Gelet op de aanvraag van het Leuvens Instituut voor Criminologie ontvangen op 28/05/2013;

Vergelijkbare documenten
Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna het Comité );

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna: "het Comité"); Gelet op de aanvraag van Saris Aanhangers BV ontvangen op 22/03/2017;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de Algemene Directie Civiele veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken ontvangen op 13/08/2012;

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna "het Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van Dhr. Bernard Buyse, Voorzitter Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders ontvangen op 15/04/2010;

Gelet op de aanvraag van de Algemene Directie Civiele veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken ontvangen op 27/09/2013;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de Federale Overheidsdienst Financiën (hierna de FOD Finanaciën) ontvangen op 17/11/2008;

Gelet op de aanvraag van de Universiteit Gent, Faculteit Diergeneeskunde, ontvangen op 11/07/2014;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de Directeur-generaal van ASTRID ontvangen op 13/03/2012;

Gelet op de aanvraag van Mevr. A. Versonnen, Directeur-generaal a.i. ADSEI ontvangen op 17/12/2009;

Gelet op de aanvraag van de Directeur-generaal van de POD Maatschappelijke Integratie ontvangen op 05/12/2012;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de Algemene Directie Civiele veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken ontvangen op 12/09/2014;

Gelet op de aanvraag van het Belgische Rode Kruis ontvangen op 11/10/2011;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontvangen op 15/10/2013;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (hierna "de Commissie");

1/9 (AF-MA ) persoonlijke. aanvraag. Gelet op de 22/05/2015; g, als volgt:

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de Dienst Administratieve Vereenvoudiging ontvangen op 19/10/2010;

Sectoraal comité van het Rijksregister

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding ontvangen op 15/03/2012;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie ontvangen op 25/10/2011;

Betreft: aanvraag van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid tot uitbreiding van beraadslagingen nrs. 36/2008 en 01/2009 (RN/MA/2011/303)

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van de gemeente Evere (hierna de aanvrager), ontvangen op 02/02/2015; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 16/03/2015

Gelet op de aanvraag van de FOD Financiën, ontvangen op 17/12/2015;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (hierna "de Commissie");

Gelet op de aanvraag van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin ontvangen op 04/02/2011;

Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Fedict op 02/09/2014;

Gelet op de aanvraag van de gemeente Sint-Agatha-Berchem ontvangen op 20/05/2014;

Gelet op de aanvraag van de Chef Defensie ontvangen op 23/08/2010; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 16 en 24/11/2010;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van Dhr. De Buyser, Directeur-generaal van ASTRID ontvangen op 23/06/2014;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van de Orde van Vlaamse Balies, ontvangen op 31/07/2015;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

SCSZ/06/083. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 27 april 2006; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse.

Gelet op de aanvraag van Leuvens Instituut voor Criminologie van de K.U.Leuven ontvangen op 09/08/2011;

1/7. persoonlijke. du Crédit 22/07/2015; Gelet op de. van Société. aanvraag

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 24 april 2006;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van Dhr. Vander Auwera ontvangen op 23/02/2012;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (hierna "de Commissie");

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid;

Gelet op de aanvraag van de Voorzitter van de contvangen op 29/09/2015; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 29, 30/10, 13 en 16/11/2015;

Gelet op de aanvraag van het Centrum voor Sociologisch Onderzoek (CeSO) van de KULeuven ontvangen op 13/11/2017;

Gelet op de aanvraag van het Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek van de Universiteit Antwerpen ontvangen op 28/01/2014;

Gelet op de aanvraag van van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen ontvangen op 20/06/2013;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 39 / 2006 van 27 september 2006

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Inspectie RWO ontvangen op 12/09/2011;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de Voorzitter van de CFI, ontvangen op 07/02/2018; Gelet op de bijkomende inlichtingen ontvangen op 09/03/2018;

Gelet op de aanvraag van het Departement Landbouw en Visserij, ontvangen op 31/05/2012;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (hierna "de Commissie");

Gelet op de aanvraag van het Universitair Medisch Centrum Sint-Pieter ontvangen op 28/10/2013;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

1. De Vlaamse Toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer (hierna: "VTC");

Gelet op de aanvraag van de VZW Belpork, ontvangen op 11/08/2017; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 1/09/2017;

Betreft: aanvraag tot herziening van de beraadslaging RR nr. 34/2012 (RN-MA )

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de KFBN (hierna de aanvrager) ontvangen op 13/01/2015; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 4, 9 en 12/02/2015;

Gelet op de aanvraag van de Directie-generaal Personen met een handicap van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid ontvangen op 24/01/2015;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna: het "Comité");

1/9. opdrachten die ) persoonlijke. Gelet op de 30/04/2015;

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna: "het Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van Eandis System Operator cvba, ontvangen op 04/05/2016;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 29; Advies nr 28/2013 van 17 juli 2013

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (hierna "de Commissie");

Transcriptie:

1/9 Sectoraal comité voor de Federale Overheid Beraadslaging FO nr 24/2013 van 25 juli 2013 Betreft: Machtigingsaanvraag vanwege het Leuvens Instituut voor Criminologie om persoonsgegevens van personeelsleden van diverse Federale Overheidsdiensten en Programmatorische Overheidsdiensten te kunnen opvragen (AF/MA/2013/035) Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid; Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis; Gelet op het koninklijk besluit van 17 december 2003 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van bepaalde sectorale comités opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; Gelet op de aanvraag van het Leuvens Instituut voor Criminologie ontvangen op 28/05/2013; Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Fedict op 08/07/2013; Gelet op het verslag van de Voorzitter; Beslist op 25 juli 2013, na beraadslaging, als volgt:.

Beraadslaging FO 24 /2013-2/9 I.ONDERWERP EN CONTEXT VAN DE AANVRAAG 1. Het Leuvens Instituut voor Criminologie (hierna de aanvrager ) wenst in het kader van een onderzoeksproject integriteit op het werk een bevraging te organiseren bij personeelsleden van diverse Federale en Programmatorische overheidsdiensten 1 (hierna FOD s en POD s ). Om die enquête te kunnen organiseren wenst de aanvrager een aantal persoonsgevens waaronder een individuele idenitificatiecode van alle medewerkers van de deelnemende FOD s en POD s op te vragen. 2. De resultaten van onderhavige bevraging zullen enerzijds ter ondersteuning van het integriteitsbeleid van de FOD s en POD s worden gebruikt en anderzijds zullen de verzamelde gegevens ook voor wetenschappelijke doeleinden worden aangewend. Wat laatstgenoemde finaliteit betreft, is het met name de bedoeling om de dataset te gebruiken bij wetenschappelijk onderzoek bij de aanvrager, waaronder een doctoraatsonderzoek. 3. Concreet zal de aanvrager als volgt te werk gaan: een individuele identificatiecode van de personeelsleden van de FOD s en POD s, alsook hun taal en een code van de dienst waarbinnen ze werkzaam zijn, worden door de FOD s en POD s aan de aanvrager medegedeeld (de aanvrager ontvangt dus geen namen). De aanvrager slaat deze informatie op in een bestand en zal deze gebruiken om o o o na te gaan of de gegevens die de onderzoekers via de vragenlijst (cf. infra) bekomen wel representatief zijn voor de betrokken dienst; er voor te zorgen dat elke deelnemer aan de bevraging de juiste vragenlijst (er bestaan meerdere versies) in de juiste taal ontvangt; om statistische analyses te kunnen uitvoeren waarbij rekening wordt gehouden met het gegeven dat medewerkers van eenzelfde dienst gelijkenissen met elkaar vertonen in het beantwoorden van de vragenlijst. De personeelsleden worden vooraf via een prenotice mail verwittigd dat deze informatie naar de aanvrager zal doorgestuurd worden en zij hebben de mogelijkheid om zich hiertegen te verzetten; 1 Voorlopig hebben de volgende diensten hun deelname bevestigd: FOD Budget en Beheerscontrole, Nationale Plantentuin van België, Pensioendienst voor de Overheidssector, Nationaal Geografisch Instituut, Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen, Regie der Gebouwen, Instituut voor Veteranen, Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, Hulpkas voor Ziekte en Invaliditeitsverzekering, Kruispuntbank Sociale Zekerheid, Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie, Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid, Fonds voor Beroepsziekten, Rijksinstituut voor de Sociale verzekeringen der Zelfstandigen, Rijksdienst voor Arbeidsvoorzieningen, Algemeen Rijksarchief, Koninklijk Museum voor Leger en Krijgsgeschiedenis, Koninklijk Meteorologisch Instituut, Belgisch Instituut voor Ruimte Aëronomie, Rijksinstituut voor Ziekte en Invaliditeitsverzekering, Hulp en Voorzorgkas voor Zeevarenden, Koninklijke Sterrenwacht, Fonds voor Arbeidsongevallen. De aanvrager geeft aan dat deze lijst nog kan uitgebreid worden.

Beraadslaging FO 24 /2013-3/9 de personeelsleden van de deelnemende FOD s en POD s zullen door hun werkgever (en dus niet door de aanvrager, want zoals hoger uiteengezet beschikt deze niet over namen of contactgegevens van de respondenten) worden uitgenodigd om via een elektronische link die wordt beheerd door de aanvrager de vragenlijst in te vullen (de uitnodigingsmail ). In dit email-bericht is de individuele code opgenomen op basis waarvan het betrokken personeelslid de vragenlijst kan invullen. antwoorden van de betrokken personeelsleden worden door de aanvrager in dezelfde databank opgeslagen als hoger uiteengezet onder het eerste pijltje en dit zonder dat hierbij het IP-adres van het personeelslid wordt bewaard. De aanvrager zal in deze gegevensbank dus zowel de persoonlijke identificatiecode van de respondenten (alsook hun taalrol en de code van dienst waarbinnen ze werkzaam zijn), als zijn/haar antwoorden op de vragenlijst opnemen. Van zodra de bevraging is afgerond zullen de persoonlijke codes verwijderd worden. Deze databank is overigens enkel toegankelijk voor de onderzoekers van de aanvrager. Noch de deelnemende FOD s en POD s, noch enige andere persoon/instantie zullen toegang krijgen tot deze gegevensbank. de resultaten van de onderzoeken zullen enkel anonieme gegevens bevatten die op geen enkele manier met individuele personeelsleden van de FOD s en POD s in verband kunnen worden gebracht. II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG A. BEVOEGDHEID VAN HET COMITE 4. Krachtens artikel 36bis WVP, "vereist elke elektronische mededeling van persoonsgegevens door een federale overheidsdienst of door een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid die onder de federale overheid ressorteert een principiële machtiging (van het bevoegd sectoraal comité)". 5. In voorliggend geval zullen aan de aanvrager op elektronische wijze bepaalde persoonsgegevens (unieke identificatiecode van de medewerkers van de deelnemende FOD s en POD s, taal, FOD of POD waarbinnen de betrokkene werkzaam is, code van de dienst) overgemaakt worden vanuit de FOD s en POD s. Het Comité is derhalve bevoegd om zich over deze mededeling van persoonsgegevens uit te spreken.

Beraadslaging FO 24 /2013-4/9 6. Zoals hoger aangehaald zullen alle betrokkenen via de aangeleverde email-adressen worden uitgenodigd om een online-vragenlijst in te vullen. Het Comité zal zich in onderhavige beraadslaging evenwel niet uitspreken omtrent de conformiteit met de WVP van de gegevensinzameling op grond van deze vragenlijst. Het invullen van de vragenlijst door de individuele personeelsleden van de FOD s en POD s betreft immers geen mededeling van persoonsgegevens door een federale overheidsdienst in de zin van artikel 36bis WVP. Het betreft daarentegen een persoonlijk antwoord van een individueel personeelslid van de FOD s en POD s en dit antwoord wordt niet verstrekt in naam en voor rekening van deze overheidsdiensten 2. B. TEN GRONDE 1. FINALITEITSBEGINSEL 7. Artikel 4, 1, 2, WVP laat de verwerking van persoonsgegevens slechts toe voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden en de gegevens mogen bovendien niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met die doeleinden. 8. Onderhavige machtigingsaanvraag kadert in een statistisch/wetenschappelijk onderzoek, waarvan de resultaten enerzijds ter ondersteuning van het integriteitsbeleid van de FOD s en POD s zullen worden gebruikt en waarvan ze anderzijds zullen worden aangewend voor wetenschappelijke doeleinden. Wat laatstgenoemde finaliteit betreft, is het met name de bedoeling om de dataset te gebruiken in het kader van een doctoraatsonderzoek, alsook alle wetenschappelijke artikels en andere publicaties die daarmee verband houden. 9. Het Comité is van oordeel dat dit welbepaalde en uitdrukkelijk omschreven doeleinden betreft en het brengt in herinnering dat de gevraagde gegevens enkel met het oog op deze doeleinden mogen verwerkt worden. 10. Aangaande de vereiste van verenigbaarheid met het oorspronkelijk doeleinde, wijst het Comité erop dat de geplande verwerkingen, met name de doorgifte van bepaalde gegevens door de FOD s en POD s aan de aanvrager, bestaan uit latere verwerkingen van gegevens die oorspronkelijk voor andere doeleinden werden verwerkt. De rechtmatigheid van deze latere verwerkingen is aldus afhankelijk van hun verenigbaarheid met de oorspronkelijke verwerking. Dit onderzoek naar de verenigbaarheid wordt gedaan in functie van de redelijke verwachtingen van de betrokkene en van de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen. 2 De afwezigheid van enige machtigingsplicht impliceert evenwel niet dat de WVP op deze verwerking niet van toepassing zou zijn. Het Comité wijst de aanvrager ter zake dan ook op zijn verantwoordelijkheid.

Beraadslaging FO 24 /2013-5/9 11. Ter zake stelt het Comité vast dat het verenigbaar karakter van de geplande verdere verwerkingen voor statistische doeleinden niet kan worden gewaarborgd op basis van de vigerende regelgeving. Er kan daarentegen wel geargumenteerd worden dat de geplande doorgifte van persoonsgegevens binnen de redelijke verwachtingen van de betrokkenen valt, aangezien deze via een prenotice mail worden verwittigd van het feit dat bepaalde van hun persoonsgegevens aan de aanvrager worden doorgegeven en dat zij hiertegen verzet kunnen aantekenen. 12. Het Comité is van oordeel dat deze prenotice mail, alsook de latere uitnodigingsmail expliciet dienen te vermelden dat de deelname aan het onderzoek geheel vrijwillig is en dat het feit dat men niet meewerkt geen enkel gevolg heeft. Beide mails dienen overigens bij voorkeur voor alle FOD s en POD s dezelfde inhoud te hebben. 13. Wanneer de onderzoeker na de uitnodigingsmail van een betrokkene geen respons krijgt, dan mag aan de betrokken ambtenaar nog wel een herinnering worden gestuurd, maar dit mag niet ontaarden in herhaalde pogingen om toch de medewerking van de weigerende ambtenaar te bekomen. 14. Het Comité is van oordeel dat, indien aan de bovenstaande voorwaarden wordt voldaan, onderhavige latere verwerkingen niet onverenigbaar zijn (cf. artikel 4, 1, 2, WVP) met de primaire gegevensverwerking. 2. PROPORTIONALITEITSBEGINSEL 2.1. Aard van de gegevens 15. Artikel 4, 1, 3, WVP stelt dat persoonsgegevens toereikend, ter zake dienend en niet overmatig dienen te zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verkregen of waarvoor zij verder worden verwerkt. In hiernavolgende paragrafen onderzoekt het Comité of in onderhavig geval de geplande gegevensstromen deze principes naleven. 16. Vanuit alle deelnemende FOD s en POD s zal de aanvrager de volgende data toegestuurd krijgen: individuele identificatiecode van de personeelsleden van de FOD s en POD s ; taalrol waartoe deze ambtenaren behoren; dienst waarbinnen ze werkzaam zijn; FOD of POD waarbinnen ze werkzaam zijn.

Beraadslaging FO 24 /2013-6/9 17. De individuele identificatiecode en de taalrol zijn noodzakelijk om de vooropgestelde bevraging te kunnen houden en om deze in de taal van de ondervraagde te kunnen doen. Om per FOD of POD en per dienst een resultaat van het onderzoek te kunnen opmaken, is het ook noodzakelijk om de antwoorden op de bevraging per organisatie in te zamelen. Het Comité is dan ook van oordeel dat de verzamelde gegevens conform zijn aan artikel 4, 1, 3, WVP. 18. Het Comité stelt verder ook vast dat de aanvrager in een systeem heeft voorzien waarbij hijzelf geen namen van respondenten zal ontvangen, maar enkel hun individuele identificatiecode waarvan enkel de deelnemende FOD s/pod s de link kunnen leggen tussen deze code en de respondent (cf. supra randnummer 3), wat in het licht van het proportionaliteitsbeginsel een extra waarborg betreft. Tegelijk merkt het Comité op dat de aanvrager er kennelijk van uit gaat dat de gegevens hierdoor geheel op anonieme basis zullen worden verwerkt. Een samenlezing van de achtergrondvragen die door de aanvrager zullen worden gesteld aan de medewerkers van de deelnemende FOD s en POD s, doet evenwel de bezorgdheid rijzen dat onrechtstreekse identificatie van de respondenten in bepaalde gevallen mogelijk kan zijn 3 en dat het aldus niet om anonieme gegevens gaat. Het Comité benadrukt dat de aanvrager in elk geval geen handelingen mag stellen die erop gericht zijn om deelnemers aan het onderzoek te identificeren en het onderlijnt eveneens dat de publicaties van de resultaten van het doctoraatsproject louter anonieme gegevens mogen bevatten. 2.2. Bewaringstermijn van de gegevens 19. Aangaande de bewaringstermijn van de gegevens herinnert het Comité er aan dat de gegevens niet langer bewaard mogen worden dan nodig voor het realiseren van het doeleinde waarvoor ze werden ingezameld (artikel 4, 1, 5, WVP). 20. De aanvrager verklaart dat hij de gegevens in zijn databank (cf. supra eerste en derde pijltje van randnummer 3) gedurende dertig jaar zal bewaren, behalve de codes op basis waarvan de deelnemers aan het onderzoek kunnen geïdentificeerd worden (want deze worden zoals hoger uitgelegd (randnummer 3, derde pijltje) onmiddellijk na de bevraging verwijderd). Hij motiveert deze bewaarduur als volgt: Na de formele afronding van beide projecten, zullen mogelijks nog publicaties gebeuren die rechtstreeks gebaseerd zijn op beide projecten. We willen daarvoor voldoende tijd voorzien en hebben daarom de ruime termijn van 30 jaar voorgesteld. 21. Het Comité is van oordeel dat deze motivatie niet overtuigend is om een dergelijke lange bewaarduur te rechtvaardigen. Het beslist dat de gegevens gedurende 10 jaar mogen bewaard 3 Ter illustratie: stel dat men van een betrokkene de volgende gegevens verkrijgt: geboren in de periode 1960-1969, in dienst getreden bij de FOD Budget en Beheerscontrole in 1990, behorend tot Franse taalrol, werkzaam in het functieniveau A als adviseur. In heel wat gevallen zal dergelijke informatie volstaan om de betrokkene te identificeren.

Beraadslaging FO 24 /2013-7/9 worden, wat ruimschoots zou moeten volstaan om de vooropgestelde doeleinden te realiseren. Het Comité sluit evenwel niet uit dat het deze termijn op een later tijdstip zal verlengen, indien de aanvrager hiertoe een goed gemotiveerd verzoek indient. 2.3. Frequentie van de toegang en duur van de machtiging 22. De onderzoeker zal de gegevens slechts één maal inzamelen. Het Comité is van oordeel dat dit gepast is in het licht van artikel 4, 1, 3 WVP. 2.4. Bestemmelingen en/of derden waaraan gegevens worden meegedeeld 23. Volgens de informatie verstrekt in de aanvraag, zullen de gegevens enkel intern worden gebruikt door de aanvrager. Het Comité ziet hier in het licht van artikel 4, 1, 3 WVP geen bezwaren tegen. Het verzoekt wel om de nodige maatregelen te nemen opdat binnen de organisatie van de aanvrager, enkel de behoorlijk gemachtigde personeelsleden toegang zouden krijgen tot deze gegevens. 3. TRANSPARANTIEBEGINSEL (artikelen 4, 1, 1, en 9 tot 15bis, WVP) 24. Het Comité herinnert eraan dat een eerlijke verwerking van gegevens een verwerking is die gebeurt op een transparante wijze. Eén van de hoekstenen van een transparante verwerking, betreft de informatieplicht in de zin van artikel 9, 2, WVP. 25. De aanvrager legt uit dat de FOD s en POD s een prenotice mail zullen sturen naar al hun medewerkers met de mededeling dat er een onderzoek rond integriteit zal plaatsvinden en waarin wordt vermeld dat zij zich kunnen verzetten tegen de doorgifte van hun persoonsgegevens. 26. Het Comité verzoekt om in voornoemde prenotice mail aan de personeelsleden de nodige informatie te verstrekken opdat aan de vereisten van artikel 9, 2, WVP, 4 zou worden voldaan. 4 2. Indien de persoonsgegevens niet bij de betrokkene zijn verkregen, moet de verantwoordelijke voor de verwerking of zijn vertegenwoordiger, op het moment van de registratie van de gegevens of wanneer mededeling van de gegevens aan een derde wordt overwogen, uiterlijk op het moment van de eerste mededeling van de gegevens, ten minste de volgende informatie verstrekken, tenzij de betrokkene daarvan reeds op de hoogte is : a) de naam en het adres van de verantwoordelijke voor de verwerking en, in voorkomend geval, van diens vertegenwoordiger; b) de doeleinden van de verwerking; c) het bestaan van een recht om zich op verzoek en kosteloos tegen de voorgenomen verwerking van hem betreffende persoonsgegevens te verzetten, indien de verwerking verricht wordt met het oog op direct marketing; in dit geval dient de betrokkene in kennis te worden gesteld vooraleer de persoonsgegevens voor de eerste keer aan een derde worden verstrekt of voor rekening van derden worden gebruikt voor direct marketing; d) andere bijkomende informatie, met name : de betrokken gegevenscategorieën; de ontvangers of de categorieën ontvangers;

Beraadslaging FO 24 /2013-8/9 Eventueel kan deze informatie ook voor een stuk op de website van de aanvrager worden geplaatst, op voorwaarde dat er in de prenotice mail ook meteen een internetlink wordt opgenomen via dewelke deze informatie eenvoudig terug te vinden is. 27. Het Comité herhaalt tot slotte dat zoals reeds uiteengezet onder randnummer 18 in onderhavige context bezwaarlijk sprake kan zijn van een verwerking van anonieme gegevens en het onderlijnt dat over dit aspect dan ook correct dient gecommuniceerd te worden naar de deelnemers van het onderzoek. 4. BEVEILIGING 28. Uit de door de aanvrager meegedeelde stukken blijkt dat hij over een informatieveiligheidsconsulent beschikt, alsook over een algemeen veiligheidsbeleid. Het Comité heeft hier akte van genomen. 29. Alle FOD s en POD s die totnogtoe deelnemen aan onderhavig onderzoek (en die vermeld worden in voetnoot 1) hebben ofwel de vragenlijst over de veiligheid aan het Comité overgemaakt, ofwel behoren ze tot het netwerk van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (wat impliceert dat zij sowieso aan minimale veiligheidsvoorschriften dienen te voldoen). Het Comité heeft dienaangaande geen bijzondere opmerkingen. Het vestigt er tegelijk de aandacht op dat wanneer nog andere FOD s of POD s aan het onderzoek zouden willen deelnemen, het Comité hier schriftelijk moet van op de hoogte gebracht worden en dat deze melding moet in principe vergezeld worden van een ingevuld evaluatieformulier inzake de beveiliging. Het Comité behoudt zich het recht voor om hierop te reageren. OM DEZE REDENEN, het Comité machtigt de aanvrager en de FOD s en POD s om de gegevensverwerkingen bedoeld in de machtigingsaanvraag, uit te voeren, mits rekening wordt gehouden met de hierboven geschetste opmerkingen (zie in het bijzonder randnummers 9, 12-14, 18, 26 en 27); Deze machtiging treedt onmiddellijk in werking voor wat deelname betreft van de FOD s en POD s die in voetnoot 1 worden opgesomd. Indien er op een later tijdstip nog andere organisaties aan het onderzoek wensen deel te nemen, dienen zij het Comité hier schriftelijk van op de hoogte te het bestaan van een recht op toegang en op verbetering van de persoonsgegevens die op hem betrekking hebben; behalve indien die verdere informatie, met inachtneming van de specifieke omstandigheden waaronder de gegevens verwerkt worden, niet nodig is om tegenover de betrokkene een eerlijke verwerking te waarborgen ( );

Beraadslaging FO 24 /2013-9/9 brengen en dienen zij in principe het evaluatieformulier inzake de beveiliging over te maken. Het Comité behoudt zich het recht voor om hierop te reageren. De Wnd. Administrateur, De Voorzitter, (get.) Patrick Van Wouwe (get.) Willem Debeuckelaere