Raad 8 juni 2011 48 RAAD 8 juni 2011 Aanwezig: Jan Keirsebelik, voorzitter, Chris De Ridder, afgevaardigd schepen, Roger Van Driessche, Guy Verbrugghe, Peter Van Broeckhoven, Jan Mattheeussen, Els Van der Velden, Jan Claus, Marcel Celis, Huguette Cuyvers en Lieve Fierens, leden alsook Ria Van Put, secretaris, Inge Wittockx, directeur WZC (punt 5 en 6) en Sophie Hermans (punt 3) wonen de vergadering gedeeltelijk bij. Lodewijk Van Staeyen, raadslid is afwezig met kennisgeving ------------------------- Voorzitter opent de vergadering om 20 uur Openbare vergadering De punten worden genotuleerd in de volgorde waarin ze werden behandeld. Omdat de architecten van RDBM aanwezig zijn wordt gestart met punt 5: 5 Nieuw woonzorgcentrum Goedkeuring ontwerpplan en aanvraag stedenbouwkundig attest en bouwvergunning Bespreking De raad neemt kennis van de presentatie van de architecten Frederik Jacobs (zaakvoerder) en Nele Samson (projectarchitect) van het architectenbureau RDBM. De presentatie van RDBM is terug te vinden op het extranet: diensten/ocmw/secretariaat/documenten raadsleden/woonzorgcentrum/rdbm projectgroep stuurgroep/110608 ppt-presentatie raad. Besluit In de raadszitting van 6 april 2011 hechtte de raad goedkeuring aan het voorontwerp voor de bouw van een nieuw woonzorgcentrum met 121 woongelegenheden, gelegen aan de Hollandse Tuin zoals voorgesteld en toegelicht door het architectenbureau RDBM; Woonzorgdecreet RVT normering VIPA regelgeving Het technisch-financieel plan omvat enerzijds een globale en beschrijvende schets met kostenraming van de door de initiatiefnemer geplande infrastructuur, met de uitvoeringstermijnen en een financieel plan. Anderzijds omvat het dossier een verder uitgewerkt projectplan waarvoor het eigenlijke principieel akkoord wordt aangevraagd. Dit projectplan omvat ondermeer een stedenbouwkundig attest in geval dat een bouwvergunning vereist is en een (voor)ontwerp van de plannen op schaal.
Raad 8 juni 2011 49 Er werd een bespreking gehouden van het projectplan met en vraag om advies aan volgende deskundigen: Brandweer Antwerpen (22 maart) Bouwtechnisch adviseur VIPA (13 april) Zorginspectie Zorg en Gezondheid (27 april) De opmerkingen die door deze instanties werden gemaakt werden verwerkt in het ontwerpplan dat nu voorligt. Voor de aanvraag van het stedenbouwkundig attest zal een afspraak gemaakt worden met de dienst Ruimte en Erfgoed. In eerste instantie was het de intentie om een bouwvergunning aan te vragen, maar omdat het RUP nog niet is goedgekeurd wordt er geopteerd om een projectvergadering met de dienst Ruimte en Erfgoed aan te vragen, die de waarde heeft van een stedenbouwkundig attest. Financiële weerslag Voorziene budgetten nieuwbouw: 14.953.890 euro Ecologieproject: 558.000 euro Goedgekeurde budgetten 2011 OCMW-raad 17 november 2010 (blz. 65) Het budget wordt gekoppeld aan de VIPA-index die ook moet worden gebruikt bij ondermeer het uitschrijven van overheidsopdrachten waarvoor VIPA-subsidies worden verkregen. DE RAAD BESLUIT MET TWEE STEMMEN TEGEN (raadsleden Van Driessche en Verbrugghe), ÉÉN ONTHOUDING (raadslid Celis) EN ZEVEN STEMMEN VOOR (raadsleden Van Broeckhoven, Mattheeussen, Van der Velden, Claus, Cuyvers, Fierens en voorzitter) IN OPENBARE VERGADERING: De raad gaat akkoord met het ontwerpplan voor de bouw van een nieuw woonzorgcentrum voor 121 woongelegenheden De raad gaat principieel akkoord met het aanvragen van een bouwvergunning na goedkeuring van het RUP. Dit besluit wordt op de overzichtslijst geplaatst van de provinciegouverneur en het collega van burgemeester ren schepenen. Directeur woonvoorzieningen voor gevolg Ontvanger voor opvolging Frederik Jacobs en Nele Samson verlaten de vergadering 1 Goedkeuring verslag openbare vergadering 11 mei 2011 Het verslag van de openbare vergadering van 11 mei 2011 wordt goedgekeurd 7 Huisvesting sociale dienst principiële beslissing tot huur van geschikte locatie Voorzitter deelt mee dat dit punt wordt verdaagd. 6 Aanvraag erkenning centrum voor kortverblijf voor 1 woongelegenheid In oktober 2003 werd aan het OCMW van Mortsel een voorafgaande vergunning voor 3 woongelegenheden kortverblijf toegestaan. De opschortingtermijn van vijf jaar van de erkenning van een centrum voor kortverblijf (CVK) met 3 woongelegenheden bij het WZC Meerminne werd eenmalig verlengd met drie jaar (raadsbesluit 14 mei 2008) en duurt uiterlijk tot 24 oktober 2011. Vermits de werken voor het nieuwe centrum voor kortverblijf (en het nieuwe woonzorgcentrum) niet gestart zijn binnen deze 8 jaar vervalt de vergunning.
Raad 8 juni 2011 50 Woonzorgdecreet, programmatie en voorafgaande vergunningen Het is wenselijk om met een centrum voor kortverblijf met 1 woongelegenheid te starten om de vergunning te behouden en op die manier de vooropgestelde doelen uit het zorgstrategisch plan te realiseren. Er bestaat de mogelijkheid om een CVK met 1 woongelegenheid te realiseren in de huidige gastenkamer, die nu voornamelijk gebruikt wordt om de problemen op de tweepersoonskamers op te lossen, of dienst doet als gespreksruimte. Het CVK hoeft niet over een aparte personeelsformatie te beschikken. De erkende capaciteit van het CVK wordt toegevoegd aan het aantal bewoners van het woonzorgcentrum voor de vaststelling van het benodigde personeel. Voor de voorziening van het OCMW van Mortsel betekent dit een totaal van 90 + 1. Om de voorwaarden voor de omkadering van de animatienorm te halen, wil dit zeggen dat een halfijdse extra animator dient geworven te worden. De norm voor een woonzorgcentrum met 91 tot 120 woongelegenheden ligt op twee voltijds equivalenten. In het kader van de uitbreiding van het aantal woongelegenheden in de nieuwbouw zou de dienst animatie sowieso moeten uitbreiden (in totaal met 0.75 FTE bij 121 woongelegenheden). Financiële weerslag De loonkost van een halftijdse animator wordt gesubsidieerd aan 17 696 euro op jaarbasis. Inkomsten van het CVK : via ligdagprijs en RIZIV dagforfait, afhankelijk van de bezettingsgraad. DE RAAD BESLUIT UNANIEM IN OPENBARE VERGADERING: De raad dient een aanvraag tot erkenning van een centrum voor kortverblijf in voor één woongelegenheid in te dienen bij het Agentschap Zorg en Gezondheid teneinde de zorgstrategische opties van het OCMW te realiseren. Van zodra de vraag tot erkenning is goedgekeurd zal de raad de personeelsformatie van het woonzorgcentrum uitbreiden met ½ FTE animator (niveau BV). Dit besluit wordt op de overzichtslijst geplaatst van de provinciegouverneur en het collega van burgemeester ren schepenen. Directeur woonzorgcentrum voor gevolg Ontvanger voor opvolging 2 Kwaliteitszorg algemeen overzicht 2010 kennisname en bespreking De raad neemt kennis van de werking kwaliteitszorg tijdens het jaar 2010. Het rapport wordt ingevoegd in het jaarverslag van het OCMW. Sophie Hermans, stafmedewerker, geeft toelichting bij de stand van zaken van de kwaliteitszorg en een overzicht van de geplande verbeterprojecten voor 2011 aan de hand van een powerpointpresentatie, die op het extranet wordt geplaatst met name : diensten/ocmw/secretariaat/documenten raadsleden/ kwaliteitszorg overzicht 2010 ppt-presentatie. Het jaarverslag is momenteel raadpleegbaar op het extranet raadsleden: bestuur en beleid/informatie OCMW/jaarverslagen/kwaliteitszorg jaarverslag 2010 en wordt geïntegreerd in het jaarverslag 2010. 3. Rechtspositieregeling OCMW-personeel 3.1 Algemene Rechtspositieregeling besluit In zitting van de OCMW-raad van 17 december 2008 werd de rechtspositieregeling voor de OCMWmedewerkers vastgesteld. Dit gebeurde in toepassing van artikel 42 van de OCMW-wet.
Raad 8 juni 2011 51 De artikels die niet in uitvoering konden gaan omdat zij in strijd zijn met de OCMW-wet werden uitgesteld tot na de inwerkingtreding van het OCMW-decreet en de daarop volgende rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel. In zitting van 28 april 2010 heeft de OCMW-raad de rechtspositieregeling aangepast. Op 17 december 2008 besliste de Vlaamse Overheid het OCMW-decreet. Op 12 november 2010 keurde de Vlaamse regering het besluit over de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel definitief goed. OCMW-decreet van 17 december 2008 Besluit Vlaamse regering 12 november 2010 In uitvoering van artikel 104 en 115 van het OCMW-decreet kan het OCMW-personeel onderverdeeld worden in drie categorieën: gemeenschappelijke functies, specifieke functies en personeel van specifieke diensten. Behalve het feit dat het OCMW-besluit van 17 december 2008 aangepast op 28 april 2010 dat werd opgesteld op basis van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel - moet worden omgezet naar de bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering over de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel dienen aanpassingen te gebeuren omtrent ondermeer: Samenstelling selectiecommissie bij werving en bevordering Bijkomende feestdagen Prenatale rust Materie werd besproken op basisoverlegcomité van 4 mei en 1 juni 2011 en het overleg stad-ocmw van 4 april en 6 juni 2011. DE RAAD BESLUIT MET TWEE ONTHOUDINGEN (raadsleden Van Driessche en Verbrugghe) EN ACHT STEMMEN VOOR (raadsleden Van Broeckhoven, Mattheeussen, Van der Velden, Claus, Celis, Cuyvers, Fierens en voorzitter) IN OPENBARE VERGADERING: De algemene rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel wordt vastgesteld in overeenstemming met de rechtspositieregeling zoals als bijlage toegevoegd. Deze beslissing wordt op de overzichtslijst geplaatst voor de provinciegouverneur en het college van burgemeester en schepenen. Personeelsdienst voor opvolging MaT-leden voor kennisname De rechtspositieregeling is raadpleegbaar op het extranet raadsleden: personeel/personeelsstatuten en reglementen/rechtspositieregeling 3.2 Rechtspositieregeling personeel thuiszorg en dienstencentra In zitting van de OCMW-raad van 17 december 2008 werd de rechtspositieregeling voor de OCMWmedewerkers vastgesteld. Dit gebeurde in toepassing van artikel 42 van de OCMW-wet. De artikels die niet in uitvoering konden gaan omdat zij in strijd zijn met de OCMW-wet werden uitgesteld tot na de inwerkingtreding van het OCMW-decreet en de daarop volgende rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel. In zitting van 28 april 2010 heeft de OCMW-raad de rechtspositieregeling aangepast. Op 17 december 2008 besliste de Vlaamse Overheid het OCMW-decreet. Op 12 november 2010 keurde de Vlaamse regering het besluit over de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel definitief goed.
Raad 8 juni 2011 52 OCMW-decreet van 17 december 2008 Besluit Vlaamse regering 12 november 2010 In uitvoering van artikel 104 en 115 van het OCMW-decreet kan het OCMW-personeel onderverdeeld worden in drie categorieën: gemeenschappelijke functies, specifieke functies en personeel van specifieke diensten. Behalve het feit dat het OCMW-besluit van 17 december 2008 aangepast op 28 april 2010 dat werd opgesteld op basis van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel - moet worden omgezet naar de bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering over de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel dienen aanpassingen te gebeuren omtrent ondermeer: Samenstelling selectiecommissie bij werving en bevordering Nachtprestaties; prestaties op zaterdag en zondagen Jaarlijkse vakantie Prenatale rust dienstvrijstellingen Materie werd besproken op basisoverlegcomité van 4 mei en 1 juni 2011 en het overleg stad-ocmw van 4 april en 6 juni 2011. DE RAAD BESLUIT MET TWEE ONTHOUDINGEN (raadsleden Van Driessche en Verbrugghe) EN ACHT STEMMEN VOOR (raadsleden Van Broeckhoven, Mattheeussen, Van der Velden, Claus, Celis, Cuyvers, Fierens en voorzitter) IN OPENBARE VERGADERING: De rechtspositieregeling voor personeel thuiszorg en dienstencentra wordt vastgesteld in overeenstemming met de rechtspositieregeling zoals als bijlage toegevoegd. Deze beslissing wordt op de overzichtslijst geplaatst voor de provinciegouverneur en het college van burgemeester en schepenen. Personeelsdienst voor opvolging MaT-leden voor kennisname De rechtspositieregeling is raadpleegbaar op het extranet raadsleden: personeel/personeelsstatuten en reglementen/rechtspositieregeling 3.3 Rechtspositieregeling personeel woonzorgcentrum In zitting van de OCMW-raad van 17 december 2008 werd de rechtspositieregeling voor de personeel van het woonzorgcentrum vastgesteld. De artikels die niet in uitvoering konden gaan omdat zij in strijd zijn met de OCMW-wet werden uitgesteld tot na de inwerkingtreding van het OCMW-decreet en de daarop volgende rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel. In zitting van 28 april 2010 heeft de OCMW-raad de rechtspositieregeling aangepast. Op 17 december 2008 besliste de Vlaamse Overheid het OCMW-decreet. Op 12 november 2010 keurde de Vlaamse regering het besluit over de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel definitief goed. OCMW-decreet van 17 december 2008 Besluit Vlaamse regering 12 november 2010
Raad 8 juni 2011 53 In uitvoering van artikel 104 en 115 van het OCMW-decreet kan het OCMW-personeel onderverdeeld worden in drie categorieën: gemeenschappelijke functies, specifieke functies en personeel van specifieke diensten. Behalve het feit dat het OCMW-besluit van 17 december 2008 aangepast op 28 april 2010 dat werd opgesteld op basis van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel - moet worden omgezet naar de bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering over de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel dienen aanpassingen te gebeuren omtrent ondermeer: Samenstelling selectiecommissie bij werving en bevordering Attractiviteitspremie Nachtprestaties; prestaties op zaterdag en zondagen Premies voor titels en bijkomende beroepsbekwaamheden Jaarlijkse vakantie Feestdagen Dienstvrijstellingen Maatregelen einde loopbaan Materie werd besproken op basisoverlegcomité van 4 mei en 1 juni 2011 en het overleg stad-ocmw van 4 april en 6 juni 2011. DE RAAD BESLUIT MET TWEE ONTHOUDINGEN (raadsleden Van Driessche en Verbrugghe) EN ACHT STEMMEN VOOR (raadsleden Van Broeckhoven, Mattheeussen, Van der Velden, Claus, Celis, Cuyvers, Fierens en voorzitter) IN OPENBARE VERGADERING: De rechtspositieregeling voor het personeel van het woonzorgcentrum wordt vastgesteld in overeenstemming met de rechtspositieregeling zoals als bijlage toegevoegd. Deze beslissing wordt op de overzichtslijst geplaatst voor de provinciegouverneur en het college van burgemeester en schepenen. Personeelsdienst voor opvolging MaT-leden voor kennisname De rechtspositieregeling is raadpleegbaar op het extranet raadsleden: personeel/personeelsstatuten en reglementen/rechtspositieregeling 4. Aansluiting bij het Vlaams Selectiecentrum van Overheidspersoneel In de rechtspositieregeling is voorzien dat voor de functies van secretaris van het OCMW, financieel beheerder en personeelsleden vanaf de rang A4 de selectie volledig uitbesteed wordt aan een erkend selectiebureau. De stad Mortsel besliste aan te sluiten bij Jobpunt Vlaanderen. Rechtspositieregeling, art. 15 1 Het Vlaams Selectiecentrum voor Overheidspersoneel, Jobpunt Vlaanderen, is een coöperatieve vennootschap die ondermeer werd opgericht door de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest. De vennootschap kan instaan voor opdrachten inzake werving en selectie van overheidspersoneel en kan aanverwante diensten aanbieden zoals de organisatie van overgangs- en bevorderingsproeven, assessment centerproeven. De vennootschap heeft, om deze opdracht te realiseren, raamcontracten afgesloten met rekruterings- en selectiekantoren die kennis en ervaring hebben betreffende de specifieke vakdomeinen van de overheidssector.
Raad 8 juni 2011 54 Een aansluiting bij Jobpunt Vlaanderen laat de vennoot vrij om voor elke selectie al dan niet een beroep te doen op het selectiecentrum met de mogelijkheid te kiezen voor een all in formule of enkel het wervingsgedeelte, de psycho-technische testen of begeleiding bij de jury, waarbij elke procedure verloopt in overleg met het bestuur. Het Vlaams Selectiecentrum voor Overheidspersoneel levert een bijdrage in het objectiveren van de examens. Financiële weerslag Voor een aansluiting dienen aandelen aangekocht te worden, namelijk per 10 personeelsleden in dienst 3 aandelen van 24,79 euro, wat een totaal geeft van 818,07 euro. DE RAAD BESLUIT UNANIEM IN OPENBARE VERGADERING: OCMW Mortsel sluit aan bij het Vlaams Selectiecentrum voor Overheidspersoneel, Jobpunt Vlaanderen. Het aantal personeelsleden dat in aanmerking genomen wordt voor de berekening van het aantal aan te kopen aandelen bedraagt 105 FTE (FTE zonder tewerkstellingsprojecten) Dit besluit wordt op de overzichtslijst geplaatst van de provinciegouverneur en het collega van burgemeester ren schepenen. Personeelsdienst voor gevolg Ontvanger voor opvolging MaT-leden voor kennisname Raadslid Van Driessche herhaalt dat hij inzake het verdagen van punt 7 niet instemt met die beslissing en vaststelt dat de stemming niet plaats vindt. Hierop verlaat raadslid Van Driessche de vergadering om 22.17 en neemt plaats op de publieksplaatsen. 8 Intergemeentelijk project Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost via IGEAN besluit Feiten en context IGEAN dienstverlening vraagt in haar brief van 13 april 2011 of het stadsbestuur en het OCMW van Mortsel willen deelnemen aan het intergemeentelijk project in het kader van het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE). Het FRGE stelt goedkope leningen ter beschikking aan particulieren voor de uitvoering van energiebesparende maatregelen in private woningen. 7% van de leningen moet aan bijzondere doelgroepen worden toegekend in nauwe samenwerking met het OCMW Het verstrekken van de leningen gebeurt via zogenaamde entiteiten (samenwerkingsverbanden van gemeenten en OCMW s) met voldoende inwonersaantal. IGEAN dienstverlening stelt voor om als lokale entiteit op te treden voor de deelnemende gemeenten. De gemeenten dienen op te treden als eerstelijnsloket om vragen van inwoners te beantwoorden en zullen promotie voeren via de gemeentelijke informatiekanalen. De OCMW s zullen de leningen aan bijzondere doelgroepen goedkeuren. KB van 1 juli 2006 tot vaststelling van het beheerscontract van het FRGE KB van 2 juni 2006 m.b.t. de definitie van de bijzondere doelgroepen Het college van burgemeester en schepenen heeft op 9 mei 2011 beslist principieel akkoord te gaan met deelname aan het intergemeentelijk project FRGE onder voorbehoud dat ook het OCMW wil deelnemen aan het project. Deze beslissing zal aan gemeenteraad van juni worden voorgelegd.
Raad 8 juni 2011 55 Advies Het vast bureau van 23 mei 2011 wenst zich op vraag van de stad Mortsel in te schakelen in het project maar maakt daarbij volgende kanttekeningen: Het OCMW is van oordeel dat de maatregel weinig aansluit bij het profiel van de cliënten van het OCMW; wat onze cliënten betreft wordt eerder het advies gegeven geen bijkomende leningen af te sluiten omdat de draagkracht om terug te betalen vaak ontbreekt; Indien er toch gezinnen of personen zijn binnen de doelgroep die zinvol van het aanbod gebruik kunnen maken wil het OCMW op eigen initiatief of op vraag van de stad sociale onderzoeken uitvoeren om na te gaan of de cliënten enerzijds beantwoorden aan de voorwaarden opgelegd door het FRGE (Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost) wat de bijzondere doelgroep betreft en anderzijds de draagkracht hebben de lening terug te betalen; indien het leningen aan huurders betreft zal er nauwlettend moeten over worden gewaakt dat de eigenaar ook zijn verplichten nakomt; Het sociaal onderzoek resulteert in een advies vanuit het OCMW aan de stad; een positief advies wordt geïnterpreteerd als een goedkeuring door het OCMW, zoals gevraagd door IGEAN. Indien de gemeenteraad finaal beslist niet in te stappen in het project zal het OCMW dat vanzelfsprekend ook niet doen. DE RAAD BESLUIT UNANIEM MET NEGEN STEMMEN VOOR IN OPENBARE VERGADERING: De raad gaat principieel akkoord in te stappen in het project het intergemeentelijk project Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost via IGEAN onder voorbehoud dat ook de stad Mortsel zal deelnemen aan het project en rekening houdend met het advies zoals geformuleerd in het vast bureau; Dit besluit wordt op de overzichtslijst geplaatst van de provinciegouverneur en het collega van burgemeester ren schepenen. Diensthoofd sociale dienst voor opvolging Ontvanger voor kennisname De vergadering wordt besloten 22.20 uur Goedgekeurd in zitting van 25 augustus 2011 Ria Van Put secretaris Jan Keirsebelik voorzitter