Stichting Pensioenfonds AZL

Vergelijkbare documenten
Stichting Pensioenfonds AZL in liquidatie

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 25 juni 2015

VERKORT JAARVERSLAG 2016

WELKOM. Algemene Vergadering voor Deelnemers en Gepensioneerden 14 september 2016

Stichting Pensioenfonds AZL

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 26 juni 2014

TRANSPARANTIEDOCUMENT

Stichting Pensioenfonds AZL

Stichting Norit Pensioenfonds

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

VERKORT JAARVERSLAG 2017

Het jaarverslag 2014 samengevat

Sectorbrief - Wijzigingen in de pensioenwet: wat verwacht DNB van uw fonds. Geacht bestuur,

Transparantiedocument

Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf

Stichting Pensioenfonds NEG Nederland Huishoudelijk Reglement

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

Pensioenen... Herstelplan 2017

Profiel voor (kandidaat)leden van het Verantwoordingsorgaan PMT

Stichting Pensioenfonds SMIT. Bestuursreglement V120620

Nieuws. Gezond maar alert. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. De financiële situatie van het pensioenfonds verbeterde in 2017.

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

Financieel crisisplan. Voorwoord. Inleiding. 1. Beschrijving financiële crisissituatie

Communicatiekalender 2017 en 2018

10. Goed pensioenfondsbestuur

Volgens de beleidsregel van De Nederlandsche Bank (DNB) is een financieel crisisplan als volgt te definiëren:

10. Goed pensioenfondsbestuur

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

Update pensioenen INVISTA (Nederland) BV per 14 oktober Stichting Pensioenfonds Invista

BELONINGSBELEID STICHTING PENSIOENFONDS ERNST & YOUNG. 25 april

Herstelplan ultimo 2016

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

In werking : 1 juli 2015 Vastgesteld door het bestuur : 26 juni 2015

Financieel crisisplan

Strengere regels voor pensioenfondsen

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

FUNCTIEPROFIEL BESTUUR VOOR LEDEN EN VOORZITTER (BELEGGINGSCOMMISSIE)

Verder in deze nieuwsbrief een samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie.

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Stichting Will Niemeijer Pensioenfonds. Financieel crisisplan

Verkort Jaarverslag 2014

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

Huishoudelijk Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland.

In het crisisplan worden verschillende parameters gebruikt die voor het pensioenfonds belangrijk zijn:

Goed jaar Metro Pensioenfonds, toch geen verhoging pensioenen

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland. Reglement Verantwoordingsorgaan

FINANCIEEL CRISISPLAN STICHTING PENSIOENFONDS HUNTSMAN ROZENBURG. Bijlage bij de actuariële en bedrijfstechnische nota

Terugblik 2011 in cijfers

Reglement Raad van Toezicht. van de. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf

BEKNOPT JAARVERSLAG 2017

Deelnemersbijeenkomst

Tien passen voor de tango Normenkader voor het VO

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Financiële positie pensioenfondsen

Oegstgeest, 4 september Deelnemers en Gepensioneerden

Huishoudelijk reglement van het verantwoordingsorgaan (definitief) Bedrijfstakpensioenfonds voor de drankindustrie

Competentievisie. lid verantwoordingsorgaan

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 5 februari Stand van zaken SVG. 1 van 20

CONFIDENTIEEL. [adres] Geacht bestuur,

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

De opbouw die in 2019 en 2020 nog plaatsvindt in de overgangsregeling is, overeenkomstig voorgaande jaren, niet meegenomen in de berekeningen.

Later AOW en pensioen

Pensioenen... Herstelplan 2016

Informatiebijeenkomst voor Nalco 24 januari 2019

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland. Extra nieuwsbrief 2014 nummer 6

Functieprofielen Algemeen Bestuur Stichting Pensioenfonds ING. Algemeen functieprofiel Bestuur Stichting Pensioenfonds ING

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

De uitwerking hiervan is opgenomen in onze notitie van 30 april 2015 (Ref: HDr\654444\P150314).

WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN?

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT. [Versie 1 januari 2019]

Dekkingsgraadsjabloon inclusief DC kapitaal Stichting Pensioenfonds TNO

Herstelplan. Stichting Personeelspensioenfonds APG

De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus AB AMSTERDAM

Stichting IKEA Pensioenfonds. Reglement Verantwoordingsorgaan

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Verkort jaarverslag 2013

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Bijlage C: Verklaring Beleggingsbeginselen

Het jaarverslag 2015 samengevat

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Verslag Verantwoordingsorgaan 2016

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Reglement Verantwoordingsorgaan

Bijzondere Deelnemersvergadering 24 april 2014

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

12 maart Stichting Pensioenfonds Forbo T.a.v. het bestuur Postbus AA KROMMENIE. Betreft: herstelplan per 1 januari 2018

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21

Haalbaarheidstoets Stichting Pensioenfonds ANWB. Monique van Run Sander Smeets 3 augustus 2016

Transparantiedocument

Het bestuur zal het crisisplan jaarlijks evalueren en zo nodig aanpassen.

Financieel crisisplan. van de

10. Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets

Uitkomsten onderzoek Financiële opzet en informatie. Geachte voorzitter,

Transcriptie:

Stichting Pensioenfonds AZL Stichting Pensioenfonds AZL Akerstraat 92, 6411 HD Heerlen Postbus 4471, 6401 CZ Heerlen Telefoon: 045-5763 333 Internetsite: www.p-azl.nl Ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 41070638 Verslag over het boekjaar 1-1-2015 t/m 31-12-2015

2

Inhoud Pagina Bestuur en organisatie 5 Voorwoord voorzitter 7 Meerjarenoverzicht 9 Bestuursverslag 11 Bestuurlijke inrichting en governance 11 Fondsspecifieke ontwikkelingen 21 Beleggingen 26 Risicoparagraaf 27 Vooruitblik 2016 37 Samenvatting actuarieel rapport 38 Verantwoordingsorgaan 45 Verslag van het Verantwoordingsorgaan 45 Reactie bestuur op verslag van het verantwoordingsorgaan 47 Visitatiecommissie 49 Samenvatting verslag visitatiecommissie 49 Reactie bestuur op bevindingen visitatiecommissie 52 Jaarrekening 53 Balans per 31 december 54 Staat van baten en lasten 56 Kasstroomoverzicht 58 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 59 Toelichting op de balans per 31 december 63 Toelichting op de staat van baten en lasten 69 Risicoparagraaf 75 Stichting Pensioenfonds AZL Jaarverslag 2015 3

Pagina Overige gegevens 87 Gebeurtenissen na balansdatum 87 Resultaatbestemming 87 Actuariële verklaring 88 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 90 Bijlagen 97 Bijlage 1: beleggingsoverzicht 97 Bijlage 2: begrippenlijst 98 4

Bestuur en organisatie Bestuur Werkgeversleden: De heer W.N.C. Beckers (1949) voorzitter De heer H.J.E. Drummen (1962) tot 1 juli 2015 De heer J.E. Gubbels (1982) per 1 juli 2015 Mevrouw J.J.M. Kochen (1959) Werknemersleden: De heer H.H.E.J. Quaden (1967) secretaris De heer R.A. Schuurs (1962) tot 1 januari 2016 De heer M.H.P. Starren (1947) (namens de pensioengerechtigden) De heer R.J.G.N. Volders (1978) Mevrouw D.W. Schuurman (1962) vanaf 1 januari 2016 Verantwoordingsorgaan Vertegenwoordiger uit de kring van de deelnemers: (1979) De heer D.M.J. Becker Vertegenwoordiger uit de kring van de werkgever: (1954) De heer P.W. Hoogers tot 1 januari 2016 Vertegenwoordiger uit de kring van de pensioengerechtigden: (1946) De heer W.F. Klaassen (voorzitter) Vertegenwoordiger uit de kring van werkgevers: (1968) De heer H.A. Moling (vanaf 1 januari 2016) Visitatiecommissie VC Holland Stichting Pensioenfonds AZL Jaarverslag 2015 5

Organisatie Administrateur AZL N.V., Heerlen Vermogensbeheer NN IP N.V., Den Haag Certificerende actuaris Sprenkels & Verschuren Actuarissen B.V., Amsterdam Adviserend actuaris AZL N.V., Heerlen Accountant Ernst & Young Accountants LLP, Amsterdam Custodian KasBank N.V. Amsterdam 6

Voorwoord voorzitter Het jaar 2015 is in veel opzichten een bewogen jaar geweest voor P-AZL. Marktontwikkelingen en zeker ook de continue aanpassing van beleidsregels hebben hun impact op de financiële positie van het fonds. Het bestuursverslag gaat daar nadrukkelijk op in. Inmiddels zijn we al weer halverwege 2016 en zien we dat het in 2016 niet anders is. Een aantal punten willen we in dit voorwoord extra onder de aandacht brengen: De veranderingen in de dekkingsgraad De dekkingsgraad van het fonds is in de loop van 2015 aanzienlijk verslechterd. De dekkingsgraad op basis van de nu geldende (n)ftk regels bedraagt 101,2%. De dekkingsgraad eind 2014 bedroeg 108,9%. Overigens is dit niet de dekkingsgraad die bepalend is bij de uitoefening van het beleid, zoals bijvoorbeeld bij het vaststellen van de ruimte voor toeslagen. Dan geldt de zogenaamde beleidsdekkingsgraad. Deze wordt bepaald door de dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, aan de hand van de nieuwe regels, te middelen. Voor deze beleidsdekkingsgraad geldt een verslechtering van 111,4% naar 104,3%. In beide gevallen is de verslechtering meer dan 7-procentpunten. De mutatie in negatieve zin wordt veroorzaakt door de in 2015 nieuw ingevoerde regels. De methode om de te hanteren rente (De UFR rente) te bepalen, die gebruikt moet worden bij de vaststelling van de verplichtingen is op twee punten gewijzigd. In beide gevallen resulterende in een verlaging van de rente, hetgeen doorwerkt in een stijging van de verplichtingen en derhalve een verlaging van de dekkingsgraad. Allereerst werd de tot en met 2014 gevolgde systematiek dat de rente bepaald werd door de rentes van de afgelopen drie maanden steeds te middelen verlaten. Dit betekent dat als we deze systematiek hadden mogen continueren de te hanteren rente hoger had gelegen. De impact op de dekkingsgraad van deze stelselwijziging bedraagt 5,2-procentpunten. Echter ook de wijze waarop de rente iedere maand bepaald wordt is aangepast in die zin dat het herstel van het huidige zeer lage rente niveau naar een op termijn verondersteld hoger niveau bijgesteld is. De maximaal te bereiken rente over een aantal jaren is naar beneden bijgesteld. De impact hiervan op de dekkingsgraad bedraagt 4,1%. Anders gezegd, zonder aanpassingen van de beleidsregels zou de dekkingsgraad gestegen zijn. Herstelplan en haalbaarheidstoets In het bestuursverslag wordt melding gemaakt van het feit dat ook in 2015 een herstelplan is ingediend. Verder is er in 2014 voor het eerst een haalbaarheidstoets gedaan op basis van de nieuwe regels die vorig jaar van kracht geworden zijn. Uit het ingediende herstelplan blijkt dat het fonds op termijn herstelt en dan weer, zij het beperkt, toeslagen zou kunnen verlenen. Uit de haalbaarheidstoets blijkt dat het fonds het verwachte pensioenresultaat op termijn waarmaakt. Bij deze, op zich zelf geruststellende uitkomsten, passen een aantal kanttekeningen. Zowel het herstelplan als de haalbaarheidstoets gaan uit van voorgeschreven modellen en daarbij te hanteren veronderstellingen, waarbij deze veronderstellingen bij het herstelplan en haalbaarheidstoets niet dezelfde zijn. Verder leert de ervaring van de afgelopen jaren dat het herstel zoals eerder berekend niet gerealiseerd is. De ontwikkelingen op de financiële markten hebben een grote invloed op de positie van het fonds. De rente-ontwikkeling wordt nu al jaren mede beïnvloed door de gevoerde monetaire politiek van centrale banken. Overigens kan de vraag gesteld worden of als dit niet het geval zou zijn, de rente veel hoger zou liggen. Vooralsnog ziet het bestuur geen signalen dat er verandering gaat komen in de lage rente niveaus waar we nu mee te maken hebben. Tenzij zich, nu niet voorziene majeure ontwikkelingen in positieve zin gaan voordoen, is het zeer waarschijnlijk dat het fonds de komende jaren niet in staat zal zijn toeslagen te verstrekken. Ook een mogelijke korting van de reeds opgebouwde aanspraken en ingegane pensioenen is niet uit sluiten. Stichting Pensioenfonds AZL Jaarverslag 2015 7

De toekomst van het fonds Het bestuur heeft de afgelopen jaren meerdere malen het thema van de toekomstbestendigheid van het fonds op de middellange termijn op de agenda gezet. De totale kosten gemoeid met de uitvoering van de door sociale partners vastgestelde regeling zijn de afgelopen jaren alleen maar toegenomen en liggen vertaald naar deelnemersaantallen op een zeer hoog niveau. Overigens met de kanttekening dat deze niet hoger liggen dan bij andere fondsen van een vergelijkbare omvang. De vraag is echter of hiermee het voor de belanghebbenden beste resultaat gerealiseerd wordt. Het bestuur heeft dan ook in 2015 sociale partners benaderd om gezamenlijk een studie te starten naar de toekomstbestendigheid van P-AZL op de middellange termijn. Overwegingen die daarbij een rol spelen zijn: de geringe omvang van het fonds, de sinds jaren groeiende benodigde bestuurlijke aandacht, de toenemende kosten van de uitvoering en het feit dat bij een gegeven vaste premiesystematiek er per saldo steeds minder middelen beschikbaar zijn voor de deelnemers in het fonds. De situatie medio mei 2016 is dat sociale partners in het kader van cao afspraken de intentie hebben uitgesproken om de nieuwe opbouw vanaf 2017 in principe te gaan onderbrengen in het door NNIP en AZL NV opgerichte Algemeen Pensioenfonds (De Nationale). Er zijn door sociale partners een aantal voorwaarden geformuleerd waar aan voldaan moet worden. Zo vinden sociale partners dat ook de reeds opgebouwde aanspraken ondergebracht zouden moeten worden in de Nationale. Dit is onder andere afhankelijk van het verkrijgen van een vergunning van DNB. Het bestuur heeft formeel geen zeggenschap over waar de werkgever zijn nieuwe opbouw wil onderbrengen. Het bestuur is nadrukkelijk wel verantwoordelijk voor de besluitvorming inzake de reeds opgebouwde aanspraken in het fonds. Vanuit die verantwoordelijkheid is het bestuur aan het onderzoeken welke alternatieven voor het onderbrengen van de reeds opgebouwde aanspraken aan de orde kunnen zijn. In de afweging daarvan spelen zowel kwalitatieve argumenten als kwantitatieve analyses een rol. Van belang is dat het bestuur op basis van een evenwichtige belangenafweging zelfstandig tot een oordeel komt over wat de beste route is voor het onderbrengen van de reeds in het fonds opgebouwde aanspraken, wanneer de toekomstige opbouw niet meer bij P-AZL zal plaatsvinden. Overigens is ook de optie om door te gaan met het fonds in huidige opzet, dus zowel voor de nieuwe opbouw als de reeds opgebouwde rechten, niet helemaal van de baan. Bij de afwegingen die het bestuur moet maken speelt ook mee dat de werkgever heeft aangegeven niet langer bereid te zijn een groot en steeds toenemend deel van de uitvoeringskosten voor zijn rekening te nemen. Tot nu toe is de situatie dat de werkgever de jaarlijks stijgende uitvoeringskosten die door de eigen uitvoeringsorganisatie van AZL NV ten behoeve van P-AZL gemaakt werden niet in rekening bracht. Inmiddels heeft de werkgever aangegeven dit niet meer in dezelfde mate te zullen blijven doen. Dit zal voor de financiële positie van het fonds zeker repercussies hebben en daarmee voor de mogelijkheid ooit weer te kunnen indexeren. Het bestuur verwacht de komende tijd tot een standpunt te kunnen komen. Zodra er meer duidelijkheid is zullen belanghebbenden geïnformeerd worden. Het bestuur verwacht dat ook 2016 een bewogen jaar zal zijn. Namens het Bestuur W.N.C.Beckers Voorzitter 8

Meerjarenoverzicht 2015 2014 2013 2012 2011 Aantallen Actieve deelnemers 464 460 467 446 427 Gewezen deelnemers 411 361 357 328 319 Pensioengerechtigden 167 168 168 174 174 Totaal 1.042 989 992 948 920 Financiële gegevens (in duizenden euro) Beleggingen voor risico pensioenfonds Belegd vermogen 123.908 121.858 100.843 95.306 85.536 Beleggingsopbrengsten 1.075 20.226 6.422 10.340 4.982 Rendement op basis van total return 1,1% 20,0% 6,8% 12,1% 6,2% Reserves Algemene reserve 1.513 10.236 11.092 947-4.408 Bestemmingsreserve Solvabiliteitsbuffer BPR 0 0 326 320 251 Bestemmingsreserve premies 0 0 0 0 191 Toeslagenreserve 300 0 0 0 0 Totaal reserves 1.813 10.236 11.418 1.267-3.966 Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds 125.543 114.435 92.113 95.949 91.488 Herverzekeringsdeel technische voorzieningen 182 204 208 224 220 Totaal technische voorzieningen 125.725 114.639 92.321 96.173 91.708 Stichting Pensioenfonds AZL Jaarverslag 2015 9

2015 2014 2013 2012 2011 Overige voorzieningen Technisch resultaat herverzekeraar 1.172 545 738 332 0 Voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers 1.552 1.665 1.601 1.499 1.152 Premiebijdragen van werkgevers en werknemers 3.754 4.469 3.606 3.323 3.585 Pensioenuitkeringen 2.884 3.025 3.220 3.295 3.143 Dekkingsgraad 1) FTK 101,2% 108,9% 112,0% 101,0% 95,2% Vereiste FTK (strategisch) 118,4% 115,4% 119,8% 119,9% 118,4% Beleidsdekkingsgraad 104,3% 111,4% 1) De dekkingsgraad is gebaseerd op de technische voorziening waarbij de voorgeschreven rentetermijnstructuur is gebruikt voor de verdiscontering. Er is gebruik gemaakt van de Ultimate Forward Rate (UFR)-methodiek. Voor de vaststelling van de dekkingsgraad, wordt uitgegaan van de door DNB voorgeschreven methodiek. Dit betekent dat de dekkingsgraad vanaf het einde van boekjaar 2015 wordt vastgesteld als: 1 + totale reserves (exclusief bestemmingsreserves)/(tv voor risico fonds + TV afgedekt door garantiecontracten + TV voor risico deelnemers) * 100%. De aanwezige solvabiliteit bedraagt de som van het eigen vermogen van 1.513 en de totale technische voorzieningen voor risico fonds van 125.725 en de voorziening pensioenverplichting voor risico deelnemers van 1.552. In totaliteit bedraagt de aanwezige solvabiliteit dus 128.790. 10

Bestuursverslag Bestuurlijke inrichting en governance Inleiding Pensioenfonds AZL (P-AZL) is een ondernemingspensioenfonds en heeft de stichting als rechtsvorm. Het pensioenfonds is opgericht bij notariële akte op 14 augustus 1984 en is statutair gevestigd te Heerlen. Overeenkomstig artikel 17 van de statuten wordt hierbij verslag uitgebracht over het boekjaar 2015. De pensioenregeling die per 1 januari 2013 wordt uitgevoerd door P-AZL, is voor de (gewezen) deelnemers een middelloonregeling op basis van een uitkeringsovereenkomst. Sociale partners bij AZL N.V. zijn voor een periode van vijf jaar overeengekomen de financiering van de regeling te laten plaatsvinden op basis van het CDC-principe. Dat betekent dat de regeling zich met name kenmerkt door de vaste premie die de werkgever afdraagt aan het pensioenfonds. Door het betalen van deze premie heeft de onderneming aan zijn pensioenverplichting voldaan. Het pensioenfonds wendt de premie aan ten behoeve van de opbouw van actieven. Een CDC-regeling is geen regeling die omschreven staat in de Pensioenwet. Voor IFRS standaarden (verslagleggingsregels voor de onderneming) wordt naar de feitelijke regeling gekeken en kwalificeert de CDC-regeling bij AZL N.V. zich als een DC-regeling. In 2015 zijn er voor het bestuur veel aandachtspunten geweest voortvloeiend uit nieuwe wetgeving, zoals het nieuw Financieel Toetsingskader en de Wet pensioencommunicatie. Daarnaast heeft het fonds veel aandacht besteed aan de systematische aanpak van het integriteitsrisico. Op deze zaken wordt nader ingegaan in de paragraaf inzake fondsspecifieke ontwikkelingen. Het fonds heeft ultimo 2015 een ALM-studie uitgevoerd en een nieuw strategisch beleggingskader vastgesteld. Wat betreft de Code Pensioenfondsen legt het bestuur van P-AZL in dit jaarverslag verantwoording af over de naleving van de 83 normen uit de Code. Ten slotte dient te worden opgemerkt dat door invoering van het nieuw Financieel toetsingskader van rechtswege per 31 december 2014 het korte- en langetermijnherstelplan vervallen is. Het fonds heeft onder het nieuw Financieel Toetsingskader in het tweede kwartaal van 2015 wederom een herstelplan moeten opstellen. Hierbij is rekening gehouden met de toegenomen buffereisen. Elders in dit verslag wordt separaat de financiële situatie van het fonds beschreven. Doelstelling Statutaire doelstelling Het fonds heeft ten doel het verzekeren ten behoeve van de deelnemers casu quo hun rechtverkrijgenden van pensioenuitkeringen en het verzekeren van uitkeringen in het kader van vervroegde uittreding ten behoeve van de deelnemers. Het bestuur richt zich bij het vervullen van zijn taak naar de belangen van de bij het fonds betrokken deelnemers, gewezen deelnemers, gepensioneerden en overige belanghebbenden en zorgt ervoor dat dezen zich op een evenwichtige wijze vertegenwoordigd kunnen voelen. Het fonds heeft een actuariële en bedrijfstechnische nota (abtn) opgesteld waarin gemotiveerd is omschreven welk beleid wordt gevoerd om de doelstelling van het pensioenfonds na te kunnen komen. Stichting Pensioenfonds AZL Jaarverslag 2015 11

Visie Naast het statutaire doel kent het fonds een missie, visie en strategie waarmee het fonds invulling geeft aan artikel 102a Pensioenwet. De missie luidt: P-AZL wil voor zijn (gewezen)deelnemers en gepensioneerden een duurzaam en betrouwbaar pensioenfonds zijn dat de pensioenaanspraken nu en in de toekomst (toekomstbestendig) aan haar (gewezen) deelnemers en gepensioneerden kan blijven waarmaken. Statuten De statuten van P-AZL zijn gedurende het verslagjaar niet gewijzigd. Bestuur Het pensioenfonds wordt beheerd door een bestuur, bestaande uit zeven personen. Het bestuur kent een paritaire samenstelling. Drie bestuurders worden benoemd door het bestuur na een voordracht door de werkgever en drie bestuurders worden benoemd door het bestuur na een voordracht door de ondernemingsraad. Eén bestuurder wordt benoemd voor een periode van drie jaar door het bestuur na te zijn gekozen door en uit de pensioengerechtigden. De bestuurders zijn benoemd voor een periode van drie jaar en treden af volgens een rooster van aftreden. Na afloop van de zittingsperiode kunnen de bestuurders wederom worden benoemd. De heer Gubbels maakt per 1 juli 2015 deel uit van het bestuur namens de werkgever. Hij volgt de heer Drummen op per die datum. Mevrouw Schuurman is in 2015 voorgedragen door de ondernemingsraad van AZL N.V. als opvolger van de heer Schuurs. De heer Schuurs heeft besloten zich niet herkiesbaar te stellen na afloop van zijn huidige zittingsperiode per 1 januari 2016. Na een verklaring van geen bezwaar door DNB, d.d. 27 januari 2016, is mevrouw Schuurman benoemd in het bestuur van P-AZL per 1 januari 2016. Het bestuur vergaderde in het verslagjaar regulier 8 keer. Daarnaast vonden er twee bijeenkomsten plaats met het verantwoordingsorgaan en waren er een aantal themavergaderingen. Zo kwam het bestuur naast de hierboven genoemde vergaderingen bijeen inzake de zelfevaluatie van het bestuur, de toekomstmogelijkheden van het fonds, een workshop over derivaten, een sessie inzake het nieuw Financieel Toetsingskader, een update van de ALM-studie en een integriteitsrisicometing. De belangrijkste aandachtspunten (in willekeurige volgorde) van het bestuur in het verslagjaar waren: De toekomst van het fonds op de middellange termijn; De financiële positie van het fonds en de gevolgen van de economische ontwikkelingen op de dekkingsgraad; Nieuwe wet- en regelgeving; De jaarstukken 2014; Het riskmanagement, inclusief een integriteitsrisico-analyse; De btw-positie van het fonds; Check op naleving van de Code Pensioenfondsen; Aanpassing pensioenregeling. Als belangrijkste genomen besluiten tijdens het verslagjaar kunnen worden genoemd: Het besluit tot wijziging van de abtn naar aanleiding van de implementatie van het nieuw Financieel Toetsingskader; Het besluit om de opbouw voor 2016 vast te stellen op 1,875%; Het besluit om geen toeslag te verlenen per 1-1-2015; Het bestuur heeft de met sociale partners overeengekomen ambitie en risicohouding ondertekend; Het vaststellen van een nieuw strategisch beleggingsplan. 12

Commissies van het bestuur Het bestuur heeft de governance zo ingericht dat het werkt met een drietal commissies. Hiermee wordt optimaal geprofiteerd van de specifieke kennis van bestuurders op de verschillende deelgebieden. Binnen de Beleggingscommissie, de commissie Finance en Risk en de commissie Pensioenen en Governance Issues worden, voorafgaand aan de reguliere bestuursvergaderingen, vergaderstukken/ onderwerpen vóórbesproken die op het specifieke kennisgebied van de commissies liggen. De commissies stellen een verslag op van hun vergadering en brengen dat in ter vergadering van het bestuur. De commissies hebben puur een adviserende en voorbereidende rol. In de bestuursvergaderingen zelf vinden op basis van het advies en de voorbereiding door de commissies de strategische discussies plaats en worden de besluiten genomen door het bestuur als geheel. In het verslagjaar is elke commissie ten minste vijf maal bijeengekomen. Om de werkzaamheden van de commissies nog beter op elkaar af te stemmen kent het fonds een commissiestatuut met een duidelijke taakafbakening voor de commissies. Verantwoordingsorgaan Het bestuur legt jaarlijks verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan als vertegenwoordiging van de belanghebbenden van het fonds. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit 3 personen, zijnde een vertegenwoordiger van de werkgever, een vertegenwoordiger van de deelnemers en een vertegenwoordiger van de pensioengerechtigden. De leden van het verantwoordingsorgaan worden steeds formeel benoemd voor een periode van drie jaren. Na het verstrijken van de zittingsperiode zijn aftredende leden terstond herbenoembaar; dan wel herverkiesbaar. De leden van het verantwoordingsorgaan worden als zodanig niet bezoldigd, met uitzondering van de pensioengerechtigde vertegenwoordiger, die in aanmerking komt voor een onkostenvergoeding. De samenstelling van het verantwoordingsorgaan is in de loop van het verslagjaar niet gewijzigd. De heer Hoogers heeft besloten zich niet herbenoembaar te stellen in het verantwoordingsorgaan. De werkgever heeft de heer Moling voorgedragen als lid namens de werkgever in het verantwoordingsorgaan per 1 januari 2016. Het verantwoordingsorgaan vergaderde in 2015 twee maal samen met het bestuur. Daarnaast vergaderde het verantwoordingsorgaan twee maal in eigen kring. Aan het verantwoordingsorgaan zijn alle belangrijke aandachtspunten en besluiten van het bestuur ter kennis gebracht. Tevens ontvangt het verantwoordingsorgaan van elke bestuursvergadering een afschrift in de vorm van een besluitenlijst van de betreffende bestuursvergadering. Visitatiecommissie In het kader van goed pensioenfondsbestuur draagt het bestuur zorg voor intern toezicht. Het bestuur heeft gekozen voor toezicht door middel van een visitatiecommissie die ingaande 2015 jaarlijks het functioneren van het pensioenfonds in het verstreken boekjaar evalueert en toetst. Uitbestede werkzaamheden Het bestuur heeft onder behoud van zijn verantwoordelijkheden een aantal werkzaamheden structureel uitbesteed. Het pensioenbeheer en de actuariële advisering, advisering inzake communicatie en bestuursadvisering zijn uitbesteed aan AZL N.V. te Heerlen. De actuariële certificering is opgedragen aan Sprenkels & Verschuren Actuarissen B.V. te Amsterdam. De controle van de jaarrekening gebeurt door Ernst&Young Accountants LLP te Amsterdam. Stichting Pensioenfonds AZL Jaarverslag 2015 13

Gezien de bijzondere relatie van P-AZL met AZL N.V. en NN IP N.V. besteedt P-AZL in principe uit aan deze partijen tenzij er voor het fonds zwaarwichtige redenen zijn om aan een andere partij uit te besteden. In 2014 en vervolgens 2015 heeft het fonds met beide dienstverleners onderhandeld over nieuwe uitvoeringsovereenkomsten. Daarbij heeft het fonds de normen die DNB beschrijft in de Guidance uitbesteding in acht genomen. De beide nieuwe contracten zijn primo 2015 ondertekend. Sedert 2015 monitort het bestuur de dienstverlening van de bovengenoemde dienstverleners per kwartaal. Per kwartaal worden de bevindingen gedeeld met NN IP N.V. en AZL N.V. Jaarlijks vindt een evaluatiegesprek inzake de dienstverlening plaats met deze serviceleveranciers. Het bestuur kent een uitbestedingsbeleid. De uitbesteding aan diverse partijen geschiedt met inachtneming van het uitbestedingsbeleid. Naleving Code Pensioenfondsen Het bestuur onderschrijft het doel van de Code om het bewustzijn van goed pensioenfondsbestuur te stimuleren bij de bestuurders en de leden van het intern toezicht en het verantwoordingsorgaan. Het bestuur merkt daarbij op, zoals de Code dat zelf overigens ook doet, dat de normen uit de Code weliswaar als leidend worden beschouwd, maar dat de Code ruimte laat voor de eigen verantwoordelijkheid van het pensioenfondsbestuur in de (beleids-)keuzes die het maakt. Dit betekent dat het bestuur van het fonds de normen van de Code toepast of hieronder in het jaarverslag motiveert waarom het een norm niet (volledig) toepast. Het bestuur heeft de naleving van de normen uit de Code onderzocht bij inwerkingtreding van de Code primo juli 2014. Jaarlijks evalueert het bestuur de naleving van de normen ten behoeve van het verslag in het jaarwerk alsmede om naleving van de normen te kunnen bewaken. Het bestuur heeft medio januari 2016 wederom de naleving van de normen uit de Code Pensioenfondsen geïnventariseerd. Niet van toepassing Omdat het fonds geen belanghebbendenorgaan kent, zijn de normen inzake de taak en werkwijze van het belanghebbendenorgaan niet van toepassing op het fonds (norm 10 tot en met 13), ook kent het fonds geen Raad van Toezicht waardoor norm 16 van de taken en werkwijze van intern toezicht niet van toepassing is. Omdat het bestuur verder geen bestuurders kent die financieel afhankelijk zijn van het fonds zijn ook normen 43 en 44 (melding onregelmatigheden) niet van toepassing. Ook het onderdeel geschiktheid uit de Code kent een aantal normen die gericht zijn op het belanghebbendenorgaan of Raad van toezicht. Deze normen (norm 53, 54, 55, 57, 58) zijn niet van toepassing evenals de normen inzake de zittingsduur voor beide organen (norm 62 en 63). Gemotiveerd niet naleven Het bestuur heeft besloten er naar te streven de normen inzake diversiteit die de Code stelt zoveel mogelijk na te leven. Echter, gezien de omvang van het fonds zal deskundigheid van personen de voorrang krijgen indien dit nodig blijkt. Bij gelijke geschiktheid wordt de diversiteitsregel toegepast (norm 66 tot en met 70). Inzake norm 26, Het bestuur meet hoe effectief de ingezette communicatiemiddelen zijn. Dit doet het periodiek, maar ten minste elke drie jaar dient te worden opgemerkt dat het bestuur van mening is dat gezien de omvang van het fonds een eigen onderzoek te kostbaar is om periodiek te houden. Wel krijgt het fonds professionele ondersteuning van AZL Communicatie. Daarnaast maakt het gebruik van het door AZL N.V. aangeboden klantenpanel en wordt het bezoek van de website gerapporteerd en is er een administratieve kwartaalrapportage. Inzake de zittingsperiode van een lid in het verantwoordingsorgaan (norm 61) hanteert het bestuur de volgende termijn: een lid van het verantwoordingsorgaan wordt benoemd voor een periode van 3 jaar en kan twee maal worden herbenoemd voor eveneens steeds een periode van 3 jaar. 14

Intern toezicht Verantwoordingsorgaan Het bestuur legt jaarlijks verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het gevoerde beleid alsmede over de waarborging van goed pensioenfondsbestuur. In dit jaarverslag wordt separaat verslag gedaan van de bevindingen van het verantwoordingsorgaan ten aanzien van het in 2015 door het bestuur gevoerde beleid. Visitatiecommissie Over het verslagjaar 2015 heeft een visitatie plaatsgevonden. De visitatie is uitgevoerd na afloop van het verslagjaar en de samenvatting van het verslag van de visitatiecommissie is verderop in dit verslag toegevoegd. Compliance officer en gedragscode De compliance officer is belast met het toezicht op de naleving van de gedragscode door de bestuurders. Het gaat dan met name om de bepalingen in de gedragscode met betrekking tot het aanvaarden van relatiegeschenken, giften, uitnodigingen, nevenfuncties en het deelnemen in andere instellingen/ zakelijke relaties etc. Daarnaast adviseert de compliance officer over de uitleg en toepassingen van bepalingen zoals die zijn opgenomen in de gedragscode. Geen van de bestuurders is insider. Mevrouw Thieme, Hoofd van de afdeling Risk & Compliance van AZL N.V., is compliance officer van het pensioenfonds. Jaarlijks wordt door de bestuurders bevestigd dat zij de gedragscode hebben nageleefd en dat zij het komende jaar de gedragscode zullen naleven. Ook dit jaar hebben de bestuurders deze verklaring afgelegd. De compliance officer beoordeelt de ingevulde verklaringen en verantwoordt eventuele bijzonderheden in de compliance rapportage. Het in 2015 ontvangen rapport toont geen bijzonderheden over 2014. Ook het in 2016 reeds ontvangen rapport over 2015 toont geen bijzonderheden. Geschiktheid Het deskundigheidsplan is in 2014 door het bestuur vervangen door een geschiktheidsplan. De geschiktheid omvat naast de deskundigheid van de bestuurders, leden van het verantwoordingsorgaan en de visitatiecommissie tevens de eis dat voornoemde personen de benodigde competenties bezitten en tevens professioneel handelen. Zoals reeds gebruikelijk bij het deskundigheidsplan wordt ook het geschiktheidsplan jaarlijks inhoudelijk door het bestuur bezien. In het geschiktheidsplan is vastgelegd hoe de geschiktheid van de bestuurders wordt gewaarborgd en bevorderd. Vooropgesteld kan worden dat het gehele bestuur werkzaam is, dan wel werkzaam is geweest, in de pensioenbranche en uit dien hoofde voortdurend te maken heeft met pensioen gerelateerde aangelegenheden en nieuwe ontwikkelingen op pensioengebied. Tijdens het door het bestuur georganiseerde self assessment zijn de deskundigheidsmatrix, competentiematrix en overzicht van professioneel handelen geactualiseerd. Het opleidingsplan is als bijlage opgenomen in het geschiktheidsplan. Gezien de achtergrond en kennis van de bestuurders wordt de education permanente gezien als een van de belangrijkste onderdelen van het opleidingsplan. Bestuurders nemen dan ook regelmatig deel aan seminars, lezingen en dergelijke die door de sector, de Pensioenfederatie en DNB georganiseerd worden. Jaarlijks, met een update per kwartaal en terugkoppeling in de bestuursvergadering verwerkt het bestuur de bevindingen van het bijwonen van deze bijeenkomsten in een overzicht zodat ook voor de andere bestuurders een goed beeld ontstaat van de bijgewoonde seminars. Indien nodig dan wel gewenst volgen bestuurders aanvullende opleidingen, cursussen en workshops. Gezien de specifieke kennis van de bestuurders op hun eigen vakgebied acht het bestuur zich ook op collectief niveau voldoende competent. Stichting Pensioenfonds AZL Jaarverslag 2015 15

In het kader van geschiktheidsbevordering heeft het bestuur in het verslagjaar, als geheel dan wel in commissievorm of als werkgroep, verschillende belangrijke onderwerpen op een verkennende manier opgepakt, bestudeerd, conclusies getrokken en beleidskeuzes voorbereid. Ook in 2016 streeft het bestuur ernaar de deskundigheid continu te actualiseren. Het bestuur is van mening dat het in het verslagjaar heeft voldaan aan de naleving van de normen uit de Code Pensioenfondsen en dat het heeft zorggedragen voor een integere bedrijfsvoering. In 2016 zal het bestuur onveranderd aandacht blijven besteden aan de normen in de Code Pensioenfondsen. Het bestuur heeft verder vastgelegd in haar geschiktheidsplan dat de zelfevaluatie jaarlijks plaats vindt, waarvan elk tweede jaar onder leiding van derden. Maatschappelijk verantwoord beleggen Het bestuur is zich bewust van de positie van P-AZL in de maatschappij. Mits het geen aantoonbare en structurele, nadelige gevolgen heeft voor het rendement en de risico s op de beleggingen, zal P-AZL dit ook laten meewegen bij de inrichting van het beleggingsbeleid. In dat kader heeft het bestuur reeds enkele jaren geleden besloten tot de invoering van een beleid met betrekking tot verantwoord beleggen dat wordt vormgegeven door het toepassen van een beperkt uitsluitingsbeleid. Op kwartaalbasis ontvangt P-AZL een actuele uitsluitingslijst. Op basis van de lijst houdt P-AZL zicht op het gevoerde beleid inzake Maatschappelijk verantwoord beleggen. Op basis van de volgende uitgangspunten wordt een lijst van uitsluitingen opgesteld: Respect voor het niet schaden van de kernrechten van de mens; Het zich niet schuldig maken aan vormen van kinderarbeid; Het zich onthouden van betrokkenheid bij dwangarbeid; Het zich onthouden van vormen van milieuvervuiling; Geen betrokkenheid bij de productie van controversiële wapens die geen onderscheid maken tussen militaire of burgerdoelen; Het niet respecteren van de vrijheid van vakvereniging en recht op collectieve onderhandeling; Het zich niet schuldig maken aan discriminatie; Geen betrokkenheid bij corruptie. Deze uitgangspunten vinden hun grondslag in internationale verdragen en worden breed gedragen in de mondiale samenleving. P-AZL, en voor zover mogelijk ook de door P-AZL geselecteerde beleggingsfondsen, zullen niet beleggen in vermogenstitels welke zijn uitgegeven door emittenten die op de uitsluitingslijst voorkomen. Eind 2015 stonden voor wat betreft Europa 10 ondernemingen op de uitsluitingslijst, in Noord-Amerika betrof het 21 ondernemingen en in het Verre en Midden-Oosten, alsmede overige landen, 43 ondernemingen. Het Europese en Amerikaanse aandelenfonds (samen circa 80% van het in aandelen belegd vermogen) waarin wordt geparticipeerd alsmede het bedrijfsobligatiefonds passen deze uitsluitingen toe. Binnen het beleggingsfonds voor het Verre Oosten, een fonds dat een index volgt (ook we aangeduid als een passieve beleggingsstijl) worden bedrijven die zich specifiek bezighouden met de productie van controversiële wapens van belegging uitgesloten. Eén de twee fondsmanagers voor aandelen Opkomende Markten alsmede beide bedrijfsobligatiefondsen passen eveneens een eigen uitsluitingsbeleid toe Stembeleid In lijn met de Nederlandse Corporate Governance Code onderkent P-AZL het belang van goed bestuur bij de ondernemingen waarin wordt belegd. P-AZL is van oordeel dat bedrijven met aandacht voor goed ondernemersbestuur, die bij de bedrijfsvoering de belangen van aandeelhouders en andere relevante stakeholders in ogenschouw nemen, uiteindelijk betere prestaties zullen leveren. Door actief gebruik te maken van het aan de aandelen verbonden stemrecht, kunnen aandeelhouders een positieve invloed uitoefenen op de corporate governance van de betreffende ondernemingen. Het geeft hen onder andere de mogelijkheid zich uit te spreken over de benoeming van nieuwe bestuurders en commissarissen, het beloningsbeleid van de ondernemingen en over wijziging van de statuten. 16

Indien mogelijk zal P-AZL steeds rechtstreeks van zijn stemrecht gebruik maken. Echter, aangezien P-AZL in principe geen eigen aandelenportefeuille bezit, maar belegt via beleggingsfondsen, is P-AZL geen eigenaar van de door de betreffende beleggingsfondsen gehouden aandelen. In die situatie kan het fonds geen rechtstreeks stemrecht uitoefenen. Om toch zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de hierboven vermelde uitgangspunten, zal bij de selectie van aandelenbeleggingsfondsen steeds de vraag worden gesteld of het betreffende fonds actief gebruik maakt van zijn stemrecht en, zo ja, of dit stemrecht, overeenkomstig het stembeleid van P- AZL, wordt ingezet volgens de algemeen geaccepteerde good governance best practices en rekening houd met de lokale wet- en regelgeving van de landen waar de ondernemingen gevestigd zijn. Indien het beleid van P-AZL in een bepaalde markt gericht is op passief beleggen dat wil zeggen dat ernaar gestreefd wordt de samenstelling van de portefeuille zoveel als mogelijk gelijk te doen zijn aan de gekozen benchmark zal de mate waarin de beheerder van het beleggingsfonds bereid is gebruik te maken van het stemrecht mede bepalend zijn bij de selectie van een beleggingsfonds door P-AZL. Bovenvermelde gedragslijn wordt ook toegepast bij de selectie van niet beursgenoteerde vastgoedfondsen. In bijzondere gevallen zal de fiduciaire beheerder van deze fondsen vooraf contact opnemen met het fondsbestuur om het stemgedrag af te stemmen. Communicatie Het fonds heeft een strategisch communicatiebeleidsplan 2015 2017 vastgesteld. In het verslagjaar 2015 is onder andere aandacht besteed aan de communicatie richting de deelnemers in de BPR-regeling. De communicatie betrof onder andere de gecreëerde jaarlijkse inkoopmogelijkheid. Verderop bij pensioenregelingen van het fonds wordt dit nader toegelicht. Het fonds heeft daarnaast gecommuniceerd over de financiële positie van het fonds, het opbouwpercentage in het komende jaar en het besluit om geen toeslag te verlenen. In de maand augustus van het verslagjaar hebben de actieve deelnemers het Uniform Pensioenoverzicht (UPO) ontvangen. De pensioengerechtigden hebben het UPO ontvangen in de maand december van 2015. Uit de administratieve rapportages is ook in het verslagjaar weer gebleken dat de telefonische helpdesk regelmatig wordt geraadpleegd. Via de website van het pensioenfonds (www.p-azl.nl) worden de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden geïnformeerd over de specifiek voor hun groep relevante onderwerpen. Verder publiceert het bestuur via de website van het fonds op regelmatige basis de dekkingsgraad van het fonds. De website wordt continu actueel gehouden door het plaatsen van nieuwsberichten en correspondentie/mailingen en door het up to date houden van de documenten (herstelplan, nieuw pensioenreglement etc.). Het bestuur heeft medio 2015 een nieuwe website in gebruik genomen. De website is naar de mening van het fonds beter geschikt om te raadplegen via verschillende apparaten, zoals de desktop, laptop, maar ook via de Tablet en mobiele telefoon. Via de vernieuwde website kan het fonds voorts beter omgaan met de vernieuwde eisen uit de Wet Pensioencommunicatie en Pensioen 1-2-3. Aan de website is ook een werknemersportaal gekoppeld waarop de (gewezen) deelnemer kan inloggen en zijn persoonlijke informatie en documenten, zoals het UPO, kan raadplegen. Uitvoeringskosten Reeds medio november 2011 heeft de Pensioenfederatie de Aanbevelingen uitvoeringskosten gepresenteerd. Hierin worden alle pensioenfondsen opgeroepen om de kosten van het pensioen- en vermogensbeheer en de transactiekosten te publiceren. De Pensioenfederatie heeft de initiële aanbevelingen omtrent het presenteren van de uitvoeringskosten inmiddels geactualiseerd in Stichting Pensioenfonds AZL Jaarverslag 2015 17

november 2011, november 2012 en oktober 2013 en verder ingevuld. P-AZL heeft de aanbevelingen ten aanzien van uitvoeringskosten van de Pensioenfederatie steeds zoveel mogelijk gevolgd. Naast het bevorderen van de transparantie is beoogd de vergelijkbaarheid van de kosten te verbeteren. Dat betekent dat P-AZL de volgende principes hanteert: Rapporteer de kosten van pensioenbeheer in euro per deelnemer; Rapporteer de kosten van het vermogensbeheer in % van het gemiddeld belegd vermogen; Rapporteer separaat (eventueel geschatte) transactiekosten in % van het gemiddeld belegd vermogen. Het bestuur van P-AZL heeft zich ingespannen om de transparantie volledig te bewerkstelligen en is hierover in gesprek gegaan met de partijen waaraan werkzaamheden zijn uitbesteed. Dit gaat dus verder dan alleen de direct in de jaarrekening te verantwoorden kosten. Het transparant maken van alle kosten en het mogelijk afzetten ervan tegen een benchmark is daarbij een middel om de kosten verder te beheersen. Onderstaand overzicht geeft een inzicht in de kosten. Kostenoverzicht 2015 2014 Pensioenbeheer Kosten in euro per deelnemer 1) 818,- 1.139,- Vermogensbeheer Beheerkosten in % van het gemiddeld belegd vermogen 2) 0,42% 0,37% Transactiekosten (geschat) in % van het gemiddeld belegd vermogen 0,06% 0,07% Overige vermogensbeheerkosten in % van het gemiddeld belegd vermogen 0,06% 0,06% Belangrijkste ontwikkelingen in 2015 Aanpassing pensioenregeling Sociale partners bij AZL N.V. hebben overeenstemming bereikt over de aanpassingen van de pensioenregeling per 1 januari 2015. Het opbouwpercentage bedraagt per 1 januari 2015 het fiscaal maximale percentage van 1,875% per jaar. De werkelijke opbouw wordt door het bestuur vastgesteld op basis van de kostendekkendheid van de premie. Hierbij worden de fiscale regels van het Witteveenkader in acht genomen. Het op te bouwen pensioen wordt gemaximeerd op een pensioengevend salaris van 100.000 (niveau 2015) bij een voltijds betrekking. Dit geldt echter niet voor het arbeidsongeschiktheidsrisico, dat niet gemaximeerd is. 1) Kosten van het pensioenbeheer bestaan uit de kosten van uitbesteding, bestuurskosten en de kosten van toezicht. De totale kosten bedragen 516.000, waarvan de onderneming 406.000 voor haar rekening heeft genomen. Om de kosten per deelnemer te berekenen is conform de aanbeveling van de Pensioenfederatie het aantal deelnemers gedefinieerd als de som van het aantal actieve deelnemers en pensioengerechtigden ( 464+167 = 631). Gewezen deelnemers tellen dus niet mee. 2) In de jaarrekening is een bedrag van 269.000 aan kosten vermogensbeheer verwerkt. Deze post is als volgt opgebouwd: 130.000 aan fiducair beheer, 80.000 aan discretionair beheer vastrentende waarden, 33.000 renterisicobeheer, bewaarloon 25.000 en 5.000 aan advieskosten. Daarna is 4.000 van de 273.000 toegerekend aan de BPR regeling. Naast de kosten uit de jaarrekening zijn er nog de volgende verborgen kosten meegenomen: beheerskosten voor 279.000, transactiekosten voor 80.000 en overige vermogensbeheerkosten voor 77.000. Dit leidt tot een totaal aan vermogensbeheerkosten van 705.000 op een gemiddeld belegd vermogen van 130.672.000. 18

vermogensverdeling 1) 2) 3) rendement strategische norm- primo ultimo bench- porteverdeling 2015 2015 mark feuille % % % % % Staatsobligaties 46,0 50,2 51,4 0,0 Rente derivatien (swaps) -1,5 Matching portefeuille -1,5-1,5 Bedrijfsobligaties 9,0 7,8 8,7-0,8-0,6 Aandelen 37,0 37,8 35,8 9,8 9,4 Onroerend goed 8,0 4,0 3,9 10,2 9,4 Liquiditeiten 0,0 0,2 0,2 Return portefeuille 8,3 8,0 Totaal ex valuta overlay 100,0 100,0 100,0 2,9 3,0 Afdekking vreemde valuta s -1,8-1,9 Totaal 1,1 1,1 Naleving Wet- en regelgeving Het fonds heeft reeds in 2014 een eerste inventarisatie gemaakt van de op handen zijnde wijzigingen uit het nieuwe Financieel Toetsingskader. Dit traject is in 2015 verder opgepakt. Het fonds heeft in dat kader een aantal onderwerpen bezien en waar nodig aangepast: Het vaststellen van de nieuwe beleidsdekkingsgraad; Het opstellen van een herstelplan; De aanpassing van de financiële opzet; De wijzigingen in het beleggingsbeleid, en; De haalbaarheidstoets inclusief vastlegging risicohouding; Het volledig pensioencontract onder de aandacht gebracht bij sociale partners. 1) In de procentuele onderverdeling zijn enkel betrokken de beleggingscategorieën, zoals opgenomen in de strategische normverdeling, dus exclusief de overlay uit hoofde van afdekking renterisico (rente derivaten) en afdekking vreemde valuta s 2) Rendement/Benchmark Bovenstaande tabel geeft eveneens inzicht in het resultaat, waarbij zowel het direct resultaat als het resultaat als gevolg van koersmutaties zijn samengevoegd. Sedert primo augustus 2011 wordt een zogenaamde floating benchmark gehanteerd, hetgeen van invloed was op de berekening van totaal rendement van de benchmark 3) In deze tabel staat het benchmark rendement van matching portefeuille en hiermede dus ook het toaal rendement vermeld op basis van de Euro swapcurve, en dus niet op basis van de UFR curve Stichting Pensioenfonds AZL Jaarverslag 2015 19

Beleidsdekkingsgraad DNB schrijft per 1 januari 2015 een nieuwe dekkingsgraad voor die het fonds dient te gebruiken bij alle besluiten omtrent het verlenen van toeslagen, maar ook het eventueel korten op aanspraken en rechten van haar (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden. Deze beleidsdekkingsgraad is een samengesteld gemiddelde dekkingsgraad over de laatste 12 maanden. Het bestuur van P-AZL hanteert de beleidsdekkingsgraad bij alle belangrijke besluiten per 1 januari 2015. Mede aan de hand van de beleidsdekkingsgraad wordt bepaald of het pensioenfonds in een tekortsituatie verkeert, of een pensioenverlaging noodzakelijk is en of toeslagverlening gegeven kan worden. De (beleids)dekkingsgraad van P-AZL wordt berekend door AZL Actuariaat. Het bestuur is met AZL N.V. in gesprek getreden over de wijze van totstandkoming van de beleidsdekkingsgraad. AZL N.V. heeft naar de mening van het bestuur voldoende aangetoond in control te zijn met betrekking tot de berekening van de financiële positie van het fonds. Het bestuur heeft aanvullende maatregelen om de correcte vaststelling van de beleidsdekkingsgraad te waarborgen daarom niet nodig geacht. Herstelplan Per 1 januari 2015 verdwijnt het onderscheid tussen het korte- en langetermijn herstelplan. Het huidige herstelplan kent een uitwerking hoe het fonds in maximaal 10 jaren herstelt van de kritische beleidsdekkingsgraad naar het vereist eigen vermogen van het fonds. Vóór 1 juli 2015 heeft het bestuur het opgestelde herstelplan ingediend bij De Nederlandsche Bank. Het vorige korte- en langetermijnherstelplan verviel van rechtswege per 31 december 2014. De voortgang van het herstelplan wordt jaarlijks door het bestuur geëvalueerd. In de paragraaf Herstelplan en herstelkracht wordt specifieker ingegaan op de voortgang van het herstel. Ontwikkeling dekkingsgraden DNB heeft een rekenmethode voor het berekenen van de beleidsdekkingsgraad voorgeschreven. Deze nieuwe dekkingsgraad leidt er onder andere toe dat het fonds pas vanaf een beleidsdekkingsgraad van 110% een (gedeeltelijke) toeslag mag verlenen. De toeslag dient bovendien toekomstbestendig te zijn. Het fonds monitort naast de door DNB voorgeschreven methode tevens de ontwikkeling van de dekkingsgraad gebaseerd op een swapcurve. Het fonds doet dit omdat de dekkingsgraad gebaseerd op een swapcurve een realistischer beeld van de situatie geeft. Daarnaast hanteert het fonds uiteraard swaprentes in het kader van het beleggingsbeleid en is het derhalve essentieel voor het bestuur continu de swapcurves te volgen. De financiële opzet en het beleggingsbeleid zijn niet aangepast naar aanleiding van de aanpassingen met betrekking tot het nieuw Financieel Toetsingskader. Haalbaarheidstoets Per 1 januari 2015 is de continuïteitsanalyse vervallen. Uit het nieuw Financieel Toetsingskader vloeit voort dat hiervoor in de plaats twee soorten haalbaarheidstoetsen komen; de aanvangshaalbaarheidstoets en jaarlijkse haalbaarheidstoets. De aanvangshaalbaarheidstoets dient het fonds uit te voeren bij invoering van een nieuwe regeling of op het moment dat zich een significante wijziging voordoet. Daarnaast is deze toets verplicht voorgeschreven door DNB bij de invoering van het nieuw Financieel Toetsingskader. Het fonds heeft medio 2015 de aanvangshaalbaarheidstoets uitgevoerd en heeft daarbij het verwacht pensioenresultaat en verwacht pensioenresultaat in een slecht weer scenario vastgesteld. Het fonds dient het verwachte pensioenresultaat in een slecht weer scenario vast te stellen op basis van gekozen ondergrenzen die passen binnen de risicohouding die het fonds heeft benoemd. Deze risicohouding is na overleg met sociale partners vastgesteld. Hiertoe hebben de sociale partners en het pensioenfondsbestuur 20

een document opgesteld en ondertekend. Uit de uitgevoerde aanvangshaalbaarheidstoets blijkt dat het fonds het verwachte pensioenresultaat in alle scenario s voldoende kan waarmaken. De jaarlijkse haalbaarheidstoets dient het fonds vanaf 2016 jaarlijks plaats te laten vinden. Toekomst fonds Het bestuur van P-AZL heeft sociale partners gevraagd om mee te denken over de toekomstbestendigheid op de middellange termijn van het fonds. Overwegingen hierbij zijn: De geringe omvang van het fonds; De sinds jaren groeiende benodigde bestuurlijke aandacht vanwege steeds complexere regelgeving en toezichtkaders; De mede daarmee verband houdende toenemende uitvoeringskosten; Dat per saldo daardoor minder middelen beschikbaar zijn voor de deelnemers in het fonds. In een tweetal gezamenlijke sessies van sociale partners en een delegatie van het bestuur in april en juni 2015 zijn de theoretische mogelijkheden voor het onderbrengen van de door sociale partners afgesproken pensioenregeling verkend. Medio september heeft een bijeenkomst plaatsgevonden waarbij nader is ingezoomd op de eventuele mogelijkheden van een APF. Verder heeft het bestuur in haar bestuursvergadering in december uitvoerig stil gestaan bij de mogelijkheden, maar ook beperkingen van een APF en de mogelijke impact voor deelnemers en gepensioneerden. Het overleg inzake de toekomst van het fonds zal in 2016 verder worden voortgezet. Klachten en geschillen In het verslagjaar zijn door het fonds geen klachten en/ of incidenten ontvangen. Aanpassing fondsdocumenten In het verslagjaar zijn verschillende fondsdocumenten aangepast, zoals het geschiktheidsplan, de abtn en het pensioenreglement. Fondsspecifieke ontwikkelingen Financiële positie Het belegd vermogen van het fonds (inclusief lopende rente en liquide middelen) nam in het verslagjaar toe met 2,1 miljoen tot 126,9 miljoen (2014: 124,8 miljoen). Het gemiddelde rendement op basis van total return bedroeg in 2015: 1,13% (2014: 19,96%). De voorziening pensioenverplichtingen is in 2015 met 11,1 miljoen toegenomen tot 125,5 miljoen (2014: 114,4 miljoen). De voorziening pensioenverplichtingen is mede vastgesteld op basis van de AG prognose tafel 2014 rekening houdend met leeftijdsafhankelijke ervaringssterfte op basis van gepubliceerde CBS-informatie over de relatie tussen leeftijd bij sterfte, inkomensniveau en opleidingsniveau. De benodigde solvabiliteit onder het nieuw Financieel Toetsingskader dient zodanig te zijn dat het fonds met 97,5% zekerheid volgend jaar nog voldoende vermogen heeft om de verplichtingen op marktconforme basis over te dragen bij een eventuele liquidatie. De benodigde solvabiliteit wordt bepaald met behulp van een door DNB aangereikt standaardmodel. De beleidsdekkingsgraad van het fonds bedraagt ultimo 2015 104,3%. Stichting Pensioenfonds AZL Jaarverslag 2015 21

Herstelplan en herstelkracht De voortgang van het herstelplan moet jaarlijks door het bestuur worden geëvalueerd. Ultimo 2014 eindigde het korte- en langetermijnherstelplan van rechtswege en werden beide herstelplannen vervangen door één herstelplan. Voor de goede orde wordt nog opgemerkt dat P-AZL sinds ultimo 2013 uit het kortetermijnherstelplan is. Het fonds heeft gedurende 2015 zijn dekkingsgraad maandelijks gerapporteerd aan DNB. Het fonds heeft primo 2015 bezien of het naar de normen van het nieuw Financieel Toetsingskader een herstelplan diende op te stellen. De beleidsdekkingsgraad van P-AZL bedroeg primo 2015 111,5%. Per 1 april 2015 bedroeg de beleidsdekkingsgraad 109,8%. Aangezien deze dekkingsgraden lager zijn dan het vereist eigen vermogen van P-AZL van 117,7% per 1 januari 2015, leidden deze dekkingsgraden ertoe dat P-AZL een nieuw herstelplan heeft moeten opstellen. Het bestuur heeft gekozen om een hersteltermijn van, in beginsel, tien jaren te hanteren. Zelfevaluatie Het bestuur evalueert het functioneren jaarlijks. Het bestuur volgt daarbij de geschetste werkwijze uit de aanbevelingen van de Pensioenfederatie. Ieder jaar vindt er een zelfevaluatie plaats. Om het jaar zal een externe onafhankelijke partij het evaluatieproces begeleiden. Het bestuur ziet hierin als voordeel dat de goede vragen op tafel komen en dat alle bestuurders (ook de voorzitter) vrij mee kunnen doen. Gezien de door het bestuur voorgestane kostenbeheersing en de kosten die gemoeid zijn met het inhuren van een externe onafhankelijke partij die het zelfevaluatieproces begeleidt, vindt in het andere jaar de zelfevaluatie plaats onder leiding van de voorzitter, zo nodig bijgestaan door één of twee andere bestuurders. Ultimo 2015 heeft het fonds de zelfevaluatie onder leiding van Lyncs B.V. laten plaatsvinden. De overall conclusie van de evaluatie was dat het bestuur naar behoren functioneert. Een aantal verbeterpunten is door het bestuur opgepakt: Bezien of door de werkzaamheden van de commissies een grotere tijdswinst en beperking van de werkdruk kan worden behaald; Bij besluitvorming nog nadrukkelijker rekening houden met het onafhankelijkheidsaspect en mogelijk voorkomen van dubbele petten -problematiek; Inzake de toekomstdiscussie van het fonds het gehele bestuur blijven betrekken. Pensioenregelingen van het fonds Zoals reeds opgemerkt kent P-AZL sinds 2013 één basispensioenregeling; het Pensioenreglement 2013. Deze pensioenregeling is een middelloonregeling gebaseerd op een zogenaamde Collectieve Defined Contribution (CDC)-financiering van de regeling. Deze CDC regeling kenmerkt zich met name door de vaste premie die de werkgever afdraagt aan het pensioenfonds van de onderneming. Door het betalen van deze premie heeft de onderneming aan zijn pensioenverplichting voldaan. Het pensioenfonds wendt de premie aan ten behoeve van de opbouw van actieven. P-AZL voert voor haar deelnemers een middelloonregeling uit op basis van een uitkeringsovereenkomst. De pensioenrichtleeftijd is 67 jaar. Een eerdere c.q. latere ingang van het ouderdomspensioen tot op zijn vroegst 55 jaar respectievelijk uiterlijk de 70-jarige leeftijd is mogelijk onder toepassing van actuariële korting respectievelijk oprenting van het reguliere levenslange ouderdomspensioen. Deeltijdpensionering behoort onder voorwaarden tot de mogelijkheden. Het totaalbedrag aan levenslang ouderdomspensioen is gelijk aan de som van de pensioenopbouw in elk der verstreken deelnemersjaren. Als richtpercentage gold tot en met 2014 een jaarlijkse opbouw van 2,0%. Dit percentage kan op basis van de ontvangen premie jaarlijks door het bestuur worden aangepast. Vanaf 2015 is het maximale pensioengevende opbouwpercentage ouderdomspensioen van 1,875% van toepassing. De opbouw in 2015 bedroeg 1,875%. 22