I Autonome verzorgingsinstelling. Jaarverslag hartcentrum

Vergelijkbare documenten
Informatiebrochure. Cardiologie cardiochirurgie. I Autonome verzorgingsinstelling

I Autonome verzorgingsinstelling. Jaarverslag hartcentrum

Jaarverslag. Hartcentrum ASZ

I Autonome verzorgingsinstelling

magazine HARTCENTRUM ASZ JAARVERSLAG EDITIE 2016

magazine HARTCENTRUM ASZ JAARVERSLAG EDITIE 2017

Programma

Jaarverslag Hartcentrum Gent 2013

Welkom op de afdeling Cathlab

Once Upon A Time in de Kempen

Intracardiale pacemaker

Richtlijnen voor de behandeling van voorkamerfibrillatie. Dr E Raymenants Cardiologie St Maarten

Hartkatheterisatie, dotter of omleidingen

Volumenormen cardiologie 2016

Indicatorensets Meetbaar Beter

Toelichting resultaten

24 MEI Besluit van de Vlaamse Regering. tot vaststelling van aanvullende normen. waaraan de zorgprogramma's cardiale pathologie B

Therapie Stabiel Coronairlijden

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel

5-jaars Follow-up van de FAME studie

Elektrofysiologisch onderzoek (EFO) en ablatie

Indicatorensets Meetbaar Beter

hartchirurgie. Eerste deeladvies met betrekking tot de normen voor de dienst MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU ---

Percutane aortaklepimplantatie (TAVI) en Mitraclip

Tweede deeladvies met betrekking tot de normen voor de zware dienst hartchirurgie.

Patiënteninformatie. Hartkatheterisatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel)

Syncope : nieuwe inzichten

CHIRURGISCH DAGZIEKENHUIS B1-04 K12E-04

Technische onderzoeken bij het vaataccess

BALLONDILATATIE EN STENTING (PTRA) Vernauwde nierslagaders

Uw kind krijgt een hartoperatie

VISIE DOCUMENT COLLEGE VAN CARDIOLOGIE

INTERVENTIONELE RADIOLOGISCHE BEHANDELINGEN

Cardiale oorzaken CVA

Perioperatief beleid. van patiënten behandeld met bloedverdunners

19 APRIL Koninklijk besluit houdende vaststelling van de NORMEN waaraan de zorgprogramma's "beroertezorg" moeten voldoen om erkend te worden

info voor patiënten Ik krijg een pacemaker

14/12/2011. Cardiovasculaire aandoeningen en verzekering: conflict of interest? Cardiovasculaire aandoeningen. Cardiovasculaire aandoeningen

TAVI (Un) limited. transcatheter aorta valve implantation. NVVC 1 April Anjo van Staaveren Verpleegkundig specialist TAVI team

Dienst hartziekten Cardioversie. Informatiebrochure voor de patiënt

Postgraduaat hartfalen: programma academiejaar

Zorgprogramma (hart-)longtransplantatie

in de Cardioanesthesiologie

15 FEBRUARI Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de medische activiteit in de ziekenhuizen

Van hartinfarct tot nazorg op de poli

Kerncijfers. 1. Kerncijfers activiteiten Kerncijfers: nominaal

Myocard infarct Diagnostiek en transmurale afspraken OLVG regio. dr. Geert-Jan Geersing Huisarts Buitenhof Prof.dr. Freek Verheugt Cardioloog OLVG

Cardiologie De nieuwste ontwikkelingen. Dr. S.A.J. van den Broek Thoraxcentrum/Afdeling Cardiologie UMCG

Nederlandse samenvatting

TAVI procedure Radboud universitair medisch centrum

Minimaal invasieve aortaklepchirurgie NVHVV Het hart in handen, van klein tot groot

GECOMBINEERD AORTAKLEPLIJDEN EN 5CORONAIRLIJDEN

Besluit van 14 december 2016 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme cardiologie

HOOFDSTUK I. - Criteria voor de opleiding en erkenning van de geneesheren-specialisten in de fysische geneeskunde en revalidatie

Elektrofysiologisch onderzoek (EFO) en ablatie. Informatiebrochure

Patiënteninformatie. Welkom op de afdeling CPU (CHEST PAIN UNIT)

5.3. Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden

ACUUT CORONAIR SYNDROOM

Binnenkort wordt bij u een tumorprothese geplaatst. Deze folder geeft u informatie over de operatieve behandeling met een tumorprothese.

Elektrofysiologisch onderzoek (EFO) en ablatie INFORMATIE VOOR PATIËNTEN

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

Elektrofysiologisch onderzoek en ablatie

Werkgroep Task Force Besparingen

Hart: ischemie en kleppen. Prof. Paul Herijgers

Problematiek 17/01/2011. Dr. Patrick Schoeters PREVENTIEF ANTISTOLLINGSBELEID BIJ ENDOSCOPISCHE PROCEDURES

Hartbewaking UZ Gent, 12k12IA. Sector Metabole en Cardiovasculaire Aandoeningen HARTBEWAKING 12K12A HARTBEWAKINGK12A12 29/10/2013 1

INFO VOOR PATIËNTEN KATHETERABLATIE VAN VOORKAMER FIBRILLATIE

Checklist verwijzers Hartcentrum OLVG, Cardiologie, oktober 2017 OLVG, Planning Hartcentrum/B3 Postbus HM Amsterdam Fax:

INWENDIGE GENEESKUNDE Art. 20 Page 1 sur 5

Perioperatieve Cardiale Complicaties. BJ Amsel 12 januari 2008

Nieuwe Richtlijn Herseninfarct en Hersenbloeding: wat verandert er in de zorg vanuit neurologisch perspectief?

AFDELING INTENSIEVE ZORGEN. DR UIL heet je welkom bij ons! Site St-Elisabeth Afdeling intensieve zorgen

Appendix 2. Nederlandse samenvatting. Jeroen Slikkerveer

Gender differences in heart disease. Dr Danny Schoors

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--Klinische-hematologie--BIJZONDERE-CRITERIA--MB doc

Thoraxcentrum Kwaliteitsjaarverslag 2015

metabole en cardiovasculaire aandoeningen info voor patiënten Ik krijg een defibrillator

Formulierenbundel Coronarografie

Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar

NVVC-CONNECT. In kaart brengen van zorg voor. Nederlandse patiënt met myocardinfarct

BELGIAN WORKING GROUP ON HEART FAILURE ANDCARDIAC FUNCTION

Referentiecentrum Zeldzame Ziekten UZ Brussel

5.4. Atriumfibrilleren

Informatiebrochure Transesofagale echocardiografie (TEE) of slokdarmecho. I Autonome verzorgingsinstelling

Aanbevelingen perioperatief beleid van patiënten behandeld met plaatjesremmers en anticoagulantia

Sessie Electrofysiologie

Beleidsvisie over de nieuwe structuur van de Spine Units. Rob van den Oever CM Brussel

Herseninfarct Snelle behandeling in de eerste uren

De nierfalenkliniek CIRC. Informatie voor de patiënt

INTENSIEVE ZORG CARDIOLOGIE (HARTBEWAKING)

Infobrochure. Niet - Chirurgisch. dagziekenhuis

Cardiologie. Verder na het hartinfarct.

Rapid Access Raadpleging. Prof. dr. C. Vrints Diensthoofd cardiologie UZA

Het Geriatrisch Dagziekenhuis - Campus Sint-Jan - Informatiebrochure

Katheterablatie van voorkamerfibrillatie

Hartfalendossier. Dagboek voor patiënt en zorgverleners

13/07/2018. Myocardinfarct. in house mortaliteit 4 12% 1 jaar mortaliteit 10% Pagina 3. Voorstelling nieuwe huisstijl SEZZ

Elective electrical cardioversion

OLVG, planning Hartcentrum / B3 Postbus HM Amsterdam. Interventiecardiologie CAG

Transcriptie:

I Autonome verzorgingsinstelling Jaarverslag hartcentrum ASZ 2013

Inhoud Stafleden Hartcentrum ASZ 3 Inleiding 6 De Poli 10 Cathlab-activiteit 11 Katheterisatie 11 PCI 13 Structureel hartlijden (TAVI PFO) 14 Pacemaker 15 Elektrofysiologie 16 Thorax en cardiovasculaire heelkunde 17 Nieuwe technieken 17 Verantwoordelijke uitgever Dr. Michaël Rosseel Merestraat 80 9300 Aalst 053/766730 michael.rosseel@asz.be Copyright (c) 2014 ASZ Aalst Alle rechten voorbehouden. De inhoud van dit magazine is auteursrechtelijk beschermd. Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd of doorgegeven worden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. 2

Stafleden Hartcentrum ASZ Dienst Cardiologie Het hartcentrum omvat verschillende diensten: De diensten cardiologie, cardiochirurgie, cardio-anesthesie en intensieve zorgen werken allen nauw samen. Dr. Rudy De Rybel is diensthoofd van de dienst cardiologie, hij is tevens hoofd van de maatschap cardiologiecardiochirurgie. Het catheterisatielab staat onder leiding van dr. Michaël Rosseel, hij is ook voorzitter van de vzw Medische Staf en lid van het directiecomite van het ASZ. De cardiochirurgie wordt geleid door prof. dr. Francis Wellens, dr. Hans Vanoverbeke en prof. dr. Mark La Meir. Cardio-anesthesie wordt geleid door dr. David Verhaeghen en dienst intensieve zorgen door dr. Bart Nonneman. De perfusionisten staan onder de deskundige leiding van dhr. Kurt Staessens. Ook de nursing is essentieel en zo wordt de afdeling cardiologie gedirigeerd door Mevrouw Karine Plateau, het cathlab en poly-cardio door Mevrouw Vera Van Den Steen. Hieronder vindt u de volledige bestaffing van het hartcentrum. Iedereen oefent zijn vakgebied algemeen uit en heeft daarbij een subspecialiteit waarop hij zich toelegt. De interventionele cardiologie wordt beoefend door dr. Michaël Rosseel, dr. Jan Debrauwere, dr. Ian Buysschaert en dr. Peter Dossche. De cardiopulmonaire revalidatie te Aalst wordt geleid door dr. Véronique Jacobs en dr. Jan Simoens. De afdeling cardiopulmonaire revalidatie te Wetteren staat onder leiding van dr. Jan Simoens. De elektrofysiologie wordt sinds kort uitgevoerd door dr. Grim De Meyer samen met dr. Stefaan Vandamme. Dr. De Meyer specialiseerde zich meerdere jaren in de elektrofysiologie aan het Middelheim ziekenhuis te Antwerpen en het St. Jan ziekenhuis te Brugge. Pacemakers, CRT en verwante vallen onder de verantwoordelijkheid van dr. Véronique Jacobs, doch ook andere cardiologen en cardiochirurgen helpen hierbij. Prof.dr. Mark La Meir legt zich meer toe op ritmechirurgie en robot-geassisteerde ingrepen. Cardiologie: Dr. Ian Buysschaert (interventionele cardiologie campus Aalst) Dr. Marc Debels (cardiologie - campus Aalst en Liedekerke) Dr. Jan Debrauwere (interventionele cardiologie - campus Aalst) Dr. Grim De Meyer (elektrofysiologie campus Aalst en campus Wetteren) Dr. Rudy De Rybel (diensthoofd cardiologie - campus Aalst en campus Wetteren) Prof. dr. Daniel De Wolf (kindercardiologie -campus Aalst en diensthoofd kindercardiologie UZ Gent) Dr. Peter Dossche (interventionele cardiologie campus Aalst en AZ Oudenaarde) Dr. Hadewich Hermans (echocardiografie campus Geraardsbergen en campus Aalst) Dr. Véronique Jacobs (cardiale revalidatie en PM campus Aalst en Brakel) Dr. Michaël Rosseel (interventionele cardiologie campus Aalst en campus Wetteren) Dr. Jan Simoens (cardiale revalidatie campus Aalst en campus Wetteren) Dr. Johan Van Besien (cardiologie - campus Geraardsbergen) Dr. Stefaan Vandamme (elektrofysiologie - campus Geraardsbergen en campus Aalst) Dr. Fabienne Vanhonsebrouck (cardiologie campus Aalst en Ninove) Dr. Dries Viaene (cardiale revalidatie en echocardiografie campus Wetteren en campus Aalst) Mevr. Karine Plateau en mevr. Vera Van Den Steen (hoofdverpleegkundigen) 3

Cardiochirurgie: Prof. dr. Mark La Meir (ritme-en robotchirurgie) Dr. Hans Vanoverbeke (diensthoofd) Prof. dr. Francis Wellens Dhr. Kurt Staessens (hoofdperfusionist) Mevr. Lea Van Nieuwenhove (hoofdverpleegkundige) Cardioanesthesie: Dr. Michel Fontaine Dr. Isabelle Hollevoet Dr. Stefaan Jacobs Dr. Sophie Platteau Dr. Veerle Sergoyne Dr. Daisy Verbessem Dr. David Verhaeghen (diensthoofd) Intensieve Zorgen: Dr. Isabelle Hollevoet Dr. Bart Nonneman (diensthoofd) Dr. Eric Pauwels Dr. Sophie Plateau Dr. Veerle Sergoyne Mevr. Anneke Beulens (hoofdverpleegkundige) Dhr. Kurt Staessens (hoofdperfusionist) In de kijker: nieuwe artsen Dr. Ian Buysschaert, uitbreiding dienst Cardiologie Sinds begin januari 2014 versterkt dr. Ian Buysschaert de dienst Cardiologie in het ASZ als interventionele cardioloog. In 2003 studeerde hij af als arts aan de KUL en specialiseerde zich in de inwendige geneeskunde en cardiologie via het UZLeuven netwerk. Zijn derde jaar opleiding volbracht hij als Medical Registrar in Sydney (Australië). In 2010 behaalde hij zijn PhD in de biomedische wetenschappen op het labo van Prof. dr. Peter Carmeliet en Prof. Ir. Diether Lambrechts (VIB KULeuven). Hij is (co-)auteur van meer dan 37 papers gepubliceerd in internationale, peer-reviewed journals. Daarnaast was hij ook actief in de deelname aan talrijke internationale klinische studies. Na zijn erkenning als cardioloog in 2011, heeft hij zich verder toegespitst op de interventionele cardiologie in het Middelheim Ziekenhuis te Antwerpen. Hij heeft expertise opgebouwd in percutane coronaire interventies alsook in correcties van structureel hartlijden. Binnen de dienst Cardiologie van het ASZ zal hij zich inzetten voor de verdere uitbouw van het hartcentrum en het cathlab. Dr. Hadewich Hermans, uitbreiding dienst Cardiologie In 2005 studeerde dr. Hadewich Hermans af als arts aan de KULeuven. Zij opteerde voor een opleiding cardiologie en verdiepte zich naast haar klinische opleiding nog verder in het domein van kleplijden. Gedurende vier jaar kon ze zich met een FWO Aspirantenmandaat deeltijds toeleggen op aortaklepstenose en drukoverbelasting van het linkerhart. Hierdoor kon ze zich verder verdiepen in (pre)klinische modaliteiten van de cardiale beeldvorming. Sinds 1 april 2014 versterkt zij het cardio-team in het ASZ, campus Geraardsbergen. Aanvullend, zal ze vanaf 1 juli 2014 tevens het echocardiografie-team op het ASZ, campus Aalst versterken. 4

vooraan vlnr: dr. G. De Meyer, dr. R. De Rybel, dr. F. Vanhonsebrouck, dr. M. Debels, dr. V. Jacobs, dr. H. Hermans achteraan: dr. I. Buysschaert, dr. J. Debrauwere, dr. J. Van Besien, dr. H. Vanoverbeke, dr. S. Vandamme, dr. M. Rosseel vlnr: prof. dr. D. De Wolf, prof. dr. M. La Meir, dr. J. Simoens, dr. D. Viaene en prof. dr. F. Wellens 5

Inleiding Met plezier stellen wij ons vijftiende jaarverslag voor. Het cathlab van het ASZ werd in 1997 voor het eerst erkend voor interventionele cardiologie, waarna een volledig hartcentrum ontstond met erkende cardiochirurgie en interventionele cardiologie. Enkele jaren later volgde ook de erkenning van de elektrofysiologie en de cardiale revalidatie. Ondertussen werden belangrijke stappen gezet: het medisch dossier werd volledig geïnformatiseerd en geïntegreerd, naast twee nieuwe cathlabs met de allernieuwste technologieën werden een volledig vernieuwde CCU en de chest pain unit opgericht, de diensten cardiologie en cardiochirurgie slaagden er als één van de weinige diensten in België in om functioneel en financieel te integreren, ons centrum trok verschillende nieuwe kwalitatieve cardiologen en cardiochirurgen aan, de verschillende subspecialiteiten werden verder uitgebouwd en het hinterland is uitgebreid. Ondertussen telt onze maatschap, waar cardiologen en cardiochirurgen deel van uitmaken, zeventien specialisten. Daarnaast werken we ook samen met cardiologen die geen deel uitmaken van onze maatschap. Belangrijk is dat de komst van de dagkliniek-lounge de problemen met infrastructuur grotendeels heeft opgelost. Daar wordt hoofdzakelijk via radial access en ambulante PCI en coro gewerkt. Het ASZ is één van de weinige centra die deze strategie rigoureus toepassen. Het ASZ cardiologie beschikt momenteel over twee ultramoderne cathlabs (Philips Allura Xper) en een hybride operatiekamer. Lounge-dagkliniek Verder telt de afdeling cardio zeven CCU bedden, 23 hospitalisatiebedden en negen dagkliniekzetels/bedden. De afdeling cardiochirurgie heeft twintig bedden en twee midcare bedden. Op de ICU bevinden zich twaalf bedden, en daar komen er tegen eind 2014 nog zes bij. We proberen hierbij steeds het wel en wee van onze patiënt voor ogen te houden. Tijdens de vele meetings discussiëren we kritisch en proberen we evidencebased maar toch no-nonsense en patiëntgericht te werken. De sfeer in onze maatschap van cardiologen en cardiochirurgen is prima, wat belangrijk is om kwalitatief te kunnen werken. De artsen van ons hartcentrum krijgen de kans om zich te subspecialiseren en hun competenties verder uit te diepen. 6

Om de kwaliteit hoog te houden, moet er ook voldoende aanbod zijn. En dat is niet evident in een provinciestad met twee hartcentra. Toch zijn we hierin geslaagd dankzij een eigen visie; we hebben een netwerk in ons hinterland uitgebouwd waarbij iedereen gelijkwaardig is en zijn of haar niche kan beoefenen. Kwaliteit trachten we steeds hoog in het vaandel te dragen, en samenwerking en feedback dragen daartoe bij. Ons slaagpercentage voor PCI in 2013 bedraagt opnieuw bijna 98%, wat zeer hoog is. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat het aantal PCI s in 2013 met 10% toenam, tot 695. Voor 2014 zien we opnieuw een toename, als we de cijfers van de eerste vier maanden extrapoleren tot ongeveer 750 PCI s. Het landelijk aantal PCI s blijft daarentegen stabiel. Inmiddels hebben we ook de lounge-dagkliniek met een tweede cathlab in gebruik genomen, specifiek voor hartpatiënten. Vooral ambulante coro s en PCI s gebeuren hier; 60% van alle coro s en PCI s doen we ambulant. Om dat te bereiken zijn we massaal overgeschakeld naar katheterisaties via radial access (90% van alle katheterisaties). De functionele evaluatie van coronaire laesies door middel van FFR wint eveneens aan populariteit. En verder verlopen ook de diagnostische EFO-onderzoeken, de slokdarmechocardiografie onder sedatie, de elektrische cardioversies en de PM-vervanging via de dagkliniek. De tevredenheid van de patiënten op de lounge-dagkliniek is groot. In 2013 namen we ook een hybride operatiezaal (een combinatie van een klassieke operatiezaal en een cathlab) in gebruik, in het volledig vernieuwde operatiekwartier. Het betreft opnieuw een state-of-the-art Philips-zaal, met een vermindering van de stralingsbelasting met 70% gecombineerd met eenzelfde uitstekende beeldkwaliteit (Philips Allura). In deze zaal plaatsen we percutane hartkleppen. (TAVI) Hybride operatiezaal De elektrofysiologische activiteit nam opnieuw toe. Het aantal ablaties steeg van 122 in 2013 naar 145 in 2013. Vooral de pulmonale venen isolatie bij de behandeling van voorkamerfibrilleren zit in de lift. Bovendien is er nu een apart EFOlab. Het acuut succespercentage bij ablatie bedroeg 99% en de complicatieratio is erg laag. De stuwende kracht achter deze positieve cijfers is dr. Grim De Meyer. 7

We zien daarnaast een belangrijke toename van het aantal PM-plaatsingen, allicht een gevolg van de vergrijzing van de bevolking, de groei van de dienst en een relatief uitgebreid TAVI-programma. De cardiochirurgische activiteit stabiliseerde ten op zichte van 2012 rond een 330-tal procedures. De ziekenhuismortaliteit bedroeg 3%, wat zonder meer een uitstekend cijfer is. Het volume en de kwaliteit in ons hartcentrum gaan in stijgende lijn. Dat betekent niet dat we nu op onze lauweren gaan rusten: in de toekomst gaan we proberen nog beter te doen, zeker wat kwaliteit en veiligheid van de patiënt betreft. De infrastructuur heeft wel moeite om de groei te volgen, en dat kan soms tot hinder voor de patiënten leiden. De komende jaren plannen we dan ook noodzakelijke investeringen om dit euvel te verhelpen. Zo kwamen er een hybride OK, een tweede cardiaal cathlab en een dagkliniek cardiologie bij begin 2014 (ondertussen succesvol in gebruik genomen). Tegen 2016 wordt de afdeling intensieve zorgen volledig vernieuwd en komt er een nieuwe afdeling cardiologie-cardiochirurgie, met daarbij ook een cathlabafdeling, CCU en een dagkliniek. Om patiëntgericht te werken, schenken we veel aandacht aan de raadpleging. Die is gestructureerd met aandacht voor het gesprek, zowel tijdens de anamnese als de bespreking. We proberen ook zoveel mogelijk diagnostiek in één tijd te verrichten en betrekken de huisarts bij de opvolging. Op de afdeling is geïnvesteerd in medici die tijd hebben om patiënten op te volgen en te begeleiden. Deze artsen nemen ook deel aan de stafmeetings. Zo bestaat er de cardiochirurgische staf (tweemaal per week), de nierarteriestaf (die houdt zich bezig met AHT, nierarteriestenose, percutane renale sympathectomie ), de staf cardiologie en de klinische tours met de volledige staf elke maandag en vrijdag. Daarnaast proberen we uiteraard ook permanent te overleggen. Inmiddels is TAVI een goed ingeburgerde techniek. We werken hiervoor samen met onze associatiepartner het UZ Brussel. Zo n negentig patiënten werden tot nog toe behandeld met goed resultaat. 4D-echocardiografie wordt nu door enkele cardiologen (dr. Dries Viaene, dr. Véronique Jacobs en dr. Hadewich Hermans) toegepast en is een essentiële aanvulling bij de behandeling van structureel hartlijden. Structureel hartlijden is een nieuwe niche binnen de interventionele cardiologie; het behelst onder andere het sluiten van PFO en ASD met closure devices, het plaatsen van percutane kleppen (TAVI) en het sluiten van het hartoortje bij patiënten met VKF. De nieuwe afdeling cardiale revalidatie op de campus Wetteren zowel ambulant als via de hospitalisatieafdeling Sp-revalidatie is volledig operationeel. Dr. Dries Viaene en dr. Jan Simoens zijn samen met een voltallig paramedisch team succesvol bezig op deze campus. Ook de patiënttevredenheid neemt er toe, met een continu hoge bezetting als gevolg. De deelname aan clinical trials kent een belangrijke boost met de komst van dr. Ian Buysschaert. Enerzijds willen we samenwerkingen met andere centra opzetten, wat ons moet toelaten om onszelf in alle bescheidenheid te evalueren en te leren van ervaringen van andere artsen en centra. Daarnaast willen we op deze manier ook financiële middelen verwerven die aangewend worden voor nietterugbetaalde behandelingen zoals het plaatsen van percutane kleppen, IVUS (intra vascular ultrasound), percutane sympathectomie... Onze dienst neemt onder meer deel aan de belangrijke Fourier Study (PCSK9-inhibitoren mogelijks even belangrijk als de komst van de statines), naast verschillende andere trials. Partnerships met andere centra streven we zoveel mogelijk na. Zo werken we prima samen met onze associatiepartner het UZ Brussel, maar ook met vele andere artsen en centra afhankelijk van de betrokken pathologie. De dienst is ook een opleidingscentrum waarbij geneesheer-specialisten in opleiding zich kunnen vervolmaken in de heelkunde, inwendige geneeskunde en cardiologie. We werken hiervoor samen met het UZ Gent en het UZ Brussel. Dit jaarverslag blikt terug op de activiteiten van het voorbije jaar en wil u een idee geven van waar we zoal mee bezig zijn. We bespreken ook de resultaten en complicaties van verschillende behandelingen, en zoals u zal zien, zijn die rapporten uitstekend. Namens het volledige team, Dr. Michaël Rosseel Dr. M. Rosseel 8

Campus Geraardsbergen vlnr. Dr. J. Van Besien, dr. V. Jacobs, dr. S. Vandamme en dr. H. Hermans Campus Wetteren Dr. J. Simoens en dr. D. Viaene 9

De Poli 25000 Aantal Poli Intra Muros ASZ 20000 15000 10000 5000 0 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 De polikliniek is een van de hoekstenen van de cardiologische praktijk. Ze biedt onze chronische patiënten de kans om een vaste cardioloog te hebben voor hun follow-up. De raadplegingen zijn patiëntvriendelijk georganiseerd, de wachttijden bij het maken van een afspraak en bij de raadpleging zelf zijn vrij kort, de onderzoeken en de bespreking van de resultaten en het beleid gebeuren zoveel mogelijk in één sessie en de uitleg aan de patiënt wordt verzorgd. We brengen ook steeds de huisarts op de hoogte, elektronisch en op papier. Samen met de groei van de dienst zien we ondertussen een toename van het aantal raadplegingen tot meer dan 20.000. En daar moeten we de raadplegingen in het AZ Oudenaarde en in de verschillende private praktijken (circa 6.000) nog bijtellen. Op de poli gebeuren naast de courante ECG s, ergometrie-onderzoeken, echocor en PM-controles ook holters, kanteltafeltesten, Dobutamine stress echo s, nucleaire cardiologie, enzovoort. 10

Cathlab-activiteit Katheterisatie Het aantal katheterisatieprocedures steeg lichtjes het voorbije jaar met 2,1 %, tot 1.698. (Op landelijk vlak zien we de voorbije jaren een stabilisatie, ook in 2013.) We herschikten de activiteiten om meer ruimte te geven aan elektrofysiologie en interventionele cardiologie, en we menen dat we ook de vruchten plukken van onze kwalitatieve aanpak. In april 2014 namen we het tweede cathlab in gebruik en startte onze nieuwe interventiecardioloog dr. Ian Buysschaert. Dat leidt tot een belangrijke toename van de activiteit voor 2014 (+ 16%). Opvallend is dat het voorbije jaar verhoudingsgewijs meer vrouwen katheterisatie ondergingen. Dit volgt een internationale trend in de westerse wereld waar de cardiovasculaire pathologie bij de vrouw toeneemt, allicht ten gevolge van levenswijzeveranderingen zoals roken, werken, stress enzovoort. De gemiddelde leeftijd van de patiënten die een katheterisatie ondergingen, is 66 jaar. Dat is een stijging met drie jaar sinds de opstart van het cathlab, waarschijnlijk te verklaren door de 2000 1500 vergrijzing van de bevolking. Bij de indicatiestelling valt het op dat deze vergelijkbaar is met vorig jaar. Het aantal onstabiele coronaire syndromen nam nog toe. Coronaire katheters zoals dagelijks gebruikt in het cathlab Ambulante coronarografie blijft stabiel op ongeveer twee derde van het totaal. Dat gebeurt via de nieuwe lounge, waarvoor we speciaal personeel hebben opgeleid. Deze aanpak is niet alleen comfortabeler voor onze patiënten, hij is ook noodzakelijk gezien het gering aantal beschikbare bedden. Quasi al deze patiënten kregen een vascular closure device, om ze na een zestal uren opnieuw te kunnen mobiliseren. Aantal Katheterisa-es Het aantal radialis procedures nam richting het jaareinde aanzienlijk toe. Wat de indicatie betreft, zien we dat kleplijden toeneemt. Allicht heeft dit te maken met percutane hartkleppen die in het ASZ worden geplaatst. De gemiddelde leeftijd van de patiënten die een katheterisatie ondergaan, bedraagt 66 jaar dit is al verschillende jaren vrij stabiel. De resultaten van de hartkatheterisatie liggen in de lijn van de vorige jaren, net zoals de complicaties, die weinig frequent zijn; 99% van de procedures verlopen zonder complicaties. Dit jaar zagen we helaas één stroke. Verder waren er zeldzame lies- en polscomplicaties (Liescomplicaties worden enkel opgenomen indien dit leidt tot verlenging van de hospitalisatieduur, transfusienood of vasculair herstel.) Twee patiënten liepen een liesinfectie op bij het gebruik van vascular closure device. We pasten de procedure daarom aan en voorzagen extra ontsmetting na de procedure, waarna deze complicatie voorlopig niet meer optrad. 1000 Totaal Man Vrouw 500 0 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 11

Bij radial access treedt, conform de literatuur, tot 2% trombose op. Bij een patiënte leverde dit blijvende hinder op langer dan drie maand. Bij de grote meerderheid verloopt dit echter asymptomatisch. Qua therapeutische opties zijn er weinig verschillen met de andere jaren, alhoewel PCI iets populairder wordt dan heelkunde (695 PCI versus 328 heelkunde). Hiermee vallen we nog steeds midden in de gausscurve, in vergelijking met de meeste andere centra dus. Wel diagnosticeerden we meer kleppathologie. Dit kan te maken hebben met de veroudering van de bevolking of met een verbetering van de diagnostiek. Hoe dan ook neemt ook het therapeutisch arsenaal toe, denken we maar aan TAVI. FFR Het aantal normale onderzoeken situeert zich op circa 13 %, ruim onder de internationale norm van 20%. Dit betekent dat de indicatiestelling tot coronaro niet te ruim is in ons centrum. FFR is sterk ingeburgerd in het cathlab van het ASZ. Bij FFR kan er een functionele beoordeling gemaakt worden van een stenose of een laesie in het coronairvat tijdens een katheterisatie door de druk voor en na een laesie of stenose te meten onder maximale hyperemie. In 2013 werden 131 FFR s verricht. In de literatuur wordt hier meer en meer aandacht aan besteed, en het ASZ volgt die trend. PCI Complicaties bij PCI in 2013 Geen (98%) 681 In hospitaal overlijden 1 Q MI 1 Non Q MI 1 Dringende CABG 2 Stent oclusie 2 Acute nierinsufficientie 0 Vascular repair 1 Bloeding 1 Arrhytmie waartoe CPR 2 Procedureel overlijden 2 Liesinfecties 2 Het aantal PCI s is het voorbije jaar gestegen met bijna 10% tot 695 procedures (1.000 tal laesies conform Riziv-nomenclatuur). De indicatiestelling blijft vergelijkbaar met de andere, het aantal STEMI s nam toe tot 111 het voorbije jaar. Bij multivessel PCI(verschillende laesies tijdens één procedure) wordt ook vaak voor DES geopteerd. Twee derde van de geplaatste stents zijn Drug Eluting Stents (DES). De resultaten zijn nog steeds uitstekend met slaagpercentages van 97% in 2013. Dit is een beperkte daling ten opzichte van 2012, maar er worden ook meer moeilijke PCI s uitgevoerd volgens ons door een goede indicatiestelling en door de ruime ervaring bij de interventiecardiologen. Met deze resultaten horen we nog steeds bij de beste centra. Het aantal CTO-procedures (PCI s van een chronisch totale occlusie) en het aantal PCI s van hoofdstammen is aan de lage kant en zal mee het hoge succespercentage verklaren. De complicaties bij de PCI s zijn vergelijkbaar met andere jaren en an- 12

dere centra. De registratie van complicatie infarct werd enkel behouden indien procedureel gerelateerd. In meer dan 95 % van het totaal aantal procedures werd ook een stent geïmplanteerd, wat een stijging is ten opzichte van vorig jaar en conform is met de huidige literatuur. Het aantal drug eluting stents (DES) stabiliseerde rond de 70% van het totaal aantal geplaatste coronaire stents. De indicatiestelling breidt uit, evenals de ervaring. Subacute stent trombose wordt nauwelijks nog gezien en ook restenose komt nog erg weinig voor (19). Het voorbije jaar waren er twee dringende CABG s na PCI s, wat conform de literatuur is (< 1%). Het aantal liescomplicaties is gestabiliseerd op een erg laag percentage (minder dan 0.5 % bloedingen en vasculair repair). Glycoproteïnes worden erg restrictief gebruikt, zoals de guidelines aanraden. Vascular closure devices worden bij PCI iets minder gebruikt, omdat er sowieso bedrust wordt voorgeschreven tot de volgende ochtend. In geval van ambulante PCI worden vascular closure devices steeds gebruikt. Het aantal ambulante PCI s blijft echter beperkt tot 10% van het totaal. Sinds eind 2013 is er bij de grote meerderheid geopteerd voor PCI via radial access. Sinds april 2014 is de lounge-dagkliniek open en sindsdien gebeurt de meerderheid van de PCI s ambulant (ongeveer 60% van alle PCI s). Voor 2014 verwachten we dat zowat 90% van de procedures via radial access zullen verlopen. Ook het gebruik van anti-aggregantia (ASA, clopidogrel en GP IIB/IIIA receptor blokkers) en antithrombotica (heparine, LMWH, fondaparinux) werd aangepast aan de recente literatuur en zou tot een veiliger en beter therapeutisch effect moeten leiden. Radial access wordt zeer regelmatig gebruikt in het ASZ. Voor 2014, met de opstart van de lounge, gaat dit richting 90%. Radial access Coronaire stent Het gebruik van intra-aortische ballonpompen stabiliseerde op een 60- tal. Vermoedelijk zal dit weer afnemen, aangezien recente literatuur de indicatiestelling beperkt. De grote meerderheid van de PCI s (90%) gebeurt aansluitend op het diagnostisch angiogram, waardoor een tweede hospitalisatie wordt vermeden. Een groot deel van de patiënten die een electieve PCI ondergaan, dient slechts één nacht in het ziekenhuis te blijven. Ongeveer 10% van de PCI s gebeurt ambulant. Conform de guidelines hebben we het aantal ad hoc-pci s wel wat verminderd, vooral dan bij complexe letsels. Dr. Ian Buysschaert, interventionele cardiologie campus Aalst Dr. J. Debrauwere, interventionele cardiologie campus Aalst Dr. P. Dossche, interventionele cardiologie Campus Aalst en AZ Oudenaarde Dr. M.Rosseel, interventionele cardiologie campus Aalst 13

Structureel hartlijden: TAVI Al enkele jaren verrichten we valvuloplasties van de aortaklep bij aortaklepstenose: de indicaties waren palliatief of als bridge naar heelkunde. In 2009 startten we met het Corevalve-Medtronik-project in het ASZ. We werken hiervoor samen met onze associatiepartner het UZ Brussel (dr. Oscar Semeraro), dr. Michaël Rosseel is operator in het ASZ. Begin 2011 volgde de certificering. Doordat de procedure door verschillende cardiologen wordt uitgevoerd, is de ervaring veel ruimer. Een vast team van cardiologen voert deze procedure uit; nl. dr. Michaël Rosseel, dr. Ian Buysschaert en dr. Oscar Semeraro. Alle gevallen worden zorgvuldig gescreend en besproken in het hart team. Bij de indicatie worden enkel patiënten geselecteerd die inoperabel zijn of een zeer hoog operatief risico hebben. De gemiddelde leeftijd van de behandelde patiënten bedraagt 83 jaar. 30 25 20 15 10 5 0 TAVI ASZ Mortaliteit IH 2010 2011 2012 2013 2014 Er is een erg nauwe samenwerking met de cardio-anesthesisten en intensivisten. Inmiddels heeft de groep onder leiding van dr. Michaël Rosseel en dr. Oscar Semeraro eind 2013 ongeveer 150 patiënten behandeld, waarvan 85 in het ASZ. Het voorbije jaar werden in het ASZ 21 patiënten behandeld met TAVI (Corevalve bio prothese). Daarbij was er geen enkel procedureel overlijden geweest, maar wel een ziekenhuisoverlijden. Sinds de opstart is één procedure niet geslaagd. Op basis van de activiteit tot mei 2014 neemt het aantal TAVI s verder toe, vooral via verwijzingen van elders. Deze resultaten zijn conform de literatuur (partner trial). In België is er helaas geen terugbetaling. De kostprijs voor een dergelijke klep bedraagt 20.000 euro. Het ASZ en de dienst cardiologie nemen het grootste deel van deze kosten op zich, waardoor het aandeel van de patiënt sterk beperkt wordt. Deze resultaten zijn conform de internationale literatuur. Deze techniek geeft ons de mogelijkheid om een aantal patiënten met aortaklepstenose die heelkundig niet meer te behandelen valt, toch een alternatief te bieden. Bovendien heeft ze de expertise in onze dienst doen toenemen en heeft ze geleid tot samenwerking met andere artsen en centra, in binnen- en buitenland. Corevalve bioprothese voor TAVI. 14

Structureel hartlijden: Sluiten PFO en ASD Het voorbije jaar werden tien PFO s en/of ASD s gesloten; deze procedures gebeuren door dr. Peter Dossche, dr. Ian Buysschaert en prof. dr. Daniel De Wolf. In totaal werden in het ASZ al meer dan 100 dergelijke procedures verricht in het voorbije decennium. Alle procedures waren succesvol en er trad geen enkele complicatie op. Amplatzer closure device dat in het ASZ wordt gebruikt voor sluiting van PFO en ASD Prof. dr. D. De Wolf Pacemaker In 2013 zijn in het ASZ 271 pacemakers ingeplant, tegenover 244 in 2012 en 207 in 2011. In het AZ Oudenaarde werden 55 PM s geïmplanteerd in 2013. Daarvan werden er tien biventriculaire PM s geplaatst waarvan drie met epicardiale elektroden. Complicaties (Aalst): 3x revisie atriale lead 1 x extractie leads wegens malfunctie 1x veneuze trombose arm 1 maand na implantatie (behandeld met LMWH en zonder gevolgen) 2x extractie biventriculaire na erosie van de PM pocket 2x extractie wegens perforatie 1x revisie wegens leadfractuur 300 250 200 150 100 50 0 Aantal PM 2010 2011 2012 2013 15

Elektrofysiologie In 2013 werden 299 elektrofysiologische procedures uitgevoerd. De lichte afname van het aantal onderzoeken ten opzichte van 2012 (311 procedures) wordt veroorzaakt door een verschuiving van elektrofysiologische onderzoeken (161 in 2013 tegenover 189 in 2012, 14%) naar ablaties (138 in 2013 tegenover 122 in 2012, + 13 %). Ablatieprocedures nemen meer tijd in beslag dan elektrofysiologische onderzoeken. Er werden 63 rechtszijdige en 75 linkszijdige ablaties uitgevoerd. Er werden ablaties uitgevoerd na de diagnose van AVNRT (27), typische voorkamerflutter (31) en extraverbindingen (4). Er gebeurde een ablatie van de Hisbundel. Het succespercentage van deze procedures schommelt tussen 95 en 100%, overeenkomstig de resultaten in de medische literatuur. Al deze ingrepen werden uitgevoerd onder lokale anesthesie, er traden geen majeure complicaties op. In 2013 gebeurden 72 longvenenisolaties (al dan niet gecombineerd met een ablatie van de cavo-tricuspid isthmus) in kader van de behandeling van voorkamerfibrillatie. Dit is een duidelijke toename ten opzichte van 2012 (51 procedures, + 41%). Het betroffen zowel eerste ingrepen als redo-ingrepen. Zonder uitzondering werd bij elk van deze ablaties het eindpunt bereikt: isolatie van alle longvenen, en zo nodig een bidirectioneel blok over de cavo-tricuspid isthmus. Eén procedure werd vroegtijdig onderbroken na optreden van een myocardperforatie tijdens de transseptale punctie. Door het vroegtijdig herkennen van deze complicatie trad geen harttamponade op. Enkele maanden later voerden we bij deze patiënt toch succesvol een longvenenisolatie uit. Er was één majeure liescomplicatie en een pseudo-aneurysma dat een interventioneel radioloog succesvol behandelde. Bij alle andere procedures vielen geen majeure complicaties te betreuren. Nieuw in 2013 was dat zeven longvenenisolaties uitgevoerd werden onder lokale anesthesie ( conscious sedation ). Met deze strategie kunnen mogelijke complicaties van algemene anesthesie vermeden worden (onder andere luchtweginfecties). De patiënten verdroegen deze ingrepen goed. In 2014 zal een groter deel van de longvenenisolaties onder lokale anesthesie uitgevoerd worden. In 2013 gebeurden ook de eerste ablaties voor ventrikeltachycardie. Deze complexe ablaties werden uitgevoerd onder lokale anesthesie bij zes patiënten. De drie ablaties ter hoogte van het rechterventrikel waren succesvol (bij twee patiënten met associatie van anti-aritmica). Van de drie ablaties ter hoogte van het linker ventrikel was er één succesvol, één niet succesvol en diende één procedure onderbroken te worden wegens optreden van een pericard tamponade. Deze laatste complicatie werd verholpen door een pericardpunctie en had geen blijvende gevolgen voor de patiënt. Door de opening van een tweede katheterisatiezaal in het ASZ wordt vanaf april 2014 één katheterisatiezaal exclusief gebruikt voor het uitvoeren van elektrofysiologische procedures. Aantal Ablaties ASZ 140 120 100 80 60 40 20 0 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 aantal ablaties PVI Dr. G. De Meyer - elektrofysioloog 16

Thorax en cardiovasculaire heelkunde In totaal 327 majeure cardiale ingrepen ( = 2012) 197 CABG 13 Opcab, waarvan 8 Midcab 31 Avr 21 Avr met Cabg 8 Bentall/Ao Asc. 28 Mvr/pl ( waarvan 4 met Tvpl.) 12 Mvr/pl met Cabg 7 Avr + Mvr/pl 1 Avr+ Mvpl.+ Cabg (Plastie % 70) 9 Varia ( Myxoom,Pericardect, Tumor, Wonde) In hospital mortaliteit : 3% ( = 2012) Prof. dr. M. La Meir en dr. H. Vanoverbeke Nieuwe technieken Hybride OK-zaal Deze zaal behelst de integratie van een echt cathlab in een operatiezaal en werd gerealiseerd in het totaal vernieuwde operatiekwartier. Vooral neuro- en vaatchirurgen gebruiken dit state-of-the-art Philips hybride operatiekwartier. De dienst cardiologie/cardiochirurgie plaatst er zijn percutane hartkleppen, vooral deze met alternatief access (transaortisch, transsubclavia, enzovoort).. Deze zaal van Philips werd vanaf eind 2013 in gebruik genomen in Aalst. 17

Lounge - Cathlab De lounge is uitgerust met een nieuw digitaal Cathlab Phillips Xper. Dat gebruikt de nieuwe flat-panel technologie met XRES, wat zorgt voor meer scherpte en contrast en minder ruis. Bovendien is er met Allura Clarity een dosisreductie van 75% bij dezelfde exceptionele beeldkwaliteit. Verder is er de FlexVision met een groot flat-panel scherm met zoom en stent boost. In de lounge geldt er een dresscode: losse kleren moeten voor een huiselijk gevoel zorgen. Op die manier willen we stress en adrenaline op de achtergrond laten verdwijnen adrenaline is een risicofactor voor verwikkelingen en een healing environment creëren. WIFI PC TV zijn voorhanden. Er wordt enkel via lokale verdoving gewerkt(geen premedicatie meer) en eventueel met een dormicum tijdens de procedure. In geval van PCI is er ritmemonitoring voorzien, en er is ook een calamiteitenlokaal. Ongeveer vijf uur na de coro of PCI worden de patiënten ontslagen. De voordelen van radial access zijn legio: er treden minder complicaties van de vasculaire access site op, we zien een reductie van de mortaliteit bij STEMI-patiënten, er is een reductie in mortaliteit, MI en CVA in high volume centers, het postprocedureel comfort voor de patiënt is groter, de patiënt is sneller terug te been en de procedure is kosteneffectief. 4D echo De 3D real time echocardiografie (of 4D echo) werd opgestart. Daarvoor werd ongeveer 200.000 euro geïnvesteerd in de aankoop van een Philips-toestel. Vooral dr. Véronique Jacobs en dr. Dries Viaene subspecialiseren zich in deze techniek. 3D echo is belangrijk bij de behandeling van structureel hartlijden. Onder andere bij het sluiten van PFO en TAVI is het een belangrijk hulpmiddel tijdens de interventionele behandeling. Bij diagnostiek en behandeling van mitraliskleplijden speelt het ook een belangrijke rol. Inmiddels zijn we bezig met de uitbouw van een echolab. 18 Dr. D. Viaene Dr. V. Jacobs Dr. M.Debels 4D echo

Telemonitoring Ook telemonitoring heeft haar intrede gedaan in het ASZ. Momenteel volgen we patiënten met defibrillatoren (AICD of CRT-D) via telemonitoring. Dr. Véronique Jacobs houdt zich hiermee bezig. Percutane renale sympathectomie De percutane renale sympathectomie is in 2010 opgestart. Slechts zes patiënten werden het voorbije jaar behandeld. Alle procedures waren succesvol en verliepen zonder complicaties. Deze behandeling kost bijna 4.000 euro en er is geen terugbetaling voorzien. Omdat daarnaast de recente Simplicity III trial geen significante daling in bloeddruk kon aantonen met deze techniek, blijven we erg restrictief in onze indicatiestelling. Tot op vandaag werden hier zo n dertig patiënten behandeld met deze techniek. PTA van de arteria renalis De sympathische innervatie van de nieren loopt in de tunica adventitia van beide nierarteries. De renale innervatie is een belangrijk mechanisme bij arteriële hypertensie. Tot de jaren 1960 werd gekozen voor heelkundige sympathectomie bij oncontroleerbare arteriële hypertensie. Nu wordt hetzelfde gedaan, maar selectiever. Een ablatiekatheter wordt endovasculair in de arteria renalis gebracht om de bezenuwing op de nierarterie te ablateren. In de Simplicity III trial wordt een significante bloeddrukdaling gezien na enkele maanden bij 95% van de pa- Renale denervatie katheter tiënten. Deze techniek wordt bij ons toegepast bij patiënten met nietcontroleerbare essentiële arteriële hypertensie onder minstens drie verschillende antihypertensiva. Tijdens de nierarteriestaf bespreken we alle patiënten. PTA van de arteria renalis gebeurde het voorbije jaar negen keer. Alle behandelingen waren succesvol en er waren geen complicaties. Op ons cathlab werden de voorbije elf jaar 159 patiënten behandeld met PTRA. Daarbij noteerden we slechts twee complicaties (cholesterolembolie en contrastnefropathie, respectievelijk in 2003 en in 2004) en een niet-succesvolle procedure (2004). Coronaire CT Coronaire CT is een belangrijke tool geworden in de diagnostiek. Vooral bij patiënten met intermediaire probabiliteit is het nut groot in de diagnostiek van coronair lijden, zeker als er submaximale belastingen aanwezig zijn. De radiologie, onder leiding van dr. Eddy Van Hedent en dr. Laurance Trappeniers, voert deze techniek erg vakkundig uit. Met de nieuwe GE CT is de beeldkwaliteit en accuraatheid van de diagnoses sterk toegenomen en werd de stralenbelasting veel geringer. Ook interferenties met kalk zorgen minder voor problemen dan vroeger. Dr. L.Trappeniers en dr. E. Van Hedent Nucleaire geneeskunde De dienst nucleaire geneeskunde staat onder leiding van dr. Nicole Dorny. Zij is ook verantwoordelijk voor de myocardscintigrafieën. Deze zijn in aantal wel verminderd door de uitbouw van dobutamine stress echo, maar blijven toch een hoeksteen in de diagnostiek. Dr. N.Dorny 19

Stafleden Hartcentrum ASZ Dienst Cardiologie Campus Aalst: T. 053 76 67 30, E mail: cardiologie.asz@asz.be Campus Geraardsbergen: T. 054 43 21 72, Email: cardiologie.ger@asz.be Campus Wetteren: T. 09 368 84 93, Email: Yasna.Krieck@asz.be (secretariaat) Cardiologie: Dr. Ian Buysschaert (interventionele cardiologie campus Aalst) Dr. Marc Debels (cardiologie - campus Aalst en Liedekerke) Dr. Jan Debrauwere (interventionele cardiologie - campus Aalst) Dr. Grim De Meyer (elektrofysiologie campus Aalst en campus Wetteren) Dr. Rudy De Rybel (diensthoofd cardiologie - campus Aalst en campus Wetteren) Prof. dr. Daniel De Wolf (kindercardiologie -campus Aalst en diensthoofd kindercardiologie UZ Gent) Dr. Peter Dossche (interventionele cardiologie campus Aalst en AZ Oudenaarde) Dr. Hadewich Hermans (echocardiografie campus Geraardsbergen en campus Aalst) Dr. Véronique Jacobs (cardiale revalidatie en PM campus Aalst en Brakel) Dr. Michaël Rosseel (interventionele cardiologie campus Aalst en campus Wetteren) Dr. Jan Simoens (cardiale revalidatie campus Aalst en campus Wetteren) Dr. Johan Van Besien (cardiologie - campus Geraardsbergen) Dr. Stefaan Vandamme (elektrofysiologie - campus Geraardsbergen en campus Aalst) Dr. Fabienne Vanhonsebrouck (cardiologie campus Aalst en Ninove) Dr. Dries Viaene (cardiale revalidatie en echocardiografie campus Wetteren en campus Aalst) Mevr. Karine Plateau en mevr. Vera Van Den Steen (hoofdverpleegkundigen) Cardiochirurgie: T. 053 76 67 85 Email vhk02@asz.be (secretariaat) Prof. dr. Mark La Meir (ritme-en robotchirurgie) Dr. Hans Vanoverbeke (diensthoofd) Prof. dr. Francis Wellens Dhr. Kurt Staessens (hoofdperfusionist) Mevr. Lea Van Nieuwenhove (hoofdverpleegkundige) Cardioanesthesie: T. 053 76 41 27 Email David.Verhaeghen@asz.be Dr. Michel Fontaine Dr. Isabelle Hollevoet Dr. Stefaan Jacobs Dr. Sophie Platteau Dr. Veerle Sergoyne Dr. Daisy Verbessem Dr. David Verhaeghen (diensthoofd) Intensieve Zorgen: T. 053 76 41 00 Email intensieve.asz@asz.be Dr. Isabelle Hollevoet Dr. Bart Nonneman (diensthoofd) Dr. Eric Pauwels Dr. Sophie Plateau Dr. Veerle Sergoyne Mevr. Anneke Beulens (hoofdverpleegkundige) Perfusionisten: Mevr. Tine Ghysens Dhr. Luc Puis Dhr. Kurt Staessens (hoofdperfusionist) Dhr. Kenny van Zwam 20