Aanvankelijke leeslessen

Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 10. Trijntje de Wit. LwjkC10: Titelpagina

Klassikale opstelling:

Tips spelend leren kern 2

Tips spelend leren kern 3

veilig leren Veilig leren lezen Artikelen - Letterkennis, aanpak b/d-probleem lezen Auteur: Susan van der Linden Stap 1

Lesdoelen De kinderen leren dat er woorden zijn die de (soort)naam voor mensen en dieren aanduiden en maken kennis met de term zelfstandig naamwoord.

Algemene instructies voor de strategie: Voorspellen. Introductiefase bij de eerste les: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?

Gebruiken en begrijpen van de formele breuknotatie.

Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les:

TOETSEN AUDITIEVE - EN VISUELE VAARDIGHEDEN TBV DE LEESVOORWAARDEN. groep 2. Marianne Verweij

Het pakket dolle drietjes Op de bovenstaande foto kunt u zien dat het pakket uit een handleiding, twee leesdelen en een map werkbladen bestaat.

1. LEZEN Inleiding: doel en structuur Gebaren lezen

Algemene instructies voor de Integratielessen. Introductiefase

Luc Cielen BAS KUNSTLER LEEST. HET BEGIN. Dag 6

Nieuwsbrief groep 3 oktober 2016

Tips voor aanvankelijk technisch lezen (groep 3)

Tips spelend leren kern 4

Nieuwsbrief groep 3 oktober 2017

VEILIG LEREN LEZEN. Adaptieve toets: Kern 1

Grafementoets: instructie voor de leerkracht

Luc Cielen BAS KUNSTLER LEEST. HET BEGIN. Dag 8

Klankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016

Stichting Rijdendeschool. Collectieve ambitie Rijdende School

De uitdaging en de kernopdracht voor elke school: De talenten van elk kind laten groeien en bloeien

Kleuters leren lezen

Informatieavond lezen groep 3. Welkom!

Wie ben jij? HANDLEIDING

Adaptieve toets: Kern 2 + d, oe

Nieuwsbrief groep 3 december 2016

2.5!"FAMILIETREKJES. # basistaak DOEL MATERIAAL ORGANISATIE VERLOOP

lezen veilig leren Kinderboekenweek 2010 Tips voor regio zuid Zinnen maken met woorden én beeldtaal zijn Les 1

Arrangementen dagbesteding VSO Oriëntatiefase Verdiepingsfase Integratiefase Leerjaar 1 (de

Is leren lezen moeilijk?

E 036: Het tienminutengesprek 1

Les 3 Samenvatten Leestekst: Verhuizen. 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen welke vraag we onszelf moesten stellen om te kunnen samenvatten?

LESBESCHRIJVING HOGESCHOOL ROTTERDAM PABO. Hoofdfase

Beginnende geletterdheid - ROC 4. Beginnende geletterdheid ROC 4

Adaptieve toets: Kern 1 + t, ee, n

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen.

optellen 1 Doel: plaats bepalen op de getallenlijn 2 Doel: optellen met de rekentekens + en 3 Doel: optellen van concreet naar abstract Herhalen

Zet je hersens op scherp en daag je tegenspelers uit voor een spannende RIJMwoordenstrijd!

Handleiding Vingerspelling en Letterherkenning.

week 37 8 september 2014 Handleiding niveau A en B les 1 en 2

Nieuwsbrief groep 3 oktober 2015

Hoofdmeting 1. na kern 2

Nieuwsbrief groep 3 december 2014

Adaptieve toets: Kern 3

De ontwikkelde materialen per unit.

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Instapmodule Niveau AA

Online leren lezen - Overzicht van de oefeningen

lezen Veilig leren lezen Artikelen - Ringboekje: een veelzijdig leermiddel veilig leren Stickers en stramienbladen Vier verschillende ringboekjes

Luc Cielen BAS KUNSTLER LEEST. HET BEGIN. Dag 2

Kern 6: geit-pauw-duif-ei

Les 2 Vragen stellen Leestekst: Veiligheid. Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we voor de tweede keer een tekst lezen en daarbij vragen maken.

LES. les 1 rap rat, rap! THEMA 5. dit kan ik al! deze les gaat over... de a van rat. aan de slag! man, man, man SPELLINGBOEK

flitsletters spellenbundel Voor speelse oefenmomenten, thuis en in de klas.

Instapmodule Niveau A2

Les 2 Samenvatten. Leestekst: Lachen. 1. "We gaan vandaag weer proberen om de tekst die jullie krijgen samen te vatten."

Nederlands in Uitvoering

Het IGDI model. Het belang van goede instructie. Bij welke leerkrachten leren kinderen het beste? (Good 1989) Instructie en risicoleerlingen

veilig leren Veilig leren lezen Artikelen - Letterkennis, aanpak ie/ei-probleem lezen Auteur: Susan van der Linden Kijkletter ei

Luc Cielen BAS KUNSTLER LEEST. HET BEGIN. Dag 10

Maatjeslezen: samen uit één boek

Basistoetsen Herfstsignalering

Handleiding Les 1. Nieuwsbegriponderwerp. Schrijftaak. Voorbereiding. week november 2013 Handleiding niveau A, les 1 en 2

Luc Cielen BAS KUNSTLER LEEST. HET BEGIN. Dag 9

Kern 2: teen - een - neus - buik - oog. Spellen bij kern 2. In deze kern leert uw kind: Letters: t n b oo ee Woorden: teen - een - neus - buik - oog

Kern 3: doos-poes-koek-ijs

Grafementoets: instructie voor de leerkracht

Lesdoelen De kinderen herkennen voorzetsels in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten

Veilig leren lezen Kern 1: ik - maan - roos vis

Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 3 voor rekenen: De leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties.

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts

Huiswerkbeleid op OBS de Zeester. augustus 2014

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

Een overtuigende tekst schrijven

ARRANGEMENTKAART LEZEN SO- AFDELING

Jaarplanning Lezen moet je doen op een school voor ZML

Leerlijn taalontwikkeling groep 1

LEESLIJN/LEESWEG. 1 e VERSIE. Adaptieve toets: na huis en hout van basisblok b

Handleiding voor docenten

Interventieperiode november februari groep 1 tot en met 5. Mariët Förrer

Groep 1/2 Groep 1/2 heeft afgelopen periode gewerkt aan het thema dieren. Welke dieren leven in de dierentuin en welke op de kinderboerderij?

Bijlage 14 Registratie- en planningsformulier gehele groep

Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom er onrust is in Oekraïne

Handleiding basiswoordenschat.

De Drakendokter: Gideon

Inleiding. Drie taalvormen

Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?"

Mik Een speelse letter- en leesontdekking voor groep 2.

Lesdoelen De kinderen herkennen het werkwoord in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten

Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom er onrust is in Oekraïne

LEESLIJN/LEESWEG. Adaptieve toets: na dik en rik van basisblok a

Transcriptie:

Aanvankelijke leeslessen 73

74

Inleiding Voor u ligt een pakketje van 3 lessen rond aanvankelijk lezen. Het zijn uitgewerkte lessen op het gebied van aanvankelijk lezen (klankzuivere periode) waarin leestechniek en leesbegrip gekoppeld worden. Het schrijven krijgt wel aandacht maar alleen als motorische activiteit Het gaat om de volgende lessen: - Les 4.1: Aanleren van nieuwe letter, in dit geval aa - Les 4.2a: Aanleren van letter /r/, nadat andere letters les bekend zijn - Les 4.2b: Begrijpend lezen, op het gebied van `begrijpen van moeilijke woorden` Uw school mag deze 3 lessen uitproberen, en uw oordeel op bijgevoegd evaluatie formulier invullen. Alvast hartelijk bedankt voor uw medewerking! Wilt u nog meer informatie? - Mieke Smits (SLO), 053-4840468, email: m.smits@slo.nl - Annette van der Laan (SLO). 053-4840357, email: a.vanderlaan@slo.nl - Trijntje de Wit-Gosker 75

Inhoudsopgave Inleiding 1. Aanvankelijk lezen en schrijven 2. Lessen rond aanvankelijk lezen 3. Opzet van lessen 4. Lessen bij Aanvankelijk lezen 4.1 Aanleren van lange klank letter aa Bijlage 1 bij les 4.1 - Letterbord met losse kaartjes Bijlage 2 bij les 4.1 - Visuele discriminatie oefeningen Werkblad 2A: Visuele herkenning van letter aa tussen de medeklinkers l, m, p, s, t. Werkblad 2B: Visuele herkenning van letter aa tussen de andere lange klanken ee, oo een uu Werkblad 2C: Visuele herkenning van de letter aa in rijmwoorden Werkblad 2D: Visuele herkenning van de letter aa in tekst Bijlage 3 bij les 4.1: Schrijfmotorische oefeningen Werkblad 3A: Vormverkenning letter aa 4.2a Aanleren nieuwe letter /r/ Bijlage 1 bij les 4.2a - Letterbord met losse kaartjes Bijlage 2 bij les 4.2a - Visuele discriminatie oefeningen Werkblad 2A: Visuele herkenning van de letter /r/ na de p, t, k en b Werkblad 2B: Visuele herkenning van de letter /r/ na een lange klank Werkblad 2C: Visuele herkenning van de letter /r/ in rijmwoorden Werkblad 2D: Visuele herkenning van de letter /r/ in de maanden van het jaar Bijlage 3 bij les 4.2a - Schrijfmotorische oefeningen Werkblad 3A: Vormverkenning letter /r/ Bijlage 4 bij les 4.2a - Leesoefeningen Werkblad 4A: Letters/Woorden/Tekst 4.2b Begrijpend lezen 76

1. (Aanvankelijk) Lezen en schrijven Lezen en schrijven zijn complexe activiteiten en te benaderen vanuit drie invalshoeken, techniek, begrip en beleving, die wel onderscheiden maar bij voorkeur niet gescheiden moeten worden aangeboden. Met andere woorden lezen en schrijven zijn op te vatten als geïntegreerde processen van techniek, begrip en beleving. In het lees- schrijfonderwijs maakt men onderscheid tussen voorbereidend en aanvankelijk lezen en schrijven (ook wel beginnende geletterdheid) en voortgezet lezen en schrijven (gevorderde geletterdheid). In deze lessenserie staat het aanvankelijk lezen centraal. Daarbinnen onderscheiden we twee periodes: een klankzuivere periode en een niet-klankzuivere periode. In elke periode staat specifieke leerstof centraal. Leerstof die op verschillende manieren kan worden aangeboden (didactiek). Leerlingen leren op verschillende manieren (meervoudige intelligentie) en maken gebruik van verschillende kanalen visueel, motorisch, auditief) en kunnen via deze specifieke kanalen ondersteund of uitgedaagd worden. 77

2. Lessen rond aanvankelijk lezen In deze lessenserie beginnen we met voorbeeldlessen op het gebied van aanvankelijk lezen (klankzuivere periode) waarin leestechniek en leesbegrip gekoppeld worden. Het schrijven krijgt wel aandacht maar alleen als motorische activiteit. Het schrijven als spelling-, stel- en belevingsactiviteit wordt vanwege tijdgebrek niet in deze serie uitgewerkt. Als voorbeeld hebben we in hoofdstuk 4 drie lessen in het kader van aanvankelijk lezen uitgewerkt: Les 4.1 Aanleren van lange klank letter aa Dit is een startles waarin de eerste letter centraal staat Les 4.2a Aanleren nieuwe letter /r/ Dit is een les over het aanleren van een nieuwe letter, waarbij de letters/klanken uit LWJK deel A al bekend zijn Les 4.2b Begrijpend lezen Dit is een les, waarin de nieuw geleerde letter /r/ en de bekende letters in de woorden en zinnen voorkomen, gericht op het leren van de leesstrategie 'begrijpen van moeilijke woorden' Een paar algemene uitgangspunten die van belang zijn: De lessen zijn bedoeld voor alle leerlingen die in een groep bij elkaar zitten (klassikaal). De leerlingen zitten tijdens de instructie recht voor de leerkracht (om spiegelbeeldlezen en omkeringen te voorkomen). De lessen zijn uitgewerkt op het niveau van het gestructureerde leesaanbod van de leerkracht. Uiteraard gebeurt er naast het gestructureerde aanbod ook veel op het gebied van lezen (en schrijven). Leestechniek (les 4.2a) en leesbegrip (les 4.2b) gaan in onze visie samen. Dat wil niet perse zeggen dat beide in één les op hetzelfde tijdstip uitgevoerd moeten worden. De lessen kunnen ook als twee afzonderlijke lessen worden gegeven, maar moeten wel zo snel mogelijk na elkaar worden gegeven, om zoveel mogelijk profijt eruit te halen. De lessen 4.2a en 4.2b horen wat leerstof betreft dus noodzakelijkerwijs bij elkaar. In les 4.2a ligt de nadruk op techniek en in les 4.2b ligt de nadruk op begrip. 78

3. Opzet van lessen Voor de opzet en structuur van de lessen maken we gebruik van een lesvoorbereidingsmodel waarin de activiteiten (voor, tijdens en na de les) van de leerkracht zijn weergegeven (bron: UT Twente ). Deze lesopzet geeft aanwijzingen voor de leerkracht gericht op de voorbereiding op de les, de les zelf en de naverwerking. Hoe ziet deze les eruit? Wat willen wij bereiken met deze les? Concrete aanbod Relevante werkbladen/bronnen Tijdplanning in minuten Voorbereiding Materialen Vooraf klaarzetten of doen Wat kan ik verwachten? Uitvoering van de les Introductiefase Instructiefase Toepassingsfase Afrondingsfase Achteraf Evaluatie Materiaal Werkbladen, hulpmiddelen, etc. 79

4. Lessen bij Aanvankelijk lezen De proeflessen kunnen in principe in elke groep worden gegeven waar de leerlingen toe zijn aan het leren van (nieuwe) letters. Dat er niveauverschillen zijn in de groep is geen onoverkomelijk bezwaar. Bovendien leren kinderen ook veel van elkaar. Klassikaal is het coöperatief en sociaal leren gemakkelijker te ondersteunen dan individueel. Verder is het goed mogelijk ook klassikaal te differentiëren. Het ene kind krijgt een moeilijk woord om te synthetiseren en een ander kind een gemakkelijk woord. In de lessen is aangegeven op welke momenten kan worden gedifferentieerd. Dat vereist in de regel wel meer inspanning van de leerkracht. Een andere vorm van differentiatie is de leerlingen in de groep die de letter al goed kennen, hen tijdens de instructie de keuze te geven tussen het volgen van de instructie of het werken met een eigen opdracht. Hoewel de ervaring uitwijst dat leerlingen het meestal helemaal niet erg vinden om iets doen wat ze al kunnen. Dat stimuleert ook hun zelfvertrouwen. Willen leerlingen toch zelfstandig aan de slag, laat de opdracht die ze dan krijgen wel aansluiten bij het thema van de les. Bijvoorbeeld: verzamel woorden met een `aa` uit een tijdschrift (knippen of overschrijven). 80

4.1: Aanleren van lange klank letter `aa` Niveau: aanvankelijk lezen en (motorisch) schrijven Hoe ziet deze les eruit? nieuwe letter leren lezen (en navoelen of schrijven) Letter aa leren lezen en schrijven. Tijdplanning in minuten (eventueel verdeeld over twee lessen, deze tijden zijn een ruwe schatting) 5 oriëntatiefase (doel en nodige kennis opfrissen) 10 kern van de les (klankgebaar, synthese en letterverkenning) 10 visuele oefeningen met nieuwe letter, klassikaal -------------------------------eventueel in een vervolgles: (10 terugblik op de begeleide inoefening) 20 toepassen, individueel 10 evaluatie Voorbereiding Mogelijke materialen beamer met scherm en/of bord met krijt letterkaart en letterbord (zie voorbeeld bijlage 1) oefenstof gebaseerd op LWJK deel A, pag 115-124 ideeën uit het klankenboek, pag 7 (Het Klankenboek is als bijlage toegevoegd aan de handleiding Lezen moet de doen). extra werkbladen, zie bijlagen 2 en 3 Vooraf klaarzetten of doen Inlezen aa (klankgebarenboek TdW en LWJK deel A, pag 113 en 114)!!! Instructie van het gebaar bij de aa kunnen dromen. Doe de letterkaart aa in een enveloppe en hang het op in het lokaal Zet zo mogelijk het letterbord (zie bijlage 1) voor de klas. Er staan nog geen letters op. Maak thematafel met aa voorwerpen en aa plaatjes (bijv. uit LWJK, zie ook het klankenboek pag 7.) lettervormen: twee rondjes en twee korte stokken Neem werkbladen/leesstof over uit LWJK del A, pag. 121-124) Maak/kopieer werkbladen (zie bijlage 2 en 3) Wat kan ik verwachten? Dat een deel van de leerlingen zelfstandig de nieuwe letter kan lezen. Dat een deel van de leerlingen de nieuwe letter ook kan schrijven. Dat een deel van de leerlingen extra oefening nodig zal hebben. 81

Uitvoering van de les Introductiefase Doel van de les verwoorden: We gaan een nieuwe letter leren Wat we gaan doen: 1. kennis opfrissen (twee vormen herhalen, de plaatjes die op de thematafel liggen benoemen, begrip van woorden die in de klanksynthese voorkomen aar, aas) 2. een klank/gebaar aanleren (of herhalen) 3. een raadspel bij de thematafel 4. de envelop openen, goed naar de letter kijken en het gebaar erbij maken 5. de letter ontdekken tussen andere letters 6. zelf aan de slag: werkblad/computer, enz 7. elkaar vertellen over wat we gedaan hebben Instructiefase: Kern van de les Introductie van de klank (auditief en motorisch) bijv. n.a.v. van een doktersbezoek (zeg eens aa) of Aafje Aria (LWJK). De leerkracht doet voor: wat hoor je? (lange klank) wat zeg je? (open mond, tong laag) wat doe je: (gebaar) De klank in het woord syntheseoefening met de woorden die op de thematafel liggen. Letterverkenning (visueel) wat zie je? een rondje met een korte stok en nog een rondje met een korte stok (zorg ervoor dat de letter niet op de kop gelezen kan worden, door bijv. de letter in een huis te plaatsten) leg de relatie met het gebaar: twee tekens, twee handen; de open handen stellen de rondjes voor. Tip spelidee: de letter verstoppen en als hij gevonden is dan het gebaar opnieuw maken Letterherkenning (visuele discriminatie) de letter leren onderscheiden van andere letters op bord of beamerscherm de letter aanwijzen (samen inoefenen) laat al schrijvend op het bord zien hoe de letter aa ontstaat als je hem gaat schrijven. Ook nu weer: rondje korte stok, rondje korte stok. hang de letter op het letterbord in de juiste groep (lange klankgroep) Auditieve synthese zeg een woord in stukken met verlengde klankwaarde: (rrrrrr aaaaaa mmmmmmm), en laat een leerling het hele woord nazeggen probeer het eerst met gemakkelijke woorden: medeklinker, klinker, medeklinker (mkm: bijvoorbeeld /raam/), daarna met moeilijkere (mkmm, bijvoorbeeld /kast/, mmkmm /sterk/, mmmkm /streep/) nb. Alleen enkelvoudige en klankzuivere woorden aanbieden. Alle klanken van het Nederlands mogen worden gebruikt. Het is een auditieve oefening gericht op het vaardig worden in het samenvoegen van klanken. De leerlingen hoeven de klanken dus niet perse te kennen. Het is eenvoudig om adaptief te werken. Sommige leerlingen die al wat meer aankunnen, krijgen moeilijke woorden (mkmm, mmkmm etc.) en andere die dat nog niet kunnen, krijgen alleen mkm (huis, hok, buik, kam...) 82

Toepassingsfase!!hoeft niet in deze les, maar kan ook als opdracht later of op de weektaak worden gezet Maak voor elke leerling een passende opdracht: taakdifferentiatie: visuele (discriminatie)oefeningen op eigen niveau (bijlage 2) leesstof op eigen niveau de vorm navoelen (bijlage 3) de letter naschrijven/typen (bijlage 3) oefenen op de computer Afrondingsfase Vraag de leerlingen hoe ze de les ervaren hebben Vraag de leerlingen wat ze gedaan en geleerd hebben Geef aan wat er in de volgende les gaat gebeuren Verrijking Eventueel oefenboekjes maken om (thuis) te oefenen met de aangeboden letter (en indien er meer letters bekend zijn in combinatie met woorden en tekst). Achteraf Evaluatie en feedback Noteer welke leerlingen tijdens de 'klassikale' les het doel nog niet bereikt lijken te hebben: Op welk onderdeel uit de kern gaat het mis en welke extra oefening en ondersteuning heeft deze leerling nodig?!! zorg ervoor dat extra ondersteuning zo snel mogelijk op de gestructureerde activiteit volgt en bij voorkeur vóór de volgende klassikale les. 83

Bijlage 1 bij les 4.1 - Letterbord met losse kaartjes nb. In de klas zijn alle kaartjes met letters omgedraaid. Alleen de aa is zichtbaar : medeklinkers : lange klank aa - : korte klank : tweetekenklank 84

Bijlage 2 bij les 4.1 - Visuele discriminatie oefeningen Werkblad 2A: Visuele herkenning van letter aa tussen de medeklinkers l, m, p, s, t. aa p aa p m aa l s l aa p s t r aa t Teken een rondje om elke aa Je hoeft geen woorden te kunnen lezen om dit werkblad te maken. Misschien vind je het makkelijker om eerst fiches of kaartjes te leggen op alle letters die geen aa zijn. Werkblad 2B: Visuele herkenning van de letter aa tussen de andere lange klanken ee, oo een uu 85

aa aa ee aa aa aa oo oo aa aa uu aa uu aa uu aa ee oo uu aa Teken een rondje om elke aa. Je hoeft de andere letters niet te kennen om dit werkblad te maken. Misschien vind je het makkelijker om eerst fiches of kaartjes te leggen op alle letters die geen aa zijn. 86

Werkblad 2C: Visuele herkenning van de letter aa in rijmwoorden aap gaap slaap aas kaas vaas aal kaal paal aar vaar maar aak maak raak aaf gaaf raaf aan maan laan aat gaat laat raam naam kraam Zet een streepje onder elke aa. Je hoeft de woorden niet te kunnen lezen om dit werkblad te maken. Het is wel leuk als iemand de woorden aan je voorleest, want het rijmt. 87

Werkblad 2D: Visuele herkenning van de letter aa in tekst de schaal ligt vol fruit. aardbei en banaan. dat smaakt lekker zoet. in de koelkast ligt kaas. dat is gaaf zegt aaf. maar ik ben klaar. Zet een streepje onder elke aa. Je hoeft de tekst niet te kunnen lezen om dit werkblad te maken. 88

Bijlage 3 bij les 4.1: Schrijfmotorische oefeningen Werkblad 3A: Vormverkenning letter aa Maak je een veelkleurige aa: 1. Volg met je vinger de lettervorm in de juiste schrijfrichting: rondje, korte stok rondje, korte stok. 2. Doe hetzelfde met een potlood. 3. Herhaal dit steeds weer met een ander kleurtje. 89

4.2a: Aanleren nieuwe letter /r/, de letters/klanken uit LWJK deel A zijn al bekend Hoe ziet deze les eruit? Wat willen wij bereiken met deze les? nieuwe letter leren lezen (en navoelen of schrijven) nieuwe letter leren gebruiken/lezen in woorden en zinnen Concreet onderwijsaanbod Letter /r/ leren lezen en schrijven. Tijdplanning in minuten (eventueel verdeeld over twee lessen, deze tijden zijn een ruwe schatting) 5 oriëntatiefase (doel en nodige kennis opfrissen) 10 kern van de les (klankgebaar, synthese en letterverkenning) 15 visuele oefeningen met nieuwe letter apart en in woorden die de leerlingen al kunne lezen -------------------------------eventueel in een vervolgles: (10 terugblik op de begeleide inoefening) 20 toepassen, individueel 10 evaluatie Voorbereiding Mogelijke materialen beamer met scherm en/of bord met krijt letterkaart en letterbord (met de reeds bekende letters, zie bijlage 1 oefenstof gebaseerd op LWJK deel B, pag 111-132 ideeën uit het klankenboek, pag 73-75 (Het Klankenboek is als bijlage toegevoegd aan de handleiding Lezen moet de doen). extra werkbladen, zie bijlagen 2, 3, 4 Kijken en Kiezen, de gele module Vooraf klaarzetten of doen: lesvoorbereiding maken en instructies uit het hoofd kennen materiaal: zie boven. thematafel maken met /r/ voorwerpen en /r/ plaatjes. op het bord de woorden met de al bekende letters (bijlage 1) leesstof overnemen uit LWJK deel B, pag. 118-132) werkbladen maken of kopiëren (zie bijlagen 2, 3, 4) werkbladen uitzoeken, gedifferentieerd naar niveau Wat kan ik verwachten? Dat een deel van de leerlingen de letter /r/ kan lezen. Dat een deel van de leerlingen de letter /r/ kan navoelen of schrijven. Dat een deel van de leerlingen zal extra oefening nodig zal hebben. Dat een deel van de leerlingen woorden met de bekende letters kan lezen (inclusief de nieuwe letter /r/). Dat een deel van de leerlingen korte zinnen vlot en correct kunnen lezen (zinnen die bestaan uit woorden en picto's). 90

Uitvoering van de les Introductiefase Terugblik De bekende letters even 'racen'. Een paar leerlingen de klanken snel laten benoemen. Misschien weten ze ook al in welke klankgroep een klank hoort (medeklinker, korte klank, tweetekenklank of lange klank). Woordrijen uit de vorige leesles op het bord zetten en zo snel mogelijk laten lezen. Voorbeeldwoorden met de bekende letters: (met reeds 10 zichtbare letters: p, m, t, l, s, aa, ee, oo, ui, ij) lees loop sloop slaapt mees loom sloom muil Doel van de les verwoorden: We gaan een nieuwe letter leren Wat we gaan doen: 1. kennis opfrissen (twee vormen herhalen, de plaatjes die op de thematafel liggen benoemen, begrip van woorden die in de klanksynthese voorkomen aar, roer, zeer) 2. een klank/gebaar aanleren (of herhalen) 3. een synthesespel bij de thematafel 4. de nieuwe letter bekijken en het gebaar erbij maken 5. de letter ontdekken tussen andere letters 6. zelf aan de slag: werkblad/computer, enz 7. elkaar vertellen over wat we gedaan hebben Instructie fase: Kern van de les Introductie van de klank, zie klankenboek pag. 73 De leerkracht doet voor: wat hoor je? (rrrrrr =medeklinker) wat zeg je? (open mond, tong laag) wat doe je: (gebaar) De klank in het woord syntheseoefening met de woorden die op de thematafel liggen. Letterverkenning (visueel) wat zie je? een korte stok met een boogje bovenaan (zorg ervoor dat de letter niet op de kop gelezen kan worden, door bijv. de letter in een huis te plaatsten) leg de relatie met het gebaar: zie klankenboek pag. 73 Letterherkenning (visuele discriminatie) de letter leren onderscheiden van andere letters op bord of beamerscherm de letter aanwijzen (samen inoefenen) laat al schrijvend op het bord zien hoe de letter /r/ ontstaat als je hem gaat schrijven. Ook nu weer: korte stok en een boogje bovenaan. hang de letter op het letterbord in de juiste groep (medeklinkers) Nieuwe letter /r/ toepassen in woorden en zinnen (begeleide oefening) geef ieder kind een werkblad 3A uit bijlage 3 laat ze boven in de linkerbovenhoek beginnen en bijwijzen met de strook (van links naar rechts kijken) op de eerste rij staan letters: die kennen jullie al, de letter /r/ van vandaag staat er ook tussen. ik lees ze één keer voor wie kan ze ook hardop lezen? Auditieve synthese zeg een woord in stukken met verlengde klankwaarde (rrrrrr aaaaaa mmmmmmm), en laat een leerling het hele woord nazeggen /raam/. 91

oefen eerst met gemakkelijke woorden: medeklinker, klinker, medeklinker (mkm: bijvoorbeeld /raam/), daarna met moeilijker (mkmm, bijvoorbeeld /kast/, mmkmm /sterk/, mmmkm /streep/). Nb. Alleen enkelvoudige en klankzuivere woorden aanbieden. Alle klanken van het Nederlands mogen worden gebruikt. Het is een auditieve oefening gericht op het vaardig worden in het samenvoegen van klanken. De leerlingen hoeven de klanken dus niet perse te kennen. Het is eenvoudig om adaptief te werken en te differentiëren. Sommige leerlingen die al wat meer aankunnen, krijgen moeilijke woorden (mkmm, mmkmm etc.) en andere die dat nog niet kunnen, krijgen alleen mkm (huis, hok, buik, kam...) Woorden lezen schrijf nieuwe woorden op het bord (met bekende letters in combinatie met de nieuwe letter /r/ op het bord geschreven) geef de leerlingen de woorden ook op een blad doe eerst voor hoe de woorden gelezen moeten worden (zingend voorlezen met verlengde klankwaarde). vraag dan wie dat ook kan? Een leerling leest het eerste rijtje. Laat ze bijwijzen met een aanwijskaart. herhaal een paar keer dezelfde rijtjes en laat leerlingen die al meer kunnen de woordrijen sneller lezen. (Tempo-lezen oefenen.) (nb. Adaptief en gedifferentieerd werken: Niet alle leerlingen hoeven dit al te kunnen. Leerlingen die het al wel kunnen geven alvast een voorbeeld. Leerlingen die nog niet zoveel kunnen, hoeven alleen (in alle veiligheid) te luisteren.) Zinnen lezen schrijf een paar korte zinnen op het bord. De zinnen bestaan uit woorden met letters die al bekend zijn. geef de leerlingen het werkblad met daarop de zinnen (zie bijlage 4). lees de eerste zin voor. Vraag: Wie kan de zin ook al lezen? lees de tweede zin voor. Etc. geef veel leerlingen de kans een zin te lezen. Laat een of twee leerlingen alle zinnen na elkaar lezen. Toepassingsfase!!hoeft niet in deze les, maar kan ook als opdracht later of op de weektaak worden gezet geef voor elke leerling een passende opdracht: taakdifferentiatie:. letter verkenningsoefeningen op eigen niveau (bijlage 2). leesstof op eigen niveau. de vorm navoelen (bijlage 3). de letter naschrijven/typen (bijlage 3). oefenen op de computer (Kijken en kiezen, de gele module). ofenen met lezen van woorden, zinnen (bijlage 4) Afrondingsfase en feedback n.a.v. de toepassingen Vertel eens wat je gedaan hebt Hoe ging het? Verrijking Oefenboekje voor thuis (optioneel) met visuele oefeningen Oefenboekje met eenvoudige bekende woorden en zinnen om thuis te lezen motorische schrijfoefeningen leesbladen op verschillende niveaus 92

Achteraf Evaluatie en feedback Maak aantekening per leerling of het doel van de les is bereikt: 1. Kunnen ze de letter /r/ inderdaad écht lezen en motorisch schrijven en op welk niveau? Zonder hulp, met weinig hulp, met veel hulp? 2. Zo nee, op welk onderdeel uit de kern gaat het mis en welke extra oefeningen en ondersteuning heeft het betreffende kind (of groepje kinderen) nodig?!! Zorg ervoor dat de extra ondersteuning (individueel of in kleine groep) zo snel mogelijk op de gestructureerde (klassikale) activiteit volgt en bij voorkeur vóór de volgende klassikale activiteit 93

Bijlage 1 bij les 4.2a - Letterbord met losse kaartjes nb. In de klas zijn alleen de kaartjes met reeds bekende letters zichtbaar. De andere letters zijn omgedraaid. : medeklinkers p m t l s : lange klank aa oo ee - : korte klank : tweetekenklank ui ij 94

Bijlage 2 bij les 4.2a - Visuele discriminatie oefeningen Werkblad 2A: Visuele herkenning van de letter /r/ na de p, t, k en b b r r r r t r r r r k r r r r p r r r r Zet een streepje onder elke /r/. Misschien vind je het makkelijker om eerst fiches of kaartjes te leggen op alle letters die geen /r/ zijn. Je hoeft de andere letters niet te kennen om de /r/ te kunnen vinden. Misschien wil iemand deze bladzij wel voorlezen. Waar moet je dan aan denken? Aan een koude douche, een telefoon, een koekje, een scheetje? 95

Werkblad 2B: Visuele herkenning van de letter /r/ na een lange klank aar eer oor uur eer aar uur oor oor uur aar eer uur oor eer aar Zet een streepje onder elke /r/ Je hoeft de andere letters niet te kennen om dit werkblad te maken. Ben je al snel klaar? kleur dan elk vakje aar staat paars, waarin oor staat rood, waarin eer staat geel en waarin uur staat teken je een klok. 96

Werkblad 2C: Visuele herkenning van de letter /r/ in rijmwoorden aar raar vaar eer peer leer oer roer boer uur muur vuur oor door boor ier mier dier Zet een streepje onder elke /r/. Je hoeft de woorden niet te kunnen lezen om dit werkblad te maken. Misschien wil iemand de rijtjes wel voorlezen. Weet jij dan wat de woorden betekenen? 97

Werkblad 2D: Visuele herkenning van de letter /r/ in de maanden van het jaar. de r is in de maand januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december Zet een streepje onder elke /r/. Je hoeft de tekst niet te kunnen lezen om dit werkblad te maken. In welke maand ben jij jarig? Zit er een /r/ in die maand? 98

Bijlage 3 bij les 4.2a - Schrijfmotorische oefeningen Werkblad 3A: Vormverkenning letter /r/ Maak je een veelkleurige /r/: 1. Volg met je vinger de lettervorm in de juiste schrijfrichting: korte stok van boven naar beneden en dan terug om het boogje bovenaan te maken. 2. Doe hetzelfde met een potlood. 3. Herhaal dit steeds weer met een ander kleurtje. 99

Bijlage 4 bij les 4.2a - Leesoefeningen Werkblad 4A: Letters/Woorden/Tekst lezen p m t l s /r/ aa oo ee ui ij Maak een keus uit de hier onderstaande woorden om mee te oefenen (zorg dat er afbeeldingen/plaatjes zijn (indien mogelijk) om de betekenis te ondersteunen. Woorden lezen r voor raam room reep ruim rijm raas roos ruil rijst raat ruis rijmt raap ruit raast ruist ruilt r achter aar oor eer maar leer raar meer paar peer r midden paars poort eert trui prijs laars proost leert spruit praat troost tree praal 100

Zinnen/tekst/verhaal met picto s (bij elke zin/verhaal een illustratie gebruiken om het begrip te stimuleren en te ondersteunen) Zinnen lezen 1. aap eet aar (plaatje zit in LWJK A) 2. aap raar 3. aap door raam 4. reep 5. roos 6. raap roos 7. staat raam 8. staat roos 9. door raam 10. roos 11. room taart 12. eet rijst 13. rijst 101

14. trui is paars 15. door poort 16. praat met 102

Tekst (verhaal) lezen 1. aap 2. 3 aar 4. aap 5. aap aar 6. aap uit 7. aap 8. aap 9. aap raapt aar 10. aap eet aar 11. aap raar? 12. peer 13. peer 14. eet peer 15. korf 103

16. raat 17. slaapt korf of: 18. slaapt korf? 104

4.2b: Begrijpend lezen Hoe ziet deze les eruit? Wat willen wij bereiken met deze les? Begrijpend leren lezen met leesstrategie `begrijpen van moeilijke woorden` te gebruiken in een tekst Concreet aanbod Strategie `begrijpen van moeilijk woorden` (95% van de woorden moeten bekend zijn). Relevante werkbladen/bronnen Leestekst (kan dezelfde tekst/het verhaal/ zijn als bij les 4.2a). De tekst mag geen technische moeilijkheden voor de leerlingen meer hebben. Daarom is het aan te raden de tekst die voor het oefenen van de techniek (zie les 4.2a., bijlage 4 onderdeel 'tekst (verhaal) lezen`). Tijdplanning in minuten 5 Terugblik en doel 5 Voorkennis activeren in het kader van de tekst 10 Strategie begrijpen van moeilijke woorden en laten nadoen (modelen, hardop denken) 10 Toepassen 10 Evaluatie en feedback Voorbereiding Materialen Beamer en scherm Leesteksten (voor begeleide klassikale inoefening) Leesteksten op niveau (voor zelfstandige inoefening) Beeldend materiaal (attributen, foto's, tekeningen...) om het tekstbegrip te ondersteunen Vooraf klaarzetten of doen Weten wat de strategie `begrijpen van moeilijke woorden` inhoudt, beeldend kunnen uitleggen Geschikte leestekst zoeken of maken (alleen woorden en zinnen met de bekende letters, woorden met onbekende letters vervangen door picto's) Materialen klaar hebben staan die in het verhaal voorkomen, om het opbouwen van begrip te ondersteunen. Wat kan ik verwachten? Sommige leerlingen zullen weten wat de strategie inhoudt en die kunnen toepassen op een eenvoudige tekst. Sommige leerlingen zullen met behulp van veel begeleiding de tekst kunnen begrijpen maar de strategie (nog) niet zelfstandig kunnen toepassen. Sommige leerlingen zullen de strategie nog niet begrijpen of kunnen toepassen. 105

Uitvoering van de les Introductie fase Terugblik vragen naar de vorige les in deze lesserie, welke letters kennen we al? Zo snel mogelijk laten opnoemen. alleen aan de orde stellen wat nodig is om deze les te kunnen volgen Lesdoel aangeven Duidelijk aangeven wat er in deze les gaat gebeuren. De leerkracht zegt: Jullie kunnen al heel goed lezen. Soms lees je een verhaal en dan weet je niet wat een woordje betekent. Vandaag leer ik jullie hoe je dat probleem kunt oplossen: dat heet het begrijpen van moeilijke woorden. Instructie fase: Kern van de les De strategie 'Begrijpen van moeilijke woorden' pak de tekst aan de hand waarvan de strategie 'begrijpen van moeilijke woorden' geoefend gaat worden, bijvoorbeeld uit bijlage 4 van les 4.2a. geef alle leerlingen ook de tekst ook voor zich, en/of de tekst is geprojecteerd op het scherm. (of bord). begin te lezen en wijs de regel die je leest bij. Bij een woord dat moeilijk is, stop je en vraag je je af wat het woord betekent. hoe kan ik er achter komen? vraagt je aan de groep. Misschien komen leerlingen zelf al op ideeën. De ideeën worden op het bord genoteerd. Je probeert de ideeën uit. Bijvoorbeeld als een kind voorstelt een woordenboek te gebruiken dan doet de juf dat ook. als er geen ideeën komen, ga je hardopdenkend verder en stelt een oplossing voor ( bijvoorbeeld het woordenboek), verder lezen misschien begrijp je het woordje dan wel, aan een ander vragen). Klassikale inoefening dit patroon van hardopdenkend lezen en afvragen herhaal je met een paar zinnen. daarna vraag je aan een leerling (van wie je verwacht dat die het kan) klassikaal hetzelfde te doen. Zo krijgen nog een paar leerlingen de beurt. Inoefenen in tweetallen Laat leerlingen in tweetallen de volgende regels lezen, tot ze een woord tegenkomen dat ze nog niet (goed genoeg) kennen. De passen ze de strategie `begrijpen van moeilijke woorden ` toe. Toepassingsfase Een aantal leerlingen lezen een stukje van de tekst voor. Vraag hoe de leerlingen onbekende woorden hebben verhelderd. Wat heb je gedaan? Wist je daarna wat het woord betekende? Hoe heb je samengewerkt? Stel nog een aantal evaluatievragen gericht op de beleving (spreekt het aan, ontroert het, spannend?) Huiswerk/verrijking: op school of thuis (met informatie voor ouders) Tekst mee naar huis geven en thuis laten voorlezen. 106

Achteraf Evaluatie en feedback Maak aantekeningen per leerling. Wordt de tekst vlot gelezen? Begrijpen ze wat er staat? Passen de leerlingen verschillende mogelijkheden om een woord te begrijpen toe? 107

108