Woningkwaliteit en woontevredenheid: resultaten van de bevraging bij bewoners



Vergelijkbare documenten
Grote Woononderzoek Deelmarkten, woonkosten en betaalbaarheid

Sociaal wonen, woonkosten en betaalbaarheid

Woonsituatie van ouderen in Vlaanderen Resultaten van Woonsurvey Vlaamse Ouderenraad Commissie wonen, mobiliteit en veiligheid

GROTE WOONONDERZOEK 2013 Deel 4. Woningkwaliteit en renovatie: resultaten op basis van de vragen aan bewoners. Katleen Van den Broeck

Energie. Wat leert ons het Grote Woononderzoek?

De evolutie van de woonsituatie in Vlaanderen in de periode

De woningmarkt in Vlaanderen

Energie in het Grote Woononderzoek 2013 Hoe evolueert de energiekwaliteit van de Vlaamse woningen?

Doel, inhoud en steekproefomvang

GROTE WOONONDERZOEK 2013 Deel 6. Energie. Wesley Ceulemans & Griet Verbeeck

Studiedag Focus op woningkwaliteit in onderzoek en beleid

Lieve Vanderstraeten & Michael Ryckewaert

Wonen in Vlaanderen anno De voornaamste bevindingen van de Woonsurvey 2018

Is wonen in Vlaanderen betaalbaar? Kristof Heylen, HIVA, KULeuven Steunpunt Ruimte en Wonen

Het renovatiepact en Woningkwaliteit. minimale Vlaamse veiligheids- en kwaliteitsnormen voor woningen

GROTE WOONONDERZOEK 2013 Deel 7. Woontevredenheid en woongeschiedenis. Isabelle Pannecoucke & Pascal De Decker

GROTE WOONONDERZOEK 2013 Deel 2. Deelmarkten, woonkosten en betaalbaarheid. Kristof Heylen

Technische woningkwaliteit

Wonen in Vlaanderen anno De voornaamste bevindingen van het Grote Woononderzoek 2013

HET GROTE WOONONDERZOEK Katrien Partyka Vlaams volksvertegenwoordiger CD&V

Trends op de Vlaamse woningmarkt

UITDAGINGEN VOOR HET WOONBELEID IN VLAANDEREN

Levenslang thuis wonen Stad Aalst

Praktijk: selectiviteit en rechtvaardigheid in het woonbeleid

Praktijk: selectiviteit en rechtvaardigheid in het woonbeleid. Studiedag: Het grondrecht op wonen: naar een meer resultaatsgerichte aanpak?

Beleidsaanbevelingen. Wat leert ons het Grote Woononderzoek?

VERWELKOMING EN INLEIDING

Noodkopers, noodeigenaars en captive renters in Vlaanderen

Een schatting van het aantal huishoudens in Energie Armoede

De Vlaamse woonmarkt in Europees perspectief

Welzijnsbarometer 2015

De private huurmarkt in Vlaanderen Probleemschets en verkenning van de mogelijkheden voor een huursubsidie

DOELGROEPEN EN WACHTLIJST VAN DE SOCIALE HUUR. Kristof Heylen

De resultaten van de. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van de. Gemeenschap, Departement RWO Woonbeleid.

EEN NIEUWE ROL VOOR DE PRIVATE HUUR Deel 1: Beknopte schets van de problematiek. Sien Winters

Een stad om in te wonen

Lieve Vanderstraeten & Michael Ryckewaert

De energiekwaliteit van het bestaande woningenpark

Subsidies bij sociale koopwoningen. Behoefte aan sociale koop

WONEN IN VLAANDEREN ANNO 2013 De bevindingen uit het Grote Woononderzoek 2013 gebundeld

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Steunpunt Ruimte en Wonen. Verder onderzoek naar de evolutie van de kwaliteit van de woningen in Vlaanderen

Wonen in Vlaanderen en Leuven

Wonen en woonbeleid in Vlaanderen Hoe de woonmarkt organiseren om aan de sociale en eigentijdse woonnoden te voldoen?

Advies Wooncrisis onderste lagen private huurmarkt

Verkenning van de mogelijkheden tot het opstellen van risicoprofielen ter prioritering van de conformiteitsonderzoeken

Achtergrondcijfers WELZIJNSZORG VZW HUIDEVETTERSSTRAAT BRUSSEL

DE ISOLATIE-INDEX Evaluatie en herziening van een indicator voor het isolatieniveau. Griet Verbeeck & Wesley Ceulemans

* alleenstaande moeder of vader+inwonende kinderen. * gehuwd of samenwonend. * jaar. * meer dan 50 jaar. * jaar

Wonen in Vlaanderen Anno 2018

GROTE WOONONDERZOEK 2013 Deel 3. Technische woningkwaliteit. Lieve Vanderstraeten & Michael Ryckewaert

ALGEMENE SOCIO-ECONOMISCHE ENQUETE 2001

Het profiel van de sociale huurders in Vlaanderen Bekeken vanuit een dynamische invalshoek

DE VLAAMSE SOCIALE HUUR Een vertaling van de recentste gegevens naar beleidsvragen

Belangrijkste conclusies

RESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015

Workshop 1 GIS-toepassingen Demografie en capaciteit Woonbehoeftestudie (Leuven) 20 oktober

SVR PROJECTIES VAN DE BEVOLKING EN DE HUISHOUDENS VOOR VLAAMSE STEDEN EN GEMEENTEN

WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG

Woonsurvey Reflectie vanuit het veld van de vastgoedmakelaar, syndicus, rentmeester, Marktsegmenten (1/2)

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Wonen in multifunctionele woonkernen

Kosten en lasten in de sociale huur

De Woonwens van de Vlaming anno Academische zitting & exclusieve enquêteresultaten

Toetsingskader woningbouwplannen Delft

Bijlagen bij: Woonagenda Aalsmeer

Infomoment 1/3 de is de max Een ander beleid is mogelijk. Vlaams Huurdersplatform 18 februari 2014 Spreker: Geert Inslegers

Wie komt, wie gaat? Profielen en motieven van verhuizers.

Is wonen in Vlaanderen betaalbaar?

KWALITEITSNORMEN VOOR ZELFSTANDIGE WONINGEN EN KAMERS AGENTSCHAP WONEN VLAANDEREN NIEUW: DAKISOLATIENORM WONENVLAANDEREN.BE

Samenvatting van de analyse van de federale enquête

WoON 2015 Zuid-Holland. Berry Blijie

WoON in Vogelvlucht Uitkomsten van het WoON 2015: Woningvoorraad en bewoners

Woonmobiliteit in Vlaanderen

EDITIE CIJFERKORF WONEN

Fact sheet Wonen in Landsmeer 2017

Aanvullende enquête bij dak- en thuislozen en bij mensen zonder

Onderzoek Immpact. Sven Damen, KU Leuven. Frank Vastmans, KU Leuven. Erik Buyst, KU Leuven

Rookmelders Omnibusonderzoek 2011

Woonsituatie van personen met een migratieachtergrond in Vlaanderen

Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden

Verslag van de gedachtewisseling. over het Grote Woononderzoek

Wonen in multifunctionele woonkernen

GROTE WOONONDERZOEK 2013 Deel 1. Methodologische toelichting. Lieve Vanderstraeten & Kristof Heylen

Agentschap Binnenlands Bestuur Team Stedenbeleid. Vlaamse Overheid Studiedienst van de Vlaamse Regering

Startdag vocht en schimmel Workshop wooninfopunt

95 PéGé woningen De Ooi

WOONUITDAGINGEN VOOR ANTWERPEN ONDERZOEK TER INSPIRATIE VAN DE ACTUALISATIE VAN HET RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ANTWERPEN

FACTSHEET OUDEREN EN WONEN PURMEREND APRIL 2015

DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING, CONCEPTNOTA

Fact sheet Wonen in Gooise Meren 2017

De THUIS-wijk. Belgen voelen zich thuis in hun buurt

Reflecties woning / gebouwenpas. Toelichting studiemoment 18 maart 2019

Fact sheet Wonen in Amstelveen. Kerncijfers

Woonkwaliteit: de normen waaraan een woning of kamer moet voldoen. Toelichtingsbrochure

Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017

Onderzoek Week van de Energierekening Gfk i.o. Milieu Centraal oktober 2012

Commissie Openbare Werken, Mobiliteit en Stedenbouw

Fact sheet Wonen in Almere. Kerncijfers

GROTE WOONONDERZOEK 2013 Deel 5. De private huurmarkt: vraagen aanbodzijde. Kristof Heylen

Transcriptie:

Woningkwaliteit en woontevredenheid: resultaten van de bevraging bij bewoners Katleen Van den Broeck* & Isabelle Pannecoucke** *HIVA KU Leuven **KU Leuven campus Sint-Lucas Studiedag Wonen in Vlaanderen anno 2013. De resultaten van het grote woononderzoek 2013 Brussel, Vlaams Parlement, De Schelp 3 maart 2015 www.steunpuntwonen.be

1. Woningkwaliteit 1.1. Subjectieve woningkwaliteit: wat & hoe gemeten? 1.2. Vochtproblemen en synthese-index fysische staat: overzicht naar deelmarkt 1.3. Vergelijking subjectieve/technische woningkwaliteit 1.4. Evolutie subjectieve woningkwaliteit 2005-2013 1.5. Relatie kenmerken woning/bewoner en subjectieve woningkwaliteit 1.6. Conclusies woningkwaliteit Studiedag Wonen in Vlaanderen anno 2013. Wat leert ons het Grote Woononderzoek 2013? 2

1.1. Subjectieve woningkwaliteit: wat & hoe gemeten? Technische woningkwaliteit niet altijd voorhanden Informatie over kwaliteit via vragen aan bewoners (bv. EU-SILC) Grote Woononderzoek 2013: uit vragenlijst, bij 10 000 huishoudens Ook bevraagd in Woonsurvey 2005 (ongeveer 5 000 huishoudens): laat toe evoluties waar te nemen Studiedag Wonen in Vlaanderen anno 2013. Wat leert ons het Grote Woononderzoek 2013? 3

1.1. Subjectieve woningkwaliteit: wat & hoe gemeten? Beperktere set van vragen: Vochtproblemen (aanwezigheid bepaalde vormen van vochtschade) Staat van zes woningelementen: elektrische installatie, binnen- en buitenmuren, ramen, dakgoot, dak => synthese-index Synthese-index: zeer slecht-slecht-matig-goed (zeer slecht-slecht ~ beoordeling ongeschikt ~ beoordeling ontoereikende kwaliteit) Link subjectieve woningkwaliteit en: Woning-/woontevredenheid Kennis kwaliteitsnormen/andere kwaliteitsnormen Belevingsaanpassing (aanvaarden van gebreken) Studiedag 4

1.2. Vochtproblemen en woningkwaliteit naar deelmarkt Vochtproblemen % vochtschade aanwezig Totaal Eigenaars 1 Huurders Private Sociale huurder 2 huurder Vochtschade aanwezig 20 16** 30 28 34 Lekkend dak 6 6** 8 8 9 Vochtige muur of vloer 16 13** 24 23* 29 Rottend raamwerk 6 5** 9 9 8 N 9 867-9 911 7 492-7 498 2 115-2 152 1 515-1 538 600-614 1 Pearson Chi²-test: **p<0,01; *p<0,05 voor verschil in verdeling tussen eigenaars en huurders. 2 Pearson Chi²-test: **p<0,01; *p<0,05 voor verschil in verdeling tussen private en sociale huurders in 2013. Eén op vijf woningen met vochtschade Vooral vochtige muur of vloer (+/- 1 op 6 woningen) Alle vochtproblemen veel sterker aanwezig bij huurders dan bij eigenaars Vochtige muur of vloer als groter probleem gerapporteerd bij sociale dan private huurders Studiedag 5

1.2. Vochtproblemen en woningkwaliteit naar deelmarkt Synthese-index fysisch staat van de woning % 2013 Totaal Eigenaar Huurder Private huurder Sociale huurder Goed 70 74 59 60 55 Matig 21 19 25 24 28 Slecht 9 7 15 14 15 Zeer slecht 1 1 2 2 1 N 9 929 7 509 2 156 1 541 615 Chi²-test 2013 ** 1 n.s. 2 1 Pearson Chi²-test: **p<0,01; *p<0,05 voor verschil in verdeling tussen eigenaars en huurders 2 Pearson Chi²-test: **p<0,01; *p<0,05 voor verschil in verdeling tussen private en sociale huurders. 7 op 10 woningen in goede staat bevonden; 1 op 10 in slechte tot zeer slechte staat bevonden Eigenaarswoningen gemiddeld betere (gerapporteerde) kwaliteit dan huurwoningen: reflectie ware toestand, tevredenheid en kennis kwaliteitsnormen! Geen significante verschillen tussen private en sociale huurders Studiedag 6

1.3. Vergelijking subjectieve/technische woningkwaliteit De subjectieve kwaliteitsindex als benadering voor de technische kwaliteit? Beide kwaliteitsmetingen moeilijk vergelijkbaar Antwoorden bewoners versus rapportage getrainde enquêteur Methode berekening niet gebaseerd op dezelfde set componenten Constructie subjectieve kwaliteitsindex gebaseerd op technische verslaggeving bij Vlaamse Wooncode zoals in 2004 in voege (2x aangepast) Studiedag 7

1.3. Vergelijking subjectieve/technische woningkwaliteit Inschatten vochtschade door bewoner: goed Relatie synthese-index fysische staat en eindbeoordeling kwaliteit (toereikend/ontoereikend): positief maar klein % woningen toereikende kwaliteit 1 als (zeer) slecht ervaren: 5% % woningen ontoereikende kwaliteit 2 als (redelijk) goed ervaren: 80% Subjectieve kwaliteitsindex is overschatting technische kwaliteit Kwaliteitsgebreken worden niet als problematisch ervaren en dus niet aangepakt => sensibilisering Vermoedelijke verschillen tussen rapportage eigenaars en huurders bevestigd (en sterker voor sociale huurders) Belevingsaanpassing bevestigd 1 N=3002 2 N=1710 Studiedag 8

1.4. Evolutie subjectieve woningkwaliteit 2005-2013 Wat is er veranderd? Evolutie vochtige muur of vloer 35 30 25 20 15 10 5 0 Totaal** Eigenaars** Huurders Private huurder* Sociale huurder 2005 2013 Lichte afname (rapportage) probleem vochtige muur of vloer voor eigenaars maar niet voor alle huurders (enkel voor private huurders) Geen wezenlijke verbetering Maar evolutie andere vochtproblemen? Studiedag 9

1.4. Evolutie subjectieve woningkwaliteit 2005-2013 Evolutie vochtschade minstens één van drie 35 30 25 20 15 10 5 0 Totaal Eigenaars Huurders EU-SILC 2005 EU-SILC 2012 GWO2013 Bron: Heylen (2012) (voor EU-SILC2005), Vlaamse Woonraad (SVR voor EU-SILC 2012), GWO2013 (voor GWO2013), OPM: vergelijkbaarheid EU-SILC en Woonsurvey2005/GWO 2013 Andere vraagformulering ( probleem / vochtschade ) Andere antwoordmogelijkheden tot 2007 (samengesteld/apart; EU-SILC verandering naar apart vanaf 2008) Toename % woningen met één van drie vochtproblemen in werkelijkheid vermoedelijk kleiner, maar geen tekenen van verbetering Studiedag 10

1.4. Evolutie subjectieve woningkwaliteit 2005-2013 Synthese-index fysische staat van de woning 100% 80% 60% 40% 20% 2 1 1 12 8 9 29 58 25 21 66 70 Zeer slecht Slecht Matig Goed 0% 2001 2005 2013 1 2001: Gebaseerd op Socio-Economische Enquête (SEE) 2001. (zie Vanneste et al., 2004) 2 2005/2013: Gebaseerd op Woonsurvey 2005/ Grote Woononderzoek 2013. 3 Pearson Chi²-test: (**p<0,01; *p<0,05) voor verschil in verdeling tussen 2005 en 2013: **. Toename percentage goede woningen (trager dan 2001-2005) Afname percentage matige woningen Percentage slechte/zeer slechte onveranderd (dynamisch of statisch?) Studiedag 11

1.4. Evolutie subjectieve woningkwaliteit 2005-2013 Evolutie synthese-index fysische staat naar deelmarkt 100% 80% 60% 40% 20% 0% 2005 2013 2005 2013 2005 2013 2005 2013 Zeer slecht Slecht Matig Goed Eigenaars** Huurders** Private huurder** Sociale huurder Eigenaars: lichte stijging % goede, daling % matige en status quo (zeer) slechte woningen Huurders: sterke stijging % goede, daling % matige, status quo (zeer) slechte woningen Private huurders: zeer sterke stijging % goede, vooral via daling matige en status quo (zeer) slechte woningen Sociale huurders: status quo Verschil in verdeling tussen private en sociale huurders significant (*) in 2005 (en nadelig voor private huur) maar niet in 2013 Studiedag 12

1.5. Relatie kenmerken woning/bewoner en subjectieve woningkwaliteit Relatie kenmerken woning Bouwperiode: % goede woningen stijgend met recentere bouwperiodes (vooral na WOII; cfr. technische kwaliteit) Centrumstad: lager % goede woningen t.o.v. overig gebied (gelinkt aan bouwperiode) Type woning: bewoners eengezinswoningen iets hoger % goede woningen dan meergezinswoningen (gelinkt aan o.a. deelmarkt) Studiedag 13

1.5. Relatie kenmerken woning/bewoner en subjectieve woningkwaliteit Relatie kenmerken bewoner Inkomensquintielen: stijgend % goede woningen met inkomen (Q3, Q4, Q5 ~gelijk) Leeftijd: stijgend % goede woningen met leeftijd (belevingsaanpassing) Huishoudtype: eenoudergezinnen < alleenstaanden < koppels met kind < koppels zonder kind Activiteitsstatus: werkloos&arbeidsongeschikt < tewerkgesteld < brugpensioen Nationaliteit: niet-eu < EU(niet-Belg) < Belg Studiedag 14

1.5. Relatie kenmerken woning/bewoner en subjectieve woningkwaliteit Belang bouwperiode Factoren die gelinkt zijn aan bouwperiode (toegang?): meergezinswoning (+) middel en hoge inkomensquintielen (+) huishoudtype (koppels met kinderen ++, koppels zonder kinderen +) deelmarkt (eigenaars < private huurders < sociale huurders) * centrumstad (-) Belang link bouwperiode-subjectieve kwaliteit => betaalbare renovatie oudere woningen en toegang tot nieuw(er)e woningen * Opm: sterkere toename recente woningen in private huursector Studiedag 15

1.6. Conclusies subjectieve woningkwaliteit Toestand 1 op 5 woningen met gerapporteerd vochtprobleem 1 op 10 woningen als slecht tot zeer slecht ervaren (cfr.<<37% van ontoereikende kwaliteit) Problemen meer geconcentreerd/gerapporteerd bij huurders Evolutie Vochtproblemen algemeen: geen afname Slechts lichte afname belangrijkste vochtprobleem (muur/vloer); bij sociale huurders geen verbetering Toename % goede woningen via daling % matige Hardnekkige kern (zeer) slechte woningen Ongelijke verdeling van de kwaliteitsverbetering: sterkst bij private huurders Geen verbeteringen in subjectieve kwaliteit bij de sociale huurders Inhaalbeweging private huurders => Geen verschil met sociale huurders meer Factoren Belang bouwperiode, deelmarkten, activiteitsstatus en huishoudtype, inkomen Toegang tot nieuwe woningen & renovatie Studiedag 16

2. Woontevredenheid 2.1 Algemene woontevredenheid 2.2 Verschillen in woontevredenheid 2.3 Perceptie van enkele buurtkenmerken 2.4 Verhuisgeneigdheid 2.5 Conclusies Studiedag 17

2. Woontevredenheid 2.1 Algemene woontevredenheid Als u de voor- en nadelen van uw woning/buurt bekijkt, bent u dan in het algemeen over uw woning/buurt...? 60 50 40 44,6 41,2 46 50,2 30 20 Woning Buurt 10 0 6,4 6,3 Zeer tevreden Tevreden Noch (on)tvreden 1,9 Ontevreden 1,7 0,1 0,7 Zeer ontevreden Studiedag 18

2. Woontevredenheid 2.2 Verschillen in woontevredenheid Gedifferentieerd naar diverse kenmerken Woningtype, woningmarktsegment, woonduur Geografische indicatoren Demografische en socio-economische kenmerken Eengezinswoningen, eigenaars, lange tijd Niet-centrumsteden, niet verstedelijkte gebieden Oudere bewoners en sterkere socio-economische groepen Studiedag 19

2. Woontevredenheid 2.3 Perceptie van buurtkenmerken (en link buurttevredenheid) zoals stabiliteit van/verhuisbewegingen in de buurt ; sociale relaties met buren; en aan-/afwezigheid van buurtproblemen (verschil eigenaarshuurders, vooral sociale huurders -) Geen probleem GWO 2013 WS 2005 Een probleem Ernstig Zeer ernstig Geen probleem probleem probleem Verkrotting 93,5 3,9 0,7 2,0 94,6 Concentratie van vreemdelingen 91,8 4,5 1,1 2,6 92,5 Reuk- of geurhinder 87,8 8,2 1,6 2,4 84,0 Marginaal gedrag van bepaalde bewoners 87,8 7,5 1,9 2,8 89,5 Vandalisme 87,2 8,4 2,0 2,4 86,1 Burengerucht 86,2 8,8 2,2 2,8 86,1 Ander lawaai van buiten 84,7 10,2 2,6 2,5 84,5 Hondenpoep of rommel op straat 79,2 13,7 3,8 3,3 77,7 Slecht onderhouden voet- en fietspaden, 78,8 12,5 4,6 4,1 75,8 straten Verkeerslawaai 75,7 16,2 4,1 4,0 68,2 Studiedag 20

2. Woontevredenheid 2.4 Verhuisgeneigdheid Als u over de mogelijkheden zou beschikken, zou u dan uit deze woning/buurt? 80 70 67 60 55,6 50 40 30 20 10 15,4 9 10,3 16,3 18,7 16,7 Uit woning Uit buurt 0 Zeker verhuizen Waarschijnlijk verhuizen Misschien verhuizen Zeker niet verhuizen Opm: lagere verhuisgeneigdheid woning/buurt sociale huurder t.o.v. private Studiedag 21

2. Woontevredenheid 2.4 Verhuisgeneigdheid * Opvatting over de huidige woning GWO 2013 WS 2005 Een definitieve woning, waarin ik oud wil worden 53,1 58,9 Een woning die het best past bij mijn huidige levensfase, maar waarin ik niet denk altijd te blijven wonen 28,0 25,6 Niet mijn ideale woning, maar wel de woning waarin ik hoop nog een hele tijd te kunnen blijven wonen 8,7 8,3 Een tijdelijke oplossing, ik ben op zoek naar een betere woning 8,4 6,0 Een noodoplossing 1,3 1,0 Andere 0,5 0,2 Studiedag 22

2.5. Conclusies woontevredenheid Grote algemene tevredenheid met woning en buurt Groter bij eigenaars dan bij huurders Buurttevredenheid groter bij private dan bij sociale huurders Maar sociale huurders wel minder geneigd te verhuizen zowel uit woning als uit buurt (beperktere keuzemogelijkheden?) Weinig veranderingen t.o.v. 2005 Studiedag 23