VERANTWOORDING RELEASE FZ 2016 In dit document geven wij per onderhoudspunt aan wat het knelpunt was, welke analyse en belangenafweging we hebben uitgevoerd en tot welke conclusie dit heeft geleid. De volgende punten zijn in de cyclus richting release 2016 behandeld: 1. Parallelle DBBC s 2. Heropenen van DBBC s 3. Tarieven 2016 4. Beroepentabel 5. Verkorting doorlooptijd 6. Invoering DSM-5 7. Doorontwikkeling productstructuur 8. Wet verplichte GGZ 9. Hoofdbehandelaarschap 10. Integratie regelgeving forensische zorg 11. ZZP s 1 en 2 en extramurale parameters FZ 1. Parallelle DBBC s De DBBC-systematiek biedt de mogelijkheid om DBBC s parallel te registreren als er sprake is van onderscheiden stoornissen die niet serieel kunnen worden behandeld. Partijen hebben behoefte aan verduidelijking van parallelliteit. In het bijzonder is er verduidelijking nodig welke diagnoses parallel geregistreerd mogen worden. In de regelgeving van de NZa is opgenomen dat parallelle DBBC s kunnen worden geregistreerd als er sprake is van verschillende diagnoses met een gelijkwaardig belang, waarbij de hoofdbehandelaar substantieel verschillende behandelingen in moet zetten. De primaire diagnoses die parallel mogen voorkomen, zijn gebaseerd op de primaire diagnoses op basis van de DSM-IV classificatie en op de aanwezige primaire diagnoses binnen de DBBC-systematiek. Een combinatie van primaire diagnoses op basis van de DSM-IV en de DBBC-systematiek wordt door partijen reëel en werkbaar geacht. Wij gaan in de release 2016 uit van parallelliteit op basis van een combinatie van de diagnosecode op basis van DSM-IV en de DBBC-systematiek. Wij verduidelijken dit in de huidige regelgeving door het toevoegen van een tekst in de regel en een tabel in bijlage X. Tegelijkertijd hebben we een regel toegevoegd aan de validatieregels DBBC s. Er is behoefte om fundamenteel te kijken naar de situaties waarvoor parallel registreren bedoeld is, naar het vraagstuk of één behandelaar verantwoordelijk kan zijn voor meerdere parallelle DBBC s, en naar parallelliteit tussen verschillende bekostigingen (DBBC s, ZZP s, etc.). We agenderen dit onderwerp voor de release 2017. 2. Heropenen DBBC s Beschrijving ervaren knelpunt Er zijn dit jaar veel vragen binnengekomen over het heropenen van DBBC s. Verdiepende analyse en belangenafweging De mogelijkheid om een DBBC te heropenen staat niet expliciet in de regelgeving 2015. De mogelijkheid om DBBC s te heropenen is bedoeld voor de situatie dat de DBBC te vroeg wordt afgesloten, bijvoorbeeld doordat de patiënt onverwacht terug in zorg komt. Voor wat te vroeg
is bestaat echter geen norm. Met veldpartijen is besproken dat er over 2016 ook geen norm komt, maar we wel werken aan een norm per 2017. De mogelijkheid van heropenen komt weer expliciet in de nadere regel. Er staat nog geen norm in: de keuze of een DBBC heropend wordt is aan partijen. Verzekeraar en aanbieders kunnen afspraken maken over wat redelijke termijnen zijn. 3. Tarieven 2016 Bij het opleveren van de release leveren we ook de tarieven op per 2016. Er wijzigt per 2016 niets in de DBBC-productstructuur. We herijken de tarieven normaliter eens per drie jaar. Aangezien de tarieven per 2014 zijn herijkt, worden de tarieven enkel geïndexeerd t.o.v. 2014 en 2015. We indexeren de tarieven. Overall worden de tarieven 2015 met 0,27% geïndexeerd om tot tarieven 2016 te komen, op basis van de voorlopige index 2015, de definitieve index 2015 en de voorlopige index 2016. Zie onder voor een voorbeeld. De NHC component wordt verhoogd met 2,50% op basis van de beleidsregel. De tarieven van de ZZP GGZ-C-reeks stijgen met ca. 0,26%. De tarieven van de ZZP VG-reeks en de extramurale parameters zijn geïndexeerd volgens de indexatie Wlz. 4. Beroepentabel De DBBC-systematiek maakt onderscheid tussen tijdschrijvende en niet-tijdschrijvende beroepen. De onderliggende beroepentabel wordt momenteel niet onderhouden. Er komen wel verzoeken binnen om beroepen aan deze tabel toe te voegen. Het onderhoud van de DBBC-systematiek ligt bij de NZa, maar voor het beoordelen van de verzoeken rondom het toevoegen van beroepen is een andere instantie nodig. Tot 2008 vervulde het CONO deze rol. VWS, veldpartijen en wij hebben overlegd wie deze rol over zou kunnen nemen, waarbij VWS de taak in het veld wilde leggen en veldpartijen hier een publieke rol zagen. Dit zorgde voor een patstelling.
Inmiddels is het Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGZ bereid deze rol op zich te nemen. Omdat het bestuur bestaat uit alle veldpartijen is deze instantie acceptabel. Het Netwerk zal beoordelen of een beroep wel of niet moet worden toegevoegd als tijdschrijvend beroep, of al kan tijdschrijven onder een reeds opgenomen beroep. NZa en TBO-partijen besluiten vervolgens of, als een beroep moet kunnen tijdschrijven, tijd geschreven op dit beroep direct (per 1 januari t+1) afleidt naar een DBBC of niet. De beleidsregel Toetsingskader beoordeling productstructuur DBC-systematiek breiden we per 2016 uit met de procedure voor verzoeken om opgenomen te worden in de beroepentabel. De DBBC productstructuur valt ook onder dit toetsingskader. De huidige verzoeken leiden per 2016 niet tot wijziging van de beroepentabel zelf. Deze verzoeken worden wel dit jaar beoordeeld door het Netwerk Kwaliteitsontwikkeling, gericht op de release 2017. De beleidsregel wordt nog vastgesteld en gepubliceerd, en is dus nog niet te vinden op www.nza.nl. 5. Verkorting doorlooptijd De definitieve schadelast van de forensische zorg is laat inzichtelijk. Dat komt mede door de doorlooptijd van DBBC s (maximaal 365 dagen). We hebben via een impactanalyse 1 onderzocht wat de gevolgen zijn van het verkorten van de doorlooptijd naar 90, 120 of 180 dagen. De gevolgen zijn fors. We hebben aangegeven dat het logisch is om aan te sluiten bij de doorontwikkeling van de productstructuur. Hierop heeft de minister van VWS ons gevraagd om vóór november 2015 advies uit te brengen over verkorting per 2017. Het advies zal ook in gaan op een verkorting van de doorlooptijd in de forensische zorg. Bij deze vraag werd duidelijk dat het traject zich op 2017 moet richten. Er wordt geen verkorting per 2016 beoogd. Er wijzigt daarom niets per 2016. We werken aan een advies over 2017 en verder. 6. Invoering DSM-5 De huidige productstructuur is gebaseerd op DSM-IV. DSM-IV is inmiddels opgevolgd door DSM-5. De vraag is wat dit betekent voor de productstructuur. Het Zorginstituut heeft een advies uitgebracht over zowel de verschillen tussen DSM-5 en ICD 10, als over de gevolgen van DSM-5 voor het collectief verzekerd pakket. Wij hebben een impactanalyse 2 uitgevoerd over de invloed van DSM-5 op de bekostiging en de productstructuur. De minister van VWS heeft aangegeven dat er voor 2016 geen wijzigingen plaatsvinden in de verzekerde aanspraken GGZ, ook niet met de komst van de DSM-5. Dit betekent dat er ook geen wijziging komt in de productstructuur. Geen wijziging per 2016. 7. Doorontwikkeling productstructuur 1 http://www.nza.nl/zorgonderwerpen/zorgonderwerpen/curatieve-ggz/nieuws/doorlooptijd-dbcs-in-ggz-in- 2015-niet-korter/ 2 http://www.nza.nl/95832/nza-onderzoekt-alternatief-voor-diagnosehandboek-dsm-iv-in-ggz
Veldpartijen en NZa werken aan een productstructuur die meer recht doet aan de zorgvraag van de patiënt. Tot voor kort was er nog geen formele planning van dit traject. Hierdoor ontstond de vraag of (elementen van) de doorontwikkeling leiden tot wijzigingen in de release 2016. Inmiddels zijn partijen met elkaar in gesprek over een meerjarenplanning. Deze wordt nog bestuurlijk geformaliseerd. Duidelijk is dat er geen gevolgen zijn voor de release 2016. Geen gevolgen voor de release 2016. 8. Wet verplichte GGZ De Wet Bopz wordt vervangen door de Wet Verplichte geestelijke gezondheidszorg. 3 De nieuwe wet wil gedwongen behandeling van mensen met psychische problemen minder ingrijpend maken. De vraag is wat dit betekent voor de release 2016. De verwachting is dat de wet niet per 2016 wordt aangenomen (mogelijk is zelfs 2017 onzeker). Geen gevolgen voor de release 2016. 9. Hoofdbehandelaarschap In het bestuurlijk akkoord GGZ is afgesproken dat de huidige regeling van het hoofdbehandelaarschap tijdelijk is. De Commissie Meurs heeft advies uitgebracht over welke norm structureel moet gelden voor het hoofdbehandelaarschap. De vraag is of dit tot gevolgen leidt voor de release 2016. Dit advies heeft geen gevolgen voor de release 2016. Geen gevolgen voor de release 2016: de regelgeving rondom hoofdbehandelaarschap wijzigt niet t.o.v. 2015. 10. Integratie regelgeving forensische zorg Beschrijving ervaren knelpunt De forensische zorg wordt zowel bekostigd via DBBC s als via ZZP s en extramurale parameters. Voor zowel DBBC s als voor ZZP s en extramurale parameters is er een aparte beleidsregel, nadere regel en tariefbeschikking. Hierdoor staat de regelgeving verspreid over meerdere documenten. Verdiepende analyse en belangenafweging In de GGZ staan de DBC s en de ZZP s in één beleidsregel, nadere regel en tariefbeschikking. Dit is in de FZ ook mogelijk. 3 https://www.dwangindezorg.nl/de-toekomst/wetsvoorstellen/wet-verplichte-geestelijke-gezondheidszorg
Mening partijen Partijen zijn het eens met integratie van de regelgeving. We voegen de regelgeving samen. De concepten hiervan zijn besproken in het TBO van 21 mei. 11. ZZP s 1 en 2 en extramurale parameters FZ In de forensische zorg worden ZZP-GGZ-C en ZZP-VG gehanteerd voor begeleidingszorg. Voor de ZZP 1 en 2 geldt een leeftijdsbeperking tot 23 jaar. Deze beperking komt voort uit landelijke beleid om te ambulantiseren en mensen langer zorg te bieden in de thuissituatie. Daarnaast is recent gebleken dat de prestaties H328 (behandeling basis VG) en H329 (behandeling gedragswetenschapper) worden ingekocht door de zorgverzekeraar, maar niet in ons beleid is opgenomen. Daarom stellen we deze prestaties met terugwerkende kracht vast. De verzekeraar heeft ons verzocht om deze prestaties op te nemen in onze regels. In de forensische zorg is het ongewenst om een leeftijdsbeperking te hanteren voor de ZZP 1 en 2. Op basis van het vonnis van een rechter kan deze zorg worden opgelegd en dient deze te worden verleend. Voor de prestaties H328 en H329 geldt dat het gebruik van deze prestaties in de praktijk zeer wenselijk is en dat deze reeds worden ingekocht. Mening partijen Partijen zijn het eens met deze wijziging. In overleg met het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de zorgverzekeraar is besproken om deze wijzigingen in de prestaties door te voeren met terugwerkende kracht per 2015. Alle partijen lijken erbij gebaat om de leeftijdsbeperking te verwijderen en de 2 extramurale parameters op te nemen. Dit is opgenomen in de regelgeving voor het jaar 2015 en 2016.