2 mei 2010 jaargang 6



Vergelijkbare documenten
Erkend leerbedrijf. dáár wordt het vak geleerd. horeca bakkerij reizen recreatie facilitaire dienstverlening

We doen hetzelfde werk, alleen jij mag fouten maken. Tekst: Rieke Veurink - Foto s Kees Winkelman

EEN LEVEN LANG LEREN

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

alfa-college.nl drenthecollege.nl mensoaltinggroningen.nl noorderpoort.nl

Leraar, je wist dat je het was.

Via de wijk aan het werk

Niets is moeilijk voor wie weet hoe het werkt.

IEZEN VOOR ECHNIEK. Techniek past beter bij jou dan je denkt.

POP. Persoonlijk ontwikkelingsplan. Robin van Heijningen

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Juridische medewerker

Winnaar Beste Calibris Leerbedrijf Sport 2010 Sciandri Sportmanagement Haarlem JURYRAPPORTAGE

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld

10 tips voor het werven van de ideale stagiair

Presentatie Tekst Top plan (talentontwikkelingsplan) Amy Kouwenberg OABCE1A

De motor van de lerende organisatie

Inge Test

Ga jij ook voor een baan die iedereen energie geeft?

Op zoek naar een leuke baan? WSD-Groep helpt je op weg!

BBL-OPLEIDINGEN ZORG & WELZIJN KRAMERSGILDEPLEIN ARNHEM ROC A12

HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN

Mat Bours Beste SVO-praktijkopleider van het jaar 2013

Maak nu de opdrachten in deze lesbrief en kom erachter of jij je keuze al kunt maken!

Inleiding. En uw parochie kan daaraan meedoen!

Werken in de bouw. Bouw aan je toekomst!

Bonus: Hoe goed ben jij momenteel?

Bovenbouw: op weg naar jouw toekomst!

Allereerst wil ik de organisatoren van deze dag, de Stichting Lezen en Schrijven

Aflevering 2: Solliciteren

VRIJHEID IN BEWEGING

Monica is jarig. Iemand vertelt over haar sollicitatiegesprek. Monica en Arend praten over opleiding, werken en een eigen bedrijf.

Internationale beroepspraktijkvorming

CREATING SPACE FOR CHILDREN

PERSONEEL ARCHITECTUUR & BOUW = VASTGOED BEL VOOR INFO:

bewust Alternatieve Leerweg

Medewerker personeel en arbeid

13 Acquisitietips. AngelCoaching. Coaching en training voor de creatieve sector

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

De informatie uit deze stappenwijzer is in heel veel situaties te gebruiken. Bijvoorbeeld:

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...

Intersectorale mobiliteit. Informatie voor werkgevers

TANDARTSASSISTENTE. Lis Hendriks 11 NOVEMBER Sectorwerkstuk HET ASSINK LYCEUM

Je talenten komen tot bloei bij Bloesem Theehuis Sterker in de samenleving.

Aan de slag met de Werk Ster!

MBO-beroep in beeld. Medewerker ICT mbo-beroep, niveau 2. Bent u HR-adviseur? Bent u praktijkopleider, begeleidt u een stagiair?

De missie van het Vakcollege

Zelfstandig, ondernemend en meedoen?

(Of naar een van onze andere aansprekende projecten natuurlijk.)

Werknemer in opleiding Themabijeenkomst Stage en duurzaamheid op de arbeidsmarkt. Oktober 2010

Groningen, Hoogeveen Elektrotechniek, Mechatronica, Werktuigbouwkunde. Engineering.

Persoonlijk & ondernemend. Waar kies jij voor? Ontdek waar jouw talenten liggen op het Oostwende

Waar een wil is, is een Weg!

TuinHulp.com, Nieuwe Webservice voor Hoveniersbedrijven 2014

Stage Erkenning Floriade , Venlo

Hoe gaat het eigenlijk met jou?

De loopbaanchecklist

Nieuwe kans op extra instroom

AVONTURENKAART. Reflectieopdrachten

Informatie over gastlessen en bedrijfsbezoeken

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Iedereen heeft een verhaal

Zorg voor je carrière. Neem gerust contact op of maak een afspraak. Telefoon: (030) of

DOOR NAAR HET MBO DE KEUZE EN CONSEQUENTIES VAN EEN BBL-OPLEIDING

op het Hondsrug vakcollege

FOUT VRIENDJE? PAS OP! Hulp. Internet. Heb je vragen? Bel dan naar Meldpunt Jeugdprostitutie, tel.:

HOE PAK IK DIT AAN? Handvatten voor de invulling van de Dag van de Mobiliteit

Tekst lezen en vragen stellen

Beoordelingsformulieren

Werkboek Het is mijn leven

Gevraagd: Bekwame praktijkopleiders!

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

Op het Nova College leer je een vak. Bijvoorbeeld verpleegkundige, monteur of kok. Dat kies je zelf, waarschijnlijk samen met je

Sectorgids Educatie OnderwijsBoulevard

Werken in een andere sector of branche: iets voor u?

Voorbereiding assessment

wat zijn je kansen? Jij toch ook!? Ik wil later leuk werk! Wist je dat 55% van de jongeren bij het kiezen

APQ rapportage. Bea Voorbeeld. Naam: Datum:

Draaiboek Maatschappelijke stages voor stagebieders De Vrijwilligerscentrale Deventer, oktober Inhoud

Regio College thuis in Purmerend. Een gevarieerd aanbod en een modern gebouw waa. Opleidingen Purmerend

nformatie» Solidariteit» Geluk Ogen en oren amen» Collega's» Minder werkdruk Balans uisterend oor Hulp» Klaarstaan voor elkaar

Maatschappelijke stage op het Trias 1. Verschil tussen maatschappelijke stage en beroepsoriënterende stage 2. Tips voor ouders 3

eflectietool Reflectietool Reflectietool Reflectietool Test jezelf op professioneel ondersteunen

BPV-monitor vragenlijst praktijkopleiders leerbedrijven [definitief]

novacollege.nl/zorg Assistenten gezondheidszorg Verpleging en verzorging Zorg 2016/2017

Webdesign voor ondernemers

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

grafische omgeving! Nezzo Print en Creatie

Tata Steel daagt je uit 750 Hectare fabrieksterrein dag en nacht draaiend houden

1 Ben of word jij weleens gepest?

Verslag snuffelstage week St. Aloysiuscollege. 12 t/m 16 oktober Naam: Klas 3:

Medewerker evenementenorganisatie

TALENT IN PRAKTIJK HPC CENTRUM

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid

Persoonlijke info & Educatie. Werkervaring. Motivatie, vaardigheden & Referenties

TALENT IN PRAKTIJK HPC CENTRUM


Leerbedrijven NL. Meer dan leerbedrijven in Nederland erkend

Transcriptie:

Meer over Roy op de volgende pagina # 2 mei 2010 jaargang 6 Praktijk is een vaktijdschrift over praktijkleren van de kennis centra beroepsonderwijs bedrijfsleven Calibris ECABO GOC Kenteq 10 punten uit de Opvoedingscanon zodat u uw leerling nog beter begrijpt Samen met het mbo opleidenop-maat Een diploma halen bij de eigen baas P. 12 Examineren op de werkvloer Bedrijven werken mee aan complete proeve van bekwaamheid P. 24 Contact met ouders komt stage ten goede Laat thuisfront weten waar uw leerlingen mee bezig zijn P. 30

Inhoud 10 welzijn 16 economie 36 techniek Zelfscan voor praktijkopleiders op de werkplek 34 creatieve industrie Voor het eerst een mbo-stagiair Drukkerij Wedding heeft hart voor ál haar medewerkers Ervaringscertificaat brengt competenties in beeld 08 HR-director Reint Dragt (familiebedrijf Pon) over investeren in jong talent 12 Samen met het mbo opleiden-op-maat Een diploma halen bij de eigen baas 15 Sportfotograaf Pim Ras Wil dat jongeren net zo fanatiek zijn als hij in zijn werk 18 Organiseer eens een bedrijfsbezoek Handige brochure vol tips van GOC 24 Examineren op de werkvloer Bedrijven werken mee aan complete proeve van bekwaamheid 30 Contact met ouders komt stage ten goede Laat thuisfront weten waar uw leerlingen mee bezig zijn 05 PRAKTIJKBERICHTEN 07 HET VERHAAL ACHTER DE ERKENNING 19 WAT BEZIELT JONGEREN? 20 TIEN PUNTEN UIT DE OPVOEDINGSCANON 22 DE STAGEPLEK 27 NETWERK ZODAT UIT HOOGEVEEN 32 LEERLINGEN TONEN VAKKENNIS OP SKILLS MASTERS 38 NIEUWS VAN DE KENNISCENTRA 39 GASTCOLUMN 40 DE ACHTERKANT VAN DE PRAKTIJKOPLEIDER 28 LEERLING tarik: Mijn praktijkopleider René legt alles netjes uit Op de cover ROY VAN WIJNGAARDEN (20) - Vakkanjer in de categorie CNC-frezen op de VakkanjerWedstrijden 2010 - werkt bij KMWE in Eindhoven, gespecialiseerd in de vervaardiging van hoogwaardige verspaande producten en montage en protobouw van hightech modules en complete machines Hoe ben je Vakkanjer geworden? In samenwerking met KMWE, het bedrijf waar ik werk, heb ik me aangemeld voor de voorrondes. Je krijgt een theoriegedeelte bij de organisatie van Vakkanjers en een praktijkgedeelte op de werkvloer. Je laat zien wat je kunt: eerst maak je een digitaal ontwerp en daarna maak je met een computergestuurde machine de echte vormen in het blokje metaal. Samen met twee collega s mocht ik door naar de beroepenwedstrijden in Rotterdam. Gewonnen? Ik ben derde geworden bij de individuele wedstrijden. De concurrentie was erg groot, dus ik ben heel tevreden met het resultaat. Met de teamopdracht eindigden we op de tweede plaats. Mensen van acht technische beroepen werden bij elkaar gezet om samen een machine te ontwerpen en te maken, die stroom levert uit waterkracht. Op de grote vakbeurs Techni-Show in de Jaarbeurs Utrecht werd ons ontwerp gepresenteerd. Waarom is meedoen zo leuk? Ik kende mijn teamgenoten helemaal niet, maar het was leuk om te zien hoe snel we een hecht team werden. Het is ook een uitdaging om een product dat echt gemaakt zou kunnen worden van A tot Z te ontwikkelen: ontwerpen, materialen uitzoeken, programmeren en natuurlijk het CNC-freeswerk zelf. Met ons team Greenwave zijn we zeer trots op het eindresultaat! Wat wil je in de toekomst bereiken? Ik kan nog tot mijn 25e meedoen met de tweejaarlijkse VakkanjerWedstrijden. In de toekomst wil ik me verdiepen in het ontwerpen van onderdelen voor klanten van KMWE. Daarom wil ik binnenkort een engineeringsopleiding gaan volgen. Met mijn technische achtergrond weet ik hoe onderdelen gemaakt kunnen worden. Ik vind het vooral leuk deze kennis te gebruiken en om achter de computer na te denken over het grote geheel. En als ik daarbij nieuwe collega s en leerlingen kan begeleiden, is dat mooi meegenomen. TEKST MARLEEN HALLIE FOTO REMCO BOHLE 2 PRAKTIJK mei 2010 mei 2010 PRAKTIJK 3

PRAKTIJK is het tijdschrift voor praktijkleren in het beroepsonderwijs. Het verschijnt vier keer per jaar in een oplage van 99.000 en richt zich op leerbedrijven, regionale opleidingencentra, vmboscholen, overheidsorganisaties en andere partijen in het beroepsonderwijs. Uitgever: ECABO, in nauwe samenwerking met Calibris, GOC en Kenteq. De kenniscentra vormen de schakel tussen bedrijfsleven en beroepsonderwijs. Een goede aansluiting tussen leren en werken is het doel. Dit doen zij door de erkenning en begeleiding van leerbedrijven en het onderhouden van de competentiegerichte kwalificatiestructuur. Verder bieden ze effectieve oplossingen om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter op elkaar af te stemmen. Redactie: Karien Brinkman, Suzanne van der Burgt, Famke Derksen, Els Frankenmolen, Marleen Hallie en Lucy Holl (hoofdredacteur) Redactieadres: ECABO Disketteweg 6, Postbus 1230, 3800 BE Amersfoort, T 033 450 46 46 F 033 450 46 66 E praktijk@ecabo.nl I www.ecabo.nl Ontwerp: Lava grafisch ontwerpers, Amsterdam Vormgeving: Def., Amsterdam Druk: Thieme Rotatie Overname van artikel uit Praktijk is toegestaan met bronvermelding. Abonnement: PRAKTIJK wordt kosteloos toegezonden aan erkende leerbedrijven voor het mbo in de sectoren van de deelnemende kenniscentra. En verder aan een keur aan onderwijsinstellingen en andere partijen in het beroepsonderwijs. Voor informatie of wijzigingen: adreswijziging@ecabo.nl Calibris is het kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven voor zorg, welzijn en sport. www.calibris.nl. ECABO is het kenniscentrum voor de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen. www.ecabo.nl. GOC is het kenniscentrum voor de grafimediabranche. www.goc.nl. Kenteq is het kenniscentrum voor werktuigbouwkunde/ metaal, elektrotechniek en installatietechniek. www.kenteq.nl. FOTO jorgen koolwijk Redactioneel Ouders over de vloer Wat doen we met vader en moeder? Die vraag stellen mbo-scholen zich steeds vaker. En ook leerbedrijven kunnen de ouders van hun mbo-leerlingen wellicht meer bij het opleiden op de werkvloer betrekken dan ze denken. In het voortgezet onderwijs lijkt het allemaal nog eenvoudig. Zo krijgen de ouders/verzorgers van vmbo-leerlingen regelmatig een uitnodiging voor een gesprek met de klassenmentor. Eenmaal op het mbo is er vaak veel minder of geen contact, behalve als het helemaal uit de hand loopt. Leonard Geluk, voorzitter van het college van bestuur van ROC Midden Nederland, verbaast zich daarover: Terwijl hun kinderen aan het puberen zijn en zich razendsnel ontwikkelen, is de betrokkenheid van ouders bij de school van hun zoon of dochter eigenlijk nihil, vertelt hij in het artikel op pagina 30. Een leerling ontwikkelt zich juist beter als ouders, docenten en ook praktijkopleiders allerlei zaken goed met elkaar afstemmen, blijkt uit de Opvoedingscanon (zie pagina 20). Sommige leerbedrijven doen dat al spontaan. Van den Pol Elektrotechniek in Montfoort heeft een heel stel BBL-leerlingen en organiseert introductiebijeenkomsten voor leerlingen én hun ouders zodat ze allemaal goed weten wat zo n opleiding op de werkvloer inhoudt en wat er aan motivatie en doorzettingsvermogen nodig is. Maar als u wat eenvoudiger wilt beginnen: nodig de ouders van uw leerlingen dan eens persoonlijk uit voor uw open dag of voor een gesprek. Lucy Holl, hoofdredacteur Praktijk l.holl@ecabo.nl Staatje % van jongeren van 15-19 jaar die een mbo-opleiding doen: Heel Nederland 50,8% Noord 57,6% Oost 53,2% Middenwest 44,6% Noordwest 47,8% Zuidwest 54,0% Zuidoost 51,2% Hebt u nieuws over onderwijs en arbeidsmarkt? Mail naar praktijk@ecabo.nl. Bron: CBS, E,til (in opdracht van ECABO) Bindende afspraken Bedrijfsleven en mbo maken voortaan niet alleen bindende sectorale afspraken over de kwalificaties, maar ook over de beroepspraktijkvorming (stages) en de exameninering. MKB-Nederland, VNO-NCW, FNV, CNV, de MBO Raad en Colo (de vereniging van samenwerkende kenniscentra) hebben onlangs een intentieverklaring ondertekend. Een en ander moet leiden tot een efficiënter georganiseerd en kwalitatief hoogwaardiger mbo voor de ruim 500.000 mbo-leerlingen. Kapitaal met ervaring 'Hoe hard groeit uw bedrijf als uw belangrijkste kapitaal niet meer groeit?' is een nieuwe, praktische folder van de ministeries van OCenW en Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het Ervaringscertificaat. Medewerkers kunnen vaak meer dan hun diploma s aangeven. Een Ervaringscertificaat maakt dat duidelijk. De folder informeert over procedures en de financiële tegemoetkomingen. Download hem via www.ervaringscertificaat.nl De crisis is ellendig, maar brengt ook veel moois naar boven. Bedrijven, scholen, kenniscentra, UWV WERKbedrijf en andere partijen smeden nieuwe samenwerkingsverbanden. Aldus Berenschot in de publicatie Maatregelen in crisistijd: voorbeelden van werken aan werkzekerheid die het bureau in opdracht van het ministerie van SZW maakte. Berenschot inventariseerde allerlei innovatieve, aansprekende voorbeelden van hoe her en der in het land op de recessie wordt ingespeeld. Google op de titel en u kunt het rapport downloaden. Even noteren Praktijkberichten TEKST LUCY HOLL 2 juni FISH!, inspirerende regiobijeenkomst voor GOC-praktijkopleiders in Best (www.goc.nl) 3 juni Bijeenkomst ECABO-praktijkopleiders ROC Kop van Noord-Holland (mkraak@rockopnh.nl) 16 juni FISH! in Soesterberg (www.goc.nl) 4 oktober Competent City, evenement in Ede over het competentiegericht onderwijs 5 oktober Dag van de stagiair: leerbedrijven zetten hun stagiairs in het zonnetje. 6 oktober Mbo helpt Nederland: leerlingen doen vrijwilligerswerk in de buurt. 6 oktober Praktijkopleidersbijeenkomst W/E ROC van Twente in Hengelo (www.kenteq.nl) 7 oktober Ontmoet het mbo: maak nader kennis met het mbo via vele activiteiten 8 oktober Uitblinkersgala voor toppers in het mbo 9 oktober Slotdag van de 6-daagse voor het beroepsonderwijs Kijk voor meer informatie over de mbo-zesdaagse in oktober op www.6dbo.nl White Label Stagemarkt.nl is dé site waarop de 200.000 erkende leerbedrijven hun stages en leerbanen aanbieden. Om de database achter de site optimaal te benutten, hebben de kenniscentra, scholen en softwareleveranciers samen White Label Stagemarkt.nl ontwikkeld. Een school kan de database achter Stagemarkt.nl volledig integreren in de eigen ICT-omgeving. Leerlingen komen op die manier heel gemakkelijk via de eigen website van hun ROC op Stagemarkt.nl terecht. Zo wordt Stagemarkt.nl nog weer meer gebruikt om een passende praktijkleerplaats te vinden. 4 PRAKTIJK mei 2010 mei 2010 PRAKTIJK 5

Praktijkberichten Wat vindt ú daar nu van? Is het handig, slim of gewoon boeiend om als leerbedrijf in een adviesraad of onderwijscommissie van een ROC te zitten? Wat levert het op? Hebt u daar ideeën over, mail dan naar praktijk@ecabo.nl en we besteden er wellicht aandacht aan in dit blad. Lekker breed domein De MBO Raad heeft een lijst met mbo-opleidingsdomeinen opgesteld. Mbo-leerlingen kunnen binnenkort breed in- en smal uitstromen: ze beginnen breed en komen uiteindelijk uit bij een diploma voor een specifiek beroep. Het is niet verplicht, maar het biedt wel uitkomst voor leerlingen die geen idee hebben wat ze willen. De domeinen verbeteren de aansluiting tussen vmbo en mbo en voorkomen schoolverlaten. Er zijn zestien opleidingsdomeinen waaronder Zorg en welzijn, Transport, scheepvaart en logistiek, en Media en vormgeving. Onder die domeinen zitten weer clusters. Voor zorg en welzijn zijn dat bijvoorbeeld verpleging en verzorging, gezondheidsondersteuning, maatschappelijke zorg, pedagogisch werk en cultureel werk. welzijn TEKST PAUL VAN BODENGRAVEN FOTO THOMAS DONKERS Handige tips van p&o ers Bied oud-stagiairs de gelegenheid om tot zes maanden na afloop van hun stage mee te solliciteren op interne vacatures. Organiseer twee keer per jaar een dag voor zowel de huidige als de oud-stagiairs en maak zo optimaal gebruik van uw netwerk. Zorg ervoor dat de kennis uit stageopdrachten bewaard en verspreid wordt. Deel de successen met stagiairs met andere afdelingen zodat zij ook enthousiast worden. Bron: bijeenkomst voor p&o-functionarissen van erkende leerbedrijven uit Noord-Nederland Laatste ronde voor BiB Dit jaar kunnen onderwijsinstellingen en mkb-bedrijven voor het laatst subsidie aanvragen van de regeling Beroepsonderwijs in Bedrijf (BiB). Het ministerie van Economische Zaken wil via BiB mkb ers stimuleren om samen met scholen het leren op de werkvloer te verbeteren. SenterNovem, onderdeel van Agentschap NL, voert de regeling uit. Kijk op www.senternovem.nl/beroepsonderwijsinbedrijf Oudere jongeren ontdekken mbo Leerwerkloketten Het aantal volwassenen dat in het mbo werk en opleiding combineert, is met 16% toegenomen. Van de huidige 168.000 mbo ers die werkend leren, zijn er ruim 65.000 ouder dan 25 jaar. De ene helft wil zich beter kwalificeren, de andere helft zijn herintreders. De meeste mbo ers die werkend leren, zitten in de zorg en zijn ouder dan veertig. Dat blijkt uit een recente Colo Barometer. De samenwerkende kenniscentra publiceren ieder kwartaal een overzicht van de situatie op de stageplaatsen- en leerbanenmarkt. Colo heeft in het kader van het voor alle dertig regio s in Nederland ook de Colo Basiscijfers uitgebracht, met de tekorten en overschotten van de mbo-stages en leerbanen in een regio. Kijk op www.colo.nl Kijk voor alle domeinen op www.mboraad.nl Goede zaak Om het tekort aan technici op mbo-niveau op te lossen, willen het mbo, het bedrijfsleven en de regionale overheden samen veertig Centra voor Innovatief Vakmanschap opzetten. Hier krijgen technische toptalenten meer uren les van een hoger niveau. Limburg heeft sinds kort een Servicecentrum Leven Lang Leren. Arcus College, Leeuwenborgh Opleidingen, Hogeschool Zuyd en Open Universiteit Nederland adviseren en ondersteunen samen bedrijven die meer aan opleiden willen doen. De definitieve locaties van de leerwerkloketten zijn bekend. Kijk voor de ruim veertig vestigingen op www.lerenenwerken.nl/leerwerkloketten. Werkgevers melden er hun stageplaatsen, leerbanen en vacatures. Mensen die (willen) werken, krijgen persoonlijk advies over hun mogelijkheden. Straks wordt het krap Volgens onderzoek van bureau Intomart neemt één op de zes werkgevers nu maatregelen met het oog op de krappe arbeidsmarkt die zij in de nabije toekomst verwachten. Het gaat vooral om organisaties in de sectoren onderwijs, overheid, industrie en zorg. Wat doen ze zoal? 1 Interne opleidingen (26%) 2 Andere wervingsmethoden hanteren (20%) 3 Huidig personeel aanhouden (18%) 4 Jongeren aannemen (12%) 5 Stages aanbieden (11%) 6 Aantrekkelijke (arbeids)voorwaarden (8%) 7 Automatiseren (5%) 8 Omscholing (5%) 9 Aantrekkelijk functies creëren (4%) 10 Bezuinigen op de juiste dingen (2%) Het verhaal achter de erkenning Digg Out, erkend leerbedrijf sinds 2008 Erkend door: de kenniscentra Calibris, ECABO, GOC en KCH Activiteiten: Digg Out in Almere zet zich in voor jongeren met een afstand tot de onderwijs- en arbeidsmarkt. Aantal stagiairs per jaar: ca. 30 Nanette de Jong, initiatiefnemer en BPV-verantwoordelijke: Digg Out is een voorziening voor dwarsliggers, voor jongeren die om wat voor reden dan ook uitvallen in het reguliere onderwijs. Wij werken met jongeren voor jongeren. We stimuleren hen zich te ontwikkelen, zodat ze eventueel weer naar school gaan of een baan kunnen vinden. Dwarsliggers zijn voor ons meer dan probleemgevallen. Ze zijn ook nodig in de maatschappij, ze stimuleren om na te denken. In ons gebouw hebben we een flink aantal bedrijven, zoals een skatewinkel, een kookstudio en een atelier. De dwarsliggers kunnen daar ontdekken wat een beroep of werkveld inhoudt. Ze werken mee aan allerlei projecten. Leren door te doen is ons uitgangspunt. In iedere projectgroep werken begeleiders en mbo- en hbostagiairs mee. Die leren zo ook veel en fungeren als rolmodel. Zo snijdt het mes aan twee kanten. Onze erkenning als leerbedrijf voor mbostagiairs maakt het mogelijk om met meer mensen te werken aan ons primaire doel: het empoweren van jongeren. Natuurlijk is dit een rijke leeromgeving, je kunt er als stagiair veel uithalen. Het is voor sommige leerlingen misschien ook wel een beetje een sprong in het diepe. Dit is geen traditioneel stagebedrijf. Maar je kunt hier wel veel leren en we zorgen voor een goede begeleiding. We zijn zuinig op onze stagiairs. De dwarsliggers komen hier op allerlei manieren. Ze worden doorverwezen door scholen of leerplichtambtenaren. Of ze kloppen zelf aan. Wij zijn voor velen de laatste kans, ze zijn elders al afgeknapt en afgeschreven. Wij rapen ze op en ondersteunen ze. Maar we zijn ook streng. Ze hebben juist veel structuur en duidelijke regels nodig. Ik spreek uit ervaring: ik was zelf ook ooit schoolverlater. 6 PRAKTIJK mei 2010 mei 2010 PRAKTIJK 7

Interview We vinden het bovendien belangrijk dat mensen goed in hun vel zitten, gezond werken en fit zijn. HR-director Reint Dragt van Pon Power BV, onderdeel van familiebedrijf Pon: We investeren continu in ons imago als werkgever Kan een mbo-leerling beter uit de voeten bij een beursgenoteerde onderneming of bij een familiebedrijf? Mijn indruk is dat jongeren daar minder naar kijken als ze een stageplek of leerwerkbaan zoeken, zegt HR-director Reint Dragt van Pon Power, dealer van Caterpillar diesel- en gasmotoren en onderdeel van familiebedrijf Pon. Acht vragen aan hem over het HR-beleid van het ruim honderd jaar oude concern. TEKST LUCY HOLL FOTO S ANNET DELFGAAUW Reint Dragt is HR director bij Pon Power BV, leverancier van Caterpillar diesel- en gasmotoren en generatorsets. Pon Power is onderdeel van Pon, één van Nederlands grootste familiebedrijven. Pon (jaaromzet ruim vijf miljard euro) heeft zijn hoofdkantoor in Almere en is een internationale handelsen serviceorganisatie. Pon is onder meer groot geworden door de import van auto s van Volkswagen. Het bedrijf telt ruim 10.000 medewerkers bij meer dan 250 vestigingen in 12 landen. Het internationaal certificeringsbedrijf CRF Institute benoemde Pon onlangs tot Top Employer 2010, omdat het bovengemiddeld scoort op het hr-gebied. Pon is erkend leerbedrijf van diverse kenniscentra, waaronder Kenteq en ECABO. Meer weten: www.pon.nl Hoe is in het personeelsbeleid terug te zien dat Pon een familiebedrijf is? Pon is een handels- en serviceorganisatie, dat wil zeggen dat we bijvoorbeeld auto s van Volkswagen en motoren van Caterpillar leveren. We verkopen, verhuren, onderhouden en verlenen service. Onze medewerkers leveren toegevoegde waarde met al hun kennis en ervaring. We zijn dan ook zeer zuinig op hen. We kijken als familiebedrijf niet alleen naar rendement op de korte termijn. We investeren in langdurige relaties met onze klanten maar ook met onze medewerkers. Waarom zou een jong iemand bij een familiebedrijf willen werken? Jongeren zijn zich er niet zo van bewust dat wij een familiebedrijf zijn, dus dat speelt nauwelijks. Ze zien Pon met zijn 10.000 medewerkers als een grote, professionele organisatie met prachtige producten, die een goede baan en toekomst te bieden heeft. Hoeveel belang hecht Pon aan het opleiden en ontwikkelen van medewerkers? Veel, we investeren stevig in opleidingen. Mensen die bij ons komen werken, moeten zich steeds verder willen ontwikkelen. Iedereen bij Pon Power heeft zijn POP, het persoonlijk ontwikkelingsplan. Ook hebben we voor onze monteurs het Technical Career en Development Plan. We vinden het bovendien belangrijk dat mensen goed in hun vel zitten, gezond werken en fit zijn. Daarom hebben we Pon Fit, gericht op fit worden, fit blijven en fit zijn. Heeft Pon een actief stagebeleid? We willen en hebben continu stagiairs op de verschillende afdelingen. Het zijn jongeren van uiteenlopende opleidingen, de ICT, de financiële beroepen, het laboratoriumonderwijs en vooral de techniek. Het is zorgelijk dat de instroom in de technische opleidingen afneemt. Daarom proberen we waar mogelijk jongeren te interesseren voor ons bedrijf, juist ook voor stages. Maar we werken ook mee aan de ontwikkeling van onderwijsprogramma s, geven rondleidingen voor scholen en sluiten aan bij brancheactiviteiten zoals de Week van de Scheepsbouw. Ook in mindere tijden blijven we investeren in onze naamsbekendheid en in onze employer branding, het beeld van ons als interessante werkgever waar je graag zou willen werken. Is het moeilijk om aan jong talent te komen? Voor sommige functies wel. Zo zijn goede monteurs zeer schaars. Daarom is Pon Power een eigen leerschool op mbo-niveau 3 gestart. Het is een BBL-opleiding die in twee, drie jaar opleidt tot 1e Dieseltechnicus: jonge mensen werken vier dagen per week onder begeleiding van een leermeester in de praktijk en gaan één dag naar school. Zo kunnen we precies inspelen op wat de monteurs uiteindelijk moeten kunnen. Ze doen veel specifieke kennis en vaardigheden op en leren bovendien hoe wij de dingen doen bij Pon. Dat blijkt succesvol. Wat voor competenties moeten (mbo-)jongeren bovenal in huis hebben? We zoeken gemotiveerde leergierige jonge mensen, die flexibel zijn, initiatief tonen verantwoordelijkheid nemen en beschikken over doorzettingsvermogen. En uiteraard is klant- en kwaliteitsgericht zijn heel belangrijk. Als je je daarbij thuis voelt, heb je een mooie loopbaan voor de boeg bij Pon. Voordat mensen bij Pon Power aan ons BBL-traject beginnen kijken we wel uitgebreid of ze uit het juiste hout gesneden zijn. Zo n driejarig traject kost veel geld, dus iemand moet er voor geschikt zijn en er echt voor willen gaan. Waar vindt u die mensen met die enorme motivatie? Via-via, op (banen)beurzen, maar ook doordat jongeren reageren op onze website. Ook gebruiken we nieuwe media zoals de ponpowerbv hyves-site. We vinden gelukkig nog steeds uitstekende jongeren die snel groeien en hart voor de zaak hebben. Uit de vele familieleden die ze meenamen naar onze open dag vorig jaar, blijkt hoe trots ze zijn op Pon. Op wat voor ontwikkelingen op de arbeidsmarkt moet Pon inspelen? De vraag naar geschikte mensen blijft en groeit zelfs, terwijl het aanbod terugloopt. Onze grootste zorg is en blijft die match. Het is dus belangrijk dat we jongeren interesseren voor techniek, voor onze sector, en hen laten zien wat we als bedrijf te bieden hebben. Goede communicatie met jongeren is van levensbelang om de instroom op gang te houden. 8 PRAKTIJK mei 2010 mei 2010 PRAKTIJK 9

WELZIJN Roman Slagt stapte naar zijn oude school voor een stageplek. Roman assisteert ook bij de lessen handvaardigheid. Je kunt vooraf van alles bedenken over een stage, maar sommige dingen pakken toch anders uit Tips van Rob Cerneüs voor leerbedrijven met een eerste mbo-stagiair: - Haal voor de start alle betrokkenen (van het ROC en binnen de organisatie) bij elkaar om de leerdoelen helder te omschrijven. - Zorg voor draagvlak binnen de eigen organisatie en steun van het management. - Je kunt veel van tevoren bedenken, maar niet alles. Laat ook ruimte om tijdens de stage zaken aan te passen of bij te stellen. Voor het eerst een mbo-stagiair Roman Slagt (21) volgt de mbo-opleiding Kunst, Cultuur en Amusement aan het ROC van Amsterdam. Hij had goede herinneringen aan de kunst- en cultuurlessen op zijn oude vmbo-school Compaen in Zaandam. Daarom stapte hij naar oud-leraar Rob Cerneüs voor een stageplek. Het was even zoeken, maar nu past alles in elkaar. TEKST PAUL VAN BODENGRAVEN FOTO S HERBERT WIGGERMAN Compaen is niet blanco op stagegebied. De school heeft al langer hbo-stagiairs van de lerarenopleidingen. Daarbij ligt het accent logischerwijs op het lesgeven. Mbo-leerling Roman diende zich onverwacht aan voor een stageplek. Maar docent Rob Cerneüs is blij dat hij ja heeft gezegd. Bij mbo-stagiairs ziet hij veel mogelijkheden op het terrein van organiseren van activiteiten en begeleiden van de vmbo-leerlingen. CULTURELE LEVEN Compaen heeft kunst en cultuur namelijk hoog in het vaandel staan. In samenwerking met diverse instellingen in Zaandam kunnen de vmbo-leerlingen kennismaken met het rijke culturele leven. Rob Cerneüs verzorgt de kunst- en cultuurlessen op school. Eerstejaars leerlingen krijgen vijf uur tekenen, handenarbeid en drama per week. Bovendien is er het Cultuurtraject Compaen. In negen weken tijd zetten de leerlingen de interdisciplinaire theatervoorstelling Romeo & Julia op. In het tweede jaar kiezen ze voor verdieping in theater, muziek, film of marketing. En ook in de hogere leerjaren zijn er cultuureducatieprojecten. Een breed pakket dus, waaraan mbo-stagiair Roman het nodige kan bijdragen én meteen zelf van kan leren. BETEKENISVOL Voor docent en nu ook praktijkopleider Rob Cerneüs is het belangrijk dat de lessen die de vmbo-leerlingen krijgen duidelijk samenhangen met de projecten waaraan ze werken. Om een voorbeeld te geven: in de handenarbeid- en tekenlessen hebben ze gewerkt aan maskers en decors, die weer zijn gebruikt in de Romeo & Julia-voorstelling. Leerlingen krijgen hier betekenisvolle opdrachten, met een duidelijke toepassing. Voor de stage van Roman heeft dat ook toegevoegde waarde. Het komt, naast het begeleiden van de vmbo-leerlingen, ook aan op organiseren en ervoor zorgen dat de juiste materialen op het goede moment beschikbaar zijn. Zo gaat het er in de praktijk nu eenmaal aan toe. LEERDOELEN OMSCHRIJVEN Voor het inrichten van de stage heeft Rob Cerneüs alle betrokkenen bij elkaar gehaald. Voor ons is deze stage helemaal nieuw en ik vind het absoluut een voorwaarde dat we het met elkaar eens zijn over wat een mbo-leerling hier kan leren. We hebben die leerdoelen samen op papier gezet, zodat voor iedereen duidelijk is waar we aan werken. Maar er zijn meer factoren die een belangrijke rol spelen bij het slagen van de stage. Het feit dat Roman zelf veel affiniteit heeft met een aantal culturele disciplines is beslist een pre. Hij speelt bijvoorbeeld gitaar, waardoor hij bij de muzieklessen ook weer wat extra kan toevoegen. Die affiniteit is voor Rob Cerneüs een belangrijk criterium voor een eventuele volgende stagiair. Ik zie zeker de meerwaarde van een mbostagiair Kunst en cultuur. Het is een plus als hij of zij zelf ook actief is in een van de disciplines, bijvoorbeeld iemand die zelf schildert of tekent, danst of toneel speelt. Daar kun je in de lessen extra gebruik van maken. PROFESSIONELE HOUDING Tijdens zijn stage heeft Roman veel geleerd. Wat hem zelf betreft, is de belangrijkste winst geboekt op het terrein van de professionele houding. Ik het begin was ik toch vooral bezig om aardig gevonden te worden, vertelt Roman. Van mijn begeleider Rob heb ik veel geleerd. Natuurlijk moet je werken aan een klik met de klas, maar je hoeft niet hun beste vriend te zijn. Het is, denk ik, een belangrijke valkuil voor veel stagiairs die met jongeren werken, vult Rob Cerneüs aan. Ze zijn zelf nog jong en staan dichtbij de groep waar ze mee werken. Maar tegelijk moet je wel leren dat jij leiding geeft aan wat er gebeurt binnen de groep. Het is balanceren tussen overwicht hebben en benaderbaar zijn. Ik vond dat zelf ook erg lastig toen ik begon in het onderwijs. Roman is daar het afgelopen jaar erg in gegroeid. DRAAGVLAK Het opzetten van een nieuwe stageplaats binnen een organisatie heeft heel wat voeten in de aarde. Het vraagt het nodige denk- en organisatiewerk, beaamt Rob Cerneüs. Maar als het eenmaal draait en het pakt uit zoals je van te voren bedacht hebt, levert het ook een hoop op. Stagelopen heeft een eigen dynamiek. Je bedenkt allerlei dingen van te voren, maar je zult ook ervaren dat sommige dingen anders uitpakken dan verwacht, of dat er dingen zijn waar je nog niet over had nagedacht. Een van de belangrijkste voorwaarden vindt hij dat de school en het management er voor 100% achterstaan. Iedereen was vanaf het begin enthousiast over deze onverwachte mbo-stage. Dat merk je. We krijgen alle medewerking om er een succes van te maken. 10 PRAKTIJK mei 2010 mei 2010 PRAKTIJK 11

Leven lang leren Een mbo-opleiding volgen bij de eigen baas In sommige organisaties wemelt het van de BBL ers, medewerkers die leren en werken combineren. Steeds meer bedrijven kiezen ervoor om hun mensen zelf een mbo-opleiding aan te bieden onder de paraplu van een ROC. De Stichting Wassenaarse Zorgverlening heeft zelfs een compleet eigen academie opgezet. Ook NDC Grafisch Bedrijf timmert behoorlijk aan de weg. Het grote voordeel: de opleidingen zijn op maat gesneden. TEKST JUDITH KUNEKEN FOTO S SHANNA WIGGERMAN en gregor servais Via de eigen baas een complete mbo-opleiding volgen en zo toewerken naar officiële diploma s of certificaten. Steeds meer medewerkers bij vooral grotere bedrijven krijgen die kans. Ze combineren leren en werken. Ze worden hoger gekwalificeerd en beter inzetbaar. Vaak hebben de bedrijven aparte overeenkomsten met ROC s om de BBL-opleidingen voor hun medewerkers vorm te geven. overal in Nederland waarde hebben. En mensen hebben er ook in de toekomst iets aan. OMSLAG André Zaal was er van het begin af aan bij. We zijn in 2008 met de academie begonnen en hebben de organisatie flink op haar kop gezet door bijna iedereen een complete of gedeeltelijke mbo-opleiding aan te bieden. Daardoor sijpelt het nieuwe opleidingsbeleid flink door. Als je niet iedereen meeneemt, word je nooit voor honderd procent een lerende organisatie. En dat is wat we willen zijn. We willen blijven leren om kwaliteit te blijven leveren aan onze cliënten. De stichting heeft ook nog eens een incompany opleiding ontwikkeld. Het loopt allemaal zo lekker dat we samen met ROC Mondriaan een aangepaste BBL-beroepsopleiding Helpende welzijn op mbo-niveau 2 hebben ontwikkeld. GROTE VERANDERINGEN Ook NDC Grafisch Bedrijf, drukkerij van onder meer regionale kranten en van weekbladen, zit in een grote verandering en doet veel aan opleiden. De vestigingen Groningen en Leeuwarden zijn in februari 2010 samengevoegd tot één locatie in Leeuwarden. Het bedrijf heeft bijvoorbeeld een eigen BBL-opleiding Assistent technische dienst opgezet, om de operators van nog meer kennis te voorzien en mee te kunnen gaan met de ontwikkelingen in de huidige grafische markt. De eerste groep is net klaar, de tweede groep gaat beginnen. Deze zomer start ook een gloednieuwe vakopleiding Procesindustrie, een technische en meer procesgerichte opleiding voor een groot deel van de procesoperators. De opleidingen stemmen we af op wat er bij ons op de werkvloer gebeurt WERKVLOER Ook dit bedrijf heeft ervoor gekozen om zo veel mogelijk opleidingen zelf samen te stellen. Opleidingsfunctionaris Jouke van der Zwaag: De opleidingen stemmen we af op wat er bij ons op de werkvloer gebeurt. De opleiding voor assistent technische dienst spitsen we bijvoorbeeld toe op onze werkprocessen en op het werken met onze nieuwe drukpersen. Met een uitgebreid opleidingsaanbod bieden we medewerkers kansen om door te groeien. Mensen hoeven niet te reizen voor hun lessen en als het druk is op de werkvloer, kunnen ze eerst het werk afronden en wat later op de cursus verschijnen. NDC Grafisch Bedrijf werkt onder meer samen met het Centrum Bedrijfs Trainingen, ROC Midden Nederland en kenniscentrum Kenteq. Zo werd voor de BBL-opleiding Assistent technische dienst een praktijkboek ontwikkeld. Ook kwam er compleet nieuw lesmateriaal dat precies aansluit op de opleidingsdoelen. TOETSING De Stichting Wassenaarse Zorgverlening heeft bij de ontwikkeling van haar mbo-opleidingen eveneens gebruik gemaakt van de expertise van diverse onderwijsinstellingen. Samen met een onderwijstrainingsbureau hebben we de mogelijkheden voor de eigen academie onder de loep genomen. We hebben de inhoud van de mbo-opleidingen zelf geschreven en die weer laten toetsen door de ROC s. De stichting heeft advies gevraagd aan de kenniscentra Calibris, ECABO en Kenteq. Zij zijn volgens Zaal als geen ander op de hoogte van de ontwikkelingen in mbo-land. Vroeger was het bij ons zo geregeld dat verschillende bureaus bijvoorbeeld delen van trainingen op mboniveau binnen ons bedrijf aanboden. Dan kon het gebeuren dat het ene bureau dit zei en het andere bureau dat. Er zat geen duidelijke lijn in en medewerkers wisten ook niet precies wat er van hen verwacht werd. Als je wilt dat medewerkers een leven lang leren, dan EIGEN ACADEMIE De Stichting Wassenaarse Zorgverlening is een voorbeeld van een organisatie waar medewerkers in groten getale een (deel van een) mbo-opleiding doen. De stichting biedt tijdelijke en permanente zorg aan inwoners van Wassenaar. Zij heeft zelfs een eigen interne academie opgezet om haar medewerkers continu te scholen. Samen met diverse kenniscentra en onderwijsinstellingen zijn BBL-opleidingen voor het eigen personeel ontwikkeld. André Zaal, manager P&O: We wilden meer samenhang in ons opleidingsbeleid en meer inspelen op de ontwikkelingen rondom het competentiegericht opleiden. Niet omdat het niet goed was zoals het was, maar omdat we wilden verbeteren. We bieden nu een aantal mbo-opleidingen op maat aan. Het is een enorm succes, aldus André Zaal: De opleidingen voldoen aan de onderwijseisen en het mooie is dat ze zijn toegespitst op de werkprocessen binnen onze eigen organisatie. Het is ontzettend spannend geweest om dit te realiseren, maar het is gelukt en daar zijn we trots op. Jouke van der Zwaag (r): Medewerkers hebben meer zelfvertrouwen en zijn beter op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. NEGENTIG PROCENT Inmiddels volgt liefst ruim tachtig procent van de medewerkers bij de Stichting Wassenaarse Zorgverlening een opleiding. Dat betekent dat er van de circa 330 medewerkers ruim 260 op een of andere manier met een opleiding bezig zijn. Mensen halen (deel)kwalificaties van bijvoorbeeld de mbo-opleidingen Medewerker maatschappelijke zorg, Sociaal-pedagogisch werk en Helpende welzijn. Zaal: Het mooie is dat die certificaten 12 PRAKTIJK mei 2010 mei 2010 PRAKTIJK 13

André Zaal: Bij de Stichting Wassenaarse Zorgverlening hebben we bijna iedereen een mbo-opleiding aangeboden. De vloer op Dossier Pim Ras vraagt dat een goed doordacht systeem. Een interne academie is een goed instrument. ZELFVERTROUWEN Binnen NDC Grafisch Bedrijf is het vernieuwde opleidingsbeleid goed ontvangen, vertelt Van der Zwaag enthousiast. Medewerkers zeggen meer zelfvertrouwen te hebben en zijn beter op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in de markt. Doordat collega s samen in de schoolbanken zitten, delen ze kennis met elkaar en blijft de kennis binnen de organisatie. Dat merk je op de werkvloer. Het volgen van een opleiding is soms wel moeilijk te combineren met het werk. Maar dat probleem blijft. Het werk gaat altijd door. AFDRACHTVERMINDERING De bedrijven bekostigen de mbo-opleidingen zelf, maar krijgen wel geld terug van de Belastingdienst via afdrachtvermindering op de loonbelasting. Van der Zwaag: Dat scheelt behoorlijk in de kosten. Het valt me op dat veel bedrijven niet op de hoogte zijn van de regelingen waarmee de overheid het leren binnen bedrijven wil stimuleren. De afdrachtvermindering combineren we bijvoorbeeld weer met een bijdrage vanuit het Europees Sociaal Fonds. Uiteraard kost het veel tijd om het opleidingsbeleid te vernieuwen, maar op de lange termijn verdient die inzet zich dubbel en dwars terug, benadrukt Van der Zwaag. ZAAIEN EN OOGSTEN Zaal beaamt dat. Het is niet iets dat je van de ene op de andere dag geregeld hebt. Het vraagt geduld en doorzettingsvermogen. Daarbij komt dat er zo n 250 mensen betaald in de schoolbanken zit. Wat je ervoor terugkrijgt, is niet in geld uit te drukken. Maar het is een kwestie van eerst zaaien en dan oogsten. Bedrijven moeten bijvoorbeeld ook aan diverse eisen voldoen als ze ervoor kiezen om intern mbo-opleidingen aan te bieden. Zo moeten we een goed administratiesysteem hebben. Wanneer was iemand wel of niet tijdens een les aanwezig? Hoe zit het met het portfolio van een medewerker en wanneer doet hij examen? Omdat we onder de koepel van het ROC werken, moeten we ons ook tegenover het ROC verantwoorden over de opleidingstrajecten. Dat betekent onder meer dat we intensief contact hebben met het ROC en regelmatig getoetst worden. VOORUITKIJKEN De twee organisaties hebben nog allerlei toekomstplannen. Van der Zwaag: Onze interne drukkersopleiding bieden we sinds kort in vernieuwde vorm aan. De opleiding voor Assistent technische dienst blijven we doorontwikkelen en afstemmen op wat de markt vraagt. En verder zijn we trots dat we deze zomer met de opleiding voor procesoperators starten. Ook de Stichting Wassenaarse Zorgverlening blijft vooruitkijken. Zaal: Onze academie biedt veel kansen. Dat is niet alleen geweldig voor de medewerkers, maar ook strategisch goed. Als we er als bedrijf voor zorgen dat we onze eigen medewerkers intern goed opleiden, spelen we meteen in op personeelstekorten in de zorg in de toekomst. We wilden onze mensen meer bewust maken van het belang van leren. Daar slagen we in. We groeien met de dag. Drie grote voordelen van opleiden op de werkvloer: 1 De (mbo-)opleidingen zijn toegespitst op de werkprocessen van een bedrijf. 2 Medewerkers delen kennis met elkaar en die kennis blijft binnen de eigen organisatie. 3 Het biedt medewerkers meer doorgroeimogelijkheden. Op de werkvloer met: Pim Ras Sportfotograaf en winnaar van de Zilveren Camera 2009 voor zijn foto van het Koninginnedagdrama TEKST SUZANNE VAN DER BURGT FOTO Hans Molenaar Als klein jongetje ging ik al met mijn vader naar het Feyenoordstadion. Daar zag ik al die fotografen zitten met camera s met grote lenzen. Dat vond ik heel fascinerend. Op mijn 16e ben ik dan ook naar de School voor Fotografie gegaan. Ik was een jonge leerling, eigenlijk nog een beetje te jong. Dit was geen gewone school, maar een beroepsopleiding. Hier moest je het allemaal zelf zien te rooien en dat was ik niet gewend. Ik heb het maar een jaar volgehouden. Echt stage gelopen heb ik dus niet, ik ben meteen aan het werk gegaan. Via één van mijn schoolgenoten kwam ik bij Inter Football terecht, waar ik de foto s maakte voor de Ajax-programmabladen, de bladen voor de supporters met verhalen en foto s van de spelers. Opeens stond ik op mijn zeventiende tussen al die beroemde fotografen op het voetbalveld! Terwijl mijn vrienden in de disco zaten, zat ik het hele weekend langs de lijn. Het was hard werken, maar ook een mooie kans om die wereld binnen te komen. Hier heb ik ook mijn grootste blunder gemaakt. Ik moest de officiële elftalfoto van Ajax maken, dat was in de tijd dat Johan Cruijff trainer was. Ik was het hele gebeuren aan het regisseren en had eigenlijk wel een beetje een grote mond. Na afloop bleek dat er geen filmpje in mijn camera zat! Ik zei toen maar dat er een wolkje voor de zon zat en heb iedereen weer opgetrommeld om het over te doen. Ik heb nooit een stagiair gehad, maar ik krijgt wel regelmatig de vraag van beginnende fotografen of ze een dagje mogen meelopen. Vaak doe ik dat ook wel. Het is dan vooral belangrijk om je te verplaatsen in het niveau van diegene op dat moment. Wat voor jou vanzelfsprekend is, is voor die ander misschien wel helemaal nieuw. Zelf was ik heel fanatiek vroeger. Ik lag bijvoorbeeld als een van de weinigen op mijn buik te fotograferen bij sportwedstrijden. Dat vond ik zo n mooi standpunt! Ik ben nog steeds erg fanatiek en probeer altijd om de beste foto te maken. Die bevlogenheid mis ik soms bij jongeren van nu. Ik heb het idee dat er heel veel jongeren zijn die nog niet zo goed weten wat ze willen worden. Het valt direct op als iemand die bevlogenheid en creativiteit wel heeft. Dat vind ik ook het mooie aan de foto van mbo-leerlinge Shanna Wiggerman, de winnares van de fotowedstrijd van Colo, de vereniging van samenwerkende kenniscentra (zie pagina 22). Zij heeft het kappersvak op zo n creatieve manier weergegeven, en het is technisch ook heel knap gedaan. Zo iemand heeft zeker toekomst als fotograaf! 14 PRAKTIJK mei 2010 mei 2010 PRAKTIJK 15

Begeleiden ECABO-zelfscan voor praktijkopleiders op de werkplek Waar ligt úw kracht? Vraag: wat doe je als je merkt dat de stagiair moeite heeft om volgens een afgesproken planning te werken? Vraag: wat doe als je merkt dat de stagiair het werk niet goed genoeg doet? Als praktijkopleider is het prettig om te weten waar u staat: bent u een coach of meer een instructeur? Geeft u richting of delegeert u juist? Kortom, wat is uw begeleidingsstijl? Om daar inzicht in te krijgen, ontwikkelde kenniscentrum ECABO een online zelfscan voor begeleiders op de werkplek. TEKST SUZANNE VAN DER BURGT FOTO s ROB ACKET Bram Didden van CQB Beveiliging in Eindhoven en Nathalie Vielvoye van ND Security in Maassluis zijn naast hun werk in de beveiliging allebei hoofd-praktijkopleider en ervaren in het begeleiden van stagiairs. Zowel CQB als ND Security heeft opleiden hoog in het vaandel staan. Er wordt veel geïnvesteerd in medewerkers en stagiairs, door opleidingen én een goede begeleiding. Nathalie Vielvoye: Bij ND Security geloven we sterk in zelf opleiden, met net dat beetje extra. Opdrachtgevers vragen steeds meer van onze beveiligers en daarom zorgen we dat onze mensen extra bagage meekrijgen. We besteden bijvoorbeeld speciale aandacht aan Bedrijfshulpverlening en aan veiligheid op de werkvloer. Ik krijg veel tijd om mezelf te ontwikkelen in mijn functie als praktijkopleider. SERIEUZE BEGELEIDING Bij CQB organiseert Bram Didden regelmatig praktijkoefenavonden voor stagiairs. Hier kunnen ze die werkzaamheden oefenen die ze voor het examen wel moeten kunnen, maar in ons bedrijf weinig doen, zoals receptiewerkzaamheden. Als ik stagiair zou zijn, dan zou ik serieuze begeleiding van mijn leerbedrijf verwachten. Het gebeurt toch regelmatig dat leerlingen als goedkope arbeidskrachten worden gebruikt. Laatst hebben we nog een aspirant-beveiliger overgenomen van een ander bedrijf, omdat hij helemaal alleen op pad werd gestuurd en niet werd begeleid. Daardoor liep hij achter in zijn opleiding. Mede dankzij de praktijkavonden heeft die jongen toch zijn papieren gehaald. Praktijkopleiders Bram Didden en Nathalie Vielvoye deden als een van de eersten de zelfscan. GOED OF FOUT De online zelfscan van ECABO is geschikt voor iedereen die begeleidt op de werkvloer, of een praktijkopleider nu net start of ervaren is in het begeleiden van stagiairs. Praktijkopleiders uit alle sectoren kunnen er hun voordeel mee doen. Dat geldt ook voor wie nieuwe medewerkers inwerkt. De vragen zetten de begeleider aan het denken over hoe hij omgaat met stagiairs en medewerkers en wat zijn voorkeurgedrag is. Daarbij gaat het niet om goed of fout gedrag. Deze gedragsmogelijkheden zijn onder water met competenties verbonden die bij het begeleiden belangrijk zijn, zoals plannen en organiseren en begeleiden, maar ook aandacht geven, begrip tonen en omgaan met veranderingen. VOORKEUREN Na het beantwoorden van een aantal vragen over het type bedrijf en de ervaring van de praktijkopleider begint de daadwerkelijke scan. Je geeft telkens aan welk gedrag jouw grootste voorkeur heeft. Daarbij mag je niet twee keer hetzelfde antwoord geven: je moet kiezen uit een sterke, een matige of een lichte voorkeur. Dat is soms best lastig, zegt Bram Didden. Maar daardoor dacht ik wel goed na over welk gedrag het beste bij mij past. Hij begeleidt naast leerlingen ook nieuwe medewerkers. Dat pak ik in principe op dezelfde manier aan, hoewel het inwerken van collega s natuurlijk wel wat sneller gaat. Bij het doen van de test heb ik één stagiair in gedachten gehouden. Dat is belangrijk, want niet elke mbo-leerling is hetzelfde. Dat geeft inzicht in hoe ik de begeleiding aanpak bij die persoon. Nathalie Vielvoye vindt het een mooie test. De vraag over wat je doet om de stagiair te stimuleren om zijn werk steeds beter te doen, vond ik leuk. Ik merk dat stagiairs in het begin echt aan het ontdekken zijn en dat ik heel duidelijk moet zijn in wat goed gaat en wat niet. Zo n vraag brengt me op ideeën hoe ik daarmee om kan gaan. RAPPORTAGE PER MAIL De resultaten van de online zelfscan worden op twee manieren aangeboden: in een overzicht van de scores op de verschillende competenties en via een uitgebreide rapportage. In het scoreoverzicht wordt duidelijk welke competenties de praktijkopleider vooral inzet bij een stagiair of medewerker. In overzichtelijke staatjes staan de percentages weergegeven. Wie nieuwsgierig is naar een uitgebreide beschrijving van zijn begeleidingsstijl, kan meteen een gratis uitgebreide rapportage toegemaild krijgen. Ik herkende mezelf erg daarin, De vragen uit de scan zetten de praktijkopleider aan het denken over zijn manier van begeleiden. zegt Nathalie Vielvoye. Ik heb de neiging om leerlingen behoorlijk bij te sturen. Sommigen hebben dat niet nodig, die kan ik eigenlijk wel wat meer loslaten. Ik probeer dat te veranderen. Dat zal niet direct lukken, maar ik wil ze, naarmate hun stage vordert, meer vrijheid geven zodat ze zelf meer initiatief kunnen nemen. BEWUSTWORDING Beiden zijn zeker van plan om de scan vaker te doen. Nathalie Vielvoye: Het kan mij zeker helpen om dingen nog net even anders aan te pakken, ondanks het feit dat ik al een keer een cursus voor praktijkopleiders bij ECABO heb gevolgd en me daardoor al vrij bewust ben van mijn begeleidingsstijl. Het is een snelle manier om juist daar inzicht in te krijgen. Ik denk dat veel praktijkopleiders wat aan de scan hebben. Dat geldt vooral ook voor mensen die in een organisatie werken waar minder tijd is om jezelf, bijvoorbeeld door cursussen, te ontwikkelen. Bram Didden: Het mooie van de scan is dat je steeds weer een ander resultaat krijgt, wanneer je hem meerdere keren in een begeleidingstraject doet. De rapportages kan ik gemakkelijk met elkaar vergelijken en zo kan ik mezelf bijsturen. Hij gaat zijn collega-praktijkopleiders zeker aanraden om de test in te vullen. Ik wil met ze afstemmen hoe we met stagiairs omgaan en de resultaten wil ik gezamenlijk, met een ECABO-adviseur erbij, bespreken. Zo n adviseur komt bij meerdere bedrijven en kan altijd nuttige tips en trucs geven. Ook de zelfscan doen? Ga naar www.scanjekracht.nl 16 PRAKTIJK mei 2010 mei 2010 PRAKTIJK 17

creatieve industrie Handige brochure van GOC vol tips Wat bezielt jongeren? Wat houdt uw stagiairs bezig, wat willen ze, hoe leven ze. Praktijk brengt ze voor u in beeld. TEKST LUCY HOLL beeld DEF Jongeren Organiseer eens een bedrijfsbezoek Een paar tips uit deze brochure: 1 Vertel de leerlingen bij de start wat hen te wachten staat en wat de regels zijn. 2 Leg vaktermen uit en vertaal technieken en processen naar de leefwereld van jongeren. 3 Stimuleer om vragen te stellen. 4 Wissel uitleg en opdrachten af. 5 Vraag uw kenniscentrum naar ondersteunende materialen en diensten. Veel kenniscentra matchen school en bedrijf. Onze deuren staan open voor iedereen Directeur Ronnie Reijen van drukkerij De Kleijn in Wijchen is een bevlogen ambassadeur van het drukkersvak: Zo n 8, 9 keer per jaar hebben we hier groepen over de vloer. Scholen hebben grote behoefte aan de mogelijkheid bedrijven te bezoeken. Iedereen die geïnteresseerd is in ons werk, is overigens van harte welkom. Van de huishoud- tot de businessclub. Dat wij hierin zo veel tijd en energie steken, heeft alles te maken met het negatieve imago waarmee met name de beroepen van drukker en nabewerker kampen. Vooral jonge mensen vinden alles wat te maken heeft met gaming, webdesign en dtp hip en trendy. Van drukken en nabewerken denken ze dat het vies werk Als u een bedrijfsbezoek voor leerlingen wilt organiseren, hoeft dat niet veel geld te kosten. Zo n bezoek levert uw bedrijf bekendheid, een positief imago en goodwill op. Dus waarom zou u het niet doen? Kenniscentrum GOC stelde een handige brochure vol tips samen. TEKST PAUL VOOGSGERD De jongeren van vandaag zijn uw medewerkers van morgen. Wie niets voor hen organiseert uit tijdgebrek of vanuit het idee dat jongeren een bezoek toch niet interessant vinden, mist kansen. Betrek collega s actief bij de organisatie en er valt een aantrekkelijk programma samen te stellen. De school kan er vooraf en naderhand nog lessen aan koppelen, zodat leerlingen echt een kijk op de sector krijgen. GOC heeft voor leerbedrijven de publicatie Leerlingen ontdekken de drukwereld: organiseer eens een bedrijfsbezoek! samengesteld. GOC is het kenniscentrum voor de creatieve industrie, maar veel tips gelden voor bedrijven in alle mogelijke sectoren. Eén zo n tip is om vooraf bijvoorbeeld goed te bedenken wat het doel van het bedrijfsbezoek is en wat u de jongeren aan informatie mee wilt geven. Wie zijn uw bezoekers precies en welke mix van informatie en opdrachten is leuk om aan te bieden? De publicatie vertelt iets over de leefwereld van jongeren en geeft checklisten en ideeën voor een goed en gevarieerd programma. Vraag de brochure aan via h.rosendaal@goc.nl is. En het tegendeel is waar. Je kunt toch niet met vieze handen aan het drukpapier zitten? Ik wil en zal een bijdrage leveren aan een positief imago. Het belang ligt dus voor zeker 95% bij de branche. We vergrijzen en iedereen kijkt toe. Ik probeer iets te doen! Welke groep er ook komt, we hebben voor iedereen een verhaal op maat. Wat ik vertel en laat zien, pas ik aan aan het niveau van de bezoekers. GOC heeft ook twee mooie brochures gemaakt, Ontdek de drukwereld en Van mij!. Daarin staat in begrijpelijke taal welke beroepen en opleidingen er zijn. We hopen dat daardoor meer jongeren gaan kiezen voor een baan en opleiding in de drukkerij. Ouders vinden opvoeden complex en zijn ondertussen vooral bezig zelf jong en mooi te blijven. Ze willen niet als volwassenen met hun wijsheid en levenservaring jongeren benaderen, maar het vooral tof hebben met hun kinderen. Martijn Lampert en Frits Spangenberg, auteurs van het boek De grenzeloze generatie SOCIAL MEDIA Wat kan uw organisatie met social media als Twitter, Facebook, Ning of World of Warcraft? Een leuke manier om er meer over te weten te komen is bladeren door: www.socialmediamagazine.nl WAT ZIJN DE JONGERENTRENDS VAN 2010? 1 Infobesitas: steeds meer jongeren zijn informatiejunkies. Niet zozeer uit verveling of interesse maar uit de angst om dingen mis te lopen. 2 Project Natal (Xbox): gamen zonder controller in de hand heeft de toekomst. Het apparaat herkent lichaamsbewegingen en besturen met de stem wordt normaal. 3 Vrolijke vrekken: in tijden van crisis zijn Zeemanboxershorts hip. Jongeren gaan voor recessiesjiek. EN ZO NOG EEN PAAR 4 Eco-seks: jongeren denken aan het milieu en vrijen met milieuvriendelijke condooms. 5 Geen rookpauzes maar social media breaks: jongeren gebruiken pauzes om even via hun smartphone op Hyves of Facebook te gaan. 6 Regiolect: de globalisering zorgt voor tegenhanger glokalisering, ofwel meer aandacht voor regio en herkomst. Jongeren spreken een mix van Nederlands, dialect en streettaal. Bron: YoungWorks Trendport, www.trendport.nl EIGEN BEDRIJF IS WEL WAT De helft van de jongeren vindt het hebben van een eigen zaak een aantrekkelijke gedachte, zo blijkt uit onderzoek van het Flanders DC Kenniscentrum en de Vlerick Leuven Gent Management School. Ruim 30% ziet het ook als een haalbare kaart. Vooral jongens zien er brood in en geloven sterk in hun slaagkansen. MEER MEDIACONSUMPTIE De nieuwsconsumptie onder jongeren tussen de 15 en 29 jaar is de afgelopen twee jaar gegroeid, blijkt uit het rapport Jongeren, nieuwsmedia en betrokkenheid van Stichting Krant in de Klas. Jongeren besteden gemiddeld 221 minuten per dag aan mediagebruik waaronder veel tv-kijken. Nieuws en actuele informatie vernemen ze vooral via televisie (36 minuten) en radio (22 minuten). Gemiddeld lezen ze 12 minuten een krant (op papier en online). Vooral nieuws over showbizz en lifestyle scoort goed. RISICOVOL GEDRAG ZIT TUSSEN DE OREN Bij het nemen van beslissingen werken de hersenen van jongeren anders dan die van volwassenen. En dus zijn jongeren meer geneigd om risico s te lopen en bijvoorbeeld te experimenteren met drank of te msn en terwijl ze weten dat ze moeten leren voor een examen. Hun hersenen zijn extra gevoelig voor directe beloningen, terwijl de hersengebieden die het gedrag in toom moeten houden nog niet volledig zijn gerijpt. Ze snappen de gevolgen meestal heel goed, maar het verlangen naar kicks wint het. Dat blijkt uit hersenonderzoek van de psychologe Linda van Leijenhorst van de Universiteit Leiden. Jongeren zoeken plezier - 86% Plezier maken en genieten zijn de belangrijkste - 79% Als ik iets nieuws op mijn pad tegenkom, benut ik mijn kansen - 78% Ik heb vaak de behoefte iets nieuws mee te maken - 70% Ik zie elke nieuwe situatie als een uitdaging - 67% Ik houd van een georganiseerd en regelmatig leven Bron: De grenzeloze generatie van bureau Motivaction. 18 PRAKTIJK mei 2010 mei 2010 PRAKTIJK 19

Tips voor de werkvloer 10 punten voor alle opvoeders op de werkvloer Ik geef leerlingen op de werkvloer vooral positieve aandacht en kijk naar wat goed gaat, niet naar wat mis gaat. Ik besef dat ik niet in mijn eentje de hele stagebegeleiding op mijn schouders hoef te nemen en schakel tijdig hulptroepen in. Ik weet dat de hersenen van jongeren nog niet volgroeid zijn en dat jongeren nog volop zoeken en experimenteren. Een leerling kan sterk van temperament verschillen met mij: dat is niet goed of niet slecht. Dat is een feit. Ik vind het leuk om te praten met een leerling over wat hem bezighoudt en heb er niet meteen een mening over. Jongens en meisjes kunnen heel verschillend reageren op dingen: daar houd ik rekening mee. Kruis alle uitspraken aan die op u van toepassing zijn. UITSLAG 0-1 punten: Het is misschien goed om u wat meer te verdiepen in de ontwikkeling van jongeren. 2-3 punten: U weet hoe u met leerlingen om kunt gaan, maar wat meer kennis van opvoeden zou het nog makkelijker maken. 4-6 punten: U bent een prima opvoeder en begeleider. DOE DE TEST! Lector Jeugd en Opvoeding René Diekstra heeft samen met andere deskundigen de Opvoedingscanon samengesteld. Ouders kunnen hun voordeel doen met de vele tips en informatie, maar dat geldt ook voor mede-opvoeders als docenten op school en praktijkopleiders op de werkvloer. Daarom tien punten uit de canon vertaald naar uw mbo-leerlingen. TEKST Lucy holl foto anp Iedereen is anders: ken het temperament 1 van uw leerling Iedereen wordt geboren met bepaalde eigenschappen en talenten. Makkelijke leerlingen (ongeveer 40%) leven regelmatig, zijn vrolijk en kunnen zich goed concentreren. Moeilijke jongeren (10%) hebben negatieve stemmingen, zijn snel gespannen en trekken zich terug bij nieuwe situaties. Dan zijn er nog de langzame starters (zo n 15%) die ook niet zo actief en nieuwsgierig zijn. De rest (35%) is een mengvorm. Het ene temperament is niet beter of slechter dan het andere, maar met het ene is het wel makkelijker leven en samenwerken dan met het andere. Blijf als praktijkopleider en docent in de 2 leerling geloven Jongeren leren beter als volwassenen hoge verwachtingen hebben en hoge eisen stellen. Ook talentvolle jongeren met een achterstand krijgen de kans om te laten zien wat ze kunnen. Laat ze leren op hun eigen manier en zorg voor een goede band. Dan leert uw leerling meer en doet beter zijn best. Blijf in uw leerling geloven, ook bij problemen. Anders raakt hij zijn zelfvertrouwen kwijt, en dat maakt de ellende alleen maar groter. Leer uw eigen temperament kennen 3 Begrijp ook uw eigen temperament, want dat kan invloed hebben op de onderlinge relatie. Bent u bijvoorbeeld actief en positief ingesteld, dan kunt u verkeerde verwachtingen hebben en teleurgesteld zijn in een slecht gehumeurde en naar binnen gerichte leerling. Dat wil niet zeggen dat die jongere onwillig is. Weet dat de hersenen nog even 4 DOORGROEien Hersenen zijn pas helemaal uitgegroeid als iemand een jaar of 25 is. Bij jongeren maken ze een groeispurt door. Het hersengedeelte voor beheersing en besluitvorming is nog niet volgroeid, en het emotiegedeelte is heel gevoelig. Jongeren kunnen daardoor vaak domme en riskante dingen doen, maar ook creatiever denken. 5 Zelfstandig denken ontwikkelt zich snel Vanaf het 12e jaar ontwikkelt het zelfstandige denken zich snel. Jongeren gaan zelf redeneren en ze kunnen langere tijd hun aandacht ergens bij houden. Ook kunnen ze beter ingewikkelde problemen oplossen. Ze leren na te denken los van wat ze om zich heen zien en beleven. Ze leren logisch te denken en de redeneringen van anderen te beoordelen. Hoe vaker ze oefenen, hoe beter ze worden. Ken de invloed van sekseverschillen 6 Jongens zijn meestal onderzoekender en actiever dan meisjes en meer doeners dan praters. Meisjes houden zich beter aan de regels, zijn zorgzamer en hebben meer inlevingsvermogen. Ze zijn meer praters dan doeners. Bij gedragsproblemen gaan jongens vaak schreeuwen en (soms) dingen vernielen. Meisjes worden juist lastig voor zichzelf: ze krijgen bijvoorbeeld eetstoornissen. Jongeren zijn nog bezig hun geweten 7 te ontwikkelen Jongeren ontwikkelen een geweten op basis van normen en regels én hun eigen ideeën over goed en kwaad. Dit niveau wordt meestal rond een jaar of 17, 18 bereikt, maar niet door iedereen. Dat hangt af van hun eigen denkvermogen en van de mate waarin hun omgeving het denken over goed en kwaad stimuleert. Zet vijf belangrijke vaardigheden in 8 Wat helpt u bij het begeleiden en opvoeden van uw leerling: 1 Structuren: zie het belang van regels, routines en rituelen. 2 Stimuleren: moedig jongeren aan dingen te leren en geef positieve aandacht. 3 Negeren: negeer ongewenst gedrag zoals mopperen. 4 Communiceren: praat met een leerling over wat hem bezighoudt en heb er niet meteen een mening over. Zo maar wat praten is de smeerolie van relaties. 5 Stem af met anderen, zoals docenten en ouders. Geef niet overdreven veel aandacht en 9 complimenten Te véél verwennen is niet goed. Dat gevaar loopt u op de werkvloer door een leerling te veel te verzorgen, te veel te geven (spullen, maar ook overdreven aandacht en complimenten) en te veel toe te geven. Conflicten zijn helemaal niet slecht, daar leren mensen van. 10 Vraag tijdig hulp en advies Jongeren halen het beste, maar wellicht soms ook het slechtste bij u naar boven. Begeleiden is niet eenvoudig. En u moet het ook niet alleen willen doen. Met een beetje hulp van collega s, docenten en de adviseur van uw kenniscentrum gaat het gemakkelijker. Onthoud daarbij dat ook u fouten mag maken. Over de Opvoedingscanon van René Diekstra en consorten Het Kenniscentrum Jeugd en Opvoeding van De Haagse Hogeschool stelde de Opvoedingscanon samen in opdracht van de gemeente Den Haag. Professor of psychology en lector Jeugd en Opvoeding René Diekstra en andere deskundigen schreven 51 korte hoofdstukken met informatie over de opvoeding en ontwikkeling van kinderen en jongeren. Alle volwassenen zijn opvoeders, is het idee. Dat geldt dus bijvoorbeeld ook voor praktijkopleiders in stagebedrijven en docenten op school. Het bijbehorende boek Opvoedingscanon: omdat over kinderen zoveel meer te weten valt (15 euro, ISBN 9789035135147) is geen pasklare gebruiksaanwijzing, maar staat wel bol van de informatie en tips. Kijk voor nog veel meer informatie op www.opvoedingscanon.nl. Hier staat ook een uitgebreide test om uw kennis te toetsen. 20 PRAKTIJK mei 2010 mei 2010 PRAKTIJK 21

De fotografe Shanna Wiggerman is vierdejaars leerling van de mbo-opleiding Audiovisuele productie aan het ROC Friese Poort in Drachten. Ze wil na haar opleiding het liefst vooral concertfotografie gaan doen. Ze fotografeerde voor dit nummer van Praktijk ook bij NDC Grafisch bedrijf Leeuwarden (zie pagina 12). Meer werk van haar is te zien op www.shannawiggerman.nl Stageplek Krullen Wassen Föhnen Knippen TEKST SUZANNE VAN DER BURGT FOTO SHANNA WIGGERMAN Het echte werk Wedstrijd Colo, de vereniging van samenwerkende kenniscentra, schreef eind 2009 een fotowedstrijd uit waarin 17 mboleerlingen 17 medeleerlingen in praktijksituaties moesten fotograferen. De opdracht luidde: Maak een veelbetekenend en representatief beeld van een beroepspraktijksituatie in een erkend leerbedrijf. Op de foto moeten in ieder geval de stagiair, de praktijkopleider en de werkomgeving te zien zijn. Alle foto s waren onlangs te zien in het gebouw van de Tweede Kamer. Shanna Wiggerman uit Groningen won de wedstrijd. Ze kreeg een masterclass van de winnaar van de Zilveren Camera 2009, Pim Ras (zie pagina 15). De foto Shanna: Dit is Bellisimo Kappers in Echt, een kleine maar erg drukke en gezellige kapperszaak. Nicky Krewinkel loopt daar stage voor haar kappersopleiding en Ruud Severins is haar begeleider. Ik vind dat een stageplek een plezierig en fijne leeromgeving moet zijn, waar je van alles moet mogen doen en niet alleen de kleine klusjes. Een leerling moet bezig zijn met activiteiten die zij later in haar beroep tegen kan komen en natuurlijk is een goede begeleiding daarbij belangrijk. Daarom heb ik Nicky een paar keer gefotografeerd terwijl ze steeds ander werk doet. Achteraf moest ik natuurlijk alles in elkaar photoshoppen, en toen was mijn foto klaar... 22 PRAKTIJK mei 2010 mei 2010 PRAKTIJK 23

Examinering Leerbedrijven werken mee aan complete proeven van bekwaamheid Examineren op de werkvloer Wat is er leuker voor een leerling dan dat hij tegen het eind van zijn opleiding bij een écht bedrijf kan laten zien dat hij het vak in de vingers heeft? Steeds meer scholen komen bij leerbedrijven met de vraag of ze mee willen werken aan een proeve van bekwaamheid. Twee leerbedrijven vertellen wat ze vinden van dat examineren op hun werkvloer. TEKST LUCY HOLL beeld lava Het verzoek van de school voor zo n proeve van bekwaamheid komt meestal niet zomaar uit de lucht vallen. Het gaat in de regel om leerlingen die al stage lopen of een leerwerkbaan hebben bij een bedrijf. Ze zijn zover dat ze kunnen laten zien dat ze een compleet werkproces met alles erop en eraan beheersen. Praktijkopleider Wopke Brander heeft nu bijvoorbeeld zijn tweede mbo-stagiair van ROC Friese Poort Drachten die zo n proeve van bekwaamheid tijdens zijn stage wil gaan doen. Brander is systeembeheerder bij Stichting School Lyndensteyn in Beetsterzwaag, een school voor kinderen met een handicap. We zijn al jaren leerbedrijf. Ik zit ook in de Onderwijsadviesraad van de ICT-opleidingen van het ROC, dus termen als competentiegericht opleiden en proeve van bekwaamheid klinken me niet vreemd in de oren. Toen de eerste stagiair zich vorig jaar aandiende voor een proeve, werkte Wopke Brander daar graag aan mee. We moesten toevallig net een mailserver en een domain controller vervangen. Dat was een mooie, uitdagende examenopdracht voor deze ICT-leerling op mbo-niveau 4. De stagiair kon alle mogelijke competenties uit de kast halen. CONTEXTRIJK Friese Poort wil net als andere ROC s steeds meer op de werkvloer examineren, vertelt Evert van Leersum, BPV-coördinator ICT-opleidingen. Leerlingen willen het liefst hun praktijktoetsen doen in een contextrijke leeromgeving zoals dat in het mbo heet. Dat is leuker dan een kunstje op school uitvoeren in een nagebootste omgeving. En het past helemaal bij het huidige competentiegericht opleiden, waarin het draait om die beroepspraktijk. Natuurlijk kan niet alles binnen een leerbedrijf geëxamineerd worden. Sommige werkprocessen, bijvoorbeeld in de beveiliging, lenen zich daar niet voor. Leerbedrijven staan er ook niet altijd om te springen, omdat een proeve net te veel inbreuk op de gang van zaken kan maken. Daarom nemen sommige ROC s ook proeven van bekwaamheid in gesimuleerde werkomgevingen af, bijvoorbeeld bij een regionaal praktijkexamencentrum. REALISEERBAAR Terug naar Friese Poort. Een ICT-stagiair van Friese Poort kijkt eerst een tijdje rond bij zijn leerbedrijf en overlegt met zijn praktijkopleider welk werkproces zich leent voor een proeve van bekwaamheid. De opdracht moet realiseerbaar zijn op de werkvloer en de nodige inhoud hebben, zoals het vervangen van de servers bij een ICT-stagiair of het uitvoeren van een marktonderzoek bij een leerling van een commerciële mbo-opleiding. De proeve moet niet te zwaar en niet te licht zijn. De leerling start na goedkeuring van de examencommissie met zijn proeve. De praktijkopleider en twee docentbeoordelaars van school geven hun oordeel over het proces en over wat er uitkomt aan eindproducten. Er zijn speciale beoordelingsformulieren waarop de praktijkopleider kan invullen of iemand een werkproces volgens hem voldoende of onvoldoende beheerst. Praktijkopleider Wopke Brander: Mijn oordeel telt terdege mee. Als ik bij mijn vorige stagiair aangegeven had van Het is allemaal mislukt en aan zo n mbo er hebben we niets in onze organisatie, dan was er vast een ernstig gesprek gekomen. Brander zat er ook bij op het ROC toen de leerling zijn complete proeve moest presenteren voor de examinatoren. lees verder op pagina 26 Wat komt er zoal kijken bij een proeve in de praktijk? Het ROC overlegt met het leerbedrijf welke kerntaken/werkprocessen op de werkvloer geëxamineerd kunnen worden. Ze maken afspraken over het werk dat de leerling gaat doen. Ze spreken af wie van het bedrijf en de school gaan beoordelen. Het ROC kijkt hoe het zit met de onafhankelijkheid en deskundigheid van de beoordelaars. Kennen ze de diploma-eisen? Het ROC bespreekt de werkwijze en de beoordelingscriteria met de praktijkopleider binnen het leerbedrijf. De leerling krijgt informatie over de precieze proeve die hij moet doen, de planning en de beoordeling. Hij gaat aan het werk. School en leerbedrijf beoordelen het proces en de opgeleverde beroepsproducten en de leerling heeft weer een stuk van zijn opleiding afgesloten. 24 PRAKTIJK mei 2010 mei 2010 PRAKTIJK 25

Meer weten? Kijk bijvoorbeeld ook eens op www.stichtingpraktijkleren.nl of op www.mboraad.nl (onder 'Thema s). SHORT EN SIMPLE Bij het examineren in de praktijk geldt het KISS-principe: keep it short and simple. Een proeve moet voor zowel het leerbedrijf als de school uitvoerbaar, haalbaar en betaalbaar zijn, los van alle kwaliteitseisen. Bij Royal Van Lent Shipyard in Kaag, een vermaard jachtenbouwer en beste leerbedrijf van Nederland 2007, worden ook al langer examens afgenomen op de werkvloer. Wij hebben BBL-leerlingen van ROC Leiden, die vier dagen bij ons werken en daarnaast bijvoorbeeld de opleiding Metaalbewerker op mbo-niveau 2 volgen, vertelt personeelsadviseur Vincent van t Zand. Kijk, als je dan zo n examen ook binnen het bedrijf afneemt, vormt dat een mooie afsluiting van het leertraject dat een leerling bij ons heeft doorlopen. Het moet volgens hem niet zo zijn dat scholen zo maar met vreemde leerlingen komen aanzetten die een proeve willen doen. Organisaties worden onnodig belast als ze dat moeten faciliteren terwijl er niets tegenover staat. De voordelen voor de school en voor het leerbedrijf moeten in balans zijn; een bedrijf zal het heel zakelijk bekijken. FACETTEN Een complete proeve van bekwaamheid op de werkvloer voor eigen leerlingen is echter heel goed te doen. Tonen wat je waard bent Leerlingen krijgen hun diploma pas als ze hebben laten zien dat ze een goede beginnend beroepsbeoefenaar zijn. Scholen gebruiken een examenmix om dat te toetsen. Wat zit er zoal in een mix? Proeven van bekwaamheid in een leerbedrijf Examenprojecten in een gesimuleerde beroepsomgeving (als iets niet goed in het echt te examineren is) Tentamens om specifieke vakkennis te toetsen Portfoliobeoordeling Tenminste, wel binnen zo n bedrijf als Royal Van Lent Shipyard, zegt praktijkopleider Jan Reijerkerk. Bepaalde onderdelen bij de bouw van een luxe motorjacht kunnen bijvoorbeeld voor een complete proeve worden gebruikt. Neem het uitslaan en samenstellen van een aluminium trap voor een luxe jacht. Daarbij spelen allerlei facetten van het vak mee. Dat is genoeg om al het geleerde in de praktijk te brengen. En als een leerling onder werktijd werkt aan zijn proeve van bekwaamheid, hoeft dat de normale gang van zaken niet te verstoren. We slaan twee vliegen in één klap. SPANNEND Daar is Wopke Brander van School Lyndensteyn het helemaal mee eens. De leerling heeft zijn praktijktoets, het leerbedrijf krijgt iets waar het wat aan heeft. Leerlingen nemen de proef heel serieus, zegt hij. Dit is geen laboratoriumsetting. Er moet iets komen dat functioneert in de praktijk. Dat is best spannend voor een leerling, maar het maakt het wel heel echt. Daarmee verdien je je diploma ook daadwerkelijk. Als een leerling zo maar een fictief examenproject zou uitvoeren, heeft het ook niet zo veel meerwaarde om dat op de werkvloer te doen. Vincent van t Zand van Royal Van Lent wil dat scholen en bedrijven nog beter naar elkaar luisteren en met elkaar samenwerken zodat theorie en praktijk sterker vervlochten worden. Ontwikkel samen een goede opdracht en overleg hoe je die opdracht samen gaat beoordelen. Soms krijgen leerlingen opdrachten mee van school, waar we niet veel aan hebben. Hier moeten wel schepen gemaakt worden. HAVERKLAP Praktijkopleider Wopke Brander vindt het overigens ingewikkeld om steeds weer een goed examenproject voorhanden te hebben: Bij een commercieel bedrijf in de ICT is dat waarschijnlijker makkelijker dan bij ons. We doen hier veel beheer en hebben niet om de haverklap grootschalige vervangingen. Maar mijn tweede stagiair moet een proeve uitvoeren op mbo-niveau 3, dus daar is wel een mouw aan te passen. Nog zoiets lastigs is het uiteindelijke beoordelen van de leerling. Een praktijkopleider bouwt toch een band op met een stagiair en dan moet hij ineens zeggen of iemand klaar is voor zijn vak of niet. Bedrijven moeten niet te bang zijn om een onvoldoende te geven, stelt Evert van Leersum van ROC Friese Poort. Dit zijn wel hun toekomstige medewerkers van wie ze iets mogen eisen. Vincent van t Zand weet wel een oplossing: Ik kan mij zo voorstellen dat een leermeester binnen zijn eigen bedrijf geen rol kan en wil spelen, omdat hij dan zijn eigen leerlingen beoordeelt en niet helemaal objectief kan zijn. Maar je zou mensen kunnen uitwisselen tussen collega-leerbedrijven. De kenniscentra adviseren en ondersteunen scholen en bedrijven bij het examineren op de werkvloer. Informeer ernaar bij de adviseurs van ECABO, Calibris, GOC of Kenteq. Tekst Karien Brinkman Wie zitten er dit keer om tafel? Zodat het Netwerkt in Hoogeveen PARTIJEN Alfa-college, gemeente Hoogeveen en bedrijven uit onder meer de techniek, transport, logistiek en veiligheid. FREQUENTIE 2 keer per jaar een bijeenkomst AGENDA Het aanbod van mbo-opleidingen vergroten en de economische positie van de regio versterken. Rechtstreeks de dialoog aangaan op basis van een bepaald thema en van daaruit innovatieve opleidingen ontwikkelen. Er zijn diverse kennisgroepen die nadenken over een thema dat aansluit bij de bedrijven in de regio, bijvoorbeeld transport en logistiek, veiligheid metaal en kunststof. CONCREET RESULTAAT Er zijn al vijftien opleidingen ontwikkeld, die precies aansluiten bij de vraag van het regionale bedrijfsleven. Binnen Zodat operen verschillende kennisgroepen om de opleidingen te ontwikkelen. Daarnaast is er een innovatieplatform dat trends en ontwikkelingen signaleert en anticipeert op toekomstige scholingsvragen. MEER WETEN OF AANSLUITEN? ZODAT het netwerkt in Hoogeveen heeft een uitgebreide website: www.zodat.nl. U kunt ook contact opnemen met het Alfa-college in Hoogeveen, tel. (0528) 287 600. Ineke Delies-de Vries, lector Duurzame innovatie in de regionale kenniseconomie op het Alfa-College en Stenden Hogeschool: Samenwerking is nodig. Alle veranderingen in de maatschappij vragen om veel nieuwe kennis. Bedrijven kunnen niet stand alone innoveren. Leren en werken zijn meer dan ooit verweven. De ZODAT Kennisgroepen zijn een mooi voorbeeld van nieuwe regionale verbindingen tussen het onderwijs en bedrijfsleven. Hoogeveen 26 PRAKTIJK mei 2010 mei 2010 PRAKTIJK 27

techniek Dubbelportret PRAKTIJKOPLEIDER RENÉ: Tarik is een van de meest geïnteresseerde jongens ooit LEERLING tarik: René legt alles netjes uit en ik begrijp hem altijd LEERLING EN PRAKTIJKOPLEIDER vertellen WAT ZE VAN ELKAAR VINDEN TEKST ED SCHLÜPER FOTO RAINIER ISENDAM PRAKTIJKOPLEIDER RENÉ COUSIJNSE (43) werkt al 20 jaar bij HTM als trammonteur en werd 1,5 jaar geleden praktijkbegeleider. Hij leidt leerlingen en nieuwe krachten op bij Onderhoud Randstadrail, één van de drie afdelingen waartussen leerlingen rouleren. René vindt opleiden uitdagend en afwisselend. LEERLING TARIK LOUAKAFI (31) kwam ruim vijf jaar geleden vanuit Marokko naar nederland. Hij volgt de opleiding voor elektromonteur en zocht werk waarnaast hij kon studeren. Tarik is nu een jaar in dienst bij HTM als leerling trammonteur. Eén dag in de week gaat hij naar school. Tarik: In Marokko studeerde ik aan de universiteit. Eigenlijk wilde ik hier in Nederland mijn studie afmaken, maar dat kon niet omdat ik getrouwd ben en geld moet verdienen voor mijn gezin. Daarom zocht ik werk waarbij ik kon studeren. Omdat sleutelen aan mijn auto mijn hobby is, heb ik gesolliciteerd bij HTM. Ik wilde wat ik had geleerd, niet weggooien. Ik wil mijn kennis graag inzetten voor dit bedrijf. René: Ik denk dat Tarik een van de meest geïnteresseerde jongens is die hier ooit is binnengekomen. Hij kwam op sollicitatie en kon ons precies vertellen wat wij hier in de werkplaats doen. Dat had hij allemaal op internet uitgezocht! Wij hadden toen zoiets van: Wat een gozer T: Ik wilde weten wie ze zijn, hoe ze werken. Ik zocht alles op, bekeek foto s en alles wat ze hebben aan materieel. Dat wilde ik allemaal weten voordat ik hier ging solliciteren. R: Het is heel belangrijk dat je geïnteresseerd bent. Een aantal jaren terug kwam hier een jongen binnen die glazenwasser was. Hij doorliep de technische opleiding het snelst van allemaal. Hij had er gewoon zin in en vindt het een mooi vak. Tarik heeft dat ook. Hij wil graag en dat merk je. Hij is een vlotte leerling. Je hoeft het hem maar één keer te vertellen en hij weet het. En als hij iets niet weet, vraagt hij gelijk: Wat is dat? En hoe zit dat in elkaar? T: Als ik René iets vraag, krijg ik meteen antwoord. Hij kan ook goed uitleggen. Dat is belangrijk. Hij neemt je de hele dag mee: onder, boven en in de tram hij legt alles netjes uit en ik begrijp hem altijd. Dat is alles wat ik van hem verwacht. R: Het eerste wat ik doe als een leerling hier binnenkomt, is aandacht geven aan veiligheid. Dat is prioriteit nummer één. Ik probeer jongeren bewust te maken waar ze bezig mee zijn en wat de gevolgen zijn als het fout gaat. Daarna ga ik dingen aan de tram uitleggen, welke systemen erin zitten. Daarna ga ik pas in op het onderhoud zelf. We pakken de papieren erbij en ik probeer het hele hoe, wat en waarom te vertellen. T: De begeleiders hier weten echt álles over trams. Want de meesten werken hier al heel lang. Je neemt hun ervaring over. Je komt ook elke dag weer iets nieuws tegen. Ik weet steeds meer van trams en kan al wat tempo maken. In het begin vond ik het best moeilijk. Je krijgt dan heel veel informatie in één keer. Nu wordt het makkelijker. Het wordt steeds meer routine. R: Leerlingen begeleiden is heel leuk. De afwisseling, het aftasten van wat weet deze jongen? Ze hebben allerlei achtergronden en ook het niveau van sleutelen verschilt sterk. Kijk, voor mij is alles heel vanzelfsprekend. Ik zie een bout, weet welke sleutel ik moet hebben en klikklak, klaar. Als je dat moet uitleggen aan iemand die net binnen is, moet je dat op een ander niveau doen. Dat is best moeilijk. Ik kan iets heel goed uitleggen in twee zinnen, maar die ander moet het ook nog begrijpen. T: Iedere begeleider heeft zijn eigen manier. René is een rustige begeleider. Hij houdt van snel werken, een beetje tempo maken. Maar als ik iets niet begrijp, legt hij het nog een keer uit. We werken er ook naartoe om alles op één manier te doen. Dus voordat je iets mag doen, moet je met René meelopen en doet hij het voor. R: Zo krijgt iedereen dezelfde basis. We hebben ooit gehad dat een leerling iets niet goed doorvertelde aan een andere leerling. Gelukkig viel het toen mee, maar als zoiets even duurt, kan het halve wagenpark buiten bedrijf komen te staan. T: Ik vind het makkelijk, hier én die ene dag in de week op school. Alleen bij vragen heb ik met de leraar te maken. Ik heb daar helemaal geen probleem mee. Na deze opleiding Elektromonteur wil ik graag doorleren. R: De jongens krijgen ook huiswerk mee en daar komen ze wel eens niet uit. Dan komen ze naar mij toe en dat vind ik leuk. Weet jij hoe dat in elkaar zit? Daar maken we gewoon even tijd voor vrij. T: Als ik iets niet begrijp, kan ik dat op mijn werk gewoon vragen. Ze weten bijvoorbeeld hoeveel één newton is en dat soort vragen. Het is allemaal heel herkenbaar. R: En de rest leert hij bij ons. Er bestaat geen speciale opleiding voor trammonteur. Wij zijn wel bezig met de opzet van een opleiding Railvoertuigmonteur, die de ROC s volgend jaar kunnen gaan aanbieden. Wij krijgen vaak bedrijven op bezoek die benieuwd zijn hoe wij dat allemaal voor elkaar weten te boksen. HTM in Den Haag is met 137 miljoen reizigers per jaar een groot en bekend openbaarvervoersbedrijf. Er werken 2400 mensen. HTM Railmaterieel onderhoudt alle railvoertuigen, repareert schades en lost storingen op. Er werken twaalf praktijkopleiders bij dit leerbedrijf, waar doorgaans 15 tot 20 mensen in opleiding zijn. Het was in 2009 beste Kenteq-leerbedrijf van de Randstad. 28 PRAKTIJK mei 2010 mei 2010 PRAKTIJK 29

Beter begeleiden Leerlingen doen het beter als thuisfront weet waar ze mee bezig zijn Contact met ouders komt stage ten goede Ouders in het mbo en hbo zijn een vergeten groep, concludeert de Onderwijsraad in zijn advies Ouders als partners. De raad wil dat scholen ouders meer betrekken bij het reilen en zeilen, ook in het mbo. Wat betekent dat voor stagebedrijven? Een ROC-bestuurder en twee leerbedrijven vertellen waarom zij die rol van ouders zo belangrijk vinden. TEKST PEER BATAILLE BEELD LAVA Eigenlijk is het vreemd dat de ouder in het mbo vrijwel afwezig is. Terwijl hun kinderen aan het puberen zijn en zich razendsnel ontwikkelen, is de betrokkenheid van ouders bij de school van hun zoon of dochter eigenlijk nihil. Aan het woord is Leonard Geluk, voorzitter van het college van bestuur van ROC Midden Nederland en lid van de Onderwijsraad. Al bij zijn aantreden in september 2009 gaf hij aan, ouders meer bij de opleiding te willen betrekken. Geluk: School moet ouders informeren over wat er op school gebeurt en laten weten hoe hun kind het doet. Ook de Onderwijsraad vindt het cruciaal dat school en ouders samen optrekken. Goed informeren van ouders leidt tot minder fricties thuis SCHOOLLOOPBAAN ROC Midden Nederland heeft hiertoe inmiddels de eerste stappen gezet. Leonard Geluk: Diverse opleidingen organiseren ouderavonden en tienminutengesprekken om ouders actief te informeren over de schoolloopbaan van hun kind. Ook het tegengaan van schooluitval staat hoog op onze agenda. Samen met de gemeente Utrecht zijn we aan het experimenteren hoe we meer jongeren op school kunnen houden. Als iemand dreigt te stoppen met zijn opleiding, organiseren we vanuit school een gesprek met de ouders. Samen bekijken we wat er aan de hand is en wat we eraan kunnen doen. Het advies van de Onderwijsraad laat zich niet uit over de relatie tussen leerbedrijven en ouders van stagiairs. Leonard Geluk: Persoonlijk zou ik het prettig vinden als ook leerbedrijven de ouders meer zouden inschakelen, maar we moeten bedrijven daar niet toe dwingen. Hun belasting is al hoog genoeg. Ouders zullen zoiets overigens zeker waarderen. Maar in mijn ogen behoort het tot het takenpakket van de school. HOOG SLAGINGSPERCENTAGE Ook zonder dwang zijn er leerbedrijven die ouders actief betrekken. Zo n bedrijf is Van den Pol Elektrotechniek in Montfoort. Directeur Wim van den Pol: Een jaar of vijf geleden zijn we een eigen bedrijfsschool gestart omdat de leerlingen die van het vmbo en mbo kwamen niet aan onze eisen voldeden. BBL-leerlingen volgen in ons bedrijf tussen onze eigen mensen nu in één jaar een mbo-opleiding die normaal twee jaar duurt. Docenten van ROC Midden Nederland geven les bij ons. Het slagingspercentage is hoog, ongeveer negentig procent. Vanaf het begin realiseerden we ons dat we ook de ouders van leerlingen nodig zouden hebben, gaat Van den Pol verder. Zo n jaar gaat snel en het is hard werken. Door ouders hierover goed te informeren, krijgen ze daar begrip voor. Dat is belangrijk omdat ouders een grote rol spelen bij de motivatie van hun kind. Ouders als partners In het rapport Ouders als partners adviseert de Onderwijsraad de Tweede Kamer over de rol en de betrokkenheid van ouders in het onderwijs. Het is te lezen op www.onderwijsraad.nl Eenmaal per jaar organiseert het bedrijf een open dag, waar ouders ook welkom zijn. Ouders zien zo waar hun kinderen terechtkomen en wat ze gaan doen. Aan het begin van het schooljaar is er een introductiebijeenkomst voor leerlingen én hun ouders. Een ouder van een leerling uit een voorgaand jaar vertelt dan waar ze rekening mee moeten houden tijdens de opleiding. Aan het eind van het schooljaar is er natuurlijk de feestelijke diploma-uitreiking, mét ouders. Als er tijdens iemands opleiding dingen niet goed gaan, overlegt de afdeling P&O met de ouders. Uiteindelijk is iedereen blij, aldus directeur Van den Pol. De jongens hebben een goede opleiding. Ouders zien hun zoon goed terechtkomen. Wij hebben goed opgeleide werknemers en de maatschappij heeft er een aantal vakbekwame technici bij. KLEDING WASSEN Conferentiehotel Willibrordhaeghe in Deurne was onlangs finalist in de landelijke verkiezing Beste Leerbedrijf 2009. Het bedrijf merkt dagelijks de voordelen van het informeren van ouders. Tijdig en goed informeren van ouders leidt tot minder fricties thuis, en dat komt het verloop van de stages ten goede, aldus stagecoördinator Peter Aarts. Voordat een stagiair bij Willibrordhaeghe begint, komen de ouders kennismaken met het bedrijf. Aarts: We proberen vooroordelen over de horeca - zoals overmatig drankgebruik weg te nemen. Ouders zien waar hun kind stage gaat lopen. We vertellen wat het betekent om bij ons te werken, bijvoorbeeld dat we afwijkende werktijden hebben. En we vertellen wat ze van ons mogen verwachten. We krijgen ook vaak praktische vragen, zoals wie de kokskleding van de stagiair moet wassen. UIT ETEN Zo n conferentiehotel is natuurlijk een uitgelezen gelegenheid om zelf te ervaren waar zoon of dochter stage loopt. Willibrordhaeghe kent een speciale regeling waarmee ouders, maar ook broers, zussen, opa s en oma s, kunnen komen eten in het restaurant. Ook is het mogelijk dat een stagiair zelf een rondleiding of presentatie verzorgt. Als er tijdens de stage iets misloopt, staat Willibrordhaeghe ook klaar. Peter Aarts: De ouders kennen mij en nemen contact met me op. Desnoods ga ik thuis met ze praten. Willibrordhaeghe ziet de extra aandacht voor ouders als een investering. Gemotiveerde stagiairs zijn productief, en de gehele bedrijfstak profiteert van een goede opleiding, vindt de stagecoördinator. Geen tijd of geld voor contact met de ouders vind ik een zwak excuus. Probeer het eens uit want het is dom om het niet te doen, is mijn advies aan andere leerbedrijven. 30 PRAKTIJK mei 2010 mei 2010 PRAKTIJK 31

Fotostrip Leerlingen tonen hun vakkennis op Skills Masters Begin maart was beroepenevenement Skills Masters met demonstraties en vakwedstrijden voor het vmbo en mbo. Meer dan 25.000 bezoekers vonden hun weg naar Ahoy Rotterdam. In de techniek konden leerlingen zelf lampjes aansluiten in een lichttoren of onder begeleiding een naamplaatje maken op de computer. Tijdens de wedstrijden elektro viel het niet mee drie sensorlampen aan te sluiten. Snel, we hebben nog maar drie kwartier Op Skills Masters is al véél lastalent naar boven gekomen. TEKST MARLEEN HALLIE FOTO S ANNET DELFGAAUW Wij hebben de 1e, 2e én 3e plaats behaald. Die jongens lassen beter dan de docenten. Kenteq Let op dat de draad goed gestript is. Als ik mijn opleiding af heb gemaakt, kan ik dit ook alleen! Ik was 2e, maar leer steeds weer bij, dus volgend jaar ga ik winnen! In de zorg lieten vijf kandidaat-zorgtoppers in rollenspelen zien wat ze konden. Geef ik u eerst een injectie en kunnen we daarna de wond verzorgen. Is dat goed? Reanimeren kun je leren! 30 keer drukken op de borst en 2 keer beademen. Ik ga niet beademen, hoor! Als het nou een meisjespop was Anouk demonstreert de verpleegtechnische handeling bloed afnemen. Je moet altijd contact houden met de patiënt en hem op zijn gemak stellen. Nou meneer, we zullen uw cholesterol eens bepalen. Even prikken Kijk dames, na drie minuten wachten zien we dat het gehalte onder de 5 zit. Dat is dus prima! Calibris Ik kijk overal rond, maar bloed is niets voor mij. Ik ga voor de kinderopvang. Dat doet ze goed, nu maar hopen dat het niet te hoog is. In de ICT bouwden drie computerspecialisten samen met een directiesecretaresse/managementassistent in drie dagen een complete website. Het besturingssysteem kan beter, misschien weet Google raad? De dames houden de planning in de gaten en zorgen voor de onderlinge communicatie. Het organigram staat erop. Aan de routeplanner wordt gewerkt De jury komt langs om te checken of alles verloopt volgens plan. Jongens, staat die vacature al online? Ecabo Kun je alleen reageren op die vacature via e-mail? Ja, misschien is een contactformulier handiger! Voor ICT en Secretarieel mogen de leerlingen Mirjam de Heus, Tim Slot, Frans Breddels en Joost Bouwmeester door naar EuroSkills in Lissabon! 32 PRAKTIJK mei 2010 mei 2010 PRAKTIJK 33

creatieve industrie Directeur Carin Wormsbecher van Drukkerij Wedding: Laat werkgevers zich richten op wat wel kan Wat vraagt het van een leerbedrijf om een leerling met een lichamelijke handicap op de werkvloer te hebben? En wat levert het op? Die vragen vormden de aanleiding voor dit artikel. Hoofdpersoon Carin Wormsbecher kijkt verbaasd bij de eerste vraag. Wat maakt het nu uit of iemand gehandicapt is?, is haar wedervraag. Om vervolgens honderduit te praten over de tweede vraag. TEKST PAUL VOOGSGERD FOTO ROB ACKET Als het overal zou gaan, zoals het bij Drukkerij Wedding in Harderwijk gaat, zouden de gehandicapten en chronisch zieken in Nederland massaal aan het werk zijn. Zo begon een reportage in het NOS Achtuurjournaal van 28 maart 2007. De reportage werd gemaakt naar aanleiding van de Kroon op het Werkprijs die aan Drukkerij Wedding was toegekend. Deze prijs komt toe aan werkgevers die hart hebben voor hun medewerkers en een stevig gezondheidsmanagementbeleid voeren. OPBOUWEND Bij Drukkerij Wedding is dat aan de orde van de dag. Van de 23 medewerkers zijn er vijf met een handicap. Maar eigenlijk hebben we allemaal een beperking, zegt directeur Carin Wormsbecher. Ieder mens heeft toch wel wat? Een tijdje terug hebben we hier het enneagram gebruikt om van iedereen in kaart te brengen wat voor een persoonlijkheidstype hij of zij is. Het is een heel goede methode, ook omdat het je makkelijk maakt mensen op een opbouwende manier op hun beperkingen te wijzen. Ze geeft een voorbeeld uit de praktijk: Ik kon bijvoorbeeld tegen iemand zeggen: Jij bent gewoon hartstikke creatief. Maar daardoor niet altijd heel zorgvuldig. Misschien goed als je daarvoor voortaan iemand anders inschakelt. KIJK NAAR KWALITEITEN Wormsbecher is kritisch over de manier waarop vaak naar personeel wordt gekeken: Werkgevers zijn meestal gericht op wat hun medewerkers niet kunnen. Dat is zo jammer! Natuurlijk: iemand zonder armen kan niet werken aan een drukpers. Maar iemand met een klompvoet toch wel? Je moet kijken naar de kwaliteiten van mensen, niet naar hun beperkingen. Het voorbeeld is helder, maar er zijn toch handicaps die meer aanpassingen vragen in een bedrijf? Klopt, zegt Wormsbecher, Maar dat betekent niet per definitie dat het ook een last is voor het bedrijf. We hebben hier een tijd lang een telefoniste/receptioniste gehad die blind was. Het bedrijf is nooit zo opgeruimd geweest als in die periode. Want we moesten er wel voor zorgen dat zij goed uit de voeten kon. Prima toch? Hoezo is iemand gehandicapt? Ieder mens heeft toch wel wat? TOPJAAR De bevlogen directeur vertelt enthousiast, met een stralend gezicht. En toch geven en gaven de omstandigheden daar niet alle aanleiding toe. Acht jaar geleden kreeg ze de leiding over de drukkerij toen haar man overleed. Als je het wilt hebben over arbeidsgehandicapt, dan had je me toen moeten zien. De mensen hier hebben me echt door die periode gedragen. En nu maakt de economische crisis het haar buitengewoon zwaar. Zoals zo veel grafimediabedrijven staat ook Wedding onder druk. Financieel was 2009 het grootste rampjaar uit onze geschiedenis, zegt Wormsbecher. We hebben een aantal mensen moeten laten gaan. Maar als ik kijk naar de ontwikkeling van de andere mensen én van mijzelf dan was het een topjaar. Ik heb in één jaar meer geleerd dan in alle acht jaren daarvoor. We zijn een volledig platte organisatie geworden en alle neuzen staan dezelfde kant op. RESPECT Wormsbecher heeft gewerkt aan een team waarin iedereen zich verantwoordelijk voelt. Voor het werk en voor elkaar. Een team dat een afspiegeling vormt van de samenleving. Want dat werkt het best, weet ze. En dus werken er mannen en vrouwen, jongeren en ouderen, lichamelijk gezonde mensen en mensen met een handicap. Het enige waarmee je rekening moet houden als je een leerling of medewerker met een lichamelijke beperking in huis haalt, is de enorme papierwinkel die erbij komt. Maar verder kun je er als bedrijf alleen maar van profiteren. Ik zie de mensen hier van elkaar leren, rekening houden met elkaar maar ook elkaar aanspreken als er iets niet goed gaat. STAP ZETTEN De directeur vertelt over een jongen met een geestelijke beperking die uiteindelijk volledig is afgekeurd. Na een moeilijke periode is hij toch weer teruggekomen. Ik heb hem toen gezegd dat hij zelf een belangrijke stap moest zetten. Als jij begrip wilt van mensen, dan moet je ze zelf goed uitleggen wat er met jou aan de hand is. Dat heeft hij gedaan en dan zie je dat zelfs de grootste cynicus door de knieën gaat. Zo dwing je respect af. Of eigenlijk nog meer dan dat. En daarin schuilt het succes van het team van Drukkerij Wedding. Kunnen werken, maakt mensen gelukkig, weet Carin Wormsbecher. En gelukkig zijn is wat we allemaal willen, veel meer dan veel geld verdienen. Directeur Carin Wormsbecher van drukkerij Wedding kijkt naar de kwaliteiten van mensen, niet naar de beperkingen. Idaniël van Rij is nierpatiënt en heeft door zijn vele ziekenhuisopnames een achterstand opgelopen. Na een stage bij de drukkerij mocht hij blijven. Nu ondersteunt hij de boekhouding en springt in bij de productie. Een stagiair met een handicap? Drie tips van Carin Wormsbecher: 1 Stel de handicap niet centraal. Kijk naar de kwaliteiten, niet naar de beperkingen. 2 Laat de stagiair zelf aan de collega s vertellen over zijn handicap. Niemand kan dat beter en het dwingt respect af. 3 Pas alleen het noodzakelijke aan - bijvoorbeeld een stoel of een bureau - en laat de stagiair verder gewoon als ieder ander meedraaien. Het UWV WERKbedrijf lanceerde onlangs de landelijke werkgeverscampagne Wajong werkt, waarin ondernemers vertellen over hun ervaringen met jong gehandicapten. Kijk op www.wajongwerkt.nl 34 PRAKTIJK mei 2010 mei 2010 PRAKTIJK 35

installatietechniek Marcel Vree: Niet alleen mijn diploma s maar ook mijn vrijwilligerswerk telde mee. Ervaringscertificaat (EVC) brengt competenties medewerkers in beeld Waardering voor alles wat je kent en kunt Alles wat handen en voeten heeft, hebben we geschoold. Dat zegt Roy Tijhaar, mede-directeur van Kenteq-leerbedrijf Tijhaar in Vilsteren. Het is tekenend voor de opleidingscultuur bij het installatiebedrijf. Praktijk opleider Marcel Vree hoefde overigens niet terug naar school: hij doorliep via Kenteq een EVC-traject en bleek al ruimschoots op mbo-3-niveau te zitten. TEKST PAUL VOOGSGERD FOTO S DE BEELDREDAKTIE Dit verhaal over het opleiden van medewerkers en het in beeld brengen van hun competenties speelt zich af in het landelijk gelegen Vilsteren, onderdeel van de gemeente Ommen. Het dorp telt een kleine 400 inwoners en is niet direct een plek waar je een succesvol installatiebedrijf verwacht met 15 medewerkers, een fraaie eigen showroom, een technisch infocenter en een eigen 24-uurs storingsdienst. Een bedrijf bovendien met aandacht voor mens en omgeving. Er is volop aandacht voor duurzame energie en als erkend leerbedrijf investeert Tijhaar flink in de ontwikkeling van medewerkers en stagiairs. OP HOGER PLAN Installatiebedrijf Tijhaar heeft twee vestigingen. Eén in Zwolle en de hoofdvestiging in Vilsteren. Mijn opa begon hier in 1936 een eigen smederij, vertelt Roy Tijhaar. Later kwam mijn vader in de zaak en toen mijn opa overleed, zijn we verder gegaan als technisch installatiebedrijf. Een jaar of zes geleden ben ik in het bedrijf van mijn vader gekomen. Ik heb HBO Installatietechniek gedaan en ben bovendien technicus sterkstroominstallaties. Ik had dus de juiste papieren op zak om ook die techniek in het bedrijf te brengen. We hebben toen besloten echt iedereen naar school te sturen om het bedrijf naar een hoger plan te tillen. Want diploma s en certificaten zijn belangrijk in de techniek. PAPIEREN Eén van de medewerkers, Marcel Vree, is bijvoorbeeld praktijkopleider in de werktuigbouw, zeg maar het loodgieterswerk. Na diverse cursussen mag hij zich inmiddels ook bezighouden met elektrotechnische installaties. Het heeft alles te maken met veiligheid, weet Tijhaar. Onze loodgieters kunnen met hun diploma aantonen veilig met gas te kunnen werken. Voor elektra zijn weer andere papieren nodig. Ze mogen dus wel een complete werktuigkundige installatie aanleggen maar als daar ook een deel elektrawerk in moet komen, moeten ze er iemand anders bij halen. En dat was lastig voor het zich snel ontwikkelende bedrijf. We wilden totaalinstallateur worden, zegt Tijhaar. Dat is ook veel prettiger voor de aannemers met wie we veel werken. ERKENNING Roy Tijhaar was ervan overtuigd dat Marcel en ook zijn collega Bertus over veel meer competenties beschikten dan hun diploma s lieten zien. Ook op het gebied van elektra zouden ze goed werk kunnen leveren. Ze mochten het alleen niet doen zonder het juiste papiertje. EVC kon hier uitkomst bieden. EVC staat voor erkenning van verworven competenties, sinds kort ook wel Ervaringscertificaat genoemd. Hiermee wordt een formele erkenning gegeven aan kwaliteiten die niet door scholing, maar door praktijkervaring zijn opgedaan. In werk, opleidingen, vrijwilligerswerk, hobby s, noem maar op. Met een EVC-traject wordt in kaart gebracht waar medewerkers staan en waar in hun kennis en ervaring nog hiaten zitten. INVENTARISATIE Als praktijkopleider heb ik regelmatig contact met Kenteq, vertelt Marcel Vree. In een van die gesprekken kwam ook de mogelijkheid van EVC ter sprake. En dat was precies wat wij nodig hadden. Er werden afspraken gemaakt voor een eerste gesprek waarvoor een medewerker van Kenteq naar Vilsteren kwam. Het eerste gesprek was vooral inventariserend over wat ik al had geleerd en gedaan, herinnert Vree zich. Toen destijds werd besloten om iedereen te gaan scholen, had Roy van iedere medewerker al alle diploma s en certificaten in een map verzameld. Dat was handig want daarmee hadden we meteen alle bewijzen bij de hand. Voor het tweede gesprek kwam er een zogenaamde assessor van Kenteq naar het bedrijf. In dat gesprek gingen we veel dieper in op de verschillende competenties die ik de loop der jaren heb ontwikkeld. Dus telde niet alleen zijn diploma s maar bijvoorbeeld ook zijn vrijwilligerswerk als leider van een voetbalelftal. Want dat zegt weer iets over leidinggeven en het begeleiden van anderen. STIMULANS De resultaten waren als verwacht of eigenlijk nog iets beter. Roy Tijhaar: Ik vermoedde al wel dat Marcel en Bertus in aanmerking konden komen voor het Elektrodiploma op mbo 3-niveau maar uit het EVC-traject kwam een nog beter resultaat. Bertus zit op niveau 3-plus en Marcel zelfs op vier-min. Dat biedt perspectief, want met een beetje extra scholing zou Marcel dus in aanmerking kunnen komen voor een diploma op mbo 4-niveau. Maar hij weet nog niet of hij daarvoor kiest. Het hangt vooral af van de tijdsinvestering die het vraagt. Als dat veel is, vraag ik me wel af of het nuttig is als ik het toch niet in de praktijk gebruik. Hij zou dan namelijk opgeleid worden tot werkvoorbereider. Ik heb dat al een aantal jaren gedaan en daar ligt mijn hart niet. Maar het was ons daar ook niet om te doen. We wilden kijken of ik in aanmerking kon komen voor een diploma op mbo 3-niveau en dat zit er dus ruimschoots in. Dat is al hartstikke mooi! En niet alleen Marcel en zijn collega Bertus profiteren van het EVC-traject, merkt Roy Tijhaar. Marcel laat zien dat ook hij als praktijkopleider zich wil blijven ontwikkelen. Je ziet dat dat de jongens met wie hij werkt, ook weer stimuleert. Verzilver alle ervaring Kenteq is erkend EVC-aanbieder voor de techniek. Kenteq heeft alle informatie over EVC (ervaringscertificaat) en ook over het kortere en snellere EVP (ervaringsprofiel) gebundeld op www.evctechniek.nl. Voor wie is het bedoeld, hoe zit de procedure in elkaar, wat zijn de kosten? Ook de kenniscentra ECABO, Calibris en GOC bieden EVC-procedures. Drie pluspunten van EVC volgens Marcel Vree en Roy Tijhaar: Je weet waar je kennis en ervaring liggen. Je krijgt de mogelijkheid dit te verzilveren. Kenteq maakt de procedure vooral door de persoonlijke benadering heel makkelijk en toegankelijk. 36 PRAKTIJK mei 2010 mei 2010 PRAKTIJK 37

Nieuws calibris Nieuwe beroepenfilm Calibris heeft een nieuwe beroepenfilm: verpleegkundige in de GGZ. Leerling Janine leidt de kijker rond in haar leerbedrijf. Ze vertelt over haar toekomstperspectief en wat ze leuk en lastig vindt aan haar werk. Ze laat zien hoe haar dag eruit ziet en gaat in op de combinatie school en werken. Bekijk de film op www.calibris.nl. U kunt de film ook bestellen via de site zodat u deze kunt gebruiken voor voorlichting. ZorgTopper 2010 Dit voorjaar waren tijdens het beroepenevenement Skills Masters weer de finales van de ZorgTopperwedstrijden. Leerling Sander Mantel (van ROC Zadkine) is de winnaar geworden, Renske Luntz (Horizon College) eindigde als tweede. Beiden lieten zien dat ze zowel de juiste vakkennis als beroepshouding hebben. Ze nemen als team deel aan de EuroSkillswedstrijden begin december in Lissabon. Meer weten: www.zorgtopper.nl of www.euroskills2010.pt MijnCalibris draait Alle 46.000 erkende leerbedrijven in de sectoren Zorg, Welzijn en Sport kunnen sinds kort inloggen op MijnCalibris, een speciale omgeving op www.calibris.nl. Hier kan informatie over stageplaatsen of leerbanen geplaatst worden, die MijnCalibris automatisch publiceert op www.stagemarkt.nl, de landelijke site waar leerlingen stages en leerbanen zoeken. Ook kunnen zij hun bedrijfsgegevens beheren. De komende tijd groeit het aantal mogelijkheden op MijnCalibris snel, onder meer met informatie over de arbeidsmarkt. Erkenning digitaal aanvragen Organisaties in de zorg, welzijn en sport die een erkend leerbedrijf willen worden, kunnen sinds kort online een erkenning aanvragen via het digitale loket MijnCalibris. Bedrijven en instellingen kunnen zich zo snel en op ieder gewenst moment aanmelden. Ga naar www.calibris.nl/bedrijven voor meer informatie. ecabo Werkboek AKA Het werkboek AKA Praktijk is vernieuwd. Het is bovendien niet alleen te downloaden, maar ook online door te bladeren. Heeft u een AKA-stagiair in de administratie? In het werkboek AKA Praktijk vindt u allerlei opdrachten die u binnen uw organisatie kunt laten uitvoeren. Download of bekijk het AKA-werkboek via www.ecabo.nl/aka Jongerencultuur en diversiteit ECABO heeft een nieuwe workshop ontwikkeld voor praktijkopleiders: Jongerencultuur en diversiteit. U maakt kennis met de hedendaagse jongerencultuur en krijgt inzicht in manieren om de communicatie met deze diverse groep goed te laten verlopen. De workshop kent open inschrijving én kan incompany worden verzorgd. Meer informatie: www.ecabo.nl/bedrijven Weet wat uw stagiair kan Voor welke taken wordt een mbostagiair Juridisch secretaresse opgeleid? En wat voor werk kan iemand met de mbo-opleiding Netwerkbeheerder? De antwoorden op dit soort vragen staan in de serie leeswijzers voor het bedrijfsleven van ECABO. Ze geven snel inzicht in de opleidingen en uitstromen. Alle kerntaken en werkprocessen van de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen staan beschreven. Praktijkopleiders kunnen de leeswijzers gebruiken bij het kiezen van taken die aansluiten bij de opleiding van de stagiair. Voor hrm-adviseurs zijn de leeswijzers handig omdat ze inzicht geven in wat iemand met een bepaald mbo-diploma kan. Bekijk en download ze via www.ecabo.nl/leeswijzers Studieroute voor vmbo-mbo-hbo ECABO heeft de Studieroute gelanceerd. Op www.ecabo.nl/ studieroute kunnen leerlingen eenvoudig zien welke mbo-opleiding ze moeten volgen voor een bepaald beroep. Ze zien de gewenste vmbo-opleiding en informatie over de mbo-opleiding. Leerlingen die in het laatste jaar van hun mboopleiding zitten, kunnen uitvinden wat daarna mogelijk is aan bijvoorbeeld hbo- of Associate degreeopleidingen. Ook geeft de Studieroute inzicht in de regionale en sectorale arbeidsmarktkansen en zijn er beroepenfilmpjes te zien. goc Wat wil de praktijk opleider? Om daar nog beter achter te komen heeft GOC uitgebreid onderzoek gedaan naar de wensen en behoeften van praktijkopleiders in de creatieve industrie. De resultaten zijn duidelijk en bemoedigend. Een goede aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven is een belangrijke wens. Ook willen praktijkopleiders meer onderling contact om informatie uit te wisselen en kennis te delen. Dat kan via netwerksites maar ook via de regionale bijeenkomsten van GOC. GOC gebruikt de uitkomsten om producten en diensten nog beter af te stemmen op de kennisbehoefte. Regiobijeenkomsten Inspirerend, creatief, motiverend! Aldus de reacties op een recente praktijkopleidersbijeenkomst van GOC in Hoofddorp. Belangrijkste doel: praktijkopleiders in de creatieve industrie ondersteunen bij hun persoonlijke ontwikkeling. De bijeenkomst was de eerste uit een serie van zes. Het thema is FISH!, een uitdagende methode waarbij het draait om het creëren van passie in het werk. Er zijn nog bijeenkomsten in Veenhuizen (26 mei), Best (2 juni) en Soesterberg (16 juni). Kijk op www.goc.nl CreAwards 2010 Op dinsdag 20 april reikte GOC de prijzen uit voor het beste leerbedrijf en de beste praktijkopleider. Dit jaar gebeurde dat voor het eerst onder de nieuwe naam CreAwards. De prijzen geven erkenning voor de belangrijke bijdrage die leerbedrijven en praktijkopleiders leveren aan de toekomst van de branche. Uiteindelijk is Rahim Ali van TDS Printmaildata uitgeroepen tot beste Praktijkopleider en APSBB uit Heeswijk-Dinther tot beste Leerbedrijf. Een bijzondere vermelding kreeg Drukkerij Calff & Meischke. Kandidaten voor de eretitels kunnen worden voorgedragen door bedrijfsadviseurs van GOC en KVGO en stagebegeleiders van de scholen. Maar zij kunnen ook zichzelf kandideren. Volgend jaar is er weer een nieuwe ronde. KENTEQ Uw deskundigheid helpt Scholen en kenniscentra zijn graag op de hoogte van de ontwikkelingen in de technische beroepspraktijk. Om goed in te kunnen spelen op allerlei vraagstukken is Kenteq op zoek naar deskundigen op het gebied van werktuigbouw, elektrotechniek en installatie. Als deskundige van Kenteq beantwoordt u per e-mail vragen over uw vakgebied. Neem voor meer informatie contact op met angelique.franken@kenteq.nl Houd gegevens up-to-date Remco Verheij is managing director bij TNT Innight, specialist en marktleider in nachtdistributie Stagiairs zijn goede reality check TNT besteedt in programma s als Planet Me en Moving the World veel aandacht aan duurzaam ondernemen. Het onder onze hoede nemen van jongeren die aan het begin van hun loopbaan staan, hoort daar wat mij betreft ook bij. Door stagiairs in ons bedrijf te hebben, komen we in aanraking met de wereld om ons heen en blijven we met beide benen op de grond staan. Ieder mens handelt zaken op zijn eigen manier af. Het is goed te weten wat er in jonge mensen omgaat. Het beïnvloedt onze eigen medewerkers en we zien wat de werknemers van de toekomst belangrijk vinden. Een betere reality check kunnen we ons niet wensen! De ontwikkeling en de ontplooiing van mensen is via ons programma IIP (Investors in People) onderdeel van het beleid van elke businessunit van TNT, dus ook van ons. We willen onze toekomst veilig stellen door mensen die de arbeidsmarkt nog niet betreden hebben als stagiairs binnen te halen. Een stagiair Kenteq heeft onderzocht hoe met Stagemarkt.nl (de site vol stages en leerbanen) meer en betere matches tussen leerlingen en leerbedrijven in de techniek tot stand kunnen komen. Met als voornaamste doel het voorkomen van voortijdige uitval en jeugdwerkloosheid. Stagemarkt levert daaraan een grote bijdrage, mits de gegevens up-to-date blijven. Meld uw BPVplaatsen dus aan én af op: www.stagemarkt.nl Werken in de wereld online Wat betekent de verdergaande internationalisering van het bedrijfsleven voor de technische opleidingen en beroepen? Hiteq, de onderzoeksafdeling van Kenteq, is naar aanleiding van haar publicatie Werken in de Wereld een online forum gestart. Discussieer mee en creëer een toekomstbeeld van internationalisering en technisch vakmanschap. Kijk op www.werkenindewereld.org Verbeter uw praktijk met de BPV-scan Hoe doet uw bedrijf het op het gebied van opleiden in de praktijk? Met de BPV-scan kunt u snel en eenvoudig de kwaliteit bepalen én verbeteren. Bij ieder onderdeel van de BPV-scan hoort een verbeterkaart met vragen. Aan de hand van de antwoorden krijgt u inzicht in het proces en kunt u samen met uw opleidingsadviseur weer een stap verder komen. Kijk op www.kenteq.nl (onder diensten > BPV ). Column komt misschien terug voor een vakantiebaantje of een echte job! TNT Innight heeft zelfs een kwantitatieve doelstelling van tien stageplaatsen per jaar. Sommige afdelingen hebben altijd een stagiair in huis. Het opleidingsniveau verschilt natuurlijk per stageopdracht; van vmbo tot hbo. Het merendeel van onze stageplaatsen is op mbo-niveau. Opmerkelijk is dat er soms behoorlijk geschaafd moet worden aan vaardigheden als taal en rekenen. En dat zijn toch zaken waar in de maatschappij naar wordt gekeken. Een stagiair leert hoe een bedrijf in elkaar steekt en went aan de basiszaken van werken; bijvoorbeeld op tijd komen, overleggen, kritiek krijgen en geven. Er wordt volwassen gedrag gevraagd, wij behandelen onze stagiairs ook volwassen. Sta op eigen benen is het motto! Als het goed is, is er in de relatie tussen bedrijf en stagiair een breakeven point in de opbrengst en kosten. Het is niet de bedoeling mensen aan het werk te zetten zonder dat ze er iets van leren. We laten de stagiairs een dagdeel gericht aan hun opdrachten werken. Dit jaar gaan we werken aan het opleiden van onze stagebegeleiders. We willen de begeleiding nog verder professionaliseren. Zo neemt een stagebegeleider elke dag een krantenartikel door met twee van onze huidige stagiairs, meiden uit Iran en Afghanistan. Dat hoort niet bij de stageopdracht, maar zorgt wel voor een beter leesbegrip en taalgevoel. 38 PRAKTIJK mei 2010 mei 2010 PRAKTIJK 39