BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 1815/Megapool - Horn I. MELDING 1. Op 29 februari 2000 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Megapool Holding B.V. voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over de consumentenelektronica-activiteiten van Horn. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 47 van 7 maart 2000. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. II. PARTIJEN 2. Megapool Holding B.V. (hierna: Megapool) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Haar aandeelhouders zijn ABN AMRO Participaties B.V. [een minderheidsbelang] *, MW Investments B.V. [een minderheidsbelang] en Stichting Administratiekantoor Megapool Holding [een minderheidsbelang]. Zij is actief op het gebied van de groothandel en detailhandel in consumentenelektronica, zijnde bruingoed (audio/videoapparatuur), witgoed (grote en kleine huishoudelijke apparaten) en grijsgoed (computers en telecommunicatieapparatuur), alsmede beeld-, geluids- en informatiedragers (cds en bespeelde en onbespeelde videobanden). 3. De consumentenelektronica-activiteiten van Horn (hierna: Horn) maken onderdeel uit van Horn Beheer B.V. (hierna: Horn Beheer), een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Horn Beheer staat aan het hoofd van de Horn-groep, waartoe Horn Elektro B.V. (hierna: Horn Elektro) behoort. De aandeelhouders van Horn Beheer zijn: MW Investment B.V. [een meerderheidsbelang], NV Industriebank, Limburgs Instituut voor Ontwikkeling en Financiering [een minderheidsbelang] en de heer P.J.S. Horn [een minderheidsbelang]. Horn is actief op het gebied van de groothandel en detailhandel in consumentenelektronica, zijnde bruingoed (audio/videoapparatuur), witgoed (grote en kleine huishoudelijke apparaten) en grijsgoed (computers en telecommunicatieapparatuur), alsmede beeld-, geluids- en informatiedragers (cds en bespeelde en onbespeelde videobanden). III. DE GEMELDE OPERATIE 4. Aanvankelijk meldden partijen een aandelentransactie, maar uit de desgevraagd overgelegde concept-koopovereenkomst met betrekking tot activa en passiva van Horn Beheer B.V. en Horn Elektro B.V. (hierna: concept-koopovereenkomst) van 27 maart 2000 tussen Megapool, Horn Beheer en Horn Elektro, blijkt dat de gemelde operatie een activa-passivatransactie betreft. Uit de aan de overeenkomst gehechte bijlagen blijkt welke
Horn-vestigingen met deze transactie aan Megapool worden overgedragen.[1] Het betreffen hier Nederlandse winkels van de Horn-groep, zowel vestigingen met franchisecontracten[2] als filialen[3], en Belgische winkels van de Horngroep[4]. Eveneens worden overgedragen: arbeidsovereenkomsten, merk-, naam- en logorechten en andere rechten van intellectuele of industrile eigendom, alsmede vergunningen en kasgeld. IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 5. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4, omschreven transactie leidt er toe dat Megapool uitsluitende zeggenschap verkrijgt over de in punt 4 genoemde activiteiten van Horn. 6. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn Megapool en Horn. 7. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkten 8. De activiteiten van partijen overlappen op het gebied van groothandel en detailhandel in consumentenelektronica. 9. In een eerder besluit[5] zijn aparte detailhandelsmarkten onderscheiden voor: a) Bruin- en witgoed (huishoudelijke apparaten, audio- en videoapparaten en personal care-apparaten); b) Beeld en geluidsdragers (cds, bespeelde en onbespeelde videobanden); c) Home office en stationary (personal computers, software, bijbehorende randapparatuur, papierwaren), eventueel onder te verdelen in: 1) Home office (personal computers, software, bijbehorende randapparatuur); 2) Stationary (papierwaren); d) Telefonie (huistelefoons, kleine huiscentrales, mobiele telefoons, faxapparaten). Partijen zijn gezamenlijk actief op bovenstaande markten met uitzondering van de (deel-)markt Stationary. In onderhavige zaak zal dezelfde marktafbakening worden aangehouden.
10. Gezien de beperkte omvang van de groothandelsactiviteiten van partijen op het gebied van consumentenelektronica zal, hoewel in beginsel denkbaar, in onderhavige zaak niet worden overgegaan tot nauwere afbakening van deze markt. Relevante geografische markten Detailhandelsmarkt 11. Partijen geven aan dat Megapool over het gehele grondgebied van Nederland winkels exploiteert en dat Horn in het zuidelijke deel van Nederland en in Belgi actief is. Zij zijn van mening dat de omvang van voornoemde productmarkten nationaal zijn. In dit verband wijzen zij op vergaande ketenvorming, het nationale prijs- en assortimentsbeleid en het feit dat de belangrijkste concurrenten van partijen landelijk opererende ketens van detailhandelaren in consumentenelektronica zijn[6]. 12. Zoals eerder geconcludeerd is[7], hebben detailhandelsmarkten bezien vanuit het perspectief van de consument een lokale dimensie, die wordt bepaald door het gebied waarbinnen een verkooppunt voor de consument binnen een beperkte tijd bereikbaar is. De precieze grootte van dit gebied is afhankelijk van de grootte van de winkels, de infrastructuur van het vervoer, de kwaliteit daarvan, de bevolkingsdichtheid en de mobiliteit. 13. In de onderhavige zaak kan in het midden blijven of de markten voor de detailhandel in bovengenoemde productassortimenten nationaal of lokaal zijn, omdat de materile beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie de punten 15 en 16). Groothandelsmarkt 14. Uit door partijen overgelegde informatie blijkt dat verschillende detailhandelsondernemingen op het gebied van consumentenelektronica landelijk actief zijn. Aangezien de groothandel levert aan de detailhandel wordt in casu uitgegaan van een landelijke groothandelsmarkt voor consumentenelektronica. B. Gevolgen van de concentratie Landelijke markten 15. Partijen geven aan dat Megapool en Horn op alle voornoemde detailhandels- en groothandelsmarkten met een nationale omvang een gezamenlijk marktaandeel hebben dat kleiner is dan 10%.[8] Dit beeld wordt bevestigd door het Jaarboek Detailhandel 1999-2000 van het Hoofdbedrijfsschap Detailhandel. Daarnaast zijn er verschillende andere landelijk opererende ketens actief zoals Vendex (Dixons, Modern, Valkenberg), Its Elektric, BCC en Expert. Lokale markten 16. Indien sprake is van lokale markten dan zijn partijen beide actief in: Weert, Nijmegen, Maastricht (3 filialen), Heerlen, Uden, Rotterdam (7 filialen), Leiden (3 filialen), Den Bosch, Tilburg (3 filialen), Deventer, Arnhem, Hilversum en Veenendaal.[9] Partijen hebben desgevraagd gegevens overgelegd waaruit
blijkt dat in deze plaatsen op de hiervoor beschreven productmarkten voldoende andere aanbieders actief zijn. 17. Gelet op de marktaandelen op de genoemde landelijke markten en gelet op de aanwezigheid van verschillende concurrenten in de plaatsen waar de activiteiten van partijen overlappen, is er geen reden om aan te nemen dat door de concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. VI. NEVENRESTRICTIE. 18. Partijen hebben aangegeven dat de in de concept-koopovereenkomst een non-concurrentiebeding is opgenomen, waarin is bepaald dat de verkopers en de heren P. Horn en M. Horn zich zullen onthouden van activiteiten die gelijk zijn aan of concurreren met die van Megapool in Nederland. Daarnaast is bepaald dat de verkopers en de heren P. Horn en M. Horn geen personen in dienst van Megapool op de overdrachtsdatum actief zullen werven. Deze bedingen gelden voor een periode van 3 jaar na overdracht van de aandelen. 19. De koper van een onderneming zal tot op zekere hoogte beschermd moeten worden tegen concurrerend handelen van de verkoper. De in punt 18 genoemde clausules kunnen als rechtstreeks verbonden aan en noodzakelijk voor de verwezenlijking van de concentratie en derhalve als nevenrestrictie worden beschouwd, voorzover het bereik ervan niet verder gaat dan de activiteiten van Horn op het moment van de overdracht en voorzover het werknemers betreft van Horn, die op het moment van overdracht beschikken over belangrijke knowhow. VII. CONCLUSIE 20. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 21. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. 22. Gelet op de overwegingen in punt 18 en 19 is de directeur-generaal van oordeel dat, voorzover de in punt 18 omschreven clausules overeenkomsten vormen als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet, dat artikel ingevolge artikel 10 van de Mededingingswet, niet geldt voor deze overeenkomsten, voorzover het bereik ervan niet verder gaat dan de activiteiten van Horn op het moment van de overdracht en voorzover het werknemers van Horn betreft, die op het moment van overdracht beschikken over belangrijke knowhow. Datum: 4 april 2000
De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, voor deze: w.g. Drs. R.J.P. Jansen Hoofd Concentratiecontrole Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam. -------------------------------------------------------------------------------- * In deze openbare versie van het onderhavige besluit zijn delen van de tekst weggelaten of vervangen door een bandbreedte om redenen van vertrouwelijkheid. Dit wordt aangegeven door middel van vierkante haken. [1] Dit omvat tevens de volledige inventaris, voorraden, inrichting en andere roerende zaken (niet zijnde computersystemen, software en hardware), alsmede de volledige inventaris, voorraden, inrichting en andere roerende zaken (niet zijnde computersystemen, software en hardware) van de niet over te nemen winkels van de Horn-groep. [2] Het gaat hier om de franchisecontracten met de vestigingen in Oss, Weert, Roermond, Woensel, Etten-Leur, Venray en Uden. [3] Het gaat hier om de filialen in Vlaardingen, Schiedam, Rotterdam (6 filialen), Dordrecht, Hilversum, Veenendaal, Arnhem, Tilburg (2 filialen), Sittard (2 filialen), Eindhoven (2 filialen), Beek, Maastricht (2 filialen), Helmond, Heerlen, Den Haag, Gouda, Leiden (2 filialen), Breda (2 filialen), Den Bosch, Roosendaal, Oosterhout, Bergen op Zoom, Deventer en Nijmegen. [4] Het gaat hier om de vestigingen in Antwerpen (3 vestigingen), Mechelen, Gent, Brugge (2 vestigingen), Aartselaar, Gentbrugge, Sint-Niklaas, Oostende, Hasselt, Aalst, Roeselare, Leuven en Kortrijk. [5] Zie het besluit van 22 december 1999 in zaak 1630/Dixons Radio Modern. [6] Partijen noemen: Vendex (Dixons, Modern, Valkenberg), Its Elektric, BCC en Expert. [7] Zie het besluit in zaak 1630/Dixons Radio Modern, reeds aangehaald, punt 14, het besluit van 5 oktober 1999 in zaak 166/Vendex KBB, punten 17-19, en het besluit van 17 april 1998 in zaak 188/Vendex Food Erma Steenwijk, punten 128-129. [8] Partijen baseren de omvang van de markten op het besluit van 22
december 1999 in zaak 1630/Dixons Radio Modern, mede afkomstig uit het Jaarboek detailhandel 1997-1998 van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel. [9] Partijen hebben aangegeven dat zij voornemens zijn een aantal filialen te sluiten. Aangezien momenteel uit onderliggende stukken onvoldoende blijkt dat deze filialen gesloten worden, zullen ze in onderhavige beoordeling worden betrokken. Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.