Departement Informatica en Informatiekunde, Faculteit Bètawetenschappen, UU. In elektronische vorm beschikbaar gemaakt door de TBC van A Eskwadraat. Het college INFOHCI werd in 2006/2007 gegeven door Jan Herman Verpoorten. Human Computer Interaction (INFOHCI) 2 februari 2007 Opgave 1: Aanwijs- en teken-opdracht In onderstaand voorbeeld staat een schermtoestand waarvan de opmaak verbeterd kan worden. a) Geef (met pijl en kort commentaar) naast de afbeelding aan welke problemen je ziet b) Teken een schets met een (duidelijke zichtbare) verbeterde versie van dit scherm
Opgave 2: Teken-opdracht Teken hiernaast een State Transition Diagram) van het (informeel verwoorde) Use Case scenario online vliegreis boeken : Teken hiernaast een compleet State Transition Diagram van het (informeel verwoorde) use case scenario online vliegreis boeken. Nadat de eerste vlieggegevens zoals bestemming, aantal personen en klasse is opgegeven, en deze gegevens juist zijn bevonden, wordt de heen- en terugreis gespecificeerd. Immers, men heeft vaak de keuze uit (al dan niet noodzakelijke) overstap vliegvelden, overstaptijden, maatschappijen en dergelijke. Na controle van deze beide reisschema s volgt een nieuw scherm waarin de passagiersgegevens worden opgegeven en tevens wordt aangegeven of men een reisverzekering wil afsluiten. Als al deze gegevens volledig zijn ingevuld volgt, indien men een verzekering wil eerst nog een scherm waarin men deze afsluit en anders c.q. daarna een laatste overzicht met alle gegevens en de totaalprijs. De transactie eindigt met de bevestiging van deze gegevens c.q. de opdracht de tickets te leveren. De klant ontvangt dan nog automatisch een email ter bevestiging en een rekening. Opgave 3: Juist/onjuist vraag De tree view is een interactie-element (control, widget) Dit is juist Dit is onjuist Opgave 4: Waar/onwaar vraag Het onderscheiden van figuur en achtergrond is de meest simpele en primitieve vorm van perceptuele organisatie. Hieruit kunnen we afleiden dat de mens erg gevoelig is voor vorm en afstand. Om een interface visueel goed toegankelijk te maken zijn vorm en afstand dan ook erg belangrijk. Dit is waar Dit is onwaar Opgave 5: Tweevoudige kort-antwoord vraag Welke twee termen horen bij de omschrijving in onderstaande tekst?
PERCEPTIE COGNITIE Het omzetten van informatie (vormen van energie) beschikbaar buiten het lichaam naar informatie (andere vormen van energie) beschikbaar binnen het lichaam. Het in verband brengen van de nieuwe informatie met reeds opgeslagen informatie, het aanmaken van bruikbare kennis, en het gebruiken van die kennis. Opgave 6: Meervoudige kort-antwoord vraag In het hoofdstuk cognitieve mechnismen heb je gelezen dat in de coginitieve wetenschap twee opvattingen bestaan m.b.t. de wijze waarop ons kennissysteem functioneert. Aan het ingebouwde kennissysteem wordt gerefereerd door de ecologische perceptie-theorie, aan het verworven-kennis systeem door de constructivistische perceptie-theorie. Beide systemen hebben andere eigenschappen. Geef in onderstaande tabel telkens met maximaal enkele woorden de eigenschappen van elk systeem aan. Duurzaamheid Beschikbaarheid Snelheid onstaan van patronen Mate van flexibiliteit Verwerkbare soorten kennis (hoeveelheid) Ingebouwde kennis Opgave 7: Open-antwoord vraag Geleerde kennis Waarom moet het uitvoeren van user interface evaluaties gebeuren door mensen van buiten het ontwikkelteam? Antwoord zo kort mogelijk. Opgave 8: Open-antwoord vraag Beschrijf puntgewijs de kenmerken van een heuristieke evaluatie. Opgave 9: Open-antwoord vraag Wat is een problem space? Antwoord zo kort mogelijk. Opgave 10: Open-antwoord vraag Dit is een printdialog. De ontwerpers van deze dialog gaan tegen het mentale model van de gebruiker (user model) in. Op welke manier?
Opgave 11: Meervoudige kort-antwoord vraag Voor het bepalen van een kleurenschema wordt wel de kleurencirkel van A.H. Munsell (ca. 1905; onderdeel van een uitgebreid kleursysteem) gebruikt. Hierin zie je de drie primaire kleuren rood, geel en blauw met daartussen de (verf) mengkleuren. Er zijn verschillende manieren om uitgaande van deze cirkel een kleurenschema te maken waarin de kleuren harmoniëren. Noem er minstens drie. Opgave 12: Single-select vraag Wat voor een soort paneel is dit? overzichts-paneel detail-paneel commando-paneel navigatie-paneeel boodschap-paneel
Opgave 13: Multiple select vraag Vink alle juiste antwoorden aan. Wat zijn cues? text box list box spin box check box group box tab radio button separator tree view modal dialog progress indicator command button Opgave 14: Kort-antwoord vraag Hoe heet dit interactie-element? Opgave 15: Kort-antwoord vraag Je geeft achter de prompt het commando ping www.uu.nl. Hoe heet de interactiestijl waar dit een voorbeeld van is? Opgave 16: Kort-antwoord vraag Je werkt met maar een paneelcompositie in je applicatie: Elke volgende state wordt in deze compositie afgebeeld. Hoe heet de gehanteerde dialoogvorm? Opgave 17: Open-antwoord vraag Waarom wordt bij paper-prototyping een niet te precieze uitwerking van de schermen belangrijk gevonden? Opgave 18: Juist/onjuist vraag Een invulformulier is een van de interactiestijlen. Dit is juist Dit is onjuist Opgave 19: Open-antwoord vraag Beschrijf wat een metafoor is, wanneer het nuttig is metaforen te gebruiken en noem een geval waarin het gebruik van een metafoor juist negatief kan uitwerken.