2014-2015. Educatietrajecten



Vergelijkbare documenten
Servicedocument wijziging regelgeving Educatie

Servicedocument wijziging regelgeving Educatie

Servicedocument wijziging regelgeving Educatie

Inhoud educatie-opleidingen, toetsing en certificering

Voorstel programma educatie

Servicedocument wijziging wetgeving Educatie

tieve En Ect Educa traj

Zie voor volledige tekst Staatscourant: ministeriële regeling met de standaarden en eindtermen voor de opleiding digitale vaardigheden

Het non-formele bibliotheekaanbod voor volwassenen

Schets van het onderwijsprogramma. Route 2, 16+ mbo entree. april 2016

Sectorgids Educatie OnderwijsBoulevard

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

Referentiekaders. Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2. Station en de referentiekaders 6

Regionaal Programma volwassenen Educatie 2018

Maatschappelijke Ontwikkeling Ingekomen stuk D6 (PA 17 april 2013) Beleidsontwikkeling. Datum uw brief

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

filmpje bewindslieden (

Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip).

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Trainingen en workshops voor praktijkopleiders en leidinggevenden. Jouw talent, onze ambitie!

Profiel personal coach WelSlagen Diversiteit

Schets onderwijsprogramma en lessentabel. Route 2, 16+ mbo 2. april 2016

Schets onderwijsprogramma en lessentabel Route 3, jaar vmbo kader/gl/tl

Huiswerkbeleid

Schets van het onderwijsprogramma Route 1, 16+ (begeleid) werk, inburgering

Schets onderwijsprogramma en lessentabel Route 2, jaar vmbo basis

De Referentieniveaus Taal. BAVO Eemlanden 14 maart 2012

Cursussen voor volwassenen

Schets van het onderwijsprogramma. Route 2, 16+ mbo 2. april 2016

Project Taalcoaches. 1 januari december Locatie Moerdijk. Vluchtelingenwerk Brabant-West. Projectvoorstel taalcoaches.

Schets van het onderwijsprogramma Route 1, jaar praktijkschool vso

Schets van het onderwijsprogramma Route 3, jaar vmbo kader/gl/tl

Bernardusschool Praktische stroom, uitstroomprofiel arbeidsmatige dagbesteding

2015 Inburgering en ISK

[Typ hier] Regionaal Programma volwassenen Educatie 2019

Schets van het onderwijsprogramma Route 2, jaar vmbo basis

STRATEGISCH BELEIDSPLAN

Sportleider SeniorenSport (SSS)

Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018)

Jouw leerroute om stapsgewijs Engels te leren

Schets onderwijsprogramma en lessentabel Route 3, jaar havo/vwo

voor het middelbaar beroepsonderwijs

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK PRO

Samenwerking. Betrokkenheid

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter

voor het hoger beroepsonderwijs

Strategisch koersplan Onderwijs met Ambitie

- Aan het eind van deze fase is niveau 1F bereikt

Voor informatie en aanmeldingen kan er contact worden opgenomen de Taalhuiscoördinator(en) van het Alfa-college.

Klik op een van onderstaande linken om direct naar het betreffende onderdeel te gaan:

NT1 Instroom Begrippenlijst en taalverzorging: Spelling, grammatica, Semantiek en stilistiek: stijl, zinsbouw, woordkennis Lezen en schrijven

Vakwerkplan Uitstroomprofiel Zorg en Welzijn 2011/2012

Getallen 1 is een programma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip).

Onderwijskundige Visie

Ontwikkeling. Opleiding Persoonlijke Ontwikkeling

8 uitgangspunten. Leerbedrijf BAVA => BaVa Leerwerktraject => LWT Leerwerkhuis => LWH De Vip groep => VIP. 1 doelgroepomschrijvingen

Didactische verantwoording. Allemaal taal. Taal en communicatie voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang en op de peuterspeelzaal

Wij medewerkers & wij leerlingen van Stad & Esch maken samen de plek waar ontdekken en leren als vanzelf gaat. Welkom 21e eeuw.

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Visie van De Molenberg

BIJGESTELDE VISIE REKENEN & WISKUNDE

Visie op ouderbetrokkenheid

COMMUNICATIE training. effectief communiceren met iedereen

Persoonlijk Leiderschap in het Onderwijs. "Van reactief naar creatief"

Inhoud educatie-opleidingen, toetsing en certificering

Onderwijsconcept Albeda Zet De Toon!

Sollicitatietraining: op weg naar stage & werk

Wat doe ik, wa ik en wat wil i

Duits in de beroepscontext A1

Verleg je grenzen! Waarom kiest ú voor het nieuwe Taalblokken? Taalblokken Nederlands Brochure MBO

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

Methodeanalyse Talent

Schets van het onderwijsprogramma Route 3, jaar havo/vwo

Appendix A Checklist voor visible learning inside *

INBURGEREN IS MEER DAN INBURGERINGEXAMEN HALEN

Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE)

30 DAGEN FOCUS TRAINING

Behaal je diploma secundair onderwijs

VIME NT1 Werkveld NT1: begrippen en verantwoording

inburgering.graafschapcollege.nl

Sessie 2: Hoe werk je aan de eindtermen Nederlands, ook in andere vakken?

Informatiebijeenkomsten Referentieniveaus Steunpunt PO

Training Resultaatgericht Coachen

De gemeente Huizen blijft in de rol van centrumgemeente van de gemeenschappelijke regeling de contractvoorbereiding doen.

BVNT Programma

IN OPDRACHT VAN GEMEENTES VERZORGT HET ROC KOP VAN NOORDHOLLAND OPLEIDINGEN VOOR VOLWASSENEN OM PARTICIPATIE IN DE

(Geef naam opdrachtnemer), gevestigd (geef plaats) en vertegenwoordigd door (geef naam), (geef functie), hierna te noemen Dienstverlener,

Verleg je grenzen! Compleet vernieuwd! Waarom kiest ú voor de nieuwe Taalblokken? Taalblokken Nederlands Brochure MBO

Bijlage 5 Interviewformulier studieadviseurs

Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid

1. Leergebiedoverstijgende kerndoelen voor het vso

Taalstimulering voor kinderen en volwassenen. Taal en taalbeleid 3 februari 2014

Professionaliseringstraject voor de LC/LD docent

Scholingsplan Samen in ontwikkeling

Ruime ervaring als schoolleider, en toch nog niet geregistreerd?

Onderwerp: OWZ raam- en productovereenkomst educatie Koning Willem 1 College 2014

Beleidsplan SITRO

Taal en rekenenen bij kwalificatiedossier Helpende zorg en welzijn

Gedifferentieerde leertrajecten

Transcriptie:

2014-2015 Educatietrajecten

Voorwoord Leren is investeren in je toekomst. Wat voor loopbaan je ook voor ogen hebt, wat je plannen ook zijn: het biedt de mogelijkheden om je toekomstdromen waar te maken. Onze ambitie is dezelfde als die van jou! Wij vinden dat we er alles aan moeten doen om jou de best mogelijke opleiding te geven. Zodat jij kunt uitgroeien tot de uitstekende en ambitieuze professional die onze maatschappij hard nodig heeft. Op het vind je de opleiding die bij je past. Een opleiding die aansluit bij je ambities en je talenten. Je kunt op het kiezen uit meer dan 200 uitstekende opleidingen op het gebied van techniek, technologie, economie, horeca, onderwijs, sport, cultuur, zorg en welzijn. Ook belangrijk: als student van het leer je in een open, veilige leeromgeving in een eigen (deel van een) gebouw. Waar je altijd kunt aankloppen bij je docent en recht heb op persoonlijke begeleiding. Een leeromgeving met duidelijke regels en heldere afspraken. Met aandacht voor kennis, beroepsvaardigheden én beroepshouding We willen een samenleving waarin mensen oog hebben voor elkaar en hun talenten kunnen ontwikkelen. Daarbij horen natuurlijk ook goede sociale, educatieve, en publieke voorzieningen in wijk, dorp en stad. De inwoners staan daarbij centraal: we gaan uit van hún vraag en van hún eigen mogelijkheden en talenten. De ingezette verdergaande samenwerking tussen en de betrokkenheid van de diverse actoren die een relatie hebben met deze doelgroepen is verder uitgebreid. Het gaat hierbij om een afstemming van het educatieve aanbod op de vraag en ook om een samenhangende en daardoor betere aanpak van de diverse maatschappelijke vragen. Het beschrijft zijn aanbod, in de vorm van een trajectenboek. De vermelde trajecten verschaffen u de mogelijkheid om een keuze te maken. Niet alle trajecten zijn opgenomen. Afwijkende trajecten worden in overleg met u vastgesteld c.q. begroot. Samen met u worden de afspraken gemaakt, c.q. een opdrachtverstrekking opgesteld, over de aard van de in te zetten trajecten en het aantal trajecten. Dat maakt het mogelijk de gestelde beleidsdoelen voor de inwoners van de gemeenten te behalen. Wij verzorgen volwasseneneducatie aan inwoners van de gemeenten Boxtel, Haaren, s-hertogenbosch, Heusden, Maasdriel, Sint Michielsgestel, Schijndel, en Vught, zowel voor autochtonen als allochtonen. Danny Johan, Directeur afdeling Educatie. Educatieprojecten Pagina 2 van 47

1. Inleiding De ambitie voor het educatiebeleid richt zich vooral op het creëren van kansen voor mensen die mede door een (te) laag opleidingsniveau problemen ondervinden bij het meedoen aan de samenleving. Meer dan voorheen maakt educatie deel uit van het totale sociale beleid. Scholing en educatie zijn dus geen doel op zich, maar instrumenten om andere doelen op deelterreinen van lokaal beleid zoals werkgelegenheid, sociale zaken, allochtonenbeleid, ouderenbeleid, jeugd- en jongerenbeleid, lokaal onderwijsbeleid, emancipatie, sociale vernieuwing en sociale veiligheid te realiseren. Financieel kader Aanbod op de verschillende locaties Wij streven naar inrichting van herkenbare educatiepunten. Dit geldt niet alleen voor de uitvoering van de directe educatieve activiteiten, maar ook op het terrein van de intake, toetsing en begeleiding. Voorwaarde bij de uitwerking hiervan is de beschikbaarheid van geschikte leslocaties en het hebben van voldoende volume in de uitvoering om de activiteiten ook doelgericht en efficiënt te kunnen uitvoeren. Educatieprojecten Pagina 3 van 47

2. Opbouw van de Organisatie Bevoegd gezag Het bevoegd gezag van het is het College van Bestuur van het Koning Willem I College. De Raad van Toezicht van het oefent het toezicht uit op het College van Bestuur. De Raad van Toezicht voor het is tevens het bestuur van de Stichting Regionaal Onderwijs Centrum s-hertogenbosch. Visie Gewoon een goede school. Missie Het succes van de leerling is de reden van ons bestaan. Het hanteert de volgende kernwaarden: Wij zijn een Community College Wij spreken alle talenten aan Wij voeden creatief denken Wij verleggen grenzen Wij gaan voor een betere wereld Kwaliteitszorg Het College van Bestuur van ons college gaat voor systematische zorg voor kwaliteit. Daarbij zijn de ambities van de overheid leidraad. Dit is neergelegd in de strategische kadernotities van het college. Bovenaan het lijstje staat: ons college voldoet aan de wet, altijd. Het systeem voor kwaliteitszorg van ons college berust op de zogeheten Deming-cirkel: Plan: Beslis wat je belooft. Do: Doe het. Check: Kijk wat je gedaan en bereikt hebt. Act: Stel eventueel bij / beslis opnieuw. Interne audit Elke twee jaar onderwerpen we elke organisatie-eenheid aan een kwaliteitsonderzoek. Uitgangspunt is: wanneer vindt óns college zijn prestaties nou eigenlijk goed. We hebben voorzien in een uitgebreide evaluatie. Normen, wegingaspecten, werkwijze, het handhaven van de consistentie enzovoort komen dan aan bod. Kwaliteit personeel Het is gewoon een school waar de leerkracht zichtbaar, weldoordacht en weloverwogen doceert. Onze docenten geloven in hun rol: ze willen leerlingen een basis geven om langzaam te kunnen veranderen in zelflerende mensen. Mensen die zichzelf kunnen motiveren, evalueren en reguleren. Onze docenten willen gewoon een goede leraar zijn, die leerlingen activeert en expliciet aandacht besteedt aan vakoverstijgende vaardigheden die het leren ondersteunen. Denk aan het aanleren van verschillende strategieën om problemen op te lossen, om te reflecteren, om creatief te denken. Maar onze leraren tonen ook betrokkenheid voor de leerling als persoon. Ze durven na te denken over hun eigen competenties! En zijn een inspirerend voorbeeld van professionaliteit, wijsheid, kennis, vaardigheden en attitude. Om de kwaliteit van docenten te borgen biedt het leergangen aan, als onderdeel van het professionaliseringsbeleid beschreven in de beleids- en uitvoeringsnotitie professionalisering. De leergangen zijn te volgen in het kader van promotie als ook in het kader van het verplichte onderhoud. Educatieprojecten Pagina 4 van 47

Educatieprojecten Pagina 5 van 47

3. De afdeling Educatie Kader Van de Nederlandse bevolking is tien procent laaggeletterd. Dat wil niet zeggen dat zij geen letter kunnen lezen of schrijven, al zijn die mensen er ook bij. Laaggeletterd zijn betekent dat je niet in staat bent om de schriftelijke informatie van alledag te begrijpen en daarop te handelen. Ook moet niet alleen worden gedacht aan taalbelemmeringen, ook een gebrek aan basale reken- en computervaardigheden zijn belemmeringen om niet mee te kunnen doen in het hoge tempo van de huidige maatschappij. Met de intrede van nieuwe media maar ook een verdere automatisering bij tal van organisaties worden de drempels voor laaggeletterden steeds hoger. Zo is een WW uitkering al niet meer aan te vragen zonder gebruik te maken van een computer, Internet en email. We moeten daarom in blijven zetten op de ontwikkeling van de basisvaardigheden. De afdeling Educatie heeft door het inzetten van educatietrajecten de ambitie om kansen voor mensen te creëren. Dan gaat het vooral om mensen die mede door een (te) laag opleidingsniveau problemen ondervinden bij het participeren in de samenleving. Steeds meer maakt educatie deel uit een samenhangend sociaal beleid. Scholing en educatie zijn immers geen doel op zich, maar instrumenten om andere doelen op deelterreinen van lokaal beleid te realiseren. Denk aan doelen in het beleid rondom participatie, arbeidsmarkt, diversiteit, senioren, jeugd en vrijwilligers. Daarom is het in onze ogen ook zo belangrijk om met tal van organisaties samen te werken, zoals SW-bedrijven, het bedrijfsleven, vluchtelingenwerk, buurthuizen, welzijnsorganisaties, CWI s (o.a. het servicepunt Leren en Werken) en het UWV. Hierdoor hebben we een goed beeld hoe je effectief en efficiënt met partners in de activeringsketen en op de regionale sociale kaart moet omgaan. Educatie is van groot belang omdat het: Onmisbaar en vereist is voor het meedoen in de samenleving. Een bijdrage levert aan volwaardig burgerschap, participatie, maatschappelijke stabiliteit en sociale cohesie. Zich richt op het voorkomen en wegwerken van achterstanden. Gelijke kansen en perspectieven creëert voor het bereiken van minimaal het niveau van een maatschappelijke startkwalificatie om zo de kans op een zelfstandige en onafhankelijke positie te vergroten. Niet alleen is gericht op het verwerven van bepaalde competenties (taal, rekenen en ICT vaardigheden), maar ook op doorgeleiding naar maatschappelijke participatie, het behalen van startkwalificaties en, het verwerven van duurzame arbeid. De eigen verantwoordelijkheid en het initiatief van de cursisten centraal stelt in de aanpak; het voorkomen en wegwerken van taal/reken en ICT achterstanden, het creëren van gelijke kansen en perspectieven en het bereiken van minimaal het niveau van sociale zelfredzaamheid om zo de zelfstandige en onafhankelijke positie te vergroten. Naast de eigen verantwoordelijkheid van de cursisten is ook een brede betrokkenheid van de samenleving als geheel en de relevante ketenpartners nodig om succesvolle en duurzame resultaten te behalen. Resultaatgericht is. Om dit te realiseren, is sprake van een gedifferentieerd aanbod dat past bij de mogelijkheden en ambitie van de cursisten (maatwerk). Zelfstandig Arbeids- toeleiding Sociale contacten KW1C- EDUCATIE Arbeids- activering functioneren Maatschappelijke participatie Educatieprojecten Doorstroom MBO Pagina 6 van 47

Hoe gaat de afdeling Educatie dit realiseren? Door in korte tijd in kaart te brengen waar de kwaliteiten van de cursisten zitten, de loopbaan van de cursisten in kaart te brengen, een snelle start te maken en het leren een impuls te geven door: Cursisten uit te dagen. Plezier en leren aan elkaar te verbinden. Zelfvertrouwen in het gebruik van taal, reken- en ICT vaardigheden te bevorderen. Te sturen op de eigen verantwoordelijkheid van de cursist; je wordt geholpen daar waar nodig is. Ontwikkelingen: Als gevolg van de voorgenomen verruiming van de bestedings- en beleidsvrijheid voor gemeenten dient de Wet educatie en beroepsonderwijs op een aantal punten technisch te worden gewijzigd. Daarnaast zijn er een aantal aanpassingen die beleidsinhoudelijk van aard zijn. Met het schrappen van artikel 14 van de Wet participatiebudget zijn gemeenten niet langer verplicht om educatie in te kopen bij ROC s en kunnen gemeenten educatieopleidingen laten verzorgen door verschillende soorten aanbieders. De wettelijke taak voor ROC s om educatie aan te bieden vervalt zodoende. In plaats hiervan krijgen gemeenten, binnen de beleids- en bestedingsvrijheid die zij hebben, een zorgplicht om de beschikbaarheid van een voor alle doelgroepen toereikend educatieaanbod zeker te stellen. Het voorliggende wetsvoorstel brengt geen wijzigingen aan in de doelgroepen, typen educatieopleidingen en de inhoud hiervan. Met onderhavig wetsvoorstel blijft de educatie gericht op het verwerven van vaardigheden Nederlandse taal en rekenen door volwassenen. De volgende educatieopleidingen worden onderscheiden: opleidingen Nederlandse taal en rekenen, gericht op alfabetisering en op het ingangsniveau van het beroepsonderwijs; opleidingen Nederlands als tweede taal I en II die opleiden voor het diploma Nederlands als tweede taal, bedoeld in het Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal; opleidingen Nederlands als tweede taal, gericht op beheersing van een basisniveau Nederlandse taal; opleidingen Nederlands als tweede taal, gericht op alfabetisering. Gemeenten zijn ervoor verantwoordelijk dat alle doelgroepen worden bediend met educatieopleidingen. Deze doelgroepen zijn: analfabeten; laaggeletterden, die hun vaardigheden Nederlandse taal en rekenen willen verbeteren, gericht op het bereiken van het ingangsniveau voor het beroepsonderwijs, zoals vastgesteld met de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen, teneinde eventueel aan een beroepsopleidend traject te kunnen deelnemen; vrijwillige inburgeraars die hun Nederlandse taalvaardigheden beogen te verbeteren door deelname aan een opleiding Nederlands als Tweede Taal en/of het afleggen van het staatsexamen. Ook de bestaande eindtermen voor educatieopleidingen blijven met onderhavig wetsvoorstel gehandhaafd. Deze eindtermen zijn sinds 1 januari 2013 van kracht en beschrijven de inhoud en het niveau van voornoemde educatieopleidingen. De eindtermen blijven zodoende een kwaliteitswaarborg voor de educatie. Educatieprojecten Pagina 7 van 47

Op basis van de eindtermen, die bij ministeriële regeling zijn vastgesteld, kunnen aanbieders diplomaerkenning aanvragen voor educatieopleidingen. Met deze erkenning kunnen cursisten aan de betreffende instelling een educatieopleiding afsluiten met een diploma. Wanneer de wettelijke taak voor ROC s komt te vervallen dienen ook ROCs diploma-erkenning aan te vragen indien zij de mogelijkheid willen hebben om opleidingen af te sluiten met een examen. Deze mogelijkheid tot diploma-erkenning is reeds opgenomen in de WEB. Diploma-erkenning kan worden aangevraagd bij DUO. Wanneer een educatieaanbieder diploma-erkenning heeft gekregen, houdt de Inspectie van het Onderwijs toezicht op de kwaliteit van die opleiding. Dit ter waarborging van de kwaliteit van de diploma s. (onder voorbehoud) Onderwijsconcept: De afdeling Educatie gaat uit van het Natuurlijk Leren wat zich kenmerkt in de onderstaande beschrijvingen. Sociaal constructivisme Natuurlijk leren is voornamelijk gebaseerd op (sociaal) constructivisme. Sociaal constructivisme is een leermethode die aangeeft hoe leren plaatsvindt. Leren is het resultaat van denkactiviteiten van de cursisten zelf: we leren door nieuwe informatie te verbinden aan wat we al weten. Zo vindt kennisconstructie plaats. Hetzelfde geldt niet alleen voor kennis maar ook voor vaardigheden. Bij vaardigheden spreken we eerder van ervaringsleren. Voor het leggen van deze verbinding is het dus nodig om aansluiting te vinden met wat iemand al weet/ervaren heeft. Van nature leggen mensen zelf die verbinding zodra ze uit zichzelf geïnteresseerd zijn: intrinsieke motivatie. Intrinsieke motivatie Natuurlijk leren is leren vanuit intrinsieke motivatie. Met intrinsieke motivatie wordt bedoeld dat de motivatie ontstaat vanuit een behoefte tot zelfontplooiing. Je zou ook kunnen zeggen dat intrinsiek gemotiveerde activiteiten, activiteiten zijn die in zichzelf plezier geven. Deze activiteiten worden beïnvloed door externe prikkels, binnen de school, onder andere door een krachtige leeromgeving. In SpriNT1 worden cursisten in taalnood gebracht. Dit leidt tot bedoelde intrinsieke motivatie. De gevolgen van leren vanuit intrinsieke motivatie zijn helder: het leerrendement is hoog en gaat gepaard met veel plezier dan wel voldoening. Krachtige leeromgeving Om optimaal te kunnen ontplooien is een veilige en krachtige leeromgeving nodig. Met veilig bedoelen we dat cursisten zowel fysiek als emotioneel veiligheid ervaren en zich geborgen en gewaardeerd voelen. Een krachtige leeromgeving is een omgeving: Waar veel interactie mogelijk is (het sociale aspect van leren). Die zo écht mogelijk is (leren in een context). Waarin cursisten kunnen beschikken over de kennisrijkdom die in de huidige maatschappij aanwezig is. Waar docenten erop gericht zijn leren faciliteren zonder druk uit te oefenen tot leerprestaties. Bij een krachtige leeromgeving hoeven we ons niet te beperken tot schoolsituaties. De krachtigste leeromgeving is de maatschappij zelf, bijvoorbeeld werksituaties. Door in een krachtige leeromgeving (de maatschappij) bezig te zijn, ontstaat er een match tussen wat relevant is (zinvol voor de maatschappij) en interessant is (betekenisvol voor de cursist). Kennisconstructie en ervaringleren verlopen dan zeer effectief. Op een stageplek doen cursisten werkervaring op. Binnen elke uitdagende werksituatie wordt heel veel geleerd. Het gaat alleen niet altijd bewust. Educatieprojecten Pagina 8 van 47

Eigen verantwoordelijkheid Een laatste aspect van Natuurlijk Leren is dat cursisten zelf verantwoordelijk zijn voor hun leertraject. De docent (lees coach/trainer) legt vanaf het begin de gehele verantwoordelijkheid voor zijn leren en voor het traject bij de cursist. Dat gaat niet door stapje voor stapje toe te werken naar het moment dat de cursist volgens de docent in staat is de verantwoordelijkheid te dragen. De cursist draagt vanaf het begin de gehele verantwoordelijkheid. De eindverantwoordelijkheid voor het bewaken van het traject ligt bij de coach/docent en trajectbegeleider. Gebruikte methodiek: SpriNT1 Voor de praktische uitwerking heeft de afdeling Educatie gekozen voor de SpriNT1methodiek. Deze wordt vanaf september 2009 bij alle NT1 trajecten gebruikt. Voor de SpriNT1methodiek gelden de volgende uitgangspunten: Gedrag wordt bepaald door de omgeving. Het leerrendement groeit als cursisten verantwoording dragen. Leren is dingen doen die je niet kunt. Je moet fouten maken om te leren. Leren wordt effectiever als cursisten de noodzaak voelen om iets te leren (taalnood). Cursisten zullen nooit beter presteren dan dat de docent van ze verwacht. Het eerste denkwerk doet de cursist zelf. Talent bestaat niet. Een cursist kan alles leren tot hij zelf het tegendeel bewezen heeft. De cursist is verslaafd aan leerrendement (succesbeleving). Motivatie is de uitkomst van een proces. De rol van de docent in dit geheel: Interactie op gang brengen. Een actieve omgeving creëren (krachtige leeromgeving). Initiatief uitlokken. Samenwerking uitlokken. Cursisten zelf verantwoordelijk laten zijn. Leervragen van de cursist omzetten in verwachtingen; Nood creëren. Het vieren van successen. Scaffolding: het repertoire aan didactisch handelen dat een docent kan inzetten om een cursist in staat te stellen zelfstandig een (taal)taak uit te voeren. Dit vereist een andere houding van de docent, niet die van quizmaster maar meer van medeopbouwer van kennis. Ontwikkelen van bronnen. Met inzet van de Sprintmethodiek gaat de taalverwerving bij zowel NT1 als NT2 sneller dan in het verleden, er is meer sprake van een groepsproces en er wordt meer samengewerkt. De absentie is aanmerkelijk minder en de cursisten zijn veel actiever, nemen meer initiatief en doen aanmerkelijk meer aan taalverwerving buiten de lessen om. Er is nauwelijks sprake van taalangst, want bij iedereen bestaat het besef dat je moet spreken om Nederlands te leren en dat je ook al doende moet leren lezen en schrijven. Zowel bij docenten als cursisten ontstaat de overtuiging, dat niets te moeilijk is. Educatieprojecten Pagina 9 van 47

De taak van de cursist: Lef ontwikkelen. Initiatief nemen. Samenwerken. Presteren (op de toppen van je kunnen). Jezelf laten zien. Een rol spelen in de beoordeling van anderen en jezelf. Verantwoording nemen. Presenteren (van het geleerde). Feedback geven en reflecteren. Indeling in groepen en flexibele instroom Communicatie over en weer vormt een van de kernpunten van het leerconcept. De meest effectieve methode voor (tweede) taalverwerving bestaat uit de uitwisseling tijdens conversatie met andere tweede taalleerders of met native speakers (eerste taalsprekers), waarbij ze onderhandelen over de betekenis. Dit wordt ook wel de communicatie over en weer hypothese genoemd. Om communicatie over en weer plaats te kunnen laten vinden moet er sprake zijn van een groep, die met elkaar kan communiceren en elkaar kan ondersteunen bij het taalleren. Immers het ondersteunen van andere taalleerders, versterkt het leren van degene die anderen helpt. Het uitleggen, toelichten van leerstof aan anderen, leidt ook tot een groot leereffect voor degene die dit doet. Hij/zij is dan bezig met productief taalgebruik, toegepast in een situatie waardoor de noodzaak om taal te gebruiken ( taalnood ) op een natuurlijke manier wordt gecreëerd. Met andere woorden, de beste manier om te leren is het in communicatie over en weer met de andere leerder overbrengen van kennis en vaardigheden. Op basis van deze inhoudelijke overwegingen zijn wij van mening dat er het beste gewerkt kan worden vanuit een basisgroep of stamgroep, waardoor er veel onderlinge interactie in de Nederlandse taal plaatsvindt en plaats kan vinden. Tussentijdse instroom is dan geen probleem, maar juist gewenst. We kunnen zo de zwakste cursisten in de groep een rol geven in de begeleiding van de nieuwe cursisten in de groep. Dat zorgt ervoor dat ook deze zwakkere cursisten ontdekken wat ze al wel kunnen en daaruit meer zelfvertrouwen putten (empowerment). Daarnaast zorgt tussentijdse instroom voor extra impulsen in de communicatie over en weer. Taalnood Anderstaligen leren het beste een taal als er sprake is van taalnood. Als je niet de noodzaak voelt een taal te leren (omdat je de taal toch nooit gebruikt of nodig hebt) zal het effect van taallessen aanmerkelijk minder zijn. Docenten zijn daarom bij SpriNT1 steeds bezig om de cursist taalnood te laten ervaren, om daarmee het leren een extra impuls te geven. Vanaf de eerste week moet de cursist daarom presentaties geven. De docent verstaat alleen Nederlands en spreekt niet aangepast (extra langzaam, overdreven articulerend). De cursist zal moeten leren de communicatie van de docent te sturen ( Kunt u dat nog eens herhalen? Wat betekent dat woord? ). Op deze manier zal een cursist op een veel natuurlijkere manier nieuwe begrippen aanleren en veel sneller wennen aan normaal gesproken Nederlands. Bovendien heeft de cursist vanaf het begin een taak in de communicatie. Hij zal moeten zorgen dat hij begrijpt wat er gezegd wordt. Ook bij het (beter) leren lezen en schrijven van Nederlandstalige teksten proberen we taalnood te creëren. We stimuleren om de eigen leervraag te formuleren en op grond daarvan hun traject te bepalen. We laten hen ook presenteren. Zo leert een cursist al doende zijn lees- en schrijfvaardigheid te verbeteren. Educatieprojecten Pagina 10 van 47

Taalangst De docent is constant bezig de cursisten te motiveren het geleerde in praktijk te brengen. In veel gevallen hebben cursisten taalangst: cursisten zijn bang de taal te gebruiken omdat ze weten dat ze fouten zullen maken. Dat geldt zowel bij het Nederlands als eerste taal als bij het Nederlands als tweede taal. Het is van groot belang dat docenten daar aandacht aan besteden en dat ze steeds uitleggen en herhalen waarom ze doen wat ze doen. Docenten geven steeds aan dat fouten maken moet en dat je leert van fouten maken. Als de cursisten geen fouten maakt, is het te gemakkelijk. Cursisten komen, zeker in de eerste weken, in grote taalnood. Ook dan zal een docent steeds moeten aangeven dat het niet erg is dat ze niet alles begrijpen en dat het er vooral om gaat dat cursisten in het begin globaal weten waar het over gaat. Later komen de details. Docenten geven ook steeds aan dat taal leren vooral doen is. Verwachtingen ten aanzien van cursisten De docent heeft hoge verwachtingen van cursisten en spreekt die ook uit (maakt concreet). Deze verwachtingen gelden zowel voor inhoudelijke vorderingen als voor houding (initiatief nemen, durf laten zien om taal te gebruiken, etc.). De docent biedt volop ruimte aan cursisten om de gewenste houding te laten zien en om over de verwachtingen samen te spreken. Het gaat bij verwachtingen niet om de inspanningsverplichting van de cursist (of de cursist wel voldoende oefent) maar het gaat om de verwachting dat cursisten bepaalde dingen kunnen en laten zien. Cursisten laten zien wat ze kunnen in presentaties. Als blijkt dat cursisten ondanks de bronnen niet aan de verwachtingen kan voldoen, kan teruggekeken worden op wat de cursist gedaan heeft en wat daaraan aangepast zou kunnen worden en wat de cursist verder nog nodig heeft. Criteria waar een bron aan moet voldoen; Zelfstandig kunnen gebruiken (docentonafhankelijk). Onbeperkt kunnen oefenen. Materiaal nodigt uit tot samenwerking. Toegankelijk. Prikkelen tot gebruik. Gedigitaliseerd. Gelaagdheid. Authentiek (aansluiten bij de belevingswereld van de cursisten). Reflectie We gaan er vanuit dat elke cursist kan reflecteren. Het is de kunst van de coach/begeleider om cursisten tot reflecties te brengen op zijn leerproces. Terugkijken is essentieel in het hele Sprint systeem. Bij elke presentatie wordt van cursisten verwacht dat ze reflecteren op hun collega s. Bij elk thema geeft de cursist aan wat hij al kan en wat hij nog niet (zo goed) kan en of hij het in zijn dagelijkse leven gebruikt. De docent (coach) bespreekt dit met de cursist en de cursisten bespreken dit onderling. Aan het einde van het traject maken cursisten zelf een analyse van hun sterke en zwakke kanten. De cursist moet in dit traject steeds kiezen. Hij kiest welke bronnen hij gebruikt. Hij kiest collega s om mee samen te werken. Hij kiest de onderwerpen van presentaties. Hij kiest wanneer en waarvoor hij de docent nodig heeft. Hij baseert zich bij deze keuzes onder andere op de verwachtingen die de docent heeft en op wat hij nodig heeft om zijn doel te bereiken. En, zoals eerder aangegeven, wordt hierbij ook consequent aangegeven dat fouten maken mag en zelfs moet. Als een cursist géén fouten maakt is de leerstof /het onderwerp te eenvoudig. Fouten worden gebruikt voor reflectie. Educatieprojecten Pagina 11 van 47

4.Onderwijsaanbod volgens wettelijke kaders: Educatie is resultaatgericht. Om het ambitieniveau voor educatie waar te kunnen maken, is sprake van een gedifferentieerd aanbod dat past bij de mogelijkheden en ambitie van de cursisten (maatwerk ) Doelgroep; Cursisten die doorstromen vanuit het Leerpunt. Rechtstreekse instroom via opdrachtgever. Zelfmelders. Voorziening 1: Opleidingen Nederlandse taal en rekenen, gericht op alfabetiseren en op het ingangsniveau van het beroepsonderwijs. Aanbod Educatie: Nederlandse taal naar 1F Nederlandse taal naar 2F Rekenen naar 1F Rekenen naar 2F Taal op de werkvloer Rekenen op de werkvloer Digitale vaardigheden basis 1F Digitale vaardigheden basis 2F Digitale vaardigheden op de werkvloer Eindtermen Nederlandse taal 1F Eindtermen Nederlandse taal 2F Eindtermen Rekenen 1F Eindtermen Rekenen 2F Eindtermen digitale vaardigheden, basisniveau 1 Eindtermen digitale vaardigheden, basisniveau 2 Opleiding Nederlandse taal en Rekenen: Alfabetisering x x x Opleiding Nederlandse taal en Rekenen: ingangsniveau Beroepsonderwijs x x x 1. Inleiding De minister heeft eindtermen vastgesteld voor de opleidingen Nederlandse taal en rekenen gericht op alfabetisering (1F) en op het ingangsniveau van het beroepsonderwijs (2F) voor de volwasseneneducatie (ve). Educatieprojecten Pagina 12 van 47

Ten behoeve hiervan zijn de bestaande niveaus van het Referentiekader taal en rekenen (Meijerink 2010) uitgewerkt in de context van de volwasseneneducatie voor de niveaus 1F en 2F. Omdat Nederlandse taal- en rekenvaardigheden deels verworven worden met behulp van alledaagse technologie om te communiceren en om te gaan met informatie is ook voor digitale vaardigheden een uitwerking gemaakt. Er is een Instroomniveau beschreven onder 1F voor zowel Nederlandse taal en rekenen als voor digitale vaardigheden. Er zijn geen eindtermen geformuleerd voor Nederlandse taal en rekenen en digitale vaardigheden op het Instroomniveau. Dit niveau wordt gezien als tussenniveau en ondersteunt vanuit het onderwijs gericht op de eindtermen die worden vastgesteld voor de niveaus 1F en 2F uit de AMvB Referentieniveaus taal en rekenen. Voor de doelgroep van de volwasseneneducatie is het belangrijk de motivatie te stimuleren: door het formuleren van een niveau onder 1F wordt de voortgang naar 1F inzichtelijk gemaakt en kan de deelnemer halverwege een concreet resultaat behalen. De niveaus van het Referentiekader taal en rekenen vormen de vastgestelde standaard voor de opleidingen Nederlandse taal en rekenen voor de volwasseneneducatie. De eindtermen Nederlandse taal en rekenen voor de ve zijn binnen dat kader uitgewerkt op een wijze die passend is voor het leven en leren van volwassenen. Voor digitale vaardigheden zijn eindtermen uitgewerkt gerelateerd aan de standaarden en eindtermen voor de educatieopleidingen Nederlandse taal en rekenen. Digitale hulpmiddelen en mogelijkheden zijn vanzelfsprekend geworden bij het leren van de Nederlandse taal en van rekenen. Omdat digitale vaardigheden niet opgenomen zijn in het Referentiekader taal en rekenen en dus niet te beschrijven zijn in termen van 1F en 2F, is voor digitale vaardigheden een nieuwe beschrijving gemaakt. Er is gekozen voor de volgende terminologie: Digitale vaardigheden Instroomniveau (standaarden gerelateerd aan het Instroomniveau) Digitale vaardigheden basisniveau 1 (eindtermen gerelateerd aan niveau 1F) Digitale vaardigheden basisniveau 2 (eindtermen gerelateerd aan niveau 2F) Uitgangspunten: De Referentieniveaus zijn maatgevend en gelden als standaard voor Nederlandse taal en rekenen voor de volwasseneneducatie. Op basis van deze standaard zijn eindtermen Nederlandse taal en rekenen beschreven voor de opleidingen volwasseneneducatie en eindtermen digitale vaardigheden die ondersteunend zijn aan deze eindtermen Nederlandse taal en rekenen voor de volwasseneneducatie. De bevindingen uit het rapport Een taal voor taal, alsmede de Standaard taal 2011, ontwikkeld voor het Instroomniveau en niveau 1 van het NLQF zijn meegenomen als input voor het voorliggende advies. Er is voor Nederlandse taal, rekenen en digitale vaardigheden tevens een niveau onder 1F beschreven. Waar het Nederlandse taal betreft is dit niveau vergelijkbaar met het niveau F in de Standaard taal bij het NLQF en het niveau A1 van het Raamwerk Nederlands voor het (v)mbo en het CEF (Common European Framework). Het betreft hier de beschrijving van een standaard en niet van eindtermen. Voor rekenen is dit niveau beschreven op basis van het eerder ontwikkelde Raamwerk rekenen/wiskunde mbo (Wijers, M., 2007) en het Europees Raamwerk voor Gecijferdheid (Van Groenestijn, M., 2011). Om de eindtermen voor de educatieopleidingen Nederlandse taal en rekenen 1F en 2F op de juiste manier te kunnen interpreteren, zijn ook de standaarden uitgewerkt in de context van het leven en leren van volwassenen. Deze versie van de standaarden is opgenomen in de Toelichting educatieopleidingen (onderdeel 3 van dit advies) en bedoeld voor gebruik in de dagelijkse onderwijspraktijk. De vastgestelde standaard voor de referentieniveaus voor de leerlijn po-vo-mbo is alleen daar aangepast, waar dit nodig is voor de aansluiting op de doelgroep. Voor digitale vaardigheden geldt dat alleen eindtermen zijn beschreven, gerelateerd aan Nederlandse taal en rekenen. Om die reden is voor digitale vaardigheden geen standaard ontwikkeld. Wel worden in de Standaard Nederlandse taal en rekenen ve, zoals opgenomen in Educatieprojecten Pagina 13 van 47

de Toelichting, de mogelijkheden tot digitale verwerking vermeld. De eindtermen voor de educatieopleidingen gericht op alfabetisering (1F) en op het ingangsniveau van het beroepsonderwijs (2F) Nederlandse taal en rekenen en de eindtermen voor de basisniveaus 1 en 2 voor digitale vaardigheden voor de volwasseneneducatie liggen voor ter vaststelling per ministeriele regeling. Refentiekader Meijerink Deze Expertgroep onder leiding van Heim Meijerink is met een systematische beschrijving gekomen van wat leerlingen in opeenvolgende fasen van het onderwijs moeten kennen en kunnen aan basisvaardigheden taal en rekenen. In totaal voor vier momenten in hun schoolloopbaan, van primair onderwijs tot uitstroom naar de arbeidsmarkt of instroom in het hoger onderwijs. Voor elk moment is in een doorlopende leerlijn aangegeven waaraan alle leerlingen op dat niveau zouden moeten voldoen, de fundamentele niveaus (F). Er zijn ook streefniveaus geformuleerd als uitdaging voor leerlingen die meer aan kunnen (S). Het niveau 2F is aangeduid als het algemeen maatschappelijk functioneel niveau, het niveau waaraan elke Nederlander zou moeten voldoen. Het geheel aan beschrijvingen wordt aangeduid met het referentiekader. Op 1 augustus 2010 is de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen van kracht geworden. De wet is een sectoroverstijgende regeling. Dit om de inhoudelijke samenhang tussen de verschillende sectoren te bewerkstelligen. In de wet staat de opdracht om in de onderscheiden sectorwetten en besluiten van het po, so, vo en mbo referentieniveaus vast te stellen, met de gevolgen ervan voor scholen en leerlingen. Dat is inmiddels voor een belangrijk deel gerealiseerd. De wet volgt het advies van de Expertgroep in grote lijnen. Dat wil zeggen dat de referentieniveaus verplicht zijn van primair onderwijs tot uitstroom naar de arbeidsmarkt en instroom in het hbo. De toewijzing van referentieniveaus door de overheid aan sectoren vindt u in onderstaand schema Opbouw kader. Hiermee kunt u eerdere en andere schema's als achterhaald beschouwen Educatieprojecten Pagina 14 van 47

Voorziening 2: Opleidingen Nederlands als tweede taal I en II die opleiden voor het diploma Nederlands als tweede taal, bedoeld in het Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal. Aanbod Educatie: A2 tot Staatsexamen 1 A2 tot Staatsexamen 2 B1 tot Staatsexamen 2 Het Staatsexamen NT2 is een examen Nederlands voor mensen die een andere moedertaal hebben en die op latere leeftijd Nederlands hebben geleerd. Met het behalen van het Staatsexamen NT2 kunnen zij laten zien dat ze de Nederlandse taal voldoende beheersen om in Nederland te kunnen werken of studeren. Examenprogramma I van het staatsexamen NT2 is bedoeld voor anderstalige deelnemers die een functie op de arbeidsmarkt willen vervullen en daarvoor een beroepsopleiding willen volgen. Examenprogramma II van het staatsexamen NT2 is bedoeld voor anderstalige deelnemers die een midden- of hogere kaderfunctie willen uitoefenen. U kunt hierbij denken aan een studie in het hoger beroepsonderwijs, een universiteit of een beroepsopleiding op het hoogste niveau binnen een ROC. Educatieprojecten Pagina 15 van 47

Voorziening 3: Opleidingen Nederlands als tweede taal, gericht op beheersing van een basisniveau Nederlandse taal Aanbod Educatie: naar A1 A1 naar A2 Taalverhoging Naar A1: Deelnemers die niveau 0 scoren bij de TIWI starten in de introductiegroep en volgen een programma van 10 weken (120 uur). Na 10 weken vinden er evaluatiegesprekken plaats. Cursisten maken TOA toetsen voor 4 deelvaardigheden. Beheersen ze niveau A1 dan stromen ze door naar A2 of staatsexamen I of II. Doel: Het beheersen van taalkundige basisvaardigheden op A1 niveau. Naar A2: A1 : Kan vertrouwde dagelijkse uitdrukkingen en basiszinnen gericht op de bevrediging van concrete behoeften begrijpen en gebruiken. Kan zichzelf aan anderen voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens zoals waar hij/zij woont, mensen die hij/zij ken en dingen die hij/zij bezit. Kan op een simpele wijze reageren, aangenomen dat de andere persoon langzaam en duidelijk praat en bereid is om te helpen A2 : Kan zinnen en regelmatig voorkomende uitdrukkingen begrijpen die verband hebben met zaken van direct belang (bijvoorbeeld persoonsgegevens, winkelen, familie, plaatselijke geografie, werk) Kan communiceren in simpele en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling over vertrouwde en alledaagse kwesties vereisen. Kan in eenvoudige bewoordingen aspecten van de eigen achtergrond, de onmiddellijke omgeving en kwesties op het gebied van diverse behoeften beschrijven Voorziening 4: Opleidingen Nederlands als tweede taal, gericht op alfabetisering Aanbod Educatie: Van 0 naar A1 Alfabetisering NT2 van 0 naar alfa A voor anderstaligen Alfabetisering NT2 Alfa B voor anderstaligen Alfabetisering NT2 naar A1 voor anderstaligen Deelnemers die niveau 0 scoren bij de TIWI starten in de introductiegroep en volgen een programma van 360 uur/ 480 uur. Na 10 weken vinden er evaluatiegesprekken plaats. Cursisten maken TOA toetsen voor 4 deelvaardigheden. Beheersen ze voor een deel niveau A1, dan stromen ze door naar deelvaardigheden waar zij na enige tijd alsnog de betreffende deelvaardigheden op niveau A1 halen. Hierna volgen ze een traject naar A2. Educatieprojecten Pagina 16 van 47

Trajectbegeleiding: Werkwijze trajectbegeleiding: Na aanmelding vindt binnen 10 werkdagen een intake plaats. De trajectbegeleider vult samen met de leerling het aanmeldingsformulier in. De trajectbegeleider stelt het genoten onderwijs in Nederland vast. Tijdens de intake stelt de trajectbegeleider vast wat de cursist wil en welke dagdelen beschikbaar zijn voor scholing. Vaststelling van het doelperspectief waarvoor de cursist komt. Plaatsing in het gekozen traject. De mentor stelt het opleidings-/functioneringsniveau vast. De mentor stelt het niveau vast met een eigen test van het. De mentor maakt een overzicht van de competenties waaraan zal worden gewerkt. De mentor doet een voorstel voor een maatwerktraject. De mentor legt de afspraken vast in een scholingsplan. Daar waar verwijzing heeft plaatsgevonden wordt dit gerapporteerd naar de verwijzer. Indien mogelijk start van het scholingsplan eerstvolgende instroommoment. Indien noodzakelijk wordt het scholingsplan tussentijds aangepast. Na uitvoering van de scholing wordt vastgesteld of de beoogde competenties zijn behaald. Trajectbegeleiding: de inzet van een trajectbegeleider is een wezenlijk onderdeel van onze opleidingsformule vooral omdat voortijdige uitval dikwijls privé oorzaken heeft. Door deze tijdig te herkennen en te communiceren met de verwijzer kan naar oplossingen gezocht worden en wordt deze uitval zoveel mogelijk voorkomen. Verzuimprotocol Afwezigheid zonder bericht Als iemand een week afwezig is wordt er een verzuimbrief gestuurd met het verzoek om contact op te nemen met de trajectbegeleider. Geen reactie: 2 e verzuimbrief wordt naar huis gestuurd. Na 3 weken wordt een brief gestuurd met de waarschuwing dat de onwettige afwezigheid gemeld gaat worden aan de eventuele verwijzer, of dat uitschrijving dreigt. Melding aan de verwijzer: Na 3 weken afwezigheid zonder bericht. Na 3 weken ongeoorloofd verzuim. Indien het geoorloofde verzuim ernstige vormen aanneemt. Indien door verzuim van inzet frustratie optreedt van het traject. Indien meer dan 150% van het aanbod is gerealiseerd en het gewenste resultaat nog niet is behaald. Redenen voor geoorloofd verzuim: Vakantie; Alleen in overleg en ruim van tevoren aangekondigd is vakantie tijdens het traject toegestaan. Educatieprojecten Pagina 17 van 47

Ziekte; De gemeente maakt afspraken met de cursist over ziekmelding en verzuim. Langdurige (chronische) ziekte kan leiden tot geoorloofde tussentijdse uitstroom. Tandartsbezoek, specialistenbezoek, huisartsenbezoek; Alleen indien dit niet anders gepland kan worden. Als regel dient dit buiten de lestijden om gepland te worden. Zwangerschap; De gemeente maakt afspraken met de cursist over het zwangerschapsverlof. In principe worden geen zwangere vrouwen aangemeld. De cursist eindigt het traject. Per geval wordt bekeken wat het beste is voor de cursist. Kinderopvang; Indien dit tijdelijk niet beschikbaar is, vormt dit een reden voor geoorloofd verzuim. Kinderopvang wordt gezocht. Als dit gevonden is start de cursist uiterlijk binnen 10 werkdagen weer in de groep. Werk; Werk dat past in het traject dat de gemeente heeft vastgesteld, wordt onderdeel van het trajectplan. In de tijd die nodig is om de aanpassing te realiseren, kan er sprake zijn van geoorloofd verzuim. Overlijden eerste graad, trouwerij eerste graad Overig; Wanneer de docent van mening is dat er een andere geoorloofde reden is, met vermelding van de reden. Instroom: * vaste startdata * deelnemers kunnen meerdere modules aangeboden krijgen * trajectplan van 10 weken met advies over duur van traject tot behaald resultaat * De cursussen gaan van start in de week van: Lesweek nr. * 6 januari ( week 2 ) 2 * 10 februari ( week 7) 7 * 24 maart ( week 13 ) 13 * 5 mei ( week 19 ) 19 * 9 juni ( week 24) 24 * 1 september ( week 36) 36 * 6 oktober (week 41) 41 Helpdesk/ trajectbegeleider: Janneke de Munnik E-mail: Telefoon: j.demunnik@kw1c.nl 073 6249558 (afdeling Educatie)) Educatieprojecten Pagina 18 van 47

Programma traject Voorziening 1 NT1 Soort scholing Nederlands niveau 1F/2F Programma Inhoud Eindtermen lezen schrijven mondelinge uitdrukkingsvaardigheden luistervaardigheden digitale vaardigheden verbeteren van lees en schrijfvaardigheden in het Nederlands. beter kunnen functioneren op het werk m.b.t. Nederlands Met betrekking tot leesvaardigheid kan de deelnemer: de leesstrategieën 'globaal, zoekend en precies lezen' toepassen bij verschillende tekstsoorten. afhankelijk van de leesvraag bepalen wat voor hem relevante informatie is, hij kan deze informatie vinden in de betreffende tekst en de informatie begrijpen en hierop kritisch reflecteren. instructieteksten lezen, begrijpen en deze kunnen omzetten in (de bedoelde) handelingen. ervaren dat lezen plezierig en waardevol kan zijn en kan een gefundeerd oordeel over een gelezen tekst geven. relevante informatie uit overzichten begrijpen en interpreteren. studieteksten zo verwerken, dat hij de informatie uit de teksten kan achterhalen, begrijpen en onthouden; hierbij kan hij gebruik maken van steunhandelingen zoals samenvatten, aantekeningen maken en vraag en antwoord formuleren. Met betrekking tot schrijfvaardigheid kan de deelnemer: informatie en afspraken voor zichzelf schriftelijk vastleggen en van deze aantekeningen een korte, samenhangende tekst maken die ook begrijpelijk is voor derden. formele brieven duidelijk en leesbaar schrijven zijn ervaringen, gedachten, kennis en inzichten schriftelijk onder woorden brengen en een geëigende vorm hiervoor kiezen. samenvattingen en verslagen schrijven, die door de gemiddelde lezer zonder moeite gelezen en begrepen kunnen worden. Met betrekking tot andere functionele vaardigheden kan de deelnemer: actief deelnemen aan vergaderingen, en kan daarbij de rol van deelnemer, voorzitter en notulist op zich nemen. Educatieprojecten Pagina 19 van 47

bronnen, naslagwerken en bibliotheek raadplegen. veel voorkomende formulieren lezen en invullen. zijn eigen rol en aandeel in communicatieve situaties overdenken en veranderen. in leersituaties schriftelijk vragen beantwoorden en opdrachten maken. manier en aanpak van spreken en luisteren aanpassen aan context, gesprekspartners en gespreksdoel zich op zo'n manier mondeling uitdrukken, dat intenties duidelijk en begrijpelijk overkomen. op een effectieve wijze een formeel zakelijk gesprek voeren. Met betrekking tot de ondersteunende digitale vaardigheden zal er afhankelijk van de behoefte, beginsituatie en leerbaarheid gewerkt worden aan de eindtermen VE op alfabetiseringsniveau, basisniveau 1 of basisniveau 2. Doel Hierbij kunnen de volgende onderdelen aan bod komen : 1: Gebruik van ICT-systemen 2: Beveiliging, privacy en ergonomie 3: informatie zoeken 4: informatie verwerken en presenteren 5: communicatie Sociale redzaamheid & maatschappelijke participatie - je redden in de samenleving - functioneren in de maatschappij - van meer aspecten van de samenleving gebruik maken Professionele redzaamheid ongekwalificeerd - huidige functie en taken (beter) kunnen uitvoeren - doorstromen naar een hogere functie of andere taken - een plaats verwerven op de arbeidsmarkt Doel cursus Doelgroep Voorwaarden tot toelating Studiebelasting Duur Verbeteren van lees en schrijfvaardigheden in het Nederlands. Beter kunnen functioneren op het werk m.b.t. Nederlands Laag opgeleide volwassenen, opleiding variërend van volledig basisonderwijs tot maximaal 3 jaar LBO/VMBO aanspreekbaar in de Nederlandse taal enigszins zelfstandig kunnen werken. 3 contacturen uur per week 1,5 uur studiebelasting 40 weken Groepsgrootte Maximaal 12 Locatie s-hertogenbosch, Onderwijsboulevard 1. Of indien gewenst elders. Eindniveau Een traject kan vòòr niveau 1F beginnen, het beoogde eindniveau is niveau 2F. Instroommomenten Starten bij voldoende aanmeldingen Aantal contactgebonden uren Werkwijze 120 uren Individueel traject op maat. Per geconstateerd leerprobleem c.q. hiaat wordt een maatwerk leerlijn met bijbehorende opdrachten uitgezet. Er wordt gebruik gemaakt van het portfolio. De cursus heeft een gedeelte met zelfstandig werken. Educatieprojecten Pagina 20 van 47