De Geo 2 TH Aardrijkskunde voor de onderouw Antwoorden hoofdstuk 2 www.degeo-online.nl 1ste druk De Geo, aardrijkskunde voor de onderouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 1 ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009
Hoofdstuk 2 Nederland verandert Start 1 a De veranderingen in de inrichting van de Nederlandse steden en van het Nederlandse platteland. Op de foto zijn veranderingen in de steden zichtaar. c foto A en C 2 a 1, 2, 3 4, 5 3 a Antwoord verschilt per leerling. Antwoord verschilt per leerling. 4 a Antwoord verschilt per leerling. Antwoord verschilt per leerling. c Antwoord verschilt per leerling. d Antwoord verschilt per leerling. 5 a Antwoord verschilt per leerling. Antwoord verschilt per leerling. De Geo, aardrijkskunde voor de onderouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 2 ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009
1 Amsterdam, de opouw van een stad 1 2 a Met de handel in specerijen in Oost-Indië. Er waren nog geen moderne vervoermiddelen dus moesten de areiders naar de fariek lopen. c Er kwamen regels voor de kwaliteit van de huizen. 3 a Zie kaart W2: de Dam = 5 c de goederen die per schip werden aangevoerd over het IJ moesten ij de dam in de Amstel worden overgeladen. Dit leverde allerlei activiteiten op. lang: 900 meter, reed: 700 meter. 4 a De Geo, aardrijkskunde voor de onderouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 3 ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009
c Dat ligt uiten de gemeentegrens van de stad. lang: 10,8 km, reed: 22,5 km. 5 a 1 wonen 2 werken 3 recreatie in het Noorden: langs het IJ en langs het Noordzeekanaal. c Aan de rand van de stad. 6 a Een model is een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid. wonen, werken, verkeer, recreatie c stadscentrum, Centrale zakenwijk, Central Business District. d ja 7 a op figuur 4 liggen de edrijventerreinen langs het water en langs de snelwegen. langs de rand van de stad. c ja d Antwoord verschilt per leerling. e Antwoord verschilt per leerling. 8 a Antwoord verschilt per leerling. 2 e helft 20 e eeuw c Antwoord verschilt per leerling. 9 a 1 Steden met een historische stadskern. 2 Steden ontstaan uit een dorpskern. 3 Nieuw ontworpen steden. Antwoord verschilt per leerling. 10 a wonen: oranje werken: paars recreatie: groen Een verdueling tussen eide jaartallen (Lees in opgave Rotterdam i.p.v. Amsterdam) c Amsterdam: Noordzeekanaal Rotterdam: Nieuwe Waterweg d het doorgaande verkeer om de stad leiden e 1 Zeeurgertunnel 2 Coentunnel f IJtunnel De Geo, aardrijkskunde voor de onderouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 4 ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009
g h i j k 11 Centrum Beneluxtunnel Van Brienenoordtunnel Maastunnel Centrum A VI B I C II D III E VIII F IV G VII H V De Geo, aardrijkskunde voor de onderouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 5 ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009
2 Verschillen tussen woonwijken 1 2 a > 400.000 < 180.000 3 a Bij evolkingsdichtheid gaat het om het aantal mensen per km² en ij woningdichtheid om het aantal huizen per km². Bevolkingsdichtheid: in een huis woont gemiddeld meer dan 1 persoon. c In Overtoomse Veld is tussen de flats veel groen. d Overtoomse Veld 4 a De meeste ewoners van Overtoomse Veld komen uit andere cultuurgeieden. In de Apollouurt zijn de meeste ewoners van Nederlandse afkomst. hoger c 1 Niet-westerse allochtonen zijn vaak minder geschoold. 2 Niet-westerse allochtonen spreken vaak minder goed Nederlands. 5 a 1 In Overtoomse Veld is het percentage werkzoekenden hoger. 2 In Overtoomse Veld is het percentage niet-westerse allochtonen hoger. 3 In Overtoomse Veld is de waarde van de woningen gemiddeld lager. 1 In de Apollouurt is het percentage werkzoekenden lager. 2 In de Apollouurt is het percentage niet-westerse allochtonen lager. 3 In de Apollouurt is de waarde van de woningen gemiddeld hoger. 6 a W6 lezen c Hoe langer de woonduur, hoe hoger het rapportcijfer. De Geo, aardrijkskunde voor de onderouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 6 ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009
7a 8a Leefaarheid is de mate waarin een woonwijk geschikt is om in te leven. 1 veiligheid 2 vervuiling 3 onderhoud Het gescheiden wonen van Nederlanders en allochtonen. In een etnische wijk wonen vooral mensen die tot één en dezelfde etnische grope ehoren. 9 a Overtoomse Veld, Bijlmer-Centrum c d e Bijlmer-Centrum: daar wonen maar 14% autochtonen. In Chicago wonen in een etnische wijk ijna alleen maar mensen uit dezelfde etnische groep, in Amsterdam wonen toch nog meer etnische groepen door elkaar. 10 Antwoord verschilt per leerling. 11 De goede zinnen zijn: In wijken met een slechte leefaarheid is vaak veel criminaliteit. Het Overtoomse Veld lijkt meer op een etnische wijk dan de Apollouurt. In het Overtoomse Veld komt vooral hoogouw voor. Hoogouw tot vier verdiepingen is goedkoop omdat er dan geen lift nodig is. In wijken met dure huizen is de werkloosheid vaak kleiner dan in wijken met goedkope huizen. De Geo, aardrijkskunde voor de onderouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 7 ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009
3 De vernieuwing in Overtoomse Veld 1 a Een ghetto is en heel arme etnische wijk. Omdat de verschillen tussen arm en rijk hier niet zo groot zijn. c Proleemwijken. 2 a 5 Aan het lage rapportcijfer. c de meesten wel 3 a Als de woningwaarde laag is, is de leefaarheid slecht. Als de werkloosheid laag is, is de leefaarheid goed. Als het percentage niet-westerse allochtonen hoog is, is de leefaarheid slecht. 4 a 1 Sloop en nieuwouw. 2 renovatie. 130.000 / 7.250 x 1% = 17,9%. 5 a Amsterdam-West Het foute antwoord: Amsterdam-West is een deel van het Overtoomse Veld. c Er komen minder sociale huurwoningen en meer dure huurwoningen en meer koopwoningen. d Mensen die een duurder huis kunnen huren/kopen onderhouden hun huis meestal goed. e Zonder kans op werk en zonder voorzieningen lijft een proleemwijk een achterstandswijk. 6 a Dat neemt toe met 11.000. Die neemt toe. c Minder hoogouw en meer eengezinswoningen. De Geo, aardrijkskunde voor de onderouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 8 ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009
7acd 4 8a Straatcoaches zorgen voor meer veiligheid op straat: goed voor de leefaarheid. De leefaarheid van een wijk veretert als er meer werk is. De Geo, aardrijkskunde voor de onderouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 9 ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009
9 a In wijknummer 10 vonden per 1000 inwoners 10 autokraken plaats. In wijknummer 3 heen 38 van de 100 inwoners een lage opleiding. c De goede antwoorden zijn: De leefaarheid is het est in wijk 1. De leefaarheid is het slechtst in wijk 3. d e Wijk 3. f Antwoord verschilt per leerling. 10 a Zij vinden dat het met de segregatie wel meevalt. Zij merken niet veel van onveiligheid. c 7-8 d Ouderen heen veel meer last van hangjongeren dan de jongeren zelf. 11 a 1 Amsterdam 2 Rotterdam 3 Den Haag 4 Groningen 5 Utrecht Vier ervan zijn onderdeel van de Randstad. c Juist, omdat de meeste investeringen in stadsvernieuwing plaatsvinden in de Randstad. 12 a Antwoord verschilt per jaar. Antwoord verschilt per jaar. 13 1 proleemwijk 2 segregatie 3 etnische wijk 4 straatcoaches 5 renovatie 6 stadsvernieuwing 7 getto 8 slopen 9 achterstandswijk 10 nieuwouw De Geo, aardrijkskunde voor de onderouw van th - Docentenhandleiding 2 TH 10 ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen, 2009