GESPREKKEN Krammer 8 3232 HE Brielle 0181-470467/68 0181-470469
Inleiding In het kader van zorg en aandacht voor de kwaliteit van het werk en de motivatie van de personeelsleden worden periodiek met elke werknemer gesprekken gevoerd. Dit gebeurt middels een cyclus van functionering- en beoordelingsgesprekken. Voor elk van deze gespreksvormen is in overleg met de GMR een regeling vastgesteld waarin doel, onderwerp, procedure en frequentie zijn beschreven. 2
Functioneringgesprek Functioneringsgesprekken worden gevoerd aan de hand van een functioneringsformulier over alle aspecten die van invloed zijn op het (toekomstig) functioneren van de leerkracht Schooldirecteuren voeren jaarlijks gesprekken met de aan hun school verbonden leerkrachten en onderwijsassistenten. De algemene directie voert jaarlijks een functioneringsgesprek met de schooldirecteuren. Het bestuur van neemt het initiatief tot het jaarlijks houden van een functioneringsgesprek met de algemeen directeur. Verdere uitwerking van deze gespreksvorm in de bijlage 3.1 Regeling functioneringsgesprekken van te Rozenburg. 3
Beoordelingsgesprek Beoordeling is gericht op het zorgvuldig vastleggen van het oordeel van de formele beoordelaar (leidinggevende) over de wijze waarop de benoemde zijn/haar functie heeft vervuld. De beoordeling is derhalve retrospectief, waarmee een periode wordt afgesloten. Het is een eenzijdige waardering die uitmondt in een eenzijdige beslissing van het bevoegd gezag waaraan eventueel rechtspositionele consequenties verbonden kunnen worden. De beoordeling omvat twee elementen: - potentieelbeoordeling - prestatiebeoordeling. Potentieelbeoordeling Deze is gericht op het vroegtijdig signaleren van (management)kwaliteiten bij zittende personeelsleden. Geschikte kandidaten kunnen zodoende in een vroegtijdig stadium begeleid worden. Prestatiebeoordeling Het gaat hierbij om de kwaliteit en de kwantiteit van de werkprestaties van de betrokkene aan de hand van vooraf vastgestelde criteria en functie- en taakomschrijvingen. Beoordelingsgesprekken worden gehouden wanneer: - de vraag aan de orde is of een dienstverband voor bepaalde tijd moet worden omgezet in een dienstverband voor onbepaalde tijd; - een verzoek om andere taak, functie of werkplek wordt gedaan; - functioneringsgesprekken geen positief effect meer opleveren m.b.t. het functioneren van een personeelslid; - in het kader van de gesprekkencyclus Verdere uitwerking in bijlage 3.2 Regeling beoordelingsgesprekken van te Rozenburg. 4
Bijlage 3.1 Regeling Functioneringsgesprekken Het bestuur van te Rozenburg, gelezen het resultaat van het gevoerde overleg met de GMR en gelet op de CAO PO besluit: vast te stellen de navolgende Regeling functioneringsgesprekken van de VCO De Kring te Rozenburg. Artikel 1 Begripsbepalingen Deze regeling verstaat onder: bevoegd gezag personeelslid: gespreksfunctionaris: functioneringsgesprek: functioneringsformulier: het bestuur van dat voor de uitvoering van de regeling de algemene directie mandateert conform het managementstatuut; een persoon in dienst van een door het bevoegd gezag aangewezen functionaris, die het functioneringsgesprek voert met een personeelslid; een gesprek tussen het personeelslid en de gespreksfunctionaris aan de hand van een functioneringsformulier over alle aspecten die van invloed zijn op het functioneren van het personeelslid; het formulier waarop de gespreksonderwerpen zijn vermeld en waarop tijdens het functioneringsgesprek gemaakte afspraken worden genoteerd. Artikel 2 Doel van een functioneringsgesprek 1. Functioneringsgesprekken zijn gericht op het optimaliseren van het functioneren zowel van het individuele personeelslid als van de instelling, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de individuele wensen van het personeelslid. 2. Functioneringsgesprekken kunnen leiden tot het maken van afspraken met betrekking tot het functioneren van het individuele personeelslid en van de instelling. Artikel 3 Kenmerken van een functioneringsgesprek De kenmerken van een functioneringsgesprek zijn: a. de toekomstgerichtheid; b. evaluatief met betrekking tot functioneren in periode tot het vorige gesprek; b. de gelijkwaardige inbreng van gesprekspartners en het tweezijdige karakter ervan; c. het ontbreken van rechtspositionele consequenties. Artikel 4 Frequentie waarmee functioneringsgesprekken worden gevoerd: 1. Met personeelsleden wordt tenminste eenmaal per jaar een functioneringsgesprek gevoerd, tenzij er sprake is van een aanstelling voor bepaalde tijd. 5
2. Met personeelsleden met een aanstelling voor bepaalde tijd en invalleerkrachten wordt elke drie maanden een functioneringsgesprek gehouden. Artikel 5 Procedure functioneringsgesprek 1. Tenminste één (1) week voorafgaand aan het functioneringsgesprek bepaalt de gesprekfunctionaris -in overleg met het betrokken personeelslid- de datum en het tijdstip van het te voeren functioneringsgesprek. 2. De gespreksfunctionaris en het personeelslid maken de gespreksonderwerpen tenminste één (1) week, voordat het functioneringsgesprek plaatsvindt, aan elkaar kenbaar. 3. Tijdens het gesprek komen gespreksonderwerpen aan de orde die het personeelslid en de gespreksfunctionaris hebben ingebracht. 4. De door het personeelslid en de gespreksfunctionaris ingebrachte gespreksonderwerpen worden op het functioneringsformulier vermeld. Het functioneringformulier is als bijlage bij deze regeling opgenomen. 5. Tijdens het functioneringsgesprek worden in ieder geval de tijdens het vorige functioneringsgesprek gemaakte afspraken geëvalueerd. 6. Direct na afloop van het functioneringsgesprek worden de afspraken op het functioneringsformulier vastgelegd. Het formulier wordt gedateerd en zowel door het personeelslid als door de gespreksfunctionaris voor akkoord getekend. Beiden ontvangen hiervan een exemplaar. 7. Het gedateerde en ondertekende formulier, als bedoeld in het zesde lid, wordt gedurende 5 jaar bewaard. Er worden geen afschriften aan derden verstrekt. 8. Het gedateerde en ondertekende formulier, als bedoeld in het zesde lid, wordt pas aan een leidinggevende van een andere school van overgedragen, nadat het betrokken personeelslid daarvoor schriftelijk toestemming heeft gegeven. Artikel 6 Gespreksonderwerpen 1. Tijdens het functioneringsgesprek met een personeelslid kunnen de volgende onderwerpen aan de orde komen: a. afspraken gemaakt tijden het vorig gesprek; b. taaktoedeling en taakvervulling; c. taakbelasting en taakwensen; d. wensen t.a.v. de loopbaan, zoals aangegeven in het persoonlijk ontwikkelingsplan; e. samenwerking met de overige personeelsleden, leerlingen en ouders; f. werkomstandigheden binnen de instelling; g. eventuele organisatorische problemen die prestaties in de weg staan; h. scholingsbehoeften, -noodzaak, en mogelijkheden, zoals aangegeven in het persoonlijk ontwikkelingsplan; i. doelen voor de komende periode; j. functioneren van de direct leidinggevende in relatie tot het personeelslid. k. samenwerking met leidinggevende. 2. Tijdens het functioneringsgesprek met een directielid en, waar van toepassing, smt-leden, kunnen bovendien de volgende onderwerpen aan de orde komen: 6
a. geven van leiding aan de instelling; b. onderhouden van externe contacten (met de MR, met ouders, enz.); c. samenwerking met de algemene directie; inclusief de voorbereiding en uitvoering van het verenigings beleid; d. mede voeren van personeelsbeleid; e. uitvoeren van eventueel gemandateerde bevoegdheden; f. overige aspecten van de leidinggevende taken. Artikel 7 De gespreksfunctionaris De formele gesprekspartner bij het functioneringsgesprek met een personeelslid is de direct leidinggevende, tenzij door het bevoegd gezag een ander perspoon als formele gesprekspartner wordt aangewezen. Artikel 8 Niet voorziene gevallen In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bevoegd gezag, beide gesprekspartners gehoord hebbend. Artikel 9 Bescherming persoonsgegevens Met inachtneming van de voorschriften in de Wet bescherming persoonsgegevens (Stb. 2000, 302) en de daarop gebaseerde op de instelling van toepassing zijnde regelingen zal het bevoegd gezag gegevens met betrekking tot de persoon van de werknemer met zorg behandelen. Artikel 10 Slotbepalingen 1. Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling functioneringsgesprekken van te Rozenburg en treedt in werking op. 2. Een exemplaar van deze regeling en de daarbij behorende bijlagen worden aan alle personeelsleden uitgereikt. Aan personeelsleden die in dienst treden, wordt alle voornoemde informatie tegelijk met het aanstellingsbesluit uitgereikt. 3. De directie van een instelling draagt er zorg voor dat een exemplaar van deze regeling en van de daarbij behorende bijlagen op een voor de personeelsleden toegankelijke plaats in de instelling ter inzage liggen. 7
Verslagformulier Functioneringsgesprek Vertrouwelijk Naam Functie Naam formele gesprekspartner Functie Gespreksdatum Datum vorig gesprek Onderdeel A Gespreksonderwerpen die in beginsel met alle werknemers aan de orde komen (artikel 6, lid 1 van de regeling functioneringsgesprekken) a. Afspraken gemaakt tijdens het vorige gesprek; b. Taaktoedeling en taakvervulling en eventuele wensen op dit gebied; c. Taakbelasting en eventuele wensen op dit gebied; d. Persoonlijk ontwikkelingsplan: wensen ten aanzien van de loopbaan en scholing; e. Samenwerking met en functioneren in het team; f. Samenwerking/contacten met de ouders/verzorgers van de leerlingen; g. Omgang en contacten met de leerlingen; h. Werkomstandigheden en werksfeer in de instelling; i. Eventuele organisatorische problemen; j. Doelen voor de komende periode; k. Samenwerking met de direct leidinggevende; l. Functioneren van de direct leidinggevende in relatie tot de werknemer. Onderdeel B Aanvullende gespreksonderwerpen die in beginsel voor leidinggevende werknemers aan de orde komen (artikel 6, lid 2, van de regeling functioneringsgesprekken) a. Geven van leiding (aan de instelling); b. Onderhouden van externe contacten (met de [G]MR, met ouders, et cetera); c. Samenwerking met de algemene directie, inclusief de voorbereiding en uitvoering van het Kringbeleid; d. Mede voeren van personeelsbeleid (formatie-, loopbaan- en arbeidsvoorwaardenbeleid); e. Uitvoeren van eventueel gemandateerde bevoegdheden; f. Overige aspecten van zijn/haar leidinggevende taken; g. Scholingsbehoefte. Onderdeel C Belangrijkste aandachtspunten voortkomend uit het gesprek Conclusies: Wensen: Afspraken: Relevante conclusies van dit gesprek die ter kennis van het bevoegd gezag zullen worden gebracht: Het volgende functioneringsgesprek is gepland op: Onderdeel D Ondertekening Werknemer Datum Formele gesprekspartner Datum 8
Bijlage 3.2 Regeling Beoordelingsgesprekken Het bestuur van te Rozenburg, gelezen het resultaat van het gevoerde overleg met de GMR en gelet op de CAO PO besluit: vast te stellen de navolgende Regeling beoordelingsgesprekken van te Rozenburg. Artikel 1 Begripsbepalingen Deze regeling verstaat onder: bevoegd gezag: het bestuur van dat voor de uitvoering van de regeling de algemene directie mandateert conform het managementstatuut; personeelslid: een persoon in dienst van het bevoegd gezag; beoordelaar: een door het bevoegd gezag aangewezen functionaris, die de beoordeling opmaakt en vervolgens het beoordelingsgesprek voert met het personeelslid; functie het geheel van werkzaamheden waarmee het personeelslid gedurende het beoordelingstijdvak feitelijk was belast; functievervulling: de wijze waarop het personeelslid zijn/haar functie heeft vervuld inclusief zijn/haar gedragingen in verband met de uitoefening van de functie. beoordelingstijdvak: een tijdvak van ten hoogste drie jaar aan het einde waarvan de formele beoordelaar zich over de functievervulling van het personeelslid gedurende dat tijdvak een samenvattend oordeel vormt; beoordelingsformulier: het voor de vereniging geldende standaardformulier, waarop de te beoordelen aspecten van het functioneren zijn vermeld; beoordelingsgesprek: gesprek tussen het personeelslid en de formele beoordelaar aan de hand van een, vooraf aan de benoemde uitgereikt, in concept ingevuld beoordelingsformulier; beoordeling: het na het beoordelingsgesprek formeel vastgelegde samenvattende oordeel over het functioneren van de benoemde eventueel gepaard gaande met rechtspositionele consequenties. beroepsmogelijkheid: bezwarencommissie als bedoeld in artikel 8 Artikel 2 Het doel van de beoordeling Het doel van de beoordeling is enerzijds het geven van inzicht in de functievervulling van het personeelslid gedurende het beoordelingstijdvak en anderzijds het kunnen treffen van waarderende of disciplinaire maatregelen, waaraan rechtspositionele gevolgen voor het personeelslid kunnen zijn verbonden. 9
Artikel 3 Kenmerken van de beoordeling De kenmerken van de beoordeling zijn: a. gericht op het verleden; b. eenzijdige waardering; c. gericht op het (kunnen) treffen van waarderende of disciplinaire maatregelen, waaraan rechtspositionele consequenties kunnen zijn verbonden. Artikel 4 Frequentie waarmee beoordeling plaatsvindt 1. Personeelsleden met een aanstelling voor onbepaalde tijd worden tenminste eenmaal per drie jaar beoordeeld. 2. Personeelsleden, die aangesteld zijn voor bepaalde tijd, en personeelsleden die aangesteld zijn als vervangers, worden tenminste eenmaal per jaar beoordeeld. 3. Personeelsleden met een aanstelling voor bepaalde tijd met uitzicht op een aanstelling voor onbepaalde tijd worden tenminste drie maanden voor het aflopen van het tijdelijke dienstverband beoordeeld. 4. Indien de beoordeling van een werknemer met een aanstelling voor bepaalde tijd negatief is, maar het bevoegd gezag hieraan (nog) geen rechtspositionele gevolgen wenst te verbinden, dient binnen een jaar opnieuw een beoordeling plaats te vinden. 5. Het bevoegd gezag stelt jaarlijks een planning vast van de perioden waarbinnen beoordeling plaatsvindt. Artikel 5 Relatie functioneringsgesprek en een beoordeling Een beoordeling van een personeelslid wordt niet opgemaakt dan nadat in het beoordelingstijdvak een functioneringsgesprek heeft plaats gevonden, tenzij dit wegens zwaar wegende omstandigheden niet mogelijk was. Artikel 6 De beoordelingsprocedure 1. De beoordeling wordt opgemaakt door de beoordelaar door middel van invulling van het beoordelingsformulier, waarop de te beoordelen taak- en functioneringsaspecten zijn vermeld. Het beoordelingsformulier is als bijlage bij de regeling opgenomen. 2. De beoordelaar bepaalt ten minste twee (2) weken voorafgaand aan het beoordelingsgesprek in onderling overleg met het personeelslid datum en tijdstip van het te voeren beoordelingsgesprek. 3. Het beoordelingsgesprek wordt gevoerd aan de hand van het ingevulde conceptbeoordelingsformulier, dat tenminste twee (2) weken voorafgaand aan het gesprek wordt uitgereikt. 4. Indien gewenst kan de te beoordelen werknemer zich door een derde laten bijstaan tijdens het beoordelingsgesprek. 5. Aan de hand van het beoordelingsgesprek kan de beoordelaar de beoordeling herzien en/of aanvullen. In het geval van een afwijkende mening kan beoordeelde dit aangeven op het concept-beoordelingsformulier. 10
5. Aansluitend op het beoordelingsgesprek ontvangt de beoordeelde een kopie van het concept-beoordelingsformulier. 6. Het formulier wordt gedateerd en door de werknemer voor gezien ondertekend en door de formele beoordelaar ondertekend. 7. Het beoordelingsformulier wordt binnen twee weken na dagtekening, als bedoeld in het zesde lid, ter formele vaststelling, door de algemene directie getekend, tenzij bezwaar wordt aangetekend als bedoeld in artikel 7, eerste lid. 8. De werknemer ontvangt een kopie van het ondertekende formulier. 9. Het ondertekende beoordelingsformulier wordt, 5 jaar, bewaard in het personeelsdossier. Artikel 7 Bezwaar 1. Indien het personeelslid van mening is dat zijn beoordeling correctie en/of aanvulling behoeft, stelt hij binnen tien dagen nadat hij het conceptbeoordelingsformulier voor gezien heeft getekend, de algemene directie hiervan schriftelijk in kennis. Het bezwaarschrift dient met redenen omkleed te zijn. 2. Alvorens over het bezwaarschrift te beslissen, vraagt de algemene directie advies aan een door haar ingestelde bezwarencommissie. De algemene directie stelt nadere regels met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van de bezwarencommissie. 3. De bezwarencommissie brengt niet eerder advies uit, dan nadat zij het personeelslid in de gelegenheid heeft gesteld om zijn/haar bezwaar mondeling nader toe te lichten. Het personeelslid kan zich desgewenst laten bijstaan of laten vertegenwoordigen door een raadsman. 4. De algemene directie beslist binnen 30 dagen nadat de bezwarencommissie haar advies heeft uitgebracht en geeft hiervan kennis aan het personeelslid en diens beoordelaar. 5. Bij gegrondheid van het bezwaarschrift vervangt het besluit van de algemene directie de gewraakte onderdelen van het beoordelingsformulier. 6. De door de algemene directie genomen beslissing(en) en alle daarop betrekking hebbende stukken worden bewaard in het personeelsdossier van het personeelslid met een bewaartermijn van vijf jaar. 7. Uit hoofde van hun functie hebben de volgende personen toegang tot de personeelsdossiers; de voorzitter en secretaris van de Vereniging, de algemene directie, de beoordelaar en dossierbeheerder. Tevens heeft het personeelslid vrijelijk inzicht in zijn dossier. Artikel 8. Bezwarencommissie 1. Het bevoegd gezag heeft een bezwarencommissie. 2. De bezwarencommissie bestaat uit een voorzitter, tevens lid, en twee leden: Eén lid, niet zijnde lid van het bevoegd gezag, wordt benoemd op voordracht van het bevoegd gezag; Eén lid, niet zijnde lid van het personeel, wordt benoemd op voordracht van het personeelsdeel van de (G)MR; De voorzitter wordt benoemd op voordracht van de twee leden. 3. De leden worden door het bevoegd gezag benoemd voor een periode van twee jaar en zijn herbenoembaar. Wanneer twee maanden vóór het verstrijken van de 11
aanstellingstermijn geen voordracht wordt gedaan voor een nieuwe periode van twee jaar, wordt de aanstelling voor een gelijke periode geacht te zijn voortgezet. 4. De bezwarencommissie stelt de werknemer, de formele beoordelaar alsmede een ieder, van wie zij dit in het belang van de zaak nodig oordeelt, in de gelegenheid te worden gehoord. 5. De werknemer kan zich laten bijstaan door een derde. 6. Uiterlijk drie weken na de hoorzitting brengt de bezwarencommissie schriftelijk advies uit aan het bevoegd gezag. Artikel 9 Beoordelingsaspecten 1. Bij de beoordeling van een werknemer worden in beginsel de volgende taak- en functioneringsaspecten (beoordelingsaspecten) betrokken: effectief lerarengedrag diagnostiseren en remediëren van leerproblemen contacten met ouders samenwerken met collega s vormgeven aan identiteit en profiel van de school uitvoeren van algemene schooltaken intercultureel onderwijs stressbestendigheid communicatieve vaardigheden 2. Bij de beoordeling van een leidinggevende werknemer worden bovendien in beginsel de volgende taak- en functioneringsaspecten bij de beoordeling betrokken: geven van leiding (aan de instelling); onderhouden van externe contacten; samenwerking met de algemene directie, inclusief de voorbereiding en uitvoering van het bestuurlijk beleid; mede voeren van personeelsbeleid (formatie-, loopbaan- en arbeidsvoorwaardenbeleid); uitvoeren van eventueel gemandateerde bevoegdheden; overige aspecten van zijn/haar leidinggevende taken. Artikel 10 De formele beoordelaar 1. De beoordeling van een personeelslid gebeurt door de direct leidinggevende, tenzij door de algemene directie een andere persoon als formele beoordelaar wordt aangewezen. 2. Ten aanzien van de beoordeling bepaalt de algemene directie of en bij wie inlichtingen dienen te worden ingewonnen over het functioneren van de werknemer. Artikel 11. Bescherming persoonsgegevens Met inachtneming van de voorschriften in de Wet bescherming persoonsgegevens (Stb. 2000, 302) en de daarop gebaseerde op de instelling van toepassing zijnde regelingen zal het bevoegd gezag gegevens met betrekking tot de persoon van de 12
werknemer met zorg behandelen. Artikel 11 Niet voorziene gevallen In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bevoegd gezag, beide gesprekspartners gehoord hebbende. Artikel 12 Slotbepaling 1. Deze regeling kan worden aangehaald als 'Regeling beoordeling voor het onderwijspersoneel van " en treedt in werking op.. 2. Een exemplaar van deze regeling en de daarbij behorende bijlage worden aan alle personeelsleden uitgereikt. Aan personeelsleden die in dienst treden, worden deze exemplaren tegelijk met het aanstellingsbesluit uitgereikt. 3. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat een exemplaar van deze regeling en van de daarbij behorende bijlage op een voor de personeelsleden toegankelijke plaats in de instelling ter inzage liggen. 13
Verslagformulier Beoordelingsgesprek Naam Functie Naam formele gesprekspartner Functie Gespreksdatum Datum vorig gesprek Datum laatste functioneringsgesprek Vertrouwelijk 1. Effectief lerarengedrag Hiertoe behoort het beschikken over instructievaardigheden en het treffen van maatregelen en voorzieningen die nodig zijn om een ordelijke klas te scheppen en te handhaven waarin instructie en leren succesvol zijn. a. Klassenmanagement b. Taakgerichte instructie c. Hanteren van duidelijke regels en afspraken d. Zelfstandig werken van de leerlingen e. Aandacht voor adaptief onderwijs, onderwijsdifferentiatie f. Ordelijke en overzichtelijke inrichting van het klaslokaal g. Creatief in het gebruik van didactische vaardigheden en verschillende leeractiviteiten h. Goed overzicht over de leerstof i. Kunnen ontwerpen van onderwijsarrangementen 1. onder de 2. conform de 3. boven de Opmerkingen: 14
2. Diagnostiseren en remediëren Het herkennen en benoemen van de aard van problemen van leerlingen die niet mee kunnen komen en deze (ten dele) oplossen. a. Aandacht voor zorgverbreding binnen de klas b. Op de hoogte zijn van lesmateriaal bij een leerprobleem c. Gedifferentieerd werken binnen de klas d. Aandacht voor verschillende leerstijlen en hierop kunnen inspelen door de leerstof op verschillende manieren aan te bieden e. Kunnen opstellen en uitvoeren van een handelingsplan f. Zo nodig contact zoeken met deskundigen 1. onder de 2. conform de 3. boven de Opmerkingen: 3. Contacten met ouders 1. onder de a. Helder informatie geven over de leerprestaties van de leerlingen b. Tijdig met de ouders overleggen bij leer- en/of gedragsproblemen c. Op een effectieve manier gesprekken kunnen voeren met ouders d. Kunnen omgaan met weerstand bij ouders en oog hebben voor signalen van weerstand e. Heldere informatie geven over de leerstof en de werkwijze in de klas aan ouders f. Stimuleren en motiveren van ouders in hun betrokkenheid bij hun lerende kind 2. conform de 3. boven de Opmerkingen: 15
4. Omgaan en samenwerken met collega s 1. onder de a. In staat zijn om in teamverband taakgericht te werken en daarbij gebruik maken van de mogelijkheden van de ander b. Betrokken zijn bij het wel en wee van de collega s, bijvoorbeeld bij problemen in een klas 2. conform de 3. boven de Opmerkingen: 5. Identiteit en profilering van de school 1. onder de a. Vermogen en drijfveer de christelijke levensbeschouwing vorm te geven in onderwijs en schoolklimaat b. Vermogen pedagogisch klimaat te profileren 2. conform de 3. boven de Opmerkingen: 6. Algemene schooltaken 1. onder de a. Initiatief nemen bij het uitvoeren van buitenschoolse activiteiten b. Betrokken zijn bij de teamvergaderingen en hieraan actief deelnemen c. Betrokken zijn bij organisatorische vraagstukken binnen de school d. Betrokken zijn bij het ontwikkelen van beleid e. Goed kunnen organiseren f. Goed kunnen coördineren; managementkwaliteiten hebben g. Op de hoogte zijn van de ontwikkelingen binnen het 16 2. conform de 3. boven de
primair onderwijs Opmerkingen: 7. Intercultureel onderwijs 1. onder de a. Zich bezighouden met het onderzoeken van de mogelijkheden van intercultureel onderwijs binnen de school b. Idem binnen de klas c. Aandacht hebben voor intercultureel onderwijs 2. conform de 3. boven de Opmerkingen: 8. Stressbestendigheid 1. onder de a. In staat zijn doelgericht te werken onder tijdsdruk, bij tegenslag, teleurstelling en tegenspel b. Onder spanning zichzelf en de situatie onder controle houden c. Onder druk effectief kunnen blijven functioneren 2. conform de 3. boven de Opmerkingen: 17
9. Communicatieve vaardigheden 1. onder de a. Over goede contactuele vaardigheden beschikken b. Een gesprek kunnen voeren met ouders of deskundigen c. Oog hebben voor non-verbale aspecten van communicatie d. Concreet en helder kunnen formuleren en to the point zijn e. Een vergadering kunnen voorzitten 2. conform de 3. boven de Opmerkingen: Slotopmerkingen Ondertekening, voor gezien Personeelslid Datum Formele beoordelaar Datum Gezien door bevoegd gezag Datum 18
Verslagformulier Beoordelingsgesprek Schooldirecteur Functie Naam formele gesprekspartner Functie Gespreksdatum Datum vorig beoordelingsgesprek Datum laatste functioneringsgesprek Vertrouwelijk Naam Hoofdbestanddelen van de directietaken In hoeverre wordt voldaan aan de eis van 1. onder de a. geven van leiding b. onderhouden van externe contacten c. samenwerking met de algemene directie d. mede voeren van het personeelsbeleid e. uitvoeren van gemandateerde bevoegdheden f. overige aspecten van de leidinggevende taken 2. conform de 3. boven de Toelichting beoordeling hoofdbestanddelen van de functie (bij een waardering onder de ): 19
Opmerkingen schooldirecteur Ondertekening, voor gezien Schooldirecteur Datum Formele beoordelaar Datum Gezien door bevoegd gezag Datum 20