Thema 2 Bewaren. Weinig te eten. Opdracht: zoek met je groepje een ramp en beschrijf de ramp met gebruik van bovenstaande woorden.

Vergelijkbare documenten
Afkeuren = laten merken dat je het ergens niet mee eens bent.

Voedsel bewaren. Lesinfo Doelstelling Benodigdheden Inleiding

Thema 4 Platteland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 5

Inleiding VOOR JE HET WEET, MAAK JE DE LEKKERSTE MAALTIJDEN IN EEN SCHONE EN OPGERUIMDE KEUKEN!

Veilig eten voorkom een voedselinfectie

Grond of aarde weghalen door te graven. Graven is een gat in de grond maken. De plaats waar de grond wordt weggenomen.

Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid Checklist Keukenhygiëne Woonvormen. Checklist gebaseerd op de Hygiënecode voor Woonvormen Januari

Meander. Aardrijkskunde WERKBOEK

Een gedeelte van een stad of een groter dorp. Een wijk bestaat uit meerdere buurten.

Smaakpolitie. Steunpunt Smaaklessen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Infofiche 2. Veilig voedsel. Doelstellingen. De leerlingen weten waarom voedingsmiddelen correct moeten worden bewaard.

Lesbrief. Watersysteem. Droge voeten en schoon water. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

HYGIËNISCHE VOEDINGSRICHTLIJN HEMATOLOGIE TIJDENS AMBULANT TRAJECT

33Hygiënecodes in instellingen

Hygiënische Voedingsrichtlijn Hematologie

Hygiëne en voedselveiligheid. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Voedselveiligheid

Inhoud. Mijn leven. mijn huishouden

LES 9 MICRO-ORGANISMEN A: BACTERIËN Wraps maken

3. Van wie is de kreet? 4. Wat wil Albor met het zwijntje doen?

De bodemverontreiniging

Woordenschat - memory Taal Actief groep 4 Thema 3 Les 1

RI-26 Schoonmaak en onderhoud. woonlocaties van Cavent

Ik ben minister van landbouw in Kenia Ik ben de koe van de familie Osomo uit Kenia

Het begin van de winter

Voorkom voedselvergiftiging als u een verminderde weerstand heeft

Protocol 4: Voedselveiligheid in het Kindercentrum 1 (VVKC)

2. Landbouwlandschap

Verkiezingsprogramma. in eenvoudige taal

Enkele tips om op kamp voedselnarigheden te vermijden. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Met je kind op vakantie: warm weer, voeding en hygiëne. Informatie voor ouders / verzorgers

Voeding bij streng beschermende isolatie

Foto s. People. Welke groente wordt gebruikt voor frietjes? Welke groente is de basis voor rode spaghettisaus?

De IJzertijd (van 800 tot 12 voor Christus).

Protocol 4: Voedselveiligheid in het Kindercentrum 1 (VVKC) KDV t Sprookjesland

Inhoud. Voorwoord 5. Inhoud

Introductieles. Tim eet op Texel. Brief - groepstekening - reactiespel

Water kan ook veranderen is waterdamp. Het wordt dan een gas. Maar heter als 100 graden kan water niet worden. Dit is het kookpunt van water.

1.2 (Voor)bereiden broodmaaltijd Plan je tijd zodanig dat het klaarzetten of/bereiden van voedsel gereed is vlak voordat de kinderen aan tafel gaan.

Proeven van een dagje zonder vlees: kikkererwtenballetjes

8 4 Streken en klimaten

Antwoordenvel Handel en Wandel, primair onderwijs

1. Streep de foute antwoorden door. Vroeger kwam het voedsel vooral uit de buurt / Nederland / de rest van de wereld.

bospaddenstoelensoep

Extra: Terpen hv123. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Werkboekje op school. 1. Boerderijen in het Gooi en de Vechtstreek. Opdrachten: lezen, X aankruisen, invullen, doe-opdracht.

Naam: WATER. pagina 1 van 8

Hygiënische voedingsrichtlijn Hematologie

Woordenschat les 8.1. Vervuilde grond?

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 2 BOODSCHAPPEN

Veel veld voor vlees, weinig veld voor groenten

Veiligheidsprocedures voor schoolkeukens

PATIËNTEN INFORMATIE. Algemene voedingsrichtlijnen voor oncologische patiënten tijdens therapie

= iemand die vertelt of schrijft over het nieuws. = de politie zorgt ervoor dat het veilig is.

Voedingsbeleid Buitenschoolse Opvang De Groene Weide. Voor kinderen van 4 t/m 12 jaar

Werkboekje. Brood op de plank 2 e Klassen Dit boekje is van..klas.

Werkboek van: Den Haneker Educatie Streekonderwijs

Les 1. de top. De berg. Het dal. De beek

Gierst.

Nieuws van directie. Agenda

Woordenschat hoofdstuk /2017. Les 1

Voedingsbeleid Bso 1

Voedingsrichtlijnen zwangerschap

Achtergrondinformatie

Micro-organismen. Waar gaat deze kaart over? De soorten micro-organismen. Wat wordt er van je verwacht? Wat zijn micro-organismen?

SPREEKBEURT LANDHEREMIETKREEFT

Werkblad. Eten: vroeger en nu. Materiaal. Hoe gaan we te werk? Leestekst. 5 de leerjaar. Schrijf- en tekengerief

Sim, de pit. Leestekstje

Verslag van Voedselinname

Alleen C: Van voedsel met veel calorieën, zoals frites en chocolade, krijg je veel energie.

Jouw idealen in Utrecht Verkiezingsprogramma. Provinciale Staten 2015 in eenvoudige taal

Kinderdagverblijf De Bereboot

Patiënteninformatie. Basisregels bij kiemarme voeding

Wilhelmina Ziekenhuis Assen. Vertrouwd en dichtbij. Informatie voor patiënten. Flesvoeding

Naam: GEZOND ETEN. Hoe je gezond kan eten zie je in de Schijf van Vijf.In het midden staan de 5 regels hoe je gezond kan eten:

Voeding. Bevroren voedsel Pas op met wortelen en bieten. Bewaar ze vorstvrij want. Jonge paarden en krachtvoer

Checklist voedselveiligheid voor vrijwilligersorganisaties

( BIOLOGISCHE ) Akker- en tuinbouw. Vol met boerenwijsheid én leuke Wist je datjes... CAMPAGNE GEFINANCIERD MET STEUN VAN DE EUROPESE UNIE

Richtlijnen voor het meebrengen Bij kiemarme voeding

CONSUMENT. Bederf je kamp niet! Enkele tips om op kamp voedselnarigheden te vermijden. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Vraag 1b. Wat was de oorzaak van deze ramp? Vraag 1a. In welke provincie was de Watersnoodramp van 1953? ...

Voedingsbeleid KDV 1

Samenvatting Aardrijkskunde H2, paragraaf 1 t/m 3

3000 v. Chr v. Chr v. Chr v. Chr.

Wat weet jij over biologisch en over de bodem?

VEGETARIËR ZIJN. zonder tekorten op te lopen, zelfs voor zwangere vrouwen of kinderen.

Inhoud. Voorwoord 5. Trefwoordenlijst 67. Inhoud

inhoud Zee, strand en duin 1. Zand 2. Zon en wind 3. Het duin 4. Dieren in het duin 5. Eb en vloed 6. De jutter 7. Schelpen 8.

Niet altijd treden ziekteverschijnselen op. Als er ziekteverschijnselen optreden, gebeurt dat meestal 3-4 dagen na de besmetting.

Het is belangrijk om een goede categorie indeling te gaan volgen:

3 havo 4 water, 2 t/m 4

BIO: ETEN & WETEN INTROLES VOOR DE

MESSEN IN HENNEN. David Harrower. Vertaling Tom Kleijn ********** PERSONEN:

LES 12 Leerjaar 3: MICRO-ORGANISMEN: D VOEDSELVERGIFTIGING EN SALMONELLA Quiche Lorraine maken

Voeding in de zwangerschap

Tijd. Neem de ONZE OUDE HOLLANDER IS GEWOONWEG EEN PRONKSTUK!

Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid Werkinstructies hygiëne gemeentelijke crisisopvang voor vluchtelingen Oktober 2015, versie 4

Kippenbouten met limoen en gebakken krieltjes

Bijlage. Micro-organismen

Transcriptie:

Les 2.1 Weinig te eten. 1. Het derdewereldland: een arm land in een arm deel van de wereld. 6. Verhongeren: overlijden door voedselgebrek. Weinig te eten 2. De watersnood: een grote overstroming van een rivier of zee. 3. De schaarste: er is heel weinig van iets. 7. De hongersnood:door een tekort aan voedsel overlijden veel mensen. 8. De ramp: een heel erg ongeluk dat veel mensen in een groot gebied treft. 4. Het voedselgebrek: er is gebrek ( tekort ) aan voedsel. 5. Het voedselprobleem: een probleem dat met voedsel te maken heeft. 9. De catastrofe: een heel grote ramp. Opdracht: zoek met je groepje een ramp en beschrijf de ramp met gebruik van bovenstaande woorden.

Les 2.2 De collecte. 1. De collectant 1. Iemand die geld ophaalt voor een goed doel. 2. Collecteren 2. Geld ophalen. 3. Huis-aan-huiscollecte 3. Een collecte waarbij je van huis naar huis gaat en aanbelt om geld te vragen. 4. De collectebus 4. De bus waar het geld wordt ingestopt. 5. Inzamelen 5. Verzamelen, bij elkaar halen. 6. De inzameling 6. Het verzamelen van bijv. geld,kleding, speelgoed. 7. Het identiteitsbewijs 7. Een kaartje met naam en pasfoto erop. 8. Identificeren 8. Laten zien wie je bent met behulp van het identiteitsbewijs.

Les 2.3 Wat een weer! ( nodig woordenboeken) 1. De meteoroloog 1. Iemand die voor zijn beroep het weer bestudeert. 2. De sneeuwstorm 2. Het sneeuwt en waait heel hard. 3. De wervelwind 3. Een wervelende of harddraaiende wind, die alles mee omhoog zuigt. 4. Vernielen 4. Kapot maken. 5. Huizenhoog 5. Zo hoog als een huis, dus vreselijk hoog. 6. De vloedgolf 6. De dijken houden het water niet meer tegen, er komt een overstroming. 7. De springvloed 7. Door de stand van de zon en de maan staat de zee soms laag( = eb) en soms hoog (= vloed). Als de zon en de maan op een bepaalde manier naast de aarde staan is de vloed extra hoog, hoger dan de normale vloed. Dit noem je de springvloed. 8. Vernietigen 8.Niets heel laten.

Les 2.4 Eten bewaren ( nodig : woordenboeken). 1. De koelcel: een koelkast zo groot als een kamertje. 6. Verhitten: heet maken. BEWAREN 2. Afkoelen: kouder worden. 7. Roken: in de rook van het vuur hangen zodat het gerookt wordt en bewaard kan blijven. 3. Invriezen: kouder worden dan nul graden, het bevriest. 4. Het diepvriesproduct: etenswaren die bevroren zijn als je ze koopt. 8. Drogen: door de zon en de wind gaat het vocht eruit; het wordt dan gedroogd; dus gedroogd voedsel. 9. De silo: een soort pakhuis in de vorm van een koker,waarin bijv. veevoer of graan wordt bewaard. Het graan gaat er van bovenaf in. In de silo blijft het graan droog.

Les 2.5 Eten uit blik( nodig : verschillende conservenblikken). 1.De hygiëne: alles is netjes en schoon. 2. Bacteriën: een heel klein plantje of beestje dat je kan zien door een microscoop. 5. Bereiden: iets klaarmaken om het op te eten. BEWAREN 6. De blikgroente: groente in een conservenblik, niet vers, wel met vitaminen. 3. Inblikken: in een blik stoppen. 4. Het conservenblik: een blik om eten in te bewaren. 7. De magnetron: een soort oven, waar je eten snel in kunt verhitten of bevroren eten in kunt ontdooien. 8. De heteluchtoven:een oven waarin eten bereid wordt met hete lucht. Je kunt er brood of cake in bakken. Wat is de betekenis van de volgende woorden? De collectebus - het derdewereldland - de koelcel - het voedselgebrek.

Les 2.6 Land en vee ( nodig: informatie omtrent ontginning van Drenthe) 1. De plantage 1.Een veld in een warm land, waar thee, koffie, tabak of katoen wordt verbouwd. 2. Irrigeren 2.Natmaken van akkers door slangen waar water uit druppelt. 3. Op den duur 3.Na een tijd. 4. Ontginnen 4.Geschikt maken van de grond voor landbouw. Dus: vlak maken, bomen kappen en onkruid weghalen. 5. Land bewerken 5. Als boer op het land werken, bijv. ploegen,zaaien,oogsten. 6. De bemesting 6. Mest op het land uitstrooien. 7. Onvruchtbaar 7.Niet (= on) vruchtbaar; er groeit bijna niets. 8. De weidegrond 8.Land met gras, waarop vee kan grazen zoals koeien,paarden,schapen. 9. De veehouder 9. Iemand die als zijn beroep heeft om vee te houden en geld verdient door wol, melk, vlees of eieren te verkopen.