Coöperatieve werkvormen

Vergelijkbare documenten
en een buitenkring. Voor de leerkracht Van groep 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 Stappen: Coöperatief leren

augustus 2012 Kwaliteitskaart Coöperatief leren

Welke coöperatieve werkvormen gaan we aanleren?

Structuren. Coöperatief leren

Workshop Coöperatief leren voor beginners

Dalton (samenwerking/ samenwerkend leren) en Coöperatief leren

Coöperatief leren Wat is coöperatief leren? Waarom is coöperatief leren belangrijk? Coöperatieve werkvormen

Overzicht van de coöperatieve werkvormen per leerjaar Tweede leerjaar

BIJLAGE 5 ACTIVERENDE WERKVORMEN

Boekje met coöperatieve werkvormen

DENKEN DELEN UITWISSELEN (5 min.)

Coöperatief leren (CLS) Volgens Dr. Spencer Kagan Verwerkt door Peter Steurs en Natascha Vansteelant

1. Denken-delen-uitwisselen

Stijgen/Dalen. Effectief rekenonderwijs

BAS. Samenwerkend Leren Vastgesteld mei De Overstap

Onderbouw, groep 1 & 2

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

Les Dieren met een baan, thema vermaak

denken - delen - uitwisselen

3. Samenwerkend leren

Wat is Kraak kracht? Kraak kracht

De golf spoelt op het strand. 1. golf 2. strand

Leerlingen leren hoe ze zelf (zonder hulp van de leerkracht) conflicten constructief kunnen oplossen.

Beleidsplan coöperatief leren

Scholing 8 december. Wat kan je helpen? Wat helpt niet?

Coöperatief leren Verschillende werkvormen:

Tijdens de vergadering van

Speels oefenen. Relaties tussen vermenigvuldigsommen. Vermenigvuldigen

Stap 1 Voorafgaand aan het bestuderen van een nieuw onderwerp vatten leerlingen in kleine groepjes samen wat ze al van het onderwerp weten.

Het coöperatief leren

Spelling: de verdubbelaar

Huiswerkbeleid op OBS de Zeester. augustus 2014

Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar

Opbrengsten van CNV thema onderwijsdag 20 april 2016 Masterclass leerstrategieën door Karin Nijman & Inge Verstraete

6. Meningsvorming. doel Kritisch denken voorbereiding op een gesprek over verschillende oplossingen/meningen/enzovoort.

Praten over boeken in de klas Het vragenspel van Aidan Chambers

Leerlingen leren wat mediatie is: conflicten oplossen met de hulp van een derde, neutrale partij.

Kijkwijzer rekenen. Gericht kijken en ontwikkelen

Handleiding Werkvormen Vragen stellen

1. LEZEN Inleiding: doel en structuur Gebaren lezen

Checklist groep 3 4 Doorgaande lijn Daltononderwijs

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan

Schooljaar : Spelletjes in je taal- en rekenles

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat

Er kan pas over Coöperatief Leren gesproken worden als er gewerkt wordt volgens een aantal basisprincipes kortweg GIPS genoemd.

- Leerlijn Leren leren - CED groep. Leerlijn Leren leren CED groep

Leerlijn leren leren. Vakoverstijgend

0. LESVOORBEREIDING. Bij kennis verwerven en integreren

Actieplan coöperatieve werkvormen.

5. Klassen-of groepsgesprek

Hoe een training in metacognitieve vaardigheden leerlingen en docenten helpt! Bijeenkomst 2

Inleiding 8 DEEL Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben.

Doel Het doel van deze procedure is het structureel inpassen van het tandemleren in onze schoolorganisatie.

3. Delen oefenen: De groepjes van 2 verzinnen een eigen melodie en noteren deze op de melodiekaartjes. Ze oefenen dit op hun instrument.

Inhoud. Onderwijskatern HSL HSL. 7 december Nummer 4, december Onderwijskatern. Inhoud van dit onderwijskatern:

Nederlands in Uitvoering

Leerdoel: De leerlingen oefenen met herkennen van symmetrie van verschillende vormen.

Taalgerichte les Formules

Sooo! Sooo! viral! viral! toch? toch? In 7 stappen debatteren in de klas over media

MINUTEN BEWEGEN. Onderwijs Maak Je Samen.

Les 17 Zo zeg je dat (niet)

Groep 8 Basisles: Verschil in energiebronnen

Groep 8 Les 2: Kritisch denken over onze regels AANGEPASTE LES

Schooljaar : Leerlijn Coöperatieve werkvormen binnen groepsplannen

Korte of lange opdrachten die gericht zijn op beheersing van de stof.

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

CONCEPT TOOL ONTWERPEN IN BEELD VOOR EIGEN GEBRUIK

VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID

Blauwe stenen leer je zo

Meningsvorming: jij en vluchtelingen

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

PLG Leerkrachten. 8 december PLG Leerkrachten (2) Agenda

datum: aantal leerlingen: 31 tijd:9:00/10:00 groep: 6&7

WIJ BESLISSEN MEE: KINDEREN EN INSPRAAK

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Vijf minuten actief met kleuters. Joyce van den Boogaard 3 februari 2016

Duo s / Wandel Wissel Uit (variant)

Thema: de mosasaurus. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen

PC Daltonbasisschool Het Drieluik. Samenwerken

Zelfstandige leerhouding 3 Begeleid zelfstandig leren

INTERACTIEVE WERKVORMEN IN DE WISKUNDELES

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

Sta in je recht. Lessen over (kinder)rechten voor PO

Voorbeeld lesbrief. Van je fouten leer je het meest! Lesduur 25 minuten

De ontwikkelde materialen per unit.

Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / SG Schiedam Tel.: /

Instapmodule Niveau AA

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

1 Uit de map: Probleemoplossen in interactie

De Huiswerkgids beschrijft de doorgaande lijn van het huiswerk dat we geven en de aanbevolen aanpak.

ontdekken de kinderen hoe een regenboog ontstaat en maken daarbij aantekeningen.

Begeleide interne stage

lezen Kinderboekenweektip 2013

Voorbeeld actiepunten Aandachtspunt = bevorderen van interactie tussen kinderen tijdens de evaluatie van de les

Huiswerkbeleid. 1 februari. Document bevat beschrijving over het beleid op huiswerk.

Beleidsplan Leerlingenraad o.b.s. de Schuthoek

Tafelplan Werkwijze voor het aanleren en automatiseren van de keertafels (en de deeltafels). in groep 4, 5 en 6.

Transcriptie:

Kernverzameling CWV Coöperatieve werkvormen kernverzameling Er is een heel uitgebreid scala werkvormen te vinden maar met een hoeveelheid van meer dan 200 verschillende zogenaamde didactische structuren raak je makkelijk de weg kwijt in de veelheid. Omdat een kernverzameling van zeer bruikbare en multi-inzetbare werkvormen een handzaam repertoire oplevert is deze collectie van 16 samengesteld. Inclusief de 4 varianten zijn het er 20. Hiermee kan elke leerkracht in de fase van oefening tijdens het eerste schooljaar goed uit de voeten. Deze werkvormen zijn uitgezocht op basis van bruikbaarheid in het hoofdonderwijs en bij de verschillende lesonderdelen van rekenen en taal. Een aantal zijn tevens inzetbaar als Groepsvormende Activiteit (GVA) of Teamvormende Activiteit (TVA). Dit wordt respectievelijk aangegeven met een # of een * Na de opsomming van de werkvormen en summiere uitleg volgt een compleet overzicht van de instructiemodellen die erbij horen. De verzameling bestaat uit: Basisvorm variant 1. Mix en Ruil Mix en Match 2. Rondpraat # Rondpraat op tijd, # genummerde hoofden * tafelrondje per tweetal * 3. Placemat * 4. Driestappeninterview * 5. Denken-delen-uitwisselen 6. Nadoen-zelf doen-vergelijk 7. Tweetal-coach 8. Tweepraat 9. doordraaien en weer terug (Klas-in-de weer) # 10. Expertteams 11. Hoeken # 12. Binnen-buitenkring 13. Teaminterview * 14. Flitsen 15. Popcorn 16. Zoek iemand die 1

1. Mix en Ruil (Mix en Match) Mix en Ruil is een multi-inzetbare werkvorm die heel snel geleerd word ten door leerlingen enthousiast wordt gebruikt. Mix en Ruil leent zich voor veel onderwerpen en brengt veel beweging en ontmoeting teweeg. Het is een werkvorm voor alle mogelijke thema's en vakken. Leerlingen komen in aanraking met een veelheid aan informatie die snel uitgewisseld wordt. Een erg goed bruikbare variant is Mix en Match waarbij de leerlingen eerst Mix en Ruil uitvoeren om vervolgens een passende partner te zoeken die het juiste kaartje heeft dat past bij het eigen kaartje. Dat laatste is het Match element in de vorm. 2. Rondpraat (Rondpraat op tijd, genummerde hoofden en tafelrondje per tweetal) Een gespreksvorm voor een team van 4 leerlingen waarbij het thema meestal wordt gegeven door de leerkracht. Deze vorm biedt elke leerling de kans iets bij te dragen aan het gesprek doordat er een ronde wordt gemaakt waarbij elk teamlid de beurt krijgt. Na de ronde waarin iedereen een bijdrage kan leveren is er tijd voor vragen stellen en gesprek in het team. In deze vorm is het mogelijk dat de leerkracht aan het einde vraagt om een team mening. Dan is het meteen een oefening in besluitvorming. Variaties op Rondpraat zijn: Rondpraat op tijd, genummerde hoofden en Tafelrondje per tweetal. Bij die laatste beginnen de teamleden eerst het gesprek in tweetallen en wisselen daarna de informatie uit met het andere duo. 3. Placemat Dit is een zeer geschikte vorm om voorkennis te activeren en om samen te vatten wat de aanwezige kennis is. het is een vorm waarbij alle vier de teamleden tegelijkertijd actief zijn en er vervolgens veel actieve uitwisseling plaat vindt. Het is ook een kans om het leerproces te starten als er heterogene teams zijn gemaakt omdat de voorkennis dan sterk varieert. Leerlingen vinden dit een erg leuke werkvorm. 4. driestappen interview Het begint met het interviewen in duo's waarbij de ene leerling de andere bevraagt en aantekeningen maakt, vervolgens draaien de rollen om en als derde worden de andere twee teamleden geïnformeerd over de interviews. Een intensieve vorm van actief luisteren en verslag doen. 2 5. denken - delen - uitwisselen Bij deze werkvorm wordt het zelf nadenken intensief ingeschakeld. Nadat de leerkracht een onderwerp heeft opgegeven of een vraag heeft gesteld krijgen de teamleden denktijd. Het is mogelijk dat ze hun gedachten mogen opschrijven, dat ligt aan de opdracht. Na de denktijd wisselen ze de antwoorden uit met hun schoudermaatje. Vervolgens delen ze hun antwoorden met de andere twee. Mogelijk vraagt de leerkracht de teams om een gezamenlijk antwoord te verwoorden. Een variant is om dit in een Binnen-Buitenkring te doen. 6. nadoen, zelf doen, vergelijk Deze vorm is bruikbaar bij alle leeronderdelen en heel geschikt voor nieuwe reken- en taalonderdelen. Hij is goed te combineren als onderdeel van de directe instructie in de oefenfase en de individuele oefenfase. Heel goed voor de verdieping van de leerstof. 7. tweetal coach Een heel effectieve werkvorm voor de heterogene samenwerking. Rolwisselingen zijn zeer leerzaam met name voor de betere leerlingen. Bij tweetal coach is verwoorden van het denkproces een belangrijk onderdeel. Complimenteren kan hiermee goed worden geleerd en geoefend. Heel bruikbare vorm voor rekenen en taal onderdelen.

8. Tweepraat Een typische duo-werkvorm waarbij de partners om de beurt aan het woord komen. Goed voor het actieve luisteren en het goed leren verwoorden. Het is een vrije vorm dan tweetal coach omdat de rolverdeling minder georganiseerd is. er wordt vrij uitgewisseld over een opgegeven thema of vraag. 9. Klas in de weer Deze kringvorm is heel geschikt om onverwachte gebeurtenissen en problemen in de groep te bespreken. Hierbij staan de teams bij elkaar en de klas als geheel in een kring. Het is een combinatie van rondpraat op tijd en het doorschuifprincipe van Binnen-Buiten kring. Door het wisselen van groepsleden naar andere teams blijft het gesprek steeds leuk en biedt kansen op andere inzichten. Deze werkvorm is ook geschikt als je als leerkracht de hele klas aan het denken wil zetten voor vragen waar je zelf mee worstelt. 10. Expertteams Dit is eigenlijk een manier om teams samen te stellen op basis van voorkeuren. Heel geschikt om de jigsaw benadering van coöperatief leren in de praktijk te brengen. De leden van een team richten hun aandacht en werkzaamheden op een specifiek onderwerp dat zij alleen hebben. De expertise die zij daarbij ontwikkelen delen ze dan later met hun teams of met de hele groep. 11. Hoeken Hoeken is een goede werkvorm voor het zelfstandige verwerken en het gesprek. Doordat de leerlingen elkaar ontmoeten rond een overeenkomstige keuze is er een gedeelde interesse zichtbaar gemaakt. Het biedt ook kansen om andere meningen te horen en overwegingen van anderen te leren begrijpen en accepteren. 12. Binnen-Buiten kring Deze vorm kan heel geschikt zijn om te oefenen voor een toets of proefwerk. Voor het trainen van geheugen en het herhalen van het geleerde. Past goed aan het einde van een periode of een ochtend. Leerlingen leren elkaar te overhoren. 3 13. Teaminterview Hierbij bevragen drie teamleden het vierde lid over een vastgesteld onderwerp. Vaak zal dat om een spreekbeurt of een werkstuk gaan waaraan nog gewerkt wordt. Het doel is dan vaak het op orde krijgen van de nog te verrichten werkzaamheden en het inzicht verwerven over het geheel. 14. flitsen Een werkvorm die al bekend en veel gebruikt was in klassen maar als duo-werkvorm erg effectief kan werken bij het inoefenen en inslijpen van parate kennis en bijvoorbeeld woordrijtjes bij spelling. Elkaar bevragen, hulp vragen en helpen komen als vaardigheden aan bod. 15. Popcorn Een heel actieve enthousiasmerende werkvorm om te evalueren om af te sluiten. Iedereen is actief en betrokken. Vraagt om actief luisteren en snel anticiperen. 16. Zoek iemand die is een werkvorm die de samenwerking in tweetallen heel goed stimuleert doordat het nut van een partner hierin erg duidelijk een rol speelt.

Mix en Ruil De leraar geeft de opdracht en het doel. De leraar zegt hoeveel tijd er voor staat. De leraar geeft het stemvolume aan. De leerlingen schrijven individueel op een kaart of post it. De leraar noemt de naam van de werkvorm: Mix en Ruil. Eventueel hangt de leraar een instructiekaart voor de klas. De leerlingen staan op en schuiven hun stoel aan. De leerlingen lopen rond met een hand in de lucht (het ik-ben-beschikbaar teken). Twee leerlingen maken een duo door de vrije hand tegen elkaar te slaan in een High-Five. Een van beide zegt wat op zijn kaart staat of stelt de vraag die er op staat. De ander geeft antwoord of vraagt toelichting. De andere leerling stelt zijn vraag. De eerste geeft antwoord of vraagt toelichting. De kaarten worden geruild. De partners nemen afscheid met een High Five en bedanken elkaar. Ze gaan beide rond met een hand in de lucht op zoek naar een nieuwe partner. De stappen herhalen zich. Als de tijd om is geeft de leraar het stiltesignaal. Klas 1 t/m 6. Uitwisselen informatie. Specifiek leerstofonderdeel oefenen. Oriëntatie op nieuwe leerstof. Rekenen, taal, zaakvakken, gespreksthema s. Gerichte vragen stellen aan individuele leerling. Terug in thuisteam laten vertellen aan elkaar. Laten opschrijven wat ze geleerd hebben. Schriftelijke overhoring van de geoefende stof Groepsvormend. Sociale vaardigheden. Ontmoeten en bedanken. Luistervaardigheid. Reproduceren. Reflecteren. Mix en Ruil als groepsvormende activiteit: elke leerling krijgt een kaartje met daarop een vraag (gemaakt door de leerkracht met gebruik making van wat deze weet over de leerlingen) over bijvoorbeeld vakantie, hobby's, sport e.d. De leerlingen stellen elkaar de vragen op hun kaartje en geven elkaar antwoord. Mix en Ruil als werkvorm bij leren: de leerlingen hebben kaartjes met sommen en gaan daarmee ruilen. 4

Mix en Match De leraar noemt de naam van de werkvorm: Mix en Match De leraar legt de stappen uit en/of geeft een demonstratie De leraar zegt hoeveel tijd er voor staat. De leraar geeft het stemvolume aan. De leraar deelt kaarten uit, De leerlingen staan op en schuiven hun stoel aan. De leerlingen lopen rond met een hand in de lucht (het ik-ben-beschikbaar teken). Twee leerlingen maken een duo door de vrije hand tegen elkaar te slaan in een High-Five. Ieder om de beurt vertelt wat er op zijn/haar kaart staat. De kaarten worden geruild. De stappen herhalen zich. Als de tijd om is geeft de leraar het stiltesignaal. De leerlingen stoppen hun kaart weg. De leerlingen zoeken nu de bijpassende kaart en maken koppels. De koppels gaan aan de kant staan. Alle koppels klaar? Dan tonen alle koppels hun kaarten en controleert de leraar. Klas 1 t/m 6. Groepsvormend. Specifiek leerstofonderdeel oefenen. Sociale vaardigheden. Rekenen, taal, zaakvakken. Ontmoeten en bedanken. Luistervaardigheid. Reproduceren. Gerichte vragen stellen aan individuele leerling. In duo s laten opschrijven. Laten opschrijven wat ze geleerd hebben. Schriftelijke overhoring van de geoefende stof 5 Mix en Match als werkvorm bij leren: er zijn kaartjes met getallen die samen een gegeven getal vormen, bijvoorbeeld 10 of 100. Er zijn combinaties van namen van landen en hoofdsteden.

Rondpraat De leraar noemt de naam van de werkvorm: Rondpraat De leraar geeft de opdracht en het doel. De leraar zegt hoeveel tijd er voor staat. De leraar geeft het stemvolume aan. De leerlingen werken in teams. De leraar geeft een onderwerp op. De leraar geeft denktijd. Met de leerlingkiezer bepaalt de leraar welke leerling mag beginnen. De leraar geeft aan hoeveel tijd per leerling. Met de klok mee krijgt elke leerling spreektijd. Als een leerling geen antwoord weet mag hij pas zeggen. Een leerling mag hetzelfde antwoord geven als een voorganger. Als de tijd om is geeft de leraar een stilteteken. De leraar vraagt enkele teams hun antwoorden te zeggen. Kleuters, klas 1 t/m 6. Uitwisselen informatie. Specifiek leerstofonderdeel oefenen. Oriëntatie op nieuwe leerstof. Rekenen, taal, zaakvakken. team vormend. Gelijke Deelname. Luistervaardigheid. Open vragen met korte antwoorden. Verschillen en overeenkomsten noemen. 6 Laten opschrijven wat ze geleerd hebben. Schriftelijke overhoring van de geoefende stof Rondpraat als teamvormende activiteit: het team praat over een idee voor een geschikte naam of een motto voor hun team, of een thema als 'wat heb je in de vakantie gedaan'. Rondpraat als werkvorm voor leren: 'welke strategie kies jij voor het oplossen van deze som?' N.B. Bij de Rondpraat op Tijd geeft de leraar aan hoeveel tijd ervoor beschikbaar is.

Genummerde Hoofden De leraar noemt de naam van de werkvorm: genummerde hoofden. De leraar geeft een demonstratie of geeft uitleg. De leraar stelt een vraag. De leraar geeft denktijd. Iedere leerling schrijft zijn/haar antwoord op. De leerlingen steken de koppen bij elkaar. De teams de antwoorden worden vergeleken. Ieder team kiest een team antwoord. De leraar kiest een nummer met de leerling-kiezer. Die leerling verwoord het team antwoord. Klas 4 t/m 6. Gesloten vragen. sociale vaardigheden. Team vormend. Overleggen en overeenstemmen De leraar geeft aan welke team antwoorden juist zijn en corrigeert. 7 Genummerde hoofden als werkvorm bij leren: de leerkracht stelt een vraag, bijvoorbeeld: 'Hoeveel stappen moet ik zetten op de getallenlijn tussen 0,45 en 0,61?' Of: 'Noem drie rivieren in China.'

Tafelrondje per tweetal De leraar geeft de opdracht en het doel. De leraar zegt hoeveel tijd er voor staat. De leraar geeft het stemvolume aan. De leraar noemt de naam van de werkvorm:. Eventueel hangt de leraar een instructiekaart voor de klas. De leraar stelt een vraag, geeft een onderwerp op of geeft een taak. De leraar geeft aan welke duo s samen werken: schoudermaatjes of oogmaatjes. De leraar geeft denktijd. De leraar geeft aan wie mag beginnen. De leraar geeft aan hoeveel tijd per persoon. De koppels hebben een papier en een pen die om de beurt worden gebruikt om te antwoorden. De koppels wisselen hun antwoorden uit met de andere koppels van hun team. Als de tijd om is vraagt de leraar de antwoorden voor te lezen. Klas 1 t/m 6. Specifiek leerstofonderdeel oefenen. Rekenen, taal, zaakvakken. Sociale vaardigheden. Luistervaardigheid. Denken en schrijven. 8 Gerichte vragen stellen aan individuele leerling. In duo s laten opschrijven. Laten opschrijven wat ze geleerd hebben. Schriftelijke overhoring van de geoefende stof Tafelrondje in tweetallen als werkvorm bij leren: de leerkracht vraagt: 'welke steden ken je in de provincie Gelderland?' Of als teamvormende activiteit: 'Welk lied gaan jullie samen zingen?'

Placemat De leraar noemt de werkvorm: Placemat. De leraar geeft de opdracht en het doel. De leraar zegt hoeveel tijd er voor staat. De leraar geeft het stemvolume aan: team-stem. De materiaalman pakt papier. Elke leerling van het team pakt een pen in een eigen kleur. De teambaas tekent een vierkant in het midden en schrijft daar het onderwerp in. Vanuit de hoeken van het papier worden lijnen getrokken naar de hoeken van de getekende rechthoek. Elk teamlid heeft een eigen vak. Ieder teamlid schrijft tegelijk in zijn/haar vak. Als de tijd om is leest ieder teamlid voor wat er in het eigen vak staat. Er worden vragen gesteld ter verduidelijking. Er wordt overlegd welke woorden er in het centrale rechthoek komen als teamwoorden. De teamwoorden worden opgeschreven. Als de tijd om is geeft de leraar het stiltesignaal. Van alle teams worden de teamwoorden voorgelezen. Klas 4 t/m 6. team vormend. Voorkennis activeren. Lezen en vragen stellen. Opfrissen. Ideeën genereren. Oriëntatie op nieuwe leerstof. Rekenen, taal, zaakvakken, gespreksthema s. Laat van elk team de verzamelde teamwoorden voorlezen en centraal noteren. De verzameling is dan een goed uitgangspunt voor het vervolg. 9 Placemat als teamvormende activiteit: 'schrijf alles op wat je weet over paardrijden, voetballen, Harry Potter enz.' Placemat als werkvorm bij leren: 'schrijf op wat je weet over de dieren op de boerderij.'

Drie stappen Interview De leraar noemt de naam van de werkvorm: driestappen interview De leraar geeft het onderwerp waarover de leerlingen elkaar gaan interviewen. De leraar legt uit hoe de werkvorm werkt. De leraar geeft denktijd. De leraar geeft aan hoeveel tijd er is en welk stemvolume. De leerlingen interviewen elkaar in tweetallen om de beurt. De teams doen een Rondpraat over de antwoorden van de duo s. Elk teamlid vertelt in de rondpraat wat hij van zijn partner heeft gehoord. Na het vertellen checkt elk teamlid of het klopt wat is verteld. Klas 4 t/m 6. Open vragen sociale vaardigheden. Team vormend. luisteroefening De leraar geeft aan welke team antwoorden juist zijn en corrigeert. Enkele teams vertellen de meest interessante antwoorden. 10 Driestappen interview als teamvormende activiteit:

Werkvorm Denken - delen - uitwisselen De leraar noemt de naam van de werkvorm: denken-delen - uitwisselen De leraar geeft de opdracht en het doel. De leraar zegt hoeveel tijd er voor staat. De leraar geeft het stemvolume aan. De leraar geeft denktijd. De leraar geeft aan welke nummers in tweetallen gaan samenwerken. De leerlingen bespreken de opdracht met elkaar. Het tweetal dat klaar is wacht op de andere twee of tot de leerkracht aangeeft dat het tijd is. De tweetallen doen verslag aan elkaar en bespreken het in het team van 4. De leerlingen bedanken elkaar aan het eind van het gesprek. Klas 4 t/m 6. Sociale oefening. Bepaalde leerstofonderdelen. Spreken en luisteren. Nieuwe leerstof. Voorkennis activeren. Inventariseren, verzamelen. Enkele leerlingen laten vertellen. Klassikaal evalueren van de gegeven antwoorden en het verloop van de tweetalgesprekken. 11 Rondpraat als teamvormende activiteit: om de beurt vertellen over persoonlijke zaken als hobby's en favoriete films, boeken.

Nadoen, Zelf doen, Vergelijk De leraar noemt de naam van de werkvorm: nadoen, zelf doen, leren De leraar geeft een stap voor stap instructie met bordgebruik, De leraar geeft denktijd, De leraar deelt het formulier Gedachtenkaart uit. De leraar laat de leerlingen nadoen wat de instructie was zonder het bord te kunnen raadplegen, De leerlingen vergelijken hun gedachtenkaarten en passen aan waar nodig. De tweetallen wisselen met elkaar uit in hun team. Klas 4 t/m 6. Bepaalde leerstofonderdelen. Rekenen, taal, aardrijkskunde, geschiedenis. sociale vaardigheden. Beheersing van leerstof. Procedureel leren. Informatie uitwisseling. Denkvaardigheden. Klassikaal evalueren van de gegeven antwoorden en het verloop van de activiteit. Besteed aandacht aan het gebruikte stemvolume. Het zelf oefenen van de regels voor het voltooid deelwoord, het denkschema zelf uit het hoofd opschrijven en daarna het aan een ander uitleggen. 12

Tweetal Coach De leraar noemt de naam van de werkvorm: Tweetal coach De leraar geeft de opdracht en het doel. De leraar zegt hoeveel tijd er voor staat. De leraar geeft het stemvolume aan. De leraar geeft aan welke nummers in tweetallen gaan samenwerken. De ene leerling krijgt de rol van coach, de ander van tutee. De rolverdeling wisselt na elk onderdeel of na de gestelde tijd. De tutee denkt hardop zodat de coach de gevolgde strategie kan horen. De coach verbetert, helpt en complimenteert. Daarna wisselt de rolverdeling. De leerlingen bedanken elkaar aan het eind. Klas 1 t/m 6. Bepaalde leerstofonderdelen. inoefenen Sociale oefening. Spreken en luisteren. Sociale interactie Enkele leerlingen laten vertellen. Klassikaal evalueren op basis van waarnemingen. 13

Tweepraat De leraar noemt de naam van de werkvorm: Tweepraat De leraar geeft een probleem of open vraag op. De leraar geeft denktijd. De leraar geeft het stemvolume aan. De leraar geeft aan welk nummer mag beginnen van de duo-partners (oog- of schoudermaatje) De leerlingen geven om de beurt een antwoord. De tweetallen wisselen met elkaar uit in hun team. Klas 1 t/m 6. Team vormend. Bepaalde leerstofonderdelen. sociale vaardigheden. Rekenen, taal, aardrijkskunde, geschiedenis. Beheersing van leerstof. Open vragen Procedureel leren Informatie uitwisseling. Denkvaardigheden. Enkele teams laten vertellen. Klassikaal evalueren van de gegeven antwoorden en het verloop van de activiteit. Besteed aandacht aan het gebruikte stemvolume. 14 Rondpraat als teamvormende activiteit:

Klas in de Weer De leraar noemt de naam van de werkvorm: Klas in de Weer. De leraar geeft de opdracht en het doel. De leraar zegt hoeveel tijd er voor staat. De leraar geeft het stemvolume aan. Eventueel hangt de leraar een instructiekaart voor de klas. De leerlingen vormen een grote kring. De leraar nummert alle leerlingen van 1 t/m 4. De leraar geeft het onderwerp op. De leraar geeft denktijd. De leerlingen vormen viertallen. Gedurende de afgesproken tijd wordt het onderwerp besproken. Als de tijd om is geeft de leraar een stilteteken. De leraar kiest met de leerlingkiezer een nummer 1 tot 4. De leerling en met het gekozen nummer wisselen van team door een of meer plaatsen op te schuiven. De teams in nieuwe samenstelling beginnen weer met hun gesprek. Als de tijd om is gaan de nummers die gewisseld waren terug naar hun oorspronkelijke team. De teams krijgen weer tijd voor gesprek. Als het leraar het teken geeft worden de gesprekken afgerond. Klas 4 t/m 6. groepsvormend. Sociale kwesties bespreken. Luisteren en overleggen. zaakvakken. Informatie delen. Actuele gebeurtenissen aan de orde stellen. 15 Gerichte vragen stellen aan individuele leerling. In teams de belangrijkste conclusies laten opschrijven. Rondpraat als teamvormende activiteit:

Expertteams De leraar noemt de naam van de werkvorm: Expertteams. De leraar loopt de stappen door. De leraar geeft het overkoepelende onderwerp aan. De leraar geeft aan hoeveel leestijd er is. De leraar deelt de tekst uit per leerling. De leraar maakt afspraken over het stemvolume. De leraar geeft de volgorde aan van verslag doen. De leraar geeft aan hoeveel tijd er is voor verslag doen. De leraar geeft aan hoe de hoofdpunten van elk verslag worden vastgelegd: Door schrijven op een placemat Door op een post-it te schrijven Door op een A4 blad te schrijven De leraar geeft aan hoe alle gezamenlijke bijdragen tot één verhaal worden. De leraar geeft aan dat willekeurig wordt bepaald wie verslag doet. De leraar maakt gebruik van het stilteteken. De leraar loopt rondes tijdens het werk in de teams. De teamleden bedanken elkaar voor hun bijdrages. Klas 4 t/m 6. Bepaalde leerstofonderdelen verdiepen. Rekenen, taal, aardrijkskunde, geschiedenis. Klassikaal verslag laten doen van de teams aan elkaar. Besteed aandacht aan het gebruikte stemvolume. sociale vaardigheden. Beheersing van leerstof. Procedureel leren. Informatie uitwisseling. Denkvaardigheden. 16

Hoeken De leraar noemt de naam van de werkvorm: Hoeken. De leraar laat de leerlingen in het midden van de ruimte op de grond zitten. De leraar legt uit dat het lezen van de blaadjes zonder praten moet gebeuren. De leerlingen gaan langs alle vier de blaadjes. Ze nemen denktijd in het midden van de ruimte. De leraar geeft het teken dat iedereen een keuze mag maken. De leerlingen komen samen bij de gekozen hoeken. De leerlingen vertellen elkaar om de beurt waarom ze deze keuze hebben gemaakt. De leraar geeft wanneer het tijd is. Klas 1 t/m 6. Groepsvormend Sociale oefening. Direct als er aanleiding voor is. Over de samenwerking terug in de klas na afloop. Rondpraat als teamvormende activiteit: 17

Binnen/buiten Kring De leraar noemt de naam van de werkvorm: binnen/buiten kring De leerlingen vormen tweetallen. De leerlingen gaan tegenover elkaar staan in een dubbele kring. De leraar geeft aan wie de vraag stelt en wie antwoord geeft (binnen/buiten) De leraar geeft aan hoeveel tijd er is en welk stemvolume. De leerlingen stellen vragen en geven antwoord. De partners wisselen van rol. De partners ruilen de kaarten met elkaar. De leerlingen in de binnen-kring lopen met de klok mee een plaats verder (of anders). De stappen worden herhaald. De leraar geeft aan wanneer het tijd is. Klas 4 t/m 6. Open vragen groepsvormend sociale vaardigheden. Team vormend luisteroefening 18 klassikaal evalueren. Mogelijke onderwerpen voor binnen/buitenkring naast de onderwijsinhoudelijke: Wat deed je in het weekend, vakantie, je favoriete eten, mooiste boek, film, favoriete kleur, seizoen, kleren en waarom, wie of wat zou je graag zijn? Variatie: leerlingen vragen laten opschrijven vooraf met dingen die ze willen weten van hun medeleerlingen. In plaats van gesprek kan het ook in de vorm van beweging. Laat de leerling in de binnenste kring een beweging maken die de partner in de buitenkring moet nadoen. Dan is het geschikt voor klas 1 en 2.

Teaminterview De leraar noemt de naam van de werkvorm: teaminterview De leraar geeft het onderwerp waarover de leerlingen elkaar gaan interviewen. De leraar legt uit hoe de werkvorm werkt. De leraar geeft denktijd. De leraar geeft aan hoeveel tijd er is en welk stemvolume. De leerlingen bepalen wie als eerste wordt geïnterviewd. De teams bepalen wie begint met vragen stellen. Elk teamlid stelt om de beurt een vraag. Na het vertellen checkt elk teamlid of het klopt wat is verteld. De tijdbewaker houdt de tijd in de gaten. De leraar geeft aan wanneer het tijd is. De rollen wisselen en de volgende ronde begint. Er wordt doorgegaan tot ieder lid aan de beurt is geweest. Klas 4 t/m 6. Open vragen sociale vaardigheden. Team vormend. luisteroefening 19 De leraar laat een of twee teams verslag doen.

Flitsen De leraar noemt de naam van de werkvorm: Flitsen De leraar geeft de opdracht en het doel. De leraar zegt hoeveel tijd er voor staat. De leraar geeft het stemvolume aan. De leraar laat de flitskaarten pakken of uitdelen. De leraar geeft aan welke nummers in tweetallen gaan samenwerken. De rolverdeling voor ronde 1 wordt bepaald. De tutor leest de vraag voor op de eerste flitskaart De tutee geeft het antwoord. Als het antwoord juist is legt de tutor de kaart opzij Als het antwoord fout is legt de tutor de kaart onderop de stapel zodat die terug komt. De tweetallen wisselen van rol. Klas 1 t/m 6. Bepaalde leerstofonderdelen. Rekenen, taal, aardrijkskunde, geschiedenis. Gesloten vragen. team vormend sociale vaardigheden. Beheersing van leerstof. 20 Enkele leerlingen laten vertellen. Klassikaal evalueren van de gegeven antwoorden en het verloop van de activiteit. Besteed aandacht aan het gebruikte stemvolume. Mogelijke onderwerpen voor

Popcorn De leraar noemt de naam van de werkvorm: popcorn De leraar noemt het onderwerp. De leerlingen nemen Denktijd De leraar geeft een startteken. De leerlingen staan op en iemand noemt een woord. De leerlingen gaan weer zitten. Daarna mag iemand anders een woord noemen. Er mag niet worden herhaald wat al gezegd is. Dit gaat door tot de leraar een stopteken geeft. Klas 3 t/m 6. Evalueren afronding sociale vaardigheden. Luisteroefening Klas vormend klassikaal evalueren. 21 Mogelijke onderwerpen voor binnen/buitenkring naast de onderwijsinhoudelijke: Wat deed je in het weekend, vakantie, je favoriete eten, mooiste boek, film, favoriete kleur, seizoen, kleren en waarom, wie of wat zou je graag zijn? Variatie: leerlingen vragen laten opschrijven vooraf met dingen die ze willen weten van hun medeleerlingen. In plaats van gesprek kan het ook in de vorm van beweging. Laat de leerling in de binnenste kring een beweging maken die de partner in de buitenkring moet nadoen. Dan is het geschikt voor klas 1 en 2.

Zoek iemand Die De leraar noemt de werkvorm: Zoek Iemand Die. De leraar geeft de opdracht en het doel. De leraar zegt hoeveel tijd er voor staat. De leraar geeft het stemvolume aan: team-stem. De leerlingen krijgen een werkblad met opdrachten. Elke opdracht begint met: 'Zoek iemand die'. De leerlingen lopen door elkaar en vinden een partner. Ze stellen elkaar om de beurt een vraag van het werkblad. Als de partner het antwoord weet mag hij/zij het zeggen. De andere schrijft het goede antwoord op. De leerling die het antwoord gaf controleert wat is opgeschreven en zet zijn/haar naam erbij. Elke leerling mag van een andere leerling maar 1 antwoord krijgen. De leerlingen bedanken elkaar en gaan op zoek naar een nieuwe partner. Klas 3 t/m 6. Opfrissen kennis Oefenen na instructie Rekenen, taal, zaakvakken. De bladen ophalen en nakijken. De bladen in een team laten controleren door te vergelijken. groepsvormend. Oefenen samenwerking. 22 Deze vorm is heel geschikt om na een instructie de oefentijd behalve individueel in samenwerking te laten plaatsvinden. Als GVA kun je persoonlijke eigenschappen of kenmerken van leerlingen op het werkblad verzamelen en dan moeten ze op zoek naar degene die dat kenmerk (hobby, favoriete kleur, eten, boek enz.) heeft. Als je de leerlingen zelf een werkblad laat maken met dingen over zichzelf kun je dat gebruiken om ze te laten zoeken naar iemand die dezelfde kenmerken heeft (mijn favoriete kleur is geel en ik zoek iemand die dat ook gekozen heeft). Als je de vorm zo doet noemen we het niet Zoek Iemand Die maar Vind Iemand Die