De kwaliteit van maatschappelijk ondernemen verbeteren met het KWH-Maatschappijlabel KWH oktober 2006 Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van KWH worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm of anderszins.
Inhoudsopgave Maatschappelijk ondernemen pagina 3 De kwaliteitseisen van het KWH-Maatschappijlabel pagina 7 1. Een open beleidsproces pagina 8 2. Vertrouwengevend beleid pagina 9 3. Gewaardeerde prestaties pagina 10 4. Goede reputatie pagina 11 pagina 2 van 11
Maatschappelijk ondernemen De verantwoording van corporaties over hun maatschappelijke investeringen in de samenleving is een belangrijk onderwerp. Corporaties hebben in toenemende mate te maken met kritiek vanuit de overheid en de maatschappij als het gaat om het aanwenden van vermogen voor het oplossen van (maatschappelijke) vraagstukken. Voorheen was de corporatie de huisvester van de traditionele sociale doelgroep. De moderne corporatie heeft een maatschappelijke taak bij het oplossen van vraagstukken op het gebied van huisvesting voor ouderen, specifieke groepen jongeren en allochtonen, het verlenen van zorg en het investeren in woon- en leefomgeving. Corporaties worden door de overheid en de maatschappij ter verantwoording geroepen. De sector staat voor de uitdaging het vertrouwen te wekken dat zij een prominente rol vervult bij het aanpakken van deze opgaven. Corporaties moeten laten zien dat zij actief maatschappelijk ondernemen, aanspreekbaar zijn voor (lokale) maatschappelijke partners (belanghouders) en in staat zijn te leren en zich continu te verbeteren. KWH wil corporaties inspireren en faciliteren bij de opgave die zij hebben. Hiertoe heeft KWH in samenwerking met RIGO en Gerrichhauzen en Partners het KWH-Maatschappijlabel ontwikkeld. Dit is een instrument waarmee corporaties hun kwaliteit van maatschappelijk ondernemen kunnen meten en daarmee prestaties transparant kunnen maken. Het meetinstrument Het meten van de kwaliteit van maatschappelijk ondernemen en het meten van maatschappelijke prestaties is niet eenvoudig. Er is geen eensluidende definitie van deze begrippen en wat maatschappelijk gewenst is, wordt vooral lokaal bepaald door verschillende belanghouders. Een harde standaard voor maatschappelijk ondernemen is dan ook niet mogelijk. Wel kan maatschappelijk ondernemerschap worden benaderd als een maatschappelijk beleidsproces dat in samenspraak met de belanghouders wordt vormgegeven. Kwaliteit van maatschappelijk ondernemen hangt af van de mate waarin de door corporaties voorgenomen en gerealiseerde maatschappelijke prestaties door de maatschappij worden gewaardeerd. In het KWH-Maatschappijlabel zijn de algemene principes van maatschappelijk ondernemen meetbaar gemaakt door deze systematisch uit te werken in een normenstelsel. Bij het opstellen van de normen zijn de (lokale) belanghouders van corporaties als vertrekpunt genomen. Op die manier kan worden gemeten hoe het staat met de kwaliteit van het maatschappelijk ondernemen van de corporatie, of keuzes en handelen van de corporatie aansluiten bij de verwachting van de omgeving en of zij de prestaties levert die maatschappelijk gewenst zijn. Het KWH-Maatschappijlabel is primair een instrument waarmee corporaties kunnen leren en zich kunnen verbeteren en secundair een (lokaal) verantwoordingsinstrument. Door periodieke metingen beoordeelt KWH of de kwaliteit van maatschappelijk ondernemen voldoet aan het normenstelsel. Dit vindt bij iedere corporatie op dezelfde manier plaats zodat de meetresultaten per corporatie onderling vergelijkbaar zijn. De resultaten van de metingen worden opgenomen in een prestatie-index. Deze prestatie-index bestaat uit een rangschikking van resultaten, zodat corporaties hun maatschappelijke prestaties met die van andere corporaties kunnen vergelijken en daardoor van elkaar kunnen leren. Het normenstelsel Het meetinstrument is gebaseerd op gangbare normen en waarden zoals beïnvloedbaar, integer, open houding, aanspreekbaar, nakomen van afspraken, tevreden over prestaties. Het normenstelsel bestaat uit leveringsvoorwaarden (verwachtingen die belanghouders hebben), meetbare normen (dat wat de corporatie levert) en meetpunten (dat wat wordt gemeten) die zijn opgenomen in vier labelonderdelen: pagina 3 van 11
1. Een open beleidsproces 2. Vertrouwengevend beleid 3. Gewaardeerde prestaties 4. Goede reputatie Het labelonderdeel een open beleidsproces richt zich op de werkwijze van de corporatie, zowel in het beleidsproces als in het primaire proces. Aan dit labelonderdeel ligt de veronderstelling ten grondslag dat een maatschappelijk ondernemer anders handelt dan een reguliere ondernemer en dat die handelswijze ook zichtbaar kan worden gemaakt. Vertrouwengevend beleid gaat over de inhoud van de keuzen en de waardering daarvoor bij belanghouders. De hoofdvraag luidt: Heeft de corporatie een ondernemingsbeleid dat een antwoord geeft op maatschappelijke vraagstukken en vertrouwen geeft in een constructieve bijdrage aan het oplossen van die vraagstukken? Hieraan ligt de veronderstelling ten grondslag dat een maatschappelijk ondernemer een (onderbouwde, scherpe en gedragen) visie heeft op wat haar bijdragen moeten zijn aan het oppakken van maatschappelijke vraagstukken. Daarbij staat niet het financiële, maar het maatschappelijke rendement voorop. Het labelonderdeel gewaardeerde prestaties gaat over de bijdrage die de corporatie levert aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. De hoofdvraag luidt: In welke mate levert de corporatie prestaties die daadwerkelijk een antwoord zijn op de maatschappelijke vraagstukken? Het labelonderdeel goede reputatie beschrijft het beeld dat belanghouders van de corporatie hebben. Met behulp van zogenaamde reputatiepunten zoals betrouwbaar, betrokken, inspirerend, open en transparant, geven belanghouders hun mening over de corporatie in relatie tot maatschappelijk ondernemen. Samen vormen de labelonderdelen de basis voor een goede maatschappelijke ondernemer. De relatie tussen de verschillende labelonderdelen is in het figuur hieronder weergegeven. Bestuurders Burgers Bewoners Bedrijven (overheid, gemeente, politie, omwonenden, ondernemers, zorg- en welzijninstelling etc) Belanghebbenden Open beleids proces Is basis voor Vertrouwen gevend beleid Zorgt voor Gewaardeerde prestaties Versterkt Goede reputatie Organiseert Creërt Levert Heeft Worden betrokken bij Hebben vertrouwen in Waarderen Bepalen De corporatie als maatschappelijk ondernemer pagina 4 van 11
Meetsystematiek op maat De lokale situatie is bepalend voor de manier waarop de meting wordt uitgevoerd. In het intakegesprek, dat voorafgaand aan de meting plaatsvindt, wordt een meetplan op maat gemaakt. De totale doorlooptijd van de meting bedraagt ongeveer 4 á 5 maanden. Het meetproces begint met een (gezamenlijke) bijeenkomst waarin de kwaliteitseisen worden doorgenomen en uitleg wordt gegeven over de meting. Na de intake, waar wel enige voorbereiding door de corporatie voor nodig is, wordt de meting uitgevoerd. De meting wordt afgesloten met een rapportage en een individuele presentatie van de meetresultaten. De meetmethoden die worden ingezet om de kwaliteit van maatschappelijk ondernemerschap te bepalen, zijn: > Documentanalyse bij de corporatie aan de hand van een checklist; > Uitzetten van op maat gemaakte enquête bij belanghouders; > Interview(s) met belanghouders; > Interview(s) met corporatiemedewerkers (beleidsbeslissers/-makers). Bij de documentanalyse worden de door de corporatie aangeleverde documenten beoordeeld op borging van de aspecten van het maatschappelijk ondernemen. Er wordt gekeken naar de missie en het beleid en hoe dit is doorvertaald in concrete acties. Daarnaast is voor de documentanalyse onder andere van belang welke afspraken er gemaakt zijn met belanghouders, hoe zij worden betrokken bij beleidsvorming en uitvoering en hoe de corporatie intern stuurt op maatschappelijke oriëntatie. De (lokale) belanghouders van de corporatie ontvangen een enquête. Op bepaalde onderdelen wordt de enquête toegesneden op de lokale situatie. Zo worden onder andere de te toetsen doelstellingen op maat gemaakt. Bij het bevragen van de belanghouders gaat het om het vergaren van informatie over de manier waarop de corporatie invulling geeft aan het maatschappelijk ondernemen én over de waarde die de omgeving aan het handelen en presteren van de corporatie toekent. Het eindoordeel over de waardering van hoe een corporatie denkt en wat een corporatie doet, ligt namelijk bij de belanghouders. Naast het verzoek om een enquête in te vullen, wordt een aantal belanghouders ook geïnterviewd. Het interview heeft vooral een toetsend en verdiepend karakter. Het accent kan per gesprek verschillen, afhankelijk van de antwoorden die de betreffende belanghouder in de enquête heeft aangegeven. Ter afsluiting van de meting vindt er een interview met corporatiemedewerkers (beleidmakers en -uitvoerders) plaats. Doel van dit gesprek is om de informatie die verkregen is uit de documentanalyse en de gesprekken met belanghouders te verbreden en te verdiepen. KWH-Maatschappijlabel Na de meting ontvangt de corporatie een rapport met de resultaten. KWH bespreekt het resultaat met de corporatie en daarna worden de resultaten voorgelegd aan de Commissie Kwaliteitsverklaringen (CKV). Deze onafhankelijke commissie is bevoegd het KWH-Maatschappijlabel toe te kennen, te verlengen, te onthouden of in te trekken. Het label heeft een geldigheidsduur van drie jaar en wordt toegekend als de corporatie op minimaal twee labelonderdelen het cijfer 7 of hoger behaalt en op geen van de labelonderdelen een cijfer lager dan een 6,0. Het KWH-Maatschappijlabel behalen is geen doel op zich. Het is een manier om een ander doel te bereiken: de meetresultaten bieden corporaties concrete aanknopingspunten, primair om te leren en te verbeteren en secundair om zich (lokaal) te verantwoorden. Hiermee kan de corporatie de kwaliteit van haar maatschappelijk ondernemerschap nog beter organiseren en op een hoger niveau brengen. pagina 5 van 11
Ervaringen Acht corporaties hebben in 2006 in een pilot het meetinstrument getoetst en aangescherpt: Woningstichting Beter Wonen Vechtdal uit Hardenberg, Interstede uit Zwijndrecht, Woonstichting St. Joseph uit Boxtel, Vidomes uit Delft, Haskerland uit Joure, Wooncompagnie uit Purmerend, Woonpartners Midden-Holland uit Gouda/Waddinxveen, Woonservice Meander uit Werkendam. De ervaringen van de deelnemers zijn zeer positief. Zo gaven zij aan dat het KWH-Maatschappijlabel een goed instrument is om het maatschappelijk ondernemerschap van de corporatie te meten (50% mee eens en 50% geheel mee eens), vindt men de onderzoeksmethode geschikt (33% mee eens en 67% geheel mee eens), meet het de relevante onderwerpen (84% mee eens en 16% geheel mee eens) en geeft het resultaat een goede en herkenbare afspiegeling van de werkelijkheid (84% mee eens). De corporaties zijn ook erg te spreken over de rapportage. Deze is duidelijk en overzichtelijk en biedt voldoende concrete handvatten en aanknopingspunten (50% mee eens en 50% geheel mee eens), om het maatschappelijk beleidsproces te verbeteren. Met name de citaten en de bijgevoegde gespreksverslagen worden gezien als een verrijking. Kortom, deze auditachtige onderzoeksmethode die gebaseerd is op een helder normenstelsel, blijkt voor de corporaties zeer concrete aanknopingspunten te bieden om te leren en te verbeteren en om zich (lokaal) te verantwoorden. pagina 6 van 11
De kwaliteitseisen van het KWH-Maatschappijlabel pagina 7 van 11
1. Open beleidsproces Het labelonderdeel een open beleidsproces richt zich op de werkwijze van de corporatie, zowel in het beleidsproces als in de uitvoer (het zogenaamde primaire proces). Aan dit labelonderdeel ligt de veronderstelling ten grondslag dat een maatschappelijk ondernemer anders handelt dan een reguliere ondernemer en dat die handelswijze ook zichtbaar kan worden gemaakt. Leveringsvoorwaarden 1 De corporatie is een op de buitenwereld gerichte organisatie en kent haar belanghouders. 2 De corporatie is een toegankelijke, aanspreekbare organisatie en benadert de buitenwereld actief. 3 De corporatie betrekt belanghouders actief in het beleidsproces en geeft ruimte voor beïnvloeding van keuzen. 4 De corporatie werkt in het beleidsproces goed samen met de gemeente. 5 De maatschappelijke oriëntatie is verankerd in de hele organisatie. Normen 1 De corporatie heeft een brede oriëntatie op de maatschappelijke omgeving. 2 De corporatie heeft een gemotiveerde opvatting over wie haar belanghouders zijn. 3 De corporatie kent de belangen en doelstellingen van belanghouders. 1 De corporatie toont initiatief en heeft regelmatig overleg met belanghouders op bestuurlijk niveau. 2 De corporatie is aanspreekbaar en reageert adequaat op vragen van belanghouders. 1 De corporatie hanteert een beleidsproces waarin de betrokkenheid van belanghouders is verankerd. 2 Het oordeel van belanghouders over de participatie en mate van beïnvloeding is positief. 3 De corporatie geeft belanghouders daadwerkelijk invloed op beleid. 1 De corporatie heeft met de gemeente een werkwijze voor beleidsafstemming vastgelegd. 2 Er is een gemeenschappelijke visie op de beleidsopgaven. 3 Doelstellingen, inzet en spelregels voor samenwerking zijn vastgelegd in een prestatieovereenkomst. 1 De corporatie stuurt bewust op maatschappelijke oriëntatie binnen de gehele organisatie. 2 Belanghouders herkennen maatschappelijke oriëntatie van de medewerkers. pagina 8 van 11
2. Vertrouwengevend beleid Vertrouwengevend beleid gaat over de inhoud van de keuzen en de waardering daarvoor bij belanghouders. De hoofdvraag luidt: Heeft de corporatie een ondernemingsbeleid dat een antwoord geeft op maatschappelijke vraagstukken en vertrouwen geeft in een constructieve bijdrage aan het oplossen van die vraagstukken? Hieraan ligt de veronderstelling ten grondslag dat een maatschappelijk ondernemer een (onderbouwde, scherpe en gedragen) visie heeft op wat haar bijdragen moeten zijn aan het oppakken van maatschappelijke vraagstukken. Daarbij staat niet het financiële, maar het maatschappelijke rendement voorop. Leveringsvoorwaarden Normen 1 De corporatie heeft haar missie en maatschappelijke doelstellingen expliciet 1 De corporatie heeft haar missie en positie expliciet geformuleerd en gecommuniceerd. geformuleerd. 2 De corporatie heeft haar doelstellingen en de te bereiken maatschappelijke effecten expliciet geformuleerd. 2 De missie en doelstellingen sluiten aantoonbaar aan op maatschappelijke behoeften. 1 Missie en doelstellingen zijn onderbouwd met kennis van de lokale markt. 2 Het oordeel van belanghouders over de beleidskeuzen is positief 3 De corporatie doet wat zij zich voorneemt. 1 Doelstellingen zijn vertaald naar meetbare prestaties. 2 De corporatie kan laten zien dat ze de beoogde inzet heeft geleverd. 3 De corporatie is samenwerkingsgericht en komt daarbij haar afspraken na pagina 9 van 11
3. Gewaardeerde prestaties Het labelonderdeel gewaardeerde prestaties gaat over de bijdrage die de corporatie levert aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. De hoofdvraag luidt: In welke mate levert de corporatie prestaties die daadwerkelijk een antwoord zijn op de maatschappelijke vraagstukken? Leveringsvoorwaarden 1 De activiteiten van de corporatie dragen bij aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. 2 De corporatie heeft gemotiveerde opvattingen over een actieve en doelgerichte inzet van middelen. Normen 1 De corporatie kan laten zien dat ze de inzet levert die was voorgenomen en dat de geleverde prestaties hebben bijgedragen aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. 2 De gemeente heeft een positief oordeel over de prestaties en de effecten. 3 De andere belanghouders hebben een positief oordeel over de prestaties en de effecten. 4 Belanghouders vinden de projecten van de corporatie relevant en geslaagd. 1 De corporatie zet haar middelen actief in. 2 Het beeld bij belanghouders over de inzet van middelen is positief. pagina 10 van 11
4. Goede reputatie Het labelonderdeel goede reputatie beschrijft het beeld dat belanghouders van de corporatie hebben. Met behulp van zogenaamde reputatiepunten zoals betrouwbaar, betrokken, inspirerend, open en transparant, geven belanghouders hun mening over de corporatie in relatie tot maatschappelijk ondernemen. Leveringsvoorwaarden 1 De corporatie heeft een goede reputatie bij belanghouders op gebied van kenmerkende maatschappelijke typeringen. Normen 1 ondernemend (voortrekker, pro-actief, niet bureaucratisch) 2 maatschappijgericht (aandacht primair voor maatschappelijke doelen, goede relaties met de juiste partners, verantwoordelijk) 3 betrouwbaar (afspraken nakomen, doen wat je zegt, eerlijk, geloofwaardig) 4 deskundig (weten waar je mee bezig bent, kennen van de maatschappelijke vraagstukken) 5 open en transparant (relevante informatie is beschikbaar, beleidskeuzes en afwegingen zijn inzichtelijk) 6 kostenbewust (besteedt de middelen goed en gericht, denkt na over het kostenaspect) 7 toegankelijk (zoekt actief toenadering, goed bereikbaar en reageert op vragen en ideeën) 8 prettig in de omgang (respectvolle benadering, kan zich inleven in mijn situatie, contact met de juiste mensen) 9 inspirerend (aanstekelijke ideeën, roept enthousiasme op, helpt mij verder in mijn denken over mijn eigen maatschappelijke rol/ taak) 10 realistisch (oog voor de werkelijkheid, praktisch) 11 initiatiefrijk (speelt pro-actief in op maatschappelijke ontwikkelingen, neemt initiatief) 12 betrokken (oprechte interesse, kijkt verder dan de voordeur, geëngageerd, hart op de juiste plaats) 13 flexibel (speelt adequaat in op maatschappelijke ontwikkelingen) 14 consequent (voert consistent beleid, gaat goed om met politiek-bestuurlijke dynamiek) 15 visionair (heeft een eigen visie op de gewenste maatschappelijke ontwikkeling en werkt vanuit die visie) 16 ambitieus (straalt uit dat men veel wil presteren, zoekt de grenzen op) pagina 11 van 11