Hoofdstuk ( 3B ) Pedagogisch Beleid Verticale groep V De Hamstergroep. Door Wendy Finkenflugel (2012 ) - Marcel Kramer ( /2015/2016)

Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk ( 3B ) Pedagogisch Beleid Verticale groep V De Hamstergroep. Door Wendy Finkenflugel (2012 ) - Marcel Kramer ( /2015)

Inhoudsopgave : Wenbeleid Voorwoord Wenperiode nieuw kind Hulp bij het wennen Kinderen die moeilijker wennen...

Wenbeleid KDV Polderpret

Wenbeleid Voor de kinderopvang van KieKeBoe

werkplan kinderdagverblijf

Informatieboekje van. Peuterspeelschool Haaften

Informatieboekje van. Peuterspeelzaal M!eters

Informatieboekje van. Peuterspeelschool Opijnen

(K)individu. Zorgzaam beleid voor een zorgzame opvang. Zorgzame Kinderopvang. Hartelijk welkom! (K)individu Infomap

Pedagogisch werkplan Peuteropvang Wigwam

Pedagogisch locatiebeleid van kdv Cuneradal

PEDAGOGISCH BELEID HUMMELTJESHOEK

Intakeformulier kinderdagverblijf

Pedagogische werkwijze op de locatie (

Pedagogisch werkplan peuteropvang Morgenster

Wenbeleid peuteropvang

SPELENDERWIJS ETEN & DRINKEN

Wenbeleid KDV. Van Kinderdagverblijf De Bibelebontseberg. Uitgiftedatum: Februari 2007 Herzien: Mei Documentnummer:

2. Opvangvormen en openingstijden Kinderdagverblijf Geopend op maandag t/m vrijdag van 7.30 uur tot uur.

werkplan Peuterspeelgroep Trompie

Wennen op het kinderdagverblijf

Pedagogisch werkplan. peuteropvang Morgenster. Pedagogisch werkplan de Morgenster 2018

Bestemd voor ouders en verzorgers.

Een tijd om nooit te vergeten!

2Kabouters. 1. Adresgegevens Kindercentrum 2Kabouters van der Spiegelstraat 23a 2547AE Den Haag Telefoon:

Pedagogisch werkplan Kinderopvang De Cirkel KDV Den Ham Zuidmaten

Wenbeleid peuteropvang

Ons pedagogisch handelen kinderdagverblijf Kameleon & peutergroep t Snuffeltje

Hoofdstuk 4: De gehele periode van wennen 6

Welkom bij: Infoboekje

Ouderbeleid van BSO De Bosuil

Bijlage bij Pedagogisch beleidsplan 4-12 jaar

Bijlage bij Pedagogisch beleidsplan 4-12 jaar

Bestemd voor ouders en verzorgers.

2009 KDV Het Hummeltje Dir. Yolanda Esveld-Pool Breedweer AC Koog aan de Zaan Telefoon :

Werkwijze. Onze visie

KINDERDAGVERBLIJVEN BLUB, ZEGT DE VIS

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Ot en Sien

Bijlage bij Pedagogisch beleidsplan 4-12 jaar

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Olleke Bolleke

Hoofdstuk II: 2Penselen

Bijlage bij Pedagogisch beleidsplan 4-12 jaar

werkplan buitenschoolse opvang Sterrenschool De Bongerd

Ruimte om te groeien. Pedagogisch werkplan. Dagopvang

Wenbeleid buitenschoolse opvang

Bijlage bij Pedagogisch beleidsplan 4-12 jaar

Pedagogisch Werkplan Locatie Herwen

Bijlage bij Pedagogisch overleg 0-4 jaar. Locatie-specifieke informatie over Kinderdagverblijf t Stationnetje

Ons pedagogisch handelen kinderdagverblijf Jump

Pedagogisch beleidsplan

Bijlage 1: Matrix vierogenprincipe (Deze matrix wordt ingevuld aan het pedagogisch werkplan toegevoegd)

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogische werkwijze op de locatie (

Informatie en werkwijze Kinderdag centrum

Voedingsbeleid kdv & bso SKBNM

Bijlage bij Pedagogisch beleidsplan 4-12 jaar

Pedagogisch werkplan. Kinderdagverblijven

Olleke Bolleke is een van de 8 peuterspeelzalen die valt onder de SPGG.

Wenbeleid kinderopvang

Informatiebrochure. Pedagogisch beleidsplan

PEDAGOGISCH WERKPLAN PEUTERSPEELZAAL OT EN SIEN

Bijlage bij Pedagogisch overleg 0-4 jaar. Locatie-specifieke informatie over KDV Minoes

Kinderdagverblijf. Informatieboekje website: Bestemd voor ouders en of verzorgers.

Lieve Luitjes Dagopvang

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Pippeloentje. Pedagogisch werkplan peuterspeelzaal Pippeloentje SPL / SJWB februari 2019

Bijlage 1. Een goed begin is het halve werk

Wenbeleid kinderopvang

Werkwijze. Kinderdagverblijf Abeltje. De Winnie de Pooh groep. Meijhorst KT Nijmegen, tel:

Pedagogisch werkplan Peuteropvang t Wakertje

Pedagogische werkwijze op de locatie

Inhoud. Medisch Centrum Haaglanden 1

Pedagogisch beleidsplan

Ons pedagogisch handelen peutergroep Kleuterland

Pedagogisch beleidsplan Kinderdagverblijf Het Vlinderkasteeltje Adres: Vlinderveen 217A Telefoonnummer:

Pedagogisch werkplan. (de Helmstok) Kinderdagverblijf / peuterplusgroep

Kinderdagverblijf (KDV) Geopend op maandag t/m vrijdag van 7.30 uur tot uur.

Bijlage bij Pedagogisch beleidsplan 4-12 jaar

Zo werk ik! Mijn pedagogisch werkplan

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Pippeloentje

Kinderopvang Het Kinderpaleis is een particuliere organisatie. In dit boekje willen we u informeren over onze Kinderopvang.

Pedagogisch werkplan Gastouderopvang Leuk enzo!

Bijlage bij Pedagogisch beleidsplan 2-4 en 4-12 jaar

Olleke Bolleke is een van de 11 peuterspeelzalen die valt onder de SPGG.

opvang 0-4 jaar STICHTING KINDEROPVANG BARENDRECHT

Algemene informatie kinderdagverblijf DE COMPANY

Pedagogische werkwijze KDV De Papegaai, oktober 2016 Yael Lindhout, locatiemanager

Voedingsbeleid SKBNM

Bijlage bij Pedagogisch overleg 0-4 jaar

werkplan buitenschoolse opvang met centrale vakantieopvang

Pedagogisch plan van aanpak Kinderdagverblijf. Samen op reis worden we Wereldwijs Respect

Versie oktober Schelpen

Wenbeleid Kinderopvang/BSO Het Kinderparadijs

Ons pedagogisch handelen buitenschoolse opvang Kompas

Transcriptie:

(K)individu Zorgzame Kinderopvang Hartelijk welkom! (K)individu Infomap (K)individu VOF Zorgzame Kinderopvang Hamsterkoog 15 1822 CD Alkmaar Tel: 072-5623000 Fax: 072-5643045 Email: Info@kindividu.nl Website www.kindividu.nl Kwaliteit in Individuele zorg voor uw kind Hoofdstuk ( 3B ) Pedagogisch Beleid Verticale groep V2016-1 De Hamstergroep In opdracht van: (K)individu Zorgzame Kinderopvang Hamsterkoog 15 1822 CD Alkmaar info@kindividu.nl Door Wendy Finkenflugel (2012 ) - Marcel Kramer (2013-2014/2015/2016)

Inhoud Voorwoord:... 3 1. Waar staat (K)individu voor:... 3 1.1 De visie van (K)individu:... 3 1.2 Zorg volgens (K)individu, de missie:... 3 2. Groeps- en dagindeling bij (K)individu:... 4 2.1 De stamgroepen... 4 2.2 Dagindeling... 4 2.3 Wanneer verlaten de kinderen hun stamgroep.... 4 2.4 Open deuren beleid... 5 3. De ontwikkeling van het kind... 5 3.1 Motorische en lichamelijke ontwikkeling... 5 3.2 Zintuigelijke ontwikkeling... 6 3.3 Sociaal- emotionele ontwikkeling.... 6 4. Veilige en respectvolle omgeving... 7 4.1 Fysieke veiligheid:... 7 4.2 Emotionele veiligheid in de dagelijkse gang van zaken:... 7 4.3 Kind leidster verhouding op de groep.... 7 4.4 Het vierogen-principe (KDV):... 8 5. Het verloop van de dag... 9 5.1 Eten... 9 5.2 Flessen voeding... 10 5.3 Slapen... 11 5.4 Verschonen en WC gang.... 11 5.5 Verjaardagen en feesten... 12 5.6 Thema s... 12 6. De intake... 12 6.1 Het intake gesprek... 12 6.2 Wenbeleid... 13 6.3 Naar de BSO... 15 7. Contact ouders... 15 7.1 Brengen en halen... 15 7.2 Overdracht... 15 7.3 Wanneer mag u uw kind niet brengen bij (K)individu.... 16 7.4 Welbevinden... 16 7.5 Wat neemt u mee naar (K)individu... 16

Voorwoord: Wij zijn (K)individu Zorgzame Kinderopvang. Wij zijn gevestigd op het bedrijventerrein Beverkoog te Alkmaar. Onze openingstijden zijn: Ochtend blok: van 07:00 tot 13:00 uur Middag blok: van 13:00 tot 19:00 uur Breng tijden: Van 07:00 tot 09:00 en van 12:45 tot 13:00 uur Haal tijden: Van 12:45 tot 13:00 en van 16:30 tot 19:00 uur In onderstaand beleid vindt u gegevens over het kinderdagverblijf en hoe wij werken. 1. Waar staat (K)individu voor: 1.1 De visie van (K)individu: Voor (K)individu is kinderopvang meer dan alleen de opvang van u kind. Naast opvang moet er zorg zijn voor de kinderen. Kinderen verdienen het gevoel dat ze er mogen zijn. Dat hun emoties, behoeftes en persoonlijkheid ertoe doen. het maakt niet uit of een kind verlegen, energiek, graag alleen is of juist het contact met anderen zoekt. Of het kind nou een handicap heeft of door bijvoorbeeld ADHD of autisme net iets andere behoeftes en gedrag vertoont dan de meeste kinderen. Iedereen moet welkom zijn en erkend worden in zijn persoonlijkheid, behoeftes en emoties. Binnen (K)individu staat dan ook de zorg voor het individuele kind centraal. 1.2 Zorg volgens (K)individu, de missie: Binnen (K)individu is er ruimte voor het kind als individu. De zorg is erop gericht om ieder kind te benaderen op een manier die aansluit bij de individuele wensen, behoeftes en emoties. Deze erkenning van het individu moet terug te zien zijn in de manier waarop de activiteiten en het dag verloop worden vormgegeven, de manier waarop pedagogische begeleiding geboden wordt aan kinderen. Hoe interacties tussen kinderen worden begeleid zodat er ruimte is voor ieders individualiteit, emoties, behoeftes en eigenheid. De wijze waarop (K)individu hiervoor zorgt, is terug te vinden in dit pedagogische beleid. In het kort beschrijven we hieronder hoe (K)individu dit vormgeeft: - Hoe (K)individu de dagindeling en activiteiten structuur/organiseert. - Hoe (K)individu omgaat met de verschillen tussen kinderen en de wijze waarop in de individuele behoeftes van kinderen voorzien wordt. - Hoe de pedagogische medewerker de kinderen benaderen in alledaagse situaties en hoe zij zorgdragen voor een veilige en respectvolle sociale omgeving.

2. Groeps- en dagindeling bij (K)individu: 2.1 De stamgroepen (K)individu heeft een verticale groep, de Hamstergroep. Deze groep is bedoeld voor kinderen in de leeftijd van 0 t/m 4 jaar. De groep werkt nauw samen met de BSO stamgroepen. Kinderen leren in deze groep omgaan met anderen leeftijden maar ook met leeftijdgenoten. Baby s krijgen veel individuele aandacht en verzorging. Hummeltjes en peuters worden gestimuleerd tot zelfstandigheid (denk aan zelf jas aan en uit, brood smeren, samenspel) en sociale ontwikkeling. (K)individu volgt tot de leeftijd van 1 jaar het dagritme van het kind zelf. Wij willen ons zo veel mogelijk aanpassen aan het vaste ritme. Vanaf 1 jaar kunnen kinderen mee gaan in het dagelijks ritme van de groep. Mochten kinderen langer behoefte hebben aan persoonlijk ritme houdt (K)individu hier rekening mee. Na de middag is er de mogelijkheid voor hun boer(s)/zus(sen) van de BSO om hun jongere boertje of zusje te begroeten en/of samen te spelen. 2.2 Dagindeling Kinderen kunnen vanaf 07:00 tot 09:00 uur worden gebracht. (of er moet een individueel tijdstip zijn afgesproken). In de ochtend krijgen de kinderen een klein tussendoortje met fruit en glas limonade. Ochtend activiteit. Lunch wordt rond 11:30 uur voor de kinderen verzorgd. Na de lunch gaan de kinderen die moeten slapen naar bed en de anderen krijgen een rustige activiteit aangeboden. Middag activiteit. Rond 15:00 uur gaan we aan tafel. Na 16:00 uur mogen de 3 jarigen bij de BSO gaan spelen. BSO kinderen krijgen ook de kans om met hun jongere broer/zus gedag te zeggen. Om 16:30 uur krijgen de kinderen waarvan de ouders dit hebben aangegeven een warme maaltijd. De andere kinderen krijgen drinken en iets lekkers. Baby s volgen gedurende de dag hun eigen ritme. Kinderen die nog tweemaal daags slapen. Slapen na het ochtend eten en rond 14:00 uur. 2.3 Wanneer verlaten de kinderen hun stamgroep. Kinderen verlaten de stamgroep om de volgende redenen. Kinderen gaan buiten spelen. Als er geen BSO is mogen de kinderen over heel het terrein van (K)individu spelen. Als er BSO is of als er kinderen van onder de 1,5 jaar mee naar buiten gaan, spelen de kinderen op een apart terrein. Dit staat wel in contact met het andere speelterrein maar is toch afgesloten.

Kinderen verlaten ook hun stamgroep als er een activiteit word georganiseerd in de hal. Er kan ook bij slecht weer binnen buiten worden gespeeld in de hal. Kinderen boven de 3 jaar mogen in de middag samen met de BSO spelen in andere groepen. Overdag kan er ook besloten worden met een groep 3 jarige in een andere ruimte te gaan spelen om meer uitdaging te bieden aan de kinderen. Wij gaan ook wel eens op stap met de kinderen, denk hierbij aan een bezoekje aan de kinderboerderij of de supermarkt. Ouders worden hier voortijdig van op de hoogte gebracht. Bij spontane uitstapjes worden de ouders gebeld. Kinderen die het avondeten gebruiken bij (K)individu verlaten voor deze maaltijd de ruimte. Volledige uitleg over avondeten vind u bij hoofdstuk 5 2.4 Open deuren beleid (K)individu heeft een open deuren beleid. Wat houd dit in voor de kinderen bij (K)individu? Kinderen vanaf 3 jaar mogen na het eetmoment in de middag samen met de BSO gaan spelen. De kinderen mogen dan in alle ruimtes spelen waarvan de deur open staat. Kinderen maken bij (K)individu geen deuren open, er is echter 1 uitzondering en dat is de WC deur, die mogen de kinderen zelfstandig open doen. 3. De ontwikkeling van het kind (K)individu vindt dat ieder kind uniek is. Ieder kind ontwikkeld zich op zijn eigen tempo en manier. (K)individu wil de kinderen hierin stimuleren en ondersteunen. 3.1 Motorische en lichamelijke ontwikkeling Baby s zijn in het begin nog niet in staat hun eigen hoofd omhoog te houden omdat de spieren van de baby nog niet voldoende zijn ontwikkeld. In het begin is het erg belangrijk om het hoofd en de nek van de baby te ondersteunen tot de baby in staat is zelf zijn/haar hoofd omhoog te houden. Elke sprong in de motorische ontwikkeling van een jong kind opent nieuwe perspectieven voor het kind. Denk hierbij aan een baby die als het op zijn buik ligt zijn hoofd omhoog kan houden. De baby ziet de wereld door een ander perspectief. Ook oudere kinderen maken dezelfde ontwikkelingen door. Hierbij kun je denken aan een peuter die geen luier meer om hoeft maar zelfstandig naar de WC kan. Eten Baby s drinken borstvoeding of poedermelk. Ouder nemen zelf de benodigde voeding en flessen mee. Het is ook mogelijk om in geval van poedermelk een bus achter te laten voorzien van naam evenals een fles(sen). Zodat ouders de voeding niet kunnen vergeten. Vanaf 9 maanden kan een baby uit een (tuit)beker drinken en al stukjes brood eten. Hierdoor wordt de mondmotoriek ontwikkeld van het kind. Evenals fruit dat de kinderen vanaf dit moment in kleine stukje gegeven kan worden. Hummeltjes en peuters eten aan een gedekte tafel met een vork. Oudere kinderen worden gestimuleerd om zelf hun brood te smeren en eventueel te snijden.

Slapen Bij (K)individu proberen wij ons aan het slaapschema van het kind te houden. Ieder kind heeft zijn eigen behoeftes aan slaap. Deze slaapbehoeftes worden afgestemd met de ouders. Ouderen kinderen vanaf ongeveer 1,5 jaar slapen volgens een vast slaapritme. Kinderen die niet meer slapen worden alternatieve activiteiten aangeboden. Zindelijkheid Kinderen worden vaak in de peuterfase zindelijk. Dit is ongeveer vanaf 2 jaar. Kinderen kunnen niet eerder zindelijk worden tot dat het controle heeft over de sluitspier. Wanneer het kind hier niet aan toe is heeft het starten van zindelijkheidtraining geen zin. (K)individu ondersteunt ouders bij het zindelijk maken van hun kind. Als ouders met deze training gaan beginnen zullen de pedagogisch medewerker hierin mee gaan. Ouders dienen dit wel bekend te maken dat ze hieraan zijn begonnen. Zindelijkheid word niet geforceerd. 3.2 Zintuigelijke ontwikkeling Binnen (K)individu willen wij kinderen de mogelijkheid bieden om al hun zintuigen te gebruiken en te stimuleren. Het zien, voelen, horen, ruiken en proeven staat daarbij centraal. Zo is er speelgoed met verschillende structuren, verschillende kleuren op de groep. Tijdens het eten en kookactiviteit mogen de kinderen proeven en ruiken aan producten. Luisteren naar muziek, verhalen en maken van muziek. Ook buiten de stamgroep worden de zintuigen gestimuleerd, door voelen van andere materialen zoals zand, regen en de warmte van de zon. Het ruiken aan bloemen. Maar ook het zien van bloemen en planten. 3.3 Sociaal- emotionele ontwikkeling. De sociaal- emotionele ontwikkeling heeft te maken met de wisselwerking tussen het kind en de sociale omgeving. Het kind maakt zich eigen met de regels, gewoontes en de normen en waarden van de groep waarin hij leeft. De hechtingsrelatie die baby s aangaan met volwassenen met wie zij veelvuldig contact hebben, vormt de basis voor de sociale ontwikkeling van kinderen. Baby s herkennen al vanaf 5 maanden andere kinderen als soortgenoten. Baby s spelen ook al sociale spelletjes met hun omgeving. Dit doen ze in de vorm van spullen op de grond gooien en dan hopen dat iemand anders hem opraapt. Vanaf het eerste levensjaar ontwikkelen kinderen al een sociaal gevoel. Ze zien en voelen of iemand anders moe, verdrietig of blij is. Kinderen proberen anderen dan ook al te troosten. Vanaf 3 jaar gaan kinderen zich ook hechten aan andere kinderen en niet meer alleen aan volwassenen. Kinderen beginnen op deze leeftijd ook met de ontwikkeling van een eigen geweten.

4. Veilige en respectvolle omgeving 4.1 Fysieke veiligheid: De maatregelen ter handhaving van de fysieke veiligheid zijn vastgelegd in vele protocollen. In de protocollen staat onder andere beschreven hoe wij preventieve maatregelen nemen (te denken valt aan de positie en vereiste toestand van nooduitgangen en de routes in geval van calamiteiten) Maar ook aan protocollen voor het handelen wanneer calamiteiten zich voordoen. Voor een specificatie van deze protocollen verwijzen we graag naar de map: Protocollen veiligheid. Protocollen rondom brandveiligheid en ontsnappingsroutes zijn door het hele gebouw op strategische plaatsen te vinden. Om de naleving van de preventieve maatregelen en het correcte handelen bij eventuele calamiteiten te waarborgen, is er elke werkdag minimaal 1 medewerker aanwezig met een BHV diploma en/of een EHBO diploma. Gedurende de dag zijn er twee PMWérs aanwezig in het pand. Dit met uitzondering van het laatste uur en het eerste half uur van de dag. 4.2 Emotionele veiligheid in de dagelijkse gang van zaken: Om de emotionele veiligheid en materiële veiligheid te waarborgen, worden een aantal regels gehanteerd die alle kinderen en medewerkers moeten volgen. Deze regels zijn er om te voorkomen dat ze anderen of materiaal schaden brokkelen. Deze regels zijn als volgt 1. Geen verbaal geweld tegen anderen 2. Geen fysiek geweld tegen anderen 3. Spullen terugleggen op de plek waar ze vandaan komen 4. Kinderen mogen geen deuren open maken. Tijdens de intake worden deze regels aan ouders en kinderen verteld. Wanneer een van de kinderen de regels overtreed wordt hij/zij er door een pedagogisch medewerker over aangesproken. Het aanspreken gebeurt volgens de volgende stappen: 1. Het benoemen van de regel die overtreden is. 2. Uitleggen waarom het gedrag niet wordt gewenst. De pedagogische medewerker geeft ook aan welke gevoelens dit bij hun opwekt als kind de regel overtreed. Het aanspreken van het kind gebeurt vanuit de ík -boodschap, volgens de Gordon methoden. 4.3 Kind leidster verhouding op de groep. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk aanwezige kinderen bedraagt ten minste: Eén beroepskracht per vier kinderen in de leeftijd tot 1 jaar. Eén beroepskracht per vijf kinderen in de leeftijd 1 tot 2 jaar. Eén beroepskracht per zes kinderen in de leeftijd 2 tot 3 jaar. Eén beroepskracht per acht kinderen in de leeftijd 3 tot 4 jaar.

Bij ons is er sprake van een verticale groep in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Bij de verticale groep mogen er dus (4+5+6+8):4= 5.75 kinderen per PMW er aanwezig zijn(afronden naar boven) = 6 kinderen per PMW er. Op een verticale groep met 12 kinderen moeten dus minimaal 2 PMW ers aanwezig zijn. 4.4 Het vierogen-principe (KDV): Het vierogen-principe betekent dat er altijd iemand is die meekijkt en/of meeluistert, uitgaande van onderstaande vertrekpunten. Het vierogen-principe is de basis voor veiligheid in de kinderopvang. Vertrekpunten zijn: De uitvoering van het vierogen-principe moet pedagogisch verantwoord en bedrijfseconomisch haalbaar zijn; Ouders en oudercommissie worden jaarlijks geïnformeerd over de invulling van het Vierogen-principe op de locaties. Hoe wij omgaan met het vierogen-principe: Er is een professioneel werkklimaat waarbij pedagogisch medewerkers elkaar op gedragingen aanspreken. De indeling van de ruimtes binnen onze opvang laten het toe om continu toezicht te hebben in alle ruimtes tegelijk door middel van er het meeluisteren, tevens zijn van in gebruik zijnde ruimtes de deuren open, waardoor iedereen ten alle tijden alle ruimtes ongevraagd binnen kan lopen. Op de slaapkamer is er bovendien een babyfoon aanwezig. De ontvanger is bij de PMW en blijft op de groep als de PMW de slaapkamer in gaat. Zodat collega s kun meeluisteren. Werkwijze vierogen-principe De kinderen worden opgevangen door twee medewerkers. zodat de overdracht naar ouders zo optimaal mogelijk verloopt. Indien het pedagogisch medewerker/kind ratio het toe laat om één Pedagogisch medewerker op de groep te hebben is er een stagiaire aanwezig (wanneer er geen stagiaire aanwezig is wordt een extra medewerker ingezet) en maken de kinderen van zowel KDV als BSO gebruik van alle ruimtes van het kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang, waardoor er ten alle tijden iemand de groep binnen kan lopen. Uitstapjes met de kinderen gebeuren altijd met minimaal twee personen. Stagiaires worden boventallig ingezet en worden als tweede persoon op de groep geplaatst. Tussen 07.00-07.30 zal er één medewerker zijn ondersteund door een stagiaire. De volgende pedagogisch medewerker wordt om 07.30 ingepland. Mocht er geen stagiaire beschikbaar zijn, dan wordt er een extra medewerker ingezet. De regel is dat medewerkers 15 minuten voor aanvang werkzaamheden aanwezig zijn. Tussen 18.00-19.00 zal er één medewerker naar kindratio aanwezig zijn ondersteund door een stagiaire. Als er geen stagiaire beschikbaar is, dan wordt er een extra medewerker ingezet. Naar kindratio zullen waar nodig extra medewerkers worden ingezet. Na 18.00 uur kunnen de groepen van KDV en BSO worden samengevoegd indien de kindratio dit toelaat.

indien het pedagogisch medewerker/kind ratio het toe laat om één Pedagogisch medewerker op de groep te hebben en er is een stagiaire aanwezig (wanneer er geen stagiaire aanwezig is wordt een extra medewerker ingezet) en maken de kinderen van zowel KDV als BSO gebruik van alle ruimtes van het kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang, waardoor er ten alle tijden iemand de groep binnen kan lopen. In het geval van extra dagdelen kunnen de BSO groepen worden samengevoegd. Calamiteiten In het pand is er altijd iemand aanwezig met een BHV en/ of EHBO diploma. In geval van maar één pedagogisch medewerker is er een achterwacht aanwezig. Deze is telefonisch te bereiken in geval van calamiteiten. Overdag is er meestal een facilitair medewerker aanwezig, deze kan ook helpen bij calamiteiten. 5. Het verloop van de dag 5.1 Eten Ontbijt: Kinderen die voor 07:30 uur worden gebracht, kunnen deelnemen aan het ontbijt samen met de BSO. De kinderen eten gezamenlijk aan tafel met een PMW. Kinderen ontbijten met een boterham en een beker drinken. In de ochtend worden de broodjes dubbelgevouwen en mogen ze die opeten met hun handen. Na het eten van hun ontbijt mogen de kinderen gaan spelen. Lunch: Tussen de middag eten de kinderen die daar aan toe zijn samen met de PMW ers een lunch. De lunch bestaat meestal uit een broodmaaltijd met verse melk of karnemelk. De kinderen word soms een andere lunch aangeboden bijvoorbeeld naar aanleiding van het thema waar de kinderen op dat moment mee werken. Kinderen beginnen de broodmaaltijd met een hartig beleg, kaas, worst, smeerkaas of smeerworst. Na dit broodje mogen de kinderen een broodje met zoet beleg kiezen. Dit bestaat uit bijvoorbeeld, Jam, Appelstroom, Pindakaas of Pasta. Kinderen worden gestimuleerd om zelf met een vork hun brood te eten. Vanaf 2,5 jaar worden de kinderen gestimuleerd om zelf hun brood te smeren en te snijden. Mocht het kind eerder toe zijn aan het smeren van hun brood worden ze hierin gestimuleerd door de PMW. Fruitmoment: Dit vind plaats om 10:00 uur en om 15:00 uur. Om 10:00 uur wordt de kinderen fruit en sap aangeboden. We beginnen dit tafelmoment met het fruitlied. Hé hallo hier zijn we weer Met een appel of een peer Hap maar eet maar Deel maar rond. Ja want fruit dat is GEZOND!

Na het zingen mogen ze starten met het eten van hun fruit. Na het eten van het fruit krijgen de kinderen in de ochtend een gezonde snack. Bijvoorbeeld een cracker of een soepstengel. In de middag krijgen de kinderen een koekje. Avond maaltijd Ouders kunnen aanvragen dat hun kind mee eet met de avondmaaltijd. Dit kan vanaf het moment dat uw kind goed vast voedsel kan eten. Anders word er in overleg een andere maaltijd bereidt voor het kind. Kinderen eten onder begeleiding van een PMW de warme maaltijd in een aparte ruimte. Tafel manieren Voor wij bij (K)individu aan tafel gaan wassen alle kinderen hun handen. Kinderen starten gezamenlijk met de maaltijd. Bij ochtend en middag eten drinken de kinderen eerst hun beker limonade leeg. Hierna wordt het fruitlied gezongen (deze vindt u onder kopje fruitmoment) de kinderen mogen dan starten met het eten van hun fruit. Voor de oudere kinderen is er nog een kleine snack. Als iedereen klaar is krijgen ze een doekje om hun gezicht schoon te vegen en mogen daarna van tafel. Bij de lunch smeren de kinderen die dit kunnen zelf hun brood, voor de overige kinderen maakt de PMW het brood klaar. Er wordt gegeten met een vork en het brood wordt/is in stukjes gesneden. Alle kinderen krijgen een beker melk of karnemelk (indien anders afgesproken met ouders krijgen zij iets anders). De kinderen worden ten alle tijde gestimuleerd om aan tafel te blijven tot dat iedereen klaar is. 5.2 Flessen voeding De flessenvoeding dient door de ouders zelf te worden meegenomen. Ouders kunnen er voor kiezen om een bus voeding op (K)individu achter te laten met de naam van hun kind erop. De voeding wordt bereid met gekookt water gemengd met afgekoeld gekookt water. Gekookt water wordt bewaard in een thermoskan Gekookt water wordt afgekoeld bewaart in een kan. Borstvoeding Bij (K)individu is het mogelijk dat moeders zelf borstvoeding komen geven aan hun kind. Er dienen wel tijdafspraken gemaakt te worden met de groepsleidster. Borstvoeding dat is afgekolfd wordt door de ouders zelf meegebracht. Deze warmen wij op in een flessenwarmer of op de kookplaat. Niet in de magnetron, hierdoor zouden bepaalde voedingstoffen verloren gaan. Tuitbeker Vanaf ongeveer 9 maanden is het aan te raden dat kinderen overstappen van fles op een tuitbeker. Dit gebeurt in overleg met de ouders. Ouders geven een tuitbeker mee die ze thuis ook gebruiken. Kinderen zijn dan vertrouwd met de beker waaruit ze drinken.

5.3 Slapen (K)individu houdt bij jongere kinderen rekening met hun slaapritme van thuis. Ouders dienen dit kenbaar te maken aan de PMW. Kinderen die tweemaal daags slapen gaan na 10:00 uur en na 14:00 uur slapen. Kinderen die eenmaal daags slapen gaan na de lunch naar bed. Uitkleden en aankleden: Peuters kleden zichzelf uit en aan. Mocht het nodig zijn krijgen zij hulp. Hun kleding wordt bewaard in hun persoonlijke bakje. Kinderen die niet zelfstandig kunnen aan en uitkleden worden aan en uitgekleed door een PMW. Hygiëne op de slaapkamer: De slaapkamer wordt elke dag ten minste een half uur lang gelucht. Ook in de winter. De bedjes worden bij ieder nieuwe kind verschoond, en anders eenmaal per week. De kinderen liggen volgens een vast beddenschema. Dit schema hangt op de 1 van de bedden en bevindt zich ook in de groep map. Buikslaap kinderen hebben aan hun bed de letter B hangen. Zie voor uitgebreide informatie ons protocol wiegendood. Slapen Kinderen slapen in een slaapzak of onder een laken/deken. Ouders kunnen bij de intake hun voorkeur aangeven. Het bed wordt kort opgemaakt, dit houdt in dat de kinderen met hun voeten tegen het voeteneind aan liggen. Deken/ laken wordt kort opgemaakt zodat kinderen niet kunnen stikken in het laken. Dekens/ lakens zullen wij maximaal tot aan de oksels van het kind opmaken. Er worden geen plastic eind-, zij- of hoofd beschermers aan het bed aangebracht, dit in verband met verstikking. Ook is het gebruik van een kussen niet toegestaan. Kinderen mogen bij het slapen gaan geen haarspeldjes, koortjes of capuchons aan hebben. Dit maakt de kans op verstikking groter. Op (K)individu streven we er na dat kinderen maar 1 knuffel mee naar bed nemen. Met een maximaal van 2. Kinderen mogen een fopspeen mee naar bed zonder koord. Kinderen onder de 1 jaar word geadviseerd om een fopspeen te gebruiken dit om de kans op wiegendood te verkleinen. Kinderen worden elk half uur gecontroleerd, als een PMW een andere kind naar bed brengt dan controleert deze alle bedjes waar kinderen liggen. 5.4 Verschonen en WC gang. Verschonen. Bij (K)individu wordt er op vaste tijden verschoond. Na het eten of drinken (de fles) en na het slapen. Mocht vaker nodig zijn dan wordt dit gedaan. Poepbroeken worden direct verschoond. De poepluiers worden in geurzakjes gedaan om de geur op de groep beperkt te houden. Het verschoonkussen wordt met schoonmaakmiddel gereinigd na iedere poepbroek. De leidster wast haar handen na iedere verschoning.

WC gang Kinderen gaan voor elke maaltijd naar de WC. Ook voor het slapen gaan wordt er gezamenlijk geplast. Kinderen mogen tussendoor zelfstandig naar de WC als ze dit kunnen. Kinderen die bezig zijn met zindelijkheidstraining gaan mee plassen met de plassende kinderen en krijgen hierna een schone luier om. Na het plassen wassen alle kinderen en PMW ers hun handen. 5.5 Verjaardagen en feesten Kinderen mogen bij (K)individu hun verjaardagen vieren. Dit kan bij het ochtend eetmoment om 10:00 uur of later om 15:00 uur. (K)individu ziet graag een gezonde traktatie voor de kinderen. Tijdens de verjaardag van uw kind krijgt het een feestmuts op en zingen de kinderen samen verjaardagliedjes. Voor de jarige hebben we een kleinigheidje om het feest compleet te maken. Feesten (K)individu viert ieder jaar haar verjaardag, de kinderen werken in de weken hiervoor er naar toe met het thema van dat jaar. De groepsleidster viert zijn/haar verjaardag op de groep. 5.6 Thema s Bij (K)individu werken we met thema s. Deze worden aan het begin van het jaar vastgelegd. De kinderen knutselen, koken, proeven en doen activiteiten die te maken hebben met het thema. Ieder jaar zijn er een paar vaste thema s, deze zijn: - Pasen - Koninginnedag - Dierendag - Herfst, lente, zomer, winter. - Sintmaarten - Sinterklaas - Kerst - Verjaardag van (K)individu 6. De intake 6.1 Het intake gesprek Wanneer uw kind voor het eerst in een nieuwe situatie komt kan dat als eng worden ervaren. Omdat iedereen anders reageert op nieuwe situaties en andere behoeftes heeft om zich prettig te voelen, helpt (K)individu ieder kind op een op maat gemaakte manier om dat proces zo aangenaam mogelijk te doen verlopen. Tijdens de inschrijving waarbij de contracten geregeld worden, zal er ook een intake plaatsvinden die meer op het pedagogische proces van het kind gericht is. Hierbij is de Zorgmanager aanwezig die naar aanleiding van de intake een Wenplan uitstippelt. Dit schema word in NIOKIDS opgenomen. Tot Niokids hebben ouders en PMW ers toegang door middel van een persoonlijke wachtwoord. Andere ouders kunnen uw gegevens niet zien.

Er wordt een intake formulier ingevuld over het nieuwe kind. Ouders dienen volledige openheid te geven. Met de ouders worden de wentijden afgesproken. 6.2 Wenbeleid Wenbeleid van het Kinderdagverblijf Op het kinderdagverblijf (K)individu vinden wij het belangrijk dat een kind eerst een wenperiode heeft voordat het naar kinderdagverblijf komt. Zo krijgt het de kans om op een geleidelijke maar toch structurele wijze vertrouwd te raken met de nieuwe omgeving, PMW(s) en de andere kinderen. Ook voor ouders is het prettig om vertrouwd te raken met de situatie en de zorg van het kind uit handen te geven. Zo kunnen ook de ouders er rustig aan wennen. Wenperiode nieuw kind Na de plaatsing van het nieuwe kind vindt er een kennismakingsgesprek plaats. Het komt voor dat kennismakingsgesprek tijdens de inschrijving plaatsvind. We vragen door middel van een intake formulier naar de bijzonderheden van het kind. Bijvoorbeeld hoe het slaapt, met of zonder knuffel. Welke voeding het kind gebruikt en het eet ritme. Maar wij vragen ook naar eventuele allergieën, andere medische bijzonderheden en geloofsovertuiging. De wenperiode bedraagt meestal uit 3 momenten. De wenperiode vind plaatst voor de eerste keer dat het kind komt. Het wennen word opgebouwd, van eerst een paar uur tot uiteindelijk bijna een volledige dag. Wij verwachten dat de ouders tijdens de wenperiode bereikbaar zijn voor vragen of onduidelijkheden. Hulp bij het wennen Bij (K)individu proberen wij tijdens het wennen de nieuwe kinderen het gevoel te geven dat ze welkom zijn en zich veilig kunnen voelen, ook al zijn ze in een nieuwe onbekende omgeving. Dit proberen we te bereiken door verschillende technieken toe te passen tijdens de wenperiode van het kind. Een aantal voorbeelden: Kind word opgevangen door de vaste PMW(s) Oudere kinderen worden geholpen met spelen. De PMW speelt samen met het kind met het speelgoed. De PMW verteld zo duidelijk mogelijk wat we gaan doen. Ook bij de baby s doen wij dit. Kinderen weten dan wat er gaat gebeuren en schrikken minder snel. Als kinderen vragen naar papa en of mama dan vertellen wij dat die ze na het spelen weer komen ophalen. We nemen ruim de tijd om samen om het nieuwe kind kennis te laten maken met de andere kinderen. Voor een ouder is het vaak ook een ingrijpende gebeurtenis als hun kind naar het kinderdagverblijf gaat. Het kind kan meer moeite krijgen met afscheid nemen en ouders weten soms niet hoe ze daar mee om moeten gaan. Als PMW proberen wij de ouders hierbij te helpen. Dit doen wij mede door: Ruim de tijd te nemen voor de nieuwe ouder en het nieuwe kind

Te helpen bij het afscheid nemen van het kind. Door het kind van de ouder over te nemen met het kind samen te gaan zwaaien. Het is belangrijk dat de ouder 1 keer afscheid neemt en niet elke keer terug komt voor bijvoorbeeld nog een knuffel. Ook al is het voor ouders moeilijk als ze een huilend kind moeten achterlaten. Een duidelijk afscheid maakt het duidelijk voor het kind Aan te bieden dat ouders altijd kunnen bellen om te vragen hoe het met hun kind gaat Tips te vragen aan ouders over bijvoorbeeld het slapen of eten Bij ouders informeren hoe het kind het wennen heeft ervaren en of ouders tevreden zijn over de gang van zaken tijdens het wennen Het echte wennen kan ook later pas komen als kinderen al even geplaatst zijn. Kinderen die moeilijker wennen Over het algemeen hebben de meeste kinderen het wel even moeilijk als ze naar het kinderdagverblijf gaan. Dit ligt voornamelijk aan de leeftijd van het kind. Een baby van 3 maanden moet vooral wennen aan de nieuwe geluiden, drukkere omgeving en andere gezichten, maar past zich vrij snel aan na een aantal keren te zijn geweest. Bij een kind van 1 jaar gaat het wat moeizamer omdat het bijvoorbeeld net in de verlatingsangstperiode zit. Voor een ouder kan het dan heel moeilijk zijn om het kind te brengen omdat het zich dan letterlijk aan de ouder vast kan klampen. De PMW kan hierbij helpen door Het kind rustig aan te spreken en het rustig over te nemen van de ouder. Ook hierbij geldt: Neem maar 1 keer afscheid om verwarring te voorkomen. Als een kind huilt als een ouder weg loopt betekend dit dat het kind moeite heeft met afscheid nemen. Het wil niet zeggen dat het kind het niet naar zijn zin heeft. De uitspraak als u weg bent is het zo over klopt bijna altijd. Is dit niet het geval dan worden de ouders gebeld. Het gebeurt wel eens dat kinderen even niet willen worden opgepakt of vastgehouden worden door de PMW. De PMW kan er voor kiezen om het kind even te laten gaan en het pas op schoot te nemen als het open staat voor contact. De PMW zal het kind proberen te troosten, af te leiden en te betrekken bij de anderen kinderen in de groep. Om een kind dat wat moeilijk went te troosten kan een voorwerp van thuis helpen. Denk hierbij aan een knuffel of een doekje met de geur van thuis. Factoren die het wennen wat moeilijker kunnen maken zijn: Het temperament van het kind Het niet los laten door de ouder. De ouders laten hun kind soms moeilijk los en dit voelt het kind aan. Het is belangrijk hier als PMW begrip voor te hebben. Wel moet er duidelijk afscheid genomen worden Wat kunnen de pedagogisch medewerkers doen om angstige kinderen te kunnen helpen? Vlakbij blijven Lichamelijk contact zoeken, maar ook proberen op afstand contact te hebben Oogcontact langzaam opbouwen Vertrouwen winnen

Soms kan het helpen om even van de groep af te gaan. Samen de hal, keuken of andere speelruimtes te gaan bekijken. Het kind komt dan even tot rust en heeft alle aandacht van de PMW en het geeft ook wat rust in de groep. In overleg kan de wenperiode verlengd worden. Wat mag de ouder van ons verwachten? Dat wij proberen zoveel mogelijk het ritme en de gewoontes van thuis over te nemen. Bij (K)individu vinden wij dit belangrijk zodat de kinderen een herkenningspunt hebben. Ouders dienen de PMW(s) zo veel mogelijk relevante informatie te geven. Vooral bij jonge kinderen veranderd hun ritme soms met de week, het is daarom van essentieel belang dat ouders correcte en up to date informatie doorgeven. Wij streven er naar dat de wenperiode in goed onderling overleg en naar het gevoel van beide partijen verloopt. 6.3 Naar de BSO Als kinderen vanuit het KDV doorstromen naar de BSO is er een wenperiode. Kinderen mogen in eerste instantie na het fruitmoment van de BSO mee spelen met de kinderen. Na aantal keer dit gedaan te hebben (afhankelijk van het kind hoe vaak minimaal 2 keer), mag het kind ook aan het tafelmoment op de BSO deelnemen en daar dan blijven spelen. Het wennen gaat in overleg met ouders. Kinderen wennen op deze manier aan de PMW ers, de meeste kennen ze al van het meespelen met de BSO, zoals boven staat omschreven. 7. Contact ouders 7.1 Brengen en halen Ouders kunnen hun kind brengen tussen 7:00 en 9:00 uur en tussen 12:45 en 13:00 uur. Later brengen is mogelijk, dit dient te worden afgesproken met de groepsleiding om de rust op de groep te behouden. Tijdens het binnenkomen geven ouders van baby s door wanner het kind zijn laatste voeding heeft gehad. De groepsleidster schrijft dit op in het dagschema. Alle ouders melden eventuele bijzonderheden en/of veranderingen die er zijn. Halen kan vanaf 12:45 tot 13:00 uur en vanaf 16:00 uur. Eerder halen is mogelijk maar meldt dit even bij de groepsleiding, dit om de rust op de groep te bewaken. 7.2 Overdracht Ouders doen bij binnenkomst een korte overdracht naar de groepsleiding en geven bij baby s door wanneer de laatste voeding is gegeven. De ouders communiceren met de groepsleiding mondeling en doormiddel van schriftje. In het schriftje kunnen ze huidige voedingsschema, slaapschema schrijven en ook eventuele wijzigingen doorgeven. Zo heeft de groep altijd een up-to-date versie. Aan einde van de dag vind er een mondelinge overdracht plaats en eventueel ook een schriftelijke. Ouders van baby s krijgen aangegeven wanneer hun kind de laatste voeding heeft gehad.

7.3 Wanneer mag u uw kind niet brengen bij (K)individu. Als u kind koorts heeft hoger dan 39 graden. Waterpokken, niet ingedroogde plekken. Diarree meer dan 1 keer Overgeven Besmettelijke vlekken. 7.4 Welbevinden Minimaal één keer per jaar wordt er een verslag geschreven over uw kind. In dit verslag staat beschreven hoe het kind zich sociaal, motorisch en emotioneel ontwikkeld. Hoe het op de groep omgaat met andere kinderen en de PMW ers. Naar aanleiding van dit verslag kunnen ouders een 10 minuten gesprek aangaan met de vaste PMW. Mocht er vaker een verslag gewenst of noodzakelijk zijn bijvoorbeeld door achterstand van een kind of opvallend gedrag zal er een extra verslag gemaakt worden. 7.5 Wat neemt u mee naar (K)individu Elk kind krijgt in de groepsruimte een eigen bakje. In dit bakje worden de volgende dingen bewaard: Flessen met spenen (kan bij (K)individu gelaten worden voorzien van naam) Speen Knuffel Schone kleding Peuters kunnen zelf bij hun bakje om daar spullen in te leggen of uit te halen. Flessen voeding Flessen voeding mag ook in potten/blikken worden aangeleverd, wij voorzien die dan van uw naam en plaatsen deze in de keuken. Mocht de voeding opraken geven wij dit tijdig aan u door. (K)individu voorziet niet in flessenvoeding omdat er veel soorten voeding wordt gebruikt. Voeding is verder ook beperkt houdbaar waardoor het voor ons niet mogelijk is om voeding aan te schaffen. Wij hebben Avent flessen, vinden de ouders een andere prettiger dan kan deze voorzien van naam van thuis mee worden gegeven. (K)individu VOF Zorgzame Kinderopvang Hamsterkoog 15 1822 CD Alkmaar Tel: 072-5623000 Fax: 072-5643045 Email: Info@kindividu.nl Website www.kindividu.nl