Inhoudsopgave Pagina: Woord vooraf 3 en 4. Informeren 5, 6 en 7. Uitzetten 8. Onderzoek 9, 10 en 11. Concluderen 12. Deelnemers 13.
Woord vooraf Foppen Paling en Zalm is ruim 95 jaar geleden gestart als familiebedrijf. Drie generaties Foppen hebben inmiddels het bedrijf opgebouwd tot wat het nu is. Samen met onze afnemers hebben we de consument al die tijd kunnen voorzien van eerlijke en betrouwbare gerookte paling, gerookte zalm en de laatste jaren ook van garnalen. Het is onze overtuiging dat een product alleen recht van bestaan heeft als het product ketenbreed wordt ondersteund. Dus van visser of kweker tot en met de consument. De verkooporganisatie neemt hier een belangrijke plaats in, omdat die het product uiteindelijk aan de consument aanbiedt. Duurzaamheid speelt daarbij een grote rol, omdat het eventueel geheel of gedeeltelijk wegvallen van een grondstof (in dit geval paling) teleurstelling teweeg brengt bij alle betrokkenen in de keten. Het besluit van de EU om beschermende maatregelen te nemen ten aanzien van de paling, naar aanleiding van de informatie betreffende de stand van de Europese paling, heeft ons direct aan het denken gezet. We waren blij dat onze afnemers van gerookte paling (Albert Heijn, de leden van de Superunie groep en de Makro) direct de noodzaak inzagen om onze verantwoording in deze te nemen. In korte tijd is besloten tot financiering van het project in de Randmeren, een wetenschappelijk onderzoek dat moet bijdragen aan het herstel van de palingstand. Dit project is erop gericht om het effect van de uitzet van glasaal of pootaal op de stand van de paling door onderzoek te bepalen. Het ontbreken van deze wetenschappelijke gegevens leidde tot een discussie in de keten, die het opstarten van acties die tot het herstel van de palingstand moesten leiden, in de weg stonden. 3.
Woord vooraf (vervolg) In nauwe samenwerking met de gehele keten, van visser en kweker tot en met de verkooporganisaties die onze gerookte palingfilet afnemen is daarom het project in de Randmeren onder begeleiding van IMARES opgesteld en per 1 januari 2009 van start gegaan. Hiermee onttrokken we ons aan de discussie of we nu moeten spreken van duurzame of duurzamere paling en of het op de verpakking vermeld moest worden ja of nee. Ons standpunt is, dat de gegevens die uit dit onderzoek naar voren komen op zich al een bijdrage zijn, omdat mede op grond van deze gegevens op een verantwoorde wijze beslissingen naar de toekomst genomen kunnen worden. Als in de toekomst blijkt, dat meerdere organisaties aangeven dat de uitzet van glasaal en pootaal tot verbetering van de aalstand leidt, is door dit project de palingstand gedurende de looptijd van het project in het onderzoeksgebied al verbeterd. Ondertussen heeft Foppen Paling en Zalm in 2009 en 2010 ruim 1.2 miljoen glas- en pootaaltjes uitgezet in het Randmerengebied ter grootte van ca. 6.000 ha. Ook in 2011 zullen we weer jonge palingen in dit gebied uitzetten ten behoeve van het onderzoek. Wij zijn blij dat ondertussen ook andere organisaties ons standpunt betreffende het ondernemen van actie gevolgd hebben en nu ook bezig zijn met het uitzetten en verzamelen van wetenschappelijke onderzoeksresultaten. De vraag of met de genomen acties het herstel in gang is gezet wordt uiteindelijk door de EU beantwoord, wanneer alle effecten van alle maatregelen bekend zijn. Wij, tezamen met onze afnemers, weten dat we al het mogelijke in gang hebben gezet om tot herstel van de palingstand te komen. Jan Foppen Directeur Foppen Paling en Zalm 4.
Informeren De stand van zaken in vogelvlucht De situatie rondom de paling is ronduit ernstig te noemen. Sinds de jaren zestig zijn de vangsten gestaag afgenomen tot ongeveer 25% en de intrek van jonge paling uit zee is afgenomen tot minder dan 1% van het oorspronkelijke niveau. Bij de achteruitgang spelen verschillende factoren een rol die verband houden met o.a. visserij, waterbeheer en watervervuiling. Verondersteld wordt dat een te kleine omvang van het paaibestand ook bijdraagt aan vermindering. Eveneens is export van jonge paling (glasaal) een boosdoener. De kweek in Nederland is afhankelijk van de glasaaltjes uit het wild, die voornamelijk uit de Golf van Biskaje worden gevist. De vangst in de Golf van Biskaje is de afgelopen jaren voor het grootste deel geëxporteerd naar viskwekerijen in Oost-Azië, ter aanvulling op de visconsumptie in Japan, waar Kabayaki (gegrilde paling met sojasaus) een delicatesse is. Slechts een klein deel van de vangst uit dit gebied is beschikbaar voor de viskwekerijen in Europa en een nog kleiner deel (10%) voor het gebruik voor de uitzet in buitenwateren. Hierdoor zijn zowel de prijzen als de druk op de Europese glasaal explosief gestegen. Verminderde intrek De achteruitgang heeft ook te maken met de sterk verminderde natuurlijke intrek van paling. De jaarlijkse intrek van glasaal langs de kusten van Marokko, Portugal, Spanje en Frankrijk bereikt Nederland slechts in beperkte mate. De dieren hebben last van dijken, dammen, sluizen, maar ook van ziektes en natuurlijke vijanden zoals aalscholvers. 5.
Informeren (vervolg) Na de constatering van CITES dat de stand van de paling te ver is teruggelopen zijn er diverse maatregelen getroffen. Zo hebben milieuorganisaties de Europese Anguilla anguilla paling rood gekleurd op de VisWijzer en heeft de EU het initiatief genomen tot een internationaal herstelplan: elke lidstaat moet zijn eigen aalherstelplan opstellen. Direct na deze bekendmaking heeft Foppen Paling en Zalm in Harderwijk in overleg met haar afnemers (Albert Heijn, Makro en de leden van de Superunie groep) een plan opgesteld om het Nederlandse aalherstelplan te ondersteunen. Foppen en de afnemers hebben als eerste in Nederland een onafhankelijk veldexperiment opgezet naar het uitzetten van jonge paling in de Randmeren. Dit wetenschappelijk onderzoek, dat wordt uitgevoerd door Institute for Marine Resources and Ecosystem Studies IMARES in Wageningen, is in 2009 gestart en heeft als doel te testen of de uitzet van opgekweekte aal een efficiënte bijdrage levert aan het herstel van de aalpopulatie. Inmiddels zijn ruim een miljoen glas- en pootaaltjes in de Randmeren uitgezet. Het onderzoek neemt enkele jaren in beslag en wordt niet gesubsidieerd vanuit de overheid. De financiële middelen worden bijeengebracht door Foppen en de afnemers. 6.
Informeren (vervolg) Anguilla mossambica Foppen Paling en Zalm is er alles aan gelegen om mee te denken en mee te werken aan een verbeterde aalstand. Niet alleen om bedrijfsmatige redenen, maar ook maatschappelijk gezien. Omdat het niet in de verwachting ligt dat het herstel van de Europese palingstand op zeer korte termijn gerealiseerd is, hebben wij naast het wetenschappelijk onderzoek voor het project in de Randmeren ook onderzoek uitgevoerd naar een duurzaam alternatief: de Anguilla mossambica. Deze paling is afkomstig uit Madagaskar. Omdat in dit gebied geen commerciële visvangst plaats vindt, zijn nog geen gegevens over de huidige visstand bekend. Daarom is deze paling oranje gekleurd in de VisWijzer. Ook voor dit project doet IMARES, in samenwerking met de Universiteit van Leuven, onderzoek naar deze soort paling. Het MSC traject (keurmerk voor vis) is inmiddels gestart en naar verwachting zullen in januari 2014 voldoende gegevens bekend zijn om deze glasaalvangst te certificeren. Er ligt momenteel een rapport over de export van glas- en pootaal vanuit Madagaskar ter goedkeuring bij het ministerie. Echter willen we ook van de lokale vissers paling afnemen, zodat hun werkgelegenheid gewaarborgd blijft. Het ligt in de verwachting dat deze paling eind 2011, begin 2012 op grote schaal op de markt gebracht kan worden. Samenvattend: het is in ieders belang dat de paling van de lijst bedreigde diersoorten verdwijnt. Er is nog veel onderzoek nodig naar bijvoorbeeld de voortplanting van paling. Door diverse onderzoeksinstellingen zijn positieve resultaten behaald bij kunstmatige voortplanting in gevangenschap. Momenteel wordt veel onderzoek verricht naar het larve stadium van de paling. Maar ook duurzaam beheer en exploitatie staan hoog in het vaandel, want zolang de stand van de paling nog in gevaar is, kan niemand de Anguilla anguilla paling duurzaam leveren. 7.
Uitzetten UITZETTEN In de onderstaande tabel staat weergeven hoeveel jonge palingen en van welke afmeting zijn uitgezet tijdens het wetenschappelijk onderzoek van project in de Randmeren. partij afmeting 2009 2010 totaal glasaal 7 cm (0,33 gr) ~270.300 stuks (89 kg) ~270.300 stuks (89 kg) kleine pootaal 15 cm (3-7 gr) ~241.000 stuks (1205 kg) ~320.000 stuks (1600 kg) ~561.000 stuks (2805 kg) grote pootaal 25 cm (10-20 gr) ~244.400 stuks (3666 kg) ~110.000 (1100 kg) ~354.400 stuks (3700 kg) Tabel 1 Afmetingen en aantallen van de uitgezette partijen glas- en pootaal in 2009 en 2010. 8.
Onderzoek Wetenschappelijk onderzoek Foppen en haar afnemers hebben in 2008 IMARES opdracht gegeven om te onderzoeken of het uitzetten van jonge palingen in de Randmeren effect heeft op de palingstand. IMARES Wageningen is een instituut dat zich richt op strategisch en toegepast ecologisch onderzoek met als focus Marine Living Resource Management. Het instituut is in 2006 opgericht en is samengesteld uit het vroegere Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) en onderdelen van Alterra en TNO. IMARES werkt met moderne onderzoeksfaciliteiten en is ISO-9001 gecertificeerd. In het voorjaar van 2009 werden de eerste glas- en pootaaltjes uitgezet in met name het Veluwemeer en het Wolderwijd. De jonge palingen waren van te voren gemerkt door middel van een behandeling in een kleurbad. Het middel tetracycline (een legaal antibioticum dat vaker in de viskweek wordt gebruikt) zet zich af in het skelet en zorgt dat het gehoorsteentje van de paling kleurt (alleen te zien door middel van een speciale microscoop). Van de uitgezette aal is ook een kleine hoeveelheid meegenomen naar IMARES om binnenshuis in twee aquaria op te laten groeien. Gedurende het zomerseizoen werd een klein gedeelte van de alen teruggevangen om onder andere groei, conditie, geslacht, etc. te bekijken. 9.
Onderzoek (vervolg) Uit de voortgangsrapportage van 2009 van het onderzoek staat o.a. het volgende beschreven: De gewichten van de alen uit de terugvangst lagen in lijn met de gewichten van de alen die in de aquaria bij IMARES gehouden werden. De vangstaantallen waren lager dan dat verwacht was bij de opzet van het project. Mogelijk zijn de aaltjes door de ondiepte van de randmeren en de grote hoeveelheid waterplanten als schuilmogelijkheid niet beperkt tot de schuilmogelijkheden in de oeverzones, maar zijn de aaltjes meer wijd verspreid over de meren heen. De conclusie voor 2009 kan zijn dat de uitgezette aaltjes voldoende voedsel opnemen om tot een optimale groei te komen. Tevens wordt verwacht dat de uitgezette aaltjes zich verdeeld hebben over het totale onderzoeksgebied. Uit de voortgangsrapportage van 2010 van het onderzoek staat o.a. het volgende beschreven: De vangst van de kleine aaltjes laat zien dat deze overleven in de Randmeren. Vergeleken met 2009 waren de vangsten van aal in 2010 hoger. In 2009 werden tijdens acht visdagen 91 pootalen gevangen, terwijl in 2010 tijdens vier visdagen van gelijke tijdsduur 120 pootalen gevangen werden. Deze toename in vangst is niet toe te schrijven aan toename in glasaalintrek in de voorgaande jaren (De Graaf & Bierman, 2010). 10.
Onderzoek (vervolg) De uitzet van glas- en pootaal kan positief bijdragen om het aalbestand te versterken. Omdat paling relatief langzaam groeit, zal het enkele jaren duren voordat de netto bijdrage van uitzet van kleine aal aan het volwassen bestand duidelijk wordt. De afgelopen twintig jaar zijn naast aal ook andere vissoorten uitgezet in uitzetprogramma s met een positief resultaat. Voortgangsrapportage 2010: bijdrage van de uitzet van voorgekweekte aal aan het herstel van de aalpopulatie, O.A. van Keeken. 11.
Concluderen Foppen Paling en Zalm verwacht dat de stand van de Europese paling in de toekomst gestaag zal verbeteren door de maatregelen die genomen zijn of nog worden genomen. We blijven investeren in het aalherstelplan van deze soort. De huidige tussenrapportages laten positieve effecten zien die in de toekomst nog kunnen groeien. De gegevens die uit het onderzoek voortkomen zullen mee worden genomen in de evaluatie van het aalherstelplan dat eind 2012 plaats zal vinden. Echter willen we na deze datum glasen pootaal blijven uitzetten en we pleiten er daarom ook voor om door te blijven gaan met de afdracht van de verkoop van paling. De toekomst Wanneer de Europese paling weer duurzaam is kunnen wij niet bepalen. De EU heeft beslist dat er beschermende maatregelen genomen moeten worden om de stand van de Anguilla anguilla te beschermen. Naar aanleiding van het effect van de genomen maatregelen zal ook de EU weer moeten beslissen wanneer de beschermende maatregelen kunnen worden gestopt of beperkt kunnen worden doordat de stand van de Europese paling uit de gevarenzone is. Tot die tijd lijkt het ons eerlijk naar de consument om niet te spreken over duurzame Europese paling. Stoppen met de verkoop van gerookte paling is ook geen optie. Over circa een half jaar (eind 2011, begin 2012) is het alternatief uit Madagaskar (Anguilla mosambica) beschikbaar. Wij stellen voor, om door te gaan op de manier zoals we dat de laatste twee jaar al hebben gedaan en zodra de paling uit Madagaskar beschikbaar is, deze te gebruiken tot de Europese Anguilla anguilla weer uit de gevarenzone is. Foppen Paling en Zalm hoopt op uw medewerking om zo toch de gerookte paling in het schap te kunnen houden. Met de verkoop van de paling uit Madagaskar kunnen we bijdragen aan de werkgelegenheid en infrastructuur van dit eiland, maar ook aan het herstel van de Europese paling. Ons motto is dat duurzaam ook echt duurzaam moet zijn! 12.
Deelnemende bedrijven Superunie leden 13.