Bijlage bij hoofdstuk 3 Het opinieklimaat
Tabel B3.1 Opinies over de welvaart zal voortduren en tevredenheid met het eigen inkomen, uitgesplitst naar diverse bevolkingsgroepen, 1996 en 2006 (in procenten). welvaart inkomen welvaart inkomen vrouw 68 50 64 53 man 75 49 72 51 16-17 jaar 71 29 73 38 18-34 jaar 77 41 74 41 35-64 jaar 71 53 69 55 65 jaar 64 58 58 58 geen, lager of voortgezet 61 46 56 48 middelbaar 78 52 69 49 hoger 82 54 81 59 alleenstaande 67 40 62 45 zonder (thuiswonende) 71 60 67 62 met thuiswonende 75 51 73 51 69 24 63 44 anders 67 43 65 27 bruto-inkomen laag: < 23.000 euro (28%) 54 35 bruto-inkomen midden: 23.000 68.000 euro (48%) 73 57 bruto-inkomen hoog: > 68.000 euro (13%) 82 75 inkomen niet opgegeven / onbekend (11%) 68 47 inkomen uit arbeid 78 53 74 55 inkomen uit uitkering 62 24 49 22 inkomen uit pensioen 67 64 61 61 anders 68 48 64 46 zeer sterk 67 42 sterk 67 52 matig 66 55 weinig 70 53 niet 71 58 G4 70 39 66 54 rest van Nederland 72 52 68 40
Tabel B3.2 Opinies over wenselijkheid nastreven van top 5 doelstellingen, uitgesplitst naar diverse bevolkingsgroepen, 1996 en 2006 (in procenten). mening vrijheid sociale zekerheid stabiele misdaad orde mening sociale stabiele economie bestrijden vrijheid zekerheid economie misdaad bestrijden vrouw 44 56 46 54 46 54 52 47 53 47 man 49 50 50 53 51 57 51 53 47 51 orde 16-17 jaar 57 39 33 59 50 67 35 52 58 48 18-34 jaar 49 50 49 53 47 59 49 52 50 46 35-64 jaar 46 56 51 52 46 57 53 53 48 46 65 jaar 39 52 35 59 58 46 52 41 56 59 geen, lager of voortgezet 34 55 43 61 53 45 51 42 55 52 middelbaar 49 56 51 54 50 56 51 55 55 53 hoger 63 47 53 40 38 67 52 56 40 41 alleenstaande 49 52 42 53 46 51 52 44 50 48 zonder 42 55 45 55 52 51 55 51 49 51 met 48 52 54 53 48 61 49 54 52 49 alleenstaande vader of moeder met 45 66 42 49 35 60 46 48 51 40 anders 43 43 51 54 51 56 56 52 40 28 bruto-inkomen laag 47 51 42 49 47 bruto-inkomen midden 58 54 54 51 49 bruto-inkomen hoog: 62 49 57 47 49 inkomen onbekend 60 44 44 54 50 inkomen uit arbeid 50 54 54 51 46 60 52 55 48 46 inkomen uit uitkering 45 64 43 54 42 51 54 46 41 41 inkomen uit pensioen 39 51 40 59 59 45 51 44 53 57 anders 44 51 45 55 49 53 50 44 56 51 zeer sterk 58 51 48 41 38 sterk 56 49 50 50 49 matig 56 54 54 52 52 weinig 54 55 48 53 51 niet 53 49 52 55 54 G4 50 48 42 42 41 56 51 51 40 38 rest van Nederland 46 54 49 55 50 55 52 50 52 50
Tabel B3.3 Opinies over tevredenheid met regering en functioneren van de overheid, uitgesplitst naar diverse bevolkingsgroepen, 1996 en 2006 (in procenten). tevreden met regering overheid functioneert goed tevreden met regering overheid functioneert goed vrouw 77 56 67 55 man 77 61 68 59 16-17 jaar 76 55 83 68 18-34 jaar 83 60 70 59 35-64 jaar 74 58 63 52 65 jaar 76 58 74 66 geen, lager of voortgezet 71 52 67 54 middelbaar 80 59 69 58 hoger 83 69 66 59 alleenstaande 73 55 65 57 zonder (thuiswonende) 77 60 70 59 met thuiswonende 80 59 68 56 64 53 60 48 anders 86 83 62 54 bruto-inkomen laag: < 23.000 euro (28%) 53 42 bruto-inkomen midden: 23.000 68.000 euro (48%) 58 48 bruto-inkomen hoog: > 68.000 euro (13%) 60 54 inkomen niet opgegeven / onbekend (11%) 61 44 inkomen uit arbeid 82 64 67 55 inkomen uit uitkering 60 44 43 37 inkomen uit pensioen 75 59 74 66 anders 76 55 71 59 zeer sterk 59 53 sterk 66 58 matig 67 56 weinig 73 57 niet 72 60 G4 70 59 56 54 rest van Nederland 78 56 69 57
Tabel B3.4 Opinies over overheidsuitgaven, uitgesplitst naar diverse bevolkingsgroepen, 1996 en 2006 (in procenten) overheidsuitgaven omhoog meer geld voor voorzieningen overheidsuitgaven omhoog meer geld voor voorzieningen vrouw 15 65 31 70 man 15 55 29 65 16-17 jaar 25 52 37 67 18-34 jaar 18 59 33 68 35-64 jaar 15 61 31 70 65 jaar 10 61 24 60 geen, lager of voortgezet 13 62 31 68 middelbaar 15 61 27 68 hoger 20 58 32 66 alleenstaande 14 61 31 66 zonder (thuiswonende) 12 60 29 67 met thuiswonende 16 60 28 68 28 73 39 73 anders 19 54 46 81 bruto-inkomen laag: < 23.000 euro (28%) 35 71 bruto-inkomen midden: 23.000 68.000 euro (48%) 29 68 bruto-inkomen hoog: > 68.000 euro (13%) 23 62 inkomen niet opgegeven / onbekend (11%) 32 64 inkomen uit arbeid 16 58 31 69 inkomen uit uitkering 17 66 38 71 inkomen uit pensioen 12 60 25 61 anders 15 62 30 67 zeer sterk 33 65 sterk 32 69 matig 32 69 weinig 29 67 niet 23 68 G4 21 66 36 69 rest van Nederland 14 59 29 67
Tabel B3.5 Opinies over inkomensongelijkheid, uitgesplitst naar diverse bevolkingsgroepen, 1996 en 2006 (in procenten) nivelleren inkomen nivelleren bezit nivelleren inkomen nivelleren bezit vrouw 64 40 68 48 man 56 35 63 43 16-17 jaar 57 39 50 38 18-34 jaar 56 35 65 47 35-64 jaar 63 39 67 45 65 jaar 59 37 67 46 geen, lager of voortgezet 64 40 70 45 middelbaar 59 36 65 44 hoger 55 37 62 48 alleenstaande 59 40 68 48 zonder (thuiswonende) 61 37 66 45 met thuiswonende 60 36 63 43 70 50 70 49 anders 50 33 69 58 bruto-inkomen laag: < 23.000 euro (28%) 71 50 bruto-inkomen midden: 23.000 68.000 euro (48%) 67 47 bruto-inkomen hoog: > 68.000 euro (13%) 58 38 inkomen niet opgegeven / onbekend (11%) 59 38 inkomen uit arbeid 57 35 65 44 inkomen uit uitkering 70 46 71 56 inkomen uit pensioen 59 40 68 44 anders 61 38 64 46 zeer sterk 68 53 sterk 64 46 matig 68 46 weinig 64 42 niet 65 41 G4 59 44 71 54 rest van Nederland 60 37 65 44 Bron: SCP (CV 96-06)
Tabel B3.6 Opinies over ontoereikendheid sociale uitkeringen, uitgesplitst naar diverse bevolkingsgroepen, 1996 en 2006 (in procenten) AOW WWB WW ANW ZW AO AOW WWB WW ANW ZW AO vrouw 56 60 32 46 27 51 51 46 31 28 22 42 man 48 52 29 40 24 49 44 42 26 27 21 42 16-17 jaar 30 45 27 14 21 41 13 25 22 5 15 23 18-34 jaar 50 55 24 34 22 47 38 41 26 20 20 37 35-64 jaar 54 61 34 50 27 54 52 51 31 32 24 49 65 jaar 52 44 29 40 28 43 50 32 23 24 20 30 geen, lager of voortgezet 55 55 37 45 30 52 58 46 32 33 26 44 middelbaar 51 57 29 44 25 52 43 42 29 26 20 44 hoger 48 56 21 39 19 44 40 44 23 21 18 37 alleenstaande 54 51 28 40 27 46 50 47 27 24 23 38 zonder 53 54 31 42 25 48 51 42 28 29 22 42 met 49 60 30 47 26 53 44 43 28 29 21 45 alleenstaande vader of moeder met 64 61 39 47 26 55 43 55 30 24 24 38 anders 52 43 36 23 20 43 35 38 42 23 23 38 bruto-inkomen laag 53 48 31 27 26 39 bruto-inkomen midden 48 45 29 28 23 44 bruto-inkomen hoog: 37 42 22 29 13 41 inkomen onbekend 43 34 24 22 19 39 inkomen uit arbeid 51 56 27 45 21 51 48 47 29 28 21 45 inkomen uit uitkering 62 73 42 48 38 63 56 60 38 31 30 57 inkomen uit pensioen 46 46 26 38 29 44 45 33 23 24 21 30 anders 52 55 33 42 27 48 47 42 28 26 22 39 zeer sterk 49 47 32 19 25 38 sterk 50 43 30 26 23 41 matig 49 43 26 30 23 44 weinig 44 45 27 30 21 43 niet 46 43 27 31 18 43 G4 65 63 35 40 29 49 48 47 28 18 27 40 rest van Nederland 50 55 30 44 25 50 48 44 32 29 21 42