HEALTHCARE-ASSOCIATED INFECTIONS AND ANTIMICROBIAL USE IN EUROPEAN LONG-TERM CARE FACILITIES HALT-3 PROJECT PUNTPREVALENTIESTUDIE IN BELGISCHE CENTRA

Vergelijkbare documenten
HEALTHCARE-ASSOCIATED INFECTIONS AND ANTIMICROBIAL USE IN EUROPEAN LONG-TERM CARE FACILITIES HALT-3 PROJECT

RESIDENT: O. Ophelia

RESIDENT: G. Gertrude

Zorginfecties en antibioticagebruik bij kwetsbare ouderen

PUNTPREVALENTIESTUDIE VAN ZORGINFECTIES EN ANTIMICROBIEEL GEBRUIK IN EUROPESE CHRONISCHE ZORGINSTELLINGEN

Zorginfecties en antimicrobieel gebruik in Belgische woonzorgcentra

PUNTPREVALENTIESTUDIE VAN ZORGINFECTIES EN ANTIMICROBIEEL GEBRUIK IN EUROPESE CHRONISCHE ZORGINSTELLINGEN

Patiënt: G. Gertrude

Nr Naam Beschrijving Mogelijke waarden of verwijzingen 1 Patiëntidentificatie Een uniek patiëntidentificatienummer Vrije tekst

Woonzorginfecties: praktisch beleid Urineweginfecties in WZC

GEBRUIKERSGIDS. European Point Prevalence Survey of Healthcare Associated Infections and Antibiotic use in Long-Term Care Facilities HALT-PROJECT

Zorggerelateerde infecties en antimicrobieel gebruik in Belgische woonzorgcentra

Preventie en aanpak van antibioticaresistentie in Belgische woonzorgcentra

Deel I: Sociaal verslag

Een puntprevalentiestudie van de zorgzwaarte en de prevalentie van wonden urineweginfecties in de Vlaamse thuiszorg

SEMESTRIEEL REGISTRATIEFORMULIER

PLAN VAN AANPAK (voorbeeld)

Aanleiding Belgian National Nosocomial Infection Surveillance Studie (BNISS) uitgevoerd door het Kenniscentrum (KCE)

Aanvraag tot opname. Sociaal verslag. Faxen naar of mailen naar Adres:

Samenvatting. Samenvatting

Het antibioticumvoorschrift in woonzorgcentra in België:

Goede scores voor het OLV Ziekenhuis

Carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE)

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) in België:

Antibioticagebruik en infecties in Belgische chronische zorginstellingen: resultaten van de HALT studie, 2010

SURVEILLANCE VAN METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN ACUTE ZIEKENHUIZEN IN BELGIË SURVEILLANCEFORMULIER

9 e Post-O.N.S. Meeting

Persconferentie MRSA in de rusthuizen, WIV, vrijdag 27/5/2005

BIJLAGE 2: DEFINITIES Postoperatieve wondinfecties PREZIES versie: Documentversie: 1.0

Bijlage A : Formulier voor een eerste aanvraag

Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen

Determinanten van dragerschap van meticilline resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in woonzorgcentra

Op grond hiervan bevestig ik dat voor deze patiënt de terugbetaling van een behandeling met de specialiteit SIMPONI noodzakelijk is met

I Identificatie van de rechthebbende (naam, voornaam, inschrijvingsnummer bij de V.I.)

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriën in België: 01/01/ /10/2012

Welke infecties zijn gevaarlijk voor de patiënt met verminderde afweer? Voorkomen is beter dan genezen

Externe vraag tot opname op de dienst revalidatie

AANVRAAG ZORGVERBLIJF DRIE EIKEN

datum dd-mm-jjjj Verplicht opgenomen in uw ziekenhuis. Hiermee categorie J = ja Verplicht intensieve zorg verpleegd?

Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen

Surveillance septicemieën in Belgische ziekenhuizen

SURVEILLANCEPROTOCOL VAN MRSA IN ACUTE ZIEKENHUIZEN

Astrid Beckers Specialist ouderengeneeskunde Vivium Naarderheem

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting

Samenvatting in. het Nederlands

GELIEVE DEZE VRAGENLIJST VOLLEDIG IN TE VULLEN

BIJLAGE 2: DEFINITIES Postoperatieve wondinfecties PREZIES versie: Documentversie: 1.0

AANVRAAG ZORGVERBLIJF DRIE EIKEN

Ik bevestig dat chronische lumbalgie aanwezig is sedert meer dan 3 maanden, startende voor de leeftijd van 45 jaar bij de rechthebbende.

Hoe overdracht vermijden: bijkomende voorzorgsmaatregelen. Opleiding docenten - 8 september 2016 A. Willemse

AANVRAAG TOT OPNAME Administratieve gegevens

I - Identificatie van de rechthebbende (naam, voornaam, inschrijvingsnummer bij de V.I.)

Factsheet Indicatoren Heupprothese (LROI)

(n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar)

Bijlage A : Formulier voor een eerste aanvraag

1. ADMINISTRATIEVE GEGEVENS VAN DE KANDIDAAT BEWONER

AANVRAAG TOT OPNAME. vast verblijf

Informatiebrief voor de patiënte en haar vertegenwoordiger(s) Global Maternal Sepsis Study

Nationale Surveillance van Postoperatieve Wondinfecties Protocol NSIH-PWI Bijlage 2: Registratie Instructies (v14/4/2017)

Actualisatie MVG: Illustratie van concrete voorbeelden

... Contactpersoon. Telefoon.. Mutualiteit Verbond.. Inschrijvingsnummer Hoedanigheid. 2)... 3)...

Stand van zaken SNIV. Netwerken in ABR-surveillance. Linda Verhoef, Epidemioloog

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België:

2. Sociale gegevens. 3. Medische gegevens Woonsituatie van de aanvrager voor de opname: 2.2. Welke toekomstmogelijkheden worden voorzien?

heelkunde 2 heelkunde 2 informatiebrochure AV Fistel informatiebrochure Sluiten laterale stoma

1 ALGEMENE INFORMATIE

III Situatie van de patiënt die momenteel de toediening van SIMPONI nodig heeft (aankruisen en aanvullen wat van toepassing is):

heelkunde 2 informatiebrochure AV fistel

1.A - Registratie Patient en Follow-Up via optie 1 of 2 IDENTIFICATIEKLEVER PATIËNT. Geboortedatum (dd-mm-jaar): / / Geslacht: M V

Aanvraag voor verblijf in Duneroze

Factsheet Indicatoren Knieprothese (LROI)

Betreft: kinderen (1 tot 3 maanden) met koorts, verdacht van een infectie, met uitsluiting van de gehospitaliseerde neonaat.

COLLEGE VAN AIDS-REFERENTIELABORATORIA. HIV/AIDS IN BELGIE Toestand op 31 december 2008

III Situatie van de patiënt die momenteel de toediening van ORENCIA nodig heeft (aankruisen en aanvullen wat van toepassing is):

URINEWEGINFECTIE ONDER DE LOEP GENOMEN

AANVRAAG TOT OPNAME. Te zenden naar: Datum intake: Datum aanvraag: Door:.. Aanvraag: Dringend Preventief. Sociale dienst: 1. ADMINISTRATIEVE GEGEVENS

METHODOLOGIE & TECHNISCHE FICHE KWALITEITSINDICATOR POSTOPERATIEVE MORTALITEIT RECTUMKANKER ( )

Een veilig gevoel op school met een chronische longziekte

AANMELDINGSFORMULIER Aanvraag inschrijving wachtlijst

VALKUILEN bij de DIAGNOSTIEK van URINEWEGINFECTIES bij KWETSBARE OUDEREN. Stelling

Case Report Form (CRF) behorende bij de SASIV-study

I Identificatie van de begunstigde (naam, voornaam, inschrijvingsnummer bij de verzekeringsinstelling):

BIJLAGE 2: DEFINITIES ZIEKENHUISINFECTIES Lijnsepsis PREZIES versie: Documentversie: 1.0

Evolution of a manual to an electronic antibiotic prescription

CM Zorgverblijven Aanvraag oriënterende zorg

SURVEILLANCEPROTOCOL VAN MRSA IN ACUTE ZIEKENHUIZEN

Onderzoek van de resultaten. Enkele klinische scenario s met behulp van de dynamische feedback tool

VERANTWOORD GEBRUIK VAN ANTIBIOTICA LIGT IN UW HANDEN

I n f o b r o c h u r e O P N A M E IN HET WOONZORGCENTRUM

Dienst geriatrie Interne liaison. Informatiebrochure voor de patiënt en de familie

heelkunde 2 informatiebrochure Altemeier

Studie over de implementatie en het gebruik van de Safe Surgery Checklist in het operatiekwartier

orthopedie informatiebrochure Indeukingsfractuur van de wervelkolom

Koorts. Diagnostische valkuilen bij de oudere patiënt

Evaluatieverslag zelfredzaamheid patiënt

Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische chronische ziekenhuizen:

WZC Ter Meeren is zeer verheugd u mogelijks in de toekomst als medebewoner/bezoeker kortverblijf te mogen ontvangen.

I. Identificatie van de rechthebbende (naam, voornaam inschrijvingsnummer bij de V.I.)

Transcriptie:

HEALTHCARE-ASSOCIATED INFECTIONS AND ANTIMICROBIAL USE IN EUROPEAN LONG-TERM CARE FACILITIES HALT-3 PROJECT PUNTPREVALENTIESTUDIE IN BELGISCHE CENTRA SEPTEMBER - NOVEMBER 2016

INHOUD Het HALT project en zijn doelstellingen Waarom surveillance? Resultaten van HALT-2 HALT-3 Methodologie De studie stap voor stap Oefeningen

AFKORTINGEN PPS = Point Prevalence Survey = Puntprevalentiestudie LTCF = Long-Term Care Facility = Chronische zorginstelling HAI = Healthcare-Associated Infection = Zorginfectie (zorggerelateerde infectie)

HET HALT PROJECT Healthcare-associated infections and Antimicrobial use in European Long-Term care facilities Europees project sinds 2009 (ECDC) Puntprevalentiestudie (PPS) Zorginfecties Systemisch antimicrobieel gebruik Twee studies tot nu toe HALT-1: mei-september 2010 HALT-2: april-mei 2013 www.ecdc.europa.eu HALT-3: 2016-2017

HALT: DOELSTELLINGEN Het meten en beschrijven van - zorginfecties - antimicrobieel gebruik - antimicrobiële resistentie - beschikbare middelen tot infectiebeheersing bij residenten in Europese chronische zorginstellingen Onderzoeken van risicofactoren bij de residenten Onderzoeken van determinanten op niveau van de instelling

SURVEILLANCE Wat is surveillance? Systematisch verzamelen en analyseren van gegevens en deze informatie gebruiken voor actie Voorbeeld: Verbeteren van kwaliteit van zorg voor de residenten Reduceren/preventie van zorginfecties Vergelijken met andere instellingen met eenzelfde case mix Type surveillance 1. Incidentie 2. Prevalentie

SURVEILLANCE Incidentie Aantal nieuwe gevallen per tijdseenheid Prevalentie Aantal gevallen op een bepaald moment Puntprevalentiestudie (PPS)

SURVEILLANCE IN LTCFs Waarom surveillance in LTCFs? Toenemende vraag naar zorg in chronisch instellingen t.g.v. veroudering Zorg wordt steeds complexer Frequente transfer tussen acute en chronische instellingen Verhoogd risico op infecties en antimicrobiële resistentie Nood aan accurate gegevens en strategieën om het aantal vermijdbare infecties te reduceren en onnodig antimicrobieel gebruik te beperken

WAAROM DEELNEMEN? Zicht op de belangrijkste infecties in uw instelling en het antimicrobieel gebruik Vergelijken met andere instelling (case mix!!!) Identificeren van mogelijke werkpunten teneinde de kwaliteit van zorg te verhogen (vb. opleiding, ontwikkelen richtlijnen ) Herhaalde deelname om evolutie in eigen instelling op te volgen Verhoogde alertheid voor de problematiek onder het personeel (en de bewoners)

HALT-1 (2010) 722 LTCF in 25 Europese landen Eligible residents: < 250 250-499 500-999 1000-4999 > 5000 111 Belgische LTCF 107 WZC 11 911 bewoners 12 24 27 9 2 13 6 2 4 8 0 HALT 2010: deelname WZC (n=107)

HALT-2 (2013) 19 landen 1 181 LTCFs (2-235) 65% nursing homes 19% mixed LTCFs 6% rehabilitation centers 5% residential homes 81 832 residenten

HALT-2 (2013): BELGIË 20 27 4 12 3 3 4 5 5 88 LTCFs 87 WZC 1 revalidatiecentrum 8 911 includeerbare bewoners 3 2 43.7% publieke WZC

KENMERKEN VAN DE RESIDENTEN % België Europa Leeftijd (% ouder dan 85 jaar) Geslacht (% mannen) Gem 60.2 46.5 Min 29.0 0.0 Max 79.0 100 Gem 24.8 30.7 Min 8.1 0.0 Max 51.7 100

ZORGZWAARTE VAN DE RESIDENTEN 100% 80% 60% 40% 57,7% 52,7% 38,7% België 2013 Europa 2013 20% 0% Incontinentie (urine en/of stoelgang) Desoriëntatie (in tijd en/of ruimte) Mobiliteitsbeperking (rolstoel of bedlegerig)

RISICOFACTOREN BIJ DE RESIDENTEN 10% 8% 8,7% België 2013 Europa 2013 6% 4% 2,7% 4,0% 2% 0,3% 0% Urinekatheter Vasculaire katheter Decubitus Andere wonden

PREVALENTIE INFECTIES België Prevalentie infecties 3.6% (0-12.3) # bewoners met infectie op een bepaalde dag # bewoners met een infectie per jaar Europa 3.4% (0-75.0) 4 660 143 510 170 090 5 238 115 ECDC. Point prevalence survey of healthcare-associated infections and antimicrobial use in European long-term care facilities. May September 2010. Stockholm: ECDC; 2014.

ZORGINFECTIES # bewoners met 1 infectie = 314 # bevestigde infecties = 325

ZORGINFECTIES Luchtweginfecties (LWI) 36.6% Verkoudheid/faryngitis 29% Griep 4% Pneumonie 8% Andere lage LWI 58% Urineweginfecties (UWI) 31.2% Bevestigde UWI 51% Vermoedelijke UWI 49% Huidinfecties 13.8% Cellulitis/weke delen/wondinfecties 96% Herpes simplex of zoster 2% Schimmelinfecties 2% Scabies 0%

ZORGINFECTIES Infecties van oog, oor, neus, mond 5.8% Conjunctivitis 67% Oorinfecties 20% Sinusitis 7% Orale candidiase 7% Gastro-intestinale infecties 5.1% Gastroenteritis 85% Clostridium difficile infectie 15%

PREVALENTIE ANTIMICROBIEEL GEBRUIK België 5.1% (0-19.0) Europa 4.4% (0-50.0) ECDC. Point prevalence survey of healthcare-associated infections and antimicrobial use in European long-term care facilities. May September 2010. Stockholm: ECDC; 2014.

ANTIMICROBIEEL GEBRUIK België Europa # antimicrobiële middelen 455 3 561 Toedieningswijze (%) Oraal Parenteraal Type behandeling (%) Profylactisch Therapeutisch 98.2 1.3 39.1 60.9 87.3 11.6 27.2 72.8 J01 antibacteriële middelen voor systemisch gebruik (%) 98.9 97.0

ANTIMICROBIEEL GEBRUIK Indicatie indien profylactisch (%) Urinewegen Luchtwegen Indicatie indien therapeutisch (%) Luchtwegen Urinewegen Huid of wond Gastro-intestinale infecties Andere infecties België 91.0 3.9 42.2 35.7 12.6 2.1 2.1 Europa 80.9 6.2 39.0 35.1 16.0 2.7 2.1 57.4% 35.6%

ANTIMICROBIEEL GEBRUIK

HALT-2: BESLUIT Zeer gemotiveerde deelnemers Weinig ervaring met zorginfectiedefinities AB gebruik: ruimte voor verbetering (urineweginfecties) Aanpak van infecties in WZC met respect voor rationeel AB gebruik = niet vanzelfsprekend Ouderen vertonen vaak een atypisch klinisch beeld v. infectie WZC: minder middelen ter bevestiging van infectie Soms behandeling uit voorzichtigheid: kwetsbare populatie en geen continue medische aanwezigheid

HALT-3: METHODOLOGIE Puntprevalentiestudie (PPS) Kies één dag tussen 1 september en 30 november 2016 Rekening houdend met bestaffing en extra werkbelasting Grote centra: studie zo nodig spreiden over meerdere opeenvolgende dagen Belangrijk: werk de datacollectie in een afdeling op één dag volledig af

HALT-3 STUDIEDOCUMENTEN Studieprotocol (definities) Instellingsvragenlijst Populatielijst + afdelingslijst(en) Residentenvragenlijst Codelijst met micro-organismen

HALT-3 STUDIEDOCUMENTEN Instellingsvragenlijst Eén vragenlijst per deelnemende instelling Informatie m.b.t. belangrijke structurele kenmerken & werkingskenmerken en antibiotica- en infectiepreventiepraktijken in de instelling Op de PPS dag of kort voor of kort na de dag van de studie.

HALT-3 STUDIEDOCUMENTEN Afdelingslijst Eén lijst per afdeling (zorgeenheid) Zorgzwaarte en risicofactoren van de residentenpopulatie Situatie op de dag van de studie

HALT-3 STUDIEDOCUMENTEN Residentenvragenlijst Enkel voor de residenten die, op de dag van de studie, minstens één systemisch antimicrobieel middel gebruiken EN/OF tekens/symptomen van een actieve zorginfectie vertonen

HALT-3 STAP VOOR STAP Hoe een succesvolle PPS uitvoeren? Voor de dag van de PPS Stap 1: Stel studiecoördinator(en) aan Stap 2: Informeer personeel / residenten Stap 3: Bereid de studiedocumenten voor Stap 4: Vul de instellingsvragenlijst in Op de dag van de PPS Stap 5: Vul de afdelingslijst(en) in Stap 6: Vul de residentenvragenlijsten in Na de PPS Stap 7: Verzend studiedocumenten naar WIV-ISP

HALT-3 STAP VOOR STAP Voor de dag van de PPS Stap 1: Stel studiecoördinator(en) aan Stap 2: Informeer personeel / residenten Stap 3: Bereid de studiedocumenten voor Stap 4: Vul de instellingsvragenlijst in

STAP 1: STEL STUDIECOÖRDINATOR AAN Aanstellen studiecoördinator aanbevolen De communicatie tussen de instelling en het WIV-ISP Het ontvangen/versturen van studiedocumenten/feedback Het informeren van personeel en residenten Het vragen van geschreven toestemming Het voorbereiden van de PPS op alle afdelingen (verdeling van de documenten ) Lokale onderzoeker(s) Uitvoeren van de studie / invullen studiedocumenten In aantal zoveel mogelijk beperken

STAP 2: INFORMEER PERSONEEL/RESIDENTEN Informeer alle personeelsleden over doelstellingen & methodologie van de studie Medewerking aan studie Beantwoorden vragen residenten/familie Geschreven toestemming van resident / vertegenwoordiger Alle residenten (individuele residentengegevens) Informeren Voorbeeld informatiebrief en consentformulier Formulieren blijven in instelling!

STAP 3: BEREID DE STUDIEDOC. VOOR Controleer of u alle nodige studiedocumenten in voldoende aantal heeft http://www.nsih.be/surv_ltcf/deelname_nl.asp Studieprotocol Codelijst met micro-organismen Informatiebrief en consentformulier NIET de optisch leesbare vragenlijsten Verspreiden studiedocumenten over de verschillende afdelingen

STAP 3: BEREID DE STUDIEDOC. VOOR Optisch leesbare vragenlijsten

STAP 3: BEREID DE STUDIEDOC. VOOR Optisch leesbare vragenlijsten Gebruik enkel originele vragenlijsten, nooit fotokopies Vermijd het aanbrengen van veranderingen aan de zwarte markeringstekens (4 hoeken) en aan de identificatiemarkering Vermijd het gebruik van nietjes Plooi de vragenlijsten niet Schrijf duidelijk en gebruik hoofdletters Gebruik een zwarte of blauwe pen; geen potlood of gelpen! Maak de vakjes/cirkels helemaal zwart; vink of omcirkel de antwoorden niet Bij fout: schrijf gewoon de correctie op de vragenlijst Doorstreep niet de vragen die niet van toepassing zijn

STAP 3: BEREID DE STUDIEDOC. VOOR Ken een studienummer toe aan alle residenten Geen namen van residenten op de vragenlijsten Uniek studienummer voor elke resident Mag niet leiden tot identificatie van de resident (vb. rijksregisternummer) Duidelijke afspraken Vb. WZC De Zon - Afdeling Zonnekind: K + cijfer - Afdeling Zonnestraal: S + cijfer - Afdeling Zonneland: L + cijfer Eén lijst (vb. elektronische lijst of populatielijst) aanleggen en bewaren in de instelling

Populatielijst STAP 3: BEREID DE STUDIEDOC. VOOR Tip: schrijf de studienummer op de vooravond van de studie al over op de afdelingslijsten

STAP 4: VUL DE INSTELLINGSVRAGENLIJST IN Instellingsvragenlijst Eén vragenlijst per deelnemende instelling Op de PPS dag of kort voor of kort na de dag van de studie. A Algemene gegevens B Medische zorg & coördinatie C Infectiepreventie en controlepraktijken D Antimicrobieel beleid (in overleg met CRA) E HALT-3 onderzoeker(s) (na afloop van de studie)

HALT-3 STAP VOOR STAP Op de dag van de PPS Stap 5: Vul de afdelingslijst(en) in Stap 6: Vul de residentenvragenlijsten in

STAP 5: VUL DE AFDELINGSLIJST(EN) IN Afdelingslijst Eén lijst per afdeling (zorgeenheid) Zorgzwaarte en risicofactoren van de residentenpopulatie Situatie op de dag van de studie

STAP 5: VUL DE AFDELINGSLIJST(EN) IN Alternatief: elektronische instellingslijst (vb. Microsoft Excel)

STAP 5: VUL DE AFDELINGSLIJST(EN) IN Alternatief: elektronische instellingslijst (vb. Microsoft Excel)

STAP 5: VUL DE AFDELINGSLIJST(EN) IN Alternatief: elektronische instellingslijst (vb. Microsoft Excel) Voordeel: Naam van resident & studienummer in hetzelfde document (populatielijst overbodig) Eén bestand per afdeling of één bestand voor de volledige instelling Op het einde: kopie van bestand maken & anonimiseren = verwijderen kolom B t.e.m. C B - Naam van kamer & bed C - Naam van de resident Geanonimiseerd bestand(en) doormailen naar het WIV-ISP (halt@wiv-isp.be)

STAP 5: VUL DE AFDELINGSLIJST(EN) IN Bepaal in kolom 1 welke residenten includeerbaar zijn = voltijds in de instelling verblijven en aanwezig zijn om 8 s morgens op de dag van de studie Lijst de studienummers van ALLE residenten op

INCLUSIECRITERIA RESIDENTEN Residenten worden opgenomen in de studie indien ze: Voltijds in de instelling verblijven EN Aanwezig zijn om 8u s morgens op de dag van de PPS Opgelet, ook op te nemen: Residenten die op het moment van de studie in het ziekenhuis zijn voor een ambulante behandeling (vb. dialyse, chemotherapie...) en niet gehospitaliseerd zijn (opgenomen voor minstens één nacht) Residenten die op het moment van de studie tijdelijk buiten de instelling zijn (vb. voor bezoek aan vrienden/familie, kapper, tandarts...)

EXCLUSIECRITERIA RESIDENTEN Wie wordt niet opgenomen in de studie? Residenten die niet voltijds in de instelling verblijven (vb. dagcentrumbezoekers); Residenten die niet om 8u s morgens aanwezig zijn (vb. een resident die afwezig is omwille van verlof of omwille van een ziekenhuisopname (= minstens één nacht in een acuut ziekenhuis) of nieuwe residenten); Residenten die deelname aan de studie weigeren.

STAP 5: VUL DE AFDELINGSLIJST(EN)IN Vul in kolom 2 en 3 het geboortejaar en KATZ categorie van de resident in. Kruis in kolom 4 t.e.m. 14 alle risicofactoren en zorglastindicatoren aan die bij de resident aanwezig zijn op de dag van de studie.

STAP 5: VUL DE AFDELINGSLIJST(EN) IN Urinekatheter: Elke tube die in het lichaam wordt ingebracht om urine uit de blaas af te voeren of te verzamelen (vb. verblijfsonde, suprapubische of buikwandkatheter, cystostomie). Externe katheters (vb. condoomkatheter) voeren urine niet rechtstreeks uit de blaas af en dienen bijgevolg niet als een urinekatheter beschouwd te worden. Vasculaire katheter: Elk tubesysteem dat in een bloedvat (vene, arterie) wordt ingebracht om vloeistoffen of geneesmiddelen toe te dienen. Vb. een perifere intraveneuze katheter of een geïmplanteerd vasculair toegangssysteem (porth-a-cath) of elk ander intravasculair toegangssysteem (met inbegrip van een arterioveneuze fistel).

STAP 5: VUL DE AFDELINGSLIJST(EN) IN Doorligwonde: Elke graad doorligwonde op de PPS dag; van niet wegdrukbare roodheid tot een diepe wonde Andere wonde: Een andere wonde, vb. beenulcus, traumatische of heelkundige wonde, uitgezonderd doorligwonde). Ook insertieplaatsen (vb. gastrostomie, tracheostomie, urostomie, colostomie, suprapubische- of peritoneale katheter) worden beschouwd als wonden. Gedesoriënteerd in tijd en/of ruimte: Vertoont de resident verwardheid met betrekking tot tijd, ruimte of identificatie van personen op de PPS dag? Vb. kan de resident zijn kamer niet terugvinden, heeft hij geen tijdsbesef of is hij niet in staat om personen te herkennen die hem vertrouwd zijn?

STAP 5: VUL DE AFDELINGSLIJST(EN) IN Rolstoelgebruiker of bedlegerig: Is de resident afhankelijk van een rolstoel voor zijn mobiliteit of is hij/zij bedlegerig op de PPS dag? Heelkundige ingreep in de voorbije 30 dagen: Chirurgie wordt gedefinieerd als een ingreep waarbij een incisie wordt gemaakt (niet gewoon een naaldpunctie) door de huid en/of slijmvliezen (incl. laparoscopische ingrepen). De ingreep hoeft niet noodzakelijk in een operatiekamer plaats te vinden, maar kan ook bijvoorbeeld plaatsvinden in ruimtes voor interventionele radiografie, hartkatheterisatie of endoscopie.

STAP 5: VUL DE AFDELINGSLIJST(EN) IN Incontinentie voor urine en/of stoelgang: is de resident op de dag van de studie incontinent voor urine, stoelgang of voor beide? Incontinentie is het gebrek aan controle van de sluitspieren van blaas en/of darm wat aanleiding geeft tot een ongecontroleerd verlies van respectievelijk urine of stoelgang. Omdat deze variabele de werklast meet, dient een resident met een urinekatheter als continent te worden beschouwd.

STAP 5: VUL DE AFDELINGSLIJST(EN) IN Identificeer de bewoners waarvoor een residentenvragenlijst ingevuld zal moeten worden.

Inclusie: SYSTEMISCHE ANTIMICROBIËLE BEHANDELING Alle systemische behandelingen met: Antibiotica (tegen bacteriële infecties) Antimycotica of antifungale middelen (tegen schimmelaandoeningen) Antiparasitaire (antiprotozoaire) middelen (tegen parasieten) Antimycobacteriële middelen (middelen gebruikt voor de behandeling van tuberculose) Exclusie Antivirale geneesmiddelen Antimicrobiële middelen voor lokaal gebruik Antiseptica/desinfecterende middelen Oraal Intraveneus (IV) Intramusculair (IM) Subcutaan (SC) Rectaal Per inhalatie (aërosol)

SYSTEMISCHE ANTIMICROBIËLE BEHANDELING Antimicrobiële behandelingen: Vb. 1: Resident X neemt maandelijks een enkele dosis fosfomycine (Monuril) in (eerste week van de maand); De PPS valt in de tweede week van de maand. Vb. 2: Resident Y krijgt wekelijks (op maandag) een inspuiting met penicilline V.; De PPS vindt op dinsdag plaats De residenten voldoen aan de criteria: Systemisch antimicrobieel middel Residenten staan nog onder behandeling

TEKENS/SYMPTOMEN VAN EEN INFECTIE Alle actieve zorginfecties aanwezig op de PPS dag Een infectie wordt als actief beschouwd: - indien er tekens/symptomen van een infectie aanwezig zijn op de studiedag OF - indien er tekens/symptomen aanwezig waren in het verleden en de resident op de PPS dag van de studie nog steeds een behandeling voor diezelfde infectie krijgt. 14 dagen (tellend vanaf de PPS dag) terugkijken naar de aanwezigheid van tekens/symptomen om te kunnen bepalen of de behandelde infectie voldoet aan één van de definities van zorggerelateerde infecties.

TEKENS/SYMPTOMEN VAN EEN INFECTIE Als zorginfectie worden beschouwd: - Infecties waarvan de tekens/symptomen optraden meer dan 48u na opname of heropname in de huidige instelling OF - Infecties waarvan de tekens/symptomen optraden minder dan 48u na opname of heropname in de huidige instelling bij een resident die voorheen verbleef in een andere zorginstelling (vb. ziekenhuis of een andere chronische zorginstelling)

TEKENS/SYMPTOMEN VAN EEN INFECTIE Welke infecties moeten geëxcludeerd worden? Infecties verworven buiten een zorginstelling (community-acquired infection) Bijvoorbeeld: Een resident die recent (minder dan 48u op de dag van de studie) in de instelling werd opgenomen nadat hij/zij thuis heeft gewoond. Een resident die recent (minder dan 48u op de dag van de studie) in de instelling werd heropgenomen nadat deze resident minstens 24u bij familie heeft verbleven of op vakantie was. Ook indien deze residenten op de dag van de studie geen tekens/symptomen van een infectie meer vertonen, maar nog wel een antimicrobieel middel innemen (behandeling vóór opname gestart), moet er NIET 14 dagen worden teruggekeken en geen tekens/symptomen geregistreerd worden. Een residentenvragenlijst moet nog wel ingevuld worden omdat deze resident een antimicrobieel middel gebruikt op de dag van de studie.

STAP 6: VUL DE RESIDENTENVRAGENLIJSTEN IN Een residentenvragenlijst moet enkel ingevuld worden voor de residenten die voldoen aan volgende criteria: minstens één systemisch antimicrobiële middel op PPS dag EN/OF tekens/symptomen van een actieve zorginfectie vertonen = residenten met een X in kolom 5 & 6 van de afdelingslijst

STAP 6: VUL DE RESIDENTENVRAGENLIJSTEN IN Kenmerken van de resident Sleutelvraag A Antimicrobiële behandelingen B Zorginfecties met geïsoleerde micro-organismen en resistentie beslissingsbomen per infectie

STAP 6: VUL DE RESIDENTENVRAGENLIJSTEN IN Kenmerken van de resident Zie ook stap 5: afdelingslijst Opname in het ziekenhuis tijdens de 3 laatste maanden Werd de resident in de drie maand voorafgaand aan de studie in een acuut ziekenhuis (ziekenhuis met minstens één medische of heelkundige afdeling) opgenomen? Enkel opnames van minstens één nacht dienen beschouwd te worden.

Sleutelvraag STAP 6: VUL DE RESIDENTENVRAGENLIJSTEN IN Kruis het juiste antwoord aan; slechts 1 optie mogelijk!

STAP 6: VUL DE RESIDENTENVRAGENLIJSTEN IN A Antimicrobiële behandeling

Inclusie: SYSTEMISCHE ANTIMICROBIËLE BEHANDELING Alle systemische behandelingen met: Antibiotica (tegen bacteriële infecties) Antimycotica of antifungale middelen (tegen schimmelaandoeningen) Antiparasitaire (antiprotozoaire) middelen (tegen parasieten) Antimycobacteriële middelen (middelen gebruikt voor de behandeling van tuberculose) Exclusie Antivirale geneesmiddelen Antimicrobiële middelen voor lokaal gebruik Antiseptica/desinfecterende middelen Oraal Intraveneus (IV) Intramusculair (IM) Subcutaan (SC) Rectaal Per inhalatie (aërosol)

STAP 6: VUL DE RESIDENTENVRAGENLIJSTEN IN A Antimicrobiële behandeling Staat in het medisch of verpleegkundige dossier van de bewoner duidelijk vermeld wanneer de antimicrobiële behandeling gestopt moet worden gegeven (einddatum) of wanneer de behandeling door de voorschrijver herbekeken moeten worden (revisiedatum)?

STAP 6: VUL DE RESIDENTENVRAGENLIJSTEN IN A Antimicrobiële behandeling Profylactische behandeling: voorgeschreven met het oog op het voorkomen van de ontwikkeling van een infectie Therapeutische behandeling: behandeling van een bestaande infectie

B Zorginfecties STAP 6: VUL DE RESIDENTENVRAGENLIJSTEN IN

Een infectie wordt als actief beschouwd: - indien er tekens/symptomen van een infectie aanwezig zijn op de studiedag OF ACTIEVE ZORGINFECTIES - indien er tekens/symptomen aanwezig waren in het verleden en de resident op de PPS dag van de studie nog steeds een behandeling voor diezelfde infectie krijgt. 14 dagen (tellend vanaf de PPS dag) terugkijken naar de aanwezigheid van tekens/symptomen om te kunnen bepalen of de behandelde infectie voldoet aan één van de definities van zorggerelateerde infecties.

ACTIEVE ZORGINFECTIES Als zorginfectie worden beschouwd: - Infecties waarvan de tekens/symptomen optraden meer dan 48u na opname of heropname in de huidige instelling OF - Infecties waarvan de tekens/symptomen optraden minder dan 48u na opname of heropname in de huidige instelling bij een resident die voorheen verbleef in een andere zorginstelling (vb. ziekenhuis of een andere chronische zorginstelling)

ACTIEVE ZORINFECTIES Welke infecties moeten geëxcludeerd worden? Infecties verworven buiten een zorginstelling (community-acquired infection) Bijvoorbeeld: Een resident die recent (minder dan 48u op de dag van de studie) in de instelling werd opgenomen nadat hij/zij thuis heeft gewoond. Een resident die recent (minder dan 48u op de dag van de studie) in de instelling werd heropgenomen nadat deze resident minstens 24u bij familie heeft verbleven of op vakantie was. Ook indien deze residenten op de dag van de studie geen tekens/symptomen van een infectie meer vertonen, maar nog wel een antimicrobieel middel innemen (behandeling vóór opname gestart), moet er NIET 14 dagen worden teruggekeken en geen tekens/symptomen geregistreerd worden. Een residentenvragenlijst moet nog wel ingevuld worden omdat deze resident een antimicrobieel middel gebruikt op de dag van de studie.

ACTIEVE ZORGINFECTIES Welke infecties? Alle mogelijk infectieplaatsen worden geïncludeerd Bevestiging van de diagnose infectie door een arts of notering in het residentendossier is niet noodzakelijk Welke tekens/symptomen moeten gerapporteerd worden? Alle tekens/symptomen (vb. koorts, roodheid, pijn, ) van een infectie die aanwezig zijn op de dag van de PPS of aanwezig waren indien de resident nog behandeld wordt voor diezelfde infectie Enkel acute of verergerende symptomen, die niet gelinkt zijn aan een eventuele niet-infectieuze oorzaak

TEKENS/SYMPTOMEN VAN EEN INFECTIE Beslissingsbomen per infectie

TEKENS/SYMPTOMEN VAN EEN INFECTIE Beslissingsbomen per infectie Urineweginfecties Resident zonder een urinekatheter Resident met een urinekatheter Luchtweginfecties (LWI) Gewone verkoudheid of faryngitis Griep Pneumonie of andere lage LWI Huidinfecties Cellulitis/infectie weke delen of wonde Schimmelinfectie Herpes simplex or herpes zoster infectie Scabies (schurft) Postoperatieve wondinfecties (PWI) Oppervlakkige incisionele PWI Diep incisionele PWI PWI van orgaan/anatomische ruimten Oog-, oor-, neus- en mondinfecties Conjunctivitis Oorinfectie Orale candidiasis (spruw) Sinusitis Gastro-intestinale infecties Gastro-enteritis Clostridium difficile infectie Systemische infecties Onverklaarbare koorts Andere infectie(s)

TEKENS/SYMPTOMEN VAN EEN INFECTIE Beslissingsbomen per infectie

TEKENS/SYMPTOMEN VAN EEN INFECTIE Beslissingsbomen per infectie CONSTITUTIONELE TEKENS/SYMPTOMEN: * Koorts: 1) éénmalig > 37.8 C oraal/trommelvlies of 2) herhaaldelijk > 37.2 C oraal of > 37.5 C rectaal of 3) > 1.1 C ten opzichte van de normale temperatuur van de resident op een bepaalde locatie (oraal, trommelvlies, oksel) ** Leukocytose: 1) Neutrofilie > 14,000 leukocyten/mm 3 of 2) een linksverschuiving (>6% staafkernigen of 1500 staafkernigen/mm 3 ) Acute verandering in mentale status t.o.v. basiswaarde: 1) Acute optreden en 2) fluctuerend verloop en 3) onoplettendheid en 4) ofwel gedesoriënteerd denken ofwel een veranderd bewustzijn Acute functionele achteruitgang: 1) Nieuwe toename van de totale ADL score met 3 punten t.o.v. de basiswaarde op een 7 item tellende ADL schaal (mobiliteit in bed, transfers, motoriek, aan-/uitkleden, toiletbezoek, persoonlijke hygiëne, eten) waarbij elk item van 0 (onafhankelijk) tot 4 (volledige afhankelijkheid) gescoord wordt of 2) een toename van afhankelijkheid op een andere meetschaal

TEKENS/SYMPTOMEN VAN EEN INFECTIE Stap 1: bepaling residenten met een actieve infectie o Vertoont de resident tekens/symptomen van een infectie op de dag van de studie? OF o Staat de resident onder (antimicrobiële) behandeling voor een infectie op de dag van de studie? Stop indien het antwoord nee is op beide vragen Stap 2: bepaling residenten met een actieve zorginfectie o Was de resident 48u voor het optreden van tekens/symptomen of voor de start van de behandeling in een zorginstelling (vb. huidige chronische zorginstelling, een andere chronische zorginstelling, het ziekenhuis ) Stop indien het antwoord nee is

TEKENS/SYMPTOMEN VAN EEN INFECTIE Stap 3: bepaal het type infectie en ga naar de bijhorende beslissingsboom Stap 4: kruis alle tekens/symptomen aan die aanwezig zijn op de dag van de studie (of aanwezig waren in geval van een behandeling) Soms is het ook nodig om het resultaat van relevante onderzoeken na te gaan (vb. resultaat van een RX bij een vermoeden van een lage luchtweginfectie of van een urinecultuur bij een vermoeden van een urineweginfectie). Stap 5: bevestig de infectie al dan niet

TEKENS/SYMPTOMEN VAN EEN INFECTIE 1) Indien alle infectiecriteria zijn voldaan: 1. Kruis het vakje bij Criteria volledig voldaan: BEVESTIGDE INFECTIE (XXX-C) aan 2. Ga naar deel B Zorginfecties van de vragenlijst, vul de infectiecode (XXX-C) in en vervolledig de andere vragen Opgelet: bij de definitie voor een urineweginfectie zijn er twee mogelijkheden: Tekens/symptomen EN urinecultuur positief: BEVESTIGDE INFECTIE (UTI-C) Tekens/symptomen EN urinecultuur niet uitgevoerd, negatief of resultaat onbekend: VERMOEDELIJKE INFECTIE (UTI-P)

TEKENS/SYMPTOMEN VAN EEN INFECTIE 2) Indien de infectiecriteria NIET zijn voldaan: Kruis het vakje bij Criteria volledig voldaan: BEVESTIGDE INFECTIE (XXX- C) NIET aan Deel B Zorginfecties van de vragenlijst moet niet ingevuld worden (tenzij er nog andere infecties zijn)

TEKENS/SYMPTOMEN VAN EEN INFECTIE 3) Indien documentatie over tekens/symptomen ontbreekt: Infectie behandeld op PPS dag maar geen documentatie van tekens/symptomen (ziekenhuis of andere chronische zorginstelling): GEÏMPORTEERDE INFECTIE (XXX-I) mag ALLEEN aangekruist worden indien: De resident geen tekens/symptomen van een infectie op dag van de studie vertoont, maar nog onder (antimicrobiële) behandeling staat voor een infectie op de dag van de studie De behandeling werd opgestart in een andere zoringstelling (vb. Ziekenhuis of andere chronische zorginstelling) en de resident recent uit deze zorginstelling werd ontslagen Indien de ontslagbrief enkel de behandelende infectie vermeld en geen enkele tekens/symptomen vermeld

B Zorginfecties STAP 6: VUL DE RESIDENTENVRAGENLIJSTEN IN De infectiecode is terug te vinden in de grijze box onderaan de beslissingsboom. Deze eindigt op C voor bevestigde infectie, op P voor een vermoedelijke urineweginfectie of op I voor geïmporteerde infecties.

B Zorginfecties STAP 6: VUL DE RESIDENTENVRAGENLIJSTEN IN Duid ja aan indien de tekens/symptomen van de desbetreffende infectie aanwezig waren bij opname of heropname in de instelling of indien de resident geen tekens/symptomen meer vertoont op de dag van de studie maar sinds opname of heropname nog onder behandeling staat voor diezelfde infectie. Duid nee aan indien de tekens/symptomen van de desbetreffende infectie ontstonden na opname of heropname in de instelling of indien de behandeling van een infectie werd opgestart na opname of heropname in de instelling bij een resident die op de dag van de studie geen tekens/symptomen meer vertoont.

B Zorginfecties STAP 6: VUL DE RESIDENTENVRAGENLIJSTEN IN Indien het antwoord op de vorige vraag (Aanwezig bij (her-)opname) Ja is, mag deze vraag opengelaten worden. Indien het antwoord op vorige vraag (Aanwezig bij (her-)opname) Nee is, gelieve dan de datum in te vullen dat de eerste tekens/symptomen van de desbetreffende infectie zich voordeden. Indien deze datum niet gekend is, mag deze datum ook de start van de (antimicrobiële) behandeling voor de desbetreffende infectie zijn of de datum dat een staal voor onderzoek naar een microbiologisch laboratorium werd gestuurd.

B Zorginfecties STAP 6: VUL DE RESIDENTENVRAGENLIJSTEN IN

B Zorginfecties STAP 6: VUL DE RESIDENTENVRAGENLIJSTEN IN Oorsprong van de infectie: Een infectie is geassocieerd aan de huidige instelling indien de tekens/symptomen meer dan 48u na opname of heropname in de huidige instelling optraden. Infecties waarvan de tekens/symptomen optraden minder dan 48u na opname of heropname in de huidige instelling bij een resident die voorheen verbleef in een andere zorginstelling, kunnen hun oorsprong vinden in: Een andere chronische zorginstelling (vb. een woonzorgcentrum, een revalidatiecentrum, een psychiatrische instelling...) Het ziekenhuis

B Zorginfecties STAP 6: VUL DE RESIDENTENVRAGENLIJSTEN IN Oorsprong van de infectie: Een postoperatieve wondinfectie vindt zijn oorsprong in het ziekenhuis indien de eerste tekens/symptomen optreden binnen 30 dagen na een chirurgische ingreep zonder implantaat of binnen 90 dagen (3 maand) na een operatie waarbij een implantaat (vb. heup- of knieprothese) geplaatst werd. Infecties met Clostridium difficile kunnen geassocieerd zijn aan een ziekenhuis of andere chronische zorginstelling indien de tekens/symptomen optreden binnen 28 dagen na opname of heropname in de huidige instelling na een verblijf in een ziekenhuis of andere chronische zorginstelling. Indien er twijfels zijn over de oorsprong van infectie, gelieve contact op te nemen met de nationale HALT-3 studiecoördinator.

STAP 6: VUL DE RESIDENTENVRAGENLIJSTEN IN B - Zorginfecties Geïsoleerde micro-organismen 1.A MOET steeds een code bevatten. Tot 3 micro-organismen kunnen gerapporteerd worden per infectie (1.A / 2.A / 3.B) Maak gebruik van de codelijst met microorganismen voor het invullen van dit deel van de vragenlijst

B - Zorginfecties STAP 6: VUL DE RESIDENTENVRAGENLIJSTEN IN Geïsoleerde micro-organismen

B - Zorginfecties STAP 6: VUL DE RESIDENTENVRAGENLIJSTEN IN Geïsoleerde micro-organismen Noteer de code van de geïsoleerde micro-organismen of kies één van onderstaande opties _NOEXA _NA _NONID _STERI ONDERZOEK NIET UITGEVOERD: er werd geen diagnostisch staal genomen of geen microbiologisch onderzoek uitgevoerd RESULTATEN NIET BESCHIKBAAR: de resultaten van het microbiologisch onderzoek zijn nog niet beschikbaar of kunnen niet gevonden/geraadpleegd worden MICRO-ORGANISM NIET GEIDENTIFICEERD: een microbiologisch onderzoek werd uitgevoerd, maar de micro-organismen konden niet correct geclassificeerd worden STERIEL ONDERZOEK: een microbiologisch onderzoek werd uitgevoerd, maar het resultaat was negatief (vb. cultuur negatief voor pathogenen)

B - Zorginfecties STAP 6: VUL DE RESIDENTENVRAGENLIJSTEN IN Geïsoleerde micro-organismen Micro-organismen aangeduid in het rood in de codelijst Resistentie MOET aangegeven worden Gebruik het resistentieschema (zie p. 1 van de codelijst)

B - Zorginfecties STAP 6: VUL DE RESIDENTENVRAGENLIJSTEN IN Geïsoleerde micro-organismen

B - Zorginfecties STAP 6: VUL DE RESIDENTENVRAGENLIJSTEN IN Geïsoleerde micro-organismen

HALT-3 STAP VOOR STAP Na de PPS Stap 7: Verzend studiedocumenten naar WIV-ISP

STAP 7: VERZEND STUDIEDOCUMENTEN NAAR HET WIV-ISP Verzamel alle studiedocumenten Instellingsvragenlijst Afdelingslijst(en) (of elektronisch document) Residentenvragenlijsten Controleer de documenten op hun volledigheid Studienummers op alle pagina s van alle documenten! Ga na of er voor de residenten een geschreven toestemming is Vernietig vragenlijsten bij weigering en doorstreep in afdelingslijst Bewaar de populatielijst/niet-geanonimiseerde elektronische kopie van de afdelingslijst op een veilige plek tot einde studie Verzend documenten per post naar het WIV-ISP vóór 15 december 2016

NA AFLOOP VAN DE STUDIE Cleaning en analyse van de data Feedbackrapportje voor elke deelnemende instelling Nationaal rapport (data van alle deelnemende instellingen) Europees rapport (representatief staal van WZC data) Nationale en/of internationale publicaties

NA AFLOOP VAN DE STUDIE

NA AFLOOP VAN DE STUDIE

Nog vragen? Indien u bijkomende vragen of verduidelijkingen wenst, aarzel niet en neem gerust contact met ons op! Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid OD Volksgezondheid & Surveillance t.a.v. Katrien Latour Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel halt@wiv-isp.be Katrien Latour: Tel: 02/642 57 62 Béatrice Jans: Tel: 02/642 57 36