EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA

Vergelijkbare documenten
KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA

KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA

KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA

Azonosító jel: HOLLAND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA május 21. 8:00. I. Olvasott szöveg értése. Időtartam: 70 perc

ÉRETTSÉGI VIZSGA május 25. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA május 25. 8:00. I. Olvasott szöveg értése. Időtartam: 60 perc

KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA

KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA

ÉRETTSÉGI VIZSGA május 26. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA május 26. 8:00. I. Olvasott szöveg értése. Időtartam: 60 perc

KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA

KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA

ÉRETTSÉGI VIZSGA május 23. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA május 23. 8:00. I. Olvasott szöveg értése. Időtartam: 60 perc

Azonosító jel: HOLLAND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA május 24. 8:00. I. Olvasott szöveg értése. Időtartam: 70 perc

KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA

Azonosító jel: ÉRETTSÉGI VIZSGA május 23. HOLLAND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA május 23. 8:00. I. Olvasott szöveg értése

Azonosító jel: HOLLAND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA május 24. 8:00. I. Olvasott szöveg értése. Időtartam: 70 perc

KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA

Azonosító jel: ÉRETTSÉGI VIZSGA május 26. HOLLAND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA. I. Olvasott szöveg értése. Időtartam: 70 perc

KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA

KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA

Azonosító jel: HOLLAND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA október :00. I. Olvasott szöveg értése. Időtartam: 70 perc

KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA

Hoe gaat het met je studie?

NT /2004 SPREKEN EXAMEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen

Wie is dat? thema. Hoe heet jij? Ik weet het niet! Beatriz. Marco. Hallo, ik heet Jürgen. Dag mevrouw. Dag meneer. Hoi! Ik heet Bushra. En jij?

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Lesbrief 1. Bij de huisarts

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

Bijlage interview meisje

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Les 1. Bij de huisarts

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Reality Reeks Verwerkingsopdrachten. Mooi meisje Verliefd op een loverboy

Proefexamen Schrijven 1 Deel 2

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek.

GESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT

2001/2002 SPREKEN EXAMEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands

Verkiezingsprogramma

Lelijke griet. Dino is nog steeds te verbaasd om iets normaals te zeggen. Het enige dat hij kan bedenken is: Heet je echt Belle?

TIJD VOOR VERANDERING VERKIEZINGSPROGRAMMA

Vertaling Duits Sprechhilfen

OPDRACHTENBLAD. Opdracht 1 Waar kun je aan zien dat dit artikel iets met wetenschap en techniek te maken heeft? Zet daar een rondje om.

Taalklas.nl Plus Cursistenmateriaal

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Bert staat op een ladder. En trekt aan de planten die groeien in de dakgoot. Hij verstopt de luidspreker en het stopcontact achter de planten.

Voor jongeren in het praktijkonderwijs. temperatuur is er min twintig. De harde wind maakt het nog kouder. Daardoor voelt het als min vijftig.

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

2001/2002 SPREKEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands

Gebr. Naam: Ken Witbreuk. Klas: 3G3. Titel: Gebr. Auteur: Ted van Lieshout. Eerste jaar uitgave: Uitgever: Van Goor. Aantal pagina s: 118

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Actielessen. Lesbrief 1. Nederlands leren. Wat leert u in deze les? Veel succes!

VERKIEZINGS PROGRAMMA KAMPEN

Thema Op het werk. Les14. Opdrachten

Beoordeling power-point groep 5

Spreekopdrachten thema 7 Werken

Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen?

Een varende stad. Celien maakt overal foto s van. Binnen en buiten. Ze is zo druk aan het fotograferen, dat ze haar verdriet vergeet.

De kippendief. door Nellie de Kok

Ik heb dit boek gekozen, omdat ik hem kreeg bij de Grote Lijsters vorig jaar. Toen ik de achterkant had gelezen, wilde ik weten hoe het zou aflopen.

Dierbaren lezer. den Muzenmeester. Ik, den Muzenmeester, voel mijn einde naderen en schrijf daarom mijn testament.

Thema Gezondheid. Lesbrief 3. Bij de specialist.

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht.

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

Les 2: Tekstopbouw: alinea s

werkbladen thema 5 werk

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Azonosító jel: HOLLAND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA május 23. 8:00. I. Olvasott szöveg értése. Időtartam: 70 perc

Voorspellen, tekst lezen en verwijswoorden begrijpen

Pluslessen. Les 42. Contact met elkaar. Wat leert u in deze les? Succes! 0 Een praatje beginnen met onbekenden.

Het meisje in mijn hoofd. Naam: Emma Oude Weernink Klas: 3T2 Docent: Mevrouw Scholten

Pijnkliniek AZ Klina. Dr. M. Dingens Dr. B. Ickx Dr. K. Lauwers

De magische deur van KASTEEL013

Alleen is maar alleen

Melkweg. Van kop tot teen. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Gezondheid: Het lichaam

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel

Boekverslag Nederlands zoenen door Nel

DE DIENST VAN HET WOORD. Gebed bij de opening van het Woord. Inleiding bij het thema

Druk de A, B en C vragen op hetzelfde kleur papier af (v.b. op geel papier) Druk de P-vragen op een afwijkende kleur papier af en de D vragen ook.

Opdracht 1. a. Noteer twee overeenkomsten in de keuze van de artikelen b. Vind twee verschillen in de keuze van de artikelen 1...

oké, ik kom eraan! Tom grabbelt in zijn rugzak naar zijn fietssleutel. Waarom maken ze die dingen dan ook niet wat groter? In het andere vak dan?

Ruimte voor God - thema 1: Eén ding is nodig! Preek over Lukas 10: Gemeente van Christus,

De nieuwe buurt Niet welkom met een hoofddoek?

Ontdek de Bibliotheek

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel

Dag! kennismaken. Ik ben Eric.

Thema Gezondheid. Lesbrief 3. Bij de specialist.

Voorspellen en tekst lezen

2002/2003 SPREKEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Inhoud van deze lesbrief

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Beginnerslessen. Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen

Vollenhove Wonen op een havezate

Flanders ISSP 2002 Family and Changing Gender Roles III Questionnaire

H E T V E R L O R E N G E L D

Transcriptie:

ÉRETTSÉGI VIZSG 2006. május 25. HOLLND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSELI VIZSG 2006. május 25. 8:00 I. Olvasott szöveg értése Időtartam: 70 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati OKTTÁSI MINISZTÉRIUM Holland nyelv emelt szint írásbeli vizsga I. Olvasott szöveg értése

Fontos tudnivalók feladatsor megoldásához szótár nem használható. szürke négyzetsor az értékelés számára van fenntartva. Kérjük, ne írjon a szürke négyzetsorba. írásbeli vizsga, I. vizsgarész 2 / 12 2006. május 25.

OPDRCHT 1 Hieronder volgt een brief. Onder de tekst staan sommige synoniemen of omschrijvingen van woorden en uitdrukkingen uit de tekst. Zoek ze op en schrijf de woorden/uitdrukkingen uit de tekst bij de corresponderende synoniemen/omschrijvingen. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Mijne heren, Hierbij berichten wij u dat wij uw manier van handelen niet kunnen accepteren. U zou het afval dat op uw terrein te vinden is, laten weghalen. Dit afval trekt ratten aan en deze dieren zijn gevaarlijk voor de volksgezondheid. Hun aanwezigheid brengt talrijke besmettelijke ziekten teweeg. U zou een nieuwe methode hebben om het afval te verwerken en u zou deze methode spoedig gaan gebruiken. Tot dusver stuurden wij reeds een hele reeks brieven aan u ten aanzien van problemen die met de zaak verbonden zijn, maar u hebt niet eens gereageerd. Wij houden noch van onzin, noch van onverschilligheid. Daarom stellen wij u voor deze belangrijke kwestie uitgebreid te bespreken. Dit zou kunnen verhoeden dat wij er toe overgaan u gerechtelijk aan te klagen. U zou hierdoor in een uitermate onaangename positie komen. Wij veronderstellen dat u zich daarvan bewust bent. Ook hopen wij dat iets dergelijks niet hoeft plaats te vinden. Wij hebben de autoriteiten al in kennis gesteld van de consequenties van uw onverdraaglijke handelwijze. Hoogachtend, 0 veroorzaakt: brengt teweeg. 1 niet en ook niet: 2 raken: 3 samenhangen: 4 ligt: 5 verteld: 6 snel, vlug: 7 weet: 8 voorkomen, verhinderen: 9 gebeuren: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Max. Elért 9 írásbeli vizsga, I. vizsgarész 3 / 12 2006. május 25.

OPDRCHT 2 Hieronder volgt een gesprek met Catja ekendal, een wethouder in Eendorp. De vragen van de interviewer staan niet in de tekst maar op de volgende bladzijde. Maak de tekst compleet door de plaats van vragen tot en met H te bepalen. Schrijf de letters van de vragen onder de corresponderende nummers. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Interviewer: (0) Catja: Ruim een half jaar nu. Daarvoor was ik lid van de gemeenteraad. Interviewer: (10) Catja: Een wethouder bereidt samen met ambtenaren voorstellen voor. Die worden besproken in het college. ls de meerderheid van het college het met de voorstellen eens is, gaan de voorstellen naar een commissie. Daarna beslist de raad erover. Verder ben ik verantwoordelijk voor de uitvoering van plannen. Interviewer: (11) Catja: Ik zal een voorbeeld geven. We hebben in Eendorp plaats voor vijftien asielzoekers, verdeeld over drie huizen. Dat aantal willen we uitbreiden tot twintig. De voorstellen daarover zijn positief ontvangen en zullen waarschijnlijk worden aangenomen. Interviewer: (12) Catja: Nou, Eendorp is een kleine gemeente met ongeveer 10 000 inwoners. Den Haag wil 15 asielzoekers op 7500 inwoners, dus dat getal van 20 klopt aardig. Interviewer: (13) Catja: Ja, de woningbouw. Interviewer: (14) Catja: Nee, niet echt. Maar de huizen kunnen wel beter verdeeld worden. Op het ogenblik krijgen mensen van achttien jaar die samenwonen heel makkelijk een huis, terwijl alleenstaanden soms lang moeten wachten. Interviewer: (15) Catja: Nee, dat valt mee. Onze burgemeester vindt dat leuk, dus die doet dat meestal. Interviewer: (16) Catja: Nou, in de eerste plaats dat je een vinger in de pap hebt. Je kunt proberen iets te bereiken waar andere mensen iets aan hebben. Nou en verder de contacten met al die verschillende groepen: mensen die je bij de bakker aanspreken of op het spreekuur komen, collega s, burgemeesters van andere plaatsen Interviewer: Nou, bedankt voor dit interview. Catja: Graag gedaan. írásbeli vizsga, I. vizsgarész 4 / 12 2006. május 25.

Zijn er verder nog belangrijke zaken die op dit moment spelen? Wat zijn nou de taken van een wethouder? C Is er gebrek aan woningen in Eendorp? D Wat betekent dat? E Catja, hoe lang ben je al wethouder? F Wat vind je het leuke van dit werk? G Goed, nu iets heel anders: er zijn maar twee wethouders in Eendorp. etekent dat niet dat je vaak moet optreden : bij de opening van een zwembad of zo? H Twintig. Is dat niet erg weinig? 0 10 11 12 13 14 15 16 E 10 11 12 13 14 15 16 Max. Elért írásbeli vizsga, I. vizsgarész 5 / 12 2006. május 25. 7

OPDRCHT 3 Hieronder volgt een tekst over goede en slechte kranten waar sommige woorden en uitdrukkingen in zijn weggelaten. De ontbrekende woorden en uitdrukkingen staan niet in de tekst maar op de volgende bladzijde. Maak de tekst compleet door de letter van de ontbrekende woorden en uitdrukkingen onder de corresponderende nummers te schrijven. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Wat is een goede krant? (0) kan een krant goed vinden zonder hem te lezen. Hij kijkt ernaar, hij ruikt ernaar. Voor (17) is de krant goed als er flinke winsten worden gemaakt. Dus hoe meer advertenties, hoe beter de krant. Omdat een krant het voor tweederde van de advertenties moet hebben en voor eenderde voor het abonnementsgeld. De identiteit van de krant is voor (17) uiteindelijk onbelangrijk. ls het financieel interessant is om te gaan samenwerken met een krant die een heel ander statuut heeft, zal hij dat niet laten. (18) die bij regen of s winters als het donker en koud is, de krant moet bezorgen, heeft een afschuwelijke hekel aan dikke kranten. Een goede krant is voor hem een krant die weinig pagina s telt en die gemakkelijk de brievenbus in glijdt. Slecht is een krant waarvan de abonnees overal verspreid wonen. Echt onleesbaar is de krant waarvoor hij van de fiets moet. Welk nieuws, welke thema s, welke rubrieken zorgen ervoor dat (19) een krant goed vindt? Een onmogelijke vraag want (19) bestaat niet. De chirurg heeft een andere belangstelling dan de pastoor, de bakker verwacht iets anders dan de leraar, de slager geniet van agressieve journalistiek maar de kapper leest liever iets rustigs. Wat is een slechte krant? Een slechte krant is een krant die (20) verschijnt. Of een krant die in een wachtkamer ligt, dat is altijd een oud exemplaar. Een slechte krant is ook een krant die het nieuws (21). ls Manchester United met 3-0 arcelona wint, moet dat de volgende dag in de krant staan en niet twee dagen later. Slecht is een krant ook wanneer hij bepaalde delen van het maatschappelijk leven (22), bijvoorbeeld helemaal geen sport of helemaal geen politiek. Van een krant wordt verwacht dat hij informatie geeft op allerlei gebieden. írásbeli vizsga, I. vizsgarész 6 / 12 2006. május 25.

Een heel slechte krant is een krant die niet trouw is aan zijn principes, die geen (23), die met alle winden meedraait. ls een linkse regering wordt opgevolgd door een rechtse en als een krant dan zowel de ene als de andere regering steunt, is dat een waardeloze krant. Is een krant die (24) is automatisch een slechte krant? Ja. Is een krant slecht als hij onwaarheden vertelt? De grootste kranten vertellen de meeste onwaarheden. De grootste kranten zijn de beste kranten. Dus zijn kranten met de meeste onwaarheden de beste kranten? C D E F G H I de krantenbezorger slecht geschreven de drukker duidelijk beleid volgt de lezer onregelmatig links laat liggen de uitgever te laat brengt 0 17 18 19 20 21 22 23 24 C 17 18 19 20 21 22 23 24 Max. Elért 8 írásbeli vizsga, I. vizsgarész 7 / 12 2006. május 25.

OPDRCHT 4 Hieronder volgt een verhaal waarover ware en onware uitspraken worden gedaan. Lees de tekst een geef aan welke uitspraak waar en welke uispraak onwaar is door bij elke uitspraak een X op de juiste plaats te zetten. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. De koningin Pas toen ik acht jaar oud was, ben ik mij bewust geworden dat ik, als jongen, in één opzicht op beslissende wijze was achtergesteld op meisjes. Op een middag stond mijn schoolklas in het centrum van de stad te wachten op de komst van de koningin. Het regende een beetje en wij die daar al vanaf twaalf uur stonden, waren tegen drie uur, de tijd dat ze langs zou rijden, tamelijk nat. Zij bracht een werkbezoek aan de streek en zou ons, na afloop daarvan, vereren met een feestelijke doortocht door onze stad. Vlak voordat zij zou komen, schoot mij opeens een vraag te binnen die ik haastig stelde aan juffrouw Van der Meulen. Is de prins er ook bij?, vroeg ik. Ik geloof het niet, zei ze, waarom wil je dat weten? Omdat, zei ik, en toen kwam de vraag die ik eigenlijk had willen stellen, omdat ik niet begrijp waarom de prins prins is? Hè?, vroeg ze, wat bedoel je? Waarom is onze prins geen koning geworden toen hij met de koningin trouwde? vroeg ik. Tja, zei mijn onderwijzeres, zo hoort dat nou eenmaal, de man van een koningin blijft altijd prins, die wordt geen koning, zo is het altijd geweest. Maar nu je het zegt... ja, waarom eigenlijk niet? Ik weet het niet. ls een prinses met een koning trouwt, wordt ze wel koningin. Nadat ik er even over had nagedacht, zei ik: Dat is niet eerlijk! llerlei gedachten schoten door mijn hoofd. Elk meisje kon dus koningin worden, maar een jongen die niet toevallig al koning of toekomstig koning was, kon nooit koning worden, maar alleen maar prins. Ik keek naar Joke Wetsteyn, die naast mij stond en die zo netjes kon schrijven. Ik dacht: ls er een prins komt uit een ver land die haar aardig vindt, kan zij koningin worden, maar ik Ik staarde naar mijn natte overjasje en werd mij bewust van een onverklaarbaar onrecht dat met mijn sexe te maken had. Het leek of alles wat ik tot op die dag had meegamaakt opnieuw bezien moest worden, omdat ik iets ontdekt had dat meisjes en jongens van elkaar deed verschillen. Toen reed opeens, heel snel, de zwarte gesloten auto voorbij waarin de koningin zat. Het deed me helemaal niets meer. Onderweg naar huis dacht ik opnieuw aan mijn ontdekking. Ik had er nooit bij stilgestaan dat er zo n soort verschil tussen jongens en meisjes bestond. Natuurlijk, ik had al wel vastgesteld dat meisjes vriendelijker behandeld werden, maar ik had nooit begrepen, waarom. Maar nu begrep ik het: met een toekomstige koningin ga je voorzichtig om. Waar Onwaar 0 Het verhaal speelt zich af als de schrijver achttien jaar is. X 25 De kinderen stonden 3 uur lang op de komst van de koningin te wachten. 26 De man van een koningin is prins. 27 De vrouw van een koning is prinses. 28 Juffrouw Van der Meulen is de moeder van Joke Wetsteyn. 29 Joke Wetsteyn zal eens prinses worden. 30 De schrijver zal nooit koning worden. 25 26 27 28 29 30 Max. Elért 6 írásbeli vizsga, I. vizsgarész 8 / 12 2006. május 25.

írásbeli vizsga, I. vizsgarész 9 / 12 2006. május 25.

írásbeli vizsga, I. vizsgarész 10 / 12 2006. május 25.

írásbeli vizsga, I. vizsgarész 11 / 12 2006. május 25.

I. Olvasott szöveg értése maximális pontszám 1. feladat 9 2. feladat 7 3. feladat 8 4. feladat 6 ÖSSZESEN 30 elért pontszám javító tanár I. Olvasott szöveg értése pontszáma programba beírt pontszám javító tanár jegyző Megjegyzések: 1. Ha a vizsgázó a II. írásbeli vizsgarész megoldását elkezdte, akkor ez a táblázat és az aláírási rész üresen marad! 2. Ha a vizsga az I. vizsgarész teljesítése közben megszakad, illetve nem folytatódik a II. vizsgarésszel, akkor ez a táblázat és az aláírási rész kitöltendő! írásbeli vizsga, I. vizsgarész 12 / 12 2006. május 25.

ÉRETTSÉGI VIZSG 2006. május 25. HOLLND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSELI VIZSG 2006. május 25. 8:00 II. Nyelvhelyesség Időtartam: 50 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati OKTTÁSI MINISZTÉRIUM Holland nyelv emelt szint írásbeli vizsga II. Nyelvhelyesség

Fontos tudnivalók feladatsor megoldásához szótár nem használható. szürke négyzetsor az értékelés számára van fenntartva. Kérjük, ne írjon a szürke négyzetsorba. írásbeli vizsga, II. vizsgarész 2 / 12 2006. május 25.

OPDRCHT 1 Maak de tekst compleet door het bezit aan te geven. Kies het juiste woord uit de lijst en schrijf de corresponderende letter onder het daarbijhorende nummer. Let op: er staan meer woorden in de lijst dan u nodig hebt. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Dames en Heren, namens (0) commissie heet ik u welkom op het examen. Het tijdschema is als volgt: U krijgt om half 10 de papieren voor het schriftelijke gedeelte. Willen diegenen, (1) exemplaar niet goed genoeg te lezen is, dat meteen melden? U mag (2) woordenboeken gebruiken. ls u het (3) vergeten hebt mee te nemen, mag u er een van (4) gebruiken. Vanmiddag vanaf 2 uur wordt het mondelinge gedeelte door mevrouw Van der Veen afgenomen. (5) kamer is hiertegenover. De kandidaat die (6) naam afgeroepen hoort worden, moet naar binnen gaan. De studenten (7) de andere groep hebben gisteren al examen gedaan, maar het (8) was wat moeilijker dan dat van (9). Wij wensen u veel succes met uw examen. C D E F G H I J K L zijn of haar uw ons jullie hunne onze haar u uwe hen wiens van 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 F 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Max. Elért írásbeli vizsga, II. vizsgarész 3 / 12 2006. május 25. 9

OPDRCHT 2 Maak de tekst compleet door zinnen van de losse woorden te vormen. Elk woord moet gebruikt worden. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Het eerste zinsdeel van elke (bij)zin is als hulp gegeven. Een brief aan de bewoners van de russelsestraat Op maandag 24 augustus (0) zal van 9 uur s morgens tot 20 uur s avonds uw straat voor alle verkeer gesloten zijn. alle gesloten 9 s avonds s morgens straat 20 tot uur uur uw van voor verkeer zal zijn in verband met werkzaamheden van de telefoondienst. Op die dag (10), auto de enkele er geen genoemde geparkeerd in mag straat tussen uren uw worden ook geen auto s van dokters of andere personen die (11). de gezondheidszorg in zijn werkzaam uto s die (12) russelsestraat de in na 9 nog staan s morgens uur zullen door de politie weggehaald worden. ezoekers van restaurant het Gouden Hoofd, russelsetraat 55, (13). bij de de dit gebruik geen genoemde kunnen maken parkeerplaats restaurant tussen uren van Zij (14). aan auto de het hun Jacobsplein kunnen Lucullus op neerzetten parkeerplaats restaurant van Vandaar (15). het Het Hoofd Gouden is lopen minuten naar te vijf voet írásbeli vizsga, II. vizsgarész 4 / 12 2006. május 25.

Wij (16) de en moeilijkheden ons problemen verontschuldigen voor die (17), afsluiting brengen deze met mee zal zich maar wij hopen dat (18). begrip daarvoor hebben u zult P. Velder Hoofd Openbare Werken 10 11 12 13 14 15 16 17 18 Max. Elért 9 írásbeli vizsga, II. vizsgarész 5 / 12 2006. május 25.

OPDRCHT 3 Maak de tekst compleet door het juiste woord uit de vier mogelijkheden te kiezen en de corresponderende letter onder het daarbijhorende nummer te schrijven. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Leven De enige manier om te zorgen dat ik niet ongelukkig (0), is om het alvast te zijn, dacht de man en hij schreef zijn vriendin dat hij haar (19). Hij nam een trein naar de haven en een boot naar een ander land en daar leefde hij zoals hij (20), ongelukkig. Maar in elk geval ben ik niet meer bang, dacht hij, wat kan mij nog (21)? ndere mensen om hem heen waren niet ongelukkig; mannen hadden vrouwen en ouders hadden kinderen. Wat griezelig, dacht hij, om zo te leven, stel je voor, de vrouwen lopen weg of de kinderen (22), ik begrijp niet hoe ze het (23). Hij nam een baan en een hond en een kamer vol boeken. Op een dag werd hij uit zijn baan (24), ook ging de hond dood en korte tijd later (25) de boeken. Toen merkte hij dat hij ondanks alles toch gelukkig (26), want nu was hij ongelukkig. Maar is dat nu alles, dacht hij, gewoon ongelukkig? En hij nam de boot en de trein en (27). Van toen af aan zorgde hij ervoor meer redenen te krijgen om ongelukkig te zijn. Hij kreeg veel vriendinnen en (28) van allemaal, maar steeds het meeste van de laatste omdat die er (29). Ook treurde hij om het verlies van elk van hen en steeds het meeste om de laatste, omdat die er net nog (30). En toen hij (31) was hij niet tevreden en niet ontevreden, wel dood. írásbeli vizsga, II. vizsgarész 6 / 12 2006. május 25.

0 werd word C is geworden D was geworden 19 verlaten gaat is verlaten gegaan C verlaten is gegaan D verlaten ging 20 gewild had wilde C gewild heeft D wil 21 gebeuren gebeuren zijn C gebeurd zijn D zijn gebeurd 22 gingen dood doodgaan C gaan dood D doodgingen 23 houden uit uithouden C uithielden D hielden uit 24 ontslagen ontslaan C ontgeslaan D ontgeslagen 25 verbranden hebben verbrand C hadden verbrand D verbrandden 26 moest zijn geweest moest zijn C geweest moet zijn D moet zijn 27 terugreisde is teruggereisd C reidse terug D is terugreisd 28 hielde houd C houde D hield 29 is is geweest C was geweest D was 30 geweest was is geweest C was D is 31 ging dood was doodgegaan C is doodgegaan D doodging 0 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 Max. Elért írásbeli vizsga, II. vizsgarész 7 / 12 2006. május 25. 13

OPDRCHT 4 Maak de tekst compleet door de juiste voegwoorden in te vullen. ls er meerdere juiste mogelijkheden zijn, moet u er slechts één aangeven. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. (0) ls je een typisch stadsmens bent, kun je je nauwelijks voorstellen (32) het er op een boerenbedrijf aan toegaat. In onze Westerse samenleving hebben namelijk de meeste stedelingen een acht-urige werkdag. Zij kunnen de boer soms moeilijk begrijpen, (33) het veel meer inspanningen kost al zijn verschillende en talrijke taken te verrichten. (34) iemand lui van aard is, is hij niet geschikt (35) boer te worden. Maar (36) iemand van het buitenleven houdt en hard wil werken, is het veel aangenamer voor hem (37) op het land te werken dan in een fabriek of op een kantoor. (38) de landbouwtechniek zich steeds meer ontwikkelt, worden er steeds hogere eisen aan de boeren gesteld. Dat komt (39) er wetenschappelijk onderzoek is en wordt gedaan naar de productiewijze. Ook bestaat er veel meer behoefte aan onderwijs op agrarisch gebied, (40) er overal landbouwscholen ontstaan. 32 33 34 35 36 37 38 39 40 Max. Elért 9 írásbeli vizsga, II. vizsgarész 8 / 12 2006. május 25.

írásbeli vizsga, II. vizsgarész 9 / 12 2006. május 25.

írásbeli vizsga, II. vizsgarész 10 / 12 2006. május 25.

írásbeli vizsga, II. vizsgarész 11 / 12 2006. május 25.

II. Nyelvhelyesség maximális pontszám 1. feladat 9 2. feladat 9 3. feladat 13 4. feladat 9 ÖSSZESEN 40 VIZSGPONTOK 30 elért pontszám javító tanár I. Olvasott szöveg értése II. Nyelvhelyesség pontszáma programba beírt pontszám javító tanár jegyző Megjegyzések: 1. Ha a vizsgázó a III. írásbeli vizsgarész megoldását elkezdte, akkor ez a táblázat és az aláírási rész üresen marad! 2. Ha a vizsga a II. vizsgarész teljesítése közben megszakad, illetve nem folytatódik a III. vizsgarésszel, akkor ez a táblázat és az aláírási rész kitöltendő! írásbeli vizsga, II. vizsgarész 12 / 12 2006. május 25.

ÉRETTSÉGI VIZSG 2006. május 25. HOLLND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSELI VIZSG 2006. május 25. 8:00 III. Hallott szöveg értése Időtartam: 30 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati OKTTÁSI MINISZTÉRIUM Holland nyelv emelt szint írásbeli vizsga III. Hallott szöveg értése

Fontos tudnivalók feladatsor megoldásához szótár nem használható. szürke négyzetsor az értékelés számára van fenntartva. Kérjük, ne írjon a szürke négyzetsorba. írásbeli vizsga, III. vizsgarész 2 / 12 2006. május 25.

Welkom bij het luistergedeelte van het eindexamen. Het luistermateriaal en de instructies kunt u beluisteren op deze cassette. De opdrachten en bijbehorende instructies vindt u in dit tekstboekje. Er zijn drie opdrachten. Elk fragment zal twee keer worden afgespeeld. Ieder fragment begint met een muziekje. Daarna hoort u de instructies bij de opdracht (u kunt de instructies ook meelezen in het tekstboekje). Na deze instructies is er iedere keer een stilte. U kunt deze tijd gebruiken om de opdracht in het tekstboekje nog eens goed door te lezen voordat de tekst wordt afgespeeld. Na deze instructies is er iedere keer een stilte. U kunt deze tijd gebruiken om de opdracht in het tekstboekje nog eens goed door te lezen voordat de tekst wordt afgespeeld. Vervolgens wordt het fragment in zijn geheel afgespeeld. Na alweer een korte stilte, krijgt u het fragment voor de tweede keer te horen. Dit keer is het fragment echter opgedeeld in korte stukjes. Na ieder stukje krijgt u de tijd om uw antwoorden op te schrijven. an het eind van de opdracht krijgt u ook nog de tijd om al uw antwoorden na te kijken. De volledige test duurt ongeveer dertig minuten. Succes! írásbeli vizsga, III. vizsgarész 3 / 12 2006. május 25.

OPDRCHT 1 In dit fragment gaat u luisteren naar een interview met Ilja Gort, de meest succesvolle componist van reclamemuziek in Nederland. Het is uw taak om de letter of letters van de juiste antwoorden te omcirkelen. Deze letters vindt u rechts in de blokjes. Let op: in deze opdracht is het mogelijk dat beide antwoorden juist zijn! En in ieder geval is er één juist antwoord. Dit betekent dat u één of twee letters moet omcirkelen. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. U hebt eerst de tijd om de opdracht door te lezen. Daarna krijgt u het gehele fragment in één keer te horen. Na een korte pauze krijgt u vervolgens de tekst nogmaals te horen. Dit keer is het fragment echter opgedeeld in kleinere stukjes tekst om u de tijd te geven uw antwoorden op te schrijven. an het eind krijgt u ook nog de tijd om al uw antwoorden na te kijken. 0 Dit is een interview met Ilja Gort. een componist. 1 Ilja Gort is componist van reclamemuziek. klassieke muziek. 2 Ilja Gort maakt 3 Muziek is muziek voor televisiecommercials. filmmuziek. anders dan andere kunstvormen. bedoeld om gevoelens in de luisteraar op te wekken. 4 Ilja Gort heeft reclamemuziek gemaakt voor Heineken en Nescafé. Panasonic en Toyota. 5 Koeien geven meer melk als er in de stallen Wagner gedraaid wordt. Mozart gedraaid wordt. 6 Mensen kopen meer wijn afkomstig uit een ander land als er in de winkel muziek van dat land gedraaid wordt. achtergrondmuziek gedraaid wordt. 7 In een supermarkt worden meer artikelen verkocht als er muziek wordt gedraaid. als er geen muziek wordt gedraaid. 8 Het effect van reclamemuziek op de kijker/luisteraar is dat hij/zij het gegeven product wil kopen. dat de muziek een bepaald gevoel aan het product geeft. írásbeli vizsga, III. vizsgarész 4 / 12 2006. május 25.

9 Met muziek nummer één wordt het gevoel van geassocieerd. verlangen harmonie 10 Met muziek nummer twee wordt het gevoel van geassocieerd. gevaar ontvluchtingsverlangen 11 Ilja Gort vindt componeren leuk omdat hij door zijn muziek de stemming van de luisteraar kan beïnvloeden. de stemming van een commercial kan bepalen. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Max. Elért 11 írásbeli vizsga, III. vizsgarész 5 / 12 2006. május 25.

OPDRCHT 2 In dit fragment gaat u luisteren naar een brief van Emma aan haar vriendin over haar vakantie. Het is uw taak om het onderstaande schema in te vullen. (Waarmee hadden Emma en haar man problemen en wat was het probleem?) eschrijf het probleem in een korte zin. Vraag 01 en 02 zijn als voorbeelden gegeven. Het extra woord in het schema (vliegtuig) is als hulp gegeven. U hebt eerst de tijd om de opdracht door te lezen. Daarna krijgt u het gehele fragment in één keer te horen. Na een korte pauze krijgt u vervolgens de tekst nogmaals te horen. Dit keer is het fragment echter opgedeeld in kleinere stukjes tekst om u de tijd te geven uw antwoorden op te schrijven. an het eind krijgt u ook nog de tijd om al uw antwoorden na te kijken. probleem met: beschrijving van het probleem: (01) de auto. (02) Hij wilde niet starten.. het vliegtuig (12) (13) (14) (15) (16) (17) (18) 12 13 14 15 16 17 18 Max. Elért 7 írásbeli vizsga, III. vizsgarész 6 / 12 2006. május 25.

OPDRCHT 3 Dit fragment gaat over lange Nederlanders. Het is uw taak om het juiste antwoord te kiezen en de corresponderende letter in het rechter vakje in te vullen. ij elke vraag is er slechts één antwoord juist. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. U hebt eerst de tijd om de opdracht door te lezen. Daarna krijgt u het gehele fragment in één keer te horen. Na een korte pauze krijgt u vervolgens de tekst nogmaals te horen. Dit keer is het fragment echter opgedeeld in kleinere stukjes tekst om u de tijd te geven uw antwoorden op te schrijven. an het eind krijgt u ook nog de tijd om al uw antwoorden na te kijken. 0 Tegenwoordig telt Nederland 400 000 mannen boven de 190 centimeter. 450 000 mannen boven de 190 centimeter. C 400 000 mannen boven de 195 centimeter. D 450 000 mannen boven de 195 centimeter. 19 Tegenwoordig telt Nederland 300 000 vrouwen boven de 180 centimeter. 350 000 vrouwen boven de 180 centimeter. C 300 000 vrouwen boven de 185 centimeter. D 350 000 vrouwen boven de 185 centimeter. 20 Lange mensen kunnen moeilijker kleren krijgen. mondaine smaakvolle C elegante D stijlvolle 21 Één van de volgende dingen betekent geen gevaar voor het hoofd van lange mensen: zonnenschermen boven winkelruiten zonneschijn C treindeuren D plafonnières 22 Één van de volgende dingen veroorzaakt geen probleem voor lange mensen: caféstoeltjes lage wc s C benen D bioscoopbezoek 23 De groei begon in het begin van de 18de eeuw. in het midden van de 19de eeuw. C aan het eind van de 20ste eeuw. D na de tweede wereldoorlog. 24 In 2001 was een 19-jarige jongen gemiddeld 175 centimeter 178 centimeter C 180 centimeter D 184 centimeter írásbeli vizsga, III. vizsgarész 7 / 12 2006. május 25.

25 In 1955 was een 19-jarig meisje gemiddeld 163 centimeter 166 centimeter C 169 centimeter D 171 centimeter 26 Één van de volgende dingen is geen oorzaak van de groei: maatschappelijk welzijn betere voeding C lange pubers D betere gezondheidszorg 27 Één van de volgende dingen staat niet in de tekst: Niemand weet wanneer we de grens van de groei bereiken. De wetenschappers dachten dat de grens van de groei nu al bereikt zou zijn. C Ook de wetenschappers werden door de laatste lengtecijfers verrast. D We kunnen langer worden dan de hoogte van het plafond. 19 20 21 22 23 24 25 26 27 Max. Elért írásbeli vizsga, III. vizsgarész 8 / 12 2006. május 25. 9

írásbeli vizsga, III. vizsgarész 9 / 12 2006. május 25.

írásbeli vizsga, III. vizsgarész 10 / 12 2006. május 25.

írásbeli vizsga, III. vizsgarész 11 / 12 2006. május 25.

III. Hallott szöveg értése maximális pontszám 1. feladat 11 2. feladat 7 3. feladat 9 ÖSSZESEN 27 VIZSGPONTOK 30 elért pontszám javító tanár I. Olvasott szöveg értése II. Nyelvhelyesség III. Hallott szöveg értése pontszáma programba beírt pontszám javító tanár jegyző Megjegyzések: 1. Ha a vizsgázó a IV. írásbeli vizsgarész megoldását elkezdte, akkor ez a táblázat és az aláírási rész üresen marad! 2. Ha a vizsga a III. vizsgarész teljesítése közben megszakad, illetve nem folytatódik a IV. vizsgarésszel, akkor ez a táblázat és az aláírási rész kitöltendő! írásbeli vizsga, III. vizsgarész 12 / 12 2006. május 25.

ÉRETTSÉGI VIZSG 2006. május 25. HOLLND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSELI VIZSG 2006. május 25. 8:00 IV. Íráskészség Időtartam: 90 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati OKTTÁSI MINISZTÉRIUM Holland nyelv emelt szint írásbeli vizsga IV. Íráskészség

Fontos tudnivalók feladatsor megoldásához nyomtatott szótár használható. szürke oszlopok az értékelés számára vannak fenntartva. Kérjük, ne írjon a szürke oszlopokba. írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 2 / 12 2006. május 25.

OPDRCHT 1 U hebt een bezoek gebracht aan russel. U gaat met het vliegtuig terug naar Hongarije. ij aankomst geeft men u op de bagage-afdeling een koffer die niet van u is. Uw eigen koffer is er niet. U schrijft een brief van 100-150 woorden naar russel, naar de Dienst Gevonden Voorwerpen van de maatschappij waarmee u gevlogen hebt. In uw brief 1. geeft u precieze informatie over uw terugreis; 2. vertelt u wanneer u merkte dat uw koffer kwijt was en welke initiatieven u toen hebt genomen; 3. beschrijft u uw eigen koffer en de koffer die niet van u is; 4. spreekt u over de vervelende gevolgen die u ondervindt vanwege het feit dat u uw koffer kwijt bent; 5. zegt u wat de Dienst Gevonden Voorwerpen moet doen als men daar uw koffer vindt en vraagt u wat u moet doen met de koffer die niet van u is. írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 3 / 12 2006. május 25.

z 1. feladat értékelése Max. Elért feladat teljesítése, a megadott szempontok követése Érthetőség, nyelvi megformálás Íráskép Összesen 4 pont 5 pont 1 pont 10 pont írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 4 / 12 2006. május 25.

OPDRCHT 2 Werkt u één van de twee volgende opdrachten uit: Hieronder staat een kort nieuwsbericht uit een Nederlanse tijdschrift: Op de fiets naar school gaan is gezond en goedkoop. Maar soms is het ook gevaarlijk. Dat blijkt uit cijfers van de organisatie Veilig Verkeer Nederland. Volgens deze organisatie vinden ieder jaar ongeveer honderd fietsende kinderen tussen vijf en dertien jaar op weg naar school de dood. En van dezelfde leeftijds-categorie moeten er door ongelukken met de fiets ieder jaar rond de duizend kinderen enige tijd in een ziekenhuis verblijven. Hoeveel kinderen om dezelfde reden ieder jaar een dokter bezoeken, weet niemand precies, maar het zijn er in ieder geval vele duizenden. Schrijf een lezersbrief van 200-250 woorden aan het tijdschrift waarin u uw mening over het fietsen uitlegt. In uw lezersbrief schrijft u over de volgende punten: 1. u stelt zich voor (leeftijd, woonplaats stedeling/dorpeling uw fietsgebruik); 2. u vertelt waarom u deze lezersbrief schrijft; 3. u weegt de voordelen en nadelen van het fietsen tegen elkaar af: (lichaamsoefening verontreinigde lucht, milieuvriendelijk oncomfortabel, snel gevaarlijk, kostenbesparend problemen met de opslag thuis en met het parkeren ); 4. u sluit uw artikel af met een vraag of een korte samenvatting. írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 5 / 12 2006. május 25.

írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 6 / 12 2006. május 25.

Hieronder staat een discussie-stelling uit uw schoolkrant: Mensen willen zich altijd versieren, zo lijkt het soms. De nieuwste trend is de piercing: het aanbrengen van ringetjes en knopjes in bijvoorbeeld neus, wenkbrauw, lip, tong of navel. Sommigen hebben zelfs hier niet genoeg aan. Wat denk jij? U schrijft voor de schoolkrant een artikel van 200-250 woorden over uw mening met betrekking tot piercings. In uw artikel schrijft u over de volgende punten: 1. u legt uit wat u van piercings vindt door één voorbeeld te bespreken; 2. u legt uit waarom u wel of niet een piercing hebt of zou willen hebben; 3. u vertelt hoe uw ouders over piercings denken en wat u van hun reactie vindt; 4. u vertelt hoe u zou reageren als een van de docenten met een piercing naar school zou komen; 5. u sluit uw artikel af met een vraag of een korte samenvatting. írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 7 / 12 2006. május 25.

2. feladat értékelése Max. Elért feladat teljesítése, a megadott szempontok követése Szövegalkotás Szókincs, kifejezésmód Nyelvhelyesség, helyesírás Íráskép Összesen 4 pont 5 pont 5 pont 5 pont 1 pont 20 pont írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 8 / 12 2006. május 25.

írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 9 / 12 2006. május 25.

írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 10 / 12 2006. május 25.

írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 11 / 12 2006. május 25.

IV. Íráskészség maximális pontszám 1. feladat 10 2. feladat 20 ÖSSZESEN 30 elért pontszám javító tanár I. Olvasott szöveg értése II. Nyelvhelyesség III. Hallott szöveg értése IV. Íráskészség pontszáma programba beírt pontszám javító tanár jegyző írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 12 / 12 2006. május 25.