Suppletie bij medicatie; met kennis adviseren. Omzetting door het lichaam (metabolisatie) Verdeling in het lichaam (distributie)

Vergelijkbare documenten
Farmacokinetiek en dynamiek

Praktisch combineren van voeding en suppletie bij medicijngebruik

Medicijnen en voedingssupplementen Tegelijk gebruiken?

Farmacogenetica - workshop RCH -

Polyfarmacie bij ouderen. Renate Schoemakers AIOS Ziekenhuisfarmacie 12 november 2015

Interacties tussen voeding en geneesmiddelen Iets om ons druk over te maken?

de voedingskundige samenstelling + onderbouwing

Farmacologie en interacties van geneesmiddelen in de hemato-oncologie. Dr. Nicole Hunfeld, ziekenhuisapotheker 20 maart 2014

Paracetamol bij de patiënt met leverfunctiestoornissen. Mirjam Wikkerink, ANIOS IC

Interacties met Psychofarmaca. Drs. G. Nap, Ziekenhuisapotheker MHA Apotheek Parnassia Groep 14 november 2016

INLEIDING Prof. dr. ir. Huub Savelkoul en drs. Anna Kruyswijk

Inleiding Wat is Methotrexaat? Voor welke patiënten is Methotrexaat geschikt? Wanneer mag Methotrexaat niet gebruikt worden?

Package leaflet

Package Leaflet

Aanbevolen Dagelijks Hoeveelheden (ADH) voor zwangeren

THERAPEUTIC DRUG MONITORING Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers -- Commissie Analyse en Toxicologie

Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding

Basisbegrippen in de farmacokinetiek die iedere arts zou moeten kennen

De lotgevallen van medicatie in het menselijk lichaam.

BIJSLUITER. FENOBARBITAL 4 mg/ml drank met acetem

Maag-,darm- en leverziekten. Methotrexaat bij ziekte van Crohn en Colitis ulcerosa

Ciclosporine (Neoral) (bij huidaandoeningen)

METHOTREXAAT BIJ REUMATISCHE AANDOENINGEN FRANCISCUS GASTHUIS

Biotransformatie en toxiciteit van

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4. Gezonde voeding

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

Overzicht geneesmiddelen - voedingsstatus - suppletie

Gezondheid & Voeding

Methotrexaat bij de Ziekte van Crohn

Bewaking op bijwerkingen in de (ziekenhuis)apotheek. Jean Conemans

Interactiemeldingen: wegklikken of niet? Kees Kramers, internist, Klinisch Farmacoloog UMC St. Radboud Afd. Farmacologie-Toxicologie.

Wegener en Medicijnen. Karin de Leest Apotheker. FWS - Landelijke Dag 2009

Nut vitaminenen voedingssupplementen na gastric bypass

Package leaflet

SAMENVATTING EN CONCLUSIES

Zorg door alternatieve geneeswijzen

Methotrexaat. bij ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum. Beter voor elkaar

Gevaarlijke combinaties

Prednison (corticosteroïden)

Risico minimalisatie materiaal betreffende. voor patiënten

Alternatieve geneeswijzen. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp mg paracetamol.

Behandeling van psoriasis met methotrexaat

BIJSLUITER. HYDROCHLOORTHIAZIDE 6,25 mg tablet

Medicijncombinatie kan kankerpatiënt schaden Kankerpatiënt slikt vaak riskante mix van medicijnen

8 e Post O.N.S. Meeting. Unraveling the mystery of the CYP450 pathway. Sophie Bunskoek, Verpleegkundig specialist, Medische oncologie, UMCG

Methotrexaat bij psoriasis

BIJSLUITER. FUROSEMIDE 2 mg/ml drank

Voeding bij kanker: fabels en feiten. Dr. Sandra Beijer, diëtist-epidemioloog Afdeling onderzoek Integraal Kankercentrum Nederland

Wat is methotrexaat? Hoe werkt MTX? Hoe goed werkt MTX?

NHG-Standpunt Farmacogenetisch onderzoek in de huisartsenpraktijk

BIJSLUITER. METHADON HCL 2 mg tablet

Risedroninezuur. Actonel Combinatietabletten: Actokit, RiseCaD

Disclosure belangen spreker

Glucophage 500 bijsluiter blz. 1 / 6

Datum Spreker Linda Schreur. (Poly)farmacie bij ouderen

Colchicine. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Inhoud. Hoe werkt colchicine? 3. Voor welke aandoeningen wordt colchicine gebruikt? 3. Hoe moet ik het gebruiken? 4. Hoe moet ik het bewaren 4

PARACETAMOL PCH zetpillen. DEEL IB : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 09 april 2004 Deel IB2 : Bijsluiter Bladzijde : 1

Methotrexaat bij de ziekte van Crohn

Glucophage 850 bijsluiter blz. 1 / 6

Methotrexaat bij reumatische aandoeningen. Maatschap Interne Geneeskunde IJsselland Ziekenhuis

BIJSLUITER. HYDROCHLOORTHIAZIDE 6,25 mg tablet

LACTULOSE KELA 500ML FLES

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Paracetamol Mylan 500 mg tabletten Paracetamol

Modelterugkoppeling: Het Cytochroom P450 systeem, polymorfisme en interacties

Calciumgluconaat Teva 500 mg met pepermuntsmaak, kauwtabletten

Ondervoeding. 1.1 Begrippen

Voedingsnormen voor vitamines en mineralen voor volwassenen. Nr. 2018/19. Samenvatting

FOLIUMZUUR TEVA 0,5 MG tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 22 februari : productinformatie Bladzijde : 1

SAMENVATTING Technische mengsels van vetoplosbare polychloorbifenylen (PCBs) zijn gebruikt als vloeistof in transformatoren, condensatoren en als

De tabletten zijn geel, rond, vlak met een breukstreep en de inscriptie Ac. Fol. 5.

WEBINAR Magnesium. Maartje Wijnhoven. AOV i.s.m. Stichting Educatie Atrium Innovations

Reumatologie. Patiënteninformatie. Leflunomide. Bij reumatische aandoeningen. Slingeland Ziekenhuis

Behandeling met methotrexaat (MTX) bij sarcoïdose

LAXEERSTROOP TEVA 667 mg/ml, stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 9 februari : Productinformatie Bladzijde : 1

Welke patiënten zijn geschikt voor MTX?

Farmacodynamiek en Farmacokinetiek

Optimalisatie van de eerste klinische studies in bi ondere patie ntengroepen: op weg naar gebruik van semifysiologische

INLEIDING IN DE PSYCHOFARMACOLOGIE. Eerstejaars referaat Leonie van der Meer Mohr

Parkinson en voeding. Melissa van der Plaats, diëtist Meander Medisch Centrum, voorheen ook Norschoten

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Interacties tussen voeding en geneesmiddelen

Risico-minimalisatiemateriaal betreffende Tasigna (nilotinib) voor voorschrijvers en apothekers

Gezonde voeding bij ouderen. Door Ann Van Hoye, diëtiste

Nederlandse samenvatting

Bijlage III. Wijzigingen die moeten worden aangebracht in de desbetreffende rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter

It takes two to tango

Vitaminen en mineralen. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg

Inhoud van deze bijsluiter

CYTOCHROOM P450 SYSTEEM

Geneesmiddelen en de lever de kunst van het doseren

Foliumzuur PCH 0,5 mg, tabletten foliumzuur

De zin en onzin van voedingssupplementen. Coby Wijnen diëtist Spierziekten Nederland

STEOCAR 500 mg, bruistabletten STEOCAR FORTE 1000 mg, bruistabletten

BIJSLUITER. VITAMINE D IE en tabletten

Doseeradviezen: zie SAP (klik op tekst onder uitslagen in kolom opmerkingen vakspecialist ) of laboratoriumapotheker telefoon:

200906_oefen.pdf. Tentamen 25 juni 2009, vragen

PREDNISON BIJ REUMATISCHE AANDOENINGEN

Transcriptie:

22 Voedingswaarde, augustus 2015 tekst: Han Siem, apotheker en Andrea van Vuuren, diëtist Suppletie bij medicatie; met kennis adviseren Voedingssupplementen kunnen helpen de veerkracht van het lichaam te vergroten en ziekte te voorkomen. Als iemand toch ziek wordt, doen vaak hun intrede. De behandelaars die de voedingssupplementen hebben geadviseerd, zijn soms onzeker over de risico s van het combineren van voedingssupplementen en. Kennis van zaken voorkomt onnodige nadelige bijwerkingen en kan helpen optimaal te benutten. Han Siem is complementair werkend apotheker in de Huizer Apotheek. Om te kunnen beoordelen of voedingssupplementen en een wisselwerking kunnen hebben, is kennis nodig van enkele basisbegrippen binnen de farmacie. Farmacokinetiek beschrijft de routing van opname tot excretie van een geneesmiddel dat aan het lichaam wordt toegediend. Deze routing wordt ook wel ADME genoemd; absorptie, distributie, metabolisatie en excretie. Absorptie is het proces waarbij de stof vanuit de toedieningsplaats in de bloedbaan terechtkomt. Distributie is de verdeling van stoffen over het lichaam; de organen en de weefsels. Metabolisatie is de omzetting van de stof in stofwisselingsproducten of metabolieten. Excretie is de eliminatie van de stof uit het lichaam (via feces, urine, longen of huid). De stof wordt afgebroken in onwerkzame delen. Therapeutische breedte De therapeutische breedte van Routing: van absorptie tot excretie Opname (absorptie) Verdeling in het lichaam (distributie) Andrea van Vuuren is diëtist en scientific educator voor Atrium Innovations. Omzetting door het lichaam (metabolisatie) Uitscheiding (excretie) 1 2 3 4 een geneesmiddel is het verschil tussen een net effectieve dosering en een net niet toxische dosering. Bij middelen met een grote therapeutische breedte (paracetamol, diuretica, benzodiazepines, laxantia, antihypertensiva, antihistaminica) hoeft men niet zeer zorgvuldig te werk te gaan om een effect te krijgen zonder veel kans op nadelige effecten. Bij middelen met een kleine therapeutische breedte (insuline, lithium, antidepressiva, digoxine, methotrexaat, imuran, chemotherapeutica, anti-epileptica, acenocoumarol) ligt dat anders; geeft men juist genoeg dan is er geen vuiltje aan de lucht, geeft men bijvoorbeeld twee keer zoveel, of is de patiënt in kwestie toevallig niet zo goed in staat het middel te metaboliseren (en hierin bestaan voor veel middelen bij veel mensen en dieren grote verschillen) dan kunnen er vergiftigingsverschijnselen optreden. Biologische beschikbaarheid Biologische beschikbaarheid is een farmaceutische term die aangeeft in welke mate de werkzame stof van een geneesmiddel beschikbaar komt op de bedoelde plek. Meestal wordt dit als volgt gedefinieerd: de biologische beschikbaarheid is de fractie van de dosis van een genees- voeding_augustus_2015_23juli.indd 22 24-07-15 12:54

Suppletie bij medicatie 23 krachtige stof die onveranderd in de algemene circulatie (voorbij het poortaderstelsel en de lever) terechtkomt. De biologische beschikbaarheid kan onder andere afnemen door een inefficiënte wijze van inname, wisselwerking met voedsel, andere of bijvoorbeeld kruiden, voortijdige uitscheiding via het maag-darmkanaal of afbraak door de lever. Halfwaardetijd (T1/2) De halfwaardetijd is de tijd die nodig is om de hoeveelheid van het geneesmiddel in het bloed te halveren. Een verlengde halfwaardetijd betekent meestal dat de omzetting van het geneesmiddel of de uitscheiding van het geneesmiddel verminderd is, bijvoorbeeld door een sterke binding aan plasma eiwitten. Die van morfine is bijvoorbeeld kort, ca 2 uur, die van fluoxetine is lang, ca 4-6 dagen. Wat zijn geschikte bronnen voor in de praktijk? www.farmacotherapeutischkompas.nl; hierin staan alle in Nederland verkrijgbare (voorzien van adviezen en of zij dienen te worden voorgeschreven of niet) met bijbehorende informatie over onder andere samenstelling, eigenschappen, interacties, bijwerkingen, etc. www.naturalstandard.com; een website die alleen toegankelijk is voor abonnementhouders. Hierin zijn vitaminen, mineralen, kruiden, probiotica en andere voedingsstoffen opgenomen met informatie met betrekking tot dosering, interacties, wetenschappelijke onderbouwing, etc. www.devitamineapotheek.nl; deze bevat een tab met TOP 10 INTERACTIELIJST RIVM; een interactietabel uit het RIVMrapport 2015, De tabel is overgenomen uit dit rapport en Grapefruitsap verhoogt vooral de spiegel van waarvan de biologische beschikbaarheid laag is. aangevuld met ontbrekende gegevens. Het originele rapport is te vinden op NVWA. nl en is getiteld interacties tussen kruidenpreparaten en. Gevolg van interacties tussen voedingssupplementen en Bij interacties tussen en voedingssupplementen gaat het om veranderingen in het effect van een geneesmiddel dat wordt veroorzaakt door een voedingssupplement dat tegelijkertijd wordt gebruikt. Afname of uitblijven van een farmacotherapeutisch effect, maar ook een toename van het effect en verhoogd risico op bijwerkingen kunnen het gevolg zijn. Kwetsbare doelgroepen De kans op gevolgen van interactie is groter bij kwetsbare groepen zoals chronisch Halfwaardetijd halveert de hoeveelheid van het geneesmiddel in het bloed voeding_augustus_2015_23juli.indd 23 24-07-15 12:54

24 Voedingswaarde, augustus 2015 Suppletie bij medicatie Interacties vinden vooral plaats in de fase van absorptie en metabolisatie FIGUUR 1: Leverontgifting VET OPLOSBARE TOXINEN Fase 1 (cytochroom p450 enzymen) Oxidatie Reductie Hydrolyse Hydratatie Dehalogenation Belangrijke nutriënten - Vitamine B 2, B 3, B 6, B 12 - Foliumzuur - Glutathion - Flavonoïden zieken met polyfarmacie, mensen met lever- en nierfunctiestoornissen, ondervoede patiënten, mensen met kanker, zwangeren, lacterenden, zuigelingen, peuters en ouderen. Geneesmiddelen die gevoelig zijn voor interacties Geneesmiddelen met een kleine therapeutische breedte zijn gevoeliger voor interacties, omdat zij een scherpere dosis-effectcurve hebben. Ook met een lage biologische beschikbaarheid zijn gevoeliger voor interacties. Interactie via absorptie Interacties vinden vooral plaats in de fase van absorptie en metabolisatie. De mate van absorptie is een belangrijke kinetische parameter en bepaalt mede de grootte van de biologische beschikbaarheid. In de maag, het duodenum en jejunum kunnen onoptussenliggend metabolisme losbare complexen worden gevormd van en mineralen. Vooral calcium (melkproducten), magnesium, zink en kalium geven kans op onoplosbare complexen. Ook voedingsvezels kunnen de opname van een geneesmiddel remmen. Dit wordt adsorptie genoemd; psylliumvezels en havermout hechten aan de en maken ze hierdoor minder goed opneembaar. Geneesmiddelen die hiervoor gevoelig zijn, zijn chinolonen, tetracyclines, bisfosfonaten en thyrax. Als je deze vorm van interactie wilt voorkomen, is een inname met inachtneming van minimaal 2 uur tussentijd noodzakelijk. Daarnaast kan de opname van worden beïnvloed doordat voedingssupplementen drug-transporters in de darm, het organic anion transporting peptide (OATP) en P-glycoproteïne kunnen remmen of stimuleren. WATER OPLOSBARE AFVALSTOFFEN Fase 2 (conjugatie route) Sulfatie Glucoronidatie Gluthation conjugatie Acetylatie Aminozuur conjugatie Methylatie Belangrijke nutriënten - Methionine - Cysteïne - Magnesium - Gluthation - Vitamine B 5, B 12 - Vitamine C - Glycine - Taurine uitgescheiden via: Urine Gal Ontlasting - Glutamine - Foliumzuur - Choline Interactie via metabolisatie Veel van de stoffen in het lichaam worden afgebroken in de lever, maar ook al in de darmcellen. Goed oplosbare stoffen worden via de nieren uitgescheiden. De afbraakprocessen in de lever- en darmcellen zijn in twee fasen in te delen (zie FIGUUR 1). In fase 1 worden stoffen omgezet via hydrolyse, oxidatie of reductie. De producten die hierdoor ontstaan, kunnen onwerkzaam zijn of nog een werking hebben. De werking kan juist gewenst zijn of niet. In het laatste geval spreken we van een bijwerking. In fase 2 worden stoffen verwerkt door onder andere acetylering, glucuronidering en sulfuratie. De producten die na fase 2 ontstaan, zijn over het algemeen inactief. De omzettingen in de lever worden veelal gedaan door een speciaal leverenzymsysteem: het cytochroom P450 systeem. Hierin bevinden zich meerdere sub-enzymen, die worden aangeduid met verschillende cijfers en letters. Een aantal daarvan zijn CYP1A2, CYP 2D6 en CYP3A4. De enzymen CYP1, CYP2 en CYP3 zijn betrokken bij de afbraak van veel, waaronder bijvoorbeeld antipsychotica en antidepressiva (zie FIGUUR 2). Mutaties in de genen die coderen voor CYP-enzymen kunnen resulteren in een verhoogde of een verlaagde enzymactiviteit. De activiteit kan ook worden beïnvloed door geslacht, leeftijd, voedingspatroon, roken en alcoholgebruik, voedingssupplementengebruik. Met als gevolg: - een snel metabolisme van - een intermediair metabolisme van (enigszins vertraagd) - een traag metabolisme van Enkele voorbeelden van voedingssupplementen die een voeding_augustus_2015_23juli.indd 24 24-07-15 12:54

Suppletie bij medicatie 25 FIGUUR 2: Percentage medicijnen dat gemetaboliseerd wordt door CYP-enzymen CYP2C9 Diclofenac Ibuprofen Losartan Fenytoïne Tolbutamide CYP1A2 Clozapine Imipramine Cafeïne Paracetamol Fenacetine 14% 14% effect kunnen hebben op CYPenzymen zijn Ashwagandha, curcuma, coenzym-q10, cat s claw, hypericum, cranberry, grapefruit, silybum marianum, ginseng, quercetine en ginkgo biloba. Wees vooral alert bij een combinatie van deze kruiden met met een kleine therapeutische breedte, een lage biologische beschikbaarheid of bij kwetsbare patiënten. CYP2C19 Diazepam Citalopram Omeprazol Proguanil 11% 33% CYP3A4/-3A5 Amitryptiline Carbamazepine Claritromycine Cyclosporine A Lidocaïne Midazolam Nifedipine 23% CYP2D6 Amitriptyline Codeïne Haloperidol Imipramine Metoprolol Nortriptyline Propafenon 5% CYP2E1 Chlorzoxazone Enfluraan Halothaan Cafeïne Theofylline Grapefruitsap Grapefruitsap remt CYP3A4 in de darmen. CYP3A4 is betrokken bij het metabolisme van ongeveer de helft van de. Remming van dit enzym laat de bloedspiegel van het geneesmiddel stijgen waardoor de kans op bijwerkingen toeneemt. Grapefruitsap verhoogt vooral de spiegel van waarvan de biologische beschikbaarheid laag is. Een voorbeeld is felodipine. De biologische beschikbaarheid van dit middel is normaal 15%. Inname van 500 ml grapefruitsap verhoogt deze tot 45%. Grapefruitsap remt CYP3A4 én OATP. De meeste onderzoeken tonen aan dat bij meer dan één glas grapefruitsap de geneesmiddelspiegel relevant stijgt. De werking van grapefruit op CYP3A4 houdt ongeveer 3 dagen aan. Een glas grapefruitsap is gelijkgesteld aan het eten van een tot twee van deze vruchten. Grapefruitsap wordt vanwege deze interactie afgeraden bij gebruik van onder andere astemizol, atorvastatine, ciclospo- rine, cisapride, simvastatine, sirolimus, everolimus, nisoldipine, tacrolimus, terfenadine, verapamil, colchicine, carbamazepine. Cranberrysap Cranberrysap beïnvloedt CYP2C9, dat betrokken is bij de afbraak van onder andere antistollingsmiddelen, amitryptilline, diazepam, diclofenac, tamoxifen. Laboratoriumonderzoek (in-vitro) naar het ook door CYP2C9 gemetaboliseerde diclofenac met menselijke leverribosomen toonde aan dat cranberry de metabolisering van diclofenac remt. Echter op grond van de beschikbare literatuur kunnen we geen eenduidige conclusie trekken over een mogelijke beïnvloeding van CYP2C9 door cranberrysap. De klinische effecten lijken mee te vallen. Echter, bij conflicterende aanwijzingen voor mogelijk schadelijke effecten is het advies om bij gebruik speciaal bij polyfarmacie geen cranberrysap te gebruiken. Als het om recept gaat moet de informatievoorziening in eerste instantie bij het verstrekken van het geneesmiddel gebeuren. Daarnaast zijn waarschuwingen op de verpakkingen van voedingssupplementen een goede aanvulling. Wie slikt doet er goed aan om ook het gebruik van kruidenpreparaten en voedingssuplementen aan de arts te melden. HUIZER APOTHEEK Kruiden, maar ook grapefruit, kunnen een interactie hebben met Depletie door geneesmiddelgebruik Geneesmiddelen kunnen invloed hebben op de voedselinname en de manier waarop het lichaam voedingsstoffen opneemt, omzet, benut en uitscheidt. Zo kunnen leiden tot een lage of eenzijdige voedselinname door verminderde eetlust, misselijkheid, droge mond of verminderde reuk- en smaakzin, een verlaging van de absorptie van voedingsstoffen, een verandering in de metabolisatie of excretie van essentiële voedingsstoffen of een verandering in De Huizer apotheek is de eerste apotheek in Nederland waar gecontroleerd wordt op de wisselwerking tussen reguliere en complementaire medicatie. Apotheker Han Siem van de Huizer apotheek werkt nauw samen met circa 150 therapeuten en ieder ontvangen recept wordt gecontroleerd op de eventuele wisselwerking tussen reguliere en complementaire middelen om een veilig en verantwoord geneesmiddelgebruik te kunnen garanderen. Heeft u interesse om samen te werken met de Huizer apotheek en uw suppletie op interacties te laten controleren, stuur dan een mail naar siem@huizerapotheek.nl voeding_augustus_2015_23juli.indd 25 24-07-15 12:54

26 Voedingswaarde, augustus 2015 Suppletie bij medicatie Chronisch gebruik van kan soms leiden tot onopgemerkte depletie van essentiële nutriënten Cranberrysap kan van invloed zijn bij medicijngebruik. bruiken deze jaren achtereen, waardoor de kans op significante tekorten aan essentiële nutriënten aanzienlijk is. De voedingsstatus van chronisch zieken kan (zeer) te wensen overlaten door ziektegerelateerde factoren zoals gebrek aan eetlust, malabsorptie, toegenomen nutriëntenbehoefte (ontsteking, wonden, koorts, oxidatieve stress, metabole veranderingen) en toegenomen verlies van nutriënten (braken, diarree, bloedverlies, sputum). Chronisch gebruik van leidt veelal tot onopgemerkte depletie van essentiële nutriënten, wat de gezondheid niet ten goede komt. Meer gedetailleerde informatie over dit thema vindt u op de website van Stichting Educatie Atrium Innovations bij artikelen : Geneesmiddelen en suppletie. Een multi kan naast een geneesmiddel worden aanbevolen om eventuele tekorten aan te vullen en het ziekteherstel te bevorderen. Afhankelijk van het geneesmiddel kan (daarnaast) gekozen worden voor suppletie met afzonderlijke nutriënten, zoals biotine en vitamine D bij chronisch gebruik van anticonvulsiva. Voedingssupplementen kun- nen het best geruime tijd voor of na het geneesmiddel worden ingenomen om mogelijke interacties bij de opname te voorkomen. Het is per geneesmiddel en supplement verschillend hoeveel tijd er tussen de inname van het ene en het andere middel zou moeten zitten. Als een geneesmiddel niet het beoogde effect heeft, is het goed om na te gaan of dit te maken heeft met de voedingsstatus. Als de voedingstoestand van de patiënt achteruitgaat, is het belangrijk dit te signaleren of maatregelen te treffen om deze te verbeteren zodat de werking van het geneesmiddel optimaal blijft; daarnaast kan het nodig zijn de dosis van het geneesmiddel aan te passen. Webinar bekijken Wilt u meer weten over dit thema of heeft u behoefte aan praktijkvoorbeelden? Kijk dan naar het webinar dat op 23 juni werd georganiseerd door Orthica in samenwerking met Stichting Educatie Atrium Innovations. Spreker: apotheker Han Siem. Neem contact op met: educatie@atrium-innovations.nl als u het webinar nog eens wilt bekijken. de status van lichaamseigen verbindingen. Een geneesmiddel zorgt veelal via verschillende mechanismen voor verlaging van de nutriëntenstatus. Aspirine bijvoorbeeld remt de intestinale absorptie van vitamine C, verhoogt het verbruik en stimuleert de renale excretie van vitamine C. Mensen met een niet-optimale voedingsstatus hebben sneller voedingstekorten door gebruik. Risicogroepen zijn met name kinderen, ouderen en chronisch zieken. Ouderen hebben een lagere energiebehoefte, eten in het algemeen minder en nemen voedingsstoffen minder goed op, terwijl hun behoefte aan essentiële vitaminen en mineralen juist is toegenomen. Ze gebruiken vaak meerdere (polyfarmacie) en gevoeding_augustus_2015_23juli.indd 26 24-07-15 12:54