Leraren Leren Een samenvatting van een overzichtsstudie naar de professionele ontwikkeling van leraren
2
Inhoudsopgave 1. Mogelijkheden en middelen 2. Zeggenschap 3. Vraag en aanbod 4. Andere landen 5. Andere beroepsgroepen 3
Inleiding Leraren zijn de bepalende factor voor de kwaliteit van onderwijs. De professionele ontwikkeling van leraren is dan ook cruciaal. De AOb vroeg aan LOOK (Wetenschappelijk Centrum voor Lerarenonderzoek) om in een overzichtsstudie antwoord te geven op de volgende vragen: 1. Welke mogelijkheden en middelen zijn er voor de professionele ontwikkeling van leraren en hoe worden deze benut? 2. Welke zeggenschap hebben leraren over hun professionele ontwikkeling? 3. Sluit het professionaliseringsaanbod aan op de vraag en behoefte van de leraar? De overzichtsstudie is gericht op personeel dat momenteel betaald in het onderwijs werkt. Hoewel de AOb ook veel leden heeft onder het onderwijsondersteunend personeel, is deze studie gericht op leraren. Het accent ligt op leraren in het po, vo en mbo, af en toe wordt er een uitstapje gemaakt naar het hbo. LOOK heeft aan de hand van bestaande literatuur, beleidsdocumenten en aanvullend onderzoek zo volledig mogelijk antwoord gegeven op de drie gestelde vragen. Aanvullend onderzoek is gedaan aan de hand van focusgroepsgesprekken, een vragenlijstonderzoek en forumdiscussies. Tijdens de focusgroepsgesprekken zijn 22 AOb-consulenten in gesprek gegaan met LOOK over de drie centrale thema s. Deze drie thema s waren ook de hoofdonderwerpen in de forumdiscussies, waar een brede groep van leraren op de website met elkaar in gesprek ging. Daarnaast zijn er onder ruim 1000 leraren vragen uitgezet over zeggenschap en vraag en aanbod. Deze folder is een beknopte samenvatting van het rapport. Het gehele rapport zal 28 september beschikbaar zijn tijdens het AOb-congres Meesterlijk Onderwijs en vanaf dan te downloaden op http://look.ou.nl/portal 4
1. Mogelijkheden en middelen Er kan onderscheid gemaakt worden tussen individuele regelingen en collectieve regelingen: Individuele regelingen voor leraren Er zijn drie individuele regelingen: Lerarenbeurs, Tegemoetkoming Lerarenopleiding (TLO) en Promotiebeurs. 1. De Lerarenbeurs is populair. De Lerarenbeurs biedt leraren de mogelijkheid om eenmaal in hun loopbaan een beurs te krijgen voor één opleiding. 2. TLO is een inkomensafhankelijke gift voor de student, contractant of zij-instromer die een lerarenopleiding basisonderwijs of een eerste- of tweedegraads lerarenopleiding wil volgen. 3. De promotiebeurs is het minst bekend. Deze wordt aan een selecte groep leraren toegekend. De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) selecteert deze groep. De geselecteerde leraren worden vier jaar lang twee dagen per week vrijgesteld van hun normale werkzaamheden. De Lerarenbeurs is een alles-in-een-pakket: vervanging is geregeld, de directeur hoeft zich nergens meer zorgen over te maken en financieel is alles afgedekt. De Lerarenbeurs geldt voortaan alleen nog maar voor bachelor- en masteropleidingen van vier jaar. Hier ben ik niet zo blij mee. Het volgen van een 4-jarige opleiding naast je gewone werk is heftig vanwege de werkdruk. Het is moeilijk te combineren met werk en privé. 5
Collectieve regelingen In de cao s en bestuursakkoorden is geregeld wat werkgevers (de schoolbesturen) voor hun personeel aan mogelijkheden en middelen voor professionalisering ontvangen. Het geld voor professionalisering komt binnen bij de schoolbesturen via de lumpsum en de prestatiebox. Schoolbesturen mogen dit geld inzetten voor professionalisering, maar ook voor andere zaken. Zo hoort het te gaan Het schoolbestuur verdeelt de beschikbare middelen over de scholen. De directeur van een school bekijkt vervolgens hoe de middelen voor professionalisering kunnen worden ingezet. In functioneringsgesprekken maakt de directeur met de leraar afspraken over ontwikkeldoelen en tijd en geld. Deze afspraken komen in het Persoonlijk Ontwikkelingsplan van de leraar. Dit alles gebeurt in afstemming met het meerjarenbeleid van de school. Maar zo gaat het niet altijd Het is onduidelijk welke bedragen schoolbesturen nu precies binnenkrijgen aan professionaliseringsgelden, hoeveel ze daarvan daadwerkelijk naar scholen doorsluizen en hoe scholen dit geld voor professionalisering gebruiken. Scholen en schoolbesturen gaan verschillend om met de professionaliseringsgelden. Duidelijk is dat de vele professionaliseringsmiddelen niet allemaal voor professionalisering worden gebruikt, maar ook om andere gaten te vullen. Het geld is niet geoormerkt en wordt soms ook voor andere dingen gebruikt. 6
Cao s en bestuursakkoorden In onderstaande tabel is te zien welke afspraken er in de cao s en bestuursakkoorden zijn gemaakt over professionalisering per sector. In de cao s zijn de professionaliseringsrechten van leraren vastgelegd. In de bestuursakkoorden staan de prestatieafspraken tussen de werkgevers en het ministerie van Onderwijs. PO VO MBO HBO CAO Minimaal 10% van de normjaartaak is beschikbaar voor deskundigheidsbevordering, waarvan 5% kan worden ingevuld voor persoonlijke scholing en ontwikkeling. Elke leraar heeft een persoonlijk budget van 500 euro voor niet-opgedragen scholing. Daarnaast mag de leraar 24 klokuren op jaarbasis inzetten om de werkdruk te verlagen. Elke leraar heeft recht op 59 professionaliseringsuren per jaar. Per organisatorische eenheid is er ook een vast urenaantal beschikbaar: 107 per fte. Elke leraar heeft recht op 24 uur, bovenop de 59 professionaliseringsuren. Elke leraar heeft recht op 59 professionaliseringsuren per jaar en een persoonlijk ontwikkelingsbudget van minimaal 300 euro. Bestuursakkoord Er zijn extra middelen beschikbaar voor taal en rekenen, hoogbegaafden, toetsen en professionalisering van leraren en schoolleiders. De nadruk ligt op professionalisering bij opbrengstgericht werken en omgaan met verschillen. Er is extra aandacht voor hoogbegaafde en excellente leerlingen. Centraal staat de professionele ontwikkeling van zittend onderwijspersoneel. Instellingen moeten de professionele ontwikkeling van leraren verantwoorden en het ministerie van Onderwijs komt met een plan om het aantal leraren met een master te vergroten. Ook zijn er afspraken over instroomroutes van nieuwe leraren. Een laatste type maatregelen gaat over de bekwaamheidsvergroting van het management. Geen bestuursakkoord, maar een hoofdlijnenakkoord. Meer profilering en meer kwaliteit zijn centrale thema s. De lerarenkwaliteit is een cruciale voorwaarde: het streefdoel is dat alle leraren eind in 2020 een masterniveau hebben.praktijkonderzoek wordt als middel gezien om de kwaliteit van leraren en het onderwijs te garanderen en de relatie met het werkveld te verbeteren. 7
Maken leraren gebruik van de mogelijkheden en middelen die er zijn? Het is moeilijk te achterhalen hoeveel tijd leraren nu daadwerkelijk aan professionele ontwikkeling besteden. Aan de ene kant komt dit doordat leraren informele vormen van leren (het leren dat gebeurt tijdens het dagelijks werk, door bijvoorbeeld een gesprek met een collega) niet meerekenen, aan de andere kant benutten leraren de mogelijkheden die er zijn niet goed. Dat komt vooral doordat leraren weinig te zeggen hebben over de indeling van hun tijd, door de werkdruk of doordat de leraar geen toestemming voor bijscholing krijgt van de leidinggevende. Ook sluit het aanbod niet altijd aan op de behoefte van de leraar. Sociale steun van de leidinggevende en autonomie zijn belangrijk voor het benutten van de professionaliseringsmogelijkheden. Ik mag die scholing niet volgen van mijn leidinggevende. Scholing ik heb er vaak niets aan. Geef vertrouwen aan de professional! De werkdruk heeft vooral met verplichtingen te maken en het met feit dat ik mijn eigen tijd niet kan indelen. 8
2. Zeggenschap Het beroep leraar is van oudsher een beroep met veel zeggenschap, in ieder geval binnen de muren van het eigen klaslokaal. De afgelopen jaren is door verschillende ontwikkelingen dit gevoel van zeggenschap minder geworden. Hoe ervaart de leraar de zeggenschap over zijn eigen professionele ontwikkeling? Over het algemeen vinden leraren dat zij redelijk vaak kunnen meebeslissen over hun eigen professionele ontwikkeling. Ook voelen zij zich competent om dat te doen. Wel geven leraren aan het lastig te vinden hun rechten op te eisen als een leidinggevende zijn afspraken niet nakomt. Kern van het verhaal is dat de leraar zijn eigen leerbehoefte moet kunnen formuleren. De gesprekkencyclus is een mooi moment om een docent te stimuleren te professionaliseren De gesprekkencyclus De gesprekkencyclus speelt een belangrijke rol bij de versterking van zeggenschap. Afstemming over de eigen professionalisering moet volgens de leraar vooral plaatsvinden tussen een leraar en de leidinggevende. Leraren vinden de gesprekkencyclus een goed instrument om professionaliseringsactiviteiten te bespreken. Het is hierbij belangrijk om ook door te vragen naar andere vormen van informeel leren, dan alleen formele opleidingen en cursussen. 9
Het team centraal De leraar vindt dat het team meer zeggenschap moet krijgen. Teams moeten weer de ruimte krijgen om zelf hun onderwijs te ontwikkelen en te kijken welke kwaliteiten ze daarbij nodig hebben of - via hun professionele ontwikkeling - willen versterken. Geef het team de zeggenschap en de middelen 10
3. Vraag en aanbod Leraren hebben de behoefte zich professioneel te ontwikkelen, maar dit wordt nog te weinig ondersteund. Zowel vanuit de scholen als vanuit de scholingsaanbieders. Er is voldoende aanbod, maar de vorm en inhoud sluit vaak niet goed aan. Er is meer behoefte aan flexibele vormen van leren; praktijkgebonden en teamgebonden. Leraren willen graag meer leren van elkaar, in en rond hun dagelijkse werkpraktijk. De kloof met de praktijk Leraren hebben behoefte aan praktische opleidingen die ze meteen in hun dagelijks werk kunnen toepassen. De meeste bachelors en masters zijn te wetenschappelijk, waardoor de kloof met de praktijk groot is, wat de toepassing ervan in de praktijk lastig maakt. Een beetje flexibiliteit graag Leraren moeten een opleiding zien te combineren met werk en privé. Leraren hebben dan ook weinig behoefte aan langlopende opleidingstrajecten die weinig flexibel zijn. Het aanbod is een oerwoud Het professionaliseringsaanbod is groot, divers en ondoorzichtig. In principe kan iedereen een training of cursus aanbieden. Er is geen duidelijk kwaliteitskenmerk beschikbaar. De vorm van scholing is teveel gericht op de individuele leerkracht en te weinig op teamscholing. Ook is het nog teveel gericht op het traditionele onderwijsmodel, terwijl dit steeds meer uit het schoolbeeld verdwijnt. 11
Een kwalitatieve mismatch De aansluiting tussen vraag en aanbod is slecht, vooral met de kwaliteit is veel mis. Het huidige aanbod van bachelors en masters is onvoldoende passend. Er is wel voldoende aanbod van cursussen, maar hierbij is er een gebrek aan transparantie. Te veel opleidingen zijn te weinig flexibel in duur, rooster en werkvormen. Het hoge instellingscollegegeld en de langstudeerdersmaatregel werpen drempels op om als leraar een bachelor of master te gaan volgen. Wat een leraar vraagt en wat een aanbieder denkt dat de leraar nodig heeft: daartussen is een kloof. De vraag van schoolleiding en leraar matchen niet altijd even goed. Op veel scholen ontbreekt een helder scholingsbeleid. Het volgen van scholing is daarmee te vrijblijvend en te veel hapsnap. 12
4. Andere landen Wanneer we kijken naar andere landen vallen de volgende punten op: 1. In goed presterende landen worden hogere eisen gesteld aan de lerarenopleiding (universitair, zware selectie). 2. In Nederland is er weinig geregeld voor beginnende leraren. 3. Geld is vaak geen obstakel voor professionele ontwikkeling, tijd wel. 4. Nederland is vrij uniek met de mogelijkheid voor leraren om een eigen budget aan te vragen en ook met het vaststellen voor een minimumaantal uur voor professionele ontwikkeling. 5. De professionele ruimte van leraren in Nederland lijkt steeds kleiner te worden en wordt steeds meer geformaliseerd in vergelijking met andere landen. 6. In de verschillende landen is er een vergelijkbare vraag naar professionaliseringsthema s te zien: omgaan met verschillen, ict, instructie en toetsing. 7. Nederlandse leraren lijken minder toe te komen aan leren op de werkplek dan leraren in de hoogst presterende landen. Wat kunnen we leren van andere landen? Professionalisering lijkt vooral effectief te zijn als het een natuurlijk onderdeel van werken is, of nog beter gezegd: van teamwerk. Dan is ook de zeggenschap en de autonomie gegarandeerd. Landen waar leraren de tijd en ruimte krijgen voor het gezamenlijk voorbereiden, uitvoeren, evalueren en bijstellen van onderwijs, zijn de koplopers in leerlingprestaties. 13
5. Andere beroepsgroepen De beroepen politieagent, verpleegkundige en leraar worden gerekend tot de zogenaamde frontlinieberoepen. Deze frontlinieberoepen zijn niet gelijk, maar delen wel een aantal kenmerken die van grote invloed zijn op de professionaliseringsbehoefte en mogelijkheden. Dat maakt een vergelijking relevant en interessant. Ruimte voor professionalisering De combinatie van professionaliseringsactiviteiten en het dagelijks werk lijkt bij leraren het meest problematisch. Dit komt omdat de factor tijd bij politie en verpleegkundigen minder speelt bij het inplannen van ruimte voor professionalisering. Daarnaast is er elke dag een overdracht naar collega s bij zowel politie als verpleging, wat eigenlijk een informeel leermoment is. Bij leraren is dit niet structureel opgenomen in het dagelijks werk. Werken in teams Zowel bij de politie, verpleging als in het onderwijs wordt er in teams gewerkt. Het werken in teams biedt meer mogelijkheden voor informele leerervaringen, overleg met collega s en reflectie. Een nadeel bij de leraar is dat naaste collega s en leidinggevenden weinig zicht hebben op de dagelijkse lespraktijk van de leraar. 14
15 Leraren leren
Jaarbeursplein 22 Postbus 2875 3500 GW Utrecht 0900 463 62 62 info@aob.nl www.aob.nl