Van: Verzonden: Aan: Onderwerp: notítie2015m2... Knoester, dhr. ir. J. (Jan)

Vergelijkbare documenten
Natuurinrichting Holendrechter- en Bullewijkerpolder

Greppel plas dras op Texel. Resultaten van een driejarig experiment

Watergebiedsplan Dorssewaard Terugkoppel avond. 1 januari 2010

Watergebiedsplan Hem. Toelichting bij het peilbesluit, projectplan en leggerwijziging. Partiële herziening van het peilbesluit Drechterland (2005)

COPYRIGHT. l Habitat verbeterende maatregelen voor aquatische. 02 juli Regiohoofd Veenweiden, Zuid-Hollands Landschap

Weidevogelbeheer 2016

Formulier ten behoeve van het indienen van schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 37 van het Reglement van Orde Verenigde Vergadering Delfland

Vergelijking van het Nieuw Limburgs Peil met het Waterbeheerplan van waterschap Peel en Maasvallei

WEIDEVOGELS PLAS - DRAS.

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018

Vrachten uit de landbouw

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V.

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren Zuid-Holland) (d.d. 23 september 2007) Nummer 2107

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch

Resultaten onderzoek relatieve bronnen. B-ware en Royal Haskoning (proefsloten) HH Stichtse Rijnlanden en Aequator (polderanalyse)

Weidevogelbeheer 2016

Beheerpakketten Leefgebied Open Grasland

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Open grasland

Welkom bij de informatiebijeenkomst watergebiedsplan Westeramstel. 28 juni 2016 Zuider legmeerpolder en Uithoornse Polder

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve

Notitie Effecten maaivelddaling veenweidegebied op grondwatersysteem Fryslân Inleiding Werkwijze

RENHEIDE OP PEIL Doel pilot Beoogde effecten Maatregelen

Bijlage 1 Toelichting partiële herzieningen peilbesluiten Alblasserwaard en Tielerwaard

REACTIENOTA zienswijzen Peilbesluit De Onlanden

Toelichting op het ontwerp-peilbesluit voor het bemalingsgebied Zuiderdiep

17 Peilafwijking 17.1 Inleiding

Draaiboek Voorkomen schade Waalenburg

Peilbesluit Campen. 12 december 2016

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Kansrijke maatregelen

Report 1695.N.17. Mestbewerking en Waterkwaliteit. een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas.

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen

huidig praktijk peil (AGOR) [m NAP]

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Nat schraalland

Waterbeheer en landbouw

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2018 (2)

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken

Bijlage I: Raamplan Kern Pijnacker

Welkom bij de informatiebijeenkomst watergebiedsplan Westeramstel. 30 juni 2016 Noorder Legmeerpolder en Bovenkerkerpolder

Functie volgt peil. maaiveldverloop. Grutto s, jongvee, ruwvoer, veensafari. Grutto s, jongvee, ruwvoer, veensafari. Huiskavel en gebouwen

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2019

EFFECTEN PEILVERHOGING watergang langs het voormalige DEK terrein nabij Oostersingel en Vlietsingel te MEDEMBLIK

De heer D. Verweij. Ambtshalve intrekkingsbesluit. Onderbemalingsvergunning met kenmerk juni 2015 W

Beste Randy, Bedankt voor de medewerking. Met vriendelijke groet, Danny Eijsackers.

Verbeterd DroogmakerijSysteem PARK21

Welkom bij de inloopavond van Ruygeborg II

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.

Waterkwaliteit polders: hoogfrequent meten is veel meer weten

analyse GGOR Voor verdere informatie (zoals ligging verschillende natuurdoeltypen) wordt verwezen naar de beschrijving en kaarten van het AGOR.

TOPSURFLAND. 1. Waterschappen

Nut en noodzaak fosfaatonderzoek natuurinrichting WaalenBurg

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII

Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water. Nora Koppert en Henk Kolkman Jasper Jansen Datum: 23 december 2016

Werk uitvoeren voor natuur in Lingegebied & Diefdijk-Zuid

Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d. 26 januari jl. en 23 februari jl.

Wat kunnen we leren van de droogte van 1976 in relatie tot gevolgen van klimaatverandering? Casus Loenderveense plas

Beschikbaarheid! Regenwormen in grasland en hun beschikbaarheid voor weidevogels. Jeroen Onrust Theunis Piersma Han Olff Eddy Wymenga

Watergebiedsplan Greenport regio Boskoop Wateroverlast en zoetwatervoorziening Informatiebijeenkomst 30 september 2013

Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland

CONCEPTVERSLAG INFORMATIEAVOND CONCEPT-PEILBESLUIT ABTSWOUDE 12 OKTOBER Opmerkingen en vragen Noord-Kethelpolder

Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen

From: Schoutsen, B Sent: donderdag 4 oktober :08:37 To:

Memo. Algemeen. drs. D.H. Edelman. Datum 5 maart 2012 Onderwerp Ontwatering Wienercomplex. Van

Toelichting GGOR Schieveen

Richtlijn versus maatwerkberekening

Toepassing van onderwaterdrains in stad en land: mogelijkheden en kansen

In deze notitie wordt de bepaling van de waterbergingsopgave toegelicht en wordt aangegeven hoe deze ingevuld kan worden.

Algemene regels hoogwatervoorzieningen Polder Gansenhoef (BBV )

Bijdorp. 15 maart Watersysteem Bijdorp. Geachte mevrouw, heer,

Verslag. 1 Opening. 2 Inleiding

Peilbesluit Arkemheen. Inspraaknota

Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen

Memo. 1 Inleiding. 2 Eindprotocol

gelet op artikel 3.16 Keur AGV 2011 en het bepaalde in beleidsregel 16 Beleidsregels Keurvergunningen AGV 2011,

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening.

Watergebiedsplan Groot Wilnis-Vinkeveen e.o.

Toetsing peilafwijkingen IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard. (behorend bij ontwerp peilbesluit IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard)

zes locaties in Abcoude, Baambrugge, Mijdrecht, Waverveen en Wilnis

Beschrijvingen en beheervoorschriften van de beheerpakketten die in Westergo toegepast worden

Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden. Juni 2011

Achtergrondartikel grondwatermeetnetten

Vernatten en akkerbouw? Olga Clevering (Praktijkonderzoek Plant en Omgeving) Bram de Vos en Francisca Sival (Alterra)

Voorstel waterhuishoudkundige afstemming Hanenplas - agrarische omgeving

Algemene regels hoogwatervoorzieningen Hoeker- Garstenpolder

Het college van hoofdingelanden van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier;

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Hatertse en Overasseltse Vennen

Actueel Waterbericht Week 3 Jaar 2015

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Aalsmeer. Kaag en Braassem. Ligging polder en indeling peilgebieden. Nieuwkoop. Peilbesluit Wassenaarschepolder. Legenda OR

Drasland. Groot Wilnis-Vinkeveen

Bijlage 1: Kaart locatie inrichtingsmaatregelen buiten het natuurgebied

STABILITEIT VAN VEENKADEN: DE STAND VAN ZAKEN

Resultaten heroverweging KRW maatregelen De Eendragt. 1. Aanleiding

Waterparagraaf Heistraat Zoom

Beverdam in de Scheide

Bijlage 2: Factsheets per peilgebied

Landbouwkundig belang van een goede waterhuishouding Everhard van Essen Jan van Berkum

Transcriptie:

Knoester, dhr. ir. J. (Jan) 16.018679 u Van: Verzonden: Aan: Onderwerp: Knoester, dhr. ir. J. (Jan) dinsdag 17 november 2015 15:22 Schulz, Haike; Specken, Bart; Ouboter, Maarten; Gans, Koen de; Makkenze, Jaco; Ros, Gerard; Ridder, dhr. R.P. (Robbert) de; Kolkman, dhr. ing. H.G. (Henk); 'mark@natuurbeleven.nľ Holendrechter polder verslag bespreking van gister Beste mensen, Hierbij een gespreksverslag van gister, verwerkt in de notitie. Hiermee gaan we de vergunning voor peilopzet notítie2015m2... aanvragen. Nogmaals bedankt voor de positieve manier van meedenken. Groet Jan Knoester 1

Fosfaat en Inrichtingsmaatregelen Holendrechterpolder Verslag overleg AGV en PNH dd 16 november 2015: AGV: Haike Schulz, Saskia Vendrig, Koen de Gans, Maarten Ouboter, Bart Specken Deskundige weidevogelbeheer: Mark Kuiper PNH Henk Kolkman, Jan Knoester De notitie is besproken. In rood de opmerkingen en afspraken. Deze zullen in het inrichtingsplan worden opgenomen. Afgesproken is verder dat PNH nu een vergunning voor alleen een peilopzet aanvraagt. AGV beziet daarbij welke voorschriften in de vergunning kunnen worden opgenomen. Inleiding» In het kader van het Natuurnetwerk Nederland en compenserende maatregelen voor de verbreding van de A6/A9, zijn agrarische gronden aangekocht in de Holendrechterpolder «Voor die gronden is vanaf het voorjaar met betrokken partijen gewerkt aan een Voorontwerp Natuur Holendrechterpolder» Deze notitie vormt een aanvulling op dit Voorontwerp en evalueert deels kwalitatief, deels kwantitatief de effecten op de fosfaatbelasting van het oppervlaktewater in het plangebied.» In beschouwing worden genomen achtereenvolgens deelgebied 1 en deelgebied 7/8 «Voor de ligging van de deelgebieden, het vigerende watersysteem en ontwerpcriteria, zie het Voorontwerp Deelgebied 1 (landje van Geijsel) Achtergronden fosfaatbelasting Dit deelgebied vervult al jaren een belangrijke functie als foerageergebied voor weidevogels (met name Grutto's ) en eenden, te midden van de broedgebieden in en buiten de Holendrechterpolder. In de maanden januari tot en met juni wordt het waterpeil tot NAP -4.30m(ongeveer het maaiveld) opgezet. Gedurende de rest van het jaar wordt het perceel agrarisch gebruikt en wordt er ruige mest uitgereden en onder bemalen tot 4.80 min NAP. In dit deelgebied heeft Waternet recentelijk de fosfaatgehalten in het oppervlaktewater gemeten. Daarbij zijn zeer hoge gehalten aangetroffen. Bij het opstellen van het voorontwerp zijn de mogelijke oorzaken, voor zover ze te maken hebben met het watersysteem van het deelgebied zelf, onder de loep genomen. Er kunnen vier mogelijk bronnen van fosfaat worden aangewezen: Bronnen van fosfaat 1. Uitwerpselen van vogelpopulatie in het voorjaar. Vier maanden in het voorjaar (half februari tot half juni) wordt het waterpeil opgezet en foerageren veel broeden trekvogels. Berekeningen tonen aan dat de verrijking met fosfaat door de mest van de vogels niet geheel kan worden verwaarloosd, maar gering is in vergelijking met de situatie dat de percelen in dezelfde tijd agrarisch zouden worden gebruikt. Zie ook de analyse van Robbert de Ridder aan het eind van deze notitie. 2. Bemesting Het landje van Geijsel wordt in de tweede helft van het jaar agrarisch geëxploiteerd. Om de grasgroei in juli op gang te brengen, wordt het perceel onder bemalen en wordt er bemest. Dit met het oog op de "nevendoelstelling" om de percelen ook nog in economische zin rendabel te maken. Deze bemesting (10 ton ha/jaar) vormt een bron van fosfaat. 1

3. De peilopzet in het eerste halfjaar In de eerste helft van het jaar, wordt het peil in dit deelgebied opgezet en constant op het niveau van het maaiveld gehouden. Dit om voor de foeragerende vogels optimale a biotische omstandigheden te creëren. Het gevolge is wel dat fosfaat in de bouwvoor mobiliseert en vooreen deel in het oppervlaktewater terecht komt. 4. Verlande watergangen De interne, niet primaire, watergangen zijn zeer ondiep en zijn voor het grootste deel gevuld met bagger, door het achterwege laten van baggeren en de afspoeling van uitwerpselen van de hier in het voorjaar vertoevende vogels. Het gevolg hiervan is, dat ook hier opgeslagen fosfaat mobiliseert en in het oppervlaktewater terecht komt. Vanwege de geringe waterdiepte neemt de concentratie in het water snel toe. Mutaties in de fosfaatbelasting Het relatieve aandeel van de verschillende fosfaatbronnen, is zonder uitgebreid wetenschappelijk onderzoek niet of nauwelijks en zeker niet op korte termijn te achterhalen, maar voor een groot deel afkomstig van de agrarische activiteiten in combinatie met de wijze waarop er met water wordt omgegaan. Om desondanks met de inrichting en beheer bij te dragen aan een verbetering van de waterkwaliteit, zijn in het Voorontwerp de volgende maatregelen opgenomen: İ. Beëindigen jaarlijkse bemesting De agrarische activiteiten in de tweede helft van het jaar worden verder geëxtensiveerd, waarbij de jaarlijkse bemesting geheel achterwege wordt gelaten. Gemiddeld scheelt dit 10 ton ruige mest (met het nodige fosfaat) per hectare per jaar, die er minder in het deelgebied wordt gebracht. Dit zal in het inrichtingsplan worden opgenomen, AGV neemt eventueel een passage hierover op in de vergunning. 2. Aanpassingen in peilbeheer in de maanden van peilopzet Er wordt afgestapt van het regime om van half februari tot en met half juni het peil constant op het niveau van 4.30 te houden.» De peilopzet zal geleidelijk plaatsvinden door niet meer water in te pompen. Door het neerslagoverschot kan het deelgebied dan "vol" regenen.» Eventuele aanvulling zal pas plaats vinden als het peil tot 4.40 is uitgezakt.» Na half juni wordt er niet afgemalen, maar zal het peil vanzelf door het neerslagtekort uitzakken. Vol regenen zal niet snel lukken, eventueel wordt er water uit de boezem ingelaten. Periode wordt gewijzigd, gaat om de periode van half februari tot half mei. Deze periode is met name van belang voor de Grutto. Tot half juni zijn het met name de steltlopers die van het gebied profiteren. Deze laatste worden van minder belang geacht. Vanaf half mei mag het peil dus langzaam zakken (indrogen), mede om snelle opwarming van het ondiepe water te voorkomen. In een droge zomer mag het oppervlaktewater nog wat uitzakken beneden het polderpeil. Hiermee wordt voorkomen dat te snel water wordt ingelaten en kan berging worden gecreëerd voor wat nattere perioden (minder uitmalen). Het gevolg van deze maatrelen dat de hoeveelheid water die uit het deelgebied naar de rest van de polder wordt uitgemalen zeer sterk wordt gereduceerd. Ook staat de bouwvoor veel minder lang onder water, waardoor erop zich zelf al iets minder fosfaat wordt gemobiliseerd. 3. Loslaten van de onderbemaling in de tweede helft van het jaar 2

Door de eerderal genoemde extensivering van agrarische activiteiten is het ook niet meer nodig na juni onder te bemalen. Er kan dan met een minder grote drooglegging worden volstaan. Het gevolg is ook hier dat er veel minder water uit het deelgebied hoeft te worden gemalen en er veel minder fosfaat in de rest van de polder terecht komt. De huidige pompten behoeve van de onderbemaling wordt als het even kan gehandhaafd, om toch iets te kunnen onder bemalen als de percelen te nat blijven. Dat moet dan wel met AGV worden overlegd. In de vergunningaanvraag wordt ook aangegeven hoe onder normale omstandigheden eventueel overtollig water uit dit gebied moet worden afgevoerd. Stuw lijkt voorkeur te hebben. 4. Verwijderen bagger uit verlande sloten Een belangrijk deel van het in het oppervlaktewater aanwezige fosfaat is afkomstig uit de opgehoopte bagger in de verlande sloten. Met het verwijderen van de bagger uit deze sloten wordt een groot deel van deze fosfaatbron weggenomen. Een deel van de verlande sloten is mogelijk nog te baggeren. In de vergunningaanvraag zullen we bezien welke watergangen er precies voor in aanmerking komen. De randsloot wordt in ieder geval gebaggerd. Conclusie: Met de voorgestelde mutaties in inrichting en beheer wordt de fosfaatbelasting door het landje van Geijsel op het systeem van de Holendrechterpolder in aanzienlijke mate terug gedrongen. Wordt onderschreven. Wel beraadt AGV zich op monitoring, die aan vergunningverlening kan worden gekoppeld. Voorkeur is dat AGV dat dan in eigen programma opneemt. Als vergunninghouder bijdrage moet leveren, dan heeft afkoop de voorkeur. 3

Deelgebied 7 en 8 Achtergronden fosfaatbelasting De gronden in deze deelgebieden worden tot op de dag van vandaag agrarisch gebruikt. Melkveehouders gebruiken het land zonder beperkende voorwaarden voor voederwinning en als weidegrond. Er wordt ruwweg 40 ton ruige mest per hectare per jaar (of het equivalent hiervan aan drijfmest) uitgereden en het polderpeil bedraagt er het jaar rond NAP - 4.57m. De drooglegging bedraagt dan afhankelijk van het perceel tussen de 40 en 70 cm. In het voorontwerp krijgen de gronden een beheer gericht op weidevogels en in het bijzonder als broedgebied. Er zullen het jaar rond beperkende bepalingen ten aan zien van het agrarisch gebruik worden ingesteld. Om in het voorjaar een voor weidevogels geschikt biotoop te creëren, wordt verder het waterpeil van februari tot en met juni 30 cm opgezet, tot gemiddeld 20 cm onder het maaiveld. Bronnen van fosfaat De veranderende functie en de daarbij horende inrichting en beheer, heeft ook hier zijn effect op de hoeveelheid fosfaat die het systeem produceert en daarmee op de belasting van het oppervlaktewater met fosfaat. 1. In de huidige situatie wordt het oppervlaktewater door agrarisch gebruik met fosfaat belast, door de weidegang en door het opbrengen van drijfmest. De jaarlijkse hoeveelheid uitgereden drijfmest is equivalent met het jaarlijks uitrijden van 40 ton ruige mest per hectare. Mutaties in de fosfaatbelasting a. Reductie bemesting Eén van de beperkende voorwaarden die verbonden is aan het weidevogelbeheer is een beperking van de bemestingtot maximaal 20 ton per hectare per drie jaar. Gemiddeld is dat 7ton perhectare perjaar. Dit moet worden afgezet tegen de op dit moment nog gebruikelijke agrarische bemesting van 40 ton per hectare per jaar (of het equivalent daarvan in drijfmest)! Deze maximale mestgift is automatisch aan de beheersubsidie gekoppeld. In inrichtingsplan opnemen dat niet de lage perceelsdelen (verbrede greppels) worden bemest. AGV kan dat dan eventueel in de vergunning opnemen. b. Opzetten voorjaarspeil Door het opzetten van het waterpeil in het voorjaar stijgt ook het grondwater in de percelen en krijgt het in de bouwvoor aanwezige fosfaat gelegenheid te mobiliseren en daarmee via de natuurlijke ontwatering in het oppervlaktewater terecht te komen. De stijging van het grondwater in een groot deel van het perceel is echter beperkt. Ook in de huidige situatie is op deze veengronden in perioden met een neerslagoverschot sprake van een grondwaterstanden op of nabij het maaiveld (grote opbolling), met fosfaatmobilisatie tot gevolg. Doel van de peilverhoging is het grondwater wat langer vast te houden. De afspoeling naar de sloot zal naar verwachting niet veel grotere zijn dan in de huidige situatie. Er is een duidelijk verschil in hoogteligging binnen het gebied. Afgesproken wordt in de laagste delen geen greppels te verbreden, maar deze maatregel alleen in de hogere percelen toe te passen. Op de inrichtingskaart worden deze maatregelen opgenomen. De opzet van het voorjaarspeil wordt afgesproken op NAP -4.32m. Daarmee is de drooglegging gemiddeld 20 cm. 4

Conclusie: Met de voorgestelde mutaties in inrichting en beheer wordt de fosfaatbelasting op het systeem van de Holendrechterpolder door de deelgebieden 7 en 8 in aanzienlijke mate terug gedrongen. De mobilisatie van P als gevolg van de hogere oppervlaktewaterpeilen is waarschijnlijk beperkt. 5

Bijlage: Grove inschatting P-input door mest van vogels in het landje van Geijsel R. de Ridder, provincie Noord-Holland 1-10-2015 Uitgegaan is van een peilopzet van 3 maanden (90 dagen) en een inschatting van 7000-10.000 vogels van gemiddelde grootte (kievit - grutto- eenden - meeuwenjdie daar verblijven. Op basis van onderstaande artikelen is een inschatting gemaakt van de dagelijkse input van vogels. Voor plantenetende vogels (eenden) lijkt een dagelijkse input van 0,10 g P/dag redelijk, voor vleesetende vogels ca 0,2 g P ļ dag. De rekensom is gebaseerd op 8.500 vogels per dag, gedurende 90 dagen, met een gemiddelde input van 0,15 g P/dag. Dit komt op ongeveer 115 kg P voor het hele landje van Geijsel (7,58 ha). Dit is per ha een input van ca. 15 kg P. Huidige normen agrarische graslandbemesting zijn 80-100 kg P205. 15 kg P komt overeen met (P=31, 0=16) ca 70 kg P205, dus iets onder de huidige normen voor agrarische graslandbemesting. Dit is waarschijnlijk een sterke overschatting van de daadwerkelijke input, aangezien een deel van de voedingsstoffen (wormen) als dieet in het landje van Geijsel worden gegeten en vastgelegd in lichaamsgewicht (opvetten). Beperkt wordt echter ook buiten het landje gefourageerd, zodat er ook input van nutriënten is. Hiervan kan een inschatting worden gemaakt, maar daarvoor moeten onderstaande artikelen geheel worden doorgenomen. Er is een rekenmodel gemaakt op basis van deze artikelen ("water birds"), maar echter niet meer beschikbaar. Ook moet rekening worden gehouden dat deze input in de tijd geconcentreerd, in slechts een kwart van het jaar optreedt. Voorlopige conclusie De input vanuit de vogels in het landje van Geijsel is minder tot veel minder dan de huidige normen voor agrarische graslandbemesting. Dit kan op zichzelf dus geen sterk eutrofiërende factor zijn. Wel kan het gezien de korte periode waarin het optreedt en mogelijke uitspoeling naar het oppervlaktewater aanleiding zijn tot periodiek hogere concentraties P in het oppervlaktewater. Plantenetende vogels: Hahn, Bauer S Klaassen (2008) Quantification ofallochthonous nutrient input into freshwater bodies by herbivorous waterbirds. Freshwater Biology 53,181-193. Vleesetende vogels: Hahn, Bauer S Klaassen (2007) Estimating the contribution of carnivorous water birds to nutrient loading in freshwater habitats. Freshwater Biology 52 (12), 2421-2433. 6