sporters komen wel vaker bij paramedici, met name de fysiotherapeut (21% onder sporters versus 15% onder niet-sporters).

Vergelijkbare documenten
Ouderen met een verschillende etnische achtergrond verschillen niet of nauwelijks in hun bewegingspatroon.

Lichamelijke gezondheid (19-64 jaar)

Samenvatting en Beschouwing jaar

Tabak, cannabis en harddrugs

GEOGRAFISCHE CIJFERS BEWEGEN EN OVERGEWICHT 19 JAAR EN OUDER

Beweging, voeding en. (over)gewicht

Samenvatting en Beschouwing jaar

ONDERZOEKSOPZET, RESPONS EN ACHTERGRONDKENMERKEN

BEWEGEN EN OVERGEWICHT NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

V O LW A S S E N E N

Gezondheid en welzijn

Geestelijke Gezondheid (19 64 jaar)

VOLWASSENEN EN OUDERENPEILING 2009

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Gezondheid DEEL 1 LICHAMELIJKE GEZONDHEID. Ervaren gezondheid

GEOGRAFISCHE CIJFERS INKOMEN EN RONDKOMEN 19 JAAR EN OUDER

Onderzoeksopzet en respons

KERNCIJFERS VOLWASSENEN- EN OUDERENPEILING 2012 TEYLINGEN --> SASSENHEIM, VOORHOUT, WARMOND

Geestelijke Gezondheid (65 94 jaar)

GEOGRAFISCHE CIJFERS PARTICIPATIE 19+

GEOGRAFISCHE CIJFERS LICHAMELIJKE GEZONDHEID 19 JAAR EN OUDER

Aanvullende module Leefstijlmonitor Bewegen en Ongevallen 2015

Bewegen en overgewicht in Purmerend

GEOGRAFISCHE CIJFERS ZORG & ONDERSTEUNING 19 JAAR EN OUDER

VOLWASSENEN EN OUDERENPEILING 2012

Tabak, cannabis en harddrugs

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 2006

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie.

Fit en Gezond in Overijssel 2016

GEOGRAFISCHE CIJFERS PSYCHISCHE GEZONDHEID 19 JAAR EN OUDER

GEOGRAFISCHE CIJFERS WOON EN LEEFOMGEVING 19+

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

CIJFERS INKOMEN EN RONDKOMEN NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

Leeswijzer Gezondheidspeiling tabellen Deze leeswijzer geldt ook voor tabellen van de Inwonersenquête van Interne Bedrijf Onderzoek, Gemeente Utrecht

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

LICHAMELIJKE GEZONDHEID

Gezondheid in Friesland

Sportparticipatie Volwassenen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Gezonde leefstijl wint langzaam terrein. Licht dalende trend van zware drinkers

CIJFERS LICHAMELIJKE GEZONDHEID NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

VOLWASSENEN EN OUDERENPEILING 2009

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie.

In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie.

Factsheet Sportparticipatie in Utrecht

Factsheet. Bewegen en sporten. Gelderland-Zuid. Onderzoek onder volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Deventer? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

PARTICIPATIE NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Bijlagen bij hoofdstuk 6 Met zorg gezond leven

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoofdstuk 5. Ouderen. 5.1 Inleiding

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie.

Leeswijzer Gezondheidspeiling tabellen Deze leeswijzer geldt ook voor tabellen van de Inwonersenquête van Interne Bedrijf Onderzoek, Gemeente Utrecht

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Samenvatting gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

19-35 jaar jaar jaar jaar

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwartewaterland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

CIJFERS GENOTMIDDELEN NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

Hoe gezond zijn de inwoners van Ommen? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie.

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT

Dorp Brakel Kerkwijk & Nederhemert Totaal aantal correct ingevulde vragenlijsten, bruikbaar voor analyse Woonsituatie Zaltbommel

2. Overgewicht. allochtone kinderen. autochtone kinderen. eenouder ouder+stiefouder. beide ouders. % kinderen met overgewicht. laag.

Hoe gezond zijn de inwoners van Hardenberg? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

DEELGEBIEDEN TIEL. Tiel Oost. Woonsituatie

Doelgroep VGZ en GZO in 2 categorieen VGZ GZO

Neerijnen. Oost: Varik en Ophemert Totaal aantal correct ingevulde vragenlijsten, bruikbaar voor analyse

Wamel & Dreumel Beneden&Boven Leeuwen Maaskant Totaal aantal correct ingevulde vragenlijsten, bruikbaar voor analyse

Culemborg West Totaal aantal correct ingevulde vragenlijsten, bruikbaar voor analyse

Buren Zuid- Oost Totaal aantal correct ingevulde vragenlijsten, bruikbaar voor analyse Woonsituatie Buren Noord- West

Nijmegen jaar jaar. 75+ jaar laag midden hoog

NEDER-BETUWE /2017, GGD

CIJFERS ZORG EN ONDERSTEUNING NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Verbetering gezonde leefstijl stagneert

Heilig Landstichting. Berg en Dal Breedeweg de Horst. Berg en Dal Breedeweg de Horst. Heilig Landstichting. Heilig Landstichting

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Gezondere leefstijl blijkt voor velen moeilijk haalbaar

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 64%.

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Maasdriel. Heerewaarden &Rossum Totaal aantal correct ingevulde vragenlijsten, bruikbaar voor analyse Kerdriel Ammerzoden Hedel

LINGEWAAL Asperen Heukelum (incl Spijk) Vuren Herwijnen Totaal. aantal correct ingevulde vragenlijsten, bruikbaar voor analyse

Neder-Betuwe. Echteld& IJzendoorn Dodewaard Totaal aantal correct ingevulde vragenlijsten, bruikbaar voor analyse

DEELGEBIEDEN DRUTEN Druten

Voorlopig tabellenboek Volwassenen- en seniorenenquête 2012 Flevoland

Zaltbommel man vrouw jaar jaar jaar jaar jaar laag midden hoog jaar 65+ jaar ZB 16 ZB 12 GZ '16 GZ '12 NL '16

BEWEGEN IN NEDERLAND

Kernboodschappen Gezondheid Enschede

Actieve leefstijl 2010 sport, bewegen en gezondheid

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Ouderenmonitor Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen. Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen

Leiden. Sport en vrije tijd JONGERENPEILING LEIDEN 2003 DEEL 1 SPORT

V O LW A S S E N E N

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015

In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie.

Weinig mensen sociaal aan de kant

Transcriptie:

Belemmeringen om meer te bewegen of te sporten In de enquête werd gevraagd of respondenten vinden dat ze genoeg beweging krijgen en of ze één of meerdere redenen hebben om niet te bewegen of niet méér dan ze nu doen. Minder dan de helft van de respondenten (44%) vindt dat ze genoeg wandelen of fietsen en een derde van hen (%) vindt dat ze voldoende bewegen of sporten in hun vrije tijd. De mening van de respondent hierover is maar ten dele gerelateerd aan of hij/zij aan de norm Gezond Bewegen voldoet. Van de groep die aan de norm voldoet vindt 51% dat hij/zij voldoende beweegt of sport in de vrije tijd tegen 22% van de inactieve groep (figuur 3). Ruim één op de tien respondenten is wel tevreden over zijn/haar activiteitsniveau, terwijl dat beneden de norm is. Belemmeringen om niet (méér) te bewegen of te sporten zijn vooral tijdgebrek, andere hobby s en dat sporten duur is (tabel 3). Van de respondenten kan 4% door ziekte of handicap niet sporten. Ook de reden van geen sportmaatje te hebben wordt genoemd of geen geschikte sportvereniging kunnen vinden, qua sfeer (5%), de openingstijden (3%), of gebrek aan aangepaste faciliteiten (1%). Mannen noemen vaker dat ze niet genoeg tijd hebben dan vrouwen (37% versus 34%), terwijl vrouwen vaker aangeven dat ze zich niet thuis voelen bij een sportclub (5,8% versus 4,2%) en dat sporten te duur is (12,1% versus 6,2%). DEEL 3 Tabel 3 Belemmeringen om niet (méér) te bewegen of te sporten Praktisch % niet genoeg tijd 36 andere hobby s 19 kan niet op tijd sportclub 3, sporten is te duur 9,1 één van deze redenen 54 Gevoelsmatig % voel me niet thuis bij sportclub 5, heb niemand om mee te sporten 5,1 één van deze redenen 9,2 Lichamelijk % niet sporten door ziekte/handicap 3,5 geen aangepaste sportfaciliteit één van deze redenen 3,9 GEZONDHEID, OVERGEWICHT EN BEWEGEN Mensen met een gezond gewicht of met matig overgewicht beoordelen hun gezondheid positiever dan degenen met ondergewicht of ernstig overgewicht (figuur 4). Mensen met ernstig overgewicht bezochten het laatste jaar vaker de huisarts of de diëtist en ze hebben meer last van chronische aandoeningen, zoals hoge bloeddruk, diabetes, hartproblemen, gewrichtsproblemen en astma. Sporters en respondenten die genoeg bewegen beoordelen hun gezondheid vaker positief dan degenen die niet genoeg bewegen of inactief zijn. De frequentie van huisartsenbezoek in het afgelopen jaar is vrijwel gelijk voor respondenten die genoeg bewegen en degenen die dat niet doen. Bezoek aan medische specialisten is frequenter bij de inactieve groep (34%) dan bij sporters (26%); gewicht bewegen combinatie ondergewicht gezond gewicht matig overgewicht ernstig overgewicht sporter voldoet aan norm voldoet niet aan norm inactief overgewicht + voldoet niet aan norm ernstig overgewicht + inactief % 1% 2% 3% 4% Figuur 4 Percentage dat zijn/haar gezondheid matig of slecht noemt naar lichaamsgewicht en beweegniveau. sporters komen wel vaker bij paramedici, met name de fysiotherapeut (21% onder sporters versus 15% onder niet-sporters). Sporters hebben minder vaak last van chronische aandoeningen zoals suikerziekte en hart- en vaatziekten (56% van de sporters heeft of had een chronische aandoening in de laatste 12 maanden versus % van de niet-sporters). Wel of niet aan de beweegnorm voldoen of inactief zijn heeft daarentegen geen duidelijke relatie met chronische aandoeningen. Het percentage respondenten met overgewicht of ernstig overgewicht is vrijwel hetzelfde in de groep die aan de beweegnorm voldoet (43% overgewicht en 9,% ernstig overgewicht) als in de groep die niet aan de norm voldoet (44% en 9,6%). Respondenten die inactief zijn hebben vaker overgewicht (47%) en ernstig overgewicht (14%). Onder de sporters is het percentage met overgewicht lager dan onder niet-sporters (38% en 48%) evenals het percentage met ernstig overgewicht (7% en 11%). Oorzaak en gevolg is met de resultaten van dit beschrijvende onderzoek niet vast te stellen. Wellicht is er onder de mensen met overgewicht een groep die juist actief is om het overgewicht te bestrijden, of een groep die het overgewicht niet kwijtraakt ondanks dat ze (volgens de norm) genoeg bewegen. Sporters voelen zich vaker gezond, hebben minder vaak overgewicht of chronische aandoeningen dan niet-sporters, maar we

kunnen niet zeggen of dat verschil een gevolg is van het sporten of dat het komt doordat mensen met een minder goede gezondheid niet in staat zijn om te sporten. Een kleine risicogroep (1,%) heeft ernstig overgewicht én is inactief; van hen beoordeelt 38% zijn gezondheid matig tot slecht. In de groep bevinden zich relatief meer respondenten met een MAVO/ LBO opleiding, uitkeringsgerechtigden en nietwesterse allochtonen. Een wat grotere risicogroep (16%) heeft overgewicht en voldoet niet aan de norm Gezond Bewegen; van hen vindt 24% zijn gezondheid matig of slecht. Hieronder bevinden zich relatief meer mannen, laagopgeleiden, 5-- jarigen, werkende en niet-alleenstaande respondenten. Kerncijfers Overgewicht en Bewegen Volwassenen 25 Aantal respondenten is 3486 Ondergewicht Matig overgewicht Ernstig Overgewicht Voldoen aan de norm Gezond Bewegen Inactief (<1 dag 3 min/wk ) Fietsen min. 5 dgn 3 min Wandelen min. 5 dgn 3 min Sporten min. 1 keer per week 1 belemmeringen om méér te bewegen of te sporten % % % % % % % % % Zuid-Holland Noord 1,4 34 9,2 7,8 24 3,3 51 Subregio Leiden en omstreken Rijnstreek Duin en Bollenstreek Cluster A B C D G H Leeftijd 19-34 jaar -49 jaar 5- jaar Geslacht man vrouw Gezinssamenstelling alleenstaand twee partners twee partners met thuiswonende kinderen éénoudergezin bij ouders anders Opleidingsniveau LO MAVO, LBO HAVO, VWO, MBO HBO, WO Werksituatie betaalde werkkring (vervroegd) pensioen uitkeringsgerechtigd huisvrouw / huisman in opleiding Etniciteit (geboorteland) autochtoon westers allochtoon niet-westers allochtoon 1,4 1,4 1,1 1,8 1,5,7 1,7 1,7 2,5,9 2,1 1,9,8,5 3,9 4,4 1,5 1,5 2,1 1,3 1,2 2,2,8 4,3 1,4,8 1,1 36 36 37 36 43 41 27 27 38 37 28 41 4 3 48 17 34 7,1 11,6 6,5 8,8 8,8 14,3 9, 6, 8,5 13,4 9,8 1,3 14,2 4, 7,3 16,7 13,4 7,2 5,7 8,6 13,1 16,6 15,1 1, 9,3 7,7 9,4 6 58 68 58 69 68 61 7 67 56 81 57 72 6 7,5 6,9 8,1 5,8 6,1 1,5 6,6 8,8 6,9 7,1 9,6 5,9 8, 6,5 7, 1,3 8, 11,8 13,9 7,3 5,4 6,6 1,7 17,6 6,5 13,7 7, 4,9,5 29 17 21 16 26 2 2 28 21 26 26 2 24 24 3 24 27 4, 4, 2,9 2, 4,7 4,6 4,2 3,5 2,3 11,2 3,2 3,4 5,3 7,6,9 1,6,3 2,2 6,9 4, 1,8 3,5 1,9 2,3 7,1 7,3 3,3 6, 51 48 51 5 54 44 44 48 49 5 5 39 39 61 44 43 55 51 55 69 67 6 61 69 57 59 7 37 7 58 71 77 Zuid-Holland 1,7 34 11 vetgedrukt = significant verschil met percentage Zuid Holland Noord

4a GEZONDHEIDSPEILING 25 Het doel van de gezondheidspeiling is het volgen van ontwikkelingen in gezondheid en gezond gedrag. Ruim 1.8 personen in de leeftijd van 19 t/m 94 jaar in de regio Zuid-Holland Noord hebben een vragenlijst ontvangen en bijna 6.3 hebben deze ingevuld teruggestuurd. Factsheets in deze serie: Onderzoeksopzet en respons 2 Lichamelijke gezondheid a 19- jaar b -plus 3 Geestelijke gezondheid a 19- jaar b plus 19- jaar 4 a Overgewicht, bewegen b Alcohol en tabak -plus c Leefstijl 5 Rondkomen en schulden 6 Wonen 7 Samenvatting, beschouwing a 19- jaar b -plus Indeling gemeenteclusters A Leiden B Alphen aan den Rijn C Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten D Alkemade, Jacobswoude, Liemeer, Nieuwkoop, Rijnwoude, Ter Aar, Zoeterwoude G Katwijk, Noordwijk H Hillegom, Noordwijkerhout, Lisse, Teylingen Colofon auteurs Ingrid van den Broek Irma Paijmans Annemarie van Dijk Hanneke Tielen bestellen tel: 71-516 36 infodocu@ggdhm.nl publicatienummer 621_4a Overgewicht en Bewegen 19 jaar Deze factsheet beschrijft de resultaten van de gezondheidspeiling 25 met betrekking tot het voorkomen van onder- en overgewicht en beschrijft de gewoonte om te bewegen of te sporten onder volwassenen tot jaar in Zuid-Holland Noord. Een derde van de respondenten heeft matig overgewicht, een tiende heeft ernstig overgewicht. Dit is vrijwel niet veranderd in de afgelopen vijf jaar. Meer dan een derde van de respondenten voldoet niet aan de norm gezond bewegen. Activiteiten in de vrije tijd leveren een belangrijk aandeel in het bewegen. De meerderheid van de respondenten vindt dat ze genoeg beweging krijgen; tijdgebrek is de belangrijkste belemmering om niet (méér) te bewegen. Op de laatste pagina staat een overzichtstabel met kerncijfers. DEEL 1 OVERGEWICHT Een veel gebruikte maat om gezond lichaamsgewicht te definiëren is de Body Mass Index of BMI 1, die bepaald wordt door de individuele lengte en het gewicht. Bij bepaalde grenswaarden van de BMI spreekt men van ondergewicht, matig overgewicht of ernstig overgewicht (ook obesitas genoemd) 2. Ondergewicht komt slechts bij 1,4% van de respondenten voor. Overgewicht daarentegen komt bij 43% van de ondervraagden voor: 34% heeft matig overgewicht en 9% ernstig overgewicht. Ernstig overgewicht komt iets minder frequent voor in Leiden (cluster A, 7%) en meer in Katwijk/Noordwijk (G, 14%) dan in de andere gemeenteclusters (zie tabel met kerncijfers achterop). Man Vrouw ernstig overgewicht overgewicht gezond gewicht ondergewicht 5- jaar -49 jaar 19-34 jaar 5- jaar -49 jaar 19-34 jaar % 2% 4% 6% 8% 1% Figuur 1. Percentage M/V met ondergewicht en matig en ernstig overgewicht per leeftijdsgroep Druk DZB, Leiden augustus 26 Overgewicht onder mannen, vrouwen, jong en oud De mannen hebben een gemiddelde lengte van 1 meter en 82 cm en de vrouwen 1 meter en 69 cm; de mannen gaven als gewicht gemiddeld 1 De BMI wordt berekend door het gewicht (in kilogram) te delen door het kwadraat van de lengte (in meters) 2 Iemand met een gezond gewicht heeft een BMI tussen de 18,5 en kg/m2, daaronder is er sprake van ondergewicht, erboven van overgewicht: vanaf tot 3 kg/m2 is matig overgewicht en vanaf 3 kg/m2 is ernstig overgewicht

84 kg en de vrouwen 7 kg. Overgewicht hangt samen met leeftijd en geslacht: het komt meer voor onder mannen dan vrouwen en meer onder oudere dan jongere respondenten. Het percentage met overgewicht is het hoogst in de 5- jarigen: bijna de helft van de vrouwen en tweederde van de mannen in deze leeftijdscategorie kampt met overgewicht. Er is sprake van ernstig overgewicht bij 8% van de mannen en 1% van de vrouwen; in de leeftijdsgroep 5- jaar is dit 14% en 13%. Ondergewicht maar ook ernstig overgewicht komt meer voor onder jongere vrouwen dan onder jongere mannen (zie figuur 1). Opleiding, gezin, werk en etniciteit Als we de respondenten indelen naar hun gezinssituatie zien we verschillen in percentages overgewicht. Respondenten die samenwonen met hun partner/echtgenoot (al dan niet met kinderen) hebben vaker matig overgewicht, maar dat overschrijdt meestal niet de grens van ernstig overgewicht. Van de alleenstaanden hebben minder respondenten overgewicht, onafhankelijk van leeftijd. Alleenstaande ouders hebben wel meer last van ernstig overgewicht. Er is een relatie tussen overgewicht en werksituatie: ernstig overgewicht komt vaker voor bij uitkeringsgerechtigden en dan met name in de leeftijdsgroep 5- jaar. Ook huisvrouwen kampen vaker met ernstig overgewicht en dat is juist meer in de leeftijdsgroep 19-34 jaar. Studenten hebben minder vaak overgewicht, ook wanneer dit wordt vergeleken binnen de categorie 19-34 jarigen. Onder lager opgeleiden (basisonderwijs of MAVO/LBO) komt matig en ernstig overgewicht frequenter voor dan onder hoger opgeleiden (HAVO/VWO/MBO of HBO/academici). Risicogroepen voor ernstig overgewicht zijn de oudere mannen (5- jaar) met als opleiding basisonderwijs en met een betaalde werkkring (28%) of een uitkering (27%), en jongere vrouwen (19-34 jaar) met basisonderwijs of MAVO/LBO die huisvrouw zijn (2%), werken (21%) of in opleiding zijn (22%). Etniciteit hangt ook samen met het vóórkomen van overgewicht. Autochtone mannen hebben vaker overgewicht dan niet-westerse allochtone mannen (51% versus %), terwijl dit voor vrouwen andersom lijkt te zijn (37% versus 46%, maar dit verschil is niet significant vanwege kleine aantallen). Onder de autochtonen zijn er over het algemeen meer mannen dan vrouwen met overgewicht, maar van de 19-34 jarigen onder hen hebben vrouwen vaker ernstig overgewicht dan mannen (8% versus 4%). Onder niet-westerse allochtonen hebben vrouwen vaker ernstig overgewicht dan mannen (15% versus 4%) en dit verschil is vooral duidelijk bij de 5- jarigen. Vergelijking 25 met 2 Het percentage mensen dat overgewicht heeft is in de laatste 5 jaar iets toegenomen, namelijk van 41% naar 43%, maar deze stijging is niet significant. Voor mannen is de stijging wel significant (van 46% naar 5%). Binnen de clusters zijn er geen duidelijke verschillen tussen de percentages matig overgewicht in 2 en 25; voor ernstig overgewicht is alleen de stijging in Katwijk/Noordwijk (cluster G) opmerkelijk. Vergelijking van subgroepen respondenten, laat slechts enkele noemenswaardige verschillen zien, zoals toename in het percentage met matig overgewicht onder mannen van Noordoost Duin- en Bollenstreek (cluster H, van 37% naar 45%), toename in totaal overgewicht onder hoger Tabel 1 Percentage matig en ernstig overgewicht in 2 en 25 naar cluster Matig overgewicht Ernstig overgewicht cluster 2 25 2 25 A B C D G H 29% 34% 3% 34% 36% % % % % % 36% 37% 6,4% 9,4% 7,4% 9,% 1% 1,2% 6,5% % 8,8% 8,8% 14,3% 9,% totaal % 34% vet = significant verschil met 2 8,7% 9.2% opgeleiden (van % tot 36%) en daling van de percentages ernstig overgewicht onder westers-allochtonen (van 14% naar 8%) en matig overgewicht onder niet-westerse allochtonen (51% naar %). Vergelijking Provincie 25 Vergeleken met de rest van Zuid-Holland, zijn er in Zuid-Holland Noord minder mensen met ondergewicht (1,3% in ZHN en 1,8% in de rest van ZH) en ook minder met overgewicht (43% in ZHN en 47% in de rest van ZH). Het verschil in de prevalentie van overgewicht komt door de kleinere groep met ernstig overgewicht in Zuid-Holland Noord ten opzichte van de rest van de provincie (9,2% versus 12,1%); matig overgewicht komt even vaak voor. Het percentage met ernstig overgewicht is in alle clusters lager dan in de rest van Zuid-Holland Noord, behalve in Katwijk/Noordwijk (cluster G). In Zuid-Holland Noord hebben zowel mannen als vrouwen van 19- jaar minder ernstig overgewicht dan in de rest van Zuid-Holland. Het verschil met de provincie is groter voor middelhoog tot hogeropgeleiden (6,4% versus 9,%) dan voor lageropgeleiden (14,2% versus 16,4%) en ook voor niet-westers allochtonen (9,1% versus 15,9%) dan voor autochtonen (9,3% versus 11,6%). Dat laatste heeft mogelijk te maken met de samenstelling van de allochtone groep: in ZHN zijn er minder respondenten met Turkse, Surinaamse of Antilliaans/Arubaanse

afkomst en meer Marokkaanse en overig nietwesterse allochtonen. De Antilliaans/Arubaanse en Turkse allochtonen in Zuid Holland hebben vaker ernstig overgewicht. DEEL 2 GEZOND BEWEGEN Gezond bewegen verlaagt het risico op (ernstig) overgewicht en beschermt direct of indirect tegen ziektes en gezondheidsklachten. Onvoldoende lichamelijke activiteit verhoogt de kans op ziektes zoals hart- en vaatziekten, diabetes, botontkalking. De Nederlandse norm Gezond Bewegen voor volwassenen is minimaal 5 dagen per week 3 minuten matig intensief bewegen. Matig intensief bewegen omvat lopen, fietsen, (stevig) wandelen, sporten maar ook huishoudelijk- of kluswerk wat niet zittend gedaan wordt. één dag per week 3 minuten actief zijn (zie tabel kerncijfers). In Katwijk/Noordwijk (cluster G, 11%) zijn er meer inactieven dan in de rest van Zuid- Holland. Activiteiten Eén op de vier respondenten is lichamelijk actief tijdens werk- of schoolactiviteiten en één op de twee door huishoudelijk werk. De helft van de respondenten fietst of loopt naar werk of school. De meeste respondenten zijn actief in hun vrije tijd: 81% is minimaal een half uur per week actief in zijn vrije tijd, met activiteiten variërend van fietsen lichamelijk werk huishoudelijk werk >= 5 dagen 1-4 dagen minder dan 1 dag Om te inventariseren hoeveel lichaamsbeweging respondenten per week hebben, is een aantal vragen gesteld over activiteiten in verband met werk, huishouden en vrije tijd 3. Hierbij is de tijd die dagelijks besteed wordt aan lichamelijk inspannende activiteiten, opgeteld, om te bepalen of een persoon voldoet aan de Nederlandse norm Gezond Bewegen. De gedetailleerde vraagstelling heeft mogelijk geleid tot een overschatting van de totale actieve tijdsbesteding en daardoor ook van het percentage dat de norm haalt; dit ligt hoger dan het landelijk gerapporteerd gemiddelde (55%, CBS 25), maar wijkt niet sterk af van recente cijfers van de Gezondheidspeiling van andere regio s (bv. Brabant 59%). In de laatste factsheet, de samenvatting/beschouwing zullen we hier meer op ingaan. Er waren op het moment van drukken van deze sheet (nog) geen resultaten van de rest van de provincie Zuid-Holland beschikbaar. In Zuid Holland-Noord voldoet % van de volwassenen van 19- jaar aan de norm Gezond Bewegen. De verschillen tussen de clusters zijn beperkt. In Alphen aan den Rijn (cluster B, 58%) zijn er minder respondenten die aan de norm Gezond Bewegen voldoen, terwijl dat er in de middelgrote gemeenten rondom Leiden (cluster C, 68%) meer zijn dan in de rest van de clusters. Leiden (cluster A) fietst meer maar loopt minder. In Katwijk/Noordwijk (cluster G) zijn er minder mensen die wekelijks sporten. Er is een groep van 8% van de respondenten die inactief zijn, dat zijn de personen die minder dan 3 De gebruikte vragenlijst is de zogeheten Short Questionnaire to Assess Health enhancing physcial activity (SQUASH). Deze door het RIVM ontwikkelde vragenlijst beoogt een volledig beeld te leveren van de lichamelijke activiteit. Gevraagd wordt naar frequentie, duur en intensiteit van lichamelijke activiteit m.b.t.: (1) activiteiten in woon-werk of woonschool verkeer, (2) activiteiten op het werk of op school, (3) activiteiten in het huishouden, (4) sporten en (5) andere vrijetijdsactiviteiten. fietsen/lopen naar werk of school fietsen/wandelen vrije tijd sport tuinieren/klussen vije tijd % 2% 4% 6% 8% 1% Figuur 2. Percentage respondenten gegroepeerd naar het aantal dagen per week dat ze minimaal 3 minuten matig intensief lichamelijk actief zijn (%), sporten (51%), tuinieren (%) tot wandelen (11%) en klussen (7%). De meest populaire sporten zijn fitness (17%), zwemmen (9%), tennis (8%), voetbal (7%) en hardlopen (7%). Voor mannen staan voetbal en fitness op een gedeelde eerste plaats, daarna komen hardlopen en tennis. Voor vrouwen is de top drie fitness, zwemmen en tennis. Van de respondenten haalt 26% de norm Gezond Bewegen door lichamelijk zwaar werk, 5% door huishoudelijk werk, 11% door gezond woon-werk vervoer en % door vrije-tijds activiteiten, zoals fietsen, wandelen, sporten, tuinieren of klussen (zie figuur 2). Een kwart van de respondenten fietst voldoende om de norm te halen, maar veel minder door wandelen (tabel kerncijfers). Ongeveer 44% van de respondenten doet niet aan sport; de helft doet minimaal één keer per week aan sport. Gezond bewegen onder mannen, vrouwen, jong en oud Het percentage dat aan de gestelde norm Gezond Bewegen voldoet is vergelijkbaar in de drie leeftijdsgroepen (rond de %, zie tabel kerncijfers). Meer vrouwen zijn gezond actief dan mannen: 69% van hen haalt de norm tegenover 58% van de mannen. Onder jongvolwassenen (19-34) is het verschil tussen vrouwen en mannen kleiner (% en 6%), maar bij de middelste leeftijdsgroep (-49) juist groter (72% en 55%). Het verschil komt ten eerste omdat vrouwen actiever zijn in hun vrije tijd: %

van de vrouwen en 28% van de mannen doet minimaal 5 dagen een half uur per dag een gezonde vrije tijdsbesteding. Ten tweede zijn vrouwen meer actief bezig met (matig) intensief huishoudelijk werk. Van de vrouwen doet 72% wekelijks zwaar en 91% licht huishoudelijk werk; van de mannen is dit % en 74%. Het percentage mannen dat de norm haalt door lichamelijk zwaar werk is niet significant hoger dan dat bij de vrouwen (27% versus %). Volwassenen van 19 tot 49 jaar sporten meer dan volwassenen van 5- jaar. In de hele groep van 19- jarigen, sporten de vrouwen meer dan de mannen (% en 48%). Dit verschil komt doordat er in de leeftijdsgroep 5- jaar meer sportieve vrouwen zijn dan mannen (49% versus 38%). Vrouwen hebben vaker dan mannen de gewoonte om te wandelen en te fietsen, zowel om naar werk of school te gaan als in hun vrije tijd. Dat is in alle leeftijdscategorieën het geval. De kleine groep die in hun vrije tijd wandelt met de regelmaat van minstens 5 dagen per week een half uur of meer (3,3%) bestaat uit respondenten in de leeftijd van 5- jaar. Opleiding, werk, gezin en etniciteit Van de hogeropgeleiden voldoen minder respondenten aan de norm Gezond Bewegen dan van de lageropgeleiden. Dit is verklaarbaar omdat lageropgeleiden vaker lichamelijk inspannend werk hebben. Van de respondenten met betaald werk doet 42% van de laagstopgeleiden, 47% met MAVO/LBO en 37% met HAVO/VWO 5 dagen per week minimaal een half uur lichamelijk inspannend werk, terwijl dit voor HBO/academici maar 12% is. Hoogopgeleiden fietsen en wandelen vaker, maar niet elke week 5 dagen een half uur of meer. Ze doen vaker aan sport dan lageropgeleiden. Onder de laagopgeleiden bevinden zich wel meer inactieven dan onder hoogopgeleiden (LO 14% versus HBO/academici 5%). De werksituatie en dus de hoeveelheid vrije tijd die iemand te besteden heeft, is duidelijk van invloed op hoe actief iemand is. Respondenten met betaald werk of die een studie/opleiding volgen, zijn minder vaak actief in hun vrije tijd, maar beiden scoren hoger op lichaamsbeweging tijdens werk en woonwerkverkeer en doen vaker aan sport. Studenten fietsen veel. Respondenten die met (vervroegd) pensioen zijn, krijgen veel lichaamsbeweging in hun vrije tijd; ze wandelen vaker dan anderen. Uitkeringsgerechtigden voldoen minder vaak aan de norm Gezond Bewegen. Zij zijn natuurlijk niet actief met werk, maar doen ook niet vaak aan sport en zijn vaker inactief. Huisvrouwen krijgen weer relatief veel beweging in het huishouden door veel te fietsen en door andere vrije tijdsbezigheden. Verschillen in de gezinssituatie hebben niet zoveel invloed op het wel/niet voldoen aan de norm Gezond Bewegen. Alleenstaande ouders fietsen meer maar sporten minder. Mensen met kinderen wandelen minder. Van de niet-westerse allochtonen voldoen minder respondenten aan de norm Gezond Bewegen: ze wandelen/lopen minder en doen minder vaak aan sport; ze fietsen wel evenveel als de rest van de respondenten. Vooral niet-westerse allochtone vrouwen sporten minder: slechts één kwart van hen doet aan sport terwijl van de vrouwen in het algemeen ruim de helft sport. Vergelijking 25 met 2 4 In de gezondheidspeiling van 2 werd op een andere manier naar lichaamsbeweging gevraagd dan in 25, dus dat is helaas niet vergelijkbaar. Tabel 2 Percentage dat aan sport doet per cluster Sport (>1x per week) cluster 2 25 A B C D G H 5% 45%* 5% % 44%* 57%* 51% 5% 54% % 44%* % totaal 5% 5% *significant afwijkend van gemiddelde ZHN van dat jaar Het percentage dat minimaal één keer per week aan sport doet is in de afgelopen jaren niet significant veranderd in de clusters van Zuid-Holland Noord. Sporten in noordoost Duin-en Bollenstreek (cluster H) is wat achteruitgegaan, Katwijk/- Noordwijk (cluster G) scoort nu evenals in 2 duidelijk minder dan de andere clusters, terwijl Alphen aan den Rijn (cluster B) zijn achterstand heeft ingehaald. 6% 5% 4% 3% 2% 1% % voldoen aan norm voldoen niet aan norm inactief Figuur 3 Percentage dat vindt dat hij/zij voldoende beweegt of sport naar activiteitsniveau 4 Rapport Gezondheid gemeten en gewogen. Gezondheidsenquête 2 onder 18- jarigen in ZHN. GGD ZHN, juni 21.