Sociaal Plan 2009 / 2010 Het NIC B.V. / Solid Factors B.V. Tussen ondergetekenden Het NIC B.V. / Solid Factors B.V. elk als partij ter ene zijde, en Abvakabo FNV, gevestigd te Zoetermeer CNV Publieke Zaak, gevestigd te 's-gravenhage Qlix, gevestigd te Leidschendam VCPS, gevestigd te 's-gravenhage Elk als partij ter andere zijde, is het volgende Sociaal Plan aangegaan
Inhoudsopgave Bladzijde 1. Werkingssfeer 3 2. Werkingsduur 3 3. Hardheidsclausule 3 4. Definities 4 5. Begeleidingscommissie 6 6. Procedure 6 7. Externe bemiddeling 7 8. Vertrekregelingen 8 9. Algemene voorwaarden bij de financiële voorzieningen 11 10. Overige financiële voorzieningen 13 11. Overige bepalingen 14 Bijlage I: Toelichting Stichting Financiering Voorheffing Pensioenverzekering 15 (Stichting FVP) NB: Waar in dit Sociaal Plan sprake is van hij dient ook zij te worden gelezen (voor mannelijke vervoegingen mogen ook vrouwelijke vervoegingen gelezen worden). Oktober 2009 2
1. Werkingssfeer Ten einde de belangen van de betrokken werknemers zoveel mogelijk te waarborgen, is Het NIC B.V. / Solid Factors B.V. met de vakorganisaties dit Sociaal Plan 2009 2010 overeengekomen. Het is bedoeld om de negatieve sociale (en financiële) gevolgen van de reorganisatie voor werknemers te beperken. De in dit Sociaal Plan opgenomen maatregelen zijn erop gericht werknemers zoveel als mogelijk aan een nieuwe arbeidsplaats te helpen. Dit Sociaal Plan is bestemd voor de werknemer van Het NIC B.V. / Solid Factors B.V. aan wie door de directie van Het NIC B.V. / Solid Factors B.V. bekend is gemaakt dat hij boventallig raakt in het kader van de op 26 oktober 2009 aangekondigde reorganisatie. Een werknemer kan boventallig raken doordat: 1. Zijn arbeidsplaats komt te vervallen als gevolg van inkrimping van het aantal fte's in de categorie van uitwisselbare functies waartoe zijn functie behoort, dan wel; 2. Zijn arbeidsplaats komt te vervallen omdat zijn functie komt te vervallen; 3. Er vervolgens, indien 1. of 2. zich voor doet, geen herplaatsingsmogelijkheden zijn voor de werknemer binnen Het NIC, en Het NIC B.V. / Solid Factors B.V. de werknemer schriftelijk heeft bevestigd dat hij boventallig is. Dit Sociaal Plan is niet van toepassing op: De werknemer met wie om andere reden dan de reorganisatie (bijvoorbeeld: wanprestatie, twee jaar arbeidsongeschiktheid, dringende reden of einde dienstverband voor bepaalde tijd) het dienstverband wordt beëindigd. De werknemer die vrijwillig het dienstverband beëindigt zonder dat zijn arbeidsplaats komt te vervallen, tenzij hij in het kader van de remplacantenregeling vertrekt. 2. Werkingsduur Het Sociaal Plan geldt vanaf de datum dat het ontslag is aangezegd tot 1 jaar na de betreffende aanzeggingdatum. Eventuele tijdens de looptijd van het Sociaal Plan verworven c.q. ontstane aanspraken blijven onverminderd van kracht na het verstrijken van de duur van het Sociaal Plan. 3. Hardheidsclausule De werkgever zal ten gunste van de werknemer van dit Sociaal Plan afwijken, indien onverkorte toepassing van het Sociaal Plan op de werknemer tot een naar redelijkheid en billijkheid voor de werknemer onaanvaardbare situatie leidt, zulks ter beoordeling van de werkgever. Oktober 2009 3
4. Definities Werkgever Werknemer Bruto maandsalaris* Bruto jaarinkomen : Het NIC B.V. en Solid Factors B.V. (hierna te noemen Het NIC ). : Iedere man of vrouw die arbeid verricht in dienst van Het NIC die valt onder de werkingssfeer van dit Sociaal Plan en wiens arbeidsplaats komt te vervallen (zie specifieke omschrijving bij werkingssfeer). : Het voor de werknemer conform de voor hem vigerende CAO geldende maandsalaris conform de definitie daarvan in de CAO zoals dit geldt op de ontslagdatum. : 12 maal het overeengekomen bruto maandsalaris vermeerderd met de vakantietoeslag en de eindejaarsuitkering, zoals deze geldt op de ontslagdatum. Nieuw bruto jaarinkomen : Het bruto jaarinkomen inclusief vakantietoeslag, eindejaarsuitkering en eventueel andere vaste loonbestanddelen zoals overeengekomen bij de nieuwe werkgever. Bruto maandinkomen Nieuw bruto maandinkomen Aanvulling Ontslagdatum CAO UWV Werkbedrijf Datum in dienst Uitwisselbare functie : 1/12 gedeelte van het bruto jaarinkomen. : 1/12 gedeelte van het nieuwe bruto jaarinkomen. : De suppletie op het bedrag van de wettelijke uitkering respectievelijk op het nieuwe bruto maandinkomen bij een nieuwe werkgever tot een bepaald percentage van het bruto maandinkomen van de werknemer. : De datum waarop het dienstverband van de werknemer op verzoek van de werkgever eindigt als gevolg van de reorganisatie. : Collectieve Arbeidsovereenkomst; waar in dit Sociaal Plan over CAO wordt gesproken, wordt de geldende CAO voor Het NIC bedoeld. : Uitvoeringsinstantie Werknemers Verzekeringen. : Voor het bepalen van de datum in dienst voor de procedure bij het UWV zal de uitzendperiode of voorafgaande militaire diensttijd van een medewerker meegenomen worden. : Een functie die naar functie-inhoud, vereiste kennis en vaardigheden en vereiste competenties vergelijkbaar en naar niveau en beloning gelijkwaardig is. Oktober 2009 4
Boventallig Passende functie : Boventallig geeft aan dat een werknemer door toepassing van de regels van het UWV Werkbedrijf niet meer in aanmerking komt voor het uitoefenen van zijn eigen functie. : Een functie van gelijkwaardig werk en denkniveau, die de medewerker redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijkheid, omstandigheden en de voor hem bestaande vooruitzichten kan worden opgedragen. Een passende functie is doorgaans ingedeeld in dezelfde functiegroep als de oude functie, maar kan ook van een hogere functiegroep of maximaal twee functiegroepen lager zijn dan de oude functie. Geschikte functie : Een functie, die niet valt onder het begrip passend, maar die de werknemer redelijkerwijs kan worden opgedragen dan wel die hij bereid is te vervullen. * Bij bruto bedragen worden de (wettelijke) inhoudingen en heffingen zo gunstig mogelijk toegepast. Oktober 2009 5
5. Begeleidingscommissie In die gevallen waarin de toepassing van dit Sociaal Plan leidt tot individueel onaanvaardbaar onbillijke situaties, kan de betrokken werknemer de werkgever schriftelijk verzoeken de toepassing van dit Sociaal Plan te toetsen aan de redelijkheid en billijkheid. Het verzoek van de werknemer om toepassing van de hardheidsclausule (zie hoofdstuk 3) zal door de begeleidingscommissie voor advies worden voorgelegd aan de werkgever. A. Begeleidingscommissie Er wordt een begeleidingscommissie ingesteld die erop toeziet dat dit Sociaal Plan in individuele gevallen juist wordt toegepast. B. Samenstelling De begeleidingscommissie bestaat uit één door de werkgever aangewezen lid, alsmede één door de vakbonden aangewezen lid. Tezamen dragen deze aangewezen leden het derde lid, en tevens voorzitter, voor. C. Taak en werkwijze De commissie adviseert de werkgever en werknemers in individuele gevallen met betrekking tot de uitvoering van dit Sociaal Plan. De commissie komt zo spoedig mogelijk bijeen nadat de werknemer dan wel de werkgever een schriftelijk verzoek heeft gedaan om een uitspraak. De commissie bepaalt zijn eigen werkwijze. D. Geheimhouding De leden van de commissie zijn verplicht tot geheimhouding van alle particuliere en zakelijke gegevens die hen bij het uitoefenen van hun taak ter kennis komen. E. Kosten De eventuele kosten die de begeleidingscommissie denkt te moeten maken in verband met de uitoefening van haar taak, zullen vergoed worden conform de dan geldende bondsnormen. De kosten zullen vooraf ter goedkeuring aan de werkgever worden voorgelegd. 6. Procedure Boventalligheid Het NIC zal elke werknemer zo spoedig mogelijk berichten of hij als gevolg van de reorganisatie wel of niet boventallig geraakt. Het NIC zal eveneens aangeven per welke datum de werknemer boventallig geraakt. De werknemer is vanaf de dag waarop hij boventallig is, in beginsel vrijgesteld van zijn werkzaamheden met behoud van zijn bruto maandinkomen tenzij de bedrijfsbelangen van Het NIC zich hiertegen verzetten. Lopen de werkzaamheden van de werknemer door en is het daardoor niet mogelijk om per direct te worden vrijgesteld van werkzaamheden, dan wordt de periode van uitvoering van werkzaamheden opgeteld bovenop de ingangsdatum van boventalligheid. De werknemer blijft beschikbaar voor beantwoording van vragen in het kader van de overdracht van zijn werkzaamheden. Oktober 2009 6
7. Externe bemiddeling A. Uitgangspunt Het NIC zal de werknemer wiens arbeidsplaats komt te vervallen zoveel mogelijk ondersteunen bij het zoeken naar een passende arbeidsplaats buiten de onderneming. Werkgever zal alles doen wat redelijkerwijs van haar kan worden verwacht om de bemiddeling te doen slagen. Van de werknemer wordt de volle medewerking verwacht aan de bemiddelingsactiviteiten. Wanneer is er sprake van een geslaagde externe bemiddeling: Een bemiddeling is geslaagd als de werknemer bij een nieuwe werkgever een functie aanvaardt. Bij het zoeken naar een nieuwe functie zal gekeken worden naar de volgende criteria: a) functieniveau (kennisniveau en ervaring); b) salaris (vergelijking van basisinkomen). B. Coördinatie De afdeling Personeel & Organisatie coördineert de bemiddelingsactiviteiten samen met het externe bemiddelingsbureau. De uitvoering van de bemiddelingsactiviteiten, gebundeld in het zogenaamde mobiliteitscentrum, zal door het externe bemiddelingsbureau worden gedaan. C. Aanvang bemiddeling De bemiddeling start in beginsel.., waarbij als uitgangspunt geldt dat er op dat moment geen andere passende interne arbeidsplaats voorhanden is. De bemiddeling start daadwerkelijk na schriftelijke aanzegging dat deze aanvangt. D. Kosten De kosten van bemiddeling komen ten laste van de werkgever voor zover deze niet door andere instanties kunnen worden gedragen of tenzij anders is vermeld. E. Bemiddelingsduur De bemiddeling vindt plaats vanaf 1 maand na de aanzegging van het ontslag voor de duur van maximaal 9 maanden. F. Onvoldoende medewerking of niet serieuze inzet van werknemer tijdens externe bemiddeling Uitgangspunt is een maximale inspanning om gedwongen werkloosheid te voorkomen. Hier ligt niet alleen een verantwoordelijkheid voor de werkgever, maar ook voor de werknemer. De werknemer die met ontslag bedreigd wordt, is gehouden actief en aantoonbaar mee te werken aan de maatregelen zoals deze in dit Sociaal Plan zijn opgenomen, waaronder het aanvaarden van een (passende) geschikte functie en inzet bij een nieuwe werkgever. De werkgever zal eventueel in overleg met het mobiliteitscentrum vaststellen of een werknemer actief meewerkt om gedwongen werkloosheid of verwijtbaar ontslag bij een nieuwe werkgever te voorkomen. Werkt de medewerker niet actief en aantoonbaar mee, weigert hij een (passende) geschikte functie of wordt hij verwijtbaar ontslagen bij een nieuwe werkgever, dan kan door deze werknemer niet langer een beroep worden gedaan op dit artikel van het Sociaal Plan. Oktober 2009 7
G. Bemiddelingsactiviteiten van het mobiliteitscentrum Nader in te vullen in overleg met het mobiliteitscentrum H. Evaluatie bemiddeling door partijen Gedurende de duur van dit Sociaal Plan zullen de bij dit Sociaal Plan betrokken partijen de bemiddelingsactiviteiten halverwege en aan het einde van het traject (of zoveel vaker als noodzakelijk) evalueren. Het bemiddelingsbureau zal dan o.a. verslag doen over de behaalde resultaten en over de inzet van de werknemers. 8. Vertrekregelingen A. Beëindigingsvergoeding tijdens bemiddelingsperiode tot einde dienstverband Een werknemer die (1) onder de werkingssfeer valt, (2) zijn dienstverband met de werkgever beëindigt voor de ontslagdatum en, (3) geen aanspraak maakt op de overige regelingen in dit hoofdstuk, krijgt een uitkering ineens gelijk aan het bruto maandinkomen over de periode tussen de datum waarop de werknemer uit dienst treedt en de ontslagdatum met een maximum van twee bruto maandinkomens. De netto tegenwaarde van deze uitkering wordt tezamen met de finale eindafrekening uitbetaald. De werknemer kan een verzoek indienen om niet gehouden te worden aan zijn opzegtermijn. De werkgever zal dat verzoek honoreren tenzij het bedrijfsbelang van de werkgever zich daartegen verzet. B. Aanvulling op het lager nieuw bruto maandinkomen elders De werknemer die voor de ontslagdatum een dienstverband met een andere werkgever aangaat tegen een lager nieuw bruto maandinkomen heeft recht op een aanvulling tot 90% van het bruto maandinkomen bij de werkgever op basis van onderstaande staffel: Leeftijd Maximale duur aanvulling t/m 24 jaar 3 maanden 25 t/m 34 jaar 6 maanden 35 t/m 44 jaar 9 maanden 45 t/m 49 jaar 12 maanden 50 t/m 64 jaar 15 maanden De hierboven genoemde aanvulling kan per maand niet meer bedragen dan 20 % van het bruto maandinkomen bij Het NIC, zulks berekend op basis van hetzelfde aantal uren. C. Aanvulling op WW-uitkering De werknemer die aansluitend na de ontslagdatum in aanmerking komt voor een uitkering krachtens de WW, heeft gedurende de aanvullingsduur zoals hieronder vermeld, recht op een aanvulling op de WW-uitkering tot onderstaand percentage van zijn bruto maandinkomen op basis van onderstaande staffel. Oktober 2009 8
Leeftijd Percentage 90% Percentage 80% t/m 24 jaar 3 maanden 3 maanden 25 t/m 34 jaar 4 maanden 2 maanden 35 t/m 44 jaar 6 maanden 3 maanden 45 t/m 49 jaar 12 maanden 12 maanden 50 t/m 54 jaar 18 maanden 18 maanden 55 t/m 64 jaar Zie paragraaf 8.D Zie paragraaf 8.D De aanspraak van de werknemer eindigt te allen tijde op het moment dat zijn WW-uitkering eindigt. D. Regeling voor werknemers van 55 jaar en ouder op de ontslagdatum: Werknemers die op de ontslagdatum 55 jaar en ouder zijn komen niet in aanmerking voor de regeling genoemd onder paragraaf 8.C (aanvulling op WW-uitkering). De werknemer van 55 jaar en ouder die aansluitend na de ontslagdatum in aanmerking komt voor een ongekorte WWuitkering heeft, gedurende de periode dat hij een aanspraak heeft op die uitkering, recht op een aanvulling op de WW-uitkering tot 80% van zijn bruto inkomen op de ontslagdatum. In de laatste maand van zijn WW-uitkering wordt vervolgens berekend wat het verschil bedraagt tussen 70% van zijn bruto inkomen en de dan geldende bruto IOAW-aanspraak. Het bruto inkomen wordt niet geïndexeerd. Het verschil tussen deze twee bedragen, berekend over de periode vanaf de afloopdatum WW voor de betreffende werknemer tot de datum van het bereiken van de 65-jarige leeftijd door de betreffende werknemer, wordt vervolgens contant gemaakt en in de vorm van een bruto bedrag ineens uitgekeerd. De werknemer van 55 jaar en ouder op de ontslagdatum heeft een keuze: 1. De werknemer kiest voor bovengenoemde aanvulling tot en met 64-jarige leeftijd en ziet hiermee af van zijn recht op het aangebodene in artikel 7, Externe bemiddeling, of: 2. De werknemer kiest voor de aanvulling genoemd in artikel 8.C onder de leeftijdscategorie 50 t/m 54 plus het aangebodene in artikel 7, Externe bemiddeling en ziet hiermee af van zijn recht op het aangebodene in artikel 8.D. De werknemer maakt uiterlijk twee weken voor zijn ontslagdatum zijn definitieve keuze kenbaar bij de afdeling P&O. E. Switch tussen aanvulling op de WW uitkering en nieuw bruto inkomen: De werknemer die gedurende de periode dat hij recht heeft op een aanvulling op een WWuitkering zoals genoemd in paragraaf 8.C, maar een dienstverband met een andere werkgever aangaat tegen een lager nieuw bruto maandinkomen, heeft recht op een aanvulling zoals genoemd onder de voor hem relevante categorie in paragraaf 8.B (aanvulling op nieuw bruto maandinkomen). De werknemer heeft dit alleen voor zover de voor hem relevante periode genoemd in de staffel in paragraaf 8.B nog niet is verstreken, te berekenen vanaf de ontslagdatum. Dat betekent tevens dat het recht op aanvulling qua duur gemaximeerd is op (het restant) van de in paragraaf 8.B genoemde periode te berekenen vanaf de datum waarop een beroep op de Switch kan worden gemaakt. Oktober 2009 9
F. Remplacantenregeling Medewerkers die niet onder de werkingssfeer van dit Sociaal Plan vallen, maar door hun vertrek plaats maken voor een medewerker die wel onder deze werkingssfeer valt, kunnen in individuele gevallen aanspraak maken op bovengenoemde vertrekregelingen. Dit ter strikte beoordeling van de Directie van Het NIC B.V. en Solid Factors B.V. Uitgangspunt is dat de kosten door het aanbieden van deze regeling niet zullen stijgen. Voorwaarde is dat de medewerker in wiens plaats wordt getreden niet wordt ontslagen wegens disfunctioneren of een dringende reden. Tevens dient ten minste sprake te zijn van een goed beoordeling van de medewerker die de vrijgekomen plaats inneemt. Oktober 2009 10
9. Algemene voorwaarden bij de financiële voorzieningen A. Overheids- en andere voorzieningen Werkgever zal bij de uitvoering van de in dit Sociaal Plan genoemde regelingen rekening houden met c.q. een beroep doen op de van overheidswege of anderszins gegeven mogelijkheden ter verlichting van de kosten daarvan voor de werkgever (bijvoorbeeld subsidies voor scholing), waarbij de werknemer zich verplicht hieraan zijn medewerking te verlenen. B. Verstrekken van inlichtingen De werknemer die een beroep doet op de financiële voorzieningen in dit Sociaal Plan, verplicht zich aan de werkgever de noodzakelijke inlichtingen en gegevens tijdig en naar waarheid te verstrekken. C. Methode vaststelling (aanvullings)bedragen De bruto bedragen die nodig zijn voor de in dit Sociaal Plan opgenomen voorzieningen worden vastgesteld op basis van de ongekorte wettelijke uitkeringen en inkomensgegevens zoals die gelden op de datum dat ze worden uitgekeerd. Aanvulling op WW- uitkering vindt alleen plaats gedurende de periode waarin de werknemer aanspraak maakt op een ongekorte loongerelateerde WW-uitkering. De door de uitvoeringsinstanties eventueel op te leggen kortingen, boetes of andere strafmaatregelen zullen nimmer de aanvullingen en uitkeringen uit hoofde van dit sociaal plan beïnvloeden. Oktober 2009 11
D. Maximering van aanvullingsbedragen en uitkeringen Voor de berekening van de aanvulling op de WW-uitkering wordt het bruto maandinkomen van de werknemer gemaximeerd op 4.350,- per maand indien zijn bruto maandinkomen meer bedraagt dan 4.350,- bruto met dien verstande dat voor de werknemer wiens bruto maandinkomen het bedrag ad 4.350,- bruto overschrijdt, het bruto maandinkomen en de aanvulling op WWuitkering als volgt wordt gemaximeerd: In de eerste twee maanden na de ontslagdatum wordt het verschil tussen het bruto maandinkomen en het bedrag van 4.350,- bruto gedeeld door twee en opgeteld bij het bedrag van 4.350,- bruto; In de tweede twee maanden na de ontslagdatum wordt het verschil tussen het bruto maandinkomen en het bedrag van 4.350,- bruto gedeeld door drie en opgeteld bij het bedrag van 4.350,- bruto; In de derde twee maanden na de ontslagdatum wordt het verschil tussen het bruto maandinkomen en het bedrag van 4.350,- bruto gedeeld door vier en opgeteld bij het bedrag van 4.350,- bruto; Na de hierboven genoemde periode van zes maanden na de ontslagdatum wordt tot een bedrag van maximaal 4.350,- bruto de maandelijkse WW-uitkering 1 aangevuld. E. Wijziging in wettelijke regelgeving op het gebied van de WW uitkering. Afhankelijk van de definitieve invulling van de aangekondigde veranderingen in de wettelijke regelgeving kan deze regeling met betrekking tot de aanvulling op de WW uitkering genoemd in paragraaf 8.C (aanvulling op WW), herzien worden in overleg tussen partijen. Hierbij gelden te allen tijde als dwingende uitgangspunten dat (1) sprake is van een voor werkgever en werknemer kosten/baten neutrale opzet en (2) dat een en ander is toegestaan onder de alsdan geldende regelgeving. 1 Stel de werknemer is 46 jaar oud en zijn bruto maandinkomen bedraagt 5.000,-. De werknemer maakt na de ontslagdatum aanspraak op een WW-uitkering en komt daarmee in aanmerking voor de regeling van artikel 8 C van het sociaal plan. In beginsel heeft deze werknemer gedurende de eerste 12 maanden na zijn ontslagdatum recht op een aanvulling tot 90 % van 4.350,- bruto en daarna voor een periode van 12 maanden recht op een aanvulling tot 80 % van 4.350,- (uiteraard voor zolang de werknemer aanspraak heeft op een WW-uitkering). Omdat deze werknemer meer verdient dan 4.350,- bruto per maand wordt het bruto maandinkomen gedurende de eerste 2 maanden na de ontslagdatum als volgt gemaximeerd: ( 5.000,- - 4.350,-) : 2 = 325,- bruto. 4.350,- + 325,- = 4.675,- bruto. De WW-uitkering van de werknemer wordt in dit geval in de eerste 2 maanden na de ontslagdatum aangevuld tot 90% van 4.675,- bruto i.p.v. van 90% van 4.350,- bruto per maand. In de derde en vierde maand na de ontslagdatum wordt het bruto maandinkomen als volgt gemaximeerd: ( 5.000,- - 4.350,-) : 3 = 217,- bruto. 4.350,- + 217,- = 4.567,- bruto. De WW-uitkering van de werknemer wordt in dit geval in de tweede 2 maanden derhalve aangevuld tot 90% van 4.567,- bruto i.p.v. van 90% van 4.350,- bruto. In de vijfde en zesde maand na de ontslagdatum wordt het bruto maandinkomen als volgt gemaximeerd: ( 5.000,- - 4.350,-) : 4 = 162,50 bruto. 4.350,- + 162,50 = 4.512,50 bruto. De WW-uitkering van de werknemer wordt in dit geval in de derde 2 maanden derhalve aangevuld tot 90% van 4.512,50 bruto i.p.v. van 90% van 4.350,- bruto. Daarna wordt het bruto maandinkomen van de werknemer weer gemaximeerd op 4.350,- per maand en wordt de WW-uitkering van de werknemer aangevuld tot maximaal 90% respectievelijk 80% van 4.350,- bruto per maand. Oktober 2009 12
10. Overige financiële voorzieningen A. Pensioenverzekering De werknemer ontvangt bij de beëindiging van het dienstverband een premievrije polis overeenkomstig de bepalingen van het voor de werknemer geldende pensioenreglement van Het NIC. Wanneer bij bovengenoemde beëindiging van de deelneming geen sprake is van het aanvaarden van een dienstverband met een nieuwe werkgever, kan voor werknemers die op ontslagdatum ouder zijn dan 40 jaar en recht hebben op een loongerelateerde WW-uitkering een recht bestaan op de zogenaamde voortzettingsbijdrage-regeling van de Stichting Financiering Voorheffing Pensioenverzekering (Stichting FVP; zie Bijlage I). In dat geval wordt, zolang al en naar gelang de mate waarin dit recht bestaat, extra pensioen verzekerd, waarvoor betrokkene na afloop van de loongerelateerde WW-uitkering een aanvullende premievrije polis ontvangt. De werkgever zal de werknemer assisteren bij het invullen en indienen van het Stichting FVP-aanvraagformulier bij het UWV. B. Spaarloonregeling / Levensloopregeling Bij beëindiging van de dienstbetrekking eindigt deelname aan de spaarloonregeling. De desbetreffende bepalingen in het spaarloonreglement zijn van toepassing. Bij beëindiging van de dienstbetrekking blijft het levenslooptegoed op de levenslooprekening staan. Zodra de werknemer nieuw werk heeft gevonden, kan de werknemer op deze levenslooprekening verder sparen. Bij beëindiging van de dienstbetrekking, kan de werknemer er ook voor kiezen het levenslooptegoed af te kopen. De werknemer betaalt dan ineens de loonbelasting over het tegoed en er bestaat geen recht meer op de levensloopkorting. C. Niet gevierd dienstjubileum De werknemer die bij voortzetting van het dienstverband binnen 3 maanden na beëindiging van het dienstverband in aanmerking zou zijn gekomen voor een jubileumuitkering, ontvangt deze op de laatste dag van het dienstverband bij de werkgever. Deze jubileumuitkering zal netto worden uitgekeerd. D. Scholingsafspraken Op de werknemers die vallen onder dit Sociaal Plan is de terugbetalingsregeling inzake studiekosten niet van toepassing. Trainingen / cursussen die al aangevangen zijn, mogen worden afgemaakt. E. WAO-hiaatverzekering Bij beëindiging van het dienstverband kan de werknemer de WAO-hiaatverzekering gedurende maximaal de duur van de WW-uitkering voortzetten op individuele basis. F. Relatiebeding Het overeengekomen relatiebeding tussen de werkgever en werknemer komt voor de werknemer die onder dit Sociaal Plan valt te vervallen. Oktober 2009 13
11. Overige bepalingen A. Vakantiedagen Alle nog openstaande vakantiedagen worden uitbetaald bij de laatste reguliere salarisbetaling van de werknemer. B. Gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid De gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer zal van het gedeelte van de arbeidsgeschiktheid naar rato in aanmerking komen voor de financiële aanvullingsvoorzieningen in dit Sociaal Plan. C. Fiscale consequenties Alle bedragen/vergoedingen genoemd in dit Sociaal Plan zijn bruto, tenzij anders vermeld. Er zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met eventuele vrijstellingen voor belastingen en/of sociale verzekeringspremies. D. Voorrang bij vacatures De werknemer van wie de arbeidsplaats komt te vervallen, komt (gedurende de periode waarin hij nog een aanvulling op de WW-uitkering van de werkgever ontvangt) als eerste in aanmerking om te solliciteren naar vacatures bij de werkgever. Deze voorkeursbehandeling geldt alleen voor de werkloze ex-werknemer die bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst te kennen heeft gegeven geïnformeerd te willen blijven over eventuele vacatures. Aldus overeengekomen en getekend op, te. Oktober 2009 14
Bijlage I: Toelichting: Stichting Financiering Voorheffing Pensioenverzekering ( Stichting FVP) De Stichting Financiering Voorheffing Pensioenverzekering (Stichting FVP) betaalt bij werkloosheid een bijdrage in de pensioenpremie zodat de pensioenverzekering voor de werkloze werknemer kan worden voortgezet. Het recht op een bijdrage van de Stichting FVP is nader uitgewerkt in de Bijdrageregelen FVP. Wie heeft recht op voortzetting? De werkloze werknemer heeft recht op een bijdrage tot voortzetting van zijn pensioenopbouw via de Stichting FVP. Daartoe moet wel aan een tweetal voorwaarden zijn voldaan: 1. De werknemer moet een loongerelateerde WW-uitkering ontvangen en op de eerste dag van werkloosheid 40 jaar of ouder zijn; 2. De werknemer moet direct voor het intreden van de werkloosheid deelnemer zijn geweest in een pensioenregeling. Aan deze pensioenregeling wordt een aantal eisen gesteld. Zo moet de pensioenregeling een ouderdoms- en/of nabestaandenpensioen bevatten en in het kader van de arbeidsovereenkomst tot stand zijn gekomen. Procedure Nadat de werknemer werkloos is geworden, moet hij zich bij het UWV melden voor een WW-uitkering. Het UWV stuurt de gegevens van de werkloze werknemer door aan de Stichting FVP. De Stichting FVP stuurt op zijn beurt een aanvraagformulier naar de werknemer. Hierin wordt onder andere gevraagd of er een pensioenregeling is en zo ja, bij welke pensioenuitvoerder (pensioenfonds of verzekeringsmaatschappij) de werkloze is verzekerd. Nadat de Stichting FVP het aanvraagformulier weer heeft ontvangen, vraagt de Stichting FVP bij de pensioenuitvoerder de nodige informatie op. Als de werkloze werknemer geen informatie kan geven over de pensioenverzekering zal de Stichting FVP proberen deze informatie bij de ex-werkgever te verkrijgen. Ook als de pensioenuitvoerder geen informatie kan verstrekken, bijvoorbeeld over het pensioengevende salaris, zal het FVP dit opvragen bij de ex-werkgever. Na ontvangst van alle gegevens neemt de Stichting FVP een formele beslissing over het recht op de voortzettingsbijdrage. Vervolgens wordt aan het einde van de loongerelateerde WW-periode de bijdrage van de Stichting FVP vastgesteld. Oktober 2009 15