KM WIA monitor vangnetters; eerste meting

Vergelijkbare documenten
Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners (april 2010) Aanleiding

KENNISMEMO. Datum 20 mei Van KENNISCENTRUM Tanja Slot T (020) Tanja.Slot@uwv.nl

Op verzoek van de divisie AG is de klachtanalyse zoals beschreven in UKV 2007-I

GEEN WIA, WEL WERK? Vervolgmeting van het onderzoek naar de re-integratie van werknemers die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn verklaard

Minder dan 35% arbeidsongeschikt: blijven werken of toch niet?

Het belang van begeleiding

UWV Kennisverslag

MONITORING WGA-INSTROMERS VAN 2006

Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners

UWV Kennisverslag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DEEL VI WIA TOETREDING

UWV Kennisverslag

Re-integratie inspanningen van publiek (UWV) en privaat verzekerde werkgevers sinds de WIA

Arbeidsongeschiktheid in het UMC. Wat nu?

Ik ben ziek Wat nu? Informatiebrochure voor werknemers November 2007

Modernisering Ziektewet

KENNISMEMO. Tabel 1 Prognose doorstroom naar de Bijstand. Ed Berendsen T (020)

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2018 UWV

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2018 UWV

Uitgangspunt: re-integratie is een zaak van werkgever en werknemer samen en dient in overleg plaats te vinden

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2017 UWV

Wajongers aan het werk met loondispensatie

Voorhangprocedure van het ontwerpbesluit, houdende wijziging van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (29544)

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2017 UWV

Re-integratie-instrumenten en voorzieningen voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten

STICHTING. Aan de voorzitter en leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Geachte dames en heren,

Apeldoorn, 12 november 2013 Betreft: reactie op initiatiefnota Geachte mevrouw Schut- Welkzijn,

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Artemis Coaching

Welkom bij de workshop Wet en Regelgeving. Maria van Nies Coach en Supervisor MS Coach voor MS Vereniging Nederland

De WIA, een ingewikkelde wet Door Ynske Jansen en Gemma de Meijer, m.m.v. mr. Sjoerd Visser

Klantgerichtheidmonitor UWV 2 e meting 2014

Handleiding Sluitende aanpak langdurig verzuim in het vo voor werkgevers en werknemers

Modernisering Ziektewet Hoofdlijnen van de wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa)

KM Geactualiseerde raming van het re-integratiepotentieel UWV klanten voorjaar 2008

Verzuim kansrijk aanpakken

UWV Kennisverslag

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Leren van de monitor Participatiewet

AFKORTINGEN INLEIDING 15

DE WEG NAAR DE WIA Werknemers 27 maanden na de ziekmelding

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

UWV Tijdreeksen 2017

Hoe voorkom ik een loonsanctie WELKOM. Henriëtte Sterken Werkgeversrelaties UWV

Kwantitatieve informatie eerste vier maanden 2019

Anderhalf jaar in de uitkering

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Renga B.V.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2016 UWV

Werknemers 1 ZIEK. werknemer en verzekerd voor ZW en WIA is degene die een ww-uitkering geniet

Eerste ervaringen met de WIA in 2006 en 2007

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

Casenummer: Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Stichting ActiefTalent

Klantgerichtheidmonitor UWV 1 e meting 2014

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2016 UWV

Bedrijfsnummer: 159. Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Matchcare re-integratie

BIJLAGEN. Wel of niet aan het werk. Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten

Van werk verzekerd. LATER voor LATER symposium Birgit Donker-Cools

Prestatie-indicatoren UWV

Nierpatiënten Vereniging Nederland. Biedt perspectief!

Bedrijfsnummer: 469. Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Stichting ActiefTalent

M MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Het antwoord van VKG op de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen)

Minder dan 35% arbeidsongeschikt

Detacheren: werken bij een andere werkgever

DE WIA, EEN INGEWIKKELDE WET

Ik heb een gesprek met de arts of de arbeidsdeskundige

Verzuimduur en WIA-instroom uitzendkrachten: vergelijking UWV en Acture 2017

De voorlichting aan WGA ers

Leven met Multipele Sclerose uitgave 14. MS en werken EEN UITGAVE VAN HET NATIONAAL MS FONDS

Modernisering Ziektewet. Wet BeZaVa. Waarom Modernisering Ziektewet. door Anja Heijstek

Klantonderzoek Onafhankelijk Arbeidsadviseur Tabellen 1 e halfjaar 2008 / TNO, 8 september 2008

Verzuim- en reïntegratietraject

Businesscase WAO. 1. Inleiding. 2. Pilot en uitvoerbaarheid

Weg naar de WIA - 3 Langdurig zieke vangnetters

Aan het werk met re-integratieondersteuning

Nulmeting 60%-doelstelling Uitstroom naar ar werk (voorlopige cijfers)06

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. InterLuceo

Daar word je samen beter van! Modernisering Ziektewet

VOOR RE-INTEGRATIE EN TIJDELIJK INKOMEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

constaterende dat er onduidelijkheid is over het effect van de gekozen aanscherpingen;

Werking van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA)

Loon voor en na WW. Samenvatting

Als u arbeidsongeschikt bent

Een gedeeltelijk arbeidsgeschikte in dienst

INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW

De collectieve WGA Hiaat verzekeringen voor werknemers in de Metaal- en Elektrotechnische industrie

Leren van de monitor Participatiewet

Als werkgever en werknemer hulp nodig hebben bij de re-integratie Een deskundigenoordeel van UWV

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het kiezen van het juiste re-integratie bureau

DE WEG NAAR DE WIA Werkgevers

Hoe vraag ik een WIA-uitkering aan?

Het verbeteren van de integratie van zieke werknemers door aandacht voor hun dubbele rol (Universiteit Utrecht) Projectleider: Prof. dr.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Feiten en cijfers Wajong

Transcriptie:

Opdrachtgever UWV KM 07-11 WIA monitor vangnetters; eerste meting Opdrachtnemer Kenniscentrum UWV / Peter Rijnsburger, Tanja Slot Onderzoek KM 07-11 WIA monitor vangnetters; eerste meting Einddatum 1 mei 2007 Categorie Conclusie Dit onderzoek is gericht op het verkrijgen van inzicht in vangnetters die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt worden verklaard, welk deel van hen na de WIAbeoordeling werk hervat en welke maatregelen zijn genomen om dit te bereiken. Met dat doel zijn in oktober 2006 vragenlijsten gestuurd naar de hele groep vangnetters die in de periode van 1 maart 2006 tot 1 juli 2006 de uitslag van de WIA beoordeling hebben ontvangen en minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn verklaard. De totale omvang van de steekproef is 1522 personen. Totaal hebben 685 personen de vragenlijst ingevuld en geretourneerd. De respons was dus 45 procent. Bron: Kennismemo Kenmerken van klanten Link naar bestand http://www.onderzoekwerkeninkomen.nl/rapporten/l54tc901

Datum 25 mei 2007 Aan Joop Linthorst, Annette Dümig, David Jongen, Fred Paling, Geert Tillemans en Titus Livius Van KENNISCENTRUM Peter Rijnsburger Tanja Slot T (020) 687 1956 peter.rijnsburger@uwv.nl Onderwerp KENNISMEMO 07/11 WIA monitor vangnetters; eerste meting. 1. Inleiding Aanleiding Regioplan voert in opdracht van UWV een monitor-onderzoek uit onder een cohort van vangnetters die bij de WIA beoordeling minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn verklaard. Deze WIA monitor, gericht op vangnetters, dient inzicht te bieden in de klantgerichtheid van UWV, de werkhervattingsmogelijkheden voor deze cliënten en de knelpunten die zij ondervinden bij het vinden van werk. Het onderzoek wordt begeleid door een commissie waar naast UWVmedewerkers ook mensen van SZW in deelnemen. Parallel aan dit onderzoek is een onderzoek uitgevoerd in opdracht van de Stichting van de Arbeid naar werknemers van wie de WIA-claim is afgewezen. Het STAR onderzoek was gericht op min of meer dezelfde vragen als het onderhavige onderzoek. De doelgroep was alleen anders, namelijk werknemers die in tegenstelling tot vangnetters wel een werkgever hadden op het moment van de WIA-beoordeling. De groep vangnetters waar de monitor op is gericht wordt op twee momenten bevraagd. Het eerste meetmoment was in oktober 2006 en het tweede meetmoment was in februari 2007. De resultaten van de 1 e meting zijn verwerkt en beschreven in de rapportage Vangnetters na de WIA-beoordeling: Hoe lang nog zonder werk?. De resultaten van de 1 e meting zijn in een eerdere fase besproken en van commentaar voorzien door de begeleidingscommissie. Dit kennismemo bevat de belangrijkste uitkomsten van de 1 e meting WIA-monitor vangnetters. De divisie AG heeft naar aanleiding van de uitkomsten van de WIA-monitor een reactie opgesteld. In een aanvullende notitie bij dit memo worden de maatregelen besproken die zijn/worden getroffen door divisie AG naar aanleiding van de geconstateerde aandachtspunten. Ook het commentaar van de divisie WW is in de aanvullende notitie opgenomen. Opzet Dit onderzoek is gericht op het verkrijgen van inzicht in vangnetters die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt worden verklaard, welk deel van hen na de WIA-beoordeling werk hervat en welke maatregelen zijn genomen om dit te bereiken. Met dat doel zijn in oktober 2006 vragenlijsten gestuurd naar de hele groep vangnetters die in de periode van 1 maart 2006 tot 1 juli 2006 de uitslag van de WIA beoordeling hebben ontvangen en minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn verklaard. De totale omvang van de steekproef is 1522 personen. Totaal hebben 685 personen de vragenlijst ingevuld en geretourneerd. De respons was dus 45 procent. Dit is een publicatie van het Kenniscentrum van UWV, waarin op basis van uitgevoerd onderzoek informatie en analyses worden aangedragen en mogelijke beleidsimplicaties worden geschetst. Het gaat hier dus niet om officiële, al door UWV ingenomen beleidstandpunten.

KENNISMEMO 07/11 2 van 8 Achtergrond Totaal zijn er in 2006 35.295 WIA-claimbeoordelingen geweest. Veertig procent van de mensen die in 2006 een claimbeoordeling hebben gehad, heeft WGA toegekend gekregen. Van deze WGA-groep is eenderde gedeeltelijk arbeidsgeschikt (35-80% ao) 1. WIA claimbeoordelingen n=35.295 <35 % ao 49% WGA gedeeltelijk ao 15% WGA volledig ao 25% IVA 11% 2. Werksituatie na de WIA beoordeling De ervaringen van cliënten met de begeleiding door UWV zijn op het peilmoment voor de eerste meting nog beperkt, omdat de eerste meting slechts 4 tot 7 maanden na ontvangst van de beschikking heeft plaatsgevonden. Niet eerder dan in de tweede meting kunnen de effecten van de dienstverlening door UWV op de werkhervatting van WIA-cliënten pas goed worden gemeten. De vervolgmeting (8 tot 11 maanden na afwijzing van de WIA-uitkering) zal samen met de eerste meting, hier nader inzicht in verschaffen. Groot deel van vangnetters met een gering verlies aan verdiencapaciteit is na de WIA beoordeling werkloos Een groot deel van de respondenten is 4 tot 7 maanden na de WIA-beoordeling werkloos (76 procent) en heeft een WW-uitkering (66 procent). Een kwart van de responsgroep is als werkloze ziek geworden. Van hen is 81 procent 4 tot 7 maanden na de WIA beoordeling nog steeds zonder werk. Een groot deel van hen vraagt na de WIA beoordeling (weer) een WWuitkering aan. De vangnetters die na de claimbeoordeling werkloos zijn, hebben niet alleen op basis van hun persoonskenmerken zoals opleiding, leeftijd en etniciteit een zwakke arbeidsmarktpositie. Hun recente arbeidsmarktgeschiedenis heeft deze positie alleen maar verder verzwakt. Daarbij heeft UWV gedurende de vangnetziektewetperiode een andere positie dan de voormalige werkgever als het gaat om het inzetten van re-integratie-instrumenten zoals aangepast werk en werkhervatting op arbeidstherapeutische basis. Vangnetters zijn op het moment van de claimbeoordeling meer vergelijkbaar met zeer langdurig werklozen dan met reguliere werknemers. Illustratief is in dit verband dat tijdens de ziekteperiode van twee jaar slechts 13% van de vangnetters heeft gewerkt, terwijl dit bij de reguliere werknemers 57% is. Tabel 1 bevat een verdeling van de werkenden en niet-werkenden op het moment van ziekmelding, tijdens de ziekteperiode en na de WIA-beoordeling. 1 UKV2007-I

KENNISMEMO 07/11 3 van 8 Tabel 1 Werksituatie op drie momenten, procentuele verdeling moment ziekmelding Tijdens ziekteperiode Meetmoment na WIAbeoordeling Werkend 62% 12,5% 23,6% Niet werkend 25% 85,5% 75,8% Onbekend 13% 2% 0,6% Totaal 100% 100% 100% Veel werkende ex-vangnetters met een WW-uitkering ervaren nog gezondheidsbeperkingen Naast de ex-vangnetters zonder werk ontvangt ook een vrij grote groep (meer dan 40 procent) van de werkenden ex-vangnetters een WW-uitkering naast het inkomen uit werk. Dus niet alle mensen met een WW-uitkering zijn geheel werkloos. Juist de respondenten die een WWuitkering ontvangen naast hun inkomen uit werk, ervaren beperkingen als gevolg van hun gezondheid. De ervaren beperkingen leiden er naar alle waarschijnlijkheid in ongeveer 40 % toe, dat de betrokkenen nog geen dienstverband zijn aangegaan voor hetzelfde aantal uren als voor hun ziekmelding. Werkloze respondenten leggen de redenen voor hun werkloosheid buiten zichzelf De vangnetters die na de WIA-beoordeling een WW-uitkering hebben, schrijven het niet-werken grotendeels toe aan factoren die buiten henzelf liggen of die zij zelf denken niet te kunnen beïnvloeden. Wanneer het gaat om problemen waar men tegenop loopt bij het zoeken van werk, noemt men vooral gezondheid en leeftijd, en in mindere mate opleiding en het feit dat er te weinig banen beschikbaar zijn waarvoor men zichzelf geschikt acht. Men heeft een vrij somber toekomstbeeld waar het de arbeidsmarktkansen betreft. Dit negatieve beeld hangt vrij sterk samen met het eveneens vrij negatieve beeld dat men van de eigen gezondheid heeft. De ondersteuning van de werkloze ex-vangnetters moet zich hier in de eerste instantie op richten. Daarbij kan gedacht worden aan ondersteuning die gericht is op de bevordering van de motivatie en het zelfvertrouwen. Werken leidt vaker tot werk Uit het onderzoek van Regioplan blijkt dat vangnetters die vóór de ziekmelding werkten de grootste kans hebben om ook na de WIA-beoordeling te werken: 29%. De vangnetters die vóór hun ziekmelding niet werkten hebben na de claimbeoordeling een lager aandeel werkenden na de WIA-beoordeling, 15%. Een verdere uitsplitsing van beide groepen laat zien dat de kans op werk na de WIA-beoordeling groter is als ook tijdens de ziekteperiode is gewerkt. Van de groep vangnetters die vóór de ziekmelding werkten, maar tussen de ziekmelding en de WIAbeoordeling niet, is 23% weer aan het werk. Dit percentage ligt op 58% bij de vangnetters die ook tijdens de ziekteperiode werkten. Op dezelfde wijze is gekeken wat de kans is voor nietwerkenden vóór de ziekmelding die wel en niet hebben gewerkt tijdens de ziekteperiode. Het gaat hier om geringe aantallen zodat enige voorzichtigheid is geboden bij het trekken van

KENNISMEMO 07/11 4 van 8 conclusies, maar ook hier blijkt dat de groep die heeft gewerkt een veel hogere kans heeft op werk na de WIA-beoordeling. 3. Inkomensconsequenties De meeste werkende respondenten geven aan dat zij na de WIA-beoordeling minder verdienen dan in de periode vóór ziekmelding. Slechts een kleine groep (13%) geeft aan meer te zijn gaan verdienen. In grote lijnen geldt deze constatering ook voor het verschil tussen het loon na WIAbeoordeling en de verdiencapaciteit. Hoewel niet iedereen de vragen over inkomen heeft beantwoord lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat de meeste werkende ex-vangnetters een verslechtering in inkomen hebben ervaren sinds hun ziekmelding in 2004. De belangrijkste verklaring voor deze inkomensachteruitgang is dat bijna twee derde van de ex-vangnetters minder uren is gaan werken dan voordat zij zich ziek meldden. Ervaren gezondheid geen verklarende factor voor inkomenssituatie na de WIA-beoordeling Hoewel er sprake is van een samenhang tussen werken en ervaren gezondheid is uit een nadere analyse niet gebleken dat die gezondheid van invloed is op de hoogte van het verdiende inkomen. Kostwinnerschap blijkt wel significant samen te hangen met het inkomen, omdat deze groep veel vaker dan niet-kostwinnaars 32 uur of meer werkte vóór de ziekmelding. Ook respondenten die hulp hebben gekregen van familie en vrienden bij het vinden van werk verdienen vaker meer dan hun verdiencapaciteit dan respondenten die deze hulp niet hebben gekregen. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat via informele zoekkanalen vaker een baan wordt gevonden die beter aansluit bij de mogelijkheden van de respondent. 4. Klantgerichtheid van UWV Begeleiding door UWV naar werk sluit niet aan bij de eigen wensen Volgens een groot deel van de werkende ex-vangnetters heeft de ondersteuning van UWV geen rol gespeeld bij het krijgen van werk. De betrokkenen schrijven het feit dat ze weer werken vooral toe aan zichzelf. Dit is geen vreemde uitkomst, want deze bevinding blijkt ook uit andere onderzoeken. Uit het onderzoek blijkt anderzijds dat 19,5% van de ex-vangnetters wél van het UWV hulp heeft gehad bij werkhervatting. Daarnaast geeft 24,4% aan hulp van het reintegratiebureau te hebben gehad. Het oordeel over de begeleiding door UWV is echter slecht. Uit de WIA monitor vangnetters blijkt dat het zeer negatieve oordeel vooral samen hangt met de eerdere ervaringen met UWV. Er is namelijk een zeer sterke samenhang tussen het oordeel over de ondersteuning na de WIAbeoordeling en het oordeel dat men heeft over de gang van zaken rond de WIA-beoordeling én over de begeleiding vanuit UWV ten tijde van de ziekteperiode. Een groot deel van de werkloze ex-vangnetters geeft aan nog geen ondersteuning te hebben ontvangen bij het zoeken en vinden van werk De grote meerderheid van de werkloze ex-vangnetters met een WW-uitkering (80 procent) heeft na de WIA-beoordeling met een medewerker van UWV gesproken. 75% van de respondenten geeft aan dat ze afspraken hebben gemaakt met UWV over de terugkeer naar

KENNISMEMO 07/11 5 van 8 werk. Daarentegen geeft 40% aan nog geen ondersteuning van UWV te hebben gekregen bij het zoeken naar werk. Geconcludeerd kan worden dat een deel van degenen die wel met UWV hebben gesproken, het gesprek niet als ondersteuning bij het zoeken en vinden van werk hebben ervaren. De meeste respondenten geven aan dat zij wel behoefte hebben aan ondersteuning. Daarbij hebben zij dezelfde voorkeuren als de respondenten die wel al ondersteuning hebben gekregen, namelijk hulp bij het vinden van vacatures en een vorm van opleiding of omscholing. De meeste respondenten geven aan dat zij wel behoefte hebben aan ondersteuning. Daarbij hebben zij dezelfde voorkeuren als de respondenten die wel al ondersteuning hebben gekregen, namelijk hulp bij het vinden van vacatures en een vorm van opleiding of omscholing. Uit de bevindingen blijkt tevens dat een intensievere communicatie met de betrokkenen zeer gewenst is. Daarbij moet duidelijk worden gemaakt wat de betrokkenen van UWV kunnen verwachten en wat UWV van de betrokkenen verwacht. Deze communicatie en persoonlijke begeleiding kan al in een vroeg stadium van de ziekteperiode (dus vóór de WIA-beoordeling) worden gestart en worden gecontinueerd na de WIA beoordeling.

Aanvullende notitie Datum 29 mei 2007 Aan Joop Linthorst, Annette Dümig, David Jongen, Fred Paling, Geert Tillemans en Titus Livius Van KENNISCENTRUM Peter Rijnsburger T (020) 687 1956 peter.rijnsburger@uwv.nl Onderwerp Aanvullende notitie 29 mei 07 Reactie op WIA monitor vangnetters; eerste meting. 1. Aanleiding In het kennismemo zijn de belangrijkste uitkomsten van de WIA monitor vangnetters weergegeven. Naast deze uitkomsten zijn de aandachtspunten voor UWV weergegeven. Enkele aandachtspunten zijn inmiddels opgepakt door UWV. In deze aanvullende notitie worden naast algemene aandachtspunten voor UWV, de maatregelen besproken die zijn/worden getroffen door divisies AG en WW naar aanleiding van de geconstateerde aandachtspunten. 2. Aandachtspunten Groot deel van vangnetters met een gering verlies aan verdiencapaciteit is na de WIA beoordeling werkloos De WIA monitor vangnetters is door Regioplan parallel uitgevoerd naast de WIA monitor die in opdracht van de Stichting Arbeid is uitgevoerd en waarbij werknemers worden onderzocht van wie de WIA-claim is afgewezen. Hoewel het voor de hand ligt om een analogie te trekken tussen deze onderzoeken, dient gerealiseerd te worden dat de vangnetpopulatie wezenlijk andere kenmerken heeft dan de populatie werknemers. Hierdoor zijn de re-integratieresultaten die behaald worden op beiden populaties niet zonder meer vergelijkbaar. Vastgesteld wordt tevens dat ruim driekwart van de personen die werken na de WIA beoordeling ook werkten vóór uitval. Uitgaande van deze bevindingen zou men kunnen concluderen dat het hebben van werk vóór uitval mogelijk een belangrijke determinant is voor het bepalen van het hebben van werk na de WIA beoordeling. Dit betekent dat de WW ers die ziek worden (een kwart van de responsgroep) een substantieel kleinere kans maken op werkhervatting. Het succespercentage van werkhervatting na de WIA afschatting dient mede in dit perspectief bezien te worden. Gezien de zwakke positie van de vangnetters kan terecht worden geconcludeerd dat de begeleiding van vangnetters naar werk geïntensiveerd dient te worden. Hiervoor heeft de divisie AG reeds de volgende maatregelen getroffen: ten eerste heeft men de behandeling van vangnet-ziektewetgevallen apart ingericht in klantenteams. Hierdoor kan nog intensiever de focus op begeleiding van de vangnetpopulatie worden opgepakt. Hierbij is tevens een arbeidsdeskundige aan deze teams toegevoegd die als functie heeft om de vangnetter reeds gedurende de ziektewetperiode te re-integreren naar (passende) arbeid. Ten tweede heeft AG

Aanvullende notitie 2 van 3 voorstellen in de U-toets activering zieke vangnetters verwerkt die de re-integratie naar passende arbeid vergemakkelijkt. Deze voorstellen zijn gedaan in vorm van aanpassingen ten aanzien van wetgeving met hierin onder andere verruiming van het begrip passende arbeid. Daarnaast is voorgesteld om het uitvoeringproces betreffende re-integratie-activiteiten te intensiveren. Veel werkende ex-vangnetters met een WW-uitkering ervaren nog gezondheidsbeperkingen Naast de groep met gezondheidsproblemen (ongeveer 40%) geeft ruim 30% van de gedeeltelijk werkende vangnetters aan wegens privé-redenen of andere redenen geen verdere uitbreiding te wensen van het werk 2. Gegeven deze bevindingen gaat UWV actiever cliënten melden dat zij vrij zijn in hun keuze geen verdere uitbreiding van werk te wensen, maar dat dit betekent dat de uitkering gestopt zal worden. Begeleiding door UWV naar werk sluit niet aan bij de eigen wensen Voor wat betreft re-integreren heeft UWV een monitor- en regierol. Het re-integratietraject valt onder de verantwoordelijkheid van het re-integratiebedrijf. Het feit dat meer dan 50% van de steekproefpopulatie zegt de begeleiding van UWV niet te hebben ontvangen dan wel als zodanig te hebben ervaren is een zorgpunt. Deze bevinding geeft aanleiding om nader onderzoek te verrichten naar de oorzaak hiervan. De bevinding geeft in ieder geval aanleiding om de communicatie naar de cliënt tijdens re-integratiegesprekken te verduidelijken met betrekking tot de doelstelling van het re-integratiegesprek en voorts wat de cliënt van UWV mag verwachten. Werkloze respondenten leggen de redenen voor hun werkloosheid buiten zichzelf Uit andere onderzoeken is ook gebleken dat het sombere toekomstbeeld wat betreft de arbeidsmarktkansen de re-integratie naar werk extra bemoeilijkt. De ondersteuning van de werkloze ex-vangnetters zou zich in de eerste instantie moeten richten op het verhogen van de motivatie en het zelfvertrouwen. UWV gaat haar re-integratieaanpak hier op toesnijden. Zowel bij de intensieve begeleidingstrajecten door de re-integratiecoach als bij het vaststellen van het benodigde reintegratietraject bij een re-integratiebedrijf (empowerment trajecten). Een groot deel van de werkloze ex-vangnetters geeft aan nog geen ondersteuning te hebben ontvangen bij het zoeken en vinden van werk In de onderzoeksperiode (1 maart tot 1 juli 2006) was WIA pas enkele maanden van kracht en was de uitvoering van het proces rond de WIA beoordelingen/re-integratie nog niet optimaal ingeregeld. Inmiddels worden werkloze ex-vangnetters met WW op korte termijn na de WIA claimbeoordeling door de AD overgedragen en door de re-integratiecoach uitgenodigd voor een gesprek. We constateren uit onderzoeken dat intensieve begeleiding en het inzetten van dienstverlening voor deze groep noodzakelijk is. UWV dient er voor te zorgen dat in het gesprek met de re-integratiecoach de cliënt beter wordt geïnformeerd over het doel van het re- 2 De overige 30% heeft de vraag over verdere uitbreiding van werk niet ingevuld.

Aanvullende notitie 3 van 3 integratiegesprek: wat kan de client na de WIA beoordeling verwachten van UWV aan begeleiding en wat verwacht UWV van de cliënt. Tot besluit Uit de analyse van de succesfactoren bij het vinden naar werk blijkt dat persoon- en achtergrondkenmerken geen dominerende succesfactor zijn bij het vinden van werk. Hoe groot het aanbod van re-integratie-instrumenten ook is en hoe goed men ook probeert de begeleiding in te richten blijkt ook uit dit onderzoek weer dat naast de uitgangspositie voordat men ziek werd (het hebben van werk) de interne motivatie van de zieke vangnetter een bepalende rol speelt in het al dan niet succesvol re-integreren. Het beïnvloeden van deze factoren is niet eenvoudig en vraagt een specifieke aanpak met desondanks bescheiden succeskansen.