OVE Rentefonds Europa 4-7 JAARVERSLAG 2013

Vergelijkbare documenten
Stichting Bewaarneming Fondsen DCO 1. Jaarrekening 2013

HALFJAARBERICHT januari 30 juni 2013

OVE Rentefonds Europa 4-7 JAARVERSLAG 2014

OVE Rentefonds Europa 1-3. HALFJAARBERICHT januari 30 juni 2014

Halfjaarbericht Bright LifeCycle Fonds

Jaarverslag Stichting Optimix Beleggersgiro 2013

OVE Rentefonds Europa 4-7. HALFJAARBERICHT januari 30 juni 2015

OVE Rentefonds Europa 1-3 JAARVERSLAG 2014

Halfjaarbericht Bright LifeCycle Fonds

ANBI Publicatie Stichting De Nijensteen, Heerde

SynVest Beleggingsfondsen nv. Halfjaarcijfers Bestuursverslag Verslag directie 2

Stichting Vrienden van het Mauritshuis te s-gravenhage

OVE Rentefonds Europa 1-3. HALFJAARBERICHT januari 30 juni 2015

OVE Garantie Fonds JAARVERSLAG 2014

JAARRAPPORT Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Zuidplein XV AMSTERDAM

I. DEFINITIES... 2 II. VERSLAG VAN DE BEHEERDER OVER HET BOEKJAAR

ANBI Publicatie Stichting DOB Equity, Amsterdam

OVE Global Sustainability Fund JAARVERSLAG 2014

HALFJAARVERSLAG Over de periode 1 januari 2017 tot en met 30 juni Finles Bond Fund

AANVULLEND PROSPECTUS. Allianz Holland Fund. aandelen serie 4 in Allianz Holland Paraplufonds N.V.

STICHTING DEPOSITARY QUANTRUST MACRO FUND AMERSFOORT JAARREKENING 2013

BNP Paribas Fund IV -BNP Paribas Rente Gigant Garantie Fonds II

Halfjaarverslag. Legal & General Nederland Beleggingen B.V. 2009

Jaarverslag Stichting Optimix Beleggersgiro 2014

OVE Global Sustainability Fund. HALFJAARBERICHT januari 30 juni 2015

JAARVERSLAG Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Zuidplein XV AMSTERDAM

BNP Paribas Garantie Fondsen besloten fondsen voor gemene rekening

Halfjaarbericht Bright LifeCycle Fonds

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

I. DEFINITIES... 2 II. VERSLAG VAN DE BEHEERDER OVER HET BOEKJAAR

STICHTING BEWAARDER COMMODITY DISCOVERY FUND AMERSFOORT JAARREKENING 2014

I. DEFINITIES... 2 II. VERSLAG VAN DE BEHEERDER OVER HET EERSTE HALFJAAR

Jaarrekening Stichting Bewaarder Mn Services Levensloop Fonds 2013

J A A R STUKKEN Pertax BV Ede

I. DEFINITIES... 2 II. VERSLAG VAN DE BEHEERDER OVER HET BOEKJAAR

De Veste B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2018

HALFJAARVERSLAG Over de periode 1 januari 2017 tot en met 30 juni Finles Multi Strategy Hedge Fund I.L.

Ophorst Van Marwijk Kooy Vermogensbeheer N.V. Gouda

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

AANVULLEND PROSPECTUS. Allianz Geldmarkt Fonds. aandelen serie 14 in Allianz Paraplufonds N.V.

De Veste Vermogensbeheer B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2017

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

AANVULLEND PROSPECTUS. Allianz Holland Fund. aandelen serie 4 in Allianz Holland Paraplufonds N.V.

J A A R STUKKEN Pertax BV Ede

HALFJAARVERSLAG Over de periode 1 januari 2017 tot en met 30 juni Finles Fountain Umbrella Fund

BALANS PER 31 DECEMBER 2016 (na resultaatbestemming) ====================== IMMATERIËLE VASTE ACTIVA

AANVULLEND PROSPECTUS. Allianz Holland Obligatie Fonds. aandelen serie 2 in Allianz Holland Paraplufonds N.V.

OVMK Paraplufonds Gouda

I. DEFINITIES... 2 II. VERSLAG VAN DE BEHEERDER OVER HET BOEKJAAR

Essentiële Beleggersinformatie

Supplement K Think Sustainable World UCITS ETF

AANVULLEND PROSPECTUS

ABN AMRO Basic Funds N.V. Jaarrekening 2013

Halfjaarverslag BND Paraplufonds Collectief

JAARREKENING Stichting Steunvermogen. van GGZ Delfland

Beleggingsverslag. 1 januari 2017 tot en met 31 december Aegon Levensverzekeringen NV inzake toeslagen Loodswezen

Beleggingsverslag. 31 december 2015 tot en met 31 december Aegon Levensverzekeringen NV inzake toeslagen Loodswezen

STICHTING BEWAARDER COMMODITY DISCOVERY FUND. (Voorheen Stichting Bewaarder Gold & Discovery Fund) AMERSFOORT JAARREKENING 2012

AANVULLEND PROSPECTUS. Allianz Holland Vastrentend Fonds. aandelen serie 12 in Allianz Holland Paraplufonds N.V.

Stichting Alfred Heineken Fondsen gevestigd te Amsterdam. Jaarverslag Concept

AANVULLEND PROSPECTUS. Allianz Holland Pacific Fund. aandelen serie 5 in Allianz Holland Paraplufonds N.V.

Mijndomein.nl Services BV

ABN AMRO Strategie Fondsen

Eagle Fund Beheer B.V.

OVMK Paraplufonds Gouda

HALFJAARVERSLAG Over de periode 1 januari 2017 tot en met 30 juni Commodity Discovery Fund

Supplement J Think iboxx AAA-AA Government Bond Tracker

BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestemming) ====================== IMMATERIËLE VASTE ACTIVA MATERIËLE VASTE ACTIVA

Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL. te Amsterdam. Jaarrekening 2013

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2011

American Value Fund. Halfjaarverslag. over de periode 5 november 2009 (datum van oprichting) tot en met 30 juni 2010

OPTIMIX VERMOGENSBEHEER NV PUBLICATIEVERSLAG PER 30 JUNI 2018

Loyalis Global Funds HALFJAARVERSLAG 2015

Halfjaarcijfers per 30 juni 2014

Safe Harbour Fund Management B.V. Halfjaar bericht boekjaar 2011

SynVest Beleggingsfondsen N.V.

AANVULLEND PROSPECTUS. Allianz Europa Obligatie Fonds. aandelen serie 2 in Allianz Paraplufonds N.V.

Financiële beleggingen Vorderingen Overlopende activa Liquide middelen

3. Jaarrekening Stichting KHO-Heliomare

AANVULLEND PROSPECTUS

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 1 juli 2010

Halfjaarcijfers per 30 juni 2015

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2010

Aanvullend Prospectus. Centraal Beheer Achmea Depositofonds

Essentiële Beleggersinformatie

BEWAARBEDRIJF AMEURO N.V. Jaarverslag 31 december 2014

ABN AMRO Strategie Fondsen

Jaarrekening 2017 Stichting Brainwash

Stichting Bewaarder Holland Immo Group XI/ Retail Residential Fund te Eindhoven

Tussentijds bericht Staalbankiers Beleggingsfondsen Beheer B.V. per

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2012

Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL. te Amsterdam. Jaarrekening 2012

TG Fund Management B.V. Amsterdam

MPC PRIVATE EQUITYFONDS

3. Jaarrekening Stichting KHO-Heliomare

Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vorderingen Overlopende activa

Fundament Bond Fund. Halfjaarverslag. over de periode 1 januari 2011 tot en met 30 juni 2011

Rotterdams Vastgoedfonds VI CV. Halfjaarcijfers 2010

Transcriptie:

OVE Rentefonds Europa 4-7 JAARVERSLAG 2013

2 Inhoudsopgave I. DEFINITIES 3 II. VERSLAG VAN DE BEHEERDER OVER HET BOEKJAAR 2013 5 1 Profiel 5 2 Kerncijfers 8 2.1 Inleiding 8 2.2 Meerjarenoverzicht 8 3 Beheerdersverslag 9 3.1 In Control Statement 10 III. JAARREKENING 2013 OVE RENTEFONDS OPA 4-7 11 1 Balans per 31 december 2013 12 2 Winst- en verliesrekening over 2013 13 3 Kasstroomoverzicht over 2013 14 4 Toelichting op de jaarrekening 2013 15 4.1 Algemeen 15 4.2 Grondslagen voor waardering van activa en passiva 15 4.3 Grondslagen voor bepaling van het resultaat 4.4 Risicobeheer en financiële instrumenten 18 19 4.5 Toelichting op de balans per 31 december 2013 4.6 Toelichting op de winst- en verliesrekening over 2013 23 27 IV. OVERIGE GEGEVENS 29 1 Voorstel resultaatbestemming 29 2 Gebeurtenissen na balansdatum 29 3 CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT 30 Jaarverslag 2013 OVE Rentefonds Europa 4-7 2

3 I. DEFINITIES Accountant: AFM: Onafhankelijk accountant PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Thomas R. Malthusstraat 5 1066 JR, Amsterdam Stichting Autoriteit Financiële Markten Vijzelgracht 50, 1017 HS Amsterdam Beheerder: tot 1 oktober 2013 APG Investment Services N.V. Gustav Mahlerplein 3, 1082 MS Amsterdam vanaf 1 oktober 2013 1 Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Zuidplein 124, 1077 XV Amsterdam Beleggingsadministrateur: The Bank of New York Mellon SA/NV, Amsterdam branch (formele uitbesteding via de Bewaarder) WTC Podium Office, B Toren, Strawinskylaan 337, 1077 XX Amsterdam Bewaarder: tot 1 oktober 2013 Stichting Bewaarneming APG-IS 1 Gustav Mahlerplein 3, 1082 MS Amsterdam Vanaf 1 oktober 2013 2 Stichting Bewaarneming Fondsen DCO 1, waarvan bestuurder SGG Custody B.V. betreft Claude Debussylaan 24, 1082 MD Amsterdam Bewaarneming: BGfo: DNB: Fiscaal adviseur: The Bank of New York Mellon SA/NV, Amsterdam branch (formele uitbesteding via de Bewaarder) WTC Podium Office, B Toren, Strawinskylaan 337, 1077 XX Amsterdam Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft De Nederlandsche Bank N.V. Westeinde 1, 1017 ZN Amsterdam KPMG Meijburg & Co, Belastingadviseurs Laan van Langerhuize 9, 1186 DS Amstelveen Fonds: het vermogen onder de naam OVE Rentefonds Europa 4-7 vanaf 1 oktober 2013 (tot 1 oktober 2013 onder de naam APG-IS Rentefonds Europa 4-7), waarin ter collectieve belegging effecten, gelden of andere goederen zijn of worden opgenomen, teneinde de Unithouders in de opbrengst daarvan te doen delen 1 Vanaf 15 januari 2013 hebben APG Investment Services N.V. (AGP-IS) en Oyens & Van Eeghen N.V. overeenstemming bereikt tot verkoop van de activiteiten van APG-IS verband houdende met het vermogensbeheer van niet-pensioenfondscliënten aan Oyens & Van Eeghen N.V.. Gedurende de periode van transitie (15 januari tot 1 oktober 2013) naar juridische overdracht heeft uitbesteding van vermogensbeheeractiviteiten aan Oyens & Van Eeghen N.V. en Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. plaatsgevonden. 2 Op 1 oktober 2013 heeft (naast bestuurswijziging) naamswijziging van de Stichting Bewaarneming APG-IS 1 naar Stichting Bewaarneming DCO 1 plaatsgevonden. Jaarverslag 2013 OVE Rentefonds Europa 4-7 3

4 NAV: de intrinsieke waarde (de Net Asset Value ) van een Unit vastgesteld conform de Voorwaarden Oyens & Van Eeghen N.V.: Raad van Toezicht: Oyens & Van Eeghen N.V., 100% belang in Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Zuidplein 124, 1077 XV Amsterdam APG Investment Services N.V. Gustav Mahlerplein 3, 1082 MS Amsterdam De Raad van Toezicht is vastgesteld door APG Investment Services N.V. (APG-IS). Via de Raad van Toezicht houdt APG-IS toezicht tot 15 januari 2016 (3 jaar vanaf aangaan overeenkomst tot verkoop van de activiteiten van APG-IS verband houdende met het vermogensbeheer van nietpensioenfondscliënten aan Oyens & Van Eeghen N.V. (zie voetnoot 1)) op de wijze waarop Oyens & Van Eeghen haar verplichtingen als beheerder van o.a. OVE Rentefonds Europa 4-7 invult en naleeft. Bij het toezicht van de Raad van Toezicht verschaft Oyens & van Eeghen een overeengekomen rapportage na afloop van een kwartaal, waarna een vergadering tussen partijen plaatsvindt. Unithouders: Unitbewijzen: Voorwaarden: Wft: de economisch deelgerechtigden tot (de nettovermogenswaarde van) het Fonds de evenredige aanspraken van Unithouders in het Fonds de voorwaarden van beheer en bewaring zoals opgenomen in het OVE Rentefonds Europa 4-7 prospectus en in de bijlage bij de overeenkomst van beheer en bewaring afgesloten tussen Bewaarder en Beheerder Wet op het financieel toezicht (zoals van tijd tot tijd gewijzigd) Het prospectus van het OVE Rentefonds Europa 4-7 en de Essentiële Beleggersinformatie staan op de website www.oeplu.com Jaarverslag 2013 OVE Rentefonds Europa 4-7 4

5 II. VERSLAG VAN DE BEHEERDER OVER HET BOEKJAAR 2013 1 Profiel Algemeen Het OVE Rentefonds Europa 4-7 is een fonds voor gemene rekening met een semi-open-end karakter. Het OVE Rentefonds Europa 4-7 heeft de status van fiscale beleggingsinstelling. Tot 1 oktober 2013 was de naam van het fonds APG-IS Rentefonds Europa 4-7. De Beheerder van het Fonds is sinds 1 oktober 2013 Oyens & van Eeghen Beheer B.V., een 100% dochter van Oyens & van Eeghen N.V.. Voor deze datum werd het beheer gevoerd door APG Investment Services N.V. (APG-IS). Vanaf 15 januari 2013 hebben APG Investment Services N.V. (AGP-IS) en Oyens & Van Eeghen N.V. overeenstemming bereikt tot verkoop van de activiteiten van APG-IS verband houdende met het vermogensbeheer van niet-pensioenfondscliënten aan Oyens & Van Eeghen N.V.. Gedurende de periode van transitie naar juridische overdracht (15 januari tot 1 oktober 2013) heeft uitbesteding van vermogensbeheeractiviteiten aan Oyens & Van Eeghen N.V. en Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. plaatsgevonden. Fonds voor gemene rekening Het OVE Rentefonds Europa 4-7 is een fonds voor gemene rekening. Het is geen rechtspersoon, maar een overeenkomst tussen de Beheerder, de Bewaarder en elk van de Unithouders. Op grond van die overeenkomst worden door de Beheerder voor rekening en risico van de Unithouders gelden belegd in vermogenswaarden die op naam van de Bewaarder voor de Unithouders worden bewaard. De overeenkomst tussen de Beheerder, de Bewaarder en elk van de Unithouders vormt geen maatschap, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap en creëert ook anderszins geen overeenkomst tussen de Unithouders onderling. De verplichting van een Unithouder om te betalen voor uit te geven Unitbewijzen is uitsluitend een verbintenis ten opzichte van de Bewaarder. Deze verplichting is geen inbreng of verbintenis tot inbreng. De Unitbewijzen scheppen uitsluitend rechten en verplichtingen van de Unithouders ten opzichte van de Beheerder en de Bewaarder en niet ook tussen Unithouders onderling. Niet beursgenoteerd Het Fonds is niet genoteerd op een effectenbeurs. Toe- en uittreding OVE Rentefonds Europa 4-7 is een fonds voor gemene rekening met een semi-open-end karakter. Toeen uittreding is mogelijk op de eerste werkdag van de maand. De bewaarder heeft het recht in bijzondere omstandigheden medewerking aan overdracht van units op te schorten. Voorbeelden van dergelijke omstandigheden zijn vermeld in de Voorwaarden. Een verzoek tot toe- of uittreding van units dient de bewaarder uiterlijk vijf werkdagen, dan wel op een door de bewaarder te bepalen kortere termijn, voorafgaande aan de eerste werkdag van de maand te hebben bereikt. Elke unit geeft recht op een evenredig deel in het eigen vermogen van het Fonds. Jaarverslag 2013 OVE Rentefonds Europa 4-7 5

6 Beheerder APG-IS trad tot 1 oktober 2013 op als Beheerder. Vanaf 1 oktober 2013 treedt Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. op als de Beheerder. De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Beheerder zijn: het bepalen van het beleggingsbeleid; het (doen) voeren van de administratie; het juist en tijdig vaststellen van de NAV; het er zorg voor dragen dat het Fonds voldoet aan de toepasselijke wet- en regelgeving; het bewaken van het belang van de Unithouders. De Beheerder heeft de uitvoering van het beleggingsbeleid uitbesteed aan Oyens & Van Eeghen N.V. en kan uitbesteding doen naar één of meerdere andere vermogensbeheerders. Directie De directie van Oyens & Van Eeghen Beheer B.V., de Beheerder van OVE Rentefonds Europa 4-7 bestaat uit R. van Wechem, CFA, CAIA en drs. J.H.N. Hoogenraad. Wft-vergunning De Beheerder (Oyens & Van Eeghen Beheer B.V.) beschikt vanaf 6 juli 2012 over een vergunning als vereist uit hoofde van artikel 2:67 van de Wft (Wet op het financieel toezicht). Het Fonds valt onder de werking van deze vergunning. OVE Rentefonds Europa 4-7 is ingeschreven in het register bedoeld in artikel 1:107 lid 1 van de Wet financieel toezicht. Bewaarder Tot 1 oktober 2013 fungeerde de Bewaarder onder de naam Stichting Bewaarneming APG-IS 1. Sinds 1 oktober 2013 is de naam van de Bewaarder Stichting Bewaarneming Fondsen DCO 1. De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Bewaarder zijn: het behartigen van de belangen van de Unithouders; het ten behoeve van de Unithouders fungeren als juridisch eigenaar van het vermogen van het Fonds; het controleren van de waardering en bestaan van beleggingen van het Fonds; het er op toezien dat het vermogen van het Fonds wordt beheerd in overeenstemming met wat daarover in de Voorwaarden is bepaald; het er op toezien dat de uitgaande geldstromen van het Fonds overeenkomen met daadwerkelijk gemaakte kosten, en dat uittredende Unithouders een correcte vergoeding ontvangen; het controleren of toetredende Unithouders het juiste aantal Unitbewijzen ontvangen. Het bestuur van de Bewaarder wordt vanaf 1 oktober 2013 gevoerd door SGG Custody B.V. Indien de Bewaarder constateert dat niet conform het bepaalde in de Voorwaarden is gehandeld, kan de Bewaarder de Beheerder verzoeken de transactie op kostenneutrale basis voor het Fonds ongedaan te maken. De Bewaarder kan gebruik maken van de diensten van derden. Unithouders De Unithouders in het Fonds zijn gezamenlijk (ieder naar rato van het aantal door hem gehouden Unitbewijzen) economisch gerechtigd tot het vermogen van het Fonds. Het door de Unithouders bijeen gebrachte vermogen is bestemd ter collectieve belegging voor hun rekening en risico. Rechtsverhouding tussen Unithouders, Beheerder en Bewaarder De rechtsverhouding tussen de Unithouders, de Beheerder en de Bewaarder wordt beheerst door wat in de Voorwaarden is opgenomen, en door het bepaalde in de Voorwaarden, die als Bijlage I zijn opgenomen in de Voorwaarden en daarvan een onlosmakelijk onderdeel vormen. Jaarverslag 2013 OVE Rentefonds Europa 4-7 6

7 Beperkte overdraagbaarheid Unitbewijzen Het Fonds heeft een besloten karakter: Unitbewijzen kunnen alleen worden verkocht aan het Fonds. Fiscaliteit Het Fonds is een fonds voor gemene rekening en heeft de status van fiscale beleggingsinstelling (Fbi) verworven als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Dit houdt in dat het Fonds onderworpen is aan vennootschapsbelasting tegen het zogenaamde nul-tarief, hetgeen impliceert dat geen vennootschapsbelasting is verschuldigd indien aan de in deze wet genoemde voorwaarden wordt voldaan. Eén van de belangrijkste voorwaarden is de verplichting om het jaarlijkse resultaat van het Fonds binnen acht maanden na het einde van het boekjaar uit te keren aan haar unithouders ( doorstootverplichting ). Een positief saldo van ongerealiseerde koersresultaten op beleggingen mag, na aftrek van een redelijk aandeel in de kosten die met het beheer van de beleggingen verband houden, worden toegevoegd aan de zogeheten herbeleggingsreserve. Een negatief saldo dient ten laste van de herbeleggingsreserve te komen. Een andere belangrijke voorwaarde is dat maximaal 45% (tot 1 augustus 2007 25%) van het totaal aantal unitbewijzen berust bij lichamen die onderworpen zijn aan een in enige vorm naar de winst geheven belasting. Dit houdt in dat door of namens het Fonds toezicht dient te worden gehouden op de verdeling van de unitbewijzen over de unithouders. Risicobeheer Risicobeheer is een integraal onderdeel van het beleggingsproces. Dagelijks worden de belangrijkste risico s gemonitord door de Beheerder. Met name wordt daarbij gekeken of de beleggingen zich nog binnen de vastgestelde kaders en beleggingsrichtlijnen begeven. Bij het realiseren van de beleggingsdoelstelling kan de beheerder gebruik maken van derivaten, zoals futures, forwards en opties en swaps. Voor een verdere beschrijving van de risico s wordt verwezen naar de algemene toelichting op de jaarrekening (Hoofdstuk III paragraaf 1.4.4). Jaarverslag 2013 OVE Rentefonds Europa 4-7 7

8 2 Kerncijfers 2.1 Inleiding Onderstaande cijfers hebben betrekking op de stand ultimo 2013 respectievelijk ultimo 2012, tenzij anders vermeld. Het rendement van het Fonds is gebaseerd op de intrinsieke waarde per aandeel, rekening houdend met dividenduitkeringen. De Excess return is meetkundig bepaald en betreft het verschil tussen het rendement van het Fonds en het rendement van de benchmark. De benchmark is opgenomen in de profielbeschrijving. Algemeen 2013 2012 Aantal geplaatste units 5.562.393 5.419.470 Intrinsieke waarde per unit 11,37 11,52 Fondsvermogen (* 1.000) 63.220 62.445 Bruto fondsrendement % 2,16 10,80 Rendement benchmark % 2,24 11,00 Excess rendement % (0,08) (0,20) 2.2 Meerjarenoverzicht Bedragen in euro's tenzij anders vermeld 2013 2012 2011 2010 2009 Opbrengsten 2.199.440 2.178.782 2.746.655 3.148.399 3.840.537 Waardeveranderingen beleggingen (830.701) 3.955.935 (1.143.169) (2.311.399) (511.408) Kosten (144.506) (111.880) (124.051) (138.057) (185.537) Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening 1.224.233 6.022.837 1.479.435 698.943 3.143.592 (beleggingsresultaat) Gemiddeld aantal uitstaande units 5.490.932 5.299.672 6.222.417 6.664.060 7.546.590 gedurende het boekjaar Opbrengsten per unit 0,40 0,41 0,44 0,47 0,51 Waardeveranderingen beleggingen per unit (0,15) 0,75 (0,18) (0,35) (0,07) kosten per unit (0,03) (0,02) (0,02) (0,02) (0,02) Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening per 0,22 1,14 0,24 0,10 0,42 unit (beleggingsresultaat) Jaarverslag 2013 OVE Rentefonds Europa 4-7 8

3 Beheerdersverslag OvE Rentefonds Europa 4-7 Doelstelling en beleggingsprofiel Het OvE Rentefonds Europa 4-7 belegt in staatsobligaties, uitgegeven in euro's, binnen de eurozone landen. De beleggingsstrategie van het fonds is gericht op een optimale spreiding over looptijden en landen in de eurozone. De gemiddelde duration (maatstaf voor de rentegevoeligheid) ligt tussen de 4 en 7 jaar. Het fonds volgt een passieve beleggingsstrategie met als doelstelling over een lange termijn het rendement van de benchmark van eurozone staatsobligaties op een consistente wijze te evenaren tegen zo laag mogelijke kosten binnen vooraf strak gedefinieerde risicokaders. Daartoe wordt een portefeuille samengesteld die de karakteristieken van de benchmark zo dicht mogelijk benadert. De benchmark van het fonds is de Barclays Euro Aggregate Treasury index, die een representatieve afspiegeling vormt van de marktkapitalisatie van de door centrale overheden in de eurozone landen uitgegeven staatsobligaties. Alle beleggingen van het fonds luiden in euro, zodat geen valutarisico wordt gelopen. Beleggingsbeleid Het OvE Rentefonds Europa 4-7 wordt gekenmerkt door een brede spreiding over de eurozone staatsobligatiemarkten ten aanzien van landen en looptijdsegmenten. Met een portefeuille van ongeveer 80 obligaties worden de karakteristieken van de benchmark zo goed mogelijk benaderd. Hierbij is het van belang dat de volgende factoren zo nauwkeurig mogelijk aansluiten op die van de benchmark: (1) de gemiddelde duration van de portefeuille, (2) de landenverdeling over de verschillende eurozone landen, uitgedrukt in duration bijdrage (gewicht maal duration) en (3) de verdeling over de verschillende looptijdsegmenten, ook uitgedrukt in duration bijdrage. In de tabel rechtsonder is de samenstelling van de portefeuille per ultimo december 2013 weergegeven. Een goede maatstaf voor de mate waarin de portefeuillesamenstelling afwijkt van de benchmark is de ex ante tracking error. De tracking error geeft het actieve risico van de portefeuille weer en is een indicator voor de (te verwachten) spreiding van de portefeuilleresultaten ten opzichte van de benchmark. Per eind december bedroeg de ex ante tracking error slechts 0,17%, waarmee het ruim binnen de gestelde limiet van 0,75% lag. De transactie-kosten worden laag gehouden door het aantal transacties te beperken en het efficient uitvoeren van aanen verkooptransacties volgens het best execution principe. Beleggingsresultaat Over de verslagperiode (01/01/2013 31/12/2013) werd een bruto beleggingsresultaat behaald van 2,16% en een netto resultaat van 1,93%. Het resultaat van de benchmark bedroeg 2,24%. De licht achterblijvende performance kan worden verklaard door de gemaakte transactiekosten en een klein verschil in landenweging. In de portefeuille was namelijk niet belegd in Slovenië, een zeer kleine en illiquide obligatiemarkt binnen de eurozone. Het fondsvermogen van het OvE Rentefonds Europa 4-7 bedroeg ultimo december 2013 63,2 mln. Vooruitzichten Na de stijging van de kapitaalmarktrente in 2013 is er voor 2014 verder opwaarts renterisico, met name voor langere looptijden. Hoewel centrale banken hebben aangekondigd de beleidsrente in 2014 niet te zullen verhogen, kan de kapitaalmarkrente (langere looptijden) verder stijgen. Immers, de huidige rente is zeer laag en het doorzetten van economisch herstel en FED tapering zullen naar verwachting opwaartse druk op de rente geven. Door de afgenomen risico s van een escalatie van de Europese schuldencrisis en de verbetering in macroeconomische fundamentals van perifere eurozone landen zullen staatsobligaties van deze landen naar verwachting in 2013 relatief goed blijven presteren. Jaarverslag 2013 OVE Rentefonds Europa 4-7 9

3.1 In Control Statement Wij beschikken conform RJ 615.503 over een beschrijving van de bedrijfsvoering, die voldoet aan de eisen van de Wft en het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (BGfo). Wij hebben gedurende het afgelopen boekjaar verschillende aspecten van de bedrijfsvoering beoordeeld. Bij onze werkzaamheden hebben wij geen constateringen gedaan op grond waarvan wij zouden moeten concluderen dat de beschrijving van de opzet van de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 121 van het BGfo niet voldoet aan de vereisten zoals opgenomen in de Wft en daaraan gerelateerde regelgeving. Op grond hiervan verklaren wij als Beheerder voor Beleggingsinstelling OVE Rentefonds Europa 4-7 te beschikken over een beschrijving van de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 121 van het BGfo, die voldoet aan de eisen van het BGfo. Ook hebben wij niet geconstateerd dat de bedrijfsvoering niet effectief en niet overeenkomstig de beschrijving functioneert. Derhalve verklaren wij met een redelijke mate van zekerheid dat de bedrijfsvoering gedurende het verslagjaar 2013 effectief en overeenkomstig de beschrijving heeft gefunctioneerd. Amsterdam, 15 april 2014 De Beheerder, Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Jaarverslag 2013 OVE Rentefonds Europa 4-7 10

III. JAARREKENING 2013 OVE RENTEFONDS OPA 4-7 OVE RENTEFONDS OPA 4-7 JAARREKENING 2013 (in euro) Jaarverslag 2013 OVE Rentefonds Europa 4-7 11

1 Balans per 31 december 2013 Na verwerking voorstel resultaatbestemming noot 2013 2012 31 december 31 december ACTIVA Beleggingen Obligaties 1 61.953.522 61.029.098 Derivaten - (16.130) 61.953.522 61.012.968 Vorderingen 2 1.163.077 1.461.417 Liquide middelen 3 496.567 322.189 Totaal Activa 63.613.166 62.796.574 PASSIVA Fondsvermogen Fondsvermogen participanten 4 63.220.434 62.444.918 Kortlopende schulden Overige schulden en overlopende passiva 5 392.732 351.656 Totaal Passiva 63.613.166 62.796.574 Jaarverslag 2013 OVE Rentefonds Europa 4-7 12

2 Winst- en verliesrekening over 2013 noot 2013 2012 1 januari 1 januari 31 december 31 december Beleggingsresultaat Opbrengsten uit beleggingen 6 2.159.825 2.183.690 Gerealiseerde waardeveranderingen 1 642.841 Ongerealiseerde waardeveranderingen 1 (1.473.542) (830.701) 3.955.935 *) 1.329.124 6.139.625 Overige opbrengsten 7 39.615 (4.908) Som der bedrijfsopbrengsten 1.368.739 6.134.717 Lasten Beheerkosten 8 112.495 106.996 Overige kosten 9 32.012 4.884 Som der lasten 144.506 111.880 Resultaat 1.224.233 6.022.837 *) over het jaar 2012 is de uitsplitsing tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen niet beschikbaar Jaarverslag 2013 OVE Rentefonds Europa 4-7 13

3 Kasstroomoverzicht over 2013 2013 2012 1 januari 1 januari 31 december 31 december Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat 1.224.233 6.022.837 Waardeveranderingen van beleggingen 832.231 (4.138.346) Aankopen van beleggingen (15.591.008) (7.169.440) Verkopen van beleggingen (obligaties en derivaten) 13.818.223 6.568.142 Mutaties kortlopende vorderingen 298.340 (158.782) Mutaties kortlopende schulden 41.076 343.396 623.095 1.467.807 Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangen bij uitgifte participaties 1.617.539 2.222.277 Uitgekeerd dividend (2.066.256) (3.345.841) (448.717) (1.123.564) Netto kasstroom 174.378 344.243 Liquide middelen begin verslagperiode 322.189 (22.054) Liquide middelen einde verslagperiode 496.567 322.189 Jaarverslag 2013 OVE Rentefonds Europa 4-7 14

4 Toelichting op de jaarrekening 2013 4.1 Algemeen Het OVE Rentefonds Europa 4-7 (het Fonds ) is een fonds voor gemene rekening met een semi-openend karakter. Het OVE Rentefonds Europa 4-7 heeft de status van fiscale beleggingsinstelling. Tot 1 oktober 2013 was de naam van het fonds APG-IS Rentefonds Europa 4-7. De Beheerder is sinds 1 oktober 2013 Oyens & van Eeghen Beheer B.V. (voorheen APG Investment Services N.V.), een 100% dochter van Oyens & van Eeghen N.V.. Voor deze datum werd het beheer gevoerd door APG Investment Services N.V. (APG-IS). De Beheerder (Oyens & Van Eeghen Beheer B.V.) beschikt vanaf 6 juli 2012 over een vergunning als vereist uit hoofde van artikel 2:67 van de Wft (Wet op het financieel toezicht). Het Fonds valt onder de werking van deze vergunning. OVE Rentefonds Europa 4-7 is ingeschreven in het register bedoeld in artikel 1:107 lid 1 van de Wet financieel toezicht. Vanaf 15 januari 2013 hebben APG Investment Services N.V. (AGP-IS) en Oyens & Van Eeghen N.V. overeenstemming bereikt tot verkoop van de activiteiten van APG-IS verband houdende met het vermogensbeheer van niet-pensioenfondscliënten aan Oyens & Van Eeghen N.V.. Gedurende de periode van transitie naar juridische overdracht (15 januari tot 1 oktober 2013) heeft uitbesteding van vermogensbeheeractiviteiten aan Oyens & Van Eeghen N.V. en Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. plaatsgevonden. Tot 1 oktober 2013 fungeerde de Bewaarder onder de naam Stichting Bewaarneming APG-IS 1. Sinds 1 oktober 2013 is de naam van de Bewaarder Stichting Bewaarneming Fondsen DCO 1. Toelichting op het kasstroomoverzicht Voor de opstelling van het kasstroomoverzicht is de indirecte methode gehanteerd, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen kasstroom uit beleggings-, investerings- en financieringsactiviteiten. Onder liquide middelen zijn posten begrepen die ter vrije beschikking staan aan de beleggingsinstelling voor beleggingen, onder voorbehoud van eventuele opgenomen margeverplichtingen. 4.2 Grondslagen voor waardering van activa en passiva Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ), die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving, alsmede de bepalingen in de Wft (inclusief BGfo). De jaarrekening is opgesteld in euro, zijnde de functionele en presentatievaluta van de beleggingsinstelling. Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans en de winst- en verliesrekening zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Jaarverslag 2013 OVE Rentefonds Europa 4-7 15

Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. In de resultatenrekening zijn in de vergelijkende cijfers over het jaar 2012 de gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen samengevoegd, aangezien de uitsplitsing daarvan niet beschikbaar is. Schattingen en veronderstellingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de Beheerder zich over verschillende zaken een oordeel vormt, zodat terzake schattingen worden gemaakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. Verwerking van activa, verplichtingen, baten en/of lasten Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de beleggingsinstelling zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Vreemde valuta De posten in de jaarrekening worden gewaardeerd met inachtneming van de valuta van de economische omgeving waarin het Fonds voornamelijk haar bedrijfsactiviteiten uitoefent (de functionele valuta). Transacties in vreemde valuta gedurende de verslagperiode zijn in de jaarrekening verwerkt tegen de koers op transactiedatum. Monetaire activa en passiva in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per balansdatum. De uit de afwikkeling en omrekening voortvloeiende koersverschillen komen ten gunste of ten laste van de winst- en verliesrekening. Beleggingen Algemeen De beleggingen (long en short posities) zijn opgenomen tegen reële waarde, in principe de marktwaarde. Waardeveranderingen ten opzichte van het voorgaande boekjaar, zowel gerealiseerd als ongerealiseerd, worden direct in de winst- en verliesrekening verwerkt. Jaarverslag 2013 OVE Rentefonds Europa 4-7 16

Vastrentende waarden De beursgenoteerde vastrentende waarden zijn gewaardeerd op marktwaarde, zijnde de beurswaarde per balansdatum (slotkoers van de laatste beursdag van de verslaggevingsperiode). Derivaten Derivaten worden in de jaarrekening opgenomen tegen de reële waarde (marktwaarde). De waardeveranderingen worden direct in de winst-en-verliesrekening verantwoord. Er vindt geen hedge accounting plaats. De presentatie van de derivaten in de balans is gebaseerd op de verplichting en vorderingen per tegenpartij. Indien een derivatenpositie negatief is, wordt het bedrag onder de schulden verantwoord. Overlopende activa Overlopende activa worden gewaardeerd tegen de reële waarde van de vooruitbetaling of nog te ontvangen bedragen. Liquide middelen Onder de liquide middelen zijn opgenomen die kas- en banktegoeden die onmiddellijk opeisbaar zijn dan wel een looptijd korter dan twaalf maanden hebben. Zij worden onderscheiden van tegoeden in verband met beleggingstransacties. Liquide middelen uit hoofde van beleggingstransacties worden gepresenteerd onder de beleggingen. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Fondsvermogen Het fondsvermogen worden bepaald door het bedrag dat resteert nadat alle actiefposten en posten van het vreemd vermogen, inclusief de voorzieningen en achtergestelde schulden, volgens de van toepassing zijnde waarderingsgrondslagen in de balans zijn opgenomen. Het Fonds kan Unitbewijzen inkopen en uitgeven. Het Fonds is verplicht om op verzoek op iedere transactiedag van het Fonds Unitbewijzen in het Fonds uit te geven of in te kopen tegen de NAV daarvan op die transactiedag, plus een opslag (ingeval van uitgifte) of minus een afslag (ingeval van inkoop), tenzij zich bijzondere omstandigheden voordoen. Kortlopende schulden De kortlopende schulden zijn opgenomen tegen de reële waarde van de tegenprestatie, gewoonlijk de nominale waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Jaarverslag 2013 OVE Rentefonds Europa 4-7 17

4.3 Grondslagen voor bepaling van het resultaat Algemeen De in de winst- en verliesrekening opgenomen posten zijn in belangrijke mate gerelateerd aan de in de balans gehanteerde waarderingsgrondslagen voor beleggingen. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde resultaten worden rechtstreeks verantwoord in het resultaat. Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen het beleggingsresultaat en de kosten en andere lasten over het jaar. De resultaten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd; verliezen kunnen al gerealiseerd worden zodra zij voorzienbaar zijn. Beleggingsresultaat Onder beleggingsresultaat worden verantwoord het rendement dat bestaat uit de gerealiseerde opbrengsten uit beleggingen, de waardeveranderingen van beleggingen, alsmede overige resultaatscomponenten zoals verdiende interest op obligaties. Opbrengsten uit beleggingen Opbrengst uit beleggingen zijn de gerealiseerde opbrengsten uit beleggingen (zoals dividenden en ontvangen interest) en overige resultaatscomponenten zoals ongerealiseerde interest op obligaties. Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen De gerealiseerde waardeveranderingen worden bepaald door op de verkoopopbrengsten (inclusief verkoopkosten) de balanswaarde aan het begin van het boekjaar dan wel de gemiddelde kostprijs gedurende het boekjaar in mindering te brengen. De ongerealiseerde waardeveranderingen worden bepaald door op de balanswaarde per einde boekjaar de gemiddelde kostprijs (inclusief aankoopkosten) gedurende het boekjaar dan wel de balanswaarde aan het begin van het boekjaar in mindering te brengen. De aankoop- en verkoopkosten van beleggingen vormen derhalve onderdeel van de (on)gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Transactiekosten kunnen bestaan uit broker commissies, spreads tussen bied- en laatprijzen, belastingen en dergelijke. De transactiekosten worden ten laste van het resultaat van het Fonds gebracht. De totale transactiekosten kunnen niet bij voorbaat nauwkeurig worden vastgesteld. De totale transactiekosten worden mede bepaald door het gevoerde beleggingsbeleid in enig jaar en het best execution beleid van Oyens & Van Eeghen. In de jaarrekening zullen de totale transactiekosten, voorzover deze herkenbaar zijn, apart worden weergegeven. Overige opbrengsten Onder overige opbrengsten worden verantwoord ontvangen toe- en uittredingsprovisies, ontvangen retrocessies, interest baten op banksaldi en overige opbrengsten. Interestlasten Betreft de betaalde en verschuldigde interest aan kredietinstellingen. Beheerkosten Onder de beheerkosten wordt verstaan de kosten gemoeid met het beheer van het Fonds. Overige kosten Onder de overige kosten wordt verstaan de kosten gemoeid met de administratie en de bewaring van de beleggingen, de accountant, het toezicht en overige kosten van de beleggingsinstelling. Jaarverslag 2013 OVE Rentefonds Europa 4-7 18

4.4 Risicobeheer en financiële instrumenten Algemeen Aan het beleggen in een Fonds zijn (financiële) risico s verbonden. Hierna worden risicofactoren vermeld die voor beleggers van betekenis en relevant kunnen zijn in het licht van de gevolgen en de waarschijnlijkheid dat die risico s zich zullen voordoen. Deze opsomming is niet uitputtend. In het Fonds-Voorwaarden worden de risico s die specifiek zijn voor het Fonds vermeld, met verwijzing naar onderstaande beschrijvingen. Er worden geen garanties gegeven dat de diverse beleggingsdoelstellingen zullen worden gerealiseerd. De waarde van de beleggingen van het Fonds kan zowel stijgen als dalen. Als gevolg daarvan kan een Unithouder mogelijk minder terugkrijgen dan deze heeft ingelegd of deze inleg zelfs geheel verliezen. Risicobeheer Risicobeheer is een integraal onderdeel van het beleggingsproces. Dagelijks worden de belangrijkste risico s gemonitord door de Beheerder. Met name wordt daarbij gekeken of de beleggingen zich nog binnen de vastgestelde kaders en beleggingsrichtlijnen begeven. Bij het realiseren van de beleggingsdoelstelling kan de beheerder gebruik maken van derivaten, zoals futures, forwards en opties en swaps. De belangrijkste risico s die bij het Fonds kunnen worden onderkend, zijn als volgt: Rendementsrisico Het rendement van de belegging in Unitbewijzen over de periode van aankoopmoment tot verkoopmoment staat pas vast op het verkoopmoment van die belegging. Er bestaat geen enkele garantie dat de beleggingsdoelstelling zal worden behaald en er wordt geen rendement gegarandeerd. De waarde van Unitbewijzen in een Fonds is onder andere afhankelijk van de beleggingscategorieën en de financiële instrumenten waarin het Fonds belegt en van de keuzes die worden gemaakt bij de uitvoering van het beleggingsbeleid. Het rendementsrisico is het gevolg van niet voorzienbare waarde schommelingen van de beleggingen en/of niet voorzienbare fluctuaties van de directe opbrengsten van de beleggingen (voornamelijk dividenden, rente). De waarde van de beleggingen beweegt met koerswijzigingen van de financiële instrumenten waarin wordt belegd. Alle financiële instrumenten staan bloot aan het risico van koersschommelingen. Die kunnen het gevolg zijn van: algemene risicofactoren (marktrisico s) specifieke risicofactoren die alleen gelden voor een individuele belegging (specifieke risico s). De gevolgen van marktrisico s zijn in veel gevallen van grotere invloed op de waardeontwikkeling van gespreide beleggingsportefeuilles dan de gevolgen van specifieke risico s. Zowel marktrisico s als specifieke risico s nemen toe door beperking van de spreiding van de beleggingen (concentratie) tot een bepaalde regio, sector en/of door de keuze van individuele beleggingen. Jaarverslag 2013 OVE Rentefonds Europa 4-7 19

Marktrisico Onder marktrisico wordt verstaan het risico dat een belegging in waarde daalt of stijgt, niet vanwege specifieke omstandigheden betreffende die belegging, maar doordat de markt waarin wordt belegd als geheel beweegt. Bij een positief sentiment op de beurs voor aandelen zullen de koersen van aandelen stijgen (de koersen van obligaties zullen dan meestal dalen) en bij een negatieve stemming zullen ze dalen (de koersen van obligaties zullen dan meestal stijgen). Dit sentiment kan door diverse factoren beïnvloed worden zoals het vertrouwen van consumenten in de economie, dreigende veranderingen van de rente, etc. Marktrisico s kunnen verschillen per categorie belegging en deelmarkt binnen een bepaalde categorie. Binnen de categorie aandelen verschillen de marktrisico s per sector (sectorrisico) en per land (landenrisico). Binnen de categorie vastrentende waarden verschillen de marktrisico s per soort debiteur (overheidsobligaties versus bedrijfsobligaties). Specifieke risico s Specifieke risico s hebben betrekking op de risico s dat de ontwikkeling van de koers van een geselecteerde individuele belegging in werkelijkheid in negatieve zin afwijkt van hetgeen ten tijde van de aankoop van de belegging is ingeschat. Een zorgvuldige en professionele selectie en spreiding van de beleggingen in de portefeuille van een fonds vormen geen garantie voor het behalen van positieve dan wel relatief goede, resultaten. Dit risico houdt verband met de mate van effectiviteit van effectenresearch, de daarop gebaseerde analyses en met het tijdig nemen en uitvoeren van beleggingsbeslissingen. Renterisico Bij beleggingen in vastrentende waarden wordt renterisico gelopen. De waarde van beleggingen in vastrentende waarden zal veranderen als gevolg van fluctuaties in de marktrente. Modified duration is het begrip dat in dit kader relevant is. Hiermee wordt het renterisico tot uitdrukking gebracht. Een modified duration van bijvoorbeeld 5 jaar betekent dat bij een renteverandering van 1% de waardeverandering van de portefeuille bij benadering 5% bedraagt. Een hogere duration brengt weliswaar een hoger renterisico met zich mee maar heeft daardoor ook een verwacht hoger rendement op lange termijn. Het OVE Rentefonds Europa 4-7 heeft een duration die de benchmark volgt. Per ultimo 2013 lag deze op 6,2 jaar. Rentefutures kunnen worden ingezet om de duration van de portefeuille in lijn te brengen met de duration van de benchmark. Kredietrisico De beleggingen in het OVE Rentefonds Europa 4-7 bestaan uit Staatsobligaties uitgegeven door landen die deel uitmaken van de EMU. De benchmark van het fonds heeft geen Griekse en Portugese obligaties meer. Dit geldt tevens voor het fonds. Het kredietrisico van landen als Italië, Spanje en Ierland is echter wel vertegenwoordigd in zowel de benchmark als de portefeuille. Inflatierisico Het algemene risico van inflatie houdt in dat de beleggingsopbrengsten worden aangetast door waardevermindering van de munteenheid via inflatie. In het verleden is gebleken dat bij beleggingen in zakelijke waarden (aandelen) de kans dat deze aantasting van de beleggingsopbrengsten op lange termijn wordt gecompenseerd door een hoger beleggingsrendement groter is dan ingeval belegd wordt in vastrentende waarden (obligaties, liquiditeiten). Ingeval van inflatie zijn de nominale beleggingsopbrengsten van beleggingen in vastrentende waarden hoger dan de beleggingsopbrengsten na aftrek van het effect van inflatie, de zogenoemde reële beleggingsopbrengsten. In de koers van vastrentende waardepapieren is in beginsel met een verwachte ontwikkeling van het inflatietempo rekening gehouden. Het inflatierisico bij beleggingen in vastrentende waarden houdt dan in dat desbetreffende beleggingsopbrengsten onvoldoende zijn voor compensatie van de werkelijke inflatie. Jaarverslag 2013 OVE Rentefonds Europa 4-7 20

Concentratierisico Op grond van zijn beleggingsbeleid belegt het fonds uitsluitend in overheidsobligaties van EMU landen. Gezien het indexvolgende karakter van het fonds zullen debiteuren die een grote weging hebben in de index, ook een grote weging hebben in het fonds. Dit kan resulteren in concentratierisico. De grootste positie per ultimo 2013 waren Italië (23,6%), Frankrijk (23,1%), Duitsland (20,1%) en Spanje (12,3%). In aanvulling op voornoemde belangrijkste risico s zijn de overige risico s, te weten: Valutarisico De waarde van beleggingen in aandelen en vastrentende waarden wordt beïnvloed door de ontwikkelingen van de valutakoersen waarin de betreffende beleggingen luiden, voor zover dit niet beleggingen in euro betreft. Bovenop het marktrisico komt dan het risico dat met betrekking tot de valuta wordt gewonnen of verloren. De waarde van een valuta kan zodanig dalen ten opzichte van de euro dat een positief beleggingsresultaat (meer dan) teniet wordt gedaan. Derivatenrisico Het Fonds zal gebruik kunnen maken van derivaten, ter beperking van risico s of voor een efficiënt portefeuillebeheer. Deze producten kunnen zich uiterst volatiel gedragen, waardoor het gebruik een grote invloed kan hebben (zowel positief als negatief) op de waarde van het Fonds. In het Fonds wordt uitsluitend gebruik gemaakt van beursgenoteerde derivaten die via een centraal clearinghuis worden afgewikkeld. Tegenpartijrisico Een uitgevende instelling of een andere tegenpartij kan in gebreke blijven. Bij aan-en verkooptransacties met betrekking tot financiële instrumenten zullen over het algemeen slechts kortlopende vorderingen ontstaan waardoor het risico laag is, aangezien levering plaatsvindt tegen (vrijwel) gelijktijdige ontvangst van de tegenprestatie. Voorts is er tegenpartijrisico bij valutatransacties. Deze risico s worden beperkt door selectie van tegenpartijen met voldoende kredietwaardigheid. Liquiditeitsrisico Het kan voorkomen dat een door het Fonds ingenomen positie niet tijdig tegen een redelijke prijs kan worden geliquideerd vanwege gebrek aan liquiditeit (onvoldoende vraag) in de markt. Sommige beleggingen, zoals deelnemingsrechten in hedge funds kunnen niet altijd tijdig tegen een redelijke prijs worden verhandeld. Derivaten, met name futures, worden dagelijks in geld afgerekend. Hierdoor is het mogelijk dat een deel van de beleggingen zal moeten worden geliquideerd om aan de cash betalingen te kunnen voldoen. Gebrek aan liquiditeit kan leiden tot het limiteren of opschorten van de uitgifte en inkoop van Unitbewijzen. Verhandelbaarheidrisico Onder bijzondere omstandigheden zal het Fonds voor korte of langere tijd geen Unitbewijzen kunnen uitgeven of inkopen. Oorzaken hiervan kunnen onder meer zijn het disfunctioneren van een of meer markten in financiële instrumenten, waaraan de beleggingen van het Fonds zijn genoteerd of opschorting van uitgifte of inkoop van deelnemingsrechten door een beleggingsinstelling waarin het Fonds belegt. Jaarverslag 2013 OVE Rentefonds Europa 4-7 21

Waarderingsrisico Er is een risico dat onderliggende posities op enig moment moeilijk te waarderen zullen zijn. De Fondsbeheerder kan bij bepaalde posities afhankelijk zijn van derden aangaande de informatie met betrekking tot de waarde van de posities. Afwikkelingsrisico Dit is het risico dat afwikkeling via een betalingssysteem niet plaatsvindt zoals verwacht, omdat de betaling of levering van de financiële instrumenten door een tegenpartij niet, niet tijdig of niet zoals verwacht plaatsvindt ( settlement risk ). Risico verlies van in bewaring gegeven activa In geval van insolvabiliteit, nalatigheid of frauduleuze handelingen van de Bewaarder of een financiële instelling waar de Bewaarder een effectenrekening aanhoudt bestaat het risico van verlies van in bewaring gegeven activa. Risico van (fiscale) wetswijzigingen Dit is het risico dat de fiscale behandeling van het Fonds in negatieve zin wijzigt of dat andere wetgeving tot stand komt die een negatieve invloed heeft op het Fonds en haar Unithouders. Fondsstructuurrisico Een fonds voor gemene rekening is geen rechtspersoon maar een overeenkomst tussen een beheerder, een bewaarder en de unithouders in dat fonds. In de Voorwaarden is bepaald dat het OVE Rentefonds Europa 4-7 geen maatschap, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap vormt. Dit heeft volgens de meeste schrijvers als consequentie dat er geen sprake is van hoofdelijke aansprakelijkheid van de deelnemers in een dergelijk fonds en dat de crediteuren van dat fonds zich dus slechts kunnen verhalen op het vermogen van dat fonds. Volgens die schrijvers kunnen de Unithouders dus niet meer verliezen dan hun inleg in het Fonds. Het is echter niet met absolute zekerheid te zeggen dat het OVE Rentefonds Europa 4-7 onder geen enkele omstandigheid aangemerkt zal kunnen worden als een maatschap, omdat hierover geen duidelijke rechtspraak bestaat. Risico's van algemene economische en politieke aard Beleggingen van een Fonds zijn onderhevig aan risico's van algemene economische aard zoals afname van economische activiteit, stijging van de rente, inflatie en stijging van grondstofprijzen. Ook kan de waarde van investeringen van een Fonds beïnvloed worden door politieke ontwikkelingen en terroristische activiteiten. Integriteitsrisico Het integriteitsrisico betreft het risico dat de integriteit van het Fonds wordt beïnvloed als gevolg van niet integere of onethische gedragingen. Binnen het Fonds is er grote aandacht voor de beheersing van risico s op het gebied van integriteit en fraude. Screening van alle nieuwe medewerkers, functiescheidingen, vierogenprincipe en gedragscodes zijn aanwezige beheersmaatregelen bij de Beheerder, Administrateur en Bewaarder. De compliance officers van de Beheerder, Administrateur en Bewaarder houden toezicht op de naleving van de maatregelen van de beheersing van frauderisico s. Systeemrisico Gebeurtenissen in de wereld of activiteiten van één of meer grote partijen in de financiële markten kunnen leiden tot een verstoring van het normale functioneren van die financiële markten. Hierdoor zouden grote verliezen kunnen ontstaan ten gevolge van door die verstoring verwezenlijkte liquiditeitsen tegenpartijrisico s. Jaarverslag 2013 OVE Rentefonds Europa 4-7 22

4.5 Toelichting op de balans per 31 december 2013 1) Beleggingen Hieronder zijn de beleggingen in vastrentende waarden verantwoord. Het verloop van de beleggingen luidt als volgt: 2013 2012 Boekwaarde op 1 januari 61.029.098 56.350.994 Bij: aankopen gedurende het boekjaar 15.591.008 7.169.440 Af: verkopen gedurende het boekjaar (13.834.353) (6.629.682) Waardeveranderingen gedurende het boekjaar - Gerealiseerd 641.557 - Ongerealiseerd (1.473.788) (832.231) 4.138.346 Boekwaarde per 31 december 61.953.522 61.029.098 De vastrentende waarden zijn gewaardeerd tegen de geldende beurskoersen. De derivaten zijn in 2013 afgewikkeld, daarom is de waardering ultimo 2013 nihil. Bij deze verkoop werd een positief resultaat van 1.530 gerealiseerd. De aan- en verkoopkosten zijn in de aankopen en verkopen van de beleggingen begrepen. De beheerder voert alle aan- en verkoopopdrachten ten behoeve van het Fonds uit. Hierbij hanteert zij dezelfde marktconforme voorwaarden die, gegeven de gewenste graad van kwaliteit van dienstverlening, zijn overeengekomen met vergelijkbare cliënten voor dezelfde soort diensten. Gedurende 2013 heeft de beheerder geen gebruik gemaakt van de stemrechten die verbonden waren aan beleggingen van het Fonds gedurende het boekjaar (2012: idem). Methodiek bepaling marktwaarde Bij de waardering van de beleggingen van het Fonds kan voor het grootste deel gebruik worden gemaakt van marktnoteringen of intrinsieke waarde, met uitzondering indien gebruik wordt gemaakt van quotes van minimaal één, maar waar mogelijk meerdere brokers in samenhang met waarderingsmodel van bijvoorbeeld Administrateur of Bewaarder voor benaderde marktwaarde. Opgemerkt wordt dat schattingen, indien van toepassing, naar hun aard subjectief zijn en dat de geschatte actuele waarden van financiële instrumenten derhalve inherent onderhevig zijn aan onzekerheden en waardeoordelen ten aanzien van volatiliteit, rentestand en kasstromen. Deze schattingen zijn momentopnames, gebaseerd op de marktomstandigheden en de op dat moment beschikbare informatie. Schatting van reële waarde in geval van ontbreken directe en afgeleide marktnoteringen De belangrijkste waarderingsmodellen en -technieken die gehanteerd zijn bij het schatten van de reële waarde van financiële instrumenten zijn: Gecontroleerde jaarrekeningen (intrinsieke waarde). Mededelingen gerenommeerde derde partijen: banken, brokers, bewaarders, etc. (transactieprijzen). Door de markt geaccepteerde en te verifiëren waarderingsmodellen zoals Black & Scholes voor opties. Due-diligencewaarderingsrapporten. Jaarverslag 2013 OVE Rentefonds Europa 4-7 23

2) Vorderingen Deze zijn als volgt samengesteld: 2013 2012 31 december 31 december Te vorderen interest 1.160.867 1.115.425 Te vorderen dividendbelasting 2.210 - Vorderingen uit hoofde van effectentransacties - 325.066 Vorderingen uit hoofde van derivaten - 20.926 Boekwaarde per 31 december 1.163.077 1.461.417 3) Liquide middelen De liquide middelen staan ter vrije beschikking aan het Fonds. 2013 2012 31 december 31 december ABN AMRO Bank 433.456 309.359 BNY Mellon 63.111 - Goldman Sachs - 16.130 Rabobank - (3.300) Boekwaarde per 31 december 496.567 322.189 Jaarverslag 2013 OVE Rentefonds Europa 4-7 24

4) Fondsvermogen Het verloop van het fondsvermogen gedurende het boekjaar is als volgt: 2013 2012 Saldo per 1 januari 62.444.918 57.545.645 Ontvangen door plaatsing units 1.617.539 2.222.277 Dividend uitkering (2.066.256) (3.345.841) Resultaat 1.224.233 6.022.837 Saldo per 31 december 63.220.434 62.444.918 Netto-vermogenswaarde overzicht Conform regelgeving is onderstaand netto-vermogenswaarde overzicht opgesteld: Vermogensgegevens 31-12-2013 31-12-2012 31-12-2011 Fondsvermogen (in ) 63.220.434 62.444.918 57.545.645 Aantal geplaatste units 5.562.393 5.419.470 5.214.103 Intrinsieke waarde per unit (in ) 11,37 11,52 11,04 Maandelijks kan toetreding tot het Fonds plaatsvinden. In ruil voor het gestort bedrag geeft het Fonds Unitbewijzen uit die recht geven op een bepaald deel van de nettovermogenswaarde van het Fonds. Over het toetredingsbedrag is een toetredingsvergoeding (subscription fee) verschuldigd. Deze vergoeding is verantwoord in de winst-en-verliesrekening onder Toe- en uittredingsvergoedingen. Uittreding uit het Fonds is maandelijks mogelijk en geschiedt op verzoek van deelnemers. Enkel in geval er sprake is van een bijzondere omstandigheid of indien de totale omvang van de uittreding in enig jaar meer bedraagt dan 10% van het fondsvermogen, heeft de beheerder van het Fonds de bevoegdheid om het verzoek tot uittreding geheel of gedeeltelijk te weigeren. Een uittredingsvergoeding (redemption fee) is verschuldigd over de omvang van de uittreding. Deze vergoeding is verantwoord in de winst-enverliesrekening onder Toe- en uittredingsvergoedingen. Jaarverslag 2013 OVE Rentefonds Europa 4-7 25

5) Overige schulden en overlopende passiva Deze post is als volgt samengesteld: 2013 2012 31 december 31 december Nog te betalen uit hoofde van effectentransacties 340.069 342.480 Nog te betalen beheerfee 37.923 9.176 Nog te betalen overige kosten 14.740 - Boekwaarde per 31 december 392.732 351.656 Fiscale status Het Fonds is een fonds voor gemene rekening en heeft de status van fiscale beleggingsinstelling (Fbi) verworven als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Dit houdt in dat het Fonds onderworpen is aan vennootschapsbelasting tegen het zogenaamde nul-tarief, hetgeen impliceert dat geen vennootschapsbelasting is verschuldigd indien aan de in deze wet genoemde voorwaarden wordt voldaan. Eén van de belangrijkste voorwaarden is de verplichting om het jaarlijkse resultaat van het Fonds binnen acht maanden na het einde van het boekjaar uit te keren aan haar unithouders ( doorstootverplichting ). Een positief saldo van ongerealiseerde koersresultaten op beleggingen mag, na aftrek van een redelijk aandeel in de kosten die met het beheer van de beleggingen verband houden, worden toegevoegd aan de zogeheten herbeleggingsreserve. Een negatief saldo dient ten laste van de herbeleggingsreserve te komen. Een andere belangrijke voorwaarde is dat maximaal 45% (tot 1 augustus 2007 25%) van het totaal aantal unitbewijzen berust bij lichamen die onderworpen zijn aan een in enige vorm naar de winst geheven belasting. Dit houdt in dat door of namens het Fonds toezicht dient te worden gehouden op de verdeling van de unitbewijzen over de unithouders. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Het Fonds heeft ultimo boekjaar geen niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen. Uitbesteding kerntaken Ingevolge regelgeving wordt onderstaand een overzicht van de kerntaken weergegeven die door het Fonds zijn uitbesteed. In de overeenkomsten met de hierna te noemen partijen zijn onder meer voorschriften opgenomen ten aanzien van de prestatienorm, de onderlinge informatieverschaffing, de (formele) opzegtermijn en de vergoeding. Uitvoering beleggingsbeleid De Beheerder van het Fonds heeft de uitvoering van het beleggingsbeleid van het Fonds uitbesteed aan Oyens & Van Eeghen N.V. De Beheerder brengt een beheervergoeding van 0,18% op jaarbasis, maandelijks in rekening. Dit is tevens de vergoeding die de Beheerder krijgt doorbelast van Oyens & Van Eeghen N.V. uit hoofde van de uitbesteding. De directie van de Beheerder bestaat uit R. van Wechem, CFA, CAIA en drs. J.H.N. Hoogenraad, die in dienst zijn van Oyens & Van Eeghen N.V. De taken van de Beheerder zijn toegelicht in het jaarverslag onder hoofdstuk II paragraaf 1 Profiel. Jaarverslag 2013 OVE Rentefonds Europa 4-7 26