VRH in 2017 en volgende jaren

Vergelijkbare documenten
> Retouradres Postbus EE Den Haag Directie Algemene Fiscale Politiek

Aan de Hoge Raad der Nederlanden Postbus EH Den Haag. Datum Betreft: Conclusie van de Advocaat-Generaal. Edelhoogachtbaar College,

De hoogtepunten in het. Belastingplan oktober Frank Kerkhof Directielid en fiscalist bij Alfa Accountants en Adviseurs Bennekom

Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001

Datum 20 september 2016 Betreft Begeleidende brief bij de voortgangsrapportage heffing box 3 op basis van werkelijk rendement

Box 3 er hoeft niet veel te veranderen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Heffing box 3 op basis van werkelijk rendement. Een voortgangsrapportage van het onderzoek naar het belasten van het werkelijke rendement in box 3

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Belastingplan 2016; De highlights voor de dga en vermogend particulier

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Werking box 3: inkomsten uit sparen en beleggen. Inleiding

Onderzoek naar de gedragseffecten van box 3

Werking box 3: inkomsten uit sparen en beleggen. Inleiding

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland, op Bonaire & op Curaçao. Second Home oktober Utrecht. Maurice De Clercq

ECLI:NL:RBNNE:2017:153

Directoraat-generaal Belastingdienst, Cluster Fiscaliteit. Besluit van 26 april 2013, nr. DGB 2013/201M

ZO VOORKOMT U DAT DE FISCUS IN 2017 VAN UW VERMOGEN SNOEPT

Brondatum:

Eindejaarsseminar. Dagvoorzitter: Kees Goeman. Sprekers: Govert Vorstenbosch Esther van Vlerken Wendy Wijgers. 2 december 2015

Herziening van box 3 Visie van Arjo van Eijsden (EY) op de in het Belastingplan 2016 voorgestelde herziening van de vermogensrendementsheffing

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht

Prinsjesdag 2015 Hartelijk welkom!

Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen

Keuzedocument box 3 9 juni 2017

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland en op Bonaire. Second Home maart Utrecht. Robert van Beek

ECLI:NL:RBDHA:2016:13238

Hoe zit het met op al bestaande hypotheken vanaf ?

Alternatieven voor sparen in box 3

Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang

PARTICULIEREN: LETOP

Beschrijving en analyse van de vier fiscale varianten voor de koopmarkt

1. Alle belastingplichtigen

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2016)

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen

WEA Deltaland Accountants & Adviseurs

mr. S.H. Hoogeveen Kandidaat-notaris

,15% 27,65% 40,80% ,80% 40,80% % 52% ,15% 9,75% 22,90% 6.

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009

Fiscaal memo 2014/2015

Ruitenburg University. Belastingheffing privé vs bv

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Gooilanden. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Administratiekantoor Van den Dungen B.V. Nieuwsbrief 2016, 5 e jaargang, 12 e editie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

OKTOBER 2016 TAK NIEUWSBRIEF

Fiscaal memo (aangifte 2017)

ECLI:NL:RBDHA:2017:2607

ESJ Accountants & Belastingadviseurs

EINDEJAARSTIPS /5

ECLI:NL:RBNHO:2015:1985

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Nieuwsbrief Fiscaal Juridisch Adviesbureau Informatiebulletin over de eigen woning en inkomensvoorzieningen

Reactie internetconsultatie Wet excessief lenen bij eigen vennootschap

ACTUALIA FISCALE ECONOMIE

ESJ Accountants & Belastingadviseurs

Fiscale aspecten onroerende zaken in box 3

1. Waarom nu geen belasting over de werkelijke voordelen uit sparen en beleggen?

Visser & Visser. Samen kom je verder..

Financiële bijsluiter VBI Winkelfonds NV Deeluitgifte C

Prinsjesdag 2016 Hartelijk welkom!

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2015:7667, Bekrachtiging/bevestiging Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:2675

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010

De herziening van de vermogensrendementsheffing: een goed alternatief?

Kort Nieuws. Met name uit Nederland. Grensoverschrijdende inbreng in een BV: Eeuwigdurend geconserveerd bedrag mag Hoge Raad, 13 december 2013

Als u 65 jaar of ouder bent

Voorjaarsbijeenkomst Afdeling West-Noord Actualiteiten. Algemeen directeur Vastgoed Belang

ECLI:NL:RBGEL:2017:3529

Prinsjesdag fiscale actualiteiten

Uw vermogen in 2011, voorbereid op de toekomst

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland en op Bonaire. Second Home september Utrecht. Robert van Beek

Voorjaarsbijeenkomst Afdeling West-Zuid Opening en mededelingen. drs. Sieb Zeilstra Voorzitter afdeling West-Zuid

EIGENDOMSRECHT. In hoeverre is de herziening van het forfaitaire rendement in box 3 in strijd met artikel 1 EP van het EVRM? Naam R.G.M.

Wetsvoorstel einde pensioen eigen beheer. Reden: Dividendklem. DGA kan bij huidige lage marktrente vaak geen dividend meer uitkeren.

Prinsjesdag 2016 Wat betekenen de kabinetsplannen voor u?

Fiscaal memo (aangifte 2015)

Overzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014)

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ECLI:NL:GHSHE:2017:2511

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Turkije en het Caribisch gebied

INLEIDING WET OP DE INKOMSTENBELASTING

3. Fiscale positie van edelmetaal bezittende particulieren. 4. Fiscale positie van edelmetaal bezittende rechtspersonen

Eindejaarslezing Voorbereid op de toekomst?! 23 november 2017

RAMINGSTOELICHTINGEN. Toelichting op de ramingen van de budgettaire effecten van de maatregelen in de nota van wijziging bij het Belastingplan 2018.

De beste vervanger van de huidige box 3- regeling

Het effect van de rendementsheffing bij particuliere verhuurders.

Advocaatkosten tot behoud van toekomstige uitkeringen uit lijfrentepolis aftrekbaar

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Turkije

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 20 mei 2019

De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling

DE AANVAARDBAARHEID VAN BOX 3 EN EVENTUELE ALTERNATIEVEN

1 Maatregelen in het wetsvoorstel Belastingplan 2017

CPB-analyse van voorstellen vermogensbelasting Uitgevoerd op verzoek van de SP

Transcriptie:

2

3

4

5

Box 3 binnen de Inkomstenbelasting 6

Wie ben ik? 7

Programma: Korte terugblik situatie voor 2001 Introductie boxenstelstel onder Wet IB 2001 Box 3 vanaf 1 januari 2017 Box 3 in de toekomst 8

Situatie voor 2001 Bronnen binnen Wet IB 1964 (WUO, IUA, IAB, IUPU en IUV) Belast de voordelen die werden getrokken uit privévermogensbestanddelen - alleen de lopende voordelen uit het vermogen (rente, dividend, huur) Rente- en dividendvrijstelling Waardestijgingen geen invloed op het belastbaar inkomen Onderscheid tussen bron en voordeel 9

Situatie voor 2001 Bronnen binnen Wet IB 1964 (WUO, IUA, IAB, IUPU en IUV) Belast de voordelen die werden getrokken uit privévermogensbestanddelen - alleen de lopende voordelen uit het vermogen (rente, dividend, huur) Rente- en dividendvrijstelling Waardestijgingen geen invloed op het belastbaar inkomen Onderscheid tussen bron en voordeel 10

Introductie boxenstelsel per 1 januari 2001 Loslaten van belasten van werkelijk rendement over vermogen Introductie forfaitair rendement op sparen en beleggen van 4% van de grondslag (=rendementsgrondslag) voor zover meer dan heffingsvrije vermogen Achtergrond forfaitair rendement van 4% Dit forfaitaire stelsel is naar de opzet van de wetgever robuust en daardoor enigszins ruw, aangezien het niet afhankelijk is gesteld van het werkelijke rendement van de bezittingen gedurende het jaar. De wetgever achtte dat uitgangspunt gerechtvaardigd omdat: daarmee op een globale maar aanvaardbare wijze zou kunnen worden aangesloten bij de rendementen die belastingplichtigen in de praktijk, indien dit over een langere periode wordt bezien, gemiddeld zouden moeten kunnen behalen zonder dat zij daar (veel) risico voor hoeven te nemen. In zoverre kan derhalve niet worden gesteld dat in het concept van de forfaitaire rendementsheffing geen rekening wordt gehouden met de omvang van de werkelijk genoten inkomsten uit vermogen. (Kamerstukken II 1999/2000, 26 727, nr. 7, blz. 263). 11

Ontwikkeling van spaarrente Huidige rente 0,3% 12

Herziening box 3 met ingang van 1 januari 2017 Achtergrond Huidig systeem wordt als onrechtvaardig ervaren (dalende spaarrente). Het aangepaste box 3-systeem is gebaseerd op een gemiddelde vermogensmix met schijven en gebaseerd op gemiddelde rendementen behaald in het verleden gebaseerd op ingediende aangifte kalenderjaar 2012. Evaluatie 3 jaar na inwerkingtreding en vervolgens iedere 5 jaar Spaarrente (1,63%): vijfjaars voortschrijdend gemiddelde en jaarlijks bijgesteld Beleggen (5,5%): aandelen, obligaties, onroerende zaken en overig o.a. kunst domineert lange termijn karakter en jaarlijks bijgesteld 13

14

15

Tarief box 3 met ingang van 1 januari 2017: Box 3 Sparen Beleggen Fictief Rendement Effectieve Heffing Forfaitair tarief 1,63% 5,50% 30% Schijf 1 25.000 1-100.000 67% 33% 2,91% 0,87% Schijf 2 100.000-1 mln 21% 79% 4,69% 1,41% Schijf 3 > 1 mln 0% 100% 5,50% 1,65% 16

Rekenvoorbeeld 1: Linda is single en heeft een vermogen van EUR 120.000 Box 3 vermogen 2016 2017* EUR 120.000 EUR 120.000 Vrijstelling EUR 24.437 EUR 25.000 Belast in box 3 EUR 95.563 EUR 95.000 VRH EUR 1.146 EUR 935 Verschil Effectieve bel.druk 1,2% 0,98% Berekening 2017 per persoon Spaardeel 1 e schijf 67% EUR 50.250 Beleggingsdeel 33% EUR 24.750 2 e schijf 21% EUR 4.200 79% EUR 15.800 3 e schijf 0% 100% Rekenrendement EUR 54.450 EUR 40.550 1,63% 5.5% Grondslag EUR 887 EUR 2.230 Box 3 heffing per persoon: 30% x EUR 3.117(EUR 887 + EUR 2.230) = EUR 935 17

Rekenvoorbeeld 1: Linda is single en heeft een vermogen van EUR 120.000 Box 3 vermogen 2016 2017* EUR 120.000 EUR 120.000 Vrijstelling EUR 24.437 EUR 25.000 Belast in box 3 EUR 95.563 EUR 95.000 VRH EUR 1.146 EUR 935 Verschil Effectieve bel.druk EUR 211 minder 1,2% 0,98% Berekening 2017 per persoon Spaardeel 1 e schijf 67% EUR 50.250 Beleggingsdeel 33% EUR 24.750 2 e schijf 21% EUR 4.200 79% EUR 15.800 3 e schijf 0% 100% Rekenrendement EUR 54.450 EUR 40.550 1,63% 5.5% Grondslag EUR 887 EUR 2.230 Box 3 heffing per persoon: 30% x EUR 3.117(EUR 887 + EUR 2.230) = EUR 935 18

Rekenvoorbeeld 2: Petra en Simon hebben samen een vermogen van EUR 65.000 Box 3 vermogen 2016 2017* EUR 65.000 EUR 65.000 Vrijstelling EUR 48.874 EUR 50.000 Belast in box 3 EUR 16.126 EUR 15.000 VRH EUR 193 EUR 130 Verschil Effectieve bel.druk 1,2% 0,9% Berekening 2017 per persoon Spaardeel Beleggingsdeel 1 e schijf 67% EUR 5.025 33% EUR 2.475 2 e schijf 21% 79% 3 e schijf 0% 100% Rekenrendement EUR 5.025 EUR 2.475 1,63% 5.5% Grondslag EUR 82 EUR 136 Box 3 heffing per persoon: 30% x (EUR 82 + EUR 136) = EUR 65 19

Rekenvoorbeeld 2: Petra en Simon hebben samen een vermogen van EUR 65.000 Box 3 vermogen 2016 2017* EUR 65.000 EUR 65.000 Vrijstelling EUR 48.874 EUR 50.000 Belast in box 3 EUR 16.126 EUR 15.000 VRH EUR 193 EUR 130 Verschil Effectieve bel.druk EUR 63 minder 1,2% 0,9% Berekening 2017 per persoon Spaardeel Beleggingsdeel 1 e schijf 67% EUR 5.025 33% EUR 2.475 2 e schijf 21% 79% 3 e schijf 0% 100% Rekenrendement EUR 5.025 EUR 2.475 1,63% 5.5% Grondslag EUR 82 EUR 136 Box 3 heffing per persoon: 30% x (EUR 82 + EUR 136) = EUR 65 20

Rekenvoorbeeld 3: Kees en Annabel hebben samen een vermogen van EUR 2.500.000 Box 3 vermogen 2016 2017* EUR 2.500.000 EUR 2.500.000 Vrijstelling EUR 48.874 EUR 50.000 Belast in box 3 EUR 2.451.126 EUR 2.450.000 VRH EUR 29.413 EUR 34.869 Verschil Effectieve bel.druk 1,2% 1,42% Berekening 2017 per persoon Spaardeel 1 e schijf 67% EUR 50.250 2 e schijf 21% EUR 189.000 Beleggingsdeel 33% EUR 24.750 79% EUR 711.000 3 e schijf 0% 100% EUR 250.000 Rekenrendement Grondslag Box 3 heffing per persoon: EUR 239.250 EUR 985.750 1,63% 5.5% EUR 3.899 30% x EUR 3.117(EUR 3.889 + EUR 54.216) = EUR 17.434 EUR 54.216 21

Rekenvoorbeeld 3: Kees en Annabel hebben samen een vermogen van EUR 2.500.000 Box 3 vermogen 2016 2017* EUR 2.500.000 EUR 2.500.000 Vrijstelling EUR 48.874 EUR 50.000 Belast in box 3 EUR 2.451.126 EUR 2.450.000 VRH EUR 29.413 EUR 34.869 Verschil Effectieve bel.druk EUR 5.456 meer 1,2% 1,42% Berekening 2017 per persoon Spaardeel 1 e schijf 67% EUR 50.250 2 e schijf 21% EUR 189.000 Beleggingsdeel 33% EUR 24.750 79% EUR 711.000 3 e schijf 0% 100% EUR 250.000 Rekenrendement Grondslag Box 3 heffing per persoon: EUR 239.250 EUR 985.750 1,63% 5.5% EUR 3.899 30% x EUR 3.117(EUR 3.889 + EUR 54.216) = EUR 17.434 EUR 54.216 22

23

Weetjes..? Hoeveel bedraagt het box 3 vermogen per 2015? Hoeveel % van de Nederlandse huishoudens valt in box 3? Hoeveel % hiervan valt in de eerste schijf tot EUR 100.000? 24

Bij het BP 2016 (nov 2015) onderstaande moties aangenomen Motie 34302, nummer 57 een uiterste inspanningsverplichting om per 2018 werkelijk rendement op vermogen te belasten Motie 34302, nummer 58 met voorstellen komen om sluiproutes waarmee box 2- en box 3-heffing kan worden uitgesteld of ontlopen, te dichten 25

Druk wordt verder opgevoerd: 16 feb 2016: Box 3 in strijd met art 1 EVRM volgens Advocaat-Generaal Niessen (rolnummer 14/05020, ECLI:NL:PHR:2016:41) Vanwege de maatschappelijke onrust over de vermogensrendementsheffing houdt hij box 3 tegen het licht en geeft aan dat het systeem van het fictieve rendement een uitvloeisel is van de jaren 90 van de vorige eeuw. Naar zijn opvatting toont de politieke en economische ontwikkeling in de verstreken jaren aan dat geen zekerheid bestaat dat bezien over een langere periode een rendement van 4% haalbaar is. De Advocaat-Generaal is van mening dat de vermogensrendementsheffing in het algemeen moet worden beschouwd als disproportioneel ten opzichte van het maatschappelijke (zuiver budgettaire) belang en daarmee als strijdig met artikel 1 Eerste Protocol EVRM (eigendomsrecht). Reactie van Wiebes op 4 maart (AFP/2016/270U) Reactie van Wiebes op 4 maart 2016 (kenmerk: AFP/2016/270U) en conclusie met kenmerk DGB 2016-568 Niet eens met standpunt van A-G. 4% is redelijk percentage (oordeel Commissie Van Dijkhuizen) Wiebes verwijst naar arrest van de Hoge Raad van 2015 26

April 2016: Hof Den Haag: Forfaitaire box-3 heffing is niet in strijd met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM verwijst naar arrest HR van 3 april 2015, nr. 13/04247, ECLI:NL:HR:2015:812. 10 juni 2016: HR, 14/05020, ECLI:NL:HR:2016:1129 Vermogensrendementsheffing 2011 niet in strijd met EVRM (eigendomsrecht) Pas strijdig indien voor lange reeks van jaren 4% niet meer haalbaar is en daardoor wordt geconfronteerd met een buitensporig zware last. Vraag: hoe lang is dit standpunt nog houdbaar? 27

Belasting van het werkelijke rendement. Doelstellingen en randvoorwaarden: Beter aansluiten bij rechtvaardigheidsgevoel Goed uitvoerbaar zijn Voor ketenpartners Voor Belastingdienst Begrijpelijk voor burgers Voldoende robuust tegen ontwijking 28

Brief van de Staatssecretaris van 20 september 2016 (kenmerk: AFP/2016-0000154591 U) 3 Varianten A: Vermogensaanwasbelasting B: Vermogenswinstbelasting C: Forfaitaire heffing Internationaal Gegevensaanlevering door ketenpartners (Renseignering) VoorIngevulde Aangifte (VIA) heilig! 29

Varianten A: Vermogensaanwasbelasting Reguliere inkomsten: (rente, dividend, huur, royalty en overig) Betaal- en spaargeld Effecten Waardemutaties: verkoopwinst of koerswinst Belasting van gerealiseerde en ongerealiseerde waardestijgingen Overig (tweede woning, overig vastgoed en contant geld): 4,56%* Heffingvrij vermogen vervangen door heffingvrije voet EUR 725 per persoon per jaar. Voordeel: door jaarlijkse heffing wordt uitstelgedrag voorkomen Nadeel: mogelijk liquiditeitsprobleem ->oplossen door betalingsregelingen 30

Varianten B: Vermogenswinstbelasting Reguliere inkomsten: (rente, dividend, huur, royalty en overig) Betaal- en spaargeld Effecten Waardemutaties: verkoopwinst of koerswinst Belasting van gerealiseerde waardestijgingen bij verkoop over verschil tussen verkoop- en verkrijgingsprijs Overig (tweede woning, overig vastgoed en contant geld): 4,56% Heffingvrij vermogen vervangen door heffingvrije voet EUR 725 per persoon per jaar. Voordeel: Liquiditeiten beschikbaar (verkoopopbrengst) Nadeel: complex en mogelijkheid tot uitstel van heffing 31

Varianten C: Forfaitaire heffing Per belastingjaar achteraf vastgestelde forfaitaire benadering rendement voor elke vermogenstitel van de individuele belastingbetaler in box 3 Heffingvrijvermogen vervangen door heffingvrije voet EUR 725 p.p. per jaar Voordeel: Gebaseerd op systematiek box 3 per 2017 Uitvoerbaarheid Nadeel: Geen benadering van heffing over werkelijk rendement Ontwijkgedrag moeilijk tegen te gaan (rond peildatum switchen) Onzekerheid hoogte belastingheffing omdat rendementen pas na afloop van belastingjaar wordt vastgesteld 32

Waarover moet verder worden beslist? Kostenaftrek Schulden en verliezen Heffingvrij vermogen of belastingvrije voet Immigratie, emigratie, echtscheiding en overlijden Vruchtgebruik van vermogensbestanddelen Voorlopige aanslagen Doorwerking naar toeslagen Overgangsmaatregelen en aanvangswaarde van vermogensbestanddelen Mogelijkheid van bronheffing bij financiële instellingen 33

Voorlopige conclusies: Doelstellingen en randvoorwaarden: Beter aansluiten bij rechtvaardigheidsgevoel Variant A en B belasten werkelijk rendement. Goed uitvoerbaar zijn Gegevensaanlevering bij variant A en B moet sterk worden uitgebreid Variant C lijkt sterk op 2017 Voldoende robuust tegen ontwijking Variant A scoort het beste. Variant B veroorzaakt uitstelgedrag Variant C veroorzaakt ontwijkingmogelijkheden door te switchen binnen vermogenstitels 34

Voorlopige conclusies: Een belasting op werkelijk rendement lijkt mogelijk, maar complex en vergt veel inspanning. Bovendien zal het altijd hybride zijn Alle varianten leiden tot meer administratieve lasten en uitvoeringskosten burger, ketenpartners en Belastingdienst Invoering pas na lange ontwikkelperiode mogelijk (daarom zou mogelijk variant C een alternatief zijn) Wat is de invloed van de verkiezingen? Hoe lang is standpunt dat huidige box 3 heffing niet in strijd is met art 1 EVRM nog houdbaar? 35

VBI als alternatief voor box 3? Hoger forfaitair rendement: van 4% naar 5,5% Afsplitsing vanuit bestaande BV: direct afrekenen over positieve ab-claim Anti boxhop bepalingen Saldinisten (art. 2.14 lid 3 Wet IB 2001) Tegengaan flits-vbi : dubbele heffing bij terugkeer naar box 3 binnen 18 maanden Beleggen binnen box 2 (OFGR/BV) Aflossen eigen woningschuld? Beperken eigen bijdrage AWBZ Groenbelegging Niet altijd fiscale motieven doorslag! 36

Dus.Hoe nu verder? 37

Vragen? 38