Voortgangstoets NAT 5 VWO 45 min. Week 49 SUCCES!!!

Vergelijkbare documenten
Voortgangstoets NAT 5 HAVO week 6 SUCCES!!!

Voortgangstoets NAT 6 VWO 45 min. Week 5 SUCCES!!!

Voortgangstoets NAT 4 HAVO week 11 SUCCES!!!

natuurkunde vwo 2017-I

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Kracht en beweging (Mechanics Baseline Test)

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2007-I

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

Krachten (4VWO)

Tentamen Mechanica ( )

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

natuurkunde vwo 2017-I

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni TIJD: uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

OEFENEN SNELHEID EN KRACHTEN VWO 3 Na Swa

NATUURKUNDE. Figuur 1

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 3 Vectoren en hefbomen ( ) Pagina 1 van 14

Schuiven van een voertuig in een bocht met positieve verkanting

Space Experience Curaçao

m C Trillingen Harmonische trilling Wiskundig intermezzo

wiskunde B pilot vwo 2017-II

KeCo-opgaven mechanica (arbeid en energie) HAVO4

Krachten Opgave: Vering van een auto

a) Beargumenteer of behoud van impuls en behoud van mechanische energie van toepassing is op de schansspringer.

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Achter dit examen is een erratum opgenomen.

Examen mechanica: oefeningen

Eindexamen vwo wiskunde B pilot 2014-I

VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK

We hebben 3 verschillende soorten van wrijving, geef bij elk een voorbeeld: - Rollende wrijving: - Glijdende wrijving: - Luchtweerstand:

jaar: 1990 nummer: 06

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

ATWOOD Blok A en blok B zijn verbonden door een koord dat over een katrol hangt. Er is geen wrijving in de katrol. Het stelsel gaat bewegen.

jaar: 1989 nummer: 25

natuurkunde havo 2019-II

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni Nummer vragenreeks: 1

- KLAS 5. a) Bereken de hellingshoek met de horizontaal. (2p) Heb je bij a) geen antwoord gevonden, reken dan verder met een hellingshoek van 15.

Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen)

Toelatingstoets havoniveau natuurkunde max. 42 p, vold 24 p

BIOFYSICA: Toets I.4. Dynamica: Oplossing

Welk van de onderstaande reeks vormt een stel van drie krachten die elkaar in evenwicht kunnen houden?

Eindexamen vwo natuurkunde pilot I

NATUURKUNDE OLYMPIADE EINDRONDE 2013 PRAKTIKUMTOETS

Inhoud. Inleiding 2. Materiaal & Methode 3. Resultaten 5. Theoretisch Kader 6. Discussie 7. Bronnen 9. Appendix Onderzoeksvraag 2

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 woensdag 30 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

TENTAMEN NATUURKUNDE

wiskunde B pilot havo 2015-II

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16

Klassieke en Kwantummechanica (EE1P11)

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 21 juni uur

Voorbeeldtentamen Wiskunde B

Om snel medische hulp te kunnen bieden, staan in vier plaatsen in Nederland speciale helikopters. Zie onderstaand kaartje.

Uitwerkingen 1. ω = Opgave 1 a.

Het berekenen van de componenten: Gebruik maken van sinus, cosinus, tangens en/of de stelling van Pythagoras. Zie: Rekenen met vectoren.

Groep 13 CASE SSV DEEL 2 EE4. Bas Jan Renders Mathijs Tielens Jitse Meulenijzer Alexander Blockhuys Casper Antonio Jan Van Hemelen

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 7, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Bal in de sloot. Hierbij zijn x en f ( x ) in centimeters. Zie figuur 2.

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

Tentamen Wiskunde B CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE. Datum: 19 december Aantal opgaven: 5

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo II

Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76


Lessen in Krachten. Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

TENTAMEN DYNAMICA (140302) 29 januari 2010, 9:00-12:30

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni uur

Een kogel die van een helling afrolt, ondervindt een constante versnelling. Deze versnelling kan berekend worden met de formule:

HAVO. Wetten van Newton

Trillingen en geluid wiskundig

Inleiding kracht en energie 3hv

Uitwerkingen Tentamen Natuurkunde-1

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Vraag januari 2014, 13u30 r-nummer:... naam:...

eenvoudig rekenen met een krachtenschaal.

****** Deel theorie. Opgave 1

Mkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg

J De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden:

Naam van de kracht: Uitleg: Afkorting: Spierkracht De kracht die wordt uitgeoefend door spieren van de mens. F spier

Theory Dutch (Netherlands) Lees eerst de algemene instructies uit de aparte enveloppe voordat je begint met deze opgave.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-II

De hoogte tijd grafiek is ook gegeven. d. Bepaal met deze grafiek de grootste snelheid van de vuurpijl.

wiskunde B havo 2015-II

Begripsvragen: kracht en krachtmoment

Augustus blauw Fysica Vraag 1

Augustus geel Fysica Vraag 1

wiskunde B havo 2018-I

Eindexamen vwo natuurkunde 2013-I

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45

Diagrammen Voor beide typen beweging moet je drie diagrammen kunnen tekenen, te weten een (s,t)-diagram, een (v,t)-diagram en een (a,t)-diagram.

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur

Herhalingsopgaven 6e jaar

TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen

Naam: Repetitie krachten 1 t/m 5 3 HAVO. OPGAVE 1 Je tekent een 8 cm lange pijl bij een schaal van 3 N 5 cm. Hoe groot is de kracht?

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

natuurkunde havo 2018-II

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Eindexamen wiskunde B havo II (oude stijl)

In autotijdschriften staan vaak testrapporten van nieuwe auto s. In de figuur op de bijlage is zo n overzicht afgedrukt.

Bergtrein. Figuur 2 staat ook op de uitwerkbijlage. a. Bepaal de afstand die de trein op t = 20 s heeft afgelegd.

Transcriptie:

Naam: Voortgangstoets NAT 5 VWO 45 min. Week 49 SUCCES!!! Noteer niet uitsluitend de antwoorden, maar ook je redeneringen (in correct Nederlands) en de formules die je gebruikt hebt! Maak daar waar nodig een schets van de situatie. Let op het juiste aantal significante cijfers en vergeet de eenheden niet! Maak de opgaven in de juiste volgorde en werk netjes. Met potlood geschreven tekst wordt niet gecorrigeerd! Het gebruik van Tipp-Ex is niet toegestaan. Opgave 1 Een Boeing 747-300 (zie nevenstaande foto) is met 400 passagiers van Schiphol op weg naar de Verenigde Staten. De totale massa bedraagt 3,8 10 5 kg. Vliegen is mogelijk omdat de vleugels van een vliegtuig door de langsstromende lucht een normaalkracht ondervinden die steeds loodrecht staat op het vlak van de vleugels. Op een zeker ogenblik vliegt het vliegtuig horizontaal in een rechte lijn met een constante snelheid. Het vlak van de vleugels is dan ook horizontaal. De normaalkracht en de zwaartekracht grijpen beide aan in het zwaartepunt van het vliegtuig. a) Bereken de grootte van de normaalkracht op het vliegtuig. Boven Engeland laat de automatische piloot het vliegtuig een bocht maken met een straal van 25,0 km. Daartoe wordt het vliegtuig enkele graden om zijn lengte-as gedraaid. Dit draaien om de lengte-as noemt men "rollen". Bij het nemen van de bocht wil men het vliegtuig op dezelfde hoogte houden. Het blijkt dan noodzakelijk te zijn dat de snelheid van het vliegtuig wordt opgevoerd, zodat de normaalkracht toeneemt. In onderstaande afbeelding is een (schematisch) vooraanzicht van het vliegtuig getekend. Op de bijlage is deze figuur nogmaals weergegeven. De zwaartekracht en de voor de bocht benodigde middelpuntzoekende kracht op het vliegtuig zijn reeds in de juiste verhouding ingerekend. b) Bepaal met behulp van een constructie in de figuur op de bijlage de grootte van de normaalkracht Fn die het vliegtuig tijdens het nemen van de bocht van de lucht zal ondervinden. c) Leg uit waarom het noodzakelijk is dat de normaalkracht toeneemt als de hoogte van het vliegtuig tijdens het nemen van de bocht niet mag veranderen. d) Bepaal de grootte van de snelheid van het vliegtuig tijdens het nemen van deze bocht. 1/5

Opgave 2 In het televisieprogramma Magic of science heeft men de proef uitgevoerd die in nevenstaande afbeelding schematisch staat weergegeven. Een zwaard hangt verticaal recht boven het hoofd van een persoon. Men richt een ballenkanon precies op het zwaard zoals weergegeven in nevenstaande afbeelding. Op het moment dat het zwaard begint te vallen wordt de bal afgeschoten. De bedoeling is natuurlijk dat het zwaard door de bal aan de kant wordt geslagen voordat het zwaard het hoofd van de persoon doorboort. De bewering in het TV-programma luidt: Vanaf een zekere minimum snelheid van de bal zal de bal het zwaard altijd raken. Wil je het experiment zien kijk dan bij https://www.youtube.com/watch?v=lzyc54hxo8a Ik zal jullie niet dwingen op een bank te gaan liggen om dit eens even te testen. We zullen ons beperken tot een model in Coach-Modelleren. In nevenstaande afbeelding staat een model weergegeven waarmee de beweging van het zwaard en de beweging van de bal kan worden gesimuleerd. Er zijn drie rekenregels voor de snelheid die onvolledig zijn. a) Maak elk van de drie regels compleet. zwaard bal 2/5

In nevenstaande afbeelding staat het resultaat van het model weergegeven voor verschillende afschietsnelheden van de bal. Bij een afschietsnelheid van 7 m/s krijgt de man niet alleen het zwaard in zijn gezicht maar ook de bal. b) Ga door middel van een berekening na dat als het zwaard 5,0 m is gevallen de bal inderdaad 5,0 m heeft afgelegd in horizontale richting en de verplaatsing in verticale richting 0 m is. Het model kun je downloaden onder http://www.rwi-natuurkunde.nl/download/doc/zwaard_van_damocles.zip Bovenstaand model is gemaakt voor een afschietsnelheid van 7 m/s. c) Ga met behulp van het model na of de bewering van de presentator klopt voor snelheden groter dan 7 m/s. Als je alles goed doet kun je nevenstaand diagram reproduceren. Je ziet dat de lijnen voor de bal en de lijnen voor het zwaard elkaar steeds snijden als x_bal = 5 m. Bovenstaand model is gemaakt voor het geval dat het zwaard 5 m hoog hangt en de bal op 5 m afstand wordt afgeschoten zoals weergegeven in de schematische weergave op de vorige bladzijde. Tevens is het zwaard al de hele tijd als punt behandeld en hebben we de afmetingen buiten beschouwing gelaten. d) Ga met behulp van het model na of de bewering van de presentator klopt als het zwaard op 5 m hoogte hangt en het ballenkanon op een afstand van 8 m wordt gezet zoals weergegeven in nevenstaande afbeelding. Als je alles goed doet kun je onderstaand diagram reproduceren. 3/5

Je ziet dat de lijnen voor de bal en het zwaard elkaar steeds weer snijden bij x_bal = 8 m. Houd je van een uitdaging? Probeer (moet niet) dan eens opgave e. Voor de minimum afschietsnelheid geldt dat deze voldoet aan onderstaand verband. g h v ୫ ୧୬ = ඨ 2 sin ଶ (α) Hierin is vmin de minimum afschietsnelheid (bal in gezicht), h de starthoogte van het zwaard en α de afschietrichting van de bal ten opzichte van horizontaal. e) Leid dit verband af op basis van de theorie van het onderwerp beweging. Opgave 3 Twee houtblokken liggen op een helling zoals weergegeven in nevenstaande afbeelding. Het bovenste blok is met een touw aan het latje aan het einde van de helling bevestigd. Het onderste blok is nergens aan bevestigd. De helling en de twee blokken zijn van hetzelfde soort hout en hebben eenzelfde oppervlakte structuur zodat de statische schuifwrijvingscoëfficiënt overal 0,30 bedraagt. Het bovenste blok heeft een massa van 3,0 kg. Het onderste blok heeft een massa van 4,0 kg. Bereken bij welke hoek het onderste blok gaat schuiven. 4/5

Laatste bladzijde 5/5