Huishoudelijk reglement

Huishoudelijk reglement Inhoud 1. ALGEMENE INFORMATIE... 3 1.1. Organisator... 3 2.1. Dienst Gezinsopvang en verantwoordelijk en... 3 1.2.1. Kinderopvanglocatie... 3 1.2.2. Verantwoordelijken... 3 1.3. Telefoon in geval van nood... 3 1.4. Kind en Gezin... 3 2. HET BELEID... 4 2.1. De aangeboden kinderopvang... 4 2.1.1. Het pedagogisch beleid... 4 2.1.2. Afspraken over eten... 4 2.1.3. Afspraken over verzorging... 6 2.1.4. Afspraken over opvolging van de kinderen... 6 2.2. Inschrijving en opname... 6 2.2.1. Inschrijving... 6 2.2.2. Voorrangsregels... 7 2.2. Breng- en afhaalmomenten... 8 2.2.1. Personen die een kind kunnen afhalen... 8 2.3. Ziekte of ongeval van een kind... 8 2.4. Medicatie... 9 2.5. De veiligheid...10 2.5.1. Afspraken over slapen... 11 2.5.2. Afspraken over verplaatsing... 11 2.5.3. Afspraken rond vervangopvang... 11 2.5.4. Afspraken rond buitenschoolse opvang in vakantieperiodes... 11 3. PRIJS...12 3.1. Hoeveel kost de opvang?...12 3.2. Individueel verminderd tarief...13 3.3. Prijs voor opvang...15 3.4. Principe opvang bestellen, is opvang betalen...15 3.4.1. Extra opvangdagen... 15 3.4.2. Regeling afwezigheden... 15 3.4.3. Wijziging opvangplan... 16 3.5. Extra kosten...17 3.5.1. Kosten die te maken hebben met de opvang... 17 3.5.2. Zaken niet inbegrepen in de kostprijs... 17 3.6. Betaling...17 3.6.1. Procedure bij wanbetaling... 18 3.7. Fiscaal attest...18 4. RECHT VAN HET GEZIN...18 4.1. Wenmoment...19 4.2. Ouders mogen altijd binnen...19 4.3. Klachtrecht...19 4.4. Respect voor de privacy en bescherming van de persoonlijke levenssfeer...19 1

5. ANDERE DOCUMENTEN...20 5.1. Verzekeringen...20 5.1.1. Stadsbestuur... 20 5.1.2. Ouders... 20 5.2. Inlichtingenfiche en het aanwezigheidsregister...20 5.3. Kwaliteitshandboek...21 6. WIJZIGINGEN IN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT EN OPZEGMODALITEITEN VOOR DE SCHRIFTELIJKE OVEREENKOMST...21 6.1. Werkwijze bij wijziging van het huishoudelijk reglement...21 6.2. Gelijkwaardige opzegmodaliteiten voor de schriftelijke overeenkomst...21 6.2.1. Opzegmodaliteiten voor het gezin... 21 6.2.2. Opzegmodaliteiten voor de organisator... 21 7. TOT SLOT...22 2

1. ALGEMENE INFORMATIE 1.1. Organisator Stadsbestuur Sint-Niklaas is de organisator van de hieronder opgesomde kinderopvanglocaties. Rechtsvorm: Stadsbestuur Ondernemingsnummer: 0207.464.192 Adres: Grote Markt 1, 9100 Sint-Niklaas Telefoon: 03 778 30 00 E-mail: info@sint-niklaas.be Website: www.sint-niklaas.be 2.1. Dienst Gezinsopvang en verantwoordelijk en 1.2.1. Kinderopvanglocatie Naam: Stedelijke gezinsopvang Adres: Abingdonstraat 99, 9100 Sint-Niklaas Telefoon: 03 778 36 40 Email: opvanggezinnen@sint-niklaas.be De informatie over en contactgegevens van de kinderopvanglocatie (begeleider in de gezinsopvang) waar het kind zal opgevangen worden, wordt vermeld in bijlage. De kindbegeleider zorgt binnen de eigen vertrouwde omgeving voor maximum 8 kinderen. 1.2.2. Verantwoordelijken De dagelijkse leiding is in handen van dienstverantwoordelijken. Samen begeleiden zij de aangesloten kindbegeleiders, onderhouden het contact met het publiek en de externe instanties en coördineren de activiteiten. Elke kindbegeleider heeft een vaste verantwoordelijke. De verantwoordelijken zijn elke werkdag tijdens de kantooruren te bereiken. De dienst is elke werkdag van 8.30u tot 12.30u bereikbaar en op dinsdag van 17 tot 19.30u op het nummer 03 778 36 40 voor algemene informatie. Op dinsdag en donderdag is er een verantwoordelijke aanwezig, voor een individueel gesprek of een specifieke vraag kan steeds een afspraak worden gemaakt. 1.3. Telefoon in geval van nood Wanneer de dienst gesloten is kan, in geval van nood, kan een verantwoordelijke bereikt worden op het nummer 0485 55 48 77 of via de plaatselijke politie op het nummer 03 760 65 00. Bel deze nummers enkel in uitzonderlijke noodgevallen. 1.4. Kind en Gezin Stadsbestuur Sint-Niklaas heeft een vergunning voor de stedelijke kinderopvanglocaties en voldoet aan de wettelijke voorwaarden. De locaties staan onder toezicht van Kind en Gezin. 3

Naam: Kind en Gezin Adres: Hallepoortlaan 27, 1060 Brussel Telefoon: 078 150 100 E-mail: http://www.kindengezin.be/formulieren/contact.jsp Website: http://www.kindengezin.be 2. HET BELEID 2.1. De aangeboden kinderopvang De stedelijke gezinsopvang voorziet in dagopvang en buitenschoolse opvang bij kindbegeleiders (begeleiders in de gezinsopvang) thuis. In dagopvang komen baby s en peuters die nog niet naar de basisschool gaan en die in de overgangsperiode zitten tussen kinderopvang en de basisschool. Een aantal kindbegeleiders doet ook opvang van schoolgaande kinderen. Deze opvang kan plaatsvinden tot het einde van de basisschool, in afspraak met de kindbegeleider. Sommige kindbegeleiders hebben flexibele openingstijden. Dit wil zeggen dat hun opvang open is voor 6.30 uur s ochtends en/of na 18.30 uur s avonds en/of in het weekend en/of tijdens de nacht. Enkele van de kindbegeleiders bieden ook opvang voor kinderen met een extra zorgbehoefte. De stedelijke gezinsopvang wil alle kinderen opvangen en discrimineert niemand op basis van cultuur, afkomst, nationaliteit, geslacht, geloof of levensovertuiging. De dienst werkt met het inkomenstarief. 2.1.1. Het pedagogisch beleid Elk kind is welkom in de stedelijke gezinsopvang en wordt aanvaard, gerespecteerd en behandeld als een uniek individu. De kindbegeleider reageert op signalen van elk kind en biedt warmte en genegenheid. Hij maakt tijd voor en geeft aandacht aan elk kind. De routine van dagdagelijkse activiteiten geeft vertrouwen en zekerheid. De ontwikkeling en zelfredzaamheid van het kind worden gestimuleerd door maximale aandacht te geven voor zowel de fysieke als psychische ontplooiing. De opvang biedt een veilige leef-, speel- en slaapomgeving. Er heerst een klimaat waarin kinderen zich tevreden en geborgen voelen. Kinderen die extra zorgen nodig hebben, kunnen opgevangen worden in een kinderopvanglocatie waar voldoende mogelijkheden aanwezig zijn om hen te geven waar ze nood aan hebben, op voorwaarde dat dit kan gecombineerd worden met de zorg voor de andere kinderen. Flexibele opvang is opvang met een bepaalde regelmaat maar op atypische uren. Er wordt nauw toegezien op het gebruik van de flexibele opvang vanuit de zorg voor de draagkracht van het kind. Dit gebeurt door een gerichte bevraging door een verantwoordelijke en een nauwgezette opvolging door de kindbegeleider. 2.1.2. Afspraken over eten Ontbijt Kinderen ontbijten thuis of krijgen thuis de eerste flesvoeding. Eventuele afwijkingen hiervan kunnen enkel na afspraak met de kindbegeleider. 4

Flesvoeding in de opvang Flesvoeding voor baby s moet, volgens de regels van Kind en Gezin, door de ouders meegebracht en in de opvanglocatie bereid worden. De ouder bezorgt de nodige informatie over het product en de bereidingswijze. Het is mogelijk om een doos met poeder mee te brengen. Hierop schrijft de ouder de naam van het kind en de datum wanneer de doos voor het eerst geopend werd. De ouder kan ook kiezen om een afgedekt potje mee te geven. Hierop schrijft de ouder de naam van het kind, het merk en de hoeveelheid poeder en de datum waarop de doos poeder voor het eerst geopend werd. Borstvoeding Het geven van borstvoeding tijdens de opvanguren wordt beslist in samenspraak met de kindbegeleider. Als er een mogelijkheid is, kan dit enkel na akkoord van de kindbegeleider en zullen hierbij de nodige afspraken worden gemaakt. Indien afgekolfde melk wordt meegebracht, is dit gekoeld in een fles of afgedekt potje of bewaarzakje. De ouder schrijft hierop de naam van het kind, de datum en uur van afkolven en de datum van invriezen. Maaltijden Afhankelijk van het tijdstip en de duur van de aanwezigheid van het kind in de opvang verstrekt de opvanglocatie de gepaste maaltijd. Ze volgt de voedingsschema s zoals ze op de raadplegingen van Kind en Gezin worden aangeraden. Er worden maximaal 2 voedingen gedurende de opvang verstrekt (flesvoedingen inbegrepen). Bij een halve dag opvang wordt 1 maaltijd voorzien. In dagopvang wordt s middags steeds een warme maaltijd gegeven. De kindbegeleider bespreekt met de ouders bij de start van de opvang het voedingsschema van het kind en zorgt voor een gezond en gevarieerd aanbod, aangepast aan de leeftijd van de kinderen. Zij brengt de ouders minstens wekelijks op de hoogte van het menu. Wanneer een kind in buitenschoolse opvang minder dan drie uur wordt opgevangen en deze aanwezigheid valt op een moment dat er warm wordt gegeten, dan dient hiervoor een supplement te worden betaald. Voor het tarief van dit supplement wordt verwezen naar het uittreksel uit het stedelijk retributiereglement in bijlage. Wordt er op dat moment geen maaltijd voorzien dan mag er binnen de gezinsopvang voorverpakte of niet bederfbare voeding meegebracht worden. Dit principe geldt ook voor de dagopvang indien een kind omwille van de lange aanwezigheid in de opvang nog extra voeding nodig heeft. Indien het kind dieetvoeding (op doktersvoorschrift) nodig heeft dan mag die door de ouders worden meegebracht. Omwille van de voedselveiligheid dient er op de verpakking een etiket te worden aangebracht met daarop volgende gegevens: naam kind, datum waarop de maaltijd werd bereid, welke voeding erin zit. Binnen de groepsopvang (2 samenwerkende kindbegeleiders) is het niet toegelaten om voeding mee te brengen. 5

2.1.3. Afspraken over verzorging Het ochtendtoilet gebeurt thuis. Het kind wordt gewassen en gekleed naar de opvang gebracht. Ouders brengen altijd voldoende reservekledij mee. De kleding en schoenen zijn aangepast aan het seizoen en geschikt om buiten te spelen. Eigen vuil linnen wordt door de ouders s avonds mee naar huis genomen. De kledij en het eigen materiaal van de kinderen wordt met de naam getekend. De kindbegeleider of dienst gezinsopvang kan niet verantwoordelijk worden gesteld bij verlies. Het dragen van juwelen en accessoires wordt afgeraden om de kans op verlies en ongevallen te voorkomen. In de loop van de dag krijgen de kinderen alle nodige verzorging. Ouders bezorgen de opvanglocatie op tijd de nodige verzorgingsproducten en luiers. 2.1.4. Afspraken over opvolging van de kinderen Om het pedagogisch aanbod zo goed mogelijk af te stemmen op de ontwikkelingsnoden van het kind worden regelmatig de motorische, sociale, emotionele, verstandelijke en taalontwikkeling van het kind geobserveerd. Ouders worden geïnformeerd over deze bevindingen en kunnen aan de kindbegeleider en dienstverantwoordelijke vragen stellen over de gezondheid, de ontwikkeling en de activiteiten van hun kind. De kindbegeleider kan aan de ouders vragen om met een heen en weer - boekje te werken. 2.2. Inschrijving en opname 2.2.1. Inschrijving Ouders kunnen hun opvangvraag laten noteren door een dienstverantwoordelijke of via het loket kinderopvang. Op dat moment worden de verwachtingen van de aanvrager genoteerd en wordt de opvolging van het dossier kort toegelicht. Enkel wie geregistreerd is komt in aanmerking voor een plaats. In het belang van het kind werkt de kinderopvang in principe met een minimum van 2,5 opvangdagen per week. De definitieve toeleiding van een opvangplaats gebeurt in overleg met de kindbegeleider zes maanden voor de effectieve opvangdatum. Ouders krijgen een schriftelijke bevestiging of weigering. Wie een bevestiging ontvangt, wordt op de dienst gezinsopvang uitgenodigd voor een informatiegesprek. Tijdens dit gesprek geeft een dienstverantwoordelijke uitleg over de werking van de gezinsopvang, het huishoudelijk reglement en welke documenten noodzakelijk zijn voor verdere administratieve afwerking van het kinddossier. Ook wordt het adres gegeven van de kindbegeleiders met een vrije plaats die aansluiten bij hun opvangvraag. Er wordt geprobeerd om verschillende adressen door te geven zodat ouders zo veel mogelijk de opvanglocatie zelf kunnen kiezen. Na dit informatiegesprek contacteren ouders de kindbegeleider(s) voor een kennismakingsgesprek. Samen met de kinderbegeleider beslissen zij of de opvang kan doorgaan. 6

De dienst gezinsopvang wordt binnen de 10 dagen na het informatiegesprek verwittigd. Een inschrijving in de opvang is definitief nadat de schriftelijke overeenkomst voor akkoord werd ondertekend en een inlichtingenfiche werd ingevuld. 1 maand voor de start van de opvang wordt het administratief dossier verder in orde gebracht. De kinderopvang kan enkel starten als de dienst gezinsopvang alle documenten heeft die nodig zijn om het kinddossier te vervolledigen. De dienst gezinsopvang heeft het recht om een kind te weigeren als ouders facturen uit een van de andere stedelijke kinderopvanginitiatieven niet hebben betaald. Wie een weigering ontvangt, kan zijn opvangvraag opnieuw laten registreren. Ouders ontvangen op dat moment ook informatie over andere opvangmogelijkheden in Sint-Niklaas. Deze tweede registratie blijft 2 maanden geldig. Lukt het niet om een opvangplaats te vinden dan worden de ouders hierover bericht en kunnen zij zich desgewenst meermaals opnieuw laten registreren. De registratie blijft steeds 2 maanden geldig. 2.2.2. Voorrangsregels Bij meerdere vragen naar opvang op hetzelfde moment worden de plaatsen verdeeld volgens de wettelijke voorrangsregels. Er wordt absolute voorrang gegeven aan wie kinderopvang nodig heeft in het kader van werk. Dit is om werk te zoeken, te houden of om een beroepsgerichte opleiding hiervoor te volgen. De dienst gezinsopvang kan hiervan aan de ouders een bewijs vragen. Daarnaast wordt voorrang gegeven aan: alleenstaanden gezinnen met een laag gezamenlijk belastbaar beroepsinkomen (= minder dan 27000 EUR per jaar) pleegkinderen die kinderopvang nodig hebben broers of zussen van kinderen die in de kinderopvanglocatie worden opgevangen. Bijkomend stelt de wet dat 20 % van de kinderen die op jaarbasis opgevangen worden, kinderen zijn van gezinnen met minstens 2 kenmerken van de voorrangsregels of kinderen zijn uit gezinnen die beantwoorden aan minstens 2 van volgende kenmerken waarvan minstens 1 uit de laatste 3 kenmerken: Nood hebben aan kinderopvang in het kader van werk. Dit is om werk te zoeken of te houden of om een beroepsgerichte opleiding te volgen. Alleenstaand zijn (niet gehuwd zijn of geen domicilie hebben met een persoon van wie het inkomen in aanmerking komt voor de bepaling van het inkomenstarief). Een gezamenlijk belastbaar beroepsinkomen hebben dat lager is dan een bepaald bedrag. Beantwoorden aan minstens 1 van de volgende 3 kenmerken: - Een gezinslid met een handicap hebben - Een gezinslid hebben met een verminderd zelfzorgvermogen 7

- Een context van hulpverlening aan het gezin of van inburgering van het gezin en als het voor de kinderen om sociale of pedagogische redenen wenselijk is dat ze overdag opgevangen worden in de kinderopvang Geen diploma secundair onderwijs hebben. Zolang 20% niet bereikt is, kan afgeweken worden van de absolute voorrang in het kader van werk. In aansluiting op de wettelijke voorrangsregels wordt op deze opvanglocatie voorrang gegeven aan kinderen van inwoners van Sint-Niklaas. 2.2. Breng- en afhaalmomenten Kinderen worden gebracht en afgehaald op het uur dat afgesproken is in het opvangplan. Deze haal- en brengmomenten bieden de kans om informatie uit te wisselen over het kind. De kindbegeleider moet ten laatste de avond voor de opvang verwittigd worden als het kind niet aanwezig kan zijn of te laat aanwezig zal zijn. Als het kind ziek is en niet naar de opvang kan komen, moet de kindbegeleider ten laatste op het afgesproken beginuur verwittigd worden. Bij meermaals laattijdig afhalen moet een andere oplossing gezocht worden. Wordt deze niet gevonden dan kan dit leiden tot beëindiging van de opvang. Onverwachts brengen en ophalen van kinderen werkt storend binnen de geplande opvangactiviteiten. Een ouder heeft toegang tot de lokalen waar zijn of haar kind verblijft, maar moet de rust en veiligheid van de andere kinderen en de privacy van de kindbegeleider respecteren. Voor sommige lokalen is een afspraak met de kindbegeleider nodig. 2.2.1. Personen die een kind kunnen afhalen De kinderopvang vertrouwt de kinderen alleen toe aan de personen die uitdrukkelijk worden vermeld in de overeenkomst. Ouders verwittigen liefst schriftelijk vooraf - wanneer andere dan de vermelde personen een kind afhalen. Treedt in de loop van de opvang een wijziging op in het ouderlijk gezag of het verblijf- of bezoekrecht, dan moet de overeenkomst zo snel mogelijk hieraan aangepast worden. Hiervoor is een gerechtelijk bewijsstuk noodzakelijk. 2.3. Ziekte of ongeval van een kind Een ziek kind kan niet naar de opvanglocatie komen. Het heeft extra zorgen nodig die het niet kan krijgen in de opvang en kan ook andere kinderen ziek maken. Een kind wordt niet toegelaten in de opvanglocatie als: het te ziek is om mee te doen met de normale activiteiten van de kinderopvang. het te veel aandacht en zorg vraagt zodat de gezondheid of de veiligheid van de andere kinderen niet meer gegarandeerd kan worden. het een van deze ziektetekens vertoont: - diarree: 3 waterige ontlastingen in de laatste 24 uur bij een kind dat te ziek is om in de opvang te blijven. 8

- braken: bloedbraken, 2 of meer keer braken tijdens de laatste 24 uur bij een kind dat te ziek is voor de opvang, wanneer er gevaar voor uitdroging bestaat of wanneer een zuigeling jonger dan 6 maanden is. - problemen met ademhaling, gierende hoest of ademnood. - meer dan 38 C koorts, samen met keelpijn, braken, diarree, oorpijn, prikkelbaarheid, verwardheid of rode huiduitslag of alarmsignalen. - huiduitslag en koorts bij een te ziek kind. - mondzweertjes bij een te ziek kind. - buikpijn van 2 uren of langer. het een besmettelijke ziekte heeft waarbij het kind zelf of de andere kinderen een risico lopen. Meer informatie over infectieziekten, symptomen, behandeling en wanneer het kind terug naar de opvang mag komen staat op de website van Kind en Gezin, www.kindengezin.be/gezondheid-en-vaccineren/ziek De opvanglocatie heeft het recht om na herstel van het kind een doktersattest te vragen, waarin wordt bevestigd dat het kind voldoende hersteld is en zonder gevaar voor de andere kinderen terug opgevangen kan worden. Er wordt verwacht dat ouders eventuele, niet onmiddellijk zichtbare medische problemen van hun kind signaleren. Dit zijn medische problemen die een gevaar kunnen betekenen voor de begeleiders of andere ouders (wanneer deze bijvoorbeeld zwanger zouden zijn) of die een bijzondere waakzaamheid van de begeleider vragen. Wanneer ouders geen behandeling opstarten bij bv. luizen, wondinfectie of een besmettelijke huidaandoening, kan de opvanglocatie een kind uit de opvang weren tot wanneer de aandoening voorbij is. Als er een besmettelijke ziekte in de opvang is, deelt de opvang dit mee. Om de privacy van de ouders en het kind te beschermen, zijn deze waarschuwingen anoniem. In geval van nucleaire ramp worden jodiumtabletten toegediend aan iedereen die aanwezig is in de opvang. Ouders kunnen schriftelijk bezwaar indienen tegen deze maatregel. Als een kind in de loop van de dag op de opvanglocatie ziek wordt of een letsel oploopt door een ongeval neemt de verantwoordelijke contact op met de ouders. Bij ziekte worden de ouders verzocht het kind zo vlug mogelijk af te halen. Indien de ouders niet bereikbaar zijn en/of wanneer voor een situatie een arts nodig is, doet de opvang het nodige. In ernstige gevallen wordt de hulpdienst verwittigd. Eventuele medische kosten vallen ten laste van de ouders. Voor gebeurlijke ongevallen tijdens de opvang is de stad verzekerd. Deze dag wordt aangerekend als een aanwezigheidsdag voor de uren waarop het kind effectief in de opvang aanwezig was. 2.4. Medicatie Medicatie wordt zoveel mogelijk thuis toegediend. De opvang geeft enkel medicatie op doktersvoorschrift en als het echt noodzakelijk en haalbaar is. Het algemene uitgangspunt blijft dat geneesmiddelen zoveel mogelijk thuis toegediend worden. 9

Op het voorschrift moeten volgende zaken vermeld staan: naam van de voorschrijver (arts/apotheker), stempel, handtekening en RIZIV nummer volledige naam van het kind naam van het geneesmiddel de afleveringsdatum de juiste dosering van het geneesmiddel de wijze van toediening van het geneesmiddel de einddatum van de behandeling of de duurtijd vanaf de afleveringsdatum De arts of apotheker kan deze informatie eventueel noteren in het volgboekje van het kind. Bij het ontbreken van één van deze gegevens wordt de medicatie niet toegediend Een medicatievoorschrift is voor maximum 3 maanden geldig. Medicatie via een aërosol kan tijdens de opvang maximaal 1 maal worden toegediend. Om organisatorische reden kan dit niet altijd op een vastgelegd tijdstip. Koortswereld middel Als basisregel geldt dat er geen koortswerende middelen worden toegediend in de opvang. In uitzonderlijke gevallen kan er, in overleg met de ouders, maximaal 1 dosis paracetamol in de vorm van siroop worden toegediend. Hiervoor is een koortsattest nodig, dat door de arts is ingevuld en gedurende de hele opvangperiode in de opvanglocatie geldig blijft. Wanneer kinderen 2 opeenvolgende dagen moeten worden afgehaald wegens koorts en/of ziekte is voor de opvangdag direct hierop volgend een attest van de arts vereist dat het kind opnieuw in de opvang kan verblijven. De kinderen die binnengebracht worden met meer dan 38 C, worden niet toegelaten in de opvang. De beslissing om een kind al dan niet toe te laten tot de opvang wordt door een de kindbegeleider genomen. 2.5. De veiligheid De dienst gezinsopvang draagt mee zorg voor een veilige opvang in de verschillende opvanglocaties. Met een risicoanalyse schat de verantwoordelijke risico s in en tracht deze te voorkomen of weg te werken. De kinderopvanglocatie is op de hoogte van de regels over brandveiligheid, voedselveiligheid, veilige speeltoestellen en speelterreinen De opvang is voorbereid op gevaar. Een procedure legt de stappen en de manier van communiceren vast in geval van crisis. Elke crisis wordt ook zo snel mogelijk aan Kind en Gezin gemeld. Grensoverschrijdend gedrag* wordt niet getolereerd. De opvang voert hiervoor een preventief beleid en er wordt een plan van aanpak door alle medewerkers onderschreven. * Definitie grensoverschrijdend gedrag (Vergunningenbesluit van 22 november 2013 art. 28 ): een situatie waarin een kind in relatie tot een persoon die aanwezig is tijdens de kinderopvang, slachtoffer is of dreigt te worden van bedreigingen of geweld. De dienst gezinsopvang ziet erop toe dat alle stedelijke locaties voor gezinsopvang de nodige maatregelen nemen om hun toegang veilig te maken zodat er niemand ongemerkt binnen en/of buiten kan gaan. Aan ouders wordt gevraagd om hier actief aan mee te werken. 10

2.5.1. Afspraken over slapen De dienst gezinsopvang volgt de regels van Kind en Gezin voor veilig slapen. De kinderen worden altijd in rugligging te slapen gelegd. Buik- of zijligging kan enkel op doktersvoorschrift (een attest van de kinderarts is vereist). De dienst gezinsopvang neemt maatregelen om wiegendood te voorkomen. Daarom voldoen alle bedjes en materiaal dat aan de opvanglocatie wordt uitgeleend aan de veiligheidsvoorschriften, wordt er gevraagd om baby s onder de 6 maanden te slapen te leggen in de leefruimte en de temperatuur te bewaken. Fopspeenkettingen en donsdekens zijn niet toegestaan. Indien er een monitor nodig is, wordt dit steeds vooraf gemeld aan de dienst en de kindbegeleider en krijgt de kindbegeleider alle nodige gebruiksinformatie. Het is verboden te roken in de opvang. 2.5.2. Afspraken over verplaatsing Tijdens het kennismakingsgesprek informeert de kindbegeleider de ouders over het al dan niet maken van verplaatsingen buitenhuis. Er wordt verwacht dat deze verplaatsingen gebeuren op een veilige manier. Bij verre verplaatsingen of lange afwezigheid wordt aan de kindbegeleider gevraagd de ouders en de dienst te verwittigen. 2.5.3. Afspraken rond vervangopvang Elk jaar voor 1 maart bezorgt de kindbegeleider een schriftelijk overzicht van de sluitingsdagen aan de ouders en de verantwoordelijke. Indien ouders hierdoor een opvangprobleem hebben, kunnen zij bij de verantwoordelijke een aanvraag doen voor vervangopvang. Deze aanvraag dient in principe 3 maanden voor de start te gebeuren met het formulier aanvraag vakantieopvang dat de ouder aan de stedelijke gezinsopvang bezorgd via het loket, per e-mail of per post. Deze vervangopvang valt binnen dezelfde regeling als voorzien bij de gebruikelijke opvang. Alle gereserveerde dagen worden bij afwezigheid afgetrokken van de respijtdagen of moeten betaald worden. Kosteloze annulatie is enkel mogelijk bij ziekte van het kind vanaf de vierde aaneensluitende kalenderdag en gestaafd met een medisch attest dat aan de dienst gezinsopvang binnen de 5 dagen na eerste ziektedag wordt bezorgd. Er geldt eveneens een opzegperiode van 1 maand voor de start van de opvang. Er wordt verwacht dat er voor elk kind in de opvang een inlichtingenfiche aanwezig is. Een specifiek formulier voor vervangopvang kan bekomen worden op elke opvanglocatie of op de dienst gezinsopvang. Dit formulier wordt ingevuld afgegeven aan de kindbegeleider die de vervangopvang voorziet. Extra sluitingsdagen worden, afhankelijk van de reden, soms maar een paar dagen vooraf meegedeeld. Indien er hierdoor opvangproblemen ontstaan tracht de dienst, na vraag van de ouders, een vervangopvang te vinden. Ook wanneer een kindbegeleider ziek is, kunnen ouders een vervangopvang aanvragen. Wanneer facturen niet (tijdig) betaald worden, wordt geen vervangopvang aangeboden en/of kan het kind niet worden opgevangen op een andere opvanglocatie. 2.5.4. Afspraken rond buitenschoolse opvang in vakantieperiodes Ouders van schoolgaande kinderen die uitsluitend in schoolvakanties of op schoolvrije dagen van de opvang gebruik wensen te maken, vragen per vakantie deze opvang aan. Wanneer 11

telkens van dezelfde opvanglocatie gebruik wordt gemaakt, kan dit in samenspraak met de kindbegeleider tot 1 week voor de start van de opvang. Ouders vragen schriftelijk bij voorkeur via e-mail aan de dienst gezinsopvang deze opvang aan. Pas wanneer facturen tijdig betaald werden en wanneer een bevestiging van de dienst gegeven wordt, kan deze opvang doorgaan. Ook hier worden alle gereserveerde dagen bij afwezigheid aangerekend. Kosteloze annulatie is enkel mogelijk bij ziekte van het kind vanaf de vierde aaneensluitende kalenderdag en gestaafd met een medisch attest dat aan de dienst gezinsopvang binnen de 5 dagen na eerste ziektedag wordt bezorgd. Er geldt eveneens een opzegperiode van 1 maand voor de start van de opvang. Deze opzeg dient dan ook schriftelijk aan de dienst te gebeuren. 3. PRIJS 3.1. Hoeveel kost de opvang? De stedelijke gezinsopvang werkt inkomensgerelateerd, wat betekent dat de ouderbijdrage afhankelijk is van het inkomen. In deze prijs zijn de meeste kosten inbegrepen, zoals eten, verzorging Sommige zaken zijn niet inbegrepen in de prijs en moeten ouders zelf meebrengen (zoals melkpoeder, reservekleren ), andere kosten worden extra aangerekend (zie 3.5). De prijs wordt berekend op het gezamenlijk belastbaar beroepsinkomen, dat terug te vinden is op het laatste aanslagbiljet. Elke ouder berekent zelf de prijs via het berekeningsinstrument op de website van Kind en Gezin op de volgende manier: STAP 1 Surf naar https://mijn.kindengezin.be om je te registreren Wat heb je nodig? je federaal token of je e-id-kaart, je pincode, een kaartlezer en een persoonlijk e-mailadres. STAP 2 Klik op Attest inkomenstarief aanvragen. Meld je aan met je e-id of Federaal Token. Beantwoord alle vragen. Vink aan wat voor jou van toepassing is. De berekening van het inkomenstarief gebeurt automatisch met informatie van FOD Financiën en het Rijksregister op basis van het aanslagbiljet. Je krijgt het attest inkomenstarief via e-mail. Heb je geen aanslagbiljet? Vraag toch een attest aan. Vul je bruto inkomen in. Dit vind je op je loonfiche. STAP 3 Geef je attest inkomenstarief aan je kinderopvang. Een verantwoordelijke van de opvang kan bij moeilijkheden de ouder helpen bij het aanvragen van een attest. 12

De eerste berekening van het attest inkomenstarief wordt ten vroegste 2 maanden voor de start van de opvang aangevraagd. De prijs geldt zolang het kind naar de opvang gaat tot het 3,5 jaar wordt, tenzij een nieuwe berekening nodig is. Jaarlijks stuurt Kind & Gezin sowieso een nieuw attest inkomenstarief dat een prijs vermeldt die is aangepast aan de index. Momenten wanneer een nieuwe berekening van het inkomenstarief door de ouder moet aangevraagd worden: in de maand waarin het kind 3,5 jaar, 6 jaar, 9 jaar en 12 jaar wordt (herberekening binnen de 2 maanden voor het einde van de geldigheidsdatum is nodig) als de gezinssituatie verandert (vb. huwelijk, echtscheiding, enz.) als het aantal kinderen ten laste verandert (vb. geboorte van een kind) als de ouder denkt recht te hebben op een individueel verminderd tarief als het individueel verminderd tarief vervalt (herberekening binnen de 2 maanden voor het einde van de geldigheidsdatum is nodig ) Een nieuwe berekening kan aangevraagd worden door te surfen naar https://mijn.kindengezin.be of door hulp te vragen aan een verantwoordelijke van de opvang of aan de medewerkers van het loket kinderopvang. Zonder geldig attest inkomenstarief kan een ouder de stedelijke gezinsopvang niet gebruiken. Ouders geven altijd het laatste attest aan een verantwoordelijke van de opvang. De ouder kan er zelf voor zorgen dat de kinderopvang altijd het juiste (individueel verminderd) tarief aanrekent. Bij de eerste en latere berekeningen kan altijd het e-mailadres van de kinderopvang ingevuld worden: opvanggezinnen@sint-niklaas.be Hiervoor staat bij de verschillende vragen een apart invulvakje: 2 de email-adres. Zo krijgt de dienst gezinsopvang ook het attest per mail. Op het berekende inkomenstarief gelden verminderingen per kind ten laste vanaf het 2de kind en een aanvullende vermindering voor gezinnen met 1 of meer meerlingen ten laste. Deze verminderingen gelden tot en met het jaar waarin een kind ten laste 12 jaar wordt. Foute informatie Kind en Gezin kan beslissen om het maximumtarief toe te passen, zowel voor de toekomst als het verleden, als blijkt dat ouders foute informatie doorgeven. Dat nieuwe tarief geldt vanaf de maand die volgt op de vaststelling van de inbreuk. Indien blijkt dat ouders buiten hun wil te veel betaalden, dan wordt het teveel terugbetaald. Betaalden ze buiten hun wil te weinig, dan moet het verschil niet bijbetaald worden. 3.2. Individueel verminderd tarief In bepaalde omstandigheden heb je recht op een individueel verminderd tarief. Dit tarief geldt voor 12 maanden tenzij in tussentijd een nieuwe berekening nodig is (vb. kind wordt 3,5 jaar). De einddatum staat vermeld op je attest zodat je tijdig een nieuwe aanvraag kan indienen. Er zijn 4 vormen van individueel verminderde tarieven: 25% vermindering met als minimum 5 EUR per dag 5 EUR per dag 13

3 EUR per dag 1,56 EUR per dag Situaties die recht geven op 25% vermindering met als minimum 5 EUR per dag Tarief werkloosheidsuitkering: jij of de inwonende persoon krijgt een voltijdse werkloosheidsuitkering voor 6 opeenvolgende maanden. Tarief invaliditeit: jij of de inwonende persoon krijgt een invaliditeitsuitkering. Tarief faillissement: jij of de inwonende persoon krijgt een faillissementsuitkering als zelfstandige. Tarief verminderd inkomen werknemer: jij of de inwonende persoon hebt/heeft voor 12 maanden een inkomen dat minstens 50% minder is, zonder dat het inkomen van de andere persoon stijgt. Tarief verminderd inkomen zelfstandige: jij of de inwonende persoon betaalt voor 12 maanden lagere sociale bijdragen, zonder dat het inkomen van de andere persoon stijgt. Situaties die recht geven op 5 EUR per dag Tarief leefloon zonder opleidingstraject: jij of de inwonende persoon krijgt een leefloon. Situaties die recht geven op 3 EUR per dag Tarief leefloon met opleidingstraject: jij of de inwonende persoon krijgt een leefloon en volgt een opleiding bij de VDAB of OCMW. Tarief laag inkomen met inburgering: jij en de inwonende persoon hebben een berekend inkomenstarief dat lager is dan 5 EUR en één van beide volgt een inburgeringstraject met attest onthaalbureau. Tarief laag inkomen met werk: jij en de inwonende persoon hebben een berekend inkomenstarief dat lager is dan 5 EUR en jullie werken beiden minstens halftijds. Situaties die recht geven op 1,56 EUR per dag Tarief materiële en medische hulp: jij en de inwonende persoon hebben een attest voor materiële of medische hulp van Fedasil, het Rode Kruis... Tarief pleegkind: voor een pleegkind dat bij jou woont. Als je het individueel verminderd tarief dat op je attest staat toch niet kan betalen, wend je je best tot het OCMW. Op basis van hun beslissing kan Kind en Gezin beslissen om een ander attest af te leveren. Bij het aanvragen van je attest inkomenstarief kan je in het systeem aanvinken welke situaties je recht geven op verminderd tarief. Je krijgt dan automatisch een verminderd tarief. Is je situatie veranderd en heb je hierdoor recht op een individueel verminderd tarief? Dan kan je dit op elk moment aanvragen. Hoe vraag je een individueel verminderd tarief aan? Surf naar https://mijn.kindengezin.be of vraag hulp aan een verantwoordelijke van de opvang. 14

Kind en Gezin controleert de berekening van je tarief. Bewaar de documenten die bewijzen dat je situatie voldoet aan de voorwaarden voor een individueel verminderd tarief gedurende 5 jaar. 3.3. Prijs voor opvang Het inkomenstarief of individueel verminderd tarief wordt aangerekend voor: de gereserveerde opvangdagen in het opvangplan en waarop het kind aanwezig is de extra overeengekomen kinderopvangdagen waarop het kind aanwezig is Voor een baby of peuter betaalt u per kalenderdag (tussen 00 en 24 uur) voor opvang meer dan 5 uur en minder dan 11 uur: 100% van het tarief voor opvang minder dan 5 uur: 60 % van het tarief voor opvang meer dan 11 uur: 160% van het tarief Voor een kind dat voltijds naar school gaat en/of dat ouder is dan 3,5 jaar betaalt u per kalenderdag (tussen 00 en 24 uur): voor opvang meer dan 5 uur en minder dan 11 uur: 100% van het tarief voor opvang meer dan 3 uur en minder dan 5 uur: 60 % van het tarief voor opvang minder dan 3 uur: 40% van het tarief voor opvang meer dan 11 uur: 160 % van het tarief Verblijfstijden van een kind gespreid over verschillende tijdstippen op 1 dag worden per kinderopvanglocatie samengevoegd. De regels over wanneer de prijs van de opvang verandert, staan in de schriftelijke overeenkomst. 3.4. Principe opvang bestellen, is opvang betalen Ouders betalen voor de dagen die gereserveerd werden en voor eventuele extra gepresteerde dagen. Alle dagen waarop opvang nodig is worden vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst met opvangplan. Daarin staat ook de startdatum en de einddatum van de opvang vermeld. Voor al deze dagen moet het vastgelegd inkomenstarief betaald worden. 3.4.1. Extra opvangdagen Extra opvangdagen worden vooraf besproken met een dienstverantwoordelijke en de kindbegeleider. De dienst gezinsopvang kan deze extra dagen opvang weigeren als er niet genoeg plaats is of door overmacht. Voor een extra dag opvang geldt het inkomenstarief. 3.4.2. Regeling afwezigheden Gerechtvaardigde afwezigheiddagen (respijtdagen) Elk kind heeft recht op gerechtvaardigde afwezigheiddagen, waarop gereserveerde opvang niet betaald moet worden, ongeacht de reden van afwezigheid. In de stedelijke gezinsopvang heeft een kind recht op 30 respijtdagen voor een voltijds opvangplan (5 volle dagen in de week) voor een volledig kalenderjaar. Voor een deeltijds opvangplan en/of een onvolledig kalenderjaar wordt het aantal respijtdagen verhoudingsgewijs verminderd. 15

Ook de volgende dagen dat een kind afwezig is, worden als gerechtvaardigde afwezigheiddagen beschouwd en moeten niet betaald worden: ziektedagen van het kind met een doktersattest vanaf de 4 de aaneensluitende kalenderdag. Het doktersattest moet binnen de 5 kalenderdagen na de eerste ziektedag aan bezorgd worden. sluitingsdagen van de opvang gezinsvakantie van minstens twee weken, die bij de start van de opvang of bij het begin van een nieuw kalenderjaar schriftelijk wordt vastgelegd in het opvangplan. Dit kan enkel in samenspraak met de kindbegeleider. Er moet een concrete periode opgenomen te worden in het (gewijzigde) opvangplan. Gerechtvaardigde afwezigheiddagen worden verrekenend op basis van de duur van de afwezigheid. Als een kind een halve dag afwezig is op een moment waarop een volle dag voorzien was, dan wordt er een halve dag in mindering gebracht van het aantal gerechtvaardigde afwezigheiddagen. Ongerechtvaardigde afwezigheiddagen Wanneer een kind niet aanwezig is in de opvang op dagen waarop het op basis van het opvangplan aanwezig had moeten zijn en de gerechtvaardigde afwezigheiddagen op zijn, dan wordt dit als een ongerechtvaardigde afwezigheid beschouwd. Hiervoor zal het vastgestelde inkomenstarief aangerekend worden. Verwittigen bij afwezigheid en sanctie indien dit niet gebeurt Zowel gerechtvaardigde als ongerechtvaardigde afwezigheid van een kind moet vooraf verwittigd worden, zo niet zal een sanctionerende vergoeding aangerekend worden. Langdurige, vooraf te plannen afwezigheid Verwittig een dienstverantwoordelijke en kindbegeleider schriftelijk of telefonisch vooraf wanneer een kind langdurig afwezig zal zijn (vb. bij gezinsvakantie, ziekenhuisopname ). Verwittigen bij plotse afwezigheid Wanneer een kind plots afwezig is, dient u een dienstverantwoordelijke en de kindbegeleider ten laatste op het moment van het startuur van het opvangplan via e-mail of telefonisch te verwittigen. Om organisatorische reden (o.a. het bereiden van verse maaltijden) vragen wij om voor 9uur s morgens te verwittigen. 3.4.3. Wijziging opvangplan Ouders die het opvangplan willen wijzigen, melden dit aan een dienstverantwoordelijke en de kindbegeleider. De dienstverantwoordelijke, de kindbegeleider en de ouders bekijken samen of en vanaf wanneer het nieuw opvangplan organisatorisch haalbaar is. Indien veelvuldig afgeweken wordt van het afgesproken opvangplan, kan een verantwoordelijke een gesprek vragen om een nieuw opvangplan op te maken of om een andere oplossing te zoeken. Ook bij overmacht kunnen een dienstverantwoordelijke en kindbegeleider vragen om het opvangplan te wijzigen. 16

3.5. Extra kosten 3.5.1. Kosten die te maken hebben met de opvang Volgende supplementen worden aangerekend naast de dagprijs: een sanctionerende vergoeding bij te laat afhalen van een kind zonder bewijs van overmacht een sanctionerende vergoeding bij niet of niet tijdig verwittigen van afwezigheid op een gereserveerde opvangdag bij wanbetaling kunnen incassokosten en dossierkosten ten laste vallen van het gezin warme maaltijd bij 1/3 buitenschoolse opvang Voor de tarieven van deze supplementen wordt verwezen naar het uittreksel uit het stedelijk retributiereglement in bijlage. Wijzigingen aan de tarieven worden altijd vooraf schriftelijk meegedeeld. 3.5.2. Zaken niet inbegrepen in de kostprijs Volgende zaken zijn niet inbegrepen in de kostprijs en moeten ouders zelf meebrengen: Flesvoeding: het juiste aantal flessen, met daarin de juiste hoeveelheid water en daarnaast ook per fles de juiste hoeveelheid melkpoeder. Borstvoeding: de afgekolfde moedermelk in gesteriliseerde flesjes met daarop een etiket met de naam van het kindje en de datum waarop de melk werd afgekolfd en ingevroren. Dieetvoeding (met doktersattest): met vermelding van naam van het kind, voeding die erin zit, datum waarop de maaltijd werd bereid. Reservekleding: boven- en onderkleding. De reservekleding en schoenen zijn aangepast aan het seizoen en geschikt om buiten te spelen. Fopspeen en knuffel: van allebei een exemplaar dat in de opvang kan blijven. Zomer: een zonnehoedje of pet, zonnecrème met hoge beschermingsfactor. Winter: pantoffeltjes voor in de leefruimte. Slabbetjes Verzorgingsproducten Luiers 3.6. Betaling Behoudens onvoorziene omstandigheden wordt er door de dienst gezinsopvang maandelijks een factuur opgemaakt. Op de factuur staan vermeld: Het aantal dagen waarop het kind gerechtvaardigd en ongerechtvaardigd aanwezig was. De geregistreerde aanwezigheden zijn bevestigd door de ouder. Het inkomenstarief van het gezin. De gedetailleerde weergave van alle bijkomende tarieven met vermelding van aard, aantal en het bedrag. De factuur dient binnen de 10 dagen na de factuurdatum te worden betaald via overschrijving op de rekening van het stadsbestuur dat vermeld is op de factuur. De ouder die meent dat zijn factuur moet verbeterd worden en bezwaar wenst in te dienen, informeert het stadsbestuur daarvan schriftelijk binnen de 30 dagen na verzendingsdatum van de factuur. Hij blijft evenwel gehouden tot betaling van de bedragen waarvan op onbetwistbare wijze is vastgesteld dat zij verschuldigd zijn. In geval van vergissing over de bedragen gevorderd van de klant, voert het stadsbestuur een rechtzetting uit hetzij op eigen 17

initiatief hetzij op vraag van de klant. In geval het aan de klant verschuldigde saldo hoger is dan het bedrag van de volgende aanrekening zal het aan de klant verschuldigde bedrag in mindering komen bij de daaropvolgende factuur. Adreswijzigingen of wijzigingen in de toestand van het gezin moeten onmiddellijk aan de opvang meegedeeld worden. Hiervoor moet een nieuw attest gezinssamenstelling worden bezorgd. Als er problemen zijn om tijdig te betalen, dan kunnen ouders een dienstverantwoordelijke contacteren om samen naar een oplossing te zoeken. 3.6.1. Procedure bij wanbetaling Bij laattijdige betaling ontvangt de ouder een schriftelijke of mondelinge aanmaning. Wanneer de betaling niet voor de uiterste betalingsdatum gebeurt, wordt aan de in gebreke blijvende ouder een herinneringsbrief gestuurd met een nieuwe betalingstermijn. Wanneer ook na de herinneringsbrief de betaling uitblijft, volgt een ingebrekestelling. De gebruikelijke procedure van het stadsbestuur bij wanbetaling wordt dan opgestart. De wetgeving op de fiscale aftrekbaarheid is alleen van toepassing op de betaalde bijdragen. Bij het uitblijven van enige reactie of bij niet-naleving van het afbetalingsplan kan het stadsbestuur de kinderen van alle stedelijke opvanginitiatieven uitsluiten zonder verdere verwittiging. In dat geval eist het stadsbestuur het openstaande saldo volledig op en vervallen eventuele aflossingsplannen. De kosten voor inning van de schulden zoals herinneringsbrieven en ingebrekestellingen evenals de verwijlintresten berekend tegen de wettelijke rentevoet, zijn ten laste van de ouders. 3.7. Fiscaal attest De kosten voor kinderopvang tot 12 jaar zijn fiscaal aftrekbaar. De dienst gezinsopvang verbindt zich ertoe jaarlijks voor 15 juni aan de ouders een fiscaal attest te bezorgen voor alle betaalde facturen. Voor openstaande facturen wordt geen fiscaal attest afgeleverd. Van nagekomen betalingen moeten ouders zelf voor 15 juni de betalingsbewijzen aan de dienst bezorgen. 4. RECHT VAN HET GEZIN Ouders zijn de eerste opvoeders en zijn dus volwaardige partners in de dialoog tussen dienst gezinsopvang, kindbegeleider en ouders. Met elke ouder wordt een schriftelijke overeenkomst opgemaakt, evenals een inlichtingenfiche met alle info in het kader van de gezondheid en de veiligheid van het kind. Aan de kindbegeleider wordt gevraagd zo veel mogelijk informatie te verschaffen over hoe het kind zich voelt in de opvang en over de vorderingen die het kind maakt. Dit kan mondeling tijdens de breng- en haalmomenten en/of via het heen- en weerboekje. Ouders hebben de mogelijkheid contact op te nemen met een dienstverantwoordelijke indien zij een zorg of vraag hebben rond de opvang van hun kind. Een dienstverantwoordelijke contacteert de ouders wanneer dit in het belang is van de opvang van hun kind. De dienst gezinsopvang organiseert jaarlijks een oudermoment waarop vorming en info gecombineerd worden. 18

Op vaste momenten tijdens de opvangduur wordt de tevredenheid van ouders gemeten. 4.1. Wenmoment Voor de start van de opvang wordt samen met de ouders een wenmoment afgesproken. Als een kind samen met de ouder komt wennen is dit gratis. Van zodra een kind alleen in de opvang aanwezig is (al dan niet in het kader van het wennen), wordt de dagprijs aangerekend. 4.2. Ouders mogen altijd binnen Tijdens de openingsuren hebben ouders toegang tot de lokalen waar hun kind verblijft, maar met respect voor de rust, veiligheid van de kinderen en privacy van de kindbegeleider. Voor sommige lokalen is daarom een afspraak met de kindbegeleider nodig. *Werd toegevoegd sinds college (stond ook in oud reglement dus geen wijziging voor ouders) 4.3. Klachtrecht Vragen, meldingen van ongenoegen of opmerkingen kunnen besproken worden met de begeleiders of een verantwoordelijke. Zij zullen trachten tot een oplossing te komen. Een klacht is een formele uiting van ontevredenheid en moet schriftelijk overgemaakt worden aan een dienstverantwoordelijke, aan het afdelingshoofd opvoeding en onderwijs, veerle.vermeulen@sint-niklaas.be, of het organiserend bestuur, klantendienst@sintniklaas.be. Elke klacht wordt discreet volgens de klachtenprocedure van de stad behandeld. Klachten over het reglement zullen aan het college van burgemeester en schepenen voorgelegd worden. Ouders die niet tevreden zijn over de wijze waarop hun vraag of klacht behandeld werd, kunnen zich volgens artikel 24 (ontvangstmelding en antwoord ten gronde) wenden tot de ombudsdienst van de stad Sint-Niklaas, Grote Markt 1, 9100 Sint-Niklaas, ombudsdienst@sint-niklaas.be. Zij kunnen ook altijd contact opnemen met de klachtendienst van Kind en Gezin, Hallepoortlaan 27, 1060 Brussel via http://www.kindengezin.be/contact-en-help/klachten/. 4.4. Respect voor de privacy en bescherming van de persoonlijke levenssfeer Bij de inschrijving en tijdens de opvang hebben de dienst gezinsopvang en kindbegeleider info nodig. Het gaat om administratieve en relevante sociale en medische gegevens van het kind, de ouder en het gezin. Deze gegevens worden vernietigd zodra ze niet meer noodzakelijk zijn. Een ouder heeft toegang tot deze info en kan vragen er iets aan te verbeteren. De organisator van de kinderopvang waarborgt de veiligheid en het vertrouwelijk karakter van de info. De kindbegeleider informeert de ouders foto s of filmpjes genomen worden van de kinderen om in de opvang te gebruiken of te publiceren. Indien ouders hiertegen bezwaar hebben, kunnen zij dit schriftelijk weigeren. 19

5. ANDERE DOCUMENTEN 5.1. Verzekeringen 5.1.1. Stadsbestuur Het stadsbestuur heeft een verzekering afgesloten bij Belfius (polisnummer C11/1526957/00) voor burgerlijke aansprakelijkheid voor het personeel en de kinderen, en ook een verzekering tegen lichamelijke ongevallen voor de opgevangen kinderen tijdens hun verblijf in de groepsopvang. Onder verblijf wordt verstaan de periode die begint op het ogenblijk dat het kind wordt toevertrouwd aan de begeleider tot het moment dat het terugkeert onder de hoede van de persoon die het kind ophaalt. 5.1.2. Ouders Zolang de ouders in het gebouw van de kinderopvanglocatie aanwezig zijn, zowel bij het brengen als het afhalen, blijven zij verantwoordelijk voor hun kind(eren), en ook voor de kinderen die in hun aanwezigheid vertoeven maar niet ingeschreven zijn in de kinderopvanglocatie. Tijdens hun aanwezigheid in de kinderopvanglocatie zijn de ouders medeverantwoordelijk voor eventuele schade aan het gebouw en/of meubilair. Deze verantwoordelijkheid geldt eveneens voor andere personen, die in opdracht van de ouder(s), kinderen brengen of halen. 5.2. Inlichtingenfiche en het aanwezigheidsregister Voor elk opgevangen kind wordt een inlichtingenfiche ingevuld. Dit is belangrijk voor de veiligheid van elk kind. De inhoud van de inlichtingenfiche omvat: de identificatiegegevens van het kind en de ouders de bereikbaarheidsgegevens van de ouders en de behandelende arts de specifieke aandachtspunten over de gezondheid en de manier van omgaan met het kind de personen die het kind mogen ophalen De ouders moeten ervoor zorgen dat de inlichtingenfiche over het kind altijd juist is. Veranderingen in de gegevens over de gezondheid van het kind, wijziging van telefoonnummers of adressen moeten onmiddellijk doorgegeven worden. De dienst gezinsopvang vraagt toestemming om de persoonlijke gegevens te verwerken in het kader van het naleven van de vergunningsvoorwaarden. De dienst gezinsopvang garandeert een zorgvuldige omgang met de inlichtingenfiche. De inlichtingenfiche kan alleen en op elk moment geraadpleegd worden door: de organisator (als het echt noodzakelijk is) een verantwoordelijke de kinderbegeleider die het kind begeleidt de toezichthouders voor controle op de naleving van de vergunningsvoorwaarden (Zorginspectie) 20

Kind en Gezin ouders voor wat de gegevens over hen en hun kind betreft Elke kindbegeleider voorziet per kind een aanwezigheidsregister (formulier registratie opvang baby en peuter/buitenschoolse opvang ). Ouders of kindbegeleider vullen bij het brengen en afhalen, het juiste aankomst- en vertrekuur in. Deze registratie gebeurt schriftelijk. Ouders tekenen maandelijks voor akkoord. 5.3. Kwaliteitshandboek De dienst gezinsopvang heeft een kwaliteitshandboek, waarin de werking beschreven wordt. Hierin staan de doelstellingen voor het pedagogisch beleid, de betrokkenheid van ouders, klachtenprocedure, diverse procedures, de organisatiestructuur, verbeterplannen Het kwaliteitshandboek kan ingekeken worden in afspraak met een dienstverantwoordelijke. 6. WIJZIGINGEN IN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT EN OPZEGMODALITEITEN VOOR DE SCHRIFTELIJKE OVEREENKOMST 6.1. Werkwijze bij wijziging van het huishoudelijk reglement Elke verandering aan het huishoudelijk reglement, niet van rechtswege opgelegd en in het nadeel van het gezin, wordt: minstens twee maanden voor de aanpassing ingaat aan de ouders schriftelijk meegedeeld; voor ontvangst en kennisneming ondertekend door het gezin. Een wijziging, niet van rechtswege opgelegd en in het nadeel van het gezin kan pas twee maanden na de kennisgeving worden opgelegd, niet eerder. Het gezin heeft in deze gevallen het recht om de schriftelijke overeenkomst op te zeggen binnen de twee maanden na kennisname van de aanpassing zonder enige schade- of opzeggingsvergoeding. 6.2. Gelijkwaardige opzegmodaliteiten voor de schriftelijke overeenkomst 6.2.1. Opzegmodaliteiten voor het gezin Ouders kunnen de opvang beëindigen door dit zo vlug mogelijk en ten laatste 1 maand vooraf schriftelijk te melden aan een verantwoordelijke. Gedurende de opzegperiode blijft het opvangplan gelden. Respijtdagen kunnen niet gebruikt worden om de opzegperiode te overbruggen. Er wordt in onderling overleg een vermoedelijke einddatum vastgelegd voor de schriftelijke overeenkomst. De meeste kinderen zijn schoolrijp op de leeftijd van 2,5 jaar en kunnen op de eerste instapdatum naar de kleuterschool. 6.2.2. Opzegmodaliteiten voor de organisator Het stadsbestuur van Sint-Niklaas kan deze overeenkomst opzeggen en de opvang stopzetten als: ouders het huishoudelijk reglement en/of andere contractuele bepalingen niet naleven 21