COSUN FOOD TECHNOLOGY CENTER. Postbus BH Roosendaal. Tel.: (076) Fax: (076)

Vergelijkbare documenten
Suiker Unie SVZ Aviko Sensus. Duyniegroep. Cosun Biobased Products TEELT BIORAFFINAGE AFZETMARKTEN

Voorproefje Cosun MVO-verslag 2011

COSUN FOOD TECHNOLOGY CENTER. Postbus BH Roosendaal. Tel.: (076) Fax: (076)

COSUN FOOD TECHNOLOGY CENTER. Postbus BH Roosendaal. Tel.: (076) Fax: (076)

Cosun Biobased Products Postbus MG Breda Telefoon (076) Fax (076) Internet

Thema Kansen benutten binnen een duurzame context

Milieumanagementsysteem Avebe Foxhol

MVO verslag _J01_Cosun_MVO_verslag_2012_NL.indd :02

Wijzer worden van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

PROFIEL INHOUD OVER COSUN COSUN IN 2015 OVER COSUN

Warmte in de Suiker: Het mes snijdt aan twee

MVO-verslag Koninklijke Coöperatie Cosun U.A. Van de Reijtstraat 15, 4814 NE Breda Postbus 3411, 4800 MG Breda

Duurzaamheidsrapport CCL Nutricontrol

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

en dit zijn onze principes

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

De suikerfabriek is eigenlijk een waterfabriek

MVO verklaring

Netwerkbijeenkomst VAVI, VIGEF & NEBAFA

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.

De duurzaamheid van perspulp

5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2

Milieu Management V1.4

Energie Management Actieplan

Beleidsplan MVO

Maatschappelijk Jaarverslag 2012

ONZE VERANTWOORDELIJKHEID

Energie Management Actieplan

ROYAL COSUN. Coöperatie Koninklijke Cosun U.A. Van de Reijtstraat 15, 4814 NE Breda Postbus 3411, 4800 MG Breda

Doel van deze presentatie is : Akkoord op het energiemanagement actieplan voor 2017

Waardeketen Verantwoord en sociaal jaarverslag 2016

Rapportage VHG MVO Wijzer

Rapportage VHG MVO Wijzer

Alles van waarde beschermen en behouden

CO 2 -uitstootrapportage 2011

Duurzaam en helder naar de toekomst

Gedetailleerde doelen Duurzame Zuivelketen

Voortgangsrapportage September 2017

Energie Management Programma 3.B.2

EXCELLING IN CREATING VALUE FROM CROPS. Coöperatie Koninklijke Cosun U.A. Van de Reijtstraat 15, 4814 NE Breda Postbus 3411, 4800 MG Breda

CO 2 -emissierapportage 2016 Centercon B.V.

Evaluatie CO 2 -footprint en besparingsplan CO 2 -prestatieladder 2016

CO 2 Nieuwsbrief

Ab Arbo-advisering i en duurzaamheid + MVO

Rapportage e half jaar Swietelsky Rail Benelux B.V.

Samen aan de slag met CO 2 -reductie

MVO Programma

Jaarverslag Koninklijke FrieslandCampina N.V.

Arnold Maassen Holding BV. Verslag energieaudit. Verslag over het jaar G.R.M. Maassen

W & M de Kuiper Holding

Inzicht. Doelstelling CO2-reductie

NATUURLIJK VERANTWOORD

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017-H1

Jaarplan 2019 Hoek Hoveniers Versie: 18 januari 2019 Jaarplan CO2 2019

Inleiding Ab van Marrewijk, directeur Wematrans

Energiemanagement actieplan 2017

Verstegen Sustainable Values Beleid

CO 2 -emissie voortgangsrapportage 2015 Centercon B.V.

ENERGIE & KLIMAATBESCHERMING

CO 2 Prestatieladder Voortgangsrapportage 2016-H1. Periode: 1 januari t/m 30 juni 2016

Resultaten van ons duurzaamheidsbeleid

Inhoudsopgave. Energiemanagement programma I GMB 2

CO 2 Nieuwsbrief

Hengelo, april Gedragscode Twence

Welkom bij de toolbox: T043 Duurzaam Ondernemen

5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2017 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2

CO2 prestatieladder. Het CO2-verbruik reduceren binnen de gehele organisatie. Inzicht. Doelstelling CO2-reductie

Scope 1: tot aan 2020: 2% reductie per jaar ten opzichte van het basisjaar 2015.

FUGRO GEOSERVICES B.V.

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017 H1

Toelichting ISO Milieuprestatiemeting versie 15 mei 2018

Energie beoordelingsverslag februari 2017

Voortgang CO 2 Reductieplan 2014 Project GOLVO Noord Nederland

Samenvatting Jaarverslag Meer informatie op

Carbon Footprint 2014

Duurzame Industrie. De ombouw van energie-intensief naar energie-efficiënt

Memo. extern. Geachte Mevrouw / Heer,

Groene warmte uit houtpellets Ervaringen met houtpellets voor stadsverwarming

JAARVERSLAG 2014 ROYAL COSUN

Memo. extern. Geachte Mevrouw / Heer,

CO 2 Nieuwsbrief

Maatschappelijk Jaarverslag 2013

Een duurzame boodschap. Duurzaamheidsbeleid en resultaten over 2013

Vergisting anno 2010 Rendabele vergister onder SDE Hans van den Boom 22 april 2010 Sectormanager Duurzame Energie

CO 2. -Ketenanalyse. Duurzaamheidsprestaties in de waardeketen. Het slimme duurzame bouwconcept. Van VolkerWessels

CO 2 -uitstoot/-reductie rapportage 2012 (referentiejaar 2009) NTP INFRA B.V.

Referentiejaar 2009 NTP INFRA BV

Energiezorgplan Van Dorp installaties bv Versie 3.0 (Summary)

Energiebeoordelingsverslag 2016

Doelstelling scope 2: IDDS wil in 2020 ten opzichte van %

CO 2 -update H versie 2, 16 maart 2015

Westvoorne CO 2 - uitstoot

PK Benelux BV. Plan van aanpak maatschappelijk verantwoord ondernemen

Voortgangsrapportage 5 CO 2 -Prestatieladder

CO 2 Prestatieladder Voortgangsrapportage 2018

Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Voortgangsrapportage 4 CO 2 -Prestatieladder

Halfjaarlijkse rapportage footprint, doelstellingen en maatregelen

Transcriptie:

ROYAL COSUN 2 MVO VERSLAG 215 Dit verslag geeft een overzicht van onze aanpak, activiteiten en de resultaten op het gebied van MVO in 215. We zien deze inzet als onlosmakelijk onderdeel van onze bedrijfsvoering. Elk jaar spannen we ons in om verder te verbeteren en brengen we de data en rapportagecyclus voor onze niet-financiële prestaties verder op orde. We laten deze prestaties niet extern verifiëren. Dit verslag is tevens beschikbaar in het Engels. In geval van tekstuele verschillen tussen de Engelse en de Nederlandse versie prevaleert laatstgenoemde. This Sustainability Report is also published in English. In the event of inconsistencies between the English and the Dutch version the latter shall prevail. ROYAL COSUN Postbus 3411 48 MG Breda COSUN FOOD TECHNOLOGY CENTER Postbus 138 47 BH Roosendaal Tel.: (76) 53 32 22 Fax.: (76) 53 33 3 www.cosun.nl info@cosun.com Tel.: (165) 58 28 1 Fax.: (165) 55 13 52 www.cosun.nl AVIKO Postbus 8 722 AA Steenderen SVZ Postbus 9535 481 LM Breda SUIKER UNIE Postbus 1 475 AC Oud Gastel Tel.: (575) 45 82 Fax: (575) 45 83 8 www.aviko.nl info@aviko.nl Tel.: (76) 54 94 94 Fax: (76) 54 94 www.svz.com info@svz-nl.com Tel.: (165) 52 52 52 Fax: (165) 52 52 55 www.suikerunie.nl info@suikerunie.com SENSUS Postbus 138 47 BH Roosendaal DUYNIE GROUP Postbus 86 24 AB Alphen aan den Rijn COSUN BIOBASED PRODUCTS Postbus 3411 48 MG Breda Tel.: (165) 58 25 Fax: (165) 56 77 96 www.sensus.nl info@sensus.nl Tel.: (172) 46 6 6 Fax: (172) 47 34 6 www.duynieholding.com info@duynieholding.com Tel.: (76) 53 32 22 www.cosunbiobased.com

ROYAL COSUN 3 INHOUD OVER COSUN Vestigingen en businessmodel 4 Profiel 5 KENGETALLEN 6 BERICHT VAN DE VOORZITTERS 9 BELEID & ORGANISATIE 1 RAPPORTAGE Verduurzaming grondstoffenteelt 12 Financieel-economische waardecreatie 15 Optimalisatie productieprocessen 17 Beperken hinder door productie 2 Goed werkgeverschap 21 Meldingen vermoeden misstand 23 Coöperatie Koninklijke Cosun U.A. Van de Reijtstraat 15, 4814 NE Breda Postbus 3411, 48 MG Breda Tel.: (76) 53 32 22 Fax.: (76) 53 33 3 www.cosun.nl www.cosun-jaarverslag.nl Royal Cosun 216

OVER COSUN 4 VESTIGINGEN Hoofdkantoren en productievestigingen in Nederland, Europa, V.S. en Azië. Cosun Sensus CFTC Suiker Unie Aviko SVZ Duynie Group Cosun Biobased Products BUSINESSMODEL VERWAARDING VAN GRONDSTOFFEN Ons zakelijk succes wordt in belangrijke mate bepaald door de benutting van de totale grondstof, wat inhoudt dat we alle delen van de plant gebruiken. Dit proces wordt ook wel bioraffinage genoemd. De uitdaging is om gelijktijdig meerdere componenten te winnen. De verwerking van plantaardige grondstoffen is de kern van ons bedrijf. Ruim tachtig procent van de agrarische grondstoffen (biomassa) die wij verwerken, vindt zijn toepassing in voeding. Tien procent gaat naar diervoeding en de rest naar bio-energie en biobased producten. Voedingsmiddelenindustrie

OVER COSUN 5 PROFIEL Royal Cosun is een agro-industrieel concern dat akkerbouwgewassen en andere plantaardige grondstoffen verwerkt. Cosun is een coöperatie waarbij zo n 9. Nederlandse suikerbietentelers zijn aangesloten. De suikerbieten van onze leden worden sinds 1899 door de coöperatie verwerkt. In de loop van de tijd hebben wij nieuwe activiteiten, die vrijwel altijd een relatie met de land- en tuinbouw hebben, aan ons portfolio toegevoegd. Uit plantaardige grondstoffen als suikerbieten, aardappelen, cichorei, groenten en fruit produceren wij een breed assortiment ingrediënten en halffabricaten voor de internationale voedingsmiddelenindustrie. Daarnaast maken wij producten die via de foodservice (horeca en groothandel) en de retail aan consumenten worden aangeboden. In toenemende mate ontwikkelen we ook ingrediënten voor niet-voedingstoepassingen. Zo leveren we producten aan de veevoedersector, ontwikkelen we bouwstenen voor biobased chemicaliën en produceren we bio-energie (groen gas). Van alle bedrijven binnen Cosun zijn Suiker Unie en Aviko het bekendst. Zij produceren van oudsher suiker- en aardappelspecialiteiten. Sensus produceert uit cichorei de voedingsvezel inuline, die wordt gebruikt voor vezelverrijking maar ook om het suiker- en/of vetgehalte in voeding te verlagen. SVZ verwerkt fruit en groenten tot concentraten en puree voor de voedingsmiddelenindustrie. Duynie verhandelt en distribueert veevoer en ontwikkelt hoogwaardige toepassingen op basis van rest- en bijproducten van voedingsmiddelenbedrijven. Cosun Biobased Products is een activiteit in opbouw die zich onder andere richt op de ontwikkeling en productie van functionele groene chemicaliën en materialen op basis van hernieuwbare, plantaardige grondstoffen voor uiteenlopende toepassingen. Royal Cosun beschikt over een gezamenlijk onderzoeks- en ontwikkelingscentrum. In nauwe samenwerking met de bedrijven binnen Cosun werkt het aan betere toepassingen van plantaardige grondstoffen, innovaties in procestechnologie, optimalisatie van energiemanagement en, al dan niet in samenwerking met klanten, het ontwikkelen van nieuwe producten. Daarbij werkt Cosun R&D ook samen met diverse instituten en universiteiten in binnen- en buitenland. Omzet 3.912 medewerkers 29 productievestigingen 9 miljoen ton 9.54 leden / 1.948 miljoen (fte) in 1 landen plantaardige aandeelhouders grondstof verwerkt

KENGETALLEN 6 KENGETALLEN Netto-omzet in miljoenen Recurring EBITDA in miljoenen 2.2 1.772 1.945 2.166 2.115 1.948 3 158 27 241 22 167 2.1 25 2. 2 1.9 15 1.8 1 1.7 5 1.6 Geconsolideerde netto-omzet van Cosun. Meer informatie Recurring EBITDA betreft het operationele resultaat voor over financieel-economische waarde op pagina 15 en 16. afschrijving en amortisatie en geschoond voor verkochte activiteiten en incidentele resultaten. Ledentoeslag in miljoenen Gemiddelde opbrengst per hectare in 2 118 179 187 18 69 5. 4.38 4.871 4.917 4.354 3.31 175 15 4. 125 1 3. 75 2. 5 1. 25 211 212 213 214 215 De ledentoeslag wordt aan de leden uitgekeerd als onderdeel van de quotumbietenprijs en is verwerkt als grondstofkosten in het reguliere bedrijfsresultaat. Meer informatie op pagina 15 en 16. De opbrengst van de bietenteelt per hectare, berekend op basis van de gemiddelde opbrengst bij gemiddelde kwaliteit en met verrekening van premies.

KENGETALLEN 7 Totale CO 2 emissie in ton, per ton product Aantal klachten door hinder,3,29,27,25,25,26 21 58 62 161 27 141,25 18,2 15,15 12 9,1 6,5,25,23,21,22,22 3,4,4,4,3,4 Direct Indirect Het bovenste deel komt voor rekening van de directe uitstoot als gevolg van het gebruik van fossiele brandstoffen. Het onderste deel is de indirecte uitstoot die is gekoppeld aan de ingekochte elektriciteit en is omgerekend naar tonnen CO 2. Meer informatie op pagina 17. Totaal aantal meldingen met betrekking tot productielocaties van Cosun in binnen- en buitenland. Meest gemeld is overlast door geuruitstoot. Gemeten waarden blijven binnen contouren van de milieuvergunningen. Zie ook pagina 2. Watergebruik in m 3, per ton product Hoeveelheid afval in kilo, per ton product 3, 2,5 2,6 2,4 2,3 2,6 7 4, 4, 5,1 6,8 5,8 2,5 6 2, 5 4 1,5 3,5 1,,5 1,4 1,5 1,5 1,6 1,8 3 2 1 2,8 2,6 2,3 3,2 1,1 1,1,9,7,8 1,2 1,4 2,8 3,3 2,6 Grondwater Leidingwater Gemengd Overig gescheiden Totaal watergebruik van alle Cosun-productievestigingen in m 3 per ton product. Meer informatie op pagina 18. Hoeveelheid afval uit Cosun-productie (in kilo per ton product), gesplitst in gemengd en overig gescheiden. Lees meer op pagina 19.

KENGETALLEN 8 Aantal medewerkers gemiddeld in fte Meldingen vermoeden van misstand 4.5 3.581 3.396 3.477 3.799 3.912 1 4 4 9 2 4. 8 3.5 293 6 3. 4 2.5 2 2. 3.288 Aantal fte Aantal fte gecorrigeerd na verkoop activiteiten De ontwikkeling in het aantal medewerkers, gemiddeld over het jaar en met een arbeidsovereenkomst bij Cosun of een van de groepsmaatschappijen. Aantal meldingen via Speak Up systeem per jaar. Deze mogelijkheid om te melden is in 211 binnen Cosun geïntroduceerd. Meer hierover op pagina 23. Aantal verzuimongevallen per 1. medewerkers Ziekteverzuim in % 35 26 32 3 26 24 5 3,8 3,5 3,8 3,8 3,9 3 4 25 3 2 2 15 1 1 Totaal aantal verzuimongevallen bij Cosun-bedrijven, Percentage ziekteverzuim bij de Cosun-bedrijven, exclusief uitgedrukt per 1. medewerkers. Voor meer informatie zwangerschappen. Meer hierover op pagina 22. zie pagina 21.

BERICHT VAN DE VOORZITTERS 9 LEIDRAAD VOOR VERANTWOORD ONDERNEMEN Verstandig en verantwoord ondernemen. Hoe doen we dat en hoe maken we alle betrokkenen, in eerste instantie onze medewerkers, duidelijk wat onze leidende principes zijn? Dat is nog niet zo eenvoudig. Open en eerlijke discussies zijn nodig om dit helder te krijgen. Dit inzicht is in 215 aanleiding geweest onze principes opnieuw te benoemen en ermee aan de slag te gaan binnen alle bedrijven en geledingen van Cosun. De Cosun Principes zijn gegroepeerd aan de hand van vier kernwoorden: samen duurzaam respect aandacht. SAMEN Dit staat voor samenwerken binnen de ondernemingen, het concern, als coöperatie en met externe partijen. Een voorbeeld is het Platform Suikers & Voeding dat in 215 van start is gegaan. Hierin zijn drie schakels in de suikersector vertegenwoordigd: de bietentelers, de suikerindustrie en de -verwerkers in Nederland. Vanuit onze gezamenlijke verantwoordelijkheid zoeken we de dialoog met maatschappelijke organisaties, media en consumenten over suiker in voeding. Te veel calorieën via voeding opnemen in relatie tot het verbruik leidt tot overgewicht, daarover is geen verschil van inzicht. Over de oorzaken en hoe dit tegen te gaan, lopen de meningen uiteen. Wij zullen ons best doen ervoor te zorgen dat de discussie gevoerd wordt op basis van wetenschappelijk onderbouwde feiten. DUURZAAM Dit begrip heeft betrekking op alles wat te maken heeft met continuïteit en de lange termijn, met het oog op het milieu maar ook op mensen en onze bedrijvigheid zelf. Cosun investeert, samen met telers, in het verduurzamen van de diverse teelten. In onze eigen productieprocessen wordt alles in het werk gesteld om zoveel mogelijk waarde te scheppen uit de grondstof en verspilling tegen te gaan. Wij zijn al jaren bezig onze bijstromen op een verantwoorde wijze tot waarde te brengen en blijven door innovatie zoeken naar nog betere toepassingen. Energiebesparing draagt ook aanzienlijk bij aan het tegengaan van verspilling. In dit verslag kunt u lezen wat we hierin beogen en hoe ver we zijn om de gestelde doelen te realiseren. We spannen ons in om dit zoveel mogelijk tegen te gaan en stellen ons open voor het gesprek met de buurt. Cosun wil het respect van anderen verdienen en behouden. AANDACHT Samen vormen onze medewerkers Cosun en ze zijn de spil waar het om draait. Als werkgever voelen we ons verantwoordelijk voor een veilig en prettig werkklimaat en voor de professionele en persoonlijke ontwikkeling van mensen. Als het gaat om veiligheid in het werk, zijn we niet tevreden. Het aantal incidenten en verzuimongevallen is te hoog. We zullen hier meer inspanningen moeten doen om dit getal structureel omlaag te brengen. In het belang van onze medewerkers en van de onderneming als geheel. Ook wat wij produceren en leveren aan klanten, verdient blijvende aandacht. Veilige en verantwoorde voeding is van vitaal belang voor de hele keten en vooral voor de consument. Deze principes geven richting aan onze inzet om op verantwoorde wijze resultaten te boeken. Dat geldt niet alleen voor ons als eindverantwoordelijken maar voor iedereen die behoort tot de Cosun community. Dirk de Lugt Robert Smith Voorzitter raad van beheer Voorzitter concerndirectie RESPECT Een term die verwijst naar de wijze waarop we ondernemen en samenwerken. Ook naar integriteit en verantwoording afleggen aan alle belanghebbenden binnen en buiten het concern. Zorgvuldig omgaan met elkaar, met informatie, met materialen en met regels en afspraken maken daarvan deel uit. Maar ook rekening houden met de omgeving en mensen die in de buurt van een van onze vestigingen wonen. Soms is enige hinder moeilijk te vermijden, lees meer hierover verderop in dit verslag.

BELEID & ORGANISATIE 1 BELEID & ORGANISATIE Cosun wil een aandeel leveren in duurzame ontwikkeling op de terreinen waarop wij actief zijn en invloed kunnen uitoefenen. Dat doen wij vanuit een praktische kijk op maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Het zegt iets over de wijze waarop we diverse belangen afwegen bij beslissingen. ONZE VISIE: SAMEN GROEIEN WE Groei ligt ten grondslag aan alles wat we doen. Wanneer gewassen groeien, komen mensen tot bloei. Door samen te werken, creëren we een toekomst waarin iedereen kan groeien. We leren door te doen en willen het continu beter doen. Ons doel is de gewassen optimaal te benutten. Zo voegen we gezamenlijk blijvende waarde toe in de agrarische keten. Met respect voor de omgeving. Sterk en veerkrachtig. Voor toekomstige generaties. We nemen onze verantwoordelijkheid. MVO-BELEID COSUN STAKEHOLDERS MISSIE PIJLERS Extern Cosun opereert dichtbij de agrarische sector en zet zich Het duurzaamheidsbeleid van Cosun is gebouwd Leden van de coöperatie samen met telers in voor de duurzame teelt van plant- op vier pijlers: Afnemers aardige grondstoffen. Leveranciers / dienstverleners / 1. Verduurzaming grondstoffenteelt samenwerkende partners We zijn ervan overtuigd dat raffinage van plantaardige Investeren in kennis en expertise van onze telers / Consumenten grondstoffen essentieel is voor het optimaal benutten grondstofleveranciers Omwonenden van de vestigingen en duurzaam gebruikmaken van onze agrarische Hogere opbrengsten per hectare Potentiële medewerkers grondstoffen en natuurlijke hulpbronnen. Zoveel mogelijk sluiten van mineralenkringlopen Politiek en overheden Financiële instellingen Wij leveren ingrediënten voor voeding voor mens en 2. Financieel-economische waardecreatie Onderwijs dier, materialen voor tal van niet-voedingtoepassingen Voor leden (bedrijfsinkomen via bietenprijs) Media (pers) en als laatste voor energiewinning. Voor medewerkers (salaris & pensioen) NGO s Voor de maatschappij (producten en belastingen) Wij maken een zorgvuldige afweging met respect voor Intern de mens (people), het milieu en de leefomgeving (planet) 3. Optimalisatie productieprocessen Medewerkers en een economisch gezonde bedrijfsvoering (profit), Optimaal benutten grond- en hulpstoffen, incl. water Ondernemingsraden met het oog op de continuïteit van coöperatie & concern. Besparen op energieverbruik en verlagen CO 2 -uitstoot Verspilling voorkomen en zo weinig mogelijk afval overhouden RICHTLIJNEN Rekening houden met sociale omgeving; zo weinig Cosun Principes mogelijk hinder veroorzaken (geheel herziene gedragscode in 215) Diverse specifieke regelingen 4. Goed werkgeverschap NCR Code voor coöperaties Veilige werkomgeving Fitheid en inzetbaarheid Opleidings- en ontwikkelingsmogelijkheden

BELEID & ORGANISATIE 11 DOELSTELLINGEN Op de sociale en milieuaspecten hebben wij een aantal doelen gesteld om vorderingen te kunnen meten. Daarnaast leggen wij verantwoording af aan onze leden over het gerealiseerde rendement op het geïnvesteerde vermogen en onze bijdrage aan het financiële resultaat per hectare suikerbieten. Dit laatste is een gedeelde verantwoordelijkheid van onze leden/bietentelers en ons als suikerproducent. Meer informatie over onze financiële resultaten is te vinden in het jaarverslag over 215. MENSEN MILIEU Het verzuim als gevolg van ongevallen tijdens het werk uiteindelijk Het energieverbruik per eenheid product in onze productieprocessen naar nul brengen. In 216 is het streven maximaal 17 verzuim- met gemiddeld twee procent per jaar terugbrengen. ongevallen per 1. fte. Hiermee dragen we bij aan het verder terugdringen van de CO 2 -uitstoot Het ziekteverzuim onder medewerkers verder verlagen, in elk geval als gevolg van onze bedrijfsactiviteiten. beneden het gemiddelde van de voedingsmiddelenindustrie Optimaal verwaarden van alle plantaardige grondstoffen (biomassa) (CBS-cijfer 214: 4,8%) houden. tot producten voor voeding voor mensen en dieren, non food en Het aantal klachten van omwonenden van onze productielocaties energie, en daarmee zoveel mogelijk tegengaan dat biomassa als terugbrengen. Uiteindelijk is het doel gemiddeld minder dan één afval afgevoerd moeten worden. per productielocatie. OVERIGE DOELEN Daarnaast ondernemen we actie op andere aspecten. Zo lopen er initiatieven gericht op het verduurzamen van de teelt van agrarische grondstoffen, verstandig omgaan met het gebruik van water in zowel de teelt als de verwerking van gewassen, samenwerking in de keten met het oog op duurzame innovatie, reductie van CO 2 buiten onze eigen productieprocessen en de professionele ontwikkeling van medewerkers door opleiding & training. Ook hierover rapporteren we in dit verslag. VERANKERING Maatschappelijk verantwoord ondernemen is verankerd in onze strategie. De raad van beheer is eindverantwoordelijk voor het beleid; de raad van toezicht oefent zijn controlerende taak uit. De uitvoering van het ondernemingsbeleid is toevertrouwd aan de concerndirectie; de voorzitter daarvan legt verantwoording af aan de raad van beheer. SAMENWERKEN EN COÖRDINEREN De groepsdirecteuren zijn binnen hun onderdeel verantwoordelijk voor het eigen beleid en de uitvoering daarvan. Op concernniveau zijn de onderlinge afstemming en samenwerking in handen van een overkoepelend MVO-platform. De samenstelling van dit platform is als volgt: Anouk ter Laak, voorzitter - lid concerndirectie Coen de Haas, secretaris - milieucoördinator Cosun Dick van der Aart, marketing manager Aviko Iwan Blankers, directeur Sensus Etiënne Geerts, lid centrale ondernemingsraad Jobien Laurijssen, manager Duurzaamheid SVZ Derk van Manen, manager QNR Duynie Frank van Noord, directeur R&D Suiker Unie Willy van Oorschot, manager corporate communicatie Cosun De businessgroepen hebben elk een stuurgroep en soms ook werkgroepen op de diverse terreinen, bijvoorbeeld op die van milieu en medewerkers. De managementteams van de groepen coördineren, sturen en meten de uitvoering en rapporteren daarover. De lijnen komen samen in de concerndirectie. Binnen de concernstaforganisatie is een werkgroep die zorgt voor de rapportages en het verslag op concernniveau.

RAPPORTAGE 12 VERDUURZAMING GRONDSTOFFENTEELT Multinationals die producten van Cosun-bedrijven afnemen, hebben zichzelf ambitieuze duurzaamheidsdoelen gesteld. Deze kunnen zij alleen realiseren als hun leveranciers daaraan bijdragen. Zowel Cosun als externe partijen hebben daarvoor diverse registratiesystemen en benchmarks ontwikkeld. Multinationals hebben in 22 het platform voor duurzame landbouw (SAI) opgezet. Binnen dit platform is het farmer sustainability assessment (SAI-FSA) ontwikkeld. Met dit instrument worden de principes en de praktijk van boerenbedrijven in kaart gebracht. Zo ontstaat inzicht in de duurzaamheidsaspecten per gewas en per teeltgebied. Dat is belangrijk want het duurzaamheidsthema dat binnen een keten de meeste aandacht vraagt, is niet alleen afhankelijk van het gewas, maar ook van het teeltgebied en de lokale omstandigheden. Cosun is met ingang van 216 als concern aangesloten bij SAI. Aviko en SVZ deden dit al eerder. Aviko gaat verder onder de Cosun-vlag, SVZ doet dat ook maar vooralsnog onder de eigen naam. Naast deelname aan dit soort internationale platforms worden binnen Cosun ook maatwerksystemen ontwikkeld. Zo werkt Sensus met het programma Cimone om de cichoreiteelt te optimaliseren en Suiker Unie met Unitip om de bietenteelt op een nog hoger plan te brengen. EcoVadis beoordeelt meer dan 15 industrieën op vier duurzaamheidthema s: milieu, eerlijke handel, arbeidsomstandigheden en leveranciers. EcoVadis doet dit in opdracht van meer dan veertig multinationals. De onafhankelijke leveranciersbeoordeling leverde Suiker Unie in 215 wederom de gouden status op. Ook SVZ behaalde in 215 de gouden status bij EcoVadis. AARDAPPELEN Duurzaamheid heeft bij Aviko geen extra impuls gekregen in 215. Lopende projecten gaan door waarbij de borging van de voedselveiligheid, teeltregistratie en tracking & tracing fors verbeterd zijn. De toenemende eisen die afnemers van Aviko aan producten stellen, zijn steeds meer voelbaar. Aviko speelt hierop in met diverse acties en maatregelen. Zo heeft het productiebedrijf in Steenderen in 215 de BRC-A-status behaald. BRC is een wereldwijd erkende standaard voor voedselveiligheid. CICHOREI Sensus is in 215 gestart met een ambitieus programma om het teeltrendement structureel verder te verbeteren. Daarin staat de teeltmonitor Cimone centraal. Dit nieuwe monitoringprogramma helpt de cichoreiteler inzicht te krijgen in zijn teelt en het rendement dat hij realiseert. Sensus helpt telers daarbij en moedigt hen aan optimaal gebruik te maken van Cimone, onder andere met een extra financiële stimulans. Over de jaren heen wordt er veel kennis in Cimone opgebouwd waarmee individuele telers en Sensus hun rendement verder kunnen verbeteren. Het motto blijft: een zo hoog mogelijke opbrengst [output] realiseren met zo min mogelijk input. Inmiddels wordt bijna de helft van alle cichorei bij het verladen ontdaan van aanhangende grond door aanvullende reiniging. Dit betekent dat er aanzienlijk minder aarde wordt meegenomen naar de fabriek dan voorheen. In campagne 215 zijn twee nieuwe reinigingsconcepten in de praktijk getoetst in regio s waar nog niet aanvullend wordt gereinigd. In 216 kiest Sensus voor een van beide en vanaf campagne 216 of 217 wordt die ingevoerd.

RAPPORTAGE 13 GROENTE & FRUIT Als industrieel verwerker van groente en fruit werkt SVZ met een grote diversiteit aan grondstoffen afkomstig uit verschillende teeltgebieden. Deze worden rechtstreeks van telers, maar ook via coöperaties of andere ketenpartners betrokken. Door de toenemende aandacht voor duurzame landbouw en transparantie binnen de productieketen is controle in alle schakels van de keten belangrijk. In 215 heeft SVZ voor een aantal klanten separate aanvoerketens opgezet, waarbij duurzaam geteelde producten traceerbaar zijn tot aan de teler. Ook heeft SVZ in tal van de eigen aanvoerlijnen instrumenten (o.a. SAI-FSA) uitgerold waarmee ze vorderingen kan toetsen. De uitkomsten helpen om de juiste accenten te zetten. Dit houdt ook in dat SVZ telers helpt met het verder verduurzamen van de teelt. Zo trainen de eigen agronomisten jaarlijks duizenden lokale, overwegend kleinschalige roodfruittelers in Polen, in onder meer het verantwoord gebruik van nutriënten en geïntegreerde gewasbescherming. Elk jaar wordt dit trainingsprogramma uitgebreid en op basis van de resultaten worden nieuwe onderwerpen toegevoegd. In 215 is deze training ook in Servië geïntroduceerd. In Spanje is de afgelopen jaren, in samenwerking met afnemers en lokale kennisinstellingen, veel kennis opgedaan over efficiënte irrigatie. Om deze kennis breder te benutten, werkt SVZ sinds 214 op grotere schaal samen met andere voedingsmiddelenbedrijven, retailers, het Wereld Natuur Fonds en lokale stakeholders aan een beter watermanagement in de regio. Ook is het afgelopen jaar geïnvesteerd in kennisuitwisseling tussen irrigatie-experts in Spanje, Polen en Engeland. De samenwerking met de ornithologische vereniging van Lublin (Polen), een lokale NGO die zich inzet voor bescherming van vleermuizen, is in 215 voortgezet. Na tellingen bleek ongeveer 15% van de opgehangen nestkastjes inmiddels bewoond. SUIKERBIETEN Suiker Unie heeft diverse initiatieven genomen om de bietenteelt verder te verduurzamen door: teeltadviezen te geven via eigen media (bijvoorbeeld websites en ledenblad) en tijdens bijeenkomsten met telers in het land; specifieke programma s zoals IPM (integrated pest management) en Biodiversiteit & Bietenteelt. Het IRS, instituut voor praktijkonderzoek in de bietenteelt, speelt hierin een belangrijke rol; Unitip in te zetten. De duurzaamheidsmodules worden nog verder ontwikkeld en Suiker Unie moedigt alle telers aan hieraan mee te doen; deelname aan Veldleeuwerik, een programma voor bedrijfsbrede verduurzaming van de akkerbouw. In 213 en 214 deed SAI binnen de EU een pilot in de bietsuikerproductie waaraan Suiker Unie heeft deelgenomen. SAI bepaalde zelf wie het hiervoor benaderde en hoe hoog de lat werd gelegd. In 215 is een volgende stap gezet. Suiker Unie heeft op aangeven van SAI een onafhankelijke instantie (CLM) een benchmark laten uitvoeren tussen de voorwaarden van de SAI-FSA en bestaande duurzaamheidprogramma s en -regels bij Suiker Unie. In dit geval: wet- en regelgeving in Nederland en de EU, de leveringsovereenkomst tussen bietentelers en de coöperatie, voedselveiligheidscertificaat suikerbieten van Suiker Unie en het eigen teeltregistratie- en evaluatieprogramma Unitip. De uitkomst van de benchmark is beoordeeld door SAI met als resultaat: alle bietentelers in Nederland scoren niveau Zilver en Unitip-deelnemers scoren niveau Goud. Suiker Unie wil binnen afzienbare tijd alle bietentelers laten aanhaken bij dit programma.

RAPPORTAGE 14 Figuur 1. Suikeropbrengst in kg per hectare Figuur 2. Energiegebruik versus suikeropbrengst 11.89 11.125 12.321 14.7 12.565 13.9 13.522 13.28 15.133 13.915 16. 14. 12. 1. 8. 6. 1.775 1.198 1.178 1.58 1.54 1.26 26 968 11.52 27 28 11.334 11.955 29 12.221 21 12.724 211 13.23 212 213 13.38 13.66 214 13.876 215 16. 15. 14. 13. 12. 11. 1. 13.28 12.565 13.9 13.522 13.915 15.133 213 21 211 212 215 214 1.2 1.15 1.1 1.5 1. 95 9 Gemiddelde opbrengst in het jaar Vijfjaarsgemiddelde (over de vier voorafgaande jaren en het aangeduide jaar) Suikeropbrengst, in kg per hectare Energiegebruik in de teelt, in MJ per ton suiker Figuur 1 laat zien dat de opbrengst per hectare, zeker als die wordt gemiddeld over vijf jaren, een stijgende lijn vertoont. De verschillen van jaar tot jaar zijn vooral het gevolg van het weer tijdens het groeiseizoen. 214 liet een extreem hoge suikeropbrengst zien van ruim 15 ton per ha. De vroege zaaidata, hoge temperaturen in het voorjaar, relatief weinig stressfactoren zoals droogte en plantenziekten en -plagen hebben hieraan zeker bijgedragen. Deze factoren waren in het teeltseizoen 215 minder gunstig waardoor de suikeropbrengst per ha lager uitkwam dan in het topjaar 214. Nieuwe bietenrassen en uiteraard het vakmanschap van de telers leverden eveneens een bijdrage aan hoge opbrengsten. Suiker Unie ondersteunt bietentelers bij het optimaliseren van de teelt met advies, gebaseerd op onderzoek van onder andere het IRS (www.irs.nl). Figuur 2 laat zien dat er een directe relatie is tussen de suikeropbrengst per hectare bieten en het energiegebruik in de teelt door bijvoorbeeld bewerkingen met werktuigen. Hoe meer suiker van een hectare wordt gehaald, hoe minder energie er nodig is per kilo suiker. In grote lijnen wordt de bietenteelt steeds energie-efficiënter. Belangrijkste oorzaak hiervan is de stijgende opbrengst. Door optimalisatie slagen telers erin de opbrengsten verder te verhogen. Ze gaan dus niet meer bewerken, bemesten en het gewas beschermen, maar zetten de juiste maatregel op het juiste moment in. Hierdoor stijgen de opbrengsten bij gelijkblijvende input. COPRODUCTEN De meeste Cosun-bedrijven verwerken plantaardige grondstoffen tot voedingsmiddelen en -ingrediënten. Tijdens dat verwerkingproces houden ze altijd delen van die grondstoffen over zoals bieten- en cichoreipulp, aardappelsnippers, stoomschillen en zetmeel. Dit noemen we coproducten. Duynie verzamelt deze, niet alleen van de zusterbedrijven binnen Cosun maar ook van externe leveranciers zoals bierbrouwerijen. Duynie maakt er producten van die geschikt zijn voor diervoeding. En producten die hun weg vinden naar sectoren als biogasproductie en oliewinning. Ook producenten van behang- en etikettenlijm en de papierindustrie behoren tot de afnemers.

RAPPORTAGE 15 FINANCIEEL-ECONOMISCHE WAARDECREATIE De belangrijkste gebeurtenissen in en rond de coöperatie en de resultaten van het concern licht Cosun toe in het jaarverslag 215. We gaan daarin gedetailleerd in op de cijfers in de jaarrekening. In dit maatschappelijk verslag leggen wij het accent op de waarde van onze bedrijfsvoering. Waardecreatie in termen van omzet, van inkomen voor onze leden en medewerkers, en van investeringen, ook in verduurzaming van onze productieprocessen. Cosun creëert toegevoegde waarde en speelt een significante economische rol door: grondstoffen te verwerken tot producten voor onze vele klanten; substantiële betalingen aan leveranciers, medewerkers, de overheid en kapitaalverschaffers. Het onderstaande overzicht toont de toegevoegde waarde die Cosun in staat is te creëren door middel van afzet van producten, na aftrek van vergoeding aan leveranciers en leden voor producten en diensten. In 215 is 642 miljoen waarde gecreëerd. Van dit bedrag is 499 miljoen betaald aan werknemers, leden, de overheid en andere kapitaalverschaffers. Het saldo van de toegevoegde waarde werd behouden en wordt geherinvesteerd in Cosun, in activa en de uitbreiding van de activiteiten. OMZET Door onze plantaardige grondstoffen optimaal te benutten, creëren we waarde. De totale omzet daalde in 215 naar 1.948 miljoen: een omzetdaling van 8% ten opzichte van 214. Suiker Unie had last van de historisch lage suikerprijzen in de Europese markt, waardoor de omzet achterbleef bij 214. Bij Aviko steeg de omzet door hogere afzet en verkoopprijzen in vergelijking met 214. Ook de omzet van Sensus is in 215 gestegen. De omzet van SVZ is nagenoeg gelijk gebleven terwijl de omzet van Duynie is gedaald ten opzichte van 214. Het grootste deel van de concernomzet wordt in Europa gerealiseerd (circa 85%). RESULTAAT Cosun realiseerde in 215 een lager resultaat dan in 214, maar wel hoger dan verwacht. Het operationele resultaat vóór afschrijving en amortisatie, en geschoond voor verkochte activiteiten en incidentele resultaten (recurring EBITDA) daalde van 22 miljoen in 214 naar 167 miljoen in 215. TOEGEVOEGDE-WAARDEOVERZICHT In miljoenen euro 215 214 Netto-omzet 1.948 2.115 Overige opbrengsten en wijzigingen in de voorraad 39 42 Bijdrage aan leveranciers van grondstoffen -/- 981 -/- 1.55 Bijdrage aan andere dienstverleners -/- 364 -/- 367 Toegevoegde waarde die gecreëerd is 642 735 Personeel (loon) 255 251 Leden (bieteninkopen en ledentoeslag) 23 283 Financiers (rente) 6 4 Overheid (belasting) 8 27 Waardeverdeling naar stakeholders 499 565 Ingehouden winst 46 79 Afschrijvingen 98 91 Waarde ten behoeve van herinvestering 143 17

RAPPORTAGE 16 LEDEN Als coöperatie keren we een groot deel van het resultaat uit aan onze leden. De ledentoeslag kwam uit op 69 miljoen (een daling van 36% ten opzichte van 214). De quotumbietenprijs voor onze leden kwam daarmee lager uit op 43,1 per ton biet (214: 5,18 per ton) op basis van een gemiddeld suikergehalte en een gemiddelde winbaarheid. De gemiddelde suikeropbrengst per hectare lag in 215 met 13,9 ton fors lager dan in 214 (15,1 ton). Hierdoor kwam de gemiddelde opbrengst voor de Nederlandse bietenteler uit op 3.31 per hectare, 1.53 lager dan in 214. De financiële opbrengst per hectare is een belangrijke graadmeter voor de rentabiliteit van de bietenteelt. INVESTERINGEN De liquiditeitspositie was voldoende om de investeringen in onze fabrieken uit eigen middelen te financieren. De gezonde financiële positie betekent een sterke uitgangspositie voor verdere uitvoering van onze groeistrategie. De investeringen in vaste activa bedroegen in 215 in totaal 14 miljoen (214: 112 miljoen). Ook in 215 hebben we vooral in onze suiker- en aardappelactiviteiten geïnvesteerd. Deze investeringen zijn voornamelijk gericht op verdere uitbreiding en flexibilisering van de productiecapaciteit, naast de reguliere vervangingsinvesteringen. In 215 heeft Cosun beperkt geïnvesteerd in versterking van de activiteiten door middel van acquisities (214: 19 miljoen). Ook komend jaar blijft Cosun in verschillende segmenten investeren om zo de marktpositie verder te versterken. Figuur 3. Waardeverdeling 215 Geherinvesteerde waarde Afschrijvingen 12% Waardeverdeling naar stakeholders Ingehouden winst 7% Overheid (belasting) 1% Financiers (rente) 1% Personeel (loon) 4% Leden (bieteninkopen en ledentoeslag) 36%

RAPPORTAGE 17 OPTIMALISATIE PRODUCTIEPROCESSEN Zorg voor het milieu bij het verwerken van plantaardige grondstoffen komt vaak neer op het tegengaan van verspilling. Grond- en hulpstoffen, energie, water en restanten willen we optimaal benutten. Daarnaast streven we ernaar de uitstoot van CO 2, geur en geluid te beperken, kijken we kritisch naar de verkeersveiligheid rond onze vestigingen en de uitstraling van onze gebouwen, installaties en bedrijfsterreinen. Op concernniveau meet Cosun zaken als de CO 2 -emissie door onze fabrieken, het watergebruik in de processen, de hoeveelheid restmaterialen en het aantal klachten uit de omgeving. Overzichten van deze metingen zijn gebaseerd op cijfers van alle productievestigingen, ook van die in het buitenland. De cijfers zijn omgerekend naar eenheden per ton product om het beeld niet te laten vertroebelen door variaties in de omvang van de verwerkte oogsten. Het totaalbeeld van de milieuprestaties in 215 is vergelijkbaar met dat van 214. Het aantal klachten over hinder door productieactiviteiten is gedaald maar nog steeds hoger dan onze norm. De Nederlandse normen voor de uitstoot van NO x worden strenger. Al onze vestigingen zijn aan de slag om ervoor te zorgen dat ze binnen deze krappere normen kunnen (gaan) produceren.,3,25,2,15,1 Figuur 4. Totale CO 2 emissie in ton, per ton product,29,27,25,25,26 CO 2 -EMISSIE De samenstelling en kwaliteit van de verwerkte oogsten variëren van jaar tot jaar. Het netto-effect hiervan op het energieverbruik is nauwelijks te beïnvloeden. Tegelijkertijd bestaat een fors deel van onze kostprijs uit energiekosten. De doelstelling is om, vanaf 21, per jaar gemiddeld minimaal 2% op het totale energieverbruik per ton product te besparen waardoor ook de CO 2 -uitstoot per ton product afneemt. De afgelopen jaren is deze doelstelling bijna altijd gerealiseerd. Het afgelopen jaar was dit eveneens het geval. Kijken we naar het gemiddelde van de afgelopen vijf jaar, dan is de doelstelling gehaald en zouden we het gestelde doel in 22 moeten kunnen halen. Elke extra besparing vraagt echter een steeds grotere inspanning. Het wordt dus steeds lastiger om die 2% per jaar te realiseren. WARMTEKRACHTKOPPELING Cosun is voortdurend op zoek naar mogelijkheden om de productiecapaciteit beter te benutten. En daarmee te besparen op het gebruik van gas en elektra. Bijna alle bedrijven produceren stoom voor hun energievoorziening. Dit betekent dat zij gas verstoken om die stoom te maken en zo tevens zelf voor een groot deel in hun elektraverbruik kunnen voorzien. De hieraan gerelateerde CO 2 -uitstoot is weergegeven als directe uitstoot. De indirecte CO 2 -emissie is berekend op basis van de netto ingekochte elektriciteit en de door de leveranciers opgegeven gemiddelde CO 2 -uitstoot per kwh. Daar waar de specifieke getallen niet beschikbaar zijn, gaan we uit van de landelijke gemiddelden.,5,25,4,23,4,21,22,22,4,3,4 Direct Indirect Figuur 4 laat zien hoeveel ton CO 2 wordt uitgestoten voor elke ton product die Cosun productiebedrijven produceren. De energiespecialisten op de vestigingen zijn, met hulp en ondersteuning van Cosun Food Technology Centre (CFTC), op diverse locaties bezig met het optimaliseren van processen of zelfs het geheel vervangen van stoomketels en randapparatuur. Alles met het doel om de energie-efficiency verder te verhogen en daarmee de milieubelasting te verlagen.

RAPPORTAGE 18 TRANSPORT Cosun kijkt ook naar CO 2 -emissies in de schakels vóór en na de productieprocessen. Denk daarbij aan de aanvoer van grondstoffen naar de fabrieken en het vervoeren van producten naar onze klanten. Met betere planning en belading, zoveel mogelijk retourvrachten, lichtere en zuiniger transportmiddelen, het nieuwe rijden en dergelijke kunnen we het aantal transportkilometers per ton product verminderen. Daarmee verlagen we ook de CO 2 -emissie. Ook het aanbieden van halffabricaten draagt hieraan bij. Suiker Unie levert vloeibaar diksap aan klanten waardoor het energie-intensieve kristalliseren niet meer nodig is. Klanten verwerken het product direct in hun eigen proces en hoeven ook geen water meer toe te voegen. Hierdoor neemt het totale energieverbruik in de suikerketen af. WATERGEBRUIK In de voedingsmiddelenindustrie wordt veel water gebruikt, bijvoorbeeld om grondstoffen te wassen, als proceswater en om procesinstallaties grondig te reinigen. In plantaardige grondstoffen zelf zit ook water dat we, na zuivering, kunnen hergebruiken. De totale hoeveelheid water in m 3 hangt direct samen met de omvang van de te verwerken oogsten. Wij sturen dan ook niet op het waterverbruik in absolute termen. Figuur 5. Watergebruik in m 3, per ton product 2,5 2,6 2,4 2,3 2,6 3, 2,5 Voor het ophalen van coproducten bij leveranciers en het afleveren van producten aan klanten van Duynie is veel transport nodig. Het loont dus de moeite om ritten efficiënt te plannen. Het eigen wagenpark bestaat uit 15 vrachtwagens waarop in totaal 26 chauffeurs rijden. Ieder jaar weer lukt het beter om het aantal lege kilometers omlaag te brengen. Zo is een project gestart om de beladingsgraad te optimaliseren. Op basis van speciale meetapparatuur kan de vulgraad van silo s en containers real time worden uitgelezen waarop transportplanningen precies kunnen worden afgestemd. Begin 216 onderzoekt Duynie welk softwarepakket de planning verder kan optimaliseren. Daarnaast worden chauffeurs getraind op veilig rijgedrag, het voorkomen van schade en een zo laag mogelijk brandstofverbruik. Via maandoverzichten krijgen ze hier zelf inzicht in: dit bevordert het bewustzijn en helpt hen om het geleerde in de praktijk te blijven brengen. Er is zelfs een interne competitie wie de beste scores haalt. De gezamenlijke maatregelen leveren jaarlijks behoorlijke besparingen op brandstof op en daarmee ook op kosten en de uitstoot van CO 2. Bij iedere uitbreiding of vernieuwing van het wagenpark wordt erop gelet of het materieel voldoet aan de strenge milieueisen en lage emissiewaarden heeft door zuinige motoren. 2, 1,5 1,4 1,5 1, 1,5 1,8 1,6,5 1,1 1,1,9,7,8 Grondwater Leidingwater In 215 is het watergebruik per ton product gestegen. De stijging in het grondwaterverbruik is grotendeels te verklaren door ontwikkelingen binnen de productportfolio en een verbeterde rapportage van recent verworven bedrijven. De resterende toename te verklaren vereist nader onderzoek. In bepaalde regio s wordt zoet water steeds schaarser. Daarom zoeken wij, vooral in dergelijke schaarstegebieden, naar toepassingen van water dat we niet meer nodig hebben en van goede kwaliteit is. Zoveel mogelijk water wordt na zuivering opnieuw gebruikt. Dat kan echter niet altijd of onbeperkt vanwege voedselveiligheidseisen. Omdat we voedingsmiddelen produceren, moet het water van drinkwaterkwaliteit zijn. Water dat over is, wordt in de eigen installaties gezuiverd en op het oppervlaktewater geloosd of, na voorzuivering, op het openbare riool. De kwaliteit van de eigen zuiveringsinstallaties is goed. In sommige gevallen wordt geloosd op oppervlaktewater waarvoor hoge kwaliteitseisen gelden. Dit stelt hoge eisen aan de zuiveringsinstallaties en het beheer ervan.

RAPPORTAGE 19 Figuur 6. Hoeveelheid afval in kilo, per ton product Figuur 7. Plantaardig restmateriaal in kilo, per ton product 7 4, 4, 5,1 6,8 5,8 1 82 57 38 43 6 8 5 4 3,5 6 3 2,3 3,2 4 2 1 2,8 2,6 2 1,2 1,4 2,8 3,3 2,6 Gemengd Overig gescheiden Hoeveelheid plantaardig restmateriaal dat extern wordt gecomposteerd of vergist AFVAL Cosun onderscheidt twee soorten restmateriaal: gescheiden en gemengd afval. Het gescheiden afval wordt afgevoerd en bestaat uit materialen als papier & karton, hout, stenen, kunststoffen & plastic, en chemische stoffen. Wat resteert, wordt aangeduid met gemengd afval. Per ton product zien we een afname in de hoeveelheid restmateriaal ten opzichte van 214. Om het in perspectief te plaatsen: per 1. kilo product dat onze fabrieken verlaat, resteert nog geen zes kilo afval waarvan we ons ontdoen. Cosun streeft ernaar om afval zoveel mogelijk te voorkomen en bruikbare restmaterialen zo nuttig mogelijk in te zetten. ORGANISCH RESTMATERIAAL Vanaf 211 zijn biomassavergistingsinstallaties in gebruik genomen bij de drie suikerfabrieken van Suiker Unie. Deze kunnen organische restanten uit onze productieprocessen omzetten in biogas. Dit doen we als er geen hoogwaardiger toepassing van deze restanten mogelijk is, zoals in veevoer bijvoorbeeld. Als er meer restmateriaal is dan we zelf kunnen vergisten op de locatie, dan brengen we dat bij voorkeur naar een externe biomassavergister. In beide gevallen is er voor ons geen sprake van afval maar van een economische toepassing van restmateriaal. De verwerking van organische restanten in eigen beheer resulteerde in een afname van organisch restmateriaal van 82 kg per ton productie (211) naar 38 kg per ton product in 213. In 214 zagen we een lichte stijging doordat een deel van de bietenpunten van de fabriek in Vierverlaten extern is vergist tot biogas. In 215 is de hoeveelheid plantaardig restmateriaal over de gehele linie opnieuw toegenomen. Een meer gedetailleerd inzicht in de in- en externe stromen van organische bijproducten is nodig om tot een juiste analyse te kunnen komen. Hieraan zullen we in 216 aandacht besteden. Figuur 7 laat de hoeveelheid organisch restmateriaal zien die onze fabrieksterreinen verlaat richting externe biomassavergister of composteerder. BIO-ENERGIE Suiker Unie maakt groen gas dat wordt gewonnen uit plantaardig restmateriaal, zoals bietenpuntjes, bladresten en een deel van de pulp die vrijkomt bij de verwerking van bieten tot suiker. Dit laatste gebeurt alleen als we de verse perspulp niet als veevoer kunnen afzetten. Het is dan een alternatief voor pulp drogen. Dat kost zoveel energie dat het vanuit milieuoogpunt beter is om er juist energie (in de vorm van biogas) van te maken. Suiker Unie produceert in drie installaties ruim 3 miljoen m 3 groen gas per jaar. Dit gas wordt voor het grootste deel aan het openbare net geleverd. Financieel gezien is dit de aantrekkelijkste optie. Wel rijdt een deel van de vrachtauto s van Suiker Unie op eigen groen gas. Hiermee geven we inhoud aan de zogenaamde green deal met de overheid om het transport te verduurzamen. Daarnaast maken ook andere productiebedrijven binnen Cosun al jaren biogas uit proceswater in zogenaamde methaanreactoren. De Aviko-vestiging Steenderen levert proceswater aan een nabijgelegen rioolwaterzuivering die er energie en mineralen (vooral struviet) uit wint. Dit laatste levert tevens een bijdrage aan het sluiten van mineralenkringlopen van plantenvoedingstoffen, zoals fosfaat, die zo teruggebracht kunnen worden naar de akkers.

RAPPORTAGE 2 BEPERKEN HINDER DOOR PRODUCTIE Cosun telt in totaal 29 productielocaties in binnen- en buitenland. De grootschalige productieprocessen van onze bedrijven leiden soms tot hinder voor de omwonenden. Soms staat een fabriek dicht bij een woonwijk waardoor omwonenden last kunnen hebben van geur of geluid vanuit de productieprocessen. Ook het vervoer van grond- en hulpstoffen met vrachtwagens naar onze locaties kan overlast geven voor omwonenden die langs de verkeersroutes in de omgeving van onze fabrieken wonen. Figuur 8. Aantal klachten door hinder van productievestigingen van Cosun 58 62 161 27 141 21 18 15 12 9 6 3 Ten opzichte van 214 is het aantal klachten gedaald tot 141 in 215. De meeste klachten hebben te maken met hinder in de omgeving van twee productievestigingen die ook in voorgaande jaren de meeste klachten noteerden. De daling in het aantal meldingen wijst erop dat de ervaren overlast voor omwonenden afneemt. Toch is het aantal nog steeds te hoog. Bij beide vestigingen wordt daarom gewerkt aan maatregelen om vooral de geuruitstoot significant te verlagen. AVIKO LOMM Rond de productievestiging van Aviko in Lomm ervaren omwonenden hinder, vooral door geuruitstoot. Deze kwestie speelt al enkele jaren. Onderzoeksinstituut TAUW heeft onderzoek gedaan naar de haalbaarheid en effectiviteit van diverse maatregelen om de geuroverlast terug te dringen en advies uitgebracht. In 215 zijn enkele opties, zoals voorgesteld in het adviesrapport, op kleine schaal getest. De uitkomsten ervan wijzen uit dat het bouwen van een nieuwe schoorsteen het grootste effect zal sorteren, tot ongeveer 8% vermindering van de geuruitstoot. In december 215 is Aviko gestart met het aanvragen van de vergunning voor de bouw van zo n schoorsteen. De verwachting is dat halverwege 216 met de bouw kan worden begonnen. SUIKER UNIE VIERVERLATEN Het totaal aantal meldingen bij Suiker Unie is gehalveerd ten opzichte van 214. Vrijwel alle klachten in 215 hebben betrekking op de vestiging Vierverlaten en betreffen overlast door geur vanuit de biomassavergisters en soms ook overlast door de bedrijvigheid in en rond de suikerfabriek. Vooral de directe buren van de vergistingsinstallatie merken snel als er iets in de lucht hangt en melden dat zoals afgesproken onverwijld. Hierdoor is gemakkelijker om patronen te herkennen in de omstandigheden die aanleiding geven tot overlast. Bovendien helpt het om effectieve tegenmaatregelen te kunnen nemen. Ook is er een klankbordgroep waarin vertegenwoordigers namens de omwonenden en specialisten van Suiker Unie, onder leiding van een onafhankelijke voorzitter, van gedachten wisselen over de aard van de klachten en mogelijke oplossingen. Deze vorm van stakeholderdialoog draagt bij aan een goede verstandhouding tussen fabriek en omwonenden.

RAPPORTAGE 21 GOED WERKGEVERSCHAP Onze medewerkers bepalen voor een stevig deel het succes van de onderneming. Goed opgeleide en gemotiveerde mensen die zich elke werkdag weer inzetten om samen een goed product te leveren of daaraan in welke vorm dan ook aan bijdragen. Als werkgever nemen we verantwoordelijkheid door ervoor te zorgen dat onze medewerkers hun werk veilig kunnen doen, dat hun kennis en expertise op peil blijven en dat zij zich kunnen blijven ontwikkelen. Cosun heeft relatief meer senior medewerkers dan junioren. Dat stelt ons voor de opgave om te investeren in de vitaliteit van oudere medewerkers. Ze blijven langer in het arbeidsproces dan een aantal jaren geleden. Als de senioren met pensioen gaan, moeten er voldoende gekwalificeerde jongeren zijn die de vacatures kunnen invullen. Cosun zal dus tijdig voldoende gekwalificeerde jonge mensen moeten werven en hen binnen de bedrijven verder opleiden. In figuur 9 is te zien dat het aantal medewerkers, uitgedrukt in voltijdbanen/fte, de afgelopen jaren licht is gestegen. OPLEIDING EN TRAINING Alle medewerkers moeten hun kennis en expertise op peil houden, juist ook als ze al jaren bij Cosun werken. Sommige trainingen zijn verplicht (hygiënevoorschriften, veiligheid, nieuwe apparatuur). Andere worden aangeboden om vaardigheden te onderhouden of nieuwe kennis te verwerven. Intern krijgen mensen kansen om zich te kwalificeren voor andere functies door aanvullende opleidingen te volgen. Het gemiddeld aantal opleidingsdagen per fte bedraagt ongeveer drie werkdagen op jaarbasis. Cosun heeft elk jaar stagiairs die in het kader van hun opleiding een praktijkstage komen doen of een onderzoeksproject uitvoeren. Studenten krijgen de gelegenheid om praktijkervaring op te doen in hun vakgebied en worden daarbij begeleid door ervaren professionals. VEILIG WERKEN Veiligheid blijft een punt van aandacht en zorg. De totaalscore (index 215: 24) is weliswaar iets gedaald in vergelijking met voorgaand jaar maar het aantal incidenten en ongevallen met verzuim is nog steeds te hoog. Het gepresenteerde indexcijfer betreft het aantal geregistreerde verzuimongevallen per 1. fte. Cosun legt de lat hoger door te streven naar een lager cijfer, namelijk maximaal 17 registraties per 1. fte in 216. Dit betekent een extra inspanning van alle betrokkenen: alert zijn op onveilige situaties, elkaar aanspreken op onveilig gedrag en elkaar aansporen om de veiligheidsregels altijd strikt te volgen. Figuur 9. Aantal medewerkers Figuur 1. Aantal verzuimongevallen 4.5 3.868 3.81 3.834 4.182 4.26 3.289 3.396 3.477 3.799 3.912 35 26 32 3 26 24 4. 3 3.5 25 3. 2 2.5 15 2. 1 Gemiddeld aantal fte (excl. ingeleend) Totaal aantal verzuimongevallen bij Cosun-bedrijven, Gemiddeld aantal fte (incl. ingeleend) uitgedrukt per 1. medewerkers. Aantallen zijn gecorrigeerd voor verkochte activiteiten

RAPPORTAGE 22 In de businessgroepen werken veiligheidskundigen met speciale programma s die medewerkers aansporen om veilig te werken. Hoewel de aanpak verschilt, zijn er ook veel overeenkomsten. Kern is dat medewerkers direct betrokken worden bij dit onderwerp. Dit krijgt de eerste prioriteit. Alle medewerkers krijgen trainingen en instructies op het gebied van veiligheid. Daarmee zijn evenwel nog niet alle ongevallen verleden tijd. Vooral in productieomgevingen zijn daarom veel acties gestart die de veiligheid moeten vergroten en medewerkers bewust moeten maken hoe ze daaraan zelf kunnen bijdragen. Alleen aanpassingen in de structuur of apparatuur zijn niet afdoende. In het kader van TPM (onderdeel Safety, Health & Environment) wordt hier al veel aandacht aan besteed. Het gaat vooral om veilig gedrag van alle medewerkers. Het personeelsbestand wordt gemiddeld steeds ouder (vergrijzing) en de pensioenleeftijd hoger. Mede hierom zijn de businessgroepen met de meeste medewerkers, Aviko en Suiker Unie, al een aantal jaren geleden gestart met programma s die medewerkers ondersteunen en stimuleren om fit te worden en te blijven. Zo n programma kost geld. Maar als deze investering wordt afgezet tegen de kosten van langdurig ziekteverzuim, dan is duidelijk dat dit geld goed wordt besteed. Nog los van de gezondheidswinst voor de deelnemers. Figuur 12. Verdeling man/vrouw eigen medewerkers, gemiddeld over 215, in fte Vrouw 21% Man 79% GEZONDHEID EN FITHEID Het verzuimcijfer binnen Cosun is vrijwel gelijk gebleven. In 214 bedroeg dit 3,8%, in 215 was dat 3,9%. In vergelijking met het gemiddelde ziekteverzuimcijfer (214: 4,8%) in de industrie (bron: CBS) is dit relatief laag. Figuur 11. Ziekteverzuim in % 5 3,8 3,5 3,8 3,8 3,9 4 3 2 1 Percentage ziekteverzuim bij de Cosun-bedrijven, exclusief zwangerschappen. DIVERSITEIT In een aantal bedrijven werken mensen met een beperking of afstand tot de arbeidsmarkt. Ze vragen meer aandacht dan gemiddeld en soms extra begeleiding. De inzet is om hen zo te coachen dat ze na verloop van tijd zo zelfstandig mogelijk hun werk kunnen doen. Het is soms wat zoeken en uitproberen om een passende plek te vinden voor bijvoorbeeld Wajongers. De praktijk leert dat, als het inderdaad lukt, beide partijen heel tevreden zijn over hoe het gaat. Diversiteit in termen van man/vrouwverhouding en de verhouding autochtoon-allochtoon is voor Cosun geen doorslaggevend selectiecriterium bij het vervullen van vacatures of in interne loopbaantrajecten. De geschikte persoon op de juiste plaats is de toetssteen waarbij diversiteit in de samenstelling van teams wel een rol speelt.