Reader voor pedagogisch medewerkers

Vergelijkbare documenten
Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND

maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) begint steeds meer woorden te herhalen en (na) te zeggen

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd 0 tot 4 jaar

Praten leer je niet vanzelf

Baby s houden van boeken! voorlezen leuk, gezellig én leerzaam!

Taalontwikkeling bij baby s, peuters en kleuters

Tussendoelen ontwikkeling van de geletterdheid

Leer- en ontwikkelingslijnen 2-7 jaar (ZONDER extra doelen) - versie januari Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

1. Ziet de kleine verschillen. tussen letters/cijfers. 2. Herkent hetzelfde woord in een. 5. Kent en kan de namen van

NAAM ORGANISATIE: KDV DE KNUFFEL ACTIVITEIT:

Ontwikkelingslijnen 0-4 jaar (MET extra doelen) - versie januari Naam kind. Taal Beginnende geletterdheid. Beginnende geletterdheid-fase 5

Module 2. Taalaanbod: Hoe leg je het uit. Uitbreiding en verdieping van de training Interactief voorlezen in de kinderopvang

Als praten niet vanzelf gaat

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND

LEESTIP. Speel- & Leerbrief MEI Marja Baeten. Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar ZE KOMEN VOOR DE VRIENDJES! MEI 2015.

s Speel- & Leerbrief Marja Baeten Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar OKTOBER 2015 VOORLEZEN GAAT NOOIT VERLOREN

WAAROM VOORLEZEN? VOORWOORD WANNEER VOORLEZEN?

PUK! Spelkaartjes behorende bij spelbord Pak een Puk!, thema Woordenschat & Taal.

Observatieformulier Leerlijn Engelse taal (TPO) Groep 1 & 2

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd vanaf 4 jaar

Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind?

Het is goed om een dagelijks ritueel te hebben, bv. even lezen en zingen voor het naar bed gaan.

Type titel. Interactief voorlezen in 5 stappen. Type naam presentator. Hanneke van Bakel en Loes Luijten

BROCHURE:-LEZEN? JA-GRAAG!-

Omgaan met zichzelf, 2-4;6 jaar

Tekst bij de presentatie voor het infomoment over Boekstart

s Speelbrief ZO LEES IK PIPPO PIPPO-thema prentenboeken JULI 2017 Speelbrief - Juli p1

Leren praten. Praten gaat niet vanzelf, praten moet je leren. Een kind leert praten door horen, zien en doen.

Voorlezen in de kinderopvang

De Voorleesvogel. Tips bij interactief voorlezen

1. Wat is taalontwikkeling?

VOORBEELD UIT HET PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN. VEILIGHEID EN GEBORGENHEID BIEDEN - BABY S

De zorg moet steeds beter.

Achtergrondinformatie over NT2

pedagogisch werken met plezier Wat schattig! Marja Baeten Redactie PIPPO

TAAL IS LEUK. Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren

Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2

Observatielijst Puk & Ko

Adviezen voor het bevorderen van de taalontwikkeling. Afdeling Logopedie

Voorlezen aan jonge kinderen: hoe doe je dat?

Leer- en ontwikkelingslijnen 0-7 jaar (MET extra doelen) - versie januari Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

Voorbeelden van basiscompetenties TAAL/mondelinge taalontwikkeling zijn: Groeiboek Groeiboe

M E E R V O O R L E Z E N, B E T E R I N T A A L

Kern 3: doos-poes-koek-ijs

BoekStart maakt baby s slimmer. Heleen van den Berg Adriana G. Bus

Bijlage 14 Registratie- en planningsformulier gehele groep

Ik ben een heel klein muisje

Communicatieve vaardigheden bij jongens met Klinefelter. Dorothy De Maesschalck Logopediste COS Brussel

Ondersteuningaanbod voor peuters met problemen in de ontwikkeling. Lex Wijnroks (UU) 22 juni 2015

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Help uw kind bij het leren van taal. Een handleiding voor ouders en verzorgers

H Observatie voorleesgedrag van ouders (0-6 jaar)

Observatieformulier Leerlijn Engelse taal (tpo) FASE 5

SER rapport 2016 : Gelijk goed van start

pedagogisch werken met plezier

Adviezen stimulatie taalontwikkeling

Sabine Wisman. Uitgeverij Ploegsma Amsterdam

Pedagogisch beleid gastouderbureau OOK-Thuis

Leerdoelen Spraaktaal Kids

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Spraak-taal 0-1½ jaar

s Speel- & Leerbrief

Ontdek de stem van het kind

Terwijl uw kind niet kijkt, pakt u één van deze dingen op en maakt u er geluid mee. Uw kind zegt wat het hoort.

Vaardighedenlijst Taal stimuleren

Kleintje Leesplan. Leesbevordering voor de Kinderopvang en Peuterwerk

De e-learning van Gastouderland

Wegwijzertje. Website: Mail: 15 januari 2016 Nieuwsbrief nummer 9.

LEESTIP. Speel- & Leerbrief JUNI Marja Baeten. Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar BABY S ZIJN OVERAL JUNI 2015.

Logopraxis Dorp 31/ Wachtebeke 09/ /

Observatieformulier Leerlijn Engelse taal (tpo) FASE 6

Signaleringslijst voor Kleuters 2.0 1)

pedagogisch werken met plezier Marja Baeten, redactie PIPPO

In het thema Sil redt het koraal! kunt u in dagelijkse situaties ook aandacht besteden aan de volgende doelen:

TALEN JE LEVEN! Informatie over meertalig opvoeden voor ouders en opvoeders

In het thema Sil plukt appels kunt u in dagelijkse situaties ook aandacht besteden aan bijvoorbeeld de volgende doelen:

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

Peuters Groep 1 Groep 2 Groep 3 BP MP EP M1 E1 M2 E2 M3

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Libra R&A locatie AC Tilburg/Breda. Samen praten

22 januari e jaargang - nr. 20. Lucienne jarig

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Mondelinge taalvaardigheid: Van pingpongen naar tafelvoetballen

Programma BoekStart en BoekStart in de kinderopvang

16. Luister naar wat ik vertel

TALEN JE LEVEN! MEER WETEN? Informatie over meertalig opvoeden voor ouders en opvoeders. Heb je vragen over meertalig opvoeden? Neem contact op met:

De taalontwikkeling van het jonge kind. De taalontwikkeling van het jonge kind

voor Maatschappelijk Werkers en Ouderconsulenten

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

LEESTIP. Speel- & Leerbrief JULI Marja Baeten. Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar SPELEN MET WATER! JULI 2015.

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

Cito Taal voor peuters. Analyse doelen Jonge kind

Workshop Vertellen. Workshop Vertellen

De zorg moet steeds beter.

ACTIVITEIT. Tuinkers in een eierdop

Gratis spellen bij kern 4 Spel 1: Tik aan Spel 2: Een verlanglijstje schrijven Spel 3: Prentenboeken lezen Spel 4: Rijmpjes maken

Direct aan de slag met Baby- en kindergebaren

Doe-tips bij Pauline Oud prentenboeken

Transcriptie:

Reader voor pedagogisch medewerkers Module 1: Taalaanbod Wat zeg je en hoe zeg je het Rijk taalaanbod Er is veel verschil in taalaanbod: rijke of arme taal en alles daar tussenin. Het is van belang te weten hoe rijk je taalaanbod aan kinderen is: wat je zegt en hoe je het zegt. Je kunt je taalaanbod leren verrijken. Hoe leren kinderen taal? Voor een voorspoedige taalontwikkeling is het nodig dat jonge kinderen veel taal en volwaardige zinnen horen al vanaf de geboorte. Om taal te leren zijn kinderen afhankelijk van wat zij om zich heen horen. De talige omgeving van jonge kinderen wordt bij de meeste jonge kinderen gevormd door de taal die gebruikt wordt in het gezin en, voor veel kinderen is dat het geval, in de opvangsituatie. Er is veel verschil tussen gezinnen waar het minst gepraat wordt en de gezinnen waar het meest gepraat wordt. Praten... ik wil praten/ik praat Probleem ontdekken... ik weet niet hoe ik het kan zeggen Probleem oplossen... ik luister naar hoe mensen om mij heen het zeggen Nieuwe kennis van taal verwerven... ik weet nu hoe ik het kan zeggen Voor het taalleermechanisme zijn drie belangrijke aspecten aan te wijzen die in gesprekjes onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden: het taalaanbod dat de volwassene geeft de taalproductie van het kind zelf de feedback die de volwassene en andere kinderen daarop geven De taalvaardigheid van kinderen mag niet te snel onderschat worden Een kind dat op een te laag niveau wordt aangesproken, heeft minder kans om zijn taal te ontwikkelen. Voorbeeld Een pedagogisch medewerker heeft een prentenboekje al een paar keer voorgelezen aan peuters. De kinderen kennen het verhaaltje goed maar horen het graag nog een keer. Terwijl ze leest stelt ze vragen: Wat is dat?, Wat gaat de muis nu doen?, Wie komt daar aan? en ze geeft feedback: Ja, de 1

poes en ze voegt toe: De poes loopt achter de muis aan. Het is goed je af te vragen hoe uitdagend haar taalaanbod is en of ze daarmee niet onder het niveau van de kinderen zit. Even later spelen de kinderen spontaan muis en poes en praten daarbij. Je hoort hen zeggen: jij rent naar je holletje. Ik ben de poes en ik kom aansluipen. Ik heb reuzehonger!!! De woorden holletje, aansluipen, reuzehonger staan in de tekst van het boek. Het is duidelijk dat de kinderen die woorden niet alleen begrijpen maar ook zelf gebruiken. Het was beter geweest voor de taalverwerving van de kinderen als de pedagogisch medewerker ook die woorden had gebruikt in het gesprek, zelfs met wat meer variatie, bijvoorbeeld: de muis woont niet meer op zolder. Hij is verhuisd naar de trapkast. En daar is die hongerige poes weer. Hij heeft reuzehonger. Daar komt hij aangeslopen hoor! Hoewel je dus op een vanzelfsprekende en natuurlijke manier met kinderen praat is het toch goed om eens stil te staan bij hoe je taalaanbod naar de baby s, dreumesen en peuters is. Wat vind je daar zelf van? Wat vindt je omgeving van de kwaliteit van je taalaanbod? Bespreek dit onderwerp eens in je team en let op wat je kunt verbeteren. Taal in boeken voor baby s, dreumesen en peuters Boeken zijn een geweldig middel om alle kinderen taal aan te bieden. Rijmpjes en versjes Je begint al met rijmpjes en versjes voorlezen en liedjes zingen bij baby s. Dit soort teksten helpt kinderen om gevoel te ontwikkelen voor de manier waarop klanken in de taal worden gecombineerd. Het besef van gangbare klankcombinaties in taal, ook wel fonologisch bewustzijn genoemd, bepaalt mede hoe succesvol kinderen zijn wanneer zij gaan leren lezen. Boeken met liedjes, versjes en boeken met teksten op rijm horen er zeker bij vanaf de geboorte van een kind. 2

Taal in babyboekjes Veel babyboeken hebben (bijna) geen taal. In deze boeken draait het vooral om de afbeeldingen, die aangewezen en benoemd worden. De taal wordt toegevoegd door de volwassene die met het kind praat over de afbeeldingen. Taal in dreumesboekjes In het tweede levensjaar komen er boeken in beeld met korte teksten. Dat zijn bijvoorbeeld kartonnen boeken met afbeeldingen en namen van boerderijdieren of afbeeldingen van situaties in het dagelijks leven van dreumesen, bijvoorbeeld verzorgingsmomenten, eten en slapen. Er zijn ook boeken met korte verhaaltjes waar dreumesen graag naar luisteren. Het gaat nu minder vaak om het benoemen met losse woorden, maar vaker om zinnen en gebeurtenissen die met elkaar in verband staan. In de interactie wordt het kind actiever: het herkent afbeeldingen, wijst aan en benoemt ook zelf wat het ziet. Taal in peuterboeken 3

Wanneer kinderen tweeëneenhalf jaar oud zijn, kunnen zij steeds beter een verhaaltje volgen. Ze begrijpen nu goed wat er tegen hen wordt gezegd en zij kunnen al aardig verwoorden wat zij denken. De tekst van prentenboeken voor peuters is nog eenvoudig. Ook aanwijsboeken met alleen afbeeldingen zijn nog steeds interessant. De kinderen profiteren van het voorlezen in de voorgaande periode: ze zijn gewend om te bladeren in het boek, te kijken, te luisteren en met de ouders en pedagogisch medewerkers te praten over de plaatjes en het verhaal. Spelenderwijs breiden zij hun woordenschat uit. Vanaf drie jaar kunnen kinderen meestal goed luisteren naar een wat langer prentenboekverhaal. De taal wordt nu wat complexer ( Beer is verlegen en struikelt over zijn woorden. Vlinder luistert vol verbazing. ) Kinderen maken kennis met zinsstructuren en woorden die zij niet gewend zijn te horen in de dagelijkse gesprekken met hun ouders en gesprekken met hun pedagogisch medewerkers, en die voor hen echt bij boeken horen. Kinderen kunnen nu verhalen aan waarin meerdere gebeurtenissen plaatsvinden die met elkaar te maken hebben. Verhalen met een duidelijk plot geven aanleiding tot gesprekken die niet alleen het taalvermogen, maar ook het denkvermogen van de kinderen stimuleren. Als kinderen nadenken over oorzaak-gevolgrelaties of over het verband tussen een probleem in het verhaal en hoe dat in de echte wereld zou kunnen worden opgelost, gebruiken ze functies van hun hersenen die ze later ook gaan inzetten bij begrijpend lezen. 4

Rijk taalaanbod aan baby s en dreumesen: lezen én vertellen Je leest de tekst zoals die in het boekje staat en je weet dat die verschilt van hoe jij zelf vertelt. Let eens op het verschil. Daarom is het goed allebei te doen: je leest en je vertelt: kinderen horen correcte boekentaal én spreektaal door boekentaal horen kinderen andere woorden en correcte zinsconstructies. Als je vertelt bij een plaatje let je op je eigen taalaanbod: wat zeg je en hoe zeg je het De hulpzinnetjes gebruik je als inspiratie voor wat je naar aanleiding van eenvoudige plaatjes vertelt. Labelen (zeggen hoe iets heet) is niet genoeg. De hulpzinnetjes helpen je als je zelf niet goed iets kunt bedenken. Zo zorg je voor rijk taalaanbod. Hulpzinnetjes om te onthouden bij plaatjes van dieren: - hoe een dier heet - wat je aan het dier ziet - wat het dier doet - hoe het dier doet - welk geluid het dier maakt - waar je het dier ziet. Hulpzinnetjes om te onthouden bij plaatjes van dingen: - waar het voorkomt/thuishoort - wie het gebruikt - wat je ermee doet - hoe je dat doet - waarom je dat doet - waarvoor je het gebruikt - of het kind het ook heeft - of het ook in de groep te vinden is. 5