Familie en vermogen in bedrijf

Vergelijkbare documenten
Foederer. Advieswijzer Pensioen in eigen beheer! Wat nu? Pension & Benefits Consultants Member Crowe Horwath International

Pensioen in eigen beheer wordt afgeschaft! Wat nu?

DGA-pensioen afgeschaft Opgepast! De fiscus geeft korting

Update Advieswijzer Pensioen in eigen beheer afgeschaft! Wat nu?

Foederer. Advieswijzer Pensioen in eigen beheer afgeschaft: welke keuze maakt u nu? Pension & Benefits Consultants Member Crowe Horwath International

Pensioen in eigen beheer wordt afgeschaft! Wat nu?

Advieswijzer Pensioen in eigen beheer afgeschaft. Welke keuze maakt u?

Pensioen in eigen beheer vanaf 1 april 2017

Let op! Vóór 1 juli moet u de eerste acties hebben ondernomen om de nodige zaken te regelen. Welke acties dat zijn, leest u verderop.

Let op! Het is aan u welke mogelijkheid u kiest. Laat u hierover goed adviseren, want alle drie de mogelijkheden kennen zo hun eigen voor- en nadelen.

Het pensioen in eigen beheer wordt afgeschaft. Wat nu?

Eshuis Advieswijzer. Pensioen in eigen beheer afgeschaft! Wat nu? Lid van: Update Keuzemogelijkheden. Knelpunten

Foederer. Advieswijzer Pensioen in eigen beheer afgeschaft: welke keuze maakt u? 2018

Welke lijfrenten vallen onder het wetsvoorstel? Het wetsvoorstel ziet slechts op pensioen en niet op lijfrente- en stamrechtverplichtingen.

Pensioen in Eigen Beheer Acties?

Pensioen in eigen beheer vanaf 1 april 2017

Eshuis Advieswijzer. Pensioen in eigen beheer afgeschaft! Wat nu? Update Lid van:

Advieswijzer Pensioen in eigen beheer afgeschaft! Wat nu?

Advieswijzer: Pensioen in eigen beheer afgeschaft! Wat nu? Update 2017

Wie beheer(s)t Pensioen in Eigen beheer. Bert Faber

Wat moet ik doen met mijn pensioen?

informatiebrief over uitfaseren pensioen in eigen beheer

Notitie inzake uitfasering pensioen in eigen beheer per

Uitfasering pensioen in eigen beheer

MEMO PENSIOEN EIGEN BEHEER (PEB) M.I.V. 2017

Vanaf 1 juli 2017 kunt u als DGA niet langer pensioen opbouwen binnen uw eigen onderneming. Wat zijn de alternatieven?

Kenmerk Behandelaar Doorkiesnummer Datum PN mr. Paul L.J. Nielen informatiebrief over uitfaseren pensioen in eigen beheer

Uitfasering pensioen in eigen beheer. Bertine van Hoorn & Manuel Hayes

MFP Alumni. Uitfasering Pensioen Eigen Beheer. Coen van den Bedem Kenniscentrum Van Lanschot

Eigen beheer vanaf 2017

Korte Grafte ZD Apeldoorn T Lichtenauerlaan ME Rotterdam T

MEMO PENSIOEN EIGEN BEHEER (PEB) M.I.V. 2017

Pensioen in eigen beheer. 11 april 2017

Uitfasering pensioen in eigen beheer

Pensioenkeuzestress voor DGA s Wie, wat wanneer

Overzicht van voor- en nadelen van pensioenopbouw in eigen beheer

Oplossingsrichtingen Pensioen in eigen beheer

Pensioen Periodiek. Omnia tempus habent Alles heeft zijn tijd

Administratiekantoor Van den Dungen B.V. Nieuwsbrief 2016, 5 e jaargang, 12 e editie

RJ-Uiting : ontwerp-richtlijnen Pensioenvoorziening en oudedagsverplichting directeuren-grootaandeelhouder

Special Eindejaarstips Tips voor de bv en de dga

Reactie RB op het wetsvoorstel Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen (34 555)

PENSIOENBEREKENING-DGA Mr R. Touw RB

WET UITFASERING PENSIOEN IN EIGEN BEHEER EN OVERIGE FISCALE

RJ-Uiting : Richtlijn Pensioenvoorziening en oudedags- verplichting directeuren-grootaandeelhouder

Pensioen in Eigen Beheer

WIJZIGINGEN PENSIOEN IN EIGEN BEHEER DGA NOVEMBER 2016

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 13 oktober 2017)

Wijziging van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen

EXTRA NIEUWSBRIEF APRIL 2017

Wet uitfasering pensioen in eigen beheer

Afschaffing pensioen in eigen beheer

Pensioen NieuwsBericht

Pensioenkeuzestress voor de DGA

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 4 april 2018) Inleiding

Afschaffing pensioen in eigen beheer

RJ-Uiting : ontwerp-richtlijn Pensioenvoorziening en oudedagsverplichting directeuren-grootaandeelhouder

Pensioen in eigen beheer

Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001

WET UITFASERING PENSIOEN IN EIGEN BEHEER EN OVERIGE FISCALE

1. Pensioenstelsel in Nederland

Workshop Pensioen Oddity

Beëindiging Pensioen in Eigen Beheer. Wat nu?

Eerste Kamer der Staten-Generaal

ACTIEPUNTEN. EIND 2018 voor de DGA TARIEVEN WONING BTWVERHOGING EIGEN KLAAR VOOR

Je bouwt partnerpensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Voor je kinderen is er wezenpensioen.

Gouden Handdruk, drie verschillende manieren om een ontslagvergoeding te laten uitkeren

Handleiding Pexit-Tool. 1. Inleiding. 2. Opzet Pexit-Tool. 1. Inleiding

De oudedagsvoorziening van de DGA. Dukers & Baelemans 2016

Je bouwt partnerpensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Voor je kinderen is er wezenpensioen.

Veelgestelde vragen nettopensioenregeling

Inhoud. V&A Afkoop i.c.m. stamrecht RB Studiekring Gelderland Wet uitfasering pensioen in eigen beheer september 2017

FP Pensioen, scheiding en fiscus Inleiding De civiele regeling: Wet VPS Fiscale aspecten verevening

Voorloopblad rapport keuzemogelijkheden

Prinsjesdag 2016 Wat betekenen de kabinetsplannen voor u?

DGA en pensioen in eigen beheer? let op uw winstreserve!

Eerste Kamer der Staten Generaal t.a.v. de vaste commissie voor Financiën Postbus EA DEN HAAG

Belasting-tarief Tarief premie volksverzekeringen

Technische bijlage keuzemogelijkheden pensioen in eigen beheer. Vergelijking keuzemogelijkheden. Rapport bestemd voor

Vermogensrendementsheffing

Aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Besluit over prijsgeven van pensioen

VERERVING VAN AANDELEN IN EEN B.V. MET BELEGGINGSVERMOGEN

Help, mijn pensioen Slim sparen voor de toekomst

Na artikel III wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Afschaffen van pensioen in eigen beheer: een mijnenveld vol met adviesmogelijkheden

Checklist - Grensoverschrijdende arbeid

FFP Congres 2016 Omhels de toekomst DGA(-adviseurs)! Geen pensioenadvies - in eigen beheer - meer, maar financiële planning. Mr.

Vrijkomend lijfrentekapitaal. Keuzemogelijkheden en belastingregels

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Turkije

Een leven zonder eigen beheer?! Jack Borremans Zwitserleven Pensioenevent 4 oktober 2016

Pensioen in eigen beheer afgeschaft. En hoe nu verder?

Wijzigingen in de pensioenwetgeving Belangrijke gevolgen van de pensioenwijzigingen... 4

De hoogtepunten in het. Belastingplan oktober Frank Kerkhof Directielid en fiscalist bij Alfa Accountants en Adviseurs Bennekom

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting. Een overzicht David Bakker, 19 november 2018

BIJLAGE 1: Vergelijking Nettopensioen ABP en Nettolijfrente Loyalis

GEBRUIKERSGIDS WETSVOORSTEL UITFASERING PENSIOEN IN EIGEN BEHEER

Transcriptie:

Familie en vermogen in bedrijf Einde van het pensioen in eigen beheer: hoe nu verder? Pensioen in eigen beheer is bij directeuren-grootaandeelhouders (dga s) lange tijd populair geweest. Een belangrijke reden hiervoor was dat de pensioenpremie fiscaal aftrekbaar was, terwijl het pensioenvermogen voor de onderneming beschikbaar bleef. Daarnaast kwam bij een eventueel vooroverlijden de sterftewinst (deels) ten gunste van de erfgenamen in plaats van de verzekeraar. Hieraan lijkt nu een einde te komen. Echter, aan de vraag hoe nu verder? lijkt weinig aandacht te zijn besteed. Om deze vraag te kunnen beantwoorden is het belangrijk om goed inzicht te hebben in de gevolgen van de verschillende mogelijkheden. Het is de voorgestelde Wet uitfasering pensioen in eigen beheer (PEB) die de huidige regeling per 1 januari 2017 op zijn kop zal gaan zetten. Deze nieuwe wet gaat u als dga er - samen met overige fiscale pensioenmaatregelen - toe dwingen om uiterlijk eind 2016 uw PEB stop te zetten. De minister van Financiën geeft u wel een extra periode van drie maanden - tot 1 april 2017 - om uw pensioen aan te passen aan de wetswijziging. In 2017, 2018 of 2019 krijgt u de mogelijkheid om het PEB fiscaal voordelig af te kopen of tegen de fiscale waarde om te zetten in de Oudedagsverplichting (ODV). Maar handhaving van het opgebouwde en premievrij gemaakte PEB behoort ook tot de mogelijkheden. Niet alleen u als dga staat daarmee voor een lastige keuze, maar ook uw eventuele (ex-)partner(s).

Privé (Derde pijler) Lijfrenten Kapitaalverzekeringen Banksparen Pensioenstelsel Derde pijler Eerste pijler Overheid (Eerste pijler) AOW/Anw Pensioentekort(?) Tweede pijler Werkgever (Tweede pijler) Bpf/Bpr Verzekeraars Eigen beheer Oudedagsreserve Stakingslijfrente Wat is pensioen in eigen beheer? Het pensioenstelsel in Nederland bestaat uit drie pijlers. Deze drie pijlers vormen samen uw pensioen. PEB vormt tweede pijler -pensioen dat u als dga niet hebt ondergebracht bij de verzekeraar of een pensioenfonds, maar in uw eigen onderneming. U moet dan overigens wel voldoen aan alle volgende voorwaarden: U bent een dga en houdt (indirect) tenminste tien procent van de aandelen in de vennootschap waarvoor u werkt. Als u certificaten van aandelen hebt, moet u ook tenminste tien procent van de zeggenschap binnen de Stichting Administratiekantoor hebben. Ook moet het lichaam waarin u het pensioen onderbrengt in de meeste gevallen een bv in Nederland, de EU of de EER (Europese Economische Ruimte) gevestigd zijn; De pensioenverplichting maakt deel uit van het binnenlands ondernemingsvermogen van de staat waarin de vennootschap is gevestigd. Daarnaast valt de pensioenverplichting onder een winstbelasting die naar Nederlandse maatstaven als een reële heffing wordt bezien; en de pensioentoezegging zelf moet voldoen aan de definities en eisen van de Wet op de loonbelasting (LB) en bijbehorende regelgeving. PwC Familie en vermogen in bedrijf Einde van het pensioen in eigen beheer: hoe nu verder? 2

Waarom is de bestaande regeling problematisch? Het opbouwen van PEB heeft naast de hiervoor genoemde voordelen (zoals een fiscale aftrek waarbij het kapitaal beschikbaar blijft voor de onderneming) ook een schaduwzijde. Met het pensioenvermogen wordt namelijk ondernemingsrisico gelopen, omdat het pensioenvermogen in de onderneming blijft zitten. De kans is aanwezig dat de onderneming economisch minder goede tijden doormaakt en dat er dan op een gegeven ogenblik te weinig vermogen overblijft ter dekking van uw pensioen. Het PEB staat dan onder water. In het uiterste geval is er in de toekomst helemaal geen vermogen meer beschikbaar om pensioen uit te kunnen keren. Daarnaast is de fiscale wetgeving omtrent het PEB de laatste jaren steeds strenger geworden. Zo zijn er inmiddels vijf pensioenregimes. Als gevolg hiervan is bijvoorbeeld het opbouwpercentage steeds verder verlaagd en het salaris waarover pensioen kan worden opgebouwd sinds 1 januari 2015 gemaximeerd. Daarbij komt dat de wijze waarop de pensioenvoorziening moet worden berekend steeds complexer is geworden en de hoogte van de pensioenvoorziening als gevolg van de huidige lage rentestand enorm is toegenomen. Hierdoor is de zogenoemde dividendklem ontstaan. Die dividendklem, dat houdt het volgende in. De Belastingdienst neemt het standpunt in dat bij het bepalen van de omvang van onder andere het dividend dat kan worden uitgekeerd rekening moet worden gehouden met de commerciële waarde van de pensioenverplichting. Op basis van de fiscale balans kan het lijken alsof er voldoende ruimte is voor een dividenduitkering, maar omdat de commerciële voorziening door de lage marktrente (veel) hoger is dan de fiscale voorziening kan het zijn dat de bv minder of zelfs geen dividend mag uitkeren. Het vermogen zit in dat geval (deels) beklemd als pensioenvermogen in de bv. Keert de bv in een dergelijke situatie toch dividend uit, dan neemt de Belastingdienst het standpunt in dat sprake is van afkoop van de pensioenaanspraken. Dit kan in het uiterste geval tot gevolg hebben dat de (markt)waarde van uw pensioen progressief wordt belast tegen maximaal 52 procent en dat daarnaast 20 procent revisierente is verschuldigd. Het wetsvoorstel Wet uitfasering pensioen in eigen beheer Op grond van het wetsvoorstel Wet uitfasering pensioen in eigen beheer is verdere opbouw van pensioen in eigen beheer vanaf 1 januari 2017 niet meer mogelijk. De minister van Financiën heeft dga s wel drie maanden uitstel gegeven tot 1 april 2017 om hun pensioen in overeenstemming te brengen met de wetswijziging die per 1 januari 2017 in werking treedt. Om te voorkomen dat de huidige pensioenregeling in fiscale zin niet meer kwalificeert als pensioen waardoor het hele opgebouwde pensioenvermogen ineens belast zou zijn tegen maximaal 72 procent, moet de pensioenopbouw voor zover niet reeds gedaan worden stopgezet. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om het pensioen fiscaal gefaciliteerd af te stempelen en vervolgens of af te kopen of om te zetten in een oudedagsverplichting (ODV). De afwikkeling van het PEB vindt in twee afzonderlijke stappen plaats. De eerste stap is het zonder belastingheffing afstempelen van uw pensioen (van de commerciële waarde naar de fiscale waarde). Met deze afstempeling komt de eventuele dividendklem op het verschil tussen de commerciële en fiscale waarde van uw PEB in veel situaties te vervallen. De tweede stap is het maken van een keuze tussen afkoop of omzetting in een ODV. PwC Familie en vermogen in bedrijf Einde van het pensioen in eigen beheer: hoe nu verder? 3

Optie 1: afkoop Als u kiest voor afkoop van uw pensioen, krijgt u een vordering op uw vennootschap. Deze vordering zal afhankelijk van uw situatie vervolgens bij u voor de inkomstenbelasting in box 1 of box 3 belast zijn. Ook moet u bij afkoop loonbelasting betalen. Om de keuze voor afkoop extra te stimuleren, zullen de afgestempelde PEB-aanspraken met een aantrekkelijke korting in de belastingheffing worden betrokken. Voor de kortingen verwijzen wij naar tabel 1. De korting bij afkoop kan leiden tot een lager tarief dan bij het uitkeren van dividend. Ter vergelijking verwijzen wij voor het effectief tarief bij een dividenduitkering in 2017 naar tabel 2. Het gaat hier om de fiscale waarde van de pensioenvoorziening per einde boekjaar 2015. In dit artikel gaan we uit van een boekjaar dat gelijk is aan kalenderjaar (derhalve steeds de waarde van de pensioenvoorziening per 31 december 2015). Na 2019 vervalt de korting. Om misbruik in 2016 te voorkomen, geldt de korting niet voor na 31 december 2015 opgebouwde aanspraken. De aangroei vanaf 1 januari 2016 tot het afkoopmoment wordt dus zonder korting in de belastinggrondslag opgenomen. Dit betekent dat op deze aangroei een tarief van maximaal 52 procent van toepassing is. Voor het moment van afkoop is het civielrechtelijke tijdstip bepalend. In 2017, 2018 en 2019 bent u over de fiscaal gefaciliteerde afkoop geen twintig procent revisierente verschuldigd (revisierente is normaal gesproken verschuldigd bij de afkoop van een pensioenrecht en is in feite een boeterente). De verschuldigde loonbelasting moet u wel in één keer betalen. Een gespreide betaling is niet mogelijk. Effectief tarief bij afkoop fiscale balansverplichting van 31 december 2015 2017 2018 2019 2020 Korting op de grondslag 34,50% 25,00% 19,50% 0,00% Grondslag inclusief korting 65,50% 75,00% 80,50% 100,00% Effectief tarief (uitgaande van 52%) 34,06% 39,00% 41,86% 52,00% Tabel 1. Effectief tarief in 2017 bij dividenduitkering Tot 200.000 Vanaf 200.000 Vpb-tarief 20,00% 25,00% Aanmerkelijk belang tarief (box 2) 25,00% 25,00% Effectief tarief 40,00% 43,75% Tabel 2. Cijfermatige uitwerking afkoop De afkoop lichten wij in tabel 3 cijfermatig toe. Ter vergelijking onderscheiden wij hierbij drie situaties, namelijk de ongehuwde dga, de (in het verleden) gehuwde dga en de dga die de pensioengerechtigde leeftijd reeds heeft bereikt. Uitgangspunten: Ouderdomspensioen in eigen beheer van 40.000 euro bruto per jaar; Pensioenvoorziening commercieel 1 mln. euro/ fiscaal 350.000 euro Berekening per 1 januari 2017 Er zijn geen overige inkomsten aanwezig PwC Familie en vermogen in bedrijf Einde van het pensioen in eigen beheer: hoe nu verder? 4

Gefaciliteerde afkoop: Ongehuwd (Ex-)partner Ingegaan pensioen Balansverplichting voor afstempeling: 01-01-2017 01-01-2017 01-01-2017 Commerciële waarde 1.000.000 1.000.000 852.000 Fiscale waarde 350.000 350.000 255.000 Aanspraak ouderdomspensioen 40.000 40.000 40.000 Aanspraak partnerpensioen 28.000 Aanspraak ex-partner voorwaardelijk 48.000 (ouderdomspensioen/ bijzonder nabestaandenpensioen) Balansverplichting na afstempeling: Commerciële waarde = fiscale waarde 350.000 350.000 255.000 Aanspraak ouderdomspensioen 14.000 14.000 14.000 Aanspraak partnerpensioen 10.000 Aanspraak ex-partner voorwaardelijk 17.000 (ouderdomspensioen/ bijzonder nabestaandenpensioen) Verschuldigde belasting bij afkoop in 2017 Afkoopwaarde 350.000 350.000 255.000 Fiscale waarde per 31 december 2015 300.000 300.000 300.000 Alleen over de waarde per 31-12-2015 wordt de 300.000 300.000 255.000 korting verleend Afstempeling van commerciële waarde naar fiscale - - - waarde: 650.000 (1.000.000 -/- 350.000) Verschuldigde loonbelasting over 300.000: 102.000 102.000 (100-/-34,50) x 300.000 x 52% Verschuldigde loonbelasting over aangroei in 2016, 26.000 26.000 zijnde 50.000: (= 350.000 -/- 300.000) x 52% Verschuldigde loonbelasting over 255.000: 87.000 (100-/-34,50) x 255.000 x 52% Totaal verschuldigde belasting 128.000 128.000 87.000 Revisierente - - - Uit te keren naar privé 222.000 222.000 168.000 * Deels eventueel als compensatie uit te keren aan ex-partner? Eventueel kan schenkbelasting aan de orde zijn als de ex-partner niet voldoende compensatie krijgt voor het prijsgeven van aanspraken. - NB na afkoop bestaat geen aanspraak meer op een ouderdoms-/nabestaandenpensioen! Jaarlijkse box 3-heffing vanaf 2017 over de nettouitkering van 222.000 (box 3-vermogen)* 2.350 2.350 1.600 * Uitgegaan van een heffingsvrij vermogen van 25.000. Rendement buiten beschouwing gelaten. Tabel 3. PwC Familie en vermogen in bedrijf Einde van het pensioen in eigen beheer: hoe nu verder? 5

Uit bovenstaand overzicht volgt dat bij een gehuwde en een ongehuwde dga een afkoop tot hetzelfde nettobedrag leidt. Maar in de situatie waarbij de dga is gehuwd, zal de partner van de dga afstand doen van zijn/ haar voorwaardelijke recht op een (bijzonder) partnerpensioen. De Belastingdienst is van mening dat de (ex-)partner voor het verlies van dit voorwaardelijke recht een passende compensatie moet ontvangen. Zie ook hierna. Bij afkoop verandert de liquiditeitspositie van uw onderneming. Dit kan gevolgen hebben voor bijvoorbeeld uw financieringen. Verder volgt uit bovenstaand overzicht dat u de korting wordt verleend op basis van de laagste van de volgende twee balanswaarden: de waarde per 31 december 2015; de waarde op het moment van afkoop. Bij een ingegane uitkering kan op het moment van afkoop de waarde van uw pensioenvoorziening bijvoorbeeld lager zijn dan de waarde per 31 december 2015. Optie 2: omzetting in een Oudedagsverplichting Bij een overstap naar de ODV is geen verdere pensioenopbouw mogelijk. Het reeds opgebouwde spaarsaldo (dit is gelijk aan de fiscale balanswaarde van de PEB-aanspraken op het moment van omzetten) wordt jaarlijks opgerent met de marktrente. Een ODV moet in beginsel vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd in maximaal twintig jaar lineair worden afgebouwd. De ODV kan niet eerder ingaan dan vijf jaren voor de AOW-gerechtigde leeftijd. Wanneer u onverhoopt komt te overlijden, gaan eventuele resterende termijnen in het geheel over op uw erfgenamen. Het is niet mogelijk een partner/niet-erfgenaam aan te wijzen als begunstigde. De verplichting valt nooit vrij in de winst. Vanaf 2017 tot en met 2019 bestaat de mogelijkheid om uw PEB in een ODV om te zetten. Bij keuze voor de ODV blijft de mogelijkheid bestaan om alsnog over te gaan tot afkoop, uiterlijk in 2019. Een goede timing is hierbij belangrijk, omdat u de ODV in de jaren dat u deze toepast, jaarlijks kunt oprenten tegen vier procent. Afhankelijk van de hoogte van de voorziening kan dit aantrekkelijk zijn. Tot slot gaan de huidige sanctiebepalingen voor het PEB ook gelden voor de ODV. Dit betekent dat als u uw ODV-aanspraken onregelmatig afwikkelt (door bijvoorbeeld vervreemding, verpanding, prijsgeven en afkoop), u over de waarde van de ODV loonbelasting (progressief maximaal 52%) en revisierente (20%) moet betalen. PwC Familie en vermogen in bedrijf Einde van het pensioen in eigen beheer: hoe nu verder? 6

ODV: Ongehuwd (Ex-)partner Ingegaan pensioen Balansverplichting voor afstempeling: 01-01-2017 01-01-2017 01-01-2017 Commerciële waarde 1.000.000 1.000.000 852.000 Fiscale waarde 350.000 350.000 255.000 Aanspraak ouderdomspensioen 40.000 40.000 40.000 Aanspraak partnerpensioen 28.000 Aanspraak ex-partner voorwaardelijk 48.000 (ouderdomspensioen/bijzonder nabestaandenpensioen) Balansverplichting na afstempeling: Commerciële waarde = fiscale waarde 350.000 350.000 255.000 Aanspraak ouderdomspensioen 14.000 14.000 14.000 Aanspraak partnerpensioen 10.000 Aanspraak ex-partner voorwaardelijk 17.000 (ouderdomspensioen/bijzonder nabestaandenpensioen) Waardering ODV: Waarde ODV per 1-1-2017 350.000 350.000 255.000 Oprenting vanaf 1/1/2017 tegen U-rendement. Stel ingangsdatum is 1/1/2025 en oprenting gebeurt tegen een U-rendement van 0,9%. Waarde per 1/1/2025 376.000 376.000 Bij uitkering: Gemiddelde uitkering lineair vanaf AOW-gerechtigde 20.500* 20.500 13.900 leeftijd in 20 gelijkmatige termijnen Gemiddelde loonheffing (2016: 18,65%/20,5%) ** 3.800 3.800 1.250 Gemiddelde netto jaarlijkse uitkering 16.700 16.700 12.650 Gevolgen voor belastingheffing: Verschuldigde loonheffing totaal *** 76.094 76.094 24.757 Fiscale aftrekpost voor de Vennootschapsbelasting totaal (0,9% rente/tegen 20%) **** -12.000-12.000-4.600 * Gemiddelde uitkering over 20 jaar uitgaande van een oprenting van 0,9% per jaar. ** Hierbij is geabstraheerd van ander inkomen in box 1. *** De verschuldigde belasting is niet contant gemaakt, omdat dit afdoet aan de duidelijkheid van het voorbeeld. **** Fiscale aftrekpost in de Vpb zal jaarlijks wijzigen, immers de oprenting zal niet jaarlijks gelijk zijn. NB na omzetting in de ODV bestaat geen aanspraak meer op een ouderdoms-/ nabestaandenpensioen! Tabel 4. Cijfermatige uitwerking ODV De keuze voor een ODV lichten wij cijfermatig toe in tabel 4. Hierbij gelden dezelfde uitgangspunten als genoemd bij tabel 3. Uit het bovenstaande voorbeeld volgt dat u bij omzetting in een ODV uiteindelijk minder belasting betaalt dan de eenmalig verschuldigde heffing bij afkoop. De dga heeft in dit voorbeeld bij uitkering in het algemeen de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, waardoor lagere tarieven van toepassing zijn voor de heffing van loonbelasting, zoals blijkt uit tabel 5. Ook worden de uitkeringen en hierdoor de verschuldigde belastingheffing gespreid. PwC Familie en vermogen in bedrijf Einde van het pensioen in eigen beheer: hoe nu verder? 7

Inkomensschijven box 1 (vanaf 2017) Gecombineerd tarief tot AOW-leeftijd Gecombineerd tarief vanaf AOW-leeftijd Schijf 1 (tot 19.982) 36,55% 18,65% Schijf 2 ( 19.893-33.791 / 40,80% 22,90% 34.130) Schijf 3 ( 33.792 / 34.131-40,80% 40,80% 67.072) Schijf 4 (vanaf 67.073) 52,00% 52,00% Tabel 5. In tegenstelling tot de keuze voor afkoop geniet u bij de keuze voor omzetting in een ODV nog steeds een fiscale aftrek voor de vennootschapsbelasting. Omzetting in een ODV tast de liquiditeitspositie van uw onderneming niet aan. Het vermogen blijft beschikbaar voor de onderneming. Het rendement op dit vermogen is belast. Ook bij de keuze voor omzetting in een ODV geldt dat de (ex-)partner afstand doet van zijn/ haar voorwaardelijke recht op een (bijzonder) partnerpensioen en derhalve in principe moet worden gecompenseerd. Bij de ODV kan het wel zo zijn dat de dga de partner als erfgenaam heeft benoemd en dus als begunstigde van de opgebouwde ODV heeft aangewezen. Wanneer de partner geen erfgenaam is, is het raadzaam om voorafgaande aan het moment van omzetten hierover afspraken te maken met de partner. Zie ook hierna. Optie 3: handhaving PEB-regime Uiteraard kunt u er ook voor kiezen om het pensioen in eigen beheer te behouden. Het huidige regime PEB blijft dan premievrij gehandhaafd op grond van overgangsrecht. Verdere opbouw is alleen niet meer mogelijk. Wel mag u het PEB nog indexeren (als de pensioenbrief deze mogelijkheid biedt) en oprenten conform de huidige fiscale regels (fiscaal tegen vier procent). De dividendklem blijft aanwezig zolang de rentestand zo laag blijft. De verplichting om het pensioen levenslang uit te keren blijft eveneens bestaan. Derhalve moet jaarlijks een actuariële berekening worden gemaakt. Cijfermatige uitwerking PEB Ter vergelijking met de keuze voor afkoop en die voor omzetting in een ODV lichten wij eveneens de voortzetting van het PEB-regime cijfermatig toe. Hierbij geldt weer dezelfde uitgangssituatie. PwC Familie en vermogen in bedrijf Einde van het pensioen in eigen beheer: hoe nu verder? 8

Behoud huidig PEB-systeem: Ongehuwd (Ex-)partner Ingegaan pensioen Balansverplichting voor afstempeling: 01-01-2017 01-01-2017 01-01-2017 Commerciële waarde 1.000.000 1.000.000 852.000 Fiscale waarde 350.000 350.000 255.000 Aanspraak ouderdomspensioen 40.000 40.000 40.000 Aanspraak partnerpensioen 28.000 Aanspraak ex-partner voorwaardelijk 48.000 (ouderdomspensioen/ bijzonder nabestaandenpensioen) Waardering PEB-verplichting: Waarde PEB-verplichting 1-1-2017 350.000 350.000 255.000 Oprenting vanaf 1/1/2017 actuarieel tegen 4% Stel ingangsdatum is 1/1/2025 en oprenting gebeurt tegen 4% Waarde per 1/1/2025 479.000 479.000 Bij uitkering middels loon: Uitkering vanaf pensioengerechtigde leeftijd 40.000 40.000 40.000 Loonheffing 9.300 9.300 9.300 Netto jaarlijkse uitkering 30.700 30.700 30.700 Gevolgen voor belastingheffing: Verschuldigde loonheffing totaal (bij resterende 145.400 145.400 66.400 levensverwachting van circa 16 jaar respectievelijk 8 jaar) Fiscale aftrekpost voor de Vennootschapsbelasting totaal (4% rente/ tegen 20%) * -55.950-55.950-6.400 * Fiscale aftrekpost in de Vpb zal jaarlijks wijzigen, omdat de oprenting niet jaarlijks gelijk zal zijn. Daarnaast is hierbij geen rekening gehouden met de eventuele winst bij het vrijvallen van de voorziening bij overlijden. NB de huidige regelgeving blijft van kracht. Er blijft een dividendklem aanwezig. Tabel 6. Uit bovenstaand voorbeeld volgt dat u uiteindelijk aanzienlijk minder belasting betaalt dan de verschuldigde heffing bij afkoop. De dga zal bij uitkering in het algemeen de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, waardoor de heffing van loonbelasting gespreid zal plaatsvinden tegen lagere tarieven. Verder volgt hieruit dat u uiteindelijk meer belasting betaalt dan de verschuldigde heffing bij omzetting in een ODV. Dit komt door de afstempeling die voorafgaat aan de omzetting in een ODV. De fiscale aftrek voor de vennootschapsbelasting blijft bij handhaving van het PEB-regime bestaan. Hier zal tegenover staan dat bij (voor) overlijden van de dga en/of zijn/haar eventuele partner de voorziening (deels) vrijvalt ten gunste van de winst. Voor zover niet afgedekt, blijft het langlevenrisico voor rekening van de vennootschap. Handhaving van het PEB-regime tast de liquiditeitspositie van uw onderneming niet aan. Het vermogen blijft beschikbaar voor uw onderneming. Het rendement op dit vermogen is belast. PwC Familie en vermogen in bedrijf Einde van het pensioen in eigen beheer: hoe nu verder? 9

Complexe keuze waarbij veel factoren meespelen De wetgeving omtrent de uitfasering van het pensioen in eigen beheer zal naar verwachting in januari 2017 definitief zijn en u als dga voor een complexe keuze stellen over de afwikkeling van uw PEB. Voor het maken van een goed afgewogen keuze zijn veel zaken van belang: een breed spectrum aan feiten en omstandigheden uit uw persoonlijke situatie (bijvoorbeeld de hoogte van uw pensioenaanspraak en eventueel overig inkomen), de wensen in het kader van uw financiële toekomst en eventueel vermogensbeheer daarna. Denk hierbij bijvoorbeeld ook aan eventuele financieringen die u hebt lopen bij banken. Welke keuze voor u (financieel) aantrekkelijk is, is derhalve afhankelijk van uw persoonlijke situatie. Een voorbeeld: elders verzekerde (pensioen) aanspraken Sommige dga s hebben naast een opbouw in eigen beheer ook elders een pensioen lopen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een bedrijfstakpensioenfonds, beroepspensioenfonds of elders verzekerde aanspraken bij een professionele verzekeraar. In de parlementaire behandeling bij het wetsvoorstel heeft de regering aangegeven dat een eventueel extern bij een verzekeraar ondergebrachte polis nog tot 1 april 2017 kan worden overgedragen aan de bv. Een reden waarom u een extern verzekerd pensioen naar uw eigen bv zou willen overdragen, zou kunnen zijn dat uw bv hiermee de benodigde financiële middelen verkrijgt om gebruik te kunnen maken van de fiscaal gefaciliteerde afkoopkoopmogelijkheid. Immers, in dat geval moet de verschuldigde loonbelasting meteen worden voldaan. Maar de afkoopkorting kunt u dan niet in aanmerking nemen. Immers, de externe polis was in 2015 niet ondergebracht in de bv. Overdracht is echter niet in alle situaties aantrekkelijk of wenselijk. Dit is geheel afhankelijk van de vormgeving van uw pensioentoezegging en uw bij de externe verzekeraar ondergebrachte polis. Het is derhalve raadzaam dat u zich hierover goed laat adviseren. Ook als u niet wenst over te dragen, is actie vereist voor 1 april 2017. In een dergelijke situatie moet u namelijk uw pensioentoezegging aanpassen. Neemt u hierover contact op met uw adviseur. Een afgewogen keuze maken Bij het maken van de keuze over de afwikkeling van uw PEB speelt - naast een cijfermatige uitwerking van de situatie - een aantal andere belangrijke aspecten die wij hierna kort bespreken. Zorgplicht. Waar heeft uw (ex-)partner recht op? Partner Uw (eventuele) huidige partner heeft in beginsel een voorwaardelijk recht op het nabestaandenpensioen minus het eventuele bijzonder nabestaandenpensioen dat toekomt aan uw eventuele (ex-)partner(s). Ex-partner Volgens de hoofdregel van de Wet verevening pensioenrechten bij echtscheiding (Wet VPS) krijgt de ex-partner bij de verdeling van het pensioen: een voorwaardelijk recht op vijftig procent van het tijdens het huwelijk opgebouwde ouderdomspensioen; en een recht op een bijzonder nabestaandenpensioen van in principe zeventig procent van het tijdsevenredige ouderdomspensioen op echtscheidingsdatum. Zowel het voorwaardelijk ouderdomspensioen als het bijzonder nabestaandenpensioen is afhankelijk van het leven van de pensioengerechtigde. Zo heeft de ex-partner recht op een deel van het ouderdomspensioen wanneer dat tot uitkering komt. Daarnaast heeft de ex-partner recht op de uitkering van het bijzonder partnerpensioen, wanneer de ex-partner nog in leven is bij het overlijden van de pensioengerechtigde. Maar afhankelijk van de bepalingen in de pensioenbrief en/of het echtscheidingsconvenant kan het zijn dat de (ex-)partner in het geheel geen recht heeft op (bijzonder) nabestaandenpensioen. Wanneer u als dga kiest voor afkoop dan wel omzetting in een ODV, ziet uw (ex-)partner in beginsel af van zijn/haar voorwaardelijk recht op bovengenoemd pensioen. Civiel juridisch kan uw PwC Familie en vermogen in bedrijf Einde van het pensioen in eigen beheer: hoe nu verder? 10

(ex-)partner weliswaar afzien van pensioen, maar fiscaal kan dit niet zonder meer plaatsvinden. De Belastingdienst is namelijk van mening dat het afzien van pensioen gevolgen kan hebben voor de schenkbelasting wanneer uw (ex-) partner bijvoorbeeld niet voldoende compensatie ontvangt. Een passende compensatie kan op verschillende manieren plaatsvinden, bijvoorbeeld via aanvullende huwelijkse voorwaarden. Om eventuele toekomstige claims van uw (ex-)partner te voorkomen, doet u er goed aan om uzelf en uw (ex-)partner in dit kader goed te (laten) voorlichten. Voor het afstempelen van het pensioen en het vervolgens afkopen dan wel omzetten in een ODV is vooraf schriftelijk toestemming van uw (ex-)partner vereist. Als de (ex-)partner niet akkoord gaat, dan blijft als enige optie over: handhaving van het PEB. Dit geldt ook als op basis van de huwelijkse voorwaarden verevening van pensioenrechten is uitgesloten. Alleen voor zover u een ex-partner hebt waarbij u over en weer van elkaars pensioenrechten hebt afgezien dan wel hebt gekozen voor conversie, is geen toestemming van uw ex-partner vereist. Bij conversie verkrijgt de ex-partner een zelfstandig pensioenrecht ter grootte van het voorwaardelijk aan de ex-partner toekomende deel. Wanneer u uw pensioen wenst af te kopen of om te zetten in de ODV, overlegt u dit dan ook met uw notaris. Meerdere aandeelhouders Wanneer een pensioenuitvoerende entiteit meerdere aandeelhouders heeft, kan de keuze voor afkoop of omzetting in een ODV tot een schenking en daarmee schenkbelasting leiden. Dit werkt als volgt. Het afstempelen van de aanspraken heeft tot gevolg dat de commerciële pensioenverplichting daalt. Alle in eigen beheer opgebouwde bruto pensioenaanspraken zullen in dat geval worden verlaagd. Hierdoor zullen de aandelen in principe in waarde stijgen. Wanneer sprake is van meerdere aandeelhouders kan de Belastingdienst op basis daarvan het standpunt innemen dat sprake is van een schenking. Van een schenking zal geen sprake zijn als een bevoordelingsbedoeling ontbreekt of de dga hiervoor een compensatie krijgt van de andere aandeelhouders. De Belastingdienst is van mening dat wanneer de andere aandeelhouder verwant is aan de schenker een bevoordelingsbedoeling bij de schenker doorgaans wel waarschijnlijk is. In de praktijk zal een en ander sterk afhankelijk zijn van de feiten en omstandigheden. Het hebben van meerdere aandeelhouders kan ook om een andere reden een complicerende factor zijn. Voorafgaande aan de afkoop of omzetting is namelijk goedkeuring van de bv nodig. Wanneer de andere aandeelhouders van mening zijn dat het niet past binnen een verantwoorde bedrijfsvoering om mee te werken aan een afkoop, bijvoorbeeld omdat dan teveel liquiditeiten aan de bv zouden worden onttrokken, dan kunnen de andere aandeelhouders het besluit frustreren. Emigratie Dga s met een in Nederland opgebouwd en fiscaal gefacilieerd pensioen die op enig moment Nederland hebben verlaten, zullen een conserverende aanslag inkomstenbelasting hebben ontvangen in verband met de waarde in het economisch verkeer van hun opgebouwde pensioenaanspraken. Deze aanslag zal zijn vermeerderd met twintig procent revisierente. De reden waarom de Nederlandse belastingdienst zo n aanslag oplegt, is dat de fiscus meestal geen belasting kan heffen als de geëmigreerde dga later in het buitenland een oneigenlijke handeling verricht. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het afkopen, prijsgeven, vervreemden dan wel het ter zekerheid stellen van de pensioenaanspraken. In situaties waarin de dga in het buitenland woont, komt de heffing over het pensioenkapitaal veelal nog steeds toe aan het woonland. Met het opleggen van de conserverende aanslag wordt u als dga geacht het pensioen direct voorafgaande aan uw emigratie te hebben genoten. U hebt aanspraak op uitstel van betaling voor een periode van tien jaar. Wanneer u aan bepaalde voorwaarden voldoet, kan deze aanslag vervolgens worden kwijtgescholden. PwC Familie en vermogen in bedrijf Einde van het pensioen in eigen beheer: hoe nu verder? 11

Als de dga niet meer in Nederland woont, hangt het van het toepasselijke belastingverdrag af of het heffingsrecht over de reguliere uitkeringen aan Nederland toevalt. Volgens de parlementaire geschiedenis zal de ODV wat Nederland betreft onder het pensioenartikel van de Nederlandse belastingverdragen vallen, aangezien het gaat om een aanspraak op uitkeringen die bestemd zijn om te voorzien in de verzorgingsbehoefte bij de oude dag. Het huidige Nederlandse verdragsbeleid is erop gericht om de heffing over het inkomen dat onder het pensioenartikel valt (gedeeltelijke) toe te wijzen aan de bronstaat overeen te komen, maar er zijn ook nog veel verdragen die de heffing aan de woonstaat toewijzen. De keuze voor afkoop dan wel omzetting in ODV zal in beginsel kwalificeren als een oneigenlijke handeling. Daarvoor kan in het belastingverdrag een afwijkende heffingsbevoegdheid zijn toegewezen. Als u bijvoorbeeld kiest voor afkoop en de heffing aan de woonstaat is toegewezen, dan worden de eerder in aftrek gebrachte premies teruggenomen via het Nederlandse systeem van de conserverende aanslag (bij een afkoop binnen tien jaar na emigratie). Ook treedt wellicht (aanvullende) heffing in de woonstaat op, waarbij u zeer waarschijnlijk geen gebruik kunt maken van een korting op de grondslag bij afkoop. Daarom doet u er verstandig aan om voorafgaande aan uw keuze na te gaan wat de exacte fiscale gevolgen in het woonland zijn. Zakelijk loon Het premievrij maken van uw pensioenregeling kan gevolgen hebben voor de zakelijkheid van uw totale beloningspakket. Het stopzetten van de toekomstige pensioenopbouw moet mogelijk worden gecorrigeerd door middel van een verhoging van uw totale brutobeloning. Het is namelijk als werknemer in principe niet zakelijk om af te zien van de toekomstige pensioenopbouw zonder enige vorm van compensatie van de werkgever. De hoogte van het gebruikelijk loon hoeft als gevolg van het premievrij maken van uw pensioenregeling niet te worden aangepast. De huidige pensioenbijdragen vormen namelijk vrijgestelde loonbestanddelen. Vrijgestelde loonbestanddelen tellen niet mee voor de gebruikelijkloontoets. Wat te doen na uw keuze? Vanaf 1 april 2017 is pensioenopbouw in eigen beheer niet meer mogelijk. Op welke wijze kunt u uw pensioen/toekomstvoorziening eventueel nog vormgeven als u aanvullend inkomen nodig hebt? Via uw werkgever (tweede pijler) Pensioenverzekering Als dga kunt u via uw bv (c.q. uw werkgever) een pensioenovereenkomst afsluiten bij een verzekeraar. Maar u hebt gedurende de opbouwfase van het pensioen dan niet meer de beschikking over het pensioenvermogen. Daarnaast bent u gebonden aan het beleid en de voorwaarden van de verzekeraar. Bij overlijden komt bovendien de sterftewinst toe aan de verzekeraar. Bedrijfstak- of beroepspensioenregeling Een bedrijfstakpensioenfonds is een pensioenfonds dat een pensioenregeling uitvoert voor één of meer bedrijfstakken. Meestal is deelname aan het bedrijfstakpensioenfonds door de overheid verplicht gesteld als u in die bedrijfstak werkt. Een beroepspensioenfonds is een pensioenfonds voor zelfstandige beroepen. Een beroepspensioenfonds voert een pensioenregeling uit die is gebaseerd op een overeenkomst tussen zelfstandige beroepsbeoefenaren binnen een bepaalde beroepsgroep, zoals notarissen en artsen. De overheid kan een hele beroepsgroep verplichten aan een beroepspensioenregeling mee te doen. De dga is veelal niet verplicht deel te nemen aan een bedrijfstakpensioenregeling. Uiteraard kunt u wel besluiten hieraan vrijwillig deel te nemen. De beroepspensioenregeling kan wel verplicht zijn voor de dga. U kunt uw deelname ongewijzigd voortzetten. Vanuit privé (derde pijler) Naast pensioenopbouw in de eerste en tweede pijler, is pensioenopbouw in de derde pijler eveneens mogelijk. Denk hierbij aan bijvoorbeeld aan lijfrenten en kapitaalverzekeringen. PwC Familie en vermogen in bedrijf Einde van het pensioen in eigen beheer: hoe nu verder? 12

Lijfrente U kunt er voor kiezen om een lijfrente af te sluiten om extra pensioen op te bouwen of om eerder met pensioen te gaan. Een lijfrente is een verzekeringsproduct of een bankspaarproduct waarbij u periodiek of éénmalig geld inlegt om later een periodieke uitkering (die in box 1 valt) te krijgen. Tussen het afsluiten van een lijfrente bij een verzekeraar en bij een bank bestaan een aantal verschillen. Zo leidt de lijfrente bij een bank tot een tijdelijke uitkering, terwijl het bij een lijfrente ondergebracht bij een verzekeraar kan gaan om een levenslange uitkering of een tijdelijke uitkering. Kapitaalverzekering Ook bestaat de mogelijkheid om een verzekering af te sluiten, waarbij u na het bereiken van een bepaalde leeftijd een kapitaal krijgt uitgekeerd. Deze uitkering is onbelast. Maar tijdens de opbouwfase valt het bij de verzekeraar opgebouwde kapitaal voor u in box 3 en bent u over de waarde derhalve box 3-heffing verschuldigd. Nettopensioen / nettolijfrente Vanaf 1 januari 2015 kunt u niet langer fiscaal gefaciliteerd pensioen opbouwen over een salaris boven 100.000 euro (2016: 101.519 euro). Om werknemers met een inkomen boven deze grens enigszins tegemoet te komen, is het vanaf 1 januari 2015 mogelijk om onder bepaalde voorwaarden een oudedagsvoorziening op te bouwen die is vrijgesteld voor box 3. Dan kan in de vorm van een nettolijfrente of een nettopensioen. Vanuit privé (overig) Wanneer u hebt gekozen voor afkoop moet u ook aandacht besteden aan de afgekochte pensioenaanspraken. Daarbij kunt u als dga aan de volgende mogelijkheden denken. Vordering op de BV Wanneer bij afkoop het nettobedrag niet wordt uitgekeerd, zult u als dga een vordering op uw bv verkrijgen. Uiteraard kunt u ook besluiten om uw eventuele rekening-courantschuld met uw bv hiermee aflossen. Wanneer u nog steeds de aandelen in uw bv houdt, kan sprake zijn van een terbeschikkingstellingsvordering (box 1-vordering). Het rendement op deze lening wordt dan in box 1 belast. De terbeschikkingsvrijstelling bedraagt 12 procent, zodat het rendement effectief tegen maximaal veertig procent wordt belast. De vordering moet u schriftelijk vastleggen, waarbij u zakelijke voorwaarden (rente, looptijd etc.) moet overeenkomen. Hiermee kunt u ervoor zorgen dat een eventueel verlies op deze vordering aftrekbaar blijft in box 1. Sparen of beleggen in privé U kunt het nettobedrag ook op een bank- en/of beleggingsrekening zetten. In dat geval zult u jaarlijks box 3-heffing verschuldigd zijn. Het forfaitaire inkomen in box 3 wordt vastgesteld op basis van een fictief gehanteerd rendement (2017: maximaal 5,39 procent). Hierover wordt vervolgens dertig procent inkomstenbelasting geheven. PwC Familie en vermogen in bedrijf Einde van het pensioen in eigen beheer: hoe nu verder? 13

Beleggen in de bv U kunt als dga het nettobedrag als agio storten in uw bv. Het vermogen kunt u dan gebruiken voor de onderneming. Wanneer het bedrag op de bankrekening van de bv wordt gestort, zullen de opbrengsten zijn belast met 20 tot 25 procent vennootschapsbelasting. Wanneer u inkomen nodig hebt, kunt u geld lenen van uw bv. Ook is het mogelijk om het inkomen tot het bedrag van het gestorte agio weer belastingvrij uit de onderneming te halen. In het laatste geval moet u wel een notaris inschakelen. Beleggen in een vrijgestelde beleggingsinstelling (vbi) Bij beleggingen in een VBI is het rendement niet belast met vennootschapsbelasting en wordt op een dividenduitkering geen dividendbelasting ingehouden. Voor de inkomstenbelasting wordt jaarlijks een forfaitair inkomen over het vermogen van de VBI gerekend in box 2. Het forfaitaire inkomen wordt vastgesteld op basis van het fictief gehanteerde rendement uit box 3 (2017: 5,39 procent). Dit inkomen wordt vervolgens verrekend met daadwerkelijke inkomsten, zodat u als dga uiteindelijk alleen 25 procent inkomstenbelasting betaalt over de werkelijk genoten inkomsten. Ter vergelijking: de heffing in box 1 bedraagt maximaal 45,76 procent over het overeengekomen rendement en in box 3 wordt dertig procent inkomstenbelasting geheven over het fictief genoten inkomen. De VBI-status kan alleen worden toegekend aan een nv of een fonds voor gemene rekening (of een vergelijkbare buitenlandse rechtspersoon) met meer dan één aandeelhouder. De vennootschap mag alleen beleggen (met uitzondering van Nederlandse onroerende zaken) en mag geen leningen verstrekken. Eigen woning Het aflossen van de eigenwoningschuld behoort ook tot de mogelijkheden. Hiermee zorgt u ervoor dat uw toekomstige lasten verminderen, zodat u in de toekomst minder inkomen nodig hebt. Conclusie Het wetsvoorstel Uitfasering pensioen in eigen beheer stelt u als dga voor een complexe keuze. Gaat u voor afkoop van uw pensioen, omzetting in een ODV of het premievrij in eigen beheer houden van uw pensioen? Als de opbouw van uw pensioen nog niet is stopgezet, dan moet u dat in ieder geval vóór 1 april 2017 doen. Voor een keuze tussen de vervolgmogelijkheden hebt u nog ruim de tijd. Het ene scenario leidt misschien tot de laagste belastingheffing, maar toch kan een ander scenario uw voorkeur genieten. Omdat daarin bijvoorbeeld het pensioenvermogen beschikbaar blijft voor uw onderneming, of omdat dat scenario gunstiger is voor uw erfgenamen of partner. Voor een zorgvuldig afgewogen keuze zijn al deze factoren van belang. Ook de verdere invulling van uw toekomstvoorziening is hierbij van belang en die invulling kan op allerlei wijzen plaatsvinden. Hoe gaat u bijvoorbeeld om met het ontvangen vermogen na afkoop? Hoe laat u uw partner verzorgd achter? Kortom, nog genoeg stof om over na te denken. Dit is het achtste onderwerp in de reeks Familie en vermogen in bedrijf. Volgend jaar volgen meer onderwerpen rondom familievermogen, zie pwc.nl/familiebedrijven. Onderwerpen waarover u niet vroeg genoeg in gesprek kunt gaan met uw familieleden en adviseurs. Voor meer informatie: Renate de Lange-Snijders 088 792 39 58 Almar van Keulen 088 792 18 31 PwC Familie en vermogen in bedrijf Einde van het pensioen in eigen beheer: hoe nu verder? 14