Meerjarenbestuursformatieplan

Vergelijkbare documenten
Meerjarenbestuursformatieplan

Meerjarenbestuursformatieplan

Meerjarenbestuursformatieplan

Meerjarenbestuursformatieplan

Meerjarenbestuursformatieplan

Bestuursformatieplan VCO Midden- en Midden- en Oost-Groningen BESTUURSFORMATIEPLAN. VCO Midden- en Midden- en Oost- Groningen

Meerjarig Bestuursformatieplan

Bestuursformatieplan VCO Oost-Groningen BESTUURSFORMATIEPLAN. VCO Oost-Groningen

Meerjarig Bestuursformatieplan

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK BASIS-, SPECIAAL- EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

concept Bestuursformatieplan

RIS129017A_28-JUN-2005

SAMENVATTING / Beroepen (2) tegen rddf-plaatsingen; PO

Lumpsumbekostiging samenwerkingsverband WSNS

Herziening fre-tabel voor scholen voor primair onderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs met ingang van 1 augustus 2001

bestuursformatieplan met meerjarenraming tot en met

Toelichting bij de begroting 2015 Stopoz Hierbij biedt het bestuur van Stopoz u de toelichtingsbrief en de begroting 2015 aan.

Addendum gesprekscyclus

bestuursformatieplan met meerjarenraming tot en met

Bestuursformatieplan Stichting OOP

Bestuursformatieplan met meerjarenraming tot en met

1. Hoofdlijn Tripartiete overeenkomst personele gevolgen passend onderwijs

SOPOH. Bijgestelde. Begroting Voor ieder kind het beste bereiken, met passie, plezier en professionaliteit. Begroting 2015.

Regeling Werkgelegenheidsbeleid

lumpsumbekostiging basisschool

Bedrijfseconomisch ontslag in het primair onderwijs

Lumpsum in het basisonderwijs

Commissie als bedoeld in artikel 12.1 van de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor het primair onderwijs (CAO PO)

Toelichting Begroting Stichting Openbaar Onderwijs Land van Altena

Toelichting op bekostiging samenwerkingsverbanden passend onderwijs

Flankerend beleid. 1 augustus 2011 tot 1 augustus Vastgesteld d.d. 18 april 2011 door het bestuur van stichting Wolderwijs

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 6 tot en met 9.

Aan de bestuursleden van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid- Kennemerland

Besluit Regeling van de gevolgen. Samenvoeging Sterrenschool op één locatie

Notitie Toelichting op het mobiliteitsbeleid

OVEREENKOMST SAMENWERKINGSVERBAND WSNS NOORDOOST FRIESLAND

Meerjarenbegroting Stichting Openbaar Basisonderwijs Alblasserdam 2014 t/m 2017

FUNCTIEBOUWWERK EN TOELAGEBELEID SKPO EINDHOVEN e.o.

Schoolbudget voor Ontwikkeling en Ondersteuning: bestedingsvoorbeelden

Bekostiging (V)SO na invoering passend onderwijs

Toelichting op bekostiging (voortgezet) speciaal onderwijs ((v)so) na invoering van passend onderwijs

Commissie van Beroep PO

Bestuursformatieplan

pr sma Bestuursformatieplan Stichting Prisma Bestuursformatieplari Stichting Prisma

FUNCTIEBOUWWERK EN TOELAGEBELEID SKPO EINDHOVEN e.o.

Beloningsbeleid en Functiemix PCPO Capelle-Krimpen versie 1.1 1/6

Stichting voor Openbaar Primair Onderwijs Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel

Schoolbudget, meer vrijheid voor eigen

18 Begroting. Begroting

Toelichting op bekostiging samenwerkingsverbanden passend onderwijs primair onderwijs Januari 2014

Beëindiging betrekking combinatiefunctie primair onderwijs (po)

Onderdeel van mobilitieitsbeleid voor SKIPOS medewerkers procedures vrijwillige en gedwongen mobiliteit:

Regeling loonkostensubsidie ondersteunend personeel basisscholen

Toelichting op de veranderingen in de kengetallen van samenwerkingsverbanden primair onderwijs

Commissie van Beroep PO

Vragen en antwoorden tripartiet akkoord personele gevolgen

Bestuursformatieplan Stichting Marenland

STAATSCOURANT. Nr. 9088

Sociaal Statuut OPSO Pagina 1

Tripartiete overeenkomst personele gevolgen passend onderwijs

Incidentele Beloning. Vastgesteld op 12 oktober met het oog op het kind 1

BESTUURSFORMATIEPLAN

De verhouding tussen meerkosten en baten wordt op een aantal peildata berekend en ook in de structurele situatie (2020 en verder).

STAATSCOURANT. Nr

- 1 - Besluit: HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Wijziging van het Formatiebesluit WPO per 1 augustus 2000

Faciliteiten Weer Samen Naar School (WSNS) voor basisscholen in het schooljaar ; normatieve overgangsformatie met ingang van het

Workshop AVS-congres 15 maart Jos Siemerink en Carine Hulscher-Slot

Ontwerpbegroting 2011

Medezeggenschapsstatuut

C. Herziene Begroting Bestuursbureau/bovenschools Strategisch Beleidsplan Omvang en verloop van reserves 15

CSG DE WAARD BEGROTING 2017 STICHTING CHRISTELIJKE SCHOLENGROEP DE WAARD OUD-BEIJERLAND

- 1 - Besluit: Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Na respectieve raadplegingen zullen partijen uiterlijk 1 december 2008, dit onderhandelaarsakkoord omzetten in een definitief akkoord.

De effecten van de WWZ voor het bijzonder onderwijs

Raadsstuk. Onderwerp: Meerjarenbegroting 2014/ /2019 Stichting Dunamare Onderwijsgroep Reg.nummer: 2015/170311

Versiedatum : Status : Definitief. Meerjarenbegroting. en bestuursformatieplan

Hoofdstuk 1. Vaststelling bedragen en landelijk gewogen gemiddelde leeftijd

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. 2 mei 2003 PO/LGF/03/ mei 2003

STAATSCOURANT. Nr

Bestuursformatieplan en meerjarenformatieplanning. Openbaar Primair Onderwijs Noordenveld

Vervanging Directie De directeur is ziek. Welke vervangingsmogelijkheden biedt het Vervangingsfonds?

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Bij de beoordeling van het beroep zal worden uitgegaan van de volgende vaststaande feiten.

3.12 Notitie Vervangingspool

Mobiliteitscentrum/flexpool BDOF Wenkend perspectief

Overdracht bekostiging ontoereikend budget sbo- en so scholen en grensverkeer

Bekostiging (V)SO onder passend onderwijs. november 2013

Hoofdstuk 1. Vaststelling bedragen en landelijk gewogen gemiddelde leeftijd

SCHOLINGSBELEID PANTA RHEI

De feiten over stille bezuinigingen in het primair onderwijs

Mobiliteitsbeleid. Inhoud: 1. Inleiding: 2. Begripsomschrijving:

Uitvoeringsnotitie onvrijwillige overplaatsing

Managementstatuut (AB-DB model)

FAQ Subsidieregeling Jong en Oud

Nieuwsbrief januari t/m juni 2013

Financiële consequenties akkoorden: duidelijkheid voor bekostiging 2014/2015

Pilot nieuw vervangingsstelsel PO

ASSURANCERAPPORT VAN EEN SPECIFIEK ONDERZOEK

Transcriptie:

Stichting Acis openbaar primair onderwijs Hoeksche Waard Meerjarenbestuursformatieplan 2013-2017 Vastgesteld door het College van Bestuur d.d. 26 april 2013 na goedkeuring van de Raad van Toezicht d.d. 23 april 2013 en na instemming door de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad d.d. 16 april 2013 Biezenvijver 5 3297 GK Puttershoek Telefoon: 078-6295999 Fax: 078-6295998 E-mailadres: info@acishw.nl Website: www.acishw.nl

Inleiding pag. 03 1. Formatiesystematiek pag. 04 1.1 Uitgangspunten lumpsum vergoeding pag. 04 1.2 Achtergrondgegevens lumpsum vergoeding pag. 04 1.3 Toedeling van formatieve ruimte en budget pag. 04 1.4 De formatie van de basisschool pag. 04 1.5. Formatie voor de school voor speciaal basisonderwijs pag. 05 1.6. Formatiecategorieën pag. 05 1.6.1 De structurele formatie pag. 06 1.6.2 Projectformatie pag. 06 1.6.3 Het risico dragend deel van de formatie pag. 06 1.7 Opbouw lumpsumbekostiging personeel pag. 07 1.7.1 Budget WSNS pag. 07 1.7.2 Functies pag. 08 1.7.3 Formatieplanning pag 08 1.8 Het PAB-budget pag. 09 1.9 Leerlingengewicht pag. 09 2. Meerjarenformatie inkomsten pag. 10 2.1 Ontwikkeling leerlingenaantal pag. 10 2.2 Personeel pag. 11 2.3 Inkomsten 2012-2013 t/m schooljaar 2016-2017 pag. 12 2.4 Schooljaar 2013-2014 pag. 12 2.5 Schooljaren 2014-2015 t/m 2016-2017 pag. 13 2.6 Pensionering pag. 13 2.7 RDDF-plaatsing CAO PO en Participatiefonds pag. 13 2.8 Bepaling hoogte ontslagruimte pag. 14 2.9 Afvloeiing en rddf pag. 14 2.10 Categorie en omvang rddf-plaatsing schooljaar 2013-2014 pag. 15 2.11 Stappenplan rddf-plaatsingen pag. 16 2.12 Conclusies pag. 17 Begrippenlijst pag. 18 Instemming personeelsgeleding GMR/ vaststelling bestuur pag. 19 bestuursformatieplan 2013-2017 2

Inleiding Zorgvuldig personeelsbeleid in een meerjarenperspectief is voorwaarde voor goed werkgeverschap, een hoge kwaliteit van het onderwijs en een gezonde financiële basis voor Stichting Acis. In de CAO voor het Primair Onderwijs is de verplichting opgenomen inhoud te geven aan het meerjarenformatiebeleid. Genoemde CAO schrijft voor dat het meerjarenformatiebeleid jaarlijks wordt geactualiseerd door middel van een bestuursformatieplan. Het bestuursformatieplan heeft verschillende functies: A. Het specificeert op welke wijze de formatieve middelen op bestuursniveau worden verkregen. B. Het maakt alle betrokkenen duidelijk op welke wijze de formatie wordt ingezet. C. Het is de juridische basis voor het nemen van bepaalde besluiten met rechtspositionele gevolgen. D. In het plan wordt een meerjarenperspectief geschetst waardoor het mogelijk wordt om tijdig de noodzakelijke aanpassingen in de personeelsbezetting door te voeren. Het bestuursformatieplan dient voor 1 mei 2013 door het bestuur vastgesteld te worden, na instemming van de personeelsgeleding van de GMR. Wanneer het bestuur voornemens is personeel in het risicodragend deel van de formatie te plaatsen (rddf), wordt dit voornemen gemotiveerd en schriftelijk voor de zomervakantie aan de werknemer medegedeeld. Puttershoek, april 2013 Stichting Acis openbaar primair onderwijs, L.J. van Heeren voorzitter college van bestuur en G.H. Denneboom, lid college van bestuur bestuursformatieplan 2013-2017 3

Hoofdstuk 1: Formatie systematiek 1.1 Uitgangspunten lumpsumvergoeding Sinds 1 augustus 2006 is lumpsumfinanciering van kracht in het primair onderwijs. De schotten tussen personele en materiële uitgaven zijn verdwenen. Dat betekent grotere vrijheid, maar ook grotere risico s voor het bestuur. Formatiebeleid is essentieel. Een lastige opgave onder lumpsum is er voor te zorgen, dat de personele kosten passen binnen het vooraf vastgestelde budget. De verantwoordelijkheid voor de financiële huishouding op de scholen ligt bij het bestuur. 1.2 Achtergrondgegevens lumpsumvergoeding De kosten voor één en dezelfde functie kunnen onder het lumpsumregime sterk variëren. Een salarisschaal van een leerkracht bestaat uit 15 periodieken. De regel waarin iemand is ingeschaald bepaalt de salarislast. Het ministerie van OCW houdt hier rekening mee. Een school met veel ouder (en duurder) personeel ontvangt daardoor een hogere vergoeding voor de personele lasten dan een school met een jong team. De kosten van een medewerker worden niet alleen bepaald door het aantal dienstjaren.er zijn ook andere werkgeverslasten, zoals: - Salarisgarantie en toelagen - Extra periodieken herintreders - BAPO - Betaald ouderschapsverlof - Kosten woon/werkverkeer en verhuisregeling - Ambtsjubilea, gratificatie en uitkering na overlijden - Spaarverlof - UWV premies WGA en WIA (voorheen WAO) - Premie verplichte verzekering Vervangingsfonds / Participatiefonds - ABP pensioenpremie 1.2.1. Kostenverschil tussen functies Er is niet alleen verschil in kosten voor een en dezelfde functie. De kosten van de verschillende functies variëren ook. 1.3. Toedeling van formatieve ruimte en budget Onder lumpsum wordt het totaal aan middelen per school door het ministerie van OCW toegekend aan het bestuur. Het is aan het bestuur te zorgen voor verdeling van de middelen op basis van vastgestelde criteria. 1.4. De formatie van de basisschool De rijksvergoeding voor de formatie is gebaseerd op het aantal ingeschreven leerlingen op 1 oktober van het voorafgaande kalenderjaar. De formatie voor het schooljaar 2013-2014 is gebaseerd op de leerlingentelling van 1 oktober 2012. bestuursformatieplan 2013-2017 4

De formatie bestaat uit verschillende componenten: a. Groepsformatie - Inkomsten onderbouw (gebaseerd op het leerlingenaantal van 4 t/m 7 jaar) - Inkomsten bovenbouw (gebaseerd op het leerlingenaantal 8 jaar en ouder) b. Toeslagen De toeslagen kunnen worden onderverdeeld in: - toeslag voor kleine scholen (= compensatie voor scholen met minder dan 145 leerlingen) - toeslag voor de schoolleiding van kleine scholen - toeslag voor nevenvestiging (binnen onze stichting niet van toepassing) c. Formatie speciale doeleinden Naast de basisinkomsten per leerling kan de school ook inkomsten ontvangen voor het schoolgewicht (leerlingen uit achterstandssituaties). d. Groeiformatie Er ontstaat recht op aanvullende formatie als het leerlingenaantal op bestuursniveau met 13 is gegroeid ten opzichte van de voorgaande teldatum, verhoogd met drie procent. De extra inkomsten worden toegekend aan de school c.q. scholen waar de inzet van extra personeel noodzakelijk is in verband met sterke groei van het leerlingenaantal. e. Aanvullende formatie De school heeft recht op aanvullende formatie als sprake is van bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld als de school een rugzak-leerling heeft). Deze leerlingen brengen een budget mee naar hun school wanneer ze geïndiceerd zijn door de Commissie van Indicatiestelling (CvI). f. Zorgformatie De zorgformatie wordt berekend per leerling. De inzet van de zorgformatie valt onder de verantwoordelijkheid van het Samenwerkingsverband Hoeksche Waard (40.04). Een deel vloeit terug naar de individuele scholen. 1.5. Formatie van de school voor speciaal basisonderwijs De reguliere formatie van de SBO wordt bekostigd op basis van het werkelijke aantal leerlingen. Het bekostigingsniveau voor de zorgformatie van de SBO school is door het ministerie van OCW gesteld op 2% van het aantal leerlingen in het samenwerkingsverband. Wanneer meer dan 2% van de leerlingen uit het samenwerkingsverband de SBO-school bezoekt, ontstaat een overdrachtsverplichting door de basisscholen aan de speciale school voor basisonderwijs. Het samenwerkingsverband zorgt er zodoende voor, dat de bekostiging van de speciale school adequaat is. Wanneer het deelnamepercentage SBO in ons samenwerkingsverband beneden 2% ligt, wordt de personeelsformatie voor het SBO toch op tenminste 2% gehandhaafd, zodat de school in staat blijft potentiële leerlingen op te vangen. bestuursformatieplan 2013-2017 5

1.6. Formatiecategorieën De formatie wordt ingedeeld in drie categorieën: - structurele formatie - projectformatie - het risicodragend deel van de formatie (RDDF) 1.6.1 De structurele formatie De structurele formatie bestaat uit de medewerkers met een aanstelling voor onbepaalde tijd dan wel met een aanstelling voor bepaalde tijd met uitzicht op een vast dienstverband. 1.6.2. Projectformatie Binnen Acis zijn geen werknemers aangesteld in projectformatie. 1.6.3. Het risicodragend deel van de formatie De CAO-PO laat schoolbesturen de ruimte te kiezen voor werkgelegenheidsbeleid of ontslagbeleid (zie de vigerende CAO-PO). Binnen Stichting Acis wordt ontslagbeleid gevoerd. De CAO schrijft voor: De werkgever met meerdere scholen van dezelfde onderwijssoort hanteert per categorie personeel een integrale afvloeiingsregeling op bestuursniveau voor plaatsing in het rddf en ontslag om formatieve redenen van werknemers met een dienstverband voor onbepaalde tijd. Onderscheiden worden de categorieën onderwijzend personeel, onderwijsondersteunend personeel, directie en werknemers die zijn benoemd of aangesteld op projectformatie. Plaatsing in het rddf en ontslag om formatieve redenen gebeurt in de volgende volgorde: a. Zij die de laagste uitkomst bereiken op basis van het toepasselijke afvloeiingscriterium b Bij een gelijke uitkomst op basis van het toepasselijke afvloeiingscriterium gaan jongeren voor ouderen. Afvloeiing van personeel kan pas plaatsvinden nadat de betrokkenen gedurende één jaar voor zijn/haar functie in de rddf-categorie geplaatst is geweest en hiervan voor de zomervakantie van het voorafgaande jaar in kennis werd gesteld. Het bestuur is verplicht de betrokkene(n) andere passende vacante functies aan te bieden om ontslag te vermijden. Een rddf-plaatsing en het ontslagbesluit wegens verminderde werkzaamheden moet gebaseerd zijn op het bestuursformatieplan. Voor medewerkers die in het rddf zijn geplaatst bestaan verplichtingen: o Zij zijn verplicht ander door de werkgever opgedragen passende werkzaamheden te verrichten. o Zij zijn verplicht een passende betrekking bij een andere werkgever dan wel buiten het onderwijs te accepteren. o Zij kunnen door het bestuur worden verplicht om te solliciteren en zich bij het UWV Werkbedrijf in te schrijven als werkzoekende en worden verplicht zich om te scholen bestuursformatieplan 2013-2017 6

1.7 Opbouw lumpsumbekostiging personeel Onderbouw en bovenbouw bekostiging Met de invoering van de lumpsumbekostiging ontvangt het schoolbestuur een personeelsbudget dat is gebaseerd op een bedrag per leerling in de onderbouw (4 t/m 7 jaar) en een bedrag per leerling in de bovenbouw (8 t/m 12 jaar). De beschikbaar gestelde bedragen voor de leerlingen in de onderbouw zijn hoger t.o.v. de leerlingen in de bovenbouw. De bedragen zijn opgebouwd uit een vaste component en een variabele component. De vaste component is niet afhankelijk van de omstandigheden op de afzonderlijke scholen maar wordt landelijk bepaald. Bij de berekening van het budget wordt rekening gehouden met de gemiddelde leeftijd van de leraren op de school. Immers oudere leraren verdienen meer dan jongere leraren. Dit verschil komt tot uitdrukking in het variabele bedrag per leerling. Bij het berekenen van het variabele bedrag speelt de gewogen gemiddelde leeftijd (GGL) van de leraren aan elke school een beslissende rol. De peildatum voor het vaststellen van de gewogen gemiddelde leeftijd per school is evenals de leerlingentelling de teldatum van 1 oktober in het voorafgaande schooljaar (T-1 systematiek) Directietoeslag Naast bovengenoemde bedragen ontvangt elke basisschool een directietoeslag. De hoogte van dit bedrag is afhankelijk van het aantal leerlingen: scholen tot 98 leerlingen ontvangen afgerond 18.000 aan toeslag en scholen > 97 leerlingen: 33.000. Kleine scholentoeslag Scholen met minder dan 145 leerlingen ontvangen een zogenaamde kleine scholentoeslag. Schoolgewicht gelden Een aantal van onze scholen komt in aanmerking voor extra bekostiging door de aanwezigheid van gewichtsleerlingen. De wegingsfactor is gebaseerd op het opleidingsniveau van de ouders van de leerlingen. PAB gelden Elke school ontvangt gelden voor het personeel en arbeidsmarktbeleid. Prestatiebox en loonkostensubsidie ondersteunend personeel Naast de lumpsum bekostiging ontvangt Acis gelden in het kader van de prestatiebox en een loonkostensubsidie onderwijs ondersteunend personeel. De prestatiebox gelden zijn bedoeld voor activiteiten in het kader van: Opbrengstgericht werken Professionalisering van leraren en schoolleiders Cultuureducatie De loonkostensubsidie is bedoeld om structurele arbeidsplaatsen voor ondersteunend personeel (bijvoorbeeld conciërges) te creëren. 1.7.1. Budget WSNS Naast bovenstaande inkomsten, ontvangt elke school middelen van het samenwerkingsverband 40.04 en mogelijk een budget voor de opvang van rugzakleerlingen. bestuursformatieplan 2013-2017 7

1.7.2. Functies Op de scholen van Stichting Acis komen diverse functies voor. De meest voorkomende is groepsleerkracht. In 2011 is daar in het kader van het beleid functiemix de functie senior groepsleerkracht aan toegevoegd. De senior groepsleerkracht wordt bezoldigd in een hogere schaal maar heeft behalve een onderwijsgevende (tenminste 50%) ook een beleidvormende taak op de school. In onderstaande tabel volgt een overzicht met het aantal functies en fte in vaste dienst op de peildatum 1 mei 2013. Het overzicht in fte is inclusief de BAPO en ouderschapsverlof. De daadwerkelijk voor de Stichting Acis inzetbare fte ligt +/- 13 fte lager. Functie fte Directeur 20,5605 adjunct directeur 2,8641 Leraar formatie SBO 9,8460 Leraarformatie LB functiemix 19,6882 Leraarformatie LA 159,6957 Onderwijsassistent 2,9432 Administratief medewerker 1,5923 Conciërge 1,5990 Totaal 218,7890 Tabel 1: aantal fte per functie op 31 juli 2013 Functie fte Voorzitter College v Bestuur 0,6000 Lid College van Bestuur 1,0000 Beleidsmedewerker financiën & huisvesting 1,0000 Beleidsmedewerker onderwijs/coördinator SWV* 1,0000 Beleidsmedewerker personeel 0,8000 Ambulant begeleider* 0,6955 Managementondersteuning 0,7596 Totaal 5,8551 Tabel 2: aantal fte bestuurskantoor op 31 juli 2013(inclusief BAPO) *Worden bekostigd door het samenwerkingsverband 1.7.3. Formatieplanning De concrete formatieplanning ziet er als volgt uit: - Op basis van het aantal leerlingen op de teldatum worden de middelen van de scholen door het ministerie van OCW aan het bestuur toegekend - Het bestuur bepaalt welk deel bestemd wordt voor gemeenschappelijke voorzieningen en neemt dat op in de begroting. - Het bestuur stelt het formatiebudget per school vast en anticipeert daarbij op verwachte groei of daling van het aantal leerlingen. - De schooldirecteur stelt een sluitende begroting op waarin zowel de personele als de materiële baten en lasten zijn opgenomen. bestuursformatieplan 2013-2017 8

1.8. Het PAB-budget Elke school ontvangt op basis van het leerlingenaantal aanvullende personele middelen; het PAB-budget. Dit is bestemd voor: o professionalisering van het personeel o (integraal) personeelsbeleid (extra periodieken voor herintreders, betaald ouderschapsverlof, meerkosten bedrijfsgezondheidszorg, gratificaties, salarisgaranties) o kwaliteitsbeleid en innovatie o knelpunten arbeidsmarktontwikkeling o kosten vervangingen o werving en selectie o tussenschoolseopvang o schoolbegeleiding o arbo 1.9. Leerlingengewicht Voor leerlingen afkomstig uit achterstandscategorieën kent OCW een hogere vergoeding toe. Voor de meeste scholen van Acis levert dit slechts een zeer beperkte hoeveelheid extra inkomsten op. De Schelf heeft de afgelopen jaren extra formatiegelden ontvangen voor de opvang van AZC leerlingen. Door de sluiting van het AZC op 1 maart jl. zijn de AZC leerlingen vertrokken en ontvangt de Schelf hiervoor geen aanvullende formatie meer van het ministerie. Ook de subsidie van 60.000 van de gemeente Binnenmaas voor de opvang van de asielzoekerskinderen op De Schelf vervalt met ingang van 1 augustus 2013 door de sluiting. bestuursformatieplan 2013-2017 9

Hoofdstuk 2 Meerjarenformatie inkomsten 2013-2014 t/m 2016-2017 In dit onderdeel van het bestuursformatieplan wordt een vooruitblik gegeven op de meerjarenformatie inkomsten. De meerjaren formatieplanning is gebaseerd op het werkelijke leerlingenaantal op 1 oktober 2012 en de geprognosticeerde leerlingenaantallen van 1 oktober 2013, 2014, 2015 en 2016. De meerjarenformatie inkomsten geeft inzicht in de beschikbare middelen en de bestaande personele verplichtingen. Aan de hand van de uitkomsten kunnen de toekomstige formatieoverschotten of tekorten worden bepaald. 2.1 Ontwikkeling leerlingenaantal De leerling is voor het Ministerie van OCW de basis van de bekostiging. Het leerlingenaantal op de teldatum heeft dus direct gevolgen voor het aantal inzetbare formatieplaatsen op de scholen. Als gevolg van demografische ontwikkelingen is het aantal basisschoolkinderen in de Hoeksche Waard sinds 2007 sterk afgenomen. Vanaf 2011 kreeg ook Stichting Acis met krimp te maken. De krimp zet zich voort in de komende jaren en heeft consequenties voor de werkgelegenheid. In de onderstaande tabel de leerlingenontwikkeling van Acis als totaal en per school op de teldata 1 oktober 2011 t/m 1 oktober 2016 waarbij de aantallen van 2013 t/m 2016 prognoses zijn. De prognoses zijn aangeleverd door de directeuren. Naam school 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Schelf 298 265 245 245 230 230 Juliana 49 43 37 36 28 25 Pijler 295 268 240 220 210 200 Driespan 302 309 313 310 310 310 V. Bommel 50 53 56 54 50 50 Anker 83 76 72 70 61 58 Boomgaard 235 230 218 195 180 180 Vlashoek 99 104 89 90 90 90 Boemerang 47 46 45 40 40 37 Meerwaarde 288 271 258 243 228 213 Hooistoof 20 12 11 10 8 6 Tandem 200 209 205 200 190 192 Klinker 387 417 410 410 410 410 Zevensprong 230 222 210 200 185 172 Blieken 132 129 122 125 120 115 Dubbeldekker 222 206 190 175 142 130 Takkenbosse 203 207 200 195 190 192 Eendragt 73 67 64 64 60 60 Gouwaert 58 56 57 49 47 45 Kraaienest 82 73 72 70 70 70 O.d.Wieken 157 147 130 130 130 130 Viking 20 19 11 8 6 4 Pluspunt 81 89 96 101 101 101 Totaal 3611 3518 3351 3240 3086 3020 Tabel 3: ontwikkeling leerlingenaantal Stichting Acis op teldatum 1-10-2011 t/m 1-10-2016. bestuursformatieplan 2013-2017 10

Naast de daling van het totaal aantal leerlingen met als gevolg dat de scholen minder groepsformatie krijgen toebedeeld, is er ook nog een andere factor die van invloed is op de toekenning van de groepsformatie. Bij 1.7 wordt uitgelegd dat een onderbouwleerling meer groepsformatie oplevert dan een bovenbouwleerling. Binnen Acis was er in de afgelopen schooljaren sprake van een ommekeer in de verhouding onderbouwleerlingen en bovenbouw leerlingen. Het aantal bovenbouw leerlingen nam in verhouding tot de onderbouwleerlingen toe in de afgelopen zes jaar. Onderstaande tabel geeft de ontwikkeling weer in de afgelopen zes jaar tussen de onder- en bovenbouwleerlingen exclusief de leerlingen van sbo Het Pluspunt. In de het sbo wordt bij de bekostiging geen onderscheid gemaakt tussen onder- en bovenbouwleerlingen. Onderbouw Bovenbouw Totaal Schooljaar 2013-2014 1602 1827 3429 Schooljaar 2012-2013 1647 1883 3530 Schooljaar 2011-2012 1745 1867 3612 Schooljaar 2010-2011 1791 1817 3608 Schooljaar 2009-2010 1801 1750 3551 Schooljaar 2008-2009 1814 1692 3506 Tabel 4: Overzicht verdeling onder- en bovenbouwleerlingen in de afgelopen zes jaar. Op basis van informatie van de directeuren is de verwachting dat deze trend zich voortzet en dat heeft dan tot gevolg dat de scholen op basis van de aanwezigheid van steeds minder onderbouwleerlingen ook in de komende schooljaren minder groepsformatie toegekend krijgen. 2.2 Personeel Voor het kunnen bepalen van de toekomstige formatie is het noodzakelijk inzicht te hebben in de personele verplichtingen, zowel huidige en toekomstige verplichtingen. Door natuurlijk verloop, vrijwillige werktijdvermindering, opname van BAPO kan de omvang van de personele verplichtingen teruglopen. Om te komen tot juiste keuzes ten aanzien van de toekomstige noodzakelijke (in en) uitstroom van personeel wordt aandacht besteed aan het te verwachten verloop als gevolg van pensionering, werktijdvermindering en BAPO. Alvorens hier verder op in te gaan wordt er eerst een overzicht gegeven van de te verwachten formatieve inkomsten voor de komende jaren. 2.3 Inkomsten 2012-2013 t/m schooljaar 2016-2017 In tabel 3 zijn de actuele leerlingenprognoses opgenomen. Op basis van deze prognoses kan een overzicht worden gemaakt van de personele inkomsten voor de komende jaren. bestuursformatieplan 2013-2017 11

Inkomsten 2012-2013 2013-2014 2014-2015 2015-2016 2016-2017 Personele bekostiging regulier 12.175.168 11.795.029 11.189.145 10.805.135 10.255.180 Personeel en arbeidsmarktbeleid 1.593.047 1.550.223 1.467.061 1.414.998 1.341.303 Prestatiebox 340.063 332.243 320.000 300.000 280.000 bekostiging 60.000 0.00 0.00 0.00 0.00 onderwijsachtersta ndenbestrijding Loonkosten 43.000* 43.000* 43.000* 0.00 0.00 subsidie OOP Bijzondere 7.180 7.180 7.180 7.180 7.180 bekostiging visueel gehandicapte leerlingen Eerste opvang 18.550 0.00 0.00 0.00 0.00 asielzoekers WSNS gelden 245.500 217.500 146.500 146.500 146.500 WSNS gelden sbo 240.000 240.000 240.000 240.000 240.000 LGF 190.146 175.146 175.146 175.146 175.146 totaal 14.912.654 14.360.321 13.588.032 13.088.959 12.415.309 Vermindering bekostiging t.o.v. vorig schooljaar 552.333 772.289 499.073 673.650 cumulatief 552.333 1.324.622 1.823.695 2.497.345 *de inkomsten zijn tot 1-08-2015 gegarandeerd. Tabel 5: Overzicht inkomsten schooljaar 2012-2013 t/m schooljaar 2016-2017 Bovenstaande tabel geeft de personeel gerelateerde inkomsten weer. Op grond van de bovenstaande cijfers kan de conclusie worden getrokken dat de dalende tendens qua personele inkomsten zich in de komende schooljaren voortzet en dat bij ongewijzigd beleid dit leidt tot onoplosbare problemen. 2.4 Schooljaar 2013-2014 Er is in het schooljaar 2013-2014 sprake van een substantiële achteruitgang van 552.333 aan personele inkomsten in vergelijking tot het schooljaar 2012-2013. Voor een gezonde financiële huishouding van Acis is het noodzakelijk om fors te snijden in de uitgaven. Aangezien de personele uitgaven bijna 80 % van het totale budget van Acis bedragen, wordt gekozen voor het inkrimpen van de formatie om de uitgaven weer in evenwicht te brengen met de inkomsten. Een gedeelte van de krimp kan worden opgevangen door natuurlijk verloop met als belangrijkste indicatoren: pensionering en vrijwillige werktijdvermindering. In tabel 6 wordt een overzicht gegeven van het natuurlijk verloop met daaraan gekoppeld de besparing in het schooljaar 2013-2014. bestuursformatieplan 2013-2017 12

Pensionering in fte Werktijdvermindering in fte totaal fte Aantal fte 4,72 1.18 5,90 Besparing 246.000 59.250 305.250 Tabel 6: overzicht natuurlijk verloop in het schooljaar 2013-2014 ( peildatum april 2013) Op basis van het natuurlijk verloop wordt in het schooljaar 2013-2014 een besparing gerealiseerd van 305.250. De krimp door natuurlijk verloop is echter niet voldoende om het tekort volledig weg te werken. Als eerste maatregel in dit plan worden alle tijdelijke aanstellingen en tijdelijke uitbreidingen met ingang van 1 augustus 2013 niet verlengd en/of beëindigd. Beëindiging tijdelijke aanstellingen en uitbreidingen 1-08-2013 Aantal fte 5,2 Opbrengst in 274.250 Tabel 7: overzicht aantal beëindigingen tijdelijke aanstellingen in fte (peildatum april 2013) Op basis van de in tabel 6 en 7 genoemde bedragen wordt er in het schooljaar 2013-2014 een besparing gerealiseerd van 579.500. Dit bedrag is voldoende om het tekort in het schooljaar 2013-2014 te dekken. 2.5 Schooljaren 2014-2015 t/m 2016-2017 Op basis van de voorliggende cijfers zullen er vanaf het schooljaar 2014-2015 aanvullende maatregelen moeten worden getroffen om de uitgaven in de pas te laten lopen met de inkomsten. Het negatieve verschil in inkomsten tussen schooljaar 2013-2014 en schooljaar 2014-2015 bedraagt ruim 772.289 (zie tabel 5). Het natuurlijk verloop middels pensionering is bij lange na niet voldoende om het de inkomstendaling op te vangen (zie tabel 8). De belangrijkste maatregel is het verminderen van het aantal personeelsleden middels rddfplaatsing. 2.6 pensionering 2014-2015 2015-2016 2016-2017 Aantal fte 3,1 6,37 3,54 Opbrengst in 151.650 295.000 123.250 Tabel 8: vermindering personele inzet via natuurlijk verloop in de vorm van pensionering/aow gerechtigde leeftijd 2.7 Rddf-plaatsing, CAO PO en Participatiefonds Met ingang van 1 augustus 2013 zullen de tijdelijke dienstverbanden en tijdelijke uitbreidingen worden beëindigd. Dit betekent dat Acis vanaf het schooljaar 2013-2014 geen tijdelijk personeel meer in dienst heeft en er gekeken moeten worden naar personeelsreductie van vast personeel. Binnen Stichting Acis geldt dat de regeling ontslagbeleid van toepassing is, e.e.a. zoals omschreven in artikel 10.4 van de CAO-PO. Gevolg hiervan is dat (gedwongen) ontslag plaatsvindt aan de hand van plaatsing van functies van personeel in het risico dragend gedeelte van de formatie (rddf) eventueel gevolgd door ontslag een jaar later. Bij het uitvoeren van de procedure rddf-plaatsing wordt de regelgeving van de CAO PO en het Participatiefonds gevolgd. Dat naast de CAO PO ook de regelgeving van het bestuursformatieplan 2013-2017 13

Participatiefonds wordt gevolgd, heeft te maken met het volgende: werknemers die in het rddf worden geplaatst, kunnen na een jaar rddf worden ontslagen. De ontslagen werknemers kunnen dan een uitkering aanvragen bij het UWV. Schoolbesturen moeten deze uitkeringskosten zelf betalen, tenzij die worden vergoed door het Participatiefonds. Vergoeding van de uitkeringskosten door het Participatiefonds is mogelijk indien aan bepaalde eisen is voldaan. Indien Acis niet conform de regelgeving van het Participatiefonds heeft gehandeld, is de kans zeer groot dat de uitkeringen van de ontslagen werknemers ten laste worden gebracht van Acis. 2.8 Bepaling hoogte ontslagruimte m.i.v 1 augustus 2014 Het Participatiefonds vergoedt de uitkeringskosten bij formatieterugloop, voor zover de salariskosten van de ontslagen werknemers passen binnen de vermindering van bekostiging op die datum. Het Participatiefonds vergelijkt de totale formatieve baten direct voorafgaand aan het ontslag (31-07-2014) en de totale formatieve baten per datum van ontslag.(1-08-2014) Het verschil wordt ontslagruimte genoemd. De inkomsten voor het personeel en arbeidsmarktbeleid en de prestatiebox tellen niet voor 100 % mee maar voor 65 %. Het Participatiefonds hanteert als uitgangspunt dat 65 % van de prestatiebox- en PAB gelden worden ingezet voor personeel. 31-07-2014 1-08-2014 Personele bekostiging regulier 11.795.029 11.189.145 Personeel en arbeidsmarktbeleid 1.007.644 953.589 (65%) Prestatiebox (65 %) 215.957 208.000 bekostiging 0.00 0.00 onderwijsachterstandenbestrijding Loonkosten subsidie OOP 43.000 43.000 Bijzondere bekostiging visueel 7.180 7.180 gehandicapte leerlingen Eerste opvang asielzoekers 0.00 0.00 WSNS gelden 217.500 146.500 Wsns gelden sbo 240.000 240.000 LGF financiering 175.146 175.146 Totaal personele vergoeding 13.701.456 12.962.560 Daling personele vergoeding 738.896 Natuurlijk verloop t/m 31-07-2014 151.650 Ontslagruimte 587.246 mte met ingang van 1-08-2014 conform de eisen van het participatiefonds Tabel 9 Berekend e ontslagrui De berekende ontslagruimte bedraagt 587.246. Dit is substantieel minder dan de daling van de bekostiging die er in werkelijkheid per 1 augustus 2014 zal zijn, namelijk 772.28. (zie tabel 5) Dit laatste bedrag is voor het bestuur van Acis uitgangspunt voor de rddf-plaatsingen. bestuursformatieplan 2013-2017 14

2.9 Afvloeiing en rddf In paragraaf 1.6.3 werd al kort ingegaan op het door Acis gehanteerde ontslagbeleid. Het belangrijkste kenmerk is dat per categorie personeel een integrale afvloeiingslijst op bestuursniveau wordt gehanteerd voor plaatsing in het rddf en ontslag om formatieve redenen. Uitgangspunt voor de afvloeiingslijst is het aantal dienstjaren in het onderwijs. Daarbij geldt dat degene met de minste dienstjaren als eerste zal afvloeien. Dat wordt het LIFO (Last In First Out) principe genoemd. Er worden drie personeelscategorieën onderscheiden: directie onderwijsgevend personeel onderwijsondersteunend personeel Op grond van de volgorde op de afvloeiinglijst zal worden bepaald welke functies (en niet welke werknemers) in het rddf worden geplaatst. Dit zal zo spoedig mogelijk na de vaststelling van het bestuursformatieplan plaatsvinden. 2.10 categorie en omvang rddf-plaatsing schooljaar 2013-2014 Binnen de categorie directie is er sprake van natuurlijk verloop. Met ingang van 1-08-2013 vloeit er 3,0000 fte aan (adjunct) directieformatie af. De komende jaren is het bestuur voornemens het aantal fte directieformatie niet uit te breiden. Het bestuur gaat niet over tot rddf- plaatsing van directieformatie per 1-08-2013 in verband met de formatiereductie die al door natuurlijk verloop wordt gecreëerd. Binnen de categorie onderwijs ondersteunend personeel is er sprake van natuurlijk verloop. In 2013-2014 vloeit er 0,4000 fte af. Ook wordt er 0,9699 fte aan tijdelijke oop formatie niet verlengd. Dit levert een formatiereductie op van 1.3699 fte in totaal. Het bestuur gaat daarom niet over tot rddf- plaatsing van oop per 1-08-2013. Binnen de categorie onderwijzend personeel besluit het bestuur de formatie-uitgaven met ingang van 1-08-2014 met 772.289 te verminderen middels plaatsing van onderwijzend personeel in het rddf. Dit betekent dat op basis van de op dit moment geldende afvloeiingslijst noodzakelijk is om 15,8 fte van de formatie leerkrachten in vaste dienst in het rddf te plaatsen. De vermindering van bekostiging heeft te maken met het dalend leerlingen aantal. Het is om die reden ook begrijpelijk dat de formatiereductie voor het overgrote deel in het onderwijzend personeel plaatsvindt. bestuursformatieplan 2013-2017 15

In het onderstaand overzicht wordt weergegeven wat de vaste formatie in het schooljaar 2012-2013 is en hoe de formatie er op 1 augustus 2013 en 1 augustus 2014 eruit moet gaan zien. Functie Aantal fte per 1 augustus 2012 Aantal fte per 1 augustus 2013 Verschil Aantal fte per 1 augustus 2014 Directie Directeur 20,56 18,56-2 18,56 0 Adjunctdirecteur 2,86 1,86-1 1,86 0 OP Leerkracht 189,22 183,32-5,90 169,32-14 OOP Onderwijsassistent 2,94 2,94 0 2,54-0,4 Verschil Administratie 1,59 1,09-0,5 1,09 0 Conciërge 1,59 1,59 0 1,59 0 Totaal: 218,76 209,36-9,4 194,96-14,4 Tabel 10 : formatiereductie op de scholen per 1 augustus 2013 en 2014 Functie Aantal fte Leerkracht 15,8 Tabel 11: overzicht rddf-plaatsing per 1 augustus 2013 15,8 fte van de formatie leerkrachten in het rddf te plaatsen betekent dat meer is dan door het Participatiefonds zal worden vergoed. We houden er echter rekening mee dat een deel van de rddf-medewerkers tijdig ander werk vindt en dus geen beroep doet op een uitkering. 2.11 Stappenplan rddf-plaatsingen schooljaar 2013-2014 1. Op grond van de afvloeiingslijst zal worden bepaald welke leerkrachten in het rddf worden geplaatst. Zij zullen door het de College van Bestuur in een persoonlijk gesprek hierover worden geïnformeerd. 2. De rddf-plaatsing wordt zo spoedig mogelijk bevestigd in een brief. 3. Er wordt vastgesteld op welke scholen rddf-leerkrachten werkzaam zijn 4. Er wordt vastgesteld of er op de scholen met rddf-formatie sprake is van boventalligheid. Uitgangspunt bij het vaststellen van de boventalligheid is de hoeveelheid formatie waar de school recht op heeft op basis van het aantal leerlingen op 1-10-2013 5. Op scholen waar geen sprake is van boventalligheid kunnen de rddf leerkrachten in het schooljaar 2013-2014 worden ingezet voor reguliere werkzaamheden bestuursformatieplan 2013-2017 16

6. Op scholen waarbij er sprake is van boventalligheid worden de rddf-leerkrachten uit de formatie gehaald en geplaatst in de vervangerspoule 7. De rddf-leerkrachten in de vervangerspoule worden ingezet bij langdurige vervangingen en in die situaties waar er gedurende het schooljaar een leerkracht vertrekt op een school. 8. De inzet van rddf leerkrachten in bovengenoemde situaties levert een besparing op in de uitgaven doordat enerzijds de kosten van de rddf-leerkrachten die gaan vervangen worden gedragen door het Vervangingsfonds en anderzijds omdat voor de vertrekkende leerkracht geen vervanger van buitenaf wordt aangetrokken. 9. Het aantal boventallige rddf-ers in de vervangerspoule bedraagt naar verwachting m.i.v. 1-08-2013 in totaal 3 fte. 10. Door de inzet van de rddf-ers zoals hierboven is aangegeven, worden de uitgaven op bestuursniveau verlaagd en kunnen deze middelen worden ingezet voor het ontwikkelen van mobiliteitsbevorderende maatregelen waarbij het stimuleren van vrijwillig vertrek van ouder personeel het kernpunt is. 2.12 Conclusies Alle tijdelijke aanstellingen en tijdelijke uitbreidingen worden met ingang van 1 augustus 2013 niet verlengd en/of beëindigd. In het schooljaar 2013-2014 bedraagt de omvang van de rddf-plaatsingen 15,8 fte in de categorie onderwijzend personeel Het aantal kinderen in de Hoeksche Waard neemt af. In 2012 is het aantal leerlingen binnen Stichting Acis sterk gedaald. Ook in de komende jaren is er sprake van een daling waardoor de werkgelegenheid onder druk blijft staan. Het aantal fte s in de leeftijdscategorie 61 t/m 65 jaar bedraagt bijna 18. Dit is bij lange na niet voldoende om de terugloop van leerlingen in de komende jaren op te vangen met natuurlijk verloop. bestuursformatieplan 2013-2017 17

Begrippenlijst AZC BAO CAO Cumi CvI DUO FTE GGL GMR GPL LGF LIO PAB-budget PVG RDDF SBO SWV WAO WGA WIA WSNS Asielzoekerscentrum Basisonderwijs Collectieve Arbeids Overeenkomst Culturele minderheden Commissie van Indicatiestelling Dient Uitvoering Onderwijs (voorheen CFI) Fulltime equivalenten Gewogen gemiddelde leeftijd Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Gemiddelde personeels last Leerlinggebonden financiering Leerkracht in opleiding Budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid Planning Verband Groningen (adviesburo onderwijshuisvesting) Risico Dragend Deel van de Formatie Speciale school voor Basisonderwijs Samenwerkingsverband Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen Weer samen naar school bestuursformatieplan 2013-2017 18

Ondertekening Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Stichting Acis De personeelsgeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad heeft ingestemd met dit meerjaren bestuursformatieplan 2013-2017. De voorzitter M.E. de Groot De secretaris P.E.M. van Haaren 2013. 2013 Het bestuur van Stichting Acis Het college van bestuur van Stichting Acis heeft het meerjaren bestuursformatieplan 2013-2017 vastgesteld. De voorzitter cvb L.J. van Heeren lid cvb G.H. Denneboom 2013. 2013