Vertaling Duits Sprechhilfen

Transcriptie

1 Vertaling Duits Sprechhilfen Vertaling door een scholier 2328 woorden 21 februari keer beoordeeld Vak Duits Sprechhilfen Kapitel I Seite 18: groeten Goede dag! Goede morgen! wensen opvragen / vragen, wat men wenst Wat wenst U? Wat kan ik voor u doen? wensen uiten Ik zou graag (willen)...(willen) Ik zou graag informatie willen hebben over... Kunt u mij zeggen, of er... is / zijn? Ja, eh... is er / zijn er nog...? informatie geven Er is / er zijn bijvoorbeeld.... Ik zou u het volgende kunnen voorstellen. Ik stel voor... In deze folder staat.... Wij hebben nog een last-minute vlucht naar.... het ergens (niet) mee eens zijn Dat is / zou zijn prima / te gek / te gek / heftig / goed. Daar ben ik / zou ik het (niet) mee eens zijn een reis boeken Ik zou graag... boeken Zal ik voor u boeken? Boekt u voor mijn de / een reis naar.... afscheid nemen Hartelijk bedankt, graag gedaan! Tot ziens Seite 22: Vragen naar kenmerken van een voorwerp - Is het voorwerp groot / klein? - Is het (voorwerp) alleen maar buiten of ook binnen? - Is het (voorwerp) duur / goedkoop? - Kan men het (voorwerp) eten / drinken? - Heeft het voorwerp alleen maar met vakantie te maken? Seite 24: vragen Mag ik iets vragen? Wat betekent...? Pagina 1 van 9

2 Wat bedoel je met...? Hoe weet je dat? Hoe is...? mening vragen Wat / hoe is jouw mening over...? Hoe denk jij over...? Zeg eens jouw mening over...! Wat vind jij van...? mening uiten Daar ben ik het (niet) mee eens. Die mening heb ik ook / ik ben ook die mening toegedaan. Ik ben dezelfde / een andere mening toegedaan. Dat is (niet) waar. Ja, zeker! - Zeker niet! - Ja, juist! Ik denk / geloof van wel! - Dat denk / geloof ik niet. Seite 27: Mogelijke thema's, waarover vragen gesteld zouden kunnen worden: - Land / plaats - Tijd / duur / jaargetijde - Weer / klimaat - Transportmiddelen - Onderkomen (wonen) - Kleding - Bezienswaardigheden - Activiteiten - etc. Seite 30: voorstellen doen Ik stel voor, dat.... Ik heb een goed idee. Ik ben van mening, dat.... Ik heb een ander voorstel:... Goed dan, dan doen we het volgende:... motiveren Ik zou dat graag willen, omdat... Ik ben het er (niet) mee eens, omdat... Ik zou niet (altijd) willen doen, wat jij wilt. Ja, je hebt gelijk, maar... Sprechhilfen Kapitel 2 Seite 38: mening zeggen Ik vind een leraar goed, als... Ik vind het belangrijk, als... Een leraar moet... naar mening vragen Wat is volgens jou een goede / slechte leraar? Heb je ook gedacht aan...? Pagina 2 van 9

3 argumenten noemen De belangrijkste eigenschap van een leraar moet... zijn. voorbeelden noemen Kun je een voorbeeld noemen? Welke leraar / lerares vind je goed / slecht? Kun je dat verklaren? het ergens (niet) mee eens zijn Daar ben ik het (niet) mee eens. Seite 43: algemeen Mij bevalt... beter, omdat... Vroeger was / tegenwoordig is... wel beter, omdat......, dat is / was wel in orde.... heeft / had wel zijn voordelen, want beschouw ik als een nadeel (vind ik een nadeel)...., dat is tegenwoordig toch onmogelijk! Het zou me liever zijn, als ( wanneer )... Als men dat met vroeger / tegenwoordig vergelijkt, dan... Wat bedoel je daarmee? Kun je dat eens verklaren? instemming uitdrukken Vanzelfsprekend, dat is duidelijk. Dat vind ik helemaal niet erg. Ja. Jazeker. Dan zou ik het daar wel mee eens zijn. Dat zie ik wel (immers) in. Juist, daarom bedoel ik ook,... Daar ben ik het mee eens. Je hebt wel gelijk, want... Seite 44: tegenspreken Ik vind... niet zo goed, omdat... Dat vind ik fout (verkeerd), omdat... Dat zie ik helemaal niet zo. Beslist niet, en wel, omdat... Dat vind ik onzin. Dat begrijp ik dus niet. Dat geloof ik niet. Seite 48: algemeen Ik houd (niet) van... Ik trek graag... aan.... is mijn lievelingskleur. Ik verf mijn haar..., omdat... Ik draag het liefst... vragen Waarom trek je... aan? Is dat niet te koud / warm? Houd jij van...? Kun jij me zeggen, waarom...? Pagina 3 van 9

4 Sprechhilfen Kapitel 3 Seite 57: iets beschrijven De kamer is ongeveer... m2 (groot). Het is (niet) mijn eigen kamer. Ik deel mijn kamer met.... In de kamer bevinden zich.... In de kamer leer ik, luister ik naar muziek.... De kamer is gezellig, omdat.... De kamer heeft iets persoonlijks, omdat.... Seite 59: Mening zeggen / gevoelens uitdrukken Ik vind... (niet) mooi. Mij bevalt... (niet). Iets beschrijven In de kamer bevinden zich.... Naar mening / gevoel vragen Welke kamer bevalt jou? Naar argumenten vragen Waarom bevalt jou deze kamer? Argumenten geven De kamer bevalt mij (niet), omdat: - de inrichting gezellig, duur, chique is. - ik me daar op mijn gemak kan voelen. - hij ouderwets is (let op: es «das Zimmer) - de meubels niet mooi zijn. - hij te modern, te koud, te zakelijk is. Seite 62: Iets beschrijven In de lucht... Op straat... Op de benedenverdieping... Op de eerste, tweede, derde, vierde verdieping... Het huis heeft twee, drie verdiepingen. In het (tweede) huis links / rechts.... Seite 67: - Over welke persoon heb je gelezen? - Waar woont zij? (in het dorp / in de stad) - In wat voor een huis woont zij? - De omgeving is In de omgeving is er bos / zijn er winkels (zaken) / meren / Er zijn (geen) mogelijkheden om te bevalt haar / hem, omdat Kan men / kun je in de omgeving...? Sprechhilfen Kapitel 4 Seite 80: - Kent u al...? / Heeft u... wel eens uitgeprobeerd? - Dit product kent veel voordelen, namelijk Als u nu abonnee wordt, dan Pagina 4 van 9

5 - U betaalt nu niet..., maar slechts Het product is beter dan de gebruikelijke (producten), want Zou u het eens willen (uit)proberen? / Probeert u het toch eens. - Het product is milieuvriendelijk. - Ik stuur u graag verdere informatie. Seite 86: - Vanzelfsprekend - Juist, daarom vind ik ook, dat... - Dat is heel duidelijk. - Ik vind... niet zo goed. - Dat vind ik helemaal niet erg. - Dat vind ik fout. - Jawel, jawel. - Dat zie ik helemaal niet zo. - Dan ben ik het er wel mee eens. - Beslist niet, en wel omdat Dat zie ik wel in. - Dat vind ik onzin. - Dat begrijp ik dus niet. Seite 89: - Wat vind jij van...? - Hoe reageer jij daar zelf op? - Kun je dat verklaren? - Wat betekent dat? - Mij is dat niet duidelijk, omschrijf dat eens. Seite 90: - Wat heb je opgeschreven? - Hoe schrijf je dat? - Denk je dat echt? - Hoe zeg je dat? - Bij ons in de groep Allemaal zijn ze (iedereen is)..., alleen De volgende We denken bijna allemaal, dat... - Als... zien/ziet, dan... - Onze conclusie is,... Seite 94: - Mag ik u / jou iets vragen? - Wat is uw / jouw mening over...? - Hoe denkt u / denk jij over...? - Wat valt er op,...? - Noemt u / noem eens voorbeelden. - Ik dank u / jou voor het gesprek. Sprechhilfen Kapitel 5 Seite 99: - Ik zit op dit ogenblik / op dit moment / momenteel op de HAVO / het VWO. - Na het eindexamen zou ik graag willen... - Ik zou graag rechten willen studeren. Pagina 5 van 9

6 - Het beroep is interessant, omdat... - Ik vind dit beroep interessant, omdat... - Ik zou graag... willen worden, omdat... - Wat is jouw lievelingsberoep? - Wat zou jij later willen worden? - Waarom bevalt dit beroep jou? - Kun je mij verklaren, waarom juist dit beroep jou bevalt? - Wat zijn de voordelen van dit beroep? - Heb je een alternatief? - Gesteld het geval, dat je niet wordt toegelaten, wat zou je dan (graag) willen studeren? - Welk beroep staat er op de tweede plaats? Seite 105: - Mijn mening over dit thema is, dat... - Ik ben van mening, dat... - Er is / zijn geen... - Dit beroep is een vrouwenberoep / mannenberoep, omdat... - Ik ben het daar niet mee eens, want... - Dat vind ik ook, want... - Het werk is lichamelijk veel te zwaar. - De omgeving reageert positief / negatief, omdat... - Mannen zijn voor zo'n beroep niet geschikt, omdat... - Ik heb je niet goed verstaan / begrepen, kun je het even herhalen? - Wat is jouw mening over... - Vind jij... een typisch mannenberoep / vrouwenberoep? - Kun je dat verklaren? - Kun je voorbeelden geven? Seite 106: - Ik zou u willen vragen, of... - Welke opleiding heeft u (gehad)? - Heeft u papieren (diploma's) / ervaring? - Ik werk graag... - Het werk is lichamelijk (niet) zwaar. - U heeft een grote verantwoordelijkheid. - U werkt alleen met mannen. Seite 110: - Werk je in een kantoor? - Werk je buiten? - Is jouw werk lichamelijk zwaar? - Werk je alleen? - Werk je met mensen? - Moet je in het weekend werken? Seite 116: Pagina 6 van 9

7 - Mag ik u iets vragen? - Kunt u mij iets zeggen over het beroep van...? - 'n Ogenblikje,... - Ik heb voor u de volgende inlichtingen. - Ik kan u een folder geven. - Dat weet ik helaas niet. - Weet u, hoeveel, hoe lang, wat etc.? Sprechhilfen Kapitel 6 Seite 124: - algemeen: het gereedschap / installatie / inrichting / het apparaat - gewicht: wegen / gram / pond / kilo / centenaar (= 50 kilo) - vorm: Het ziet er uit als... / vierkant / cirkel / blikje / portefeuille / portemonnee - kleur: lila / oranje grootte (omvang / formaat): hoog / breed / diep / centimeter / meter Seite 128: - algemeen: Wat vind jij ervan? Kun je dat verklaren? - instemming: Vanzelfsprekend Dat is heel duidelijk. Dat vind ik helemaal niet erg. Jawel, jawel. Dan zou ik het daar wel mee eens zijn. Dat zie ik wel (immers) in. Juist, daarom bedoel ik ook,... Ik ben ook die mening toegedaan. - tegenspraak: Ik vind... niet zo goed. Dat vind ik fout. Beslist niet, en wel, omdat,,, Dat begrijp ik dus niet. - Wat is het niet? - Is het spannend / rijk aan kennis / avontuurlijk? - Welke spelletjes doe je het liefst? - Verklaar eens,... - Wat betekent voor jou...? - Het liefst... Seite 135: tegenspreken Ik vind... niet zo goed. Dat vind ik fout (verkeerd). Dat zie ik helemaal niet zo. Beslist niet, en wel, omdat... Dat vind ik onzin. Pagina 7 van 9

8 Dat begrijp ik dus niet. Dat geloof ik niet. instemming uitdrukken Vanzelfsprekend, dat is duidelijk. Dat is heel duidelijk. Dat vind ik helemaal niet erg. Ja. Jazeker. Dan zou ik het daar wel mee eens zijn. Dat zie ik wel (immers) in. Juist, daarom bedoel ik ook,... Sprechhilfen Kapitel 7 Seite 143: Voor de spreker: Allereerst breng ik verslag uit over... Daarna ga ik op de volgende punten in. Daarnaast is het volgende belangrijk. Tenslotte kun je zeggen, dat... Samenvattend zou ik willen stellen... Voor de toehoorder: Heb ik (je) goed begrepen, dat... Hoe heb je dat bedoeld? Kun je dat nog een keer zeggen? Wat wil ja daarmee zeggen? Wat is het belangrijkste in je spreekbeurt? Is dat in ons land anders / precies hetzelfde? Vergelijk de situatie / inlichtingen met... Seite 150: Oostenrijk / Zwitserland vind ik bijzonder interessant, omdat... Aan het einde van mijn spreekbeurt / voordracht heeft men een overzicht over... In vergelijking met Nederland is Zwitserland / is Oostenrijk... Bij mijn spreekbeurt zal ik... (een boek, plaatjes\foto's, dia's, video etc.) gebruiken. Wat vooral opvalt, is, dat... Sprechhilfen Kapitel 9 Seite 182: - Ik bemoei me er liever niet mee. - Ik ben gewoon te laf. - Ik zou... - Als iedereen het doet, dan doe ik ook mee. - Ik durf gewoon niet, er iets tegen te doen. - Ik ben gewoon bang. - Kun je dat even verklaren? - Hoe bedoel je dat? - Maar, stel je eens voor, dat... - Kun je voorbeelden geven? Sprechhilfen Kapitel 10 Pagina 8 van 9

9 Seite 195: - Zulke tests tonen het ware karakter van een mens. - Deze tests helpen mensen, een beeld van zich zelf te (ver)krijgen. - Ik denk, dat er echt iets waars in zit. - Zulke tests zij onzin. - Ik kan over zulke tests alleen maar lachen. - Voor de lol maak ik zulke tests, als ik ze in een tijdschrift vind. Pagina 9 van 9