EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Zittingsdocument 16.9.2014 B8-0119/2014 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement over de reactie van de EU op de uitbraak van het ebolavirus (2014/2842(RSP)) Charles Goerens, Gérard Deprez, Maite Pagazaurtundúa Ruiz, Louis Michel, Marietje Schaake, Javier Nart, Dita Charanzová, Catherine Bearder, Robert Rochefort, Frédérique Ries, Marielle de Sarnez, José Inácio Faria, Nathalie Griesbeck, Ramon Tremosa i Balcells, Juan Carlos Girauta Vidal, Martina Dlabajová, Petr Ježek, Fredrick Federley, Andrus Ansip, Gerben-Jan Gerbrandy, Ivan Jakovčić, Johannes Cornelis van Baalen namens de ALDE-Fractie RE\1034761.doc PE537.021v01-00 In verscheidenheid verenigd
B8-0119/2014 Resolutie van het Europees Parlement over de reactie van de EU op de uitbraak van het ebolavirus (2014/2842(RSP)) Het Europees Parlement, gezien de verklaring over de reactie van de EU op de uitbraak van het ebolavirus van de commissaris voor Ontwikkeling, Andris Piebalgs, en de commissaris voor Humanitaire Hulp en Crisisbestrijding, Kristalina Georgieva, van 5 september 2014, gezien de op 21 augustus 2014 door de Afrikaanse Unie (AU) ingestelde missie Voor steunverlening bij de uitbraak van het ebolavirus in West-Afrika (ASEOWA), gezien de speciale briefing van de VN over ebola door Dr Joanne Liu, de internationale voorzitter van Artsen zonder Grenzen, van 2 september 2014, gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement, A. overwegende dat de ebola-uitbraak in West-Afrika tot dusver mondiaal de dodelijkste is geweest en dat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een internationale medische noodtoestand heeft uitgeroepen; overwegende dat er dit jaar al meer dan 2100 mensen door het virus zijn omgekomen in Guinee, Liberia, Sierra Leone en Nigeria, en dat de situatie in snel tempo blijft verslechteren, hetgeen tot een gecoördineerde internationale reactie noopt; overwegende dat volgens de prognoses van de WHO een piek van 20 000 doden zou kunnen worden bereikt; B. overwegende dat de ngo "Artsen zonder Grenzen" (MSF) "de passieve houding van de grote landen" aan de kaak heeft gesteld; C. overwegende dat de VN-Veiligheidsraad op donderdag 18 september 2014 een urgente vergadering zal houden; D. overwegende dat de Commissie zich ernstig zorgen maakt over de niet-aflatende verspreiding van de ziekte, die nog steeds niet onder controle is, en dat zij haar respons sinds maart 2014 voortdurend verder heeft opgeschaald; E. overwegende dat alle organisaties die ter plekke opereren, onderstrepen dat er niet alleen dringend behoefte is aan geld, maar ook aan operationele capaciteit om de patiënten te kunnen isoleren en behandelen, waarbij o.a. moet worden gedacht aan gekwalificeerd personeel en logistiek materiaal; F. overwegende dat de Liberiaanse minister van Defensie vorige week ten overstaan van de VN-Veiligheidsraad heeft verklaard dat het voortbestaan van zijn land letterlijk op het spel staat; G. overwegende dat de Commissie de situatie volgt middels haar Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties, dat als platform moet fungeren voor de coördinatie van de EU- PE537.021v01-00 2/5 RE\1034761.doc
steun; H. overwegende dat commissaris Borg tijdens een vergadering met de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid van het Parlement op 3 september heeft verklaard dat "de EU de morele verplichting heeft om de door de ebola-uitbraak getroffen landen te helpen, aangezien zij dit probleem niet alleen het hoofd kunnen bieden"; I. overwegende dat commissaris Borg heeft aangekondigd dat de Commissie verwacht de financiële steun te kunnen verhogen door overheveling van een deel van de middelen die in het kader van de ontwikkelingshulp beschikbaar zijn voor humanitaire bijstand; overwegende dat de EU sinds maart 2014 11,9 miljoen euro aan humanitaire hulp voor de bestrijding van de epidemie heeft uitgetrokken; overwegende dat de WHO eind augustus een plan ten belope van 77 miljoen euro heeft aangekondigd; J. overwegende dat president Barack Obama voornemens is de Amerikaanse inspanning om de gevolgen van de ebola-uitbraak in West-Afrika te lenigen drastisch op te voeren, waarbij o.a. wordt gedacht aan een intensievere betrokkenheid van het Amerikaanse leger voor het sturen van meer mobiele ziekenhuizen, artsen en gezondheidsdeskundigen, het leveren van medische benodigdheden en het verstrekken van opleidingen voor gezondheidswerkers in Liberia en andere landen; K. overwegende dat de WHO heeft gewaarschuwd dat er zich nog duizenden extra gevallen kunnen voordoen in Liberia, dat het zwaarst is getroffen door de uitbraak in West-Afrika; L. overwegende dat ebola zich via direct contact met besmet bloed, lichaamsvloeistoffen of organen van mens tot mens verspreidt dan wel indirect door middel van contacten met besmette omgevingen; M. overwegende dat gezondheidswerkers, gezien de manier waarop het ebolavirus zich verspreidt, het grootste risico op besmetting lopen doordat zij te werk gaan zonder de nodige beschermende uitrusting en opleiding; N. overwegende dat conventionele methoden om de uitbraak tegen te gaan geen adequaat effect hebben gehad; O. overwegende dat de uitbraak van het ebolavirus de tekortkomingen van de gezondheidsstelsels van de getroffen landen aan het licht heeft gebracht, alsook de dringende behoefte aan steun om deze te verbeteren; P. overwegende dat de Afrikaanse Unie bij haar lidstaten aandringt op opheffing van het reisverbod dat is ingesteld om het virus onder controle te krijgen, met het argument dat een reisverbod schade kan toebrengen aan de economie van de regio; Q. overwegende dat bij de nu heersende uitbraak sprake is van een sterftecijfer van ca. 55%; R. overwegende dat serumtherapie, waarbij patiënten een transfusie met van overlevenden RE\1034761.doc 3/5 PE537.021v01-00
van een ebolabesmetting afkomstig plasma krijgen toegediend, wellicht een rol kan hebben gespeeld in de remissie en het herstel van twee Amerikaanse artsen die met ebola waren besmet; daarnaast mag echter niet worden onderschat dat de toepassing ter plaatse van serumtherapie een gecompliceerde aangelegenheid is, gezien de precaire situaties bij ziekenhuisopname en de logistieke problemen die zich kunnen voordoen bij bv. de handhaving van koelcircuits; S. overwegende dat de crisis duidelijk heeft laten zien hoe zwak de gezondheidszorg er in de betrokken landen voorstaat; T. overwegende dat er binnenkort een begin wordt gemaakt met klinische vaccinproeven, maar dat er naar verwachting pas tegen het eind van het jaar op grotere schaal behandelingen en experimentele vaccins beschikbaar zullen zijn; U. overwegende dat er in de door het ebolavirus getroffen gebieden 4,5 miljoen kinderen onder de leeftijd van vijf jaar wonen en dat vrouwen onevenredig zwaar door het virus worden getroffen vanwege hun verzorgende rol (het gaat daarbij om 75 procent van de gevallen); V. overwegende dat er zich momenteel in andere landen al aan reizen gekoppelde ziektegevallen voordoen, met alle risico s van dien voor het ontstaan van nieuwe epidemiologische problemen; 1. wijst er met nadruk op dat de ebola-epidemie een verwoestende tol eist in de inmiddels vijf getroffen landen, namelijk Guinee, Liberia, Nigeria, Sierra Leone en (het noordelijke deel van) de Democratische Republiek Congo; onderstreept dat dit volgens de WHO de grootste uitbraak in de geschiedenis is in termen van aantallen ziektegevallen en doden en wat betreft de geografische verspreiding ervan, en dat zij zich steeds sneller uitbreidt; 2. is van mening dat de internationale gemeenschap een grotere rol moet spelen, maar dat de Afrikaanse landen ook hun deel van de verantwoordelijkheid op zich moeten nemen; roept de landen die over de middelen beschikken om op rampen te reageren en die tevens de aanvullende medische, militaire en civiele capaciteiten hebben, ertoe op deze dringend naar West-Afrika te sturen en aldaar met spoed in te zetten; 3. is van mening dat de EU en de VN het in een gemondialiseerde wereld eens moeten zien te worden over het soort interventie dat de mogelijkheid biedt op wereldwijde schaal in te grijpen in geval van een noodsituatie op gezondheidsgebied; 4. dringt aan op de organisatie van een ministeriële bijeenkomst van de Raad van de Europese Unie voor de opstelling van een onmiddellijk in te stellen noodplan voor het mobiliseren van medische spoedhulp, in het kader waarvan besluiten kunnen worden genomen over de verschaffing van door de Commissie te coördineren humanitaire hulp uit de lidstaten; 5. roept de Commissie ertoe op behoeftenanalytische en landenspecifieke plannen op te stellen ter bepaling van de behoefte aan gezondheidswerkers, mobiele laboratoria, laboratoriumapparatuur, beschermende kleding en in te richten geïsoleerde PE537.021v01-00 4/5 RE\1034761.doc
behandelruimten; 6. onderstreept dat deze crisis duidelijk aantoont dat de internationale gemeenschap, voordat zij zich gaat richten op de agenda voor de periode na 2105, ook nog oplossingen moet zien te vinden voor de residuele kwesties van de agenda-2015 en vooral werk moet maken van de gezondheids- en onderwijsproblemen in de ontwikkelingslanden; 7. benadrukt dat de ebolabestrijding niet mag leiden tot stigmatisering van de overlevende patiënten in de betrokken gemeenschappen of landen; 8. wijst op de problemen waarmee het betrokken medische personeel wordt geconfronteerd, en is ten zeerste ingenomen met de belangrijke bijdrage en de ondersteuning die internationale organisaties leveren om deze uitbraak onder controle te krijgen; wijst er nadrukkelijk op dat er meer artsen, verpleegkundigen, epidemiologen en specialisten op het gebied van water en sanitaire voorzieningen waaraan op dit moment een ernstig tekort heerst nodig zijn; 9. benadrukt dat er bijkomende internationale inspanningen nodig zijn om de bestaande O&O-programma's te financieren en te coördineren met het oog op de ontwikkeling van behandelingen en vaccins voor ebola, maar ook voor andere ziekten die niet van direct commercieel belang zijn, maar in de toekomst soortgelijke epidemieën zouden kunnen veroorzaken; verzoekt de Commissie dringend na te gaan of deze inspanningen met behulp van de bestaande O&O-programma s van de EU verder kunnen worden ondersteund, met name ter bevordering van de noodzakelijke klinische proeven voor het uittesten van bestaande potentiële behandelingen; 10. wijst er met nadruk op dat via DG ECHO op korte termijn moet worden geïnvesteerd in het opvoeren van de paraatheid van de buurlanden om de verspreiding van het virus naar andere kwetsbare landen in West-Afrika tegen te gaan en/of te beperken; 11. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de presidenten, regeringen en parlementen van de Afrikaanse Unie en de Wereldgezondheidsorganisatie. RE\1034761.doc 5/5 PE537.021v01-00