MBHHIHI 2 0 DEC Gemene Drimm^ten ļ Rag. nr. Aan: Gemeenteraad Drimmelen Postbus AA Made. - L Í ^ ^ H W j BMOÍ Gg

Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5

BIJLAGE 2 - VOORSCHRIFTEN - PLANKAART

Voorschriften. Kenmerk: V02

Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen:

Artikel 22: Wonen Bestemmingsomschrijving

BIJLAGE 2 tekst herziene voorschriften van Westenholte

De Beljaart. Opdrachtgever. Uitwerkingsplan 1; fase 2. Gemeente Dongen Postbus GE DONGEN. projectnr revisie september 2009

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

Uitwerkingsplan. Assenrade, fase 2. Gemeente Hattem. Datum: 4 juni 2013 Projectnummer:

Artikel 4: Woondoeleinden 2

BESTEMMINGSBEPALINGEN

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen;

Regels, behorende bij "1 e herziening Uitwerkingsplan Mortiere fase 4 van het bestemmingsplan Mortiere van de gemeente Middelburg

Artikel 21 Wonen. Voor het bouwen gelden de volgende regels:

Waterfront-Zuid Watersportboulevard. Vastgesteld uitwerkingsplan

bestemmingsplan Ossehaar, uitwerkingsplan fase B VOORSCHRIFTEN februari

4 4 vr v ije j ka k ve v ls l s De Sche h ife f la l ar r 15, Veghe h l Vig i ere r nde d be b st s emming n 1

Pelgrimsche Hoeve. Kavelgegevens prijs: 325 / m² ex. btw. Fase 3 kavelnummer: 1. 's-hertogenbosch. PRIJS: k.k. ex. btw.

UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3. GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december ruimte voor ideeën

Artikel 6: Woondoeleinden 4

Correctief bestemmingsplan De Kamp

Artikel 2 Woondoeleinden IV (W IV) 5 Artikel 3 Erven III (E III) 7 Artikel 4 Tuinen II (T II) 9

Woondoeleinden 2 (W2)

Artikel 22 Wonen Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

Artikel 19 Wonen - Karakteristiek

LTS - park in Musselkanaal

Vinkelse Slagen. Kavelgegevens. kavelnummer: 1. 's-hertogenbosch. oppervlakte: 949 m 2. prijs: ex. btw. Team Uitgifte

Piet Mondriaanstraat - Wolvega

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

Inhoudsopgave 1. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1. Hoofdstuk 2 Bestemmingregels 2 Artikel 2 Herziening van de regels 2

ARTIKEL 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 ARTIKEL 2. WIJZE VAN METEN 2 ARTIKEL 3. ANTI-DUBBELTELBEPALING 2 ARTIKEL 4. VERWIJZING NAAR KAART 2

GEMEENTE HEERENVEEN UITWERKING 3 e FASE SKOATTERWÂLD (WONINGBOUW TEN OOSTEN VAN DE BOSVELDEN, DEEL 1) INHOUDSOPGAVE

Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 2. Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels 6. Kenmerk: R02

Bouwkavel Nol Rendershof Nederwetten (gemeente nuenen)

uitwerkingsplan Mortiere fase 7

Wijzigingsplan Locatie Kwekerij Slot. Gemeente Beemster

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

P l a n r e g e l s vrs

T E K O O P. Koenraadtweg 22 te Maarheeze

Artikel 16 Woongebied

T E K O O P. Losplaats ong. te Maarheeze

Hoofdstraat 120 Stadskanaal

Uitwerkingsplan. Nassaulaan. Definitief. Gemeente Baarle-Nassau Postbus AC Baarle-Nassau. Grontmij Nederland B.V. Eindhoven, 28 juli 2012

Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' zijn de gronden tevens bestemd voor langzaam verkeersdoeleinden.

Bestemming Verblijfsrecreatieve

Partiële herziening van het bestemmingsplan Dronten Zuidelijk Deel (1090)

Ondergronds bouwen Er mag ondergronds worden gebouwd tot een verticale bouwdiepte van maximaal 5 meter.

Bestemming 2 ^1 kapwoningen W-B2 De Opslach Ryptsjerk

Planregels uitwerking Schoenmakershoek Oost fase 3 (20 oktober 2015)

De op de plankaart voor "Wonen" (W) aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woningen en woongebouwen; b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Bijlage 1 Aanpassing verbeelding voor de locatie Zwarteweg 28

Inhoudsopgave. Bestemmingsplan Bestemmingsplan Luttermolenveld, 4e partiële herziening Vastgesteld

b. beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten, met dien verstande dat:

BIJLAGE 2. Van toepassing zijnde regels na wijziging in de bestemming

Artikel 3 WOONDOELEINDEN (W)

Regels. Kenmerk: R05

TE KOOP Markt 14 - Nierstraat 1, GENNEP

REGELS Inhoudsopgave

1.5erfafscheidlng: bouwwerk geen gebouw zijnde dat dient als afscheiding van een erf of terrein en is geplaatst in of rondom een erf of terrein;

waarbij, ter plaatse van de aanduiding karakteristiek, de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm wordt nagestreefd;

Bestemming vrijstaande woningen W-A2 De Opslach Ryptsjerk

Bijlage 2: Bestemming Wonen - 1

het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven.

Wonen. 1.2 Bouwregels


Aan- en uitbouw Een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.

8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds mei 2013 Projectomgevingsvergunning

Echt Rijksweg Zuid 1B

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en bouwen

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDENDE EN ALGEMENE BEPALINGEN. Begripsomschrijvingen 2. BESTEMMINGSBEPALINGEN

Inhoud van de regels. Hoofdstuk 1 Inleidende regels blz. 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5. Artikel 1 Begrippen 3

Planregels. Wijzigingsplan Nieuw-Vennep 1e wijziging 2 e fase

TE KOOP. Dorpsstraat 15 Cadier en Keer

Nog niet gecontroleerde informatie!

Jaar: 2009 Nummer: 92 Besluit: B&W 10 november 2009 Gemeenteblad BELEIDSREGELS ARTIKEL 3.23 WRO HELMOND Burgemeester en wethouders van Helmond

Mortiere Fase 6B Herziening

Bijlage I, behorende bij de vaststelling van het bestemmingsplan "Westzone De Blokken"

Reparatieplan Hierden Dorp Vastgesteld bestemmingsplan

Uw eigen bouwkavel Nij Sân Ro en, Ro um

Regels 1e herziening 'Smitsweg', locaties Noord en Midden

9.2.1 Algemene bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

Munselse Hoeve. project Hoeve in Goede Aarde, Boxtel. Verkoop 11 of 12 bouwkavels voor zelfbouw

Bestemmingsplan. Buitengebied West, 1 e herziening. Ontwerp

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en bouwen

wijzigingsplan Nieuwveenseweg 36a Inhoudsopgave Regels vastgesteld

Pelgrimsche Hoeve. Kavelgegevens. kavelnummer: 1. 's-hertogenbosch. prijs: 325 / m² ex. btw. Team Uitgifte

Voor het bouwen van woningen, aanbouwen, bijgebouwen en bij een en ander behorende andere bouw erken gelden de volgende eisen:

Regels bestemmingsplan '7e herziening Dubbeldam, gebied Haaswijkweg - Oudendijk'

bouwhoogte In de bouwhoogte wordt geen uniformiteit nagestreefd. Aan de goothoogte wordt daarom een

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening

TE KOOP MULTIFUNCTIONEEL PAND Smetsakker 47 - Eindhoven. Vraagprijs: ,- k.k

uitwerkingsplan uitwerking Luchen fase 2

BIJLAGE 1 tekst herziene voorschriften van Wipstrik

Artikel 1 Begrippen 2. Artikel 3 Verkeer 4. Artikel 8 Slotregel 7

Regels bestemmingsplan "3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN"

Inhoud van de regels. Hoofdstuk 1 Inleidende regels blz. 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5. Artikel 1 Begrippen 3

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor: 1. educatieve instellingen met inbegrip van kinderopvang;

Transcriptie:

Gemene Drimm^ten ļ Rag. nr. Aan: Gemeenteraad Drimmelen Postbus 19 4920 AA Made Van: Jan van der Ven Godfried Schalckenstraat 28 4921 CR Made 06-10568327 Geachte gemeenteraadsleden, Diverse 2 0 DEC. 2012 - L Í ^ ^ H W j BMOÍ Gg MBHHIHI 12ink09485 Paraaf Op 19 juli 2012 heb ik namens Jan van der Ven een inspraakreactie ingediend op het voorontwerp bestemmingsplan Kern Made. Deze brief is in de bijlage toegevoegd. Op 20 november 2012 hebben wij de reactie van het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college) ontvangen. Hierover het volgende. Inleiding Wij zijn niet positief verrast door de inhoud van deze beantwoording. Eerlijk gezegd hebben we met grote verbazing kennis genomen van de beantwoording. Zoals u in onze brief van 19 juli 2012 kunt lezen, hebben we meerdere vragen gesteld en verschillende oplossingsrichtingen aangedragen. De samenvatting van onze brief in de bijlage van de toelichting van het bestemmingsplan genaamd "Inspraakreacties" dekt onzes inziens de lading niet en de summiere beantwoording ervan kan onze goedkeuring dan ook zeker niet dragen. Hieronder leggen we u eerst twee vragen voor. Daarna geven we u onze gedachten over een mogelijke beantwoording, reageren we op de ontvangen reactie en sluiten we af met een conclusie. Vraagstellingen? 1) Volgens ons zou Jan op dit moment een gedeelte van de aanbouw van circa 3,5 meter mogen uitbreiden met een kap als hij daar een omgevingsvergunning voor aanvraagt. Kunt u ons dit bevestigen? Of kunt u (indien u het er niet mee eens bent) hetgeen wij hierover in de brief van 19 juli 2012 hebben verwoord, gemotiveerd weerleggen? 2) Volgens ons is de bestaande bebouwing aan te merken als hoofdgebouw én is de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens van 3 meter in dit kader niet meer relevant. De bestaande afstand van 1,2 meter tot de zijdelingse perceelsgrens dient te worden gerespecteerd (kan niet verder worden verminderd/verkleind) maar verder kan wel een uitbreiding op de bestaande aanbouw worden gerealiseerd. De hoogtebepaling van 7 respectievelijk 11 meter zijn wel van toepassing. Bent u het met deze redenering eens? Reactie In de reactie in de bijlage bij de toelichting wordt het volgende gesteld: "De keuze is gemaakt om voor hoofdgebouwen van aaneen gebouwde woningen een maximale diepte van tien meter te hanteren. Dit om te voorkomen dat bij uitbreidingen van buren de bewoner van een naastgelegen perceel waar niet wordt uitgebreid in een 'pijpenla' komt te wonen. Een bouwdiepte van tien meter is redelijk te achten. Door uw college is eerder aangegeven, naar aanleiding van een vooroverleg bouwplan, dat de bestaande aanbouw niet als hoofdgebouw is aan te merken. Er is geen reden om op dit standpunt terug te komen. Er is geen specifieke reden om hier een uitzondering mogelijk te maken. U wordt voor het overige nog verwezen naar het collegevoorstel."

Deze reactie geeft ons aanleiding om als volgt te reageren. 1) Volgens ons is het antwoord op de eerste vraagstelling positief door het college beantwoord in de bijlage met de beantwoording van onze inspraakreactie. Het college geeft immers aan dat hoofdgebouwen van aaneen gebouwde woningen een maximale diepte van 10 meter hebben. Het college verwoordt niet dat het gedeelte van 3,5 niet zou mogen worden voorzien van een kap dan wel dat de aanbouw niet als hoofdgebouw is aan te merken. Hieruit concluderen wij dat een dergelijke uitbreiding mogelijk is. Wij verzoeken u om deze conclusie te bevestigen en als u het hier niet mee eens bent, gemotiveerd te onderbouwen waarom dit niet het geval is. 2) Het college stelt dat eerder is medegedeeld dat de bestaande aanbouw niet als hoofdgebouw is aan te merken. Er is volgens het college geen reden om op dit standpunt terug te komen. Deze reactie bevreemdt ons ten zeerste. Immers, een ambtenaar van uw organisatie heeft de bestaande bebouwing als hoofdgebouw getoetst en heeft geconcludeerd dat juist daardoor de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens een barrière opwerpt om de woning met een kap uit te breiden. M.a.w. door het vooroverlegplan te toetsen als hoofdgebouw ontstond de strijdigheid van afstand tot de zijdelingse perceelsgrens. Als eerder door de ambtenaar was getoetst aan de bijgebouwenregeling in het bestemmingsplan, dan was de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens geen probleem geweest. Daar geldt deze eis namelijk niet! Voor de volledigheid hebben we artikel 5 van het geldende bestemmingsplan toegevoegd. Het is duidelijk dat is getoetst aan artikel 5 onder C sub b nummers 1 t/m 6 en niet aan artikel 5 onder C sub c nummers 1 t/m 4. In artikel 5 onder C sub b nummer 4 is immers opgenomen dat de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens 3 meter dient te zijn. In artikel 5 onder C sub c is een dergelijke voorwaarde niet opgenomen! Verder is er nu sprake van toetsing van de bebouwing aan een nieuw bestemmingsplan met nieuwe regels en nieuwe begripsbepalingen. Het college kon in onze ogen dan ook niet volstaan met de verwijzing naar een gedateerd standpunt en verwoorden dat er geen reden is om op dit standpunt terug te komen. Een nieuw bestemmingsplan is bij uitstek de mogelijkheid om opnieuw een situatie te beoordelen. In onze brief geven we in dit kader het volgende aan: "Vigerend bestemmingsplan Kom Made We hebben tijdens het gesprek met de ambtenaar van de gemeente geconcludeerd dat het hoofdgebouw dient te worden gebouwd binnen 15 meter tot de op de plankaart aangegeven bouwgrens. De nu aanwezige bebouwing voldoet aan deze voorwaarde uit het bestemmingsplan. De enige beperking in dit bestemmingsplan is de zijdelingse afstand tot de perceelsgrens. Deze afstand dient bij een hoofdgebouw namelijk drie meter te bedragen. De afstand van de woning tot de zijdelingse perceelsgrens is echter slechts 1,2 meter. De gemeente toetst de bestaande aanbouw zodoende wel als hoofdgebouw maar merkt oo dat de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens een reden zou ziìn om een Ingediende omaevinasveraunnino te weigeren. Hier zijn wij het niet mee eens. Immers, er is sprake van een bestaande én vergunde (en dus legaal aanwezige) situatie waarbij de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens minder is dan 3 meter. Door een eventuele uitbreiding wordt de afstand tot de perceelsgrens niet kleiner/minder maar zal deze gelijk blijven. Bij het onderwerp 'hoofdgebouw' gaan we verder op dit onderdeel in." Verderop in de brief omschrijven we het volgende: "Hoofdgebouw In het vigerende bestemmingsplan is hoofdgebouw als volgt omschreven: "een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als belangrijkste gebouw valt aan te merken". Een woning is omschreven als: "een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding". Op grond van deze voorschriften is er in casu sprake van een hoofdgebouw over de volle 14,5 meter. Immers, gelet op de bestemming is de aanbouw aan te merken als hoofdgebouw. Dit wordt bevestigd door de reactie die wij eerder van de gemeente hebben ontvangen. In het voorontwerp bestemmingsplan wordt dit gegeven alleen maar versterkt. Hierin is een hoofdgebouw omschreven als: "gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op de bestemming die het belangrijkst is".

Verder is een woning als volgt verwoord:" een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten". De definitie van hoofdgebouw laat aan duidelijkheid niets te wensen over: "Een gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voorde verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming". De aanbouw is een essentieel onderdeel van de woning en dit stuk is noodzakelijk voor de verwezenlijking van de hoofdbestemming 'Wonen'. Zonder de aanbouw is geen sprake van een woning omdat hier de keuken, wc, badkamer en bijkeuken zijn gerealiseerd. Zonder deze primaire onderdelen kan er niet worden gewoond conform de regels in het bestemmingsplan. Zonder de aanbouw is dan ook geen sprake van wonen in een grondgebonden woning." Het college heeft in mei 2009 een bouwvergunning verleend en hierbij is een aanbouw aan de achterzijde gerealiseerd van circa 8 meter diep en ruim vier meter breed. Het gedeelte aan de achterzijde is enkel op de begane grond gesitueerd en in dit gedeelte zijn de keuken, wc en badkamer aanwezig en is verder een bijkeuken ingericht; dit gedeelte maakt dan ook onderdeel uit van de woning in de zin van het hoofdgebouw. Omdat het college hiervoor een vergunning heeft verleend, heeft zij impliciet ook dit deel als hoofdgebouw ingericht. Immers, zonder deze aanbouw bestaat er geen woning/hoofdgebouw in de zin van zowel het geldende als het toekomstige bestemmingsplan. Dit kan niet de bedoeling zijn geweest. Overigens vragen wij ons af wat de meerwaarde van deze zinsnede is: "Dit om te voorkomen dat bij uitbreidingen van buren de bewoner van een naastgelegen perceel waar niet wordt uitgebreid in een 'pijpenla' komt te wonen." In dit geval is namelijk al sprake van een 'pijpenla'. In 2009 is een vergunning verleend voor de aanbouw en zodoende is de bebouwing aanwezig op het perceel. De angst voor het ontstaan ervan is dan ook ongegrond. Als de aanbouw niet als hoofdgebouw wordt aangemerkt, dan wordt het tegendeel zelfs bewaarheid. Juist door het niet aanmerken van de aanbouw als hoofdgebouw ontstaat het 'gevaar' voor een verdergaande pijpenla. Immers, het is volgens de regels in het bestemmingsplan in combinatie met het omgevingsvergunningvrij bouwen wél toegestaan om de bestaande bebouwing aan de achterzijde met vele meters uit te breiden. Dit is, zoals we eerder hebben aangegeven, niet gewenst maar is op grond van de regels in het nieuwe bestemmingsplan wel degelijk mogelijk. Concluderend zou door uw opstelling een zogenaamde pijpenla kunnen ontstaan. Conclusie Voor het dichten van een conclusie verwijzen wij wederom naar de brief van 19 juli 2012 waarvan we hier een deel citeren: "Wij willen in dit specifieke geval graag dat u bevestigt dat de bestaande aanbouw onderdeel uitmaakt van het hoofdgebouw en dientengevolge het gehele gedeelte kan worden voorzien van een tweede bouwlaag. In dit geval zal sprake zijn van een hoofdgebouw van circa 14,5 meter diep wat feitelijk natuurlijk al het geval is. Gezien de ligging van het perceel en de diepte ervan (circa 40 meter) is een dergelijke diepte van een hoofdgebouw niet vreemd. Het is overigens de bedoeling om de bestaande kap door te zetten en de uitstraling van het pand niet aan te tasten. Gezien de feitelijke situatie en gedachte om voldoende ruimte voor uitbreiding te bieden in het bestemmingsplan lijkt ons een dergelijke aanpassing zeer reëel. Er zijn verschillende manieren om de wensen van Jan bestemmingsplanmatig te regelen. Ten eerste zou op de verbeelding een specifiek bouwblok om de bestaande bebouwing kunnen worden gelegd en deze bebouwing aan te merken als hoofdgebouw. Dit is niet de systematiek van het bestemmingsplan maar zou als uitzondering kunnen worden toegevoegd. Ten tweede zou in de regels bij artikel 17 specifiek bijvoorbeeld het volgende kunnen worden opgenomen/toegevoegd: "indien de bestaande en legaal aanwezige diepte van twee-aaneen gebouwde woningen meer bedraagt dan 10 m, dan mag deze afstand worden aangehouden". Ten derde zou u schriftelijk kunnen vastleggen dat u van mening bent dat de aanwezige aanbouw is aan te merken als hoofdgebouw en de regels van overeenkomstige toepassing zijn waarbij de afstand tot de zijdelingse perceelgrens en diepte van het hoofdgebouw niet als 'harde' voorwaarden wordt getoetst omdat dit een bestaande situatie is, die op grond van artikel 17 lid g derde vierkantje juncto artikel 22 lid 1 juncto artikel 1.32 is toegestaan.

In dat geval hoeft het bestemmingsplan niet te worden aangepast maar kan in de toekomst een omgevingsvergunning worden verleend als aan de overige voorwaarden uit de regels van het bestemmingsplan wordt voldaan. De afstand tot de zijdelingse perceelsgrens en de diepte van het hoofdgebouw worden dan geacht te voldoen aan het bestemmingsplan. Als u ons per brief bevestigt dat de gekozen interpretatie van de regels in het voorontwerp de juiste is, dan is aanpassing van het bestemmingsplan zodoende niet noodzakelijk. In dat geval kan Jan na inwerkingtreding van het bestemmingsplan 'Kern Made' een aanvraag omgevingsvergunning indienen en deze procedure doorlopen." Kernvraag is én blijft: Kunt u bevestigen dat de aanbouw onderdeel is van het hoofdgebouw? Wij wachten uw reactie in spanning af. Fase voorontwerpbestemmingsplan Overigens vragen wij ons hardop af wat het nut van een voorontwerp bestemmingsplan in dit geval heeft. Als er op een dergelijke wijze met inspraakreacties wordt omgegaan, dan zou ik opteren voor het gelijk terinzage leggen van een ontwerp bestemmingsplan. Inspraak is bedoeld om onvolkomenheden te repareren en ervoor te zorgen dat een zo goed mogelijk bestemmingsplan de ontwerpfase ingaat. Dit doel lijkt mij niet gehaald met de wijze van beantwoording van onze inspraakreactie. Mvg. PieterDjdok Juridisch adviseur ruimtelijke ordening Namens Jan van der Ven

į j 738.39-10- PA RAG RAAF Hl. VOORSCHRIFTEN IN VERBAND MET DE AFZONDERLIJKE BESTEM MINGEN. ARTIKEL 5. WOONDOELEINDEN. AANDUIDING: W. A. Doel einde nomschrij ving. De op de plankaart als "Woondoeleinden" aangeweľen gronden zijn bestemd voor dè navolgende doeleinden: 1. wonen; 2. verkeersvoorzieningen. B. Beschrijving in hoofdlijnen. 1. Uitvoerings- en afstemmingscriteria: a. wonen is toegestaan in de vorm van vrijstaande, half-vrijstaande, aaneengebouwde en gestapelde woningen; b. bij vrijstaande en half-vrijstaande woningen dient, in verband met de parkeerbehoefte, in tenminste 1 parkeerplaats per woning op eigen terrein te worden voorzien. 2. Toetsingscriteria: a. wonen: 1. wonen is uitsluitend toegestaan in een hoofdgebouw met aangebouwde bijgebouwen; 2. nieuwbouw van een woning is uitsluitend toegestaan als vervanging van een bestaande woning; uitgezonderd is de nieuwbouw van een woning die past in het woningbouwprogramma c.q. richtgetal van de gemeente; 3. aaneengebouwde woningen zijn enkel toegestaan ter plaatse waar op de plankaart de aanduiding "aaneengesloten bebouwing toegestaan" is gegeven; b. ter plaatse waar dit als zodanig op de plankaart is aangeduid dient een pad als ontsluiting van de achterliggende gronden ţe worden gewaarborgd voor gemotoriseerd verkeer; c. uitsluitend ter plaatse waar op de plankaart de aanduiding "stalling motorvoertuigen toegestaan" is gegeven, is het toegestaan de gronden en bouwwerken te gebruiken ten behoeve van het stallen van motorvoertuigen äfift-v,

738.39-11- C. Bebouwingsregeling. 1. Op de onderhavige gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de onder A. genoemde doeleinden worden gebouwd, waarbij de onder B. gegeven regeling in acht dient te worden genomen en tevens voldoen aan de navolgende bepalingen: a. algemeen: 1 1. binnen de op de plankaart aangegeven hindercirkels bedrijven en veiligheidszone L.P.G. is het niet toegestaan nieuwe woningen te bouwen; 2. gebouwen mogen alleen worden gebouwd op bouwpercelen waarvoor op de plankaart een bouwgrens is aangegeven; 3. de op de plankaart aangegeven bouwgrens mag aan de wegzijde niet worden overschreden; 4. op een bouwperceel met gestapelde woningen mag het bebouwingspercentage maximaal 75*0» bedragen; 5. op een bouwperceel met een ander woningtype als onder 4. bedoeld, mag de bebouwing niet meer bedragen dan in nevenstaande grafiek is weergegeven; b. hoofdgebouwen: 1. hoofdgebouwen dienen met de voorgevel in de op de plankaart aangegeven bouwgrens te worden gebouwd; - 2. 3. hoofdgebouwen dienen vrijstaand danwel in blokken van maximaal 2 hoofdgebouwen aaneen te worden gebouwd, uitgezonderd ter plaatse waar dit als zodanig is aangeduid waar meer hoofdgebouwen aaneen, mogen worden gebouwd; de hoofdgebouwen dienen te worden gebouwd binnen een afstand van 15 m. tot de op de plankaart aangegeven bouwgrens, met dien verstande dat de afstand van het hoofdgebouw tot de achterste bouwperceelgrens minimaal 8 m. bedraagt; 4. de afstand van een vrijstaand hoofdgebouw of een blok van twee hoofdgebouwen aaneen tot de zijdelingse bouwperceelgrens dient minimaal3 m. te bedragen; 5. de goothoogte van een hoofdgebouw mag maximaal 6 m. bedragen, behoudens op een bouwperceel waarvoor op de plankaart een afwijkende maximale goothoogte is aangegeven, in welk geval die goothoogte als maximum zal worden aangehouden; 6. op de hoek Stationsstraat-Plukmadestraat mogen woningen worden gebouwd in maximaal 3 bouwlagen; c. bijgebouwen: 1. de bijgebouwen mogen aangebouwd en/of vrijstaand worden gebouwd; 2. per bouwperceel mag één vrijstaand bijgebouw worden gebouwd met een oppervlak van maximaal 40 m 2 ; 3. bijgebouwen dienen minimaal 3 m. achter de voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw te worden gebouwd;

-12-4. de goothoogte van een bijgebouw mag maximaal 3 m. bedragen; d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 1. de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, uitgezonderd erfafscheidingen, mag maximaal 3 rr». bedragen; 2. de bouwhoogte van erf af scheidingen mag voor de bouwgrens maximaal 1 m. en achter de bouwgrens maximaal 2 m. bedragen. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van: a. de woonsituatie; b. het straat- en bebouwingsbeeld; c. de verkeersveiligheid; d. de sociale veiligheid; e» de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in dit lid onder 1. ten behoeve van: a. 1. aanhef: de bouw van bouwwerken welke strekken tot een gebruik ten behoeve waarvan onder D.2. vrijstelling is verleend; b. 1.a.5.Z1x.2.: een vergroting van het daar bedoelde bijgebouw tot sen oppervlak van maximaal 60 m* en indien nodig een verhoging van het toegelaten oppervlak aan bebouwing met maximaal 10'í6 van het oppervlak van het bouwperceel, mits de vergroting strekt tot een gebruik ten behoeve waarvan onder D.2. vrijsteiling is verleend; c- 1b.4.: voor het bouwen van een vrijstaand hoofdgebouw tot in de zijdelingse bouwperceelgrens, mits dit gebeurt aan slechts één zijde van het bouwperceel en dit gewenst is in verband met een functioneel gebruik (inrichting) van het bouwperceel; d. ļ.d.2.: voor een verhoging van de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de bouwgrens tot 2 m., waarbij onderscheid wordt gemaakt naar de twee volgende situaties: 1. de erfafscheiding is gelegen achter de achtergevel van het bijbehorende hoofdgebouw, danwei gelegen achter de denkbeeldige lijn die loopt door het voorste/buitenste hoekpunt van het hoofdgebouw en het gedeelte van de bouwperceelgrens achter de voorgevel van het hoofdgebouw en die de bouwperceelgrens snijdt onder een hoek van 45 0, waarbij de afstand van de erf af sc heîding tot de voorgevei van het overliggende hoofdgebouw groter ís dan 24 m.; 2, de erfafscheiding is gelegen achter de achtergevel van het bijbehorende hoofdgebouw, danwei gelegen achter de denkbeeldige lijn die loopt door het voorste/buitenste hoekpunt van het hoofdgebouw en het gedeefte van de bouwperceelgrens achter de voorgevel van het hoofdgebouw en die de bouwperceelgrens snijdt onder een hoek van 45 0 tot een maximale

738.39-13- afstand van 0,40 m. uit de bouwperceelgrens, waarbij de afstand van de erf af scheiding tot de voorgevel van het overliggende hoofdgebouw groter is dan 14 m.; deze vrijstellingen worden slechts verleend indien geen onevenredige aantasting optreedt van'. 3. verkeersbelangen; 4. ruimtelijke belangen; 5. belangen van derden. D. Gebruiksregefing. 1. Onder strijdig gebruik van de grond en bouwwerken, als bedoeld in artikel 4., wordt in elk geval verstaan een gebruik van de grond en bouwwerken in strijd met de onder B.2. gegeven regeling en voorts: a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning; b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van enige vorm van handel en/of bedrijf. 2. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in dit lid onder l.b. ten behoeve van de uitoefening van een aan huis gebonden beroep in een bijgebouw, mits: a. het oppervlak aan bebouwing dat hiervoor op het bouwperceel gebruikt wordt níet meer dan 60 m 2 bedraagt; b. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de afwikkeling van het verkeer; c. op eigen terrein wordt voorzien in de nodige parkeergelegenheid. E. Aantegvergunning. 1. Het is verboden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning), de navolgende werken of werkzaamheden uit te voeren: - het geheel of ten dele afbreken van panden welke op de plankaart als "gemeentelijk monument c.q. beeldbepalend element" zijn aangeduid. 2. Het onder 1. vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden: a. welke het normale onderhoud en beheer betreffen; b. welke reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; c. welke noodzakelijk zijn iri verband met realisering van een bouwplan waarvoor de verleende bouwvergunning onherroepelijk is.

E Cl) O B «8 s i e o "O (Tl O i O CD CM ' O E ĵ «c c Ä c 12»». 3 : X c, ~ g).5 c II) JŬ. 0 1 5 ÿ ļ? c ra ĉ ; s -g a íf? 8 - c t? i 21» ű) is I o a : ui -. ISfs SS W 5 ^ w cu w ē 0) S c-2 I ra > ra T3 CO O) O) o ra tr > cu tl : 0) x: x: - 0) İS c 0 «" «c c w. O O) 5 P g - 3 CD 12 o Ŝ c 01 O Ä O Jŕ í*řs :z,û c " > 8 ; 3» ~ 2 - S 8 2 -S a- CT tr -o 2 32 1 3 w» 3.tİ.2 «ra S ra li ÿ : ««9 "O 2 g «S ra Ě -S «u I İ8 T3 -* c S» ra ^ ra > c -a c ľ c co co S llĩljif C Hl í ;ŗ» į î c»» ŵ. - g ~5 CM C 41 į.-ľ O T C J 13 iipl! mi 5 c m «(S (D 2 o O f O) 2 e» ra r O o o 3 raxi c N o 5 E (0 CN f CD I i 5 E g ^ cu S I ļo ra ra *ï i i n ļ lil e cu cb s 2 2.E 0) «lil 0) Sill, P. ã sis ai S c C f ïl C C n) CD CO N rara CD fl)» * TJ «Û. «- 0 «0 CD.X E.SĴ c.. ai CD CU ra 2 9? S c» S c CD S û N í İĨ* CD Ŝ.S m «Él) 8. X S c CD ra CD ff if 5 fc gf I-- ra 0) o ţ5.çd c co ra ra t3 5Ï c CU ţ S E - pj į ĩ. 3 t m Ş» S ro -~ ŭi. o "SíSa cu s ř ^ 5 «5 S 2 é g ra E E g) 0) CD CD 2 E co "O OÍTJ E CD CU t ĩ S ř O) cu ra S co "o r 3 co ^ 3 ra ţo 8»i I"! í*i O) o» CD Ä CD í» Ĉ 3 Ç J) c 11 -? u C TJ ļ- CU CD D -g "O ra S ffl c T3 8 Ŝ " E S s f lő ì B S g Ş. c S -g» 5 c.s2 ra o * İ H c Ifìli x»e «D Ş. ra į. C eu TĴ CD E -ä İİÍS& İ te«s» '5 8 3' cu ai v v ra S CD tjj O -S Ñ Hls? S x: xi D TJ û û TJ O CD N CO O CO İ0 T3 ĩ ÇU E ť oį İS Ō5 0) Ş 3 Ū N "O BI Õ c * C O) 2 cu v - ai ra ž Sí ~ ï «c 'o» S «0 "» 3 2 c ra Sí * g Ľ ļj ai ^ C g,ē O ~ ra c CD co ^ Ō5» g«-s5î te C CU CD C 3 -CD 01 CD S gl 0, S Q. O ra te Ē g 2» "D CD CD «~ "O f 2 3 c S ť ca 01 c S c -g ra fġ B co 'S 5 ra ín cu 3 ľ ç S í ra cu x3 S -Žrao c I S.Ľrag C 0 - CU ra u c if "S E p co «1 c I8gi o ra'c L. c XI ^ ra 2 ţţ 3 CD ÇS Ĉ5»2 T3-5 5 - T) t F CU C CU ra ţu ra > co c g w ^ c C0ÄTĪS *? c * * SS 9? ř c s? c ra 35 a s CD 2» * CD û. Oï "O o.s2 c.s3 Û Î Ï 3 Í i H " Ä J B ŭ r 1 ì5 * - c- ra 0) ra si -O ra 1 x: x:

0) ^ o)j5 ū) İS *5 O) (0» ra eu ra o ra 5 «u E e o ie ** O) (ū ro ai en (D 0) co 5 (0 S o) e» I 85 S i! į a a. - ra o» «o CU -(ba) í 8 * g»5is 8 O OJ ^ 4) Ç V P cu į co to CO "O 1-8 c-s IH» "» 4 CD IS O S» 3 E į.2 -o C įļ) c 52 "o ^0 ço ^ E ĉũ 0 o -S «į ļ o» o ŭ) - P.ä -o - ai C cz ; S co» ï «o o ĉā g > 1) B.İ 11 > J3 "8- ai cu ç CU CU 1 0 TÕ I ra 5» x CU XJ C «W 5 5 ï.ē 'E 5 E -ë c E.2 en co 0 c 0)'5 N 10 ffi B «-8 g S ro.ti S? c» ï.tï p CU *- c O 0).*i S O) E O.55 w i E «5 9)8 Z g CO Ö) C Cťt -5Ï O W O) *» > ^ 10 CD ÍS" ra tn j ļ í î ï a? a) ^ g O d) o S ^ E.!i ō Ç 0) to «II 5li l?ēľ c w 5 Ş ĉ S -o O) i «o CO ' co s í E N v i *ŗ~ Iţai: "È CU ~ CU C N Q- li 1 N CO S «O? Sį * -o Qï ra? 0) i- E ~ i ODE hm 9 c l Jį.ţO S CL CU 1 if~f SE feļs e «o c S c c «o!š. o S o N a o S s 8.03-3!: o s? ş g s ŝ F 10 c c ^ fc t fll C O r fl * «ra Sra-fi 8-2 İ Q «IîS* c S «o» S m İ ^ ğ»

Q) CO O (D ro O) 83 B-i E 2 J) c g» rag n e t.o 4) co c co xj 01 '- - 01 O) co CO) eu co 5 CL Jg (0 CO ~- > ^.8 S cu Ē o «B 3 «Ĵ5» ra «ļ co.s 5 N ra ui Cü Ç0 co io x: «O w co«ş 5 Ē cu en CU *o ō) o o oi 2 g If f S 2-8 co c Ç CU o co? ĆB TI co to co o) S «C u 10 co ī c CU Q.-C c eu co a» íi» ra O co 2 «o o) ei s 10 2 o, ţ) III o u r Ñ ra ro S i S ro 3.āş 8. ļ» «t