houdt nauw verband met de major en met het afstudeerproject. De afstudeerscriptie wordt tijdens de module voorbereid. Daarbij gebruik je de informatie die je tijdens de CMD major wordt aangereikt. Inhoud module: Tijdens het herfstkwartaal media en creativiteit leer je een aantal basisvaardigheden die je voorbereiden op het schrijven van je afstudeerscriptie. Je leert hoe je theoretische inzichten kunt toepassen in de ontwikkeling van multimediale producten en concepten, tevens de kern van je afstudeerproject. Terwijl je je in het majorprogramma en ook in de minor verdiept in de inhoud van het vak, leer je in de leerlijn media en creativiteit hoe je deze inhoud kunt communiceren met derden. De technische skills die daarvoor nodig zijn argumenteren, rapporteren, vermelden van bronnen- staan centraal. Je sluit het kwartaal af met een klein zelfstandig onderzoek. 2 Leerdoelen Je bent geïnformeerd over het actuele debat zoals gevoerd in de wereld van multimedia. Je kunt zelfstandig een onderzoek uitvoeren. Je kunt je onderzoek inzetten voor de ontwikkeling van een product/concept. 3 Werkvorm(en) Wekelijkse werkgroepbijeenkomsten van tachtig minuten. Daarnaast verricht je 18 uur zelfstudie, waarbij je werkt aan de uitwerking van de opdrachten. 4 Toetsing De toetsing van het kwartaal vindt plaats op basis van: 1. een actieve deelname aan de lessen; 2. beoordeling van de eindopdracht. Voor een formulering van de eindopdracht inclusief de beoordelingscriteria wordt verwezen naar onderdeel 7 van deze modulewijzer. 5 Literatuur en ICT-bronnen (suggestie) Een goede en ook praktische handleiding voor het voorbereiden van een onderzoek betreft de publicatie: 4
Oost, H. en Markenthof, A., Een onderzoek voorbereiden, HB uitgevers, Baarn, 2002. Voor een handleiding voor het schrijven van een scriptie wordt geadviseerd: Oosterbaan, W., Een leesbare scriptie. Gids voor het schrijven van scripties, essays en papers, Amsterdam/Rotterdam, Prometheus en NRC Handelsblad, 2004. 6 Weekoverzicht Week Werkvorm (hoorcollege/werkgroep) Te behandelen onderwerpen Opdrachten 1 Werkgroep Rol theorie binnen CMD 2 Werkgroep Verband theorie en praktijk 3 Werkgroep Schrijfvaardigheid I Schrijf een tekst (eerste oefening) 4 Werkgroep Bronvermelding en plagiaat 5 Werkgroep Schrijfvaardigheid II Bespreking oefenteksten studenten 6 Werkgroep Kennisgebied 7 Werkgroep Tussentijdse feedback eindopdracht (facultatief) 8 Werkgroep Onderzoeksvraag, kennisgebied en theorie 9 Vakbeoordeling Geen les, docent corrigeert werk 10 Projectbeoordeling Geen les, docent corrigeert werk Eindopdracht onderzoek inleveren 7 Opdrachten Opdracht 1 Schrijf een kort artikel over een van onderstaande onderzoeksvragen: Hoe kunnen sociale netwerken worden ingezet in de marketingmix? Wat zijn de succesfactoren voor effectieve recruitment virals? Welke factoren zijn van belang bij de online merkbeleving? Wat kan de rol van microbetalingen betekenen voor e-commerce organisaties? Welke testmethodieken kunnen het best kunnen worden toegepast tijdens het ontwikkelen van software? En waarom? Via welke verkoopkanalen kan Philips nieuwe producten als Aurea, Ambilight Surround TV en Living Colors het beste aan de man brengen? Betrek de theorie die tijdens de lessen Experience Branding zijn besproken bij het beantwoorden van je vraag. Welke (nieuwe) dynamische vormen van datavisualisatie zijn er? Voor welke doeleinden (doel + doelgroep) zijn deze geschikt? Verhalen die niet gewenst zijn verschijnen niet in de media. Maar deze verhalen zijn er wel. Onder druk van adverteerders willen redakties bepaalde informatie niet, of in ieder geval niet met regelmaat publiceren (bijvoorbeeld vluchtelingen in Nederland). Zijn er succesvolle online initiatieven (en hoe werken deze, welke vorm is effectief) om deze informatie wel bij het publiek bekend te maken? Hoe kun je emotional design meetbaar maken? Wat zijn effectieve methoden om social networks te visualiseren? Welke methoden en technieken met betrekking tot gebruikersonderzoeken en/of design patterns zijn van belang voor het ontwikkelen van een interactief product? 5
Baseer je argumentatie op literatuurstudie (minimaal tien bronnen). Zoek zelf relevante artikelen die noodzakelijk zijn voor het beantwoorden van je vraag. Raadpleeg hiervoor de databases van de mediatheek (Picarta, Lexis Nexis) relevante blogs, vakliteratuur (boeken en tijdschriftartikelen). Let op inhoud, stijl, structuur en bronvermelding. Neem je lezers mee in de tekst; zij kunnen stap voor stap jouw gedachtegang volgen. Het artikel heeft een omvang van 800-1.000 woorden. Deadline: week 44 (week van 27 oktober 2008). Lever je werk in uitdraai in tijdens de les. I II III Structuur en argumentatie 1) Bevat de tekst een inleiding met vraagstelling? 2) Formuleert de student in de conclusie een antwoord op de onderzoeksvraag? 3) Is de conclusie onderbouwd door argumenten uit het middendeel van het artikel? 4) Is elk deel uit de redenering gebaseerd op een bron? Kwalitatief goede bronnen? Bronvermelding 1) Worden minimaal tien bronnen vermeld? 2) Worden bronnen op de juiste manier geciteerd? 3) Zijn er voetnoten opgenomen? Volgens de richtlijnen? 4) Is de literatuurlijst consistent van opbouw? Schrijfstijl en spelling 1) Is de schrijfstijl van het artikel in orde? 2) Voor elke spelfout wordt 0,5 punt aftrek gerekend. 6