Inhoud. Inleiding... 9

Vergelijkbare documenten
Inhoud in vogelvlucht

Inhoud in vogelvlucht

Italiaans voor Dummies

Inhoud. Over de auteurs... xi. Inleiding... 1

Italiaans voor Dummies op reis. Francesca Romana Onofri en Karen Antje Möller

De kleine Duits voor Dummies. Paulina Christensen en Anne Fox

Inhoud. Inleiding... 11

Inhoud. Over de auteur... x. Inleiding... 1

Inhoud. 1 Spelling en uitspraak. 2 Grammatica

Inhoud. Inleiding... 9

De inhoud in vogelvlucht

Engels. Gail Brenner

Inhoud. Over de auteur... xi. Inleiding... 1

1 Spelling en uitspraak

Inhoud. Over de auteur... xi. Inleiding... 1

De kleine Frans voor Dummies. Dodi-Katrin Schmidt Michelle M. Williams Dominique Wenzel

Over de auteur. Inleiding 1

Nederlands voor Arabisch taligen A0 A1/A2

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

Meer dan grammatica!

Thema 3 Vervoer. Inhoudsopgave

Inhoud. 1 Spelling 10

Tekst Copyright Bangkok Book House. Bangkok Book House Geprint in Thailand. Alle rechten voorbehouden.

De inhoud in vogelvlucht

2e editie Paulina Christensen Anne Fox Wendy Foster

De kleine Nederlands voor Dummies. Margreet Kwakernaak

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Ontleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden.

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12

EL ABANICO CURSUSSEN SPAANS ROTTERDAM STUDIEGIDS

Spreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt. SPREKEN NIVEAU A1

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

11. De leerling leert verder vertrouwd te raken met de klank van het Frans door veel te luisteren naar gesproken en gezongen teksten.

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I

2b nr. 1 Zinnen met verschillende volgorde

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament

1 WOORDSOORTEN 3 2 ZINSDELEN 8

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN?

Totaaloverzicht kant-en-klare sjablonen Nederlands Cito spelling 3.0 Cito spelling 2.0 Begrijpend lezen Grammatica Studievaardigheid

Spiekkaart. Persoonsvorm - p.v.

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen.

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

Waarom dit boekje? Begeleiding. Informatie. Stagedocent. Toekomst. Stageplek

Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv

Studiewijzer TaalCompetent

Programma van Toetsing en Doorstroming

Leerwerkboek. Chinees. Go 100

Bienvenidos - Cuaderno de ejercicios

Inhoudsopgave. Luisterteksten en instructies bij de oefen-cd 201. Grammaticaoverzicht 233. Correctiesymbolen schrijfvaardigheid 269.

Inhoud in vogelvlucht

Z I N S O N T L E D I N G

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

Grammatica 2F. Doelgroepen Grammatica 2F. Omschrijving Grammatica 2F. meewerkend voorwerp. voegwoord alle woordsoorten

1.2.3 Trappen van vergelijking 20

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

het begin van dit boek

BEGINNERSCURSUS DAG 2

Jan Heerze. Kortom. Nederlandse grammatica. Walvaboek

Visuele Leerlijn Spelling

Auteur boek: Vera Lukassen Titel boek: Inburgering Basis A0-A1 Nederlands voor anderstaligen

Standaardrapportage (strikt vertrouwelijk)

enkele genoeg informatie korting ongeveer overstappen rechtstreekse reis spoor vertrekt

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling

Hiermee wijs je een speciaal iemand of iets aan. Je begint met de ene zinsstructuur en maakt de zin af in een andere zinsstructuur.

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Themaboek IBL1 - Internationaal marktanalist

SPAANS LES 1 Español

SKO. Cursus Nederlandse Bedrijfscorrespondentie. Opleiding Schriftelijke Communicatie Nederlands

Wie is dat? thema. Hoe heet jij? Ik weet het niet! Beatriz. Marco. Hallo, ik heet Jürgen. Dag mevrouw. Dag meneer. Hoi! Ik heet Bushra. En jij?

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

TAALVERZORGING BK 2 SPORTIEF PERRON 2

Antwoorden Nederlands Ontleding

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Gewoon zo! WONEN: HOE ONTMOET JE BUURTBEWONERS?

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Werkwoordspelling op maat

Spreekoefeningen. Oefenen voor het eerste deel van het examen spreken: Vragen beantwoorden. 1 enkele vragen. (voor het inburgeringsexamen - spreken)

DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen.

Thema Taalhulp Grammatica. Kennismaken: naam, woonplaats, land, taal, werk. Begroeten, vragen hoe het gaat, reageren, bedanken, dag zeggen

SKO. Cursus Nederlandse Bedrijfscorrespondentie. Opleiding Zakelijke Correspondentie Nederlands

Suc6 Cursussen voor mensen. Suc6 Cursusboek 2014/2015

Mijn boekje GOP Kinderdienst. Dit boek. is van

Thema Op het vliegveld. Cursus vier, week acht deel b. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. oktober cursus vier, week acht

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Aan het einde van de unit kennen de leerlingen woorden in de woordvelden: kleding uiterlijk emoties landen

Toelichting. Leerdoelenoverzicht - niveau 2a

Leerlijn Spreken & luisteren groep 5

NEDERLANDS. Scope and Sequence

Thema Kinderen en school. Lesbrief 18. Voor het eerst naar school

Spreken. Les 2: Wat zeg je? Bus, tram en trein. SPREKEN NIVEAU A1

Toelichting. Leerdoelenoverzicht - niveau 3b

We gaan binnenkort starten met blok 2 van taal, spelling en begrijpend lezen. Hieronder een overzicht van wat uw kind gaat leren.

De regenworm en zijn moeder

Transcriptie:

Inhoud Inleiding.............................................................. 9 Hoofdstuk 1: Beginnen met Italiaans.................................... 15 Je kent al een beetje Italiaans...................................15 De Italiaanse uitspraakregels..................................16 De klinkers...............................................17 De medeklinkers..........................................18 Klemtoon....................................................23 Hoofdstuk 2: Italiaanse basisgrammatica............................... 25 Eenvoudige zinsconstructies...................................25 Mannelijk of vrouwelijk? Lidwoorden en bijvoeglijke naamwoorden..................................27 Vrouwelijke bepaalde lidwoorden...........................27 Mannelijke bepaalde lidwoorden............................28 Het vrouwelijke onbepaalde lidwoord........................28 De mannelijke onbepaalde lidwoorden.......................29 Bijvoeglijke naamwoorden..................................29 Voornaamwoorden...........................................31 Persoonlijke voornaamwoorden als onderwerp...............31 Persoonlijke voornaamwoorden: lijdend voorwerp............34 Persoonlijke voornaamwoorden: meewerkend voorwerp.......35 Je leren kennen: de jij/u-kwestie............................36 Vragende voornaamwoorden..................................37 Regelmatige en onregelmatige werkwoorden....................38 Regelmatige werkwoorden..................................38 Onregelmatige werkwoorden...............................39 Werkwoorden vervoegen in enkelvoudige tijden: verleden, heden en toekomst.............................41

6 De kleine Italiaans voor Dummies Tegenwoordige tijd........................................43 Toekomende tijd..........................................43 De gebiedende wijs...........................................44 Tellen.......................................................45 Rangtelwoorden...........................................48 Hoofdstuk 3: Kennismaken............................................ 49 Groeten en afscheid nemen....................................49 Vragen hoe het met iemand is...............................51 Tot........................................................52 Jezelf voorstellen..........................................52 Anderen voorstellen.......................................53 Vertellen waar je vandaan komt.............................54 De werkwoorden essere en stare gebruiken om dingen te beschrijven..........................................57 Simpele vragen stellen........................................58 Pardon?.....................................................59 Praten over de familie.........................................60 Een praatje over het weer......................................62 Omschrijven hoe je woont.....................................64 Adressen en telefoonnummers uitwisselen......................66 Hoofdstuk 4: Uit eten gaan............................................. 69 Eten en drinken op z n Italiaans................................69 Drinken op z n Italiaans.......................................70 Uit eten gaan: van begin tot eind...............................72 Reserveren................................................72 Het ontbijt...................................................74 De lunch.....................................................76 Genieten van de maaltijd......................................78 Afrekenen................................................80 Hoofdstuk 5: Boodschappen doen en winkelen.......................... 81 Een bank bezoeken...........................................82 Geld wisselen................................................82 Creditcards gebruiken........................................84 Boodschappen doen..........................................84 Winkelen....................................................89 Geef je woorden kleur......................................93

Inhoud 7 Stappen in stijl............................................94 Kledingmaterialen.........................................94 Accessoires...............................................95 Hoofdstuk 6: Vrije tijd en ontspanning................................... 99 De tijd en de dagen van de week................................99 Op zoek naar cultuur........................................102 Naar de film en het theater................................103 Uitnodigingen..............................................104 Een uitstapje maken.........................................106 Wederkerig gesproken....................................107 Sport beoefenen.............................................108 Hoofdstuk 7: Thuis en op kantoor.......................................111 Een telefoontje plegen........................................111 Bellen voor je werk of voor je plezier........................113 Afspraken maken via de telefoon..............................114 Een bericht achterlaten.......................................115 Praten over je werk..........................................117 Kantooruitrusting........................................118 Vacatures................................................119 Wonen.....................................................121 Op zoek naar een woning.................................121 Je woning inrichten.......................................124 Hoofdstuk 8: Op reis.................................................. 127 Waar ga je naartoe en wanneer ga je?..........................127 Aankomen en vertrekken: de werkwoorden arrivare en partire..128 Naar en binnen Italië reizen..................................129 Wachten tot je aan boord kunt gaan........................130 Door de douane gaan........................................130 Een auto huren..............................................131 Je weg vinden in het openbaar vervoer.........................132 Een taxi bellen...........................................132 Reizen per trein..........................................132 Reizen per bus, tram of metro..............................133 Kaarten en dienstregelingen lezen..........................134 Te vroeg of te laat............................................134

8 De kleine Italiaans voor Dummies De weg vinden: vragen waar iets is.............................135 Met alle winden meewaaien...............................136 Een kamer reserveren........................................138 Hoofdstuk 9: Noodsituaties........................................... 141 Autopech...................................................142 Met een dokter praten.......................................143 Medische taal begrijpen...................................145 Ik ben bestolen! Wat moet je zeggen als de politie arriveert?......147 Hoofdstuk 10: Tien manieren om snel Italiaans te leren.................. 149 Italiaanse etiketten lezen.....................................149 In het Italiaans bestellen.....................................150 Naar Italiaanse muziek luisteren..............................150 Italiaanse kranten lezen......................................150 Naar Italiaanse films kijken...................................151 Naar de Italiaanse radio luisteren en naar de Italiaanse televisie kijken...........................................151 Naar Italiaanse dialogen op cd luisteren........................152 Je interesses delen...........................................152 Op internet surfen...........................................153 Het niet te serieus nemen.....................................153 Index............................................................... 155

Inleiding Wat de reden ook is om Italiaans te willen leren spreken, De kleine Italiaans voor Dummies kan je bij dit leerproces helpen. Twee experts op het gebied van kennisoverdracht te weten Berlitz, expert in vreemdetaal-onderwijs, en Pearson Education, uitgever van de bestsellerreeks Voor Dummies hebben de handen ineen geslagen om een boekje te maken dat je de basisvaardigheden bijbrengt die je nodig hebt om een eenvoudig gesprek in het Italiaans te kunnen voeren. We beloven niet dat je vloeiend Italiaans zult leren spreken, maar als je iemand wilt begroeten, een kaartje wilt kopen of iets te eten wilt bestellen in het Italiaans, dan hoef je niet verder te kijken dan De kleine Italiaans voor Dummies. Conventies in dit boek Omwille van de duidelijkheid hanteren we in dit boek de volgende conventies: Italiaanse termen staan allemaal vet gedrukt, zodat ze opvallen. Achter de Italiaanse termen wordt steeds de uitspraak weergegeven; deze is cursief gedrukt en staat tussen haakjes. Zo dus: (uitspraak). Werkwoordsvervoegingen worden in tabellen in de volgende volgorde weergegeven: de ik-vorm, de jij-vorm, de hij/zij/het-vorm, de wij-vorm, de jullie-vorm en de zijvorm. In de tweede kolom staat de uitspraak. Hieronder

10 De kleine Italiaans voor Dummies volgt een voorbeeld met het werkwoord divertirsi (diever-tier-sie) (zich vermaken): Vervoeging mi diverto ti diverti si diverte ci divertiamo vi divertite si divertono Uitspraak mie die-ver-to tie die-ver-tie sie die-ver-te tsjie die-ver-tja-mo vie die-ver-tie-te sie die-ver-to-no De pictogrammen in dit boek Je bent misschien op zoek naar specifieke informatie als je dit boek aan het lezen bent. Om de verschillende soorten informatie makkelijker te kunnen vinden, hebben we in de linkermarge de volgende pictogrammen opgenomen: Dit pictogram brengt tips onder de aandacht waardoor je het Italiaans makkelijker leert. BELANGRIJK Dit pictogram wijst je op nuttige of interessante informatie die je niet moet vergeten. GRAMMATICA EN ZO Talen zitten vol onregelmatigheden waarover je kunt struikelen als je er niet op bedacht bent. De tekst bij dit pictogram gaat over grammaticale regels en andere taalkundige wetenswaardigheden.

Inleiding 11 CULTURELE BAGAGE Als je op zoek bent naar informatie over cultuur en reizen, kijk dan naar deze pictogrammen. Ze vestigen je aandacht op interessante weetjes over Italië. Van hier naar daar Een taal leren is vooral erin duiken en het gewoon proberen (hoe slecht je uitspraak ook is in het begin). Dus waag de sprong! Begin bij het begin of pik er een hoofdstuk uit dat je interesseert. Het zal niet lang duren voor je Sì! kunt antwoorden op de vraag: Parla italiano?

Ik weet niet of ik het accent leg op de goede lettergreep in het verkeerde woord of dat ik het accent leg op de verkeerde lettergreep in het goede woord, maar ik weet wel dat ik goed verkeerd zit.

Hoofdstuk 1 Beginnen met Italiaans In dit hoofdstuk: Het Italiaans dat je al kent De Italiaanse uitspraakregels Misschien wist je al dat Italianen graag praten. Ze zijn niet alleen dol op communiceren, maar ook op hun taal. Italiaans is een heel melodieuze taal. Het is dan ook niet voor niets dat Italiaanse opera zo beroemd is. Je kent al een beetje Italiaans Hoewel Italianen heel trots zijn op hun taal, hebben toch enkele buitenlandse, vooral Engelse woorden kans gezien het Italiaans binnen te sluipen. Italianen hebben het bijvoorbeeld over gadgets, jogging en shock. Ze gebruiken vaak het woord okay en sinds de computer zijn intrede heeft gedaan in hun leven, hebben Italianen het over cliccare sul mouse (klie-ka-re soel mouse) (klikken met de muis). Omgekeerd zijn sommige Italiaanse woorden al ingeburgerd in het Engels én in het Nederlands. Kun je er een paar bedenken? Wat dacht je van... pizza (piet-tsa) pasta (pas-ta)

16 De kleine Italiaans voor Dummies spaghetti (spa-get-ti) mozzarella (mot-tsa-rel-la) espresso (es-pres-so) cappuccino (kap-poet-tsjie-no) Misschien ken je ook Italiaanse woorden van buiten de keuken, zoals: amore (a-mo-re): dit woord betekent liefde en komt zodoende in veel Italiaanse liedjes voor. bravo! (bra-vo): dit woord kun je alleen gebruiken tegen één man. Tegen een vrouw zeg je brava! (bra-va) en tegen een groep mensen zeg je bravi! (bra-vi), tenzij de groep alleen uit vrouwen bestaat, dan zeg je brave! (bra-ve). ciao! (tsjau): ciao betekent zowel hallo als dag. De Italiaanse uitspraakregels Achter alle Italiaanse woorden in dit boek vind je de uitspraak tussen haakjes. In de volgende paragrafen geven we een paar nuttige tips voor het lezen van deze fonetische transcriptie dat wil zeggen, hoe je de Italiaanse woorden uitspreekt. We moeten afspreken welke letters bij welke klanken horen. In de fonetische transcriptie scheiden we de lettergrepen met een streepje, zoals in casa (ka-sa) (huis). Bovendien onderstrepen we de beklemtoonde lettergreep, dat betekent dat de klemtoon van het woord op de onderstreepte lettergreep valt.