2014 N 68. mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

Vergelijkbare documenten
2011 N 486. de heer S.G.J. van Erk (VVD), plaatsvervangend voorzitter;

2013 N 518. de heer S.G.J. van Erk (VVD), voorzitter;

2012 N 561. mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

c^rr Raad van Lelystad 2013 N 206

Programma van de vergadering, lijst met onderwerpen die op de vergadering worden behandeld.

Initiatiefvoorstel Beter debatteren in commissie en raad

2006 N 258. mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

c_siy y Raad van Lelystad 2011 N 491

Raad van Lelystad 2013 N 88

College. Verhinderd. Onderwerp. Agendapunt. 1. Opening De voorzitter opent om uur de vergadering.

Pagina 1 van 6. Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 12 november 2015 in de raadzaal

VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE RAADSSESSIE GEMEENTE HAARLEMMERMEER OP DONDERDAG 20 januari 2005

Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente Eemsmond gehouden op donderdag 23 april 2015 in het gemeentehuis te Uithuizen.

Notitie raadsvragen in soorten en maten

Welkom. bij de. gemeenteraad

mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 19 mei 2015 in de raadzaal

2013 N 1. mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

Notulen van de openbare commissievergadering ABM

2014 N 1. mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

Besluitenlijst van de commissievergadering Ruimtelijke Zaken van 8 december 2011

* IJsselstein. Besluitenijst

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11).

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 februari 2008 over de Raad voor het concurrentievermogen.

Besluitenlijst RAADSVERGADERING

Aanpassingen vergaderstructuur. Voorstel. Inleiding. Toelichting vergaderstructuur

Voorzitter: Van Miltenburg. Mededelingen

Informatienota raad. Uitvoering moties bestemmingsplan 'Kempenbaan-West'

Advies: Bijgaande Raadsinformatiebrief betreffende een aantal items op de Lange Termijn Agenda (LTA)vaststellen en verzenden aan de raad

Praat met de Gemeenteraad

Vragen en antwoorden over de motiemarkt. Praktische zaken

Interne memo. De nadruk ligt dus op de behandeling van de perspectiefnota.

Praktische zaken. Waar wordt de ideeënmarkt gehouden? De ideeënmarkt wordt gehouden in de hal van het gemeentehuis.

Betreft vragen ex. Artikel 36 RvO Onderwerp: Besluit College verbod touringcars in binnenstad.

y Raad van Lelystad 2013 N 438

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg. Aan de raad,

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 25 september 2012 in de raadzaal

RAPPORT. Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : OCSW Dossiernummer :

Reglement van Orde voor de vergaderingen van het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Werk & Inkomen Lekstroom

Reglement op de raadsdebatten van de gemeente Twenterand 2018

2. Vaststelling agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

B e s l u i t e n l i j s t R A A D S V E R G A D E R I N G

Besluitenlijst gemeenteraad Lelystad 15 maart 2016

De voorzitter van de commissie van de gemeente Terschelling roept de leden van de commissie op tot het houden van een openbare vergadering op:

Op grond van art. 60 van het reglement van orde kunnen raadsleden gebruik maken van het vragen-half-uur.

Experiment Motiemarkt versie Opzet en Ervaringen van Enschede. Aanleiding / doel

Feitenrelaas Stuurgroep Bedrijventerrein West Achterhoek

Kort verslag. Benoemingen: Mevr. V.d. Smagt wordt benoemd als lid van alle commissies. Dhr. Rutten wordt benoemd als lid van de commissie Samenleving.

Vergadering van De commissie Onderzoek van de Rekening. 15 april 2009 COR Status verslag Concept. de heer Romijn

Concept Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gebiedscommissies van de gemeente Rotterdam

De raadsvergadering is openbaar en wordt gehouden in het raadhuis in Schaijk (Pastoor van Winkelstraat 5).

B en W. nr d.d

Voor het overige stelt de raad de agenda ongewijzigd vast.

Datum verzoek De Overijsselse Ombudsman ontving het verzoekschrift met bijlagen op 16 juni 2016.

Praat met de Gemeenteraad Zakboekje voor inwoners en instellingen

Conclusie: de notulen van beide vergaderingen worden vastgesteld.

Rapport. Datum: 28 september 2007 Rapportnummer: 2007/205

Gemeenteraad van Delft Postbus ME Delft. Delft, 8 april Geachte dames en heren,

TOELICHTING OP HET GEBRUIK VAN DE FORMATS VAN RAADSINSTRUMENTEN

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer

Sector/stafafdeling: Ter behandeling in de vergadering van: de commissie Samenleving d.d. 3 april 2019 de Raad d.d. 26 maart 2019

3. Beoogd resultaat Vaststellen van de concept begrotingen 2018 van Wedeka bedrijven en de EMCO-groep.

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 20 december 2007 over het wapenexportbeleid.

Uitnodiging. 1) Opening. 2) Mededelingen Mw. Gooijer heeft gemeld afwezig te zijn en haar reactie vooraf door te geven.

2014 N 111. de heer S.G.J. van Erk (VVD), voorzitter;

mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

college- en burgemeesteradvies Onderwerp Tarief toeristenbelasting

2011 N 262. mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

Datum vergadering gemeenteraad Voorstelnummer Agendapunt

mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

2011 N 592. de heer S.G.J. van Erk (VVD), plaatsvervangend voorzitter;

Voorstellen aan de raad van de gemeente Wester-Koggenland jaar 2006 VoorsteInr.: Agendapunt: Vergadering: 8 juni 2006

E.G.M. van den Boom / september 2017

Datum verzoekschrift Het verzoek tot onderzoek is op 12 juli 2013 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Wabo = Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Bor = Besluit omgevingsrecht Awb = Algemene wet bestuursrecht vvgb = verklaring van geen bedenkingen

RAADSVOORSTEL. Nr.: ZK / Cultuurhuis Krimpen aan de LekIntern. Raadsvergadering : Onderwerp : Cultuurhuis Krimpen aan de Lek

: 14 april 2014 : 12 mei : dhr. G.H.J. Weierink : Onderwerp: Synchronisatieproces Planning- & controlcyclus Montfoort en IJsselstein

REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE VERGADERINGEN VAN DE ACHTERHOEK RAAD, vastgesteld d.d. 8 april 2019

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

Bijgaande raadsinformatiebrief over het proces rond het aanstellen van een POH jeugd- GGZ aan de raad te sturen.

Nr. 7. Vergadering: 9 juli 2019 Onderwerp: Besluitenlijst raadsvergadering 24 september 2019

NOTA. nota voor burgemeester en wethouders. datum: 14 oktober 2010 registratienummer: I/

GEMEENTE GOIRLE Griffie. Besluitenlijst raadsvergadering begroting d.d. 8 november Vaststelling begrotingsstukken 2012 De raad besluit tot:

Voor een première bereid je je voor. Hoe zorg je er voor dat de kernboodschappen van de lokale PvdA helder en duidelijk naar voren komen?

Nr. Voorstel Onderwerp Actie

Raadsvoorstel. agendapunt. Bestuur

geen bij het project duurzame renovatie stadhuis Woerden. Advies: Akkoord te gaan met 17R Besluit : Akkoord Nee

Na agendapunt 10 wordt de volgorde gewijzigd: 12, 13, 15, 11, 14, 16 en verder.

Farid Chikar / juni 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

gemeente Eindhoven Betreft openbare vergadering van, locatie raadzaal Stadhuis, aanvang uur, einde uur.

PS-besluitenlijst d.d. 25 en 26 juni 2008

: -- : 23 september : dhr. E.L. Jansen : Freek Henseler

2013 N 525. mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

De voorzitter van de raad van de gemeente Terschelling roept de leden van de raad op tot het houden van een openbare vergadering op:

2. Vaststelling agenda. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

Raad van Lelystad 2013 N 148

Controleprotocol. Accountantscontrole Jaarrekening Gemeente Berkelland Bijlage 1. Versie juni 2014 Controleprotocol pagina 1 van 9

Aan de leden van de Rekeningcommissie. Nr.: /23/A.24, W Groningen, 4 juni 2003

Ruimte voor de Raad. Onderzoek naar de ontwikkeling van het debat in de Woerdense gemeenteraad heden. Ruimte voor de raad pagina 1

Transcriptie:

2014 N 68 NOTULEN van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lelystad, gehouden op dinsdag 18 februari 2014 om 21.00 uur in het Stadhuis van de gemeente Lelystad. Aanwezig zijn: mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter; mevrouw J. d Arnaud-Appelo (PvdA), de heren P.L.W.J. Baaten (InwonersPartij) en J. van de Beek (PvdA), mevrouw D.B.J. Bergman (D66), de heren F. van den Brink (InwonersPartij), D.W. Bussink (CDA), L.J.J. Caniels (CDA), M. El Mhassani (PvdA), S.G.J. van Erk (VVD), H.W. Gerritzen (VVD), P.C.W. Hamstra (VVD), E. van der Herberg (PvdA), E. Hers (VVD) en J.M. van den Heuvel (SP), mevrouw J.J.P. van der Hoek-Dubois (Leefbaar Lelystad), de heren C.J.J. Homan (Bindend Lokaal), J.L. Jonker (VVD), H.P.M. van der Kolk (GroenLinks) en E.H.G. Marseille (VVD), mevrouw E.W. Middelkoop-Ferron (PvdA), mevrouw O.J. Niezen-Vos (Lelystads Belang), de heren S. Polman (Lijst Simon Polman), W.L.G. Raijmakers (Lelystads Belang) en S.M. de Reus (GroenLinks), mevrouw A.F.M. van Rijnsoever (InwonersPartij), de heren J. Schoone (Leefbaar Lelystad) en P.A. Schot (D66), mevrouw K. Senf (InwonersPartij), de heer K.B.P. Slump (ChristenUnie), mevrouw J.W. Sparreboom-van der Spoel (VVD), de heren C. van Veluwen (ChristenUnie) en B.E. Visscher (InwonersPartij) en mevrouw E. van Wageningen (ChristenUnie), leden van de raad; alsmede mevrouw M. Jacobs-Haagen en de heren J.A. Fackeldey, W. de Jager en W. Jansen, wethouders; en de heren N. Versteeg, gemeentesecretaris, en mevrouw N. IJnema, griffier. Afwezig zijn: mevrouw E.C. van der Kleij (Lijst Emmy van der Kleij) en de heer H.P. Soomers (PvdA), leden van de raad; alsmede de heer R. Luchtenveld, wethouder..-.-.-.-.-.

2013 N 69 Agenda 1 Opening N 69 2 Mondelinge vragen N 69 3 Vaststelling agenda N 71 4 Mededelingen N 72 5 Notulen van de raadsvergadering van 28 januari 2014 N 73 6 Ingekomen stukken N 73 6a Interpellatiedebat Parkeerexploitatie N 73 7 Beantwoording schriftelijke vragen van Bindend Lokaal N 82 8 Beantwoording schriftelijke vragen van de VVD N 82 9 Vaststelling A-stukken N 82 9a Aankoop Vaartweg 67 N 83 9e World Match Racing Tour N 86 9h Financiering fietspad Larserringweg N 89 10 Eerste Partiële herziening bestemmingsplan Buitengebied 2009 N 97 11 Nota Verplicht Vrijwillig N 104 1. Opening De voorzitter: Dames en heren. Ik open de raadsvergadering. Bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw Van der Kleij en de heer Soomers. 2. Gelegenheid tot het stellen van mondelinge vragen (art. 37 RvO) De heer Van der Kolk: Mevrouw de voorzitter. Mijn vragen gaan over de Flevokust. Op 28 januari 2014 is in deze raad een motie aangenomen betreffende de ontwikkelingen rond de Flevokust. In deze motie stond onder andere dat voorkomen moest worden dat de provincie een inpassingsplan zou gaan ontwikkelen. Volgens GroenLinks, en ik denk dat het college dat met mij eens is, dienen aangenomen moties naar letter en inhoud nagevolgd te worden. Onze vragen hierbij. Wat heeft het college tot nu toe gedaan om deze motie na te leven en hoe zijn de huidige acties van de zijde van de provincie daarmee te verstaan? Zijn er gesprekken met de provincie gaande waarbij het college de wensen van de raad ingebracht heeft? Hoe verhoudt de kennisgeving in het kader van de Wro van de provincie zich tot deze motie? Is het het college bekend dat gisteren een aantal direct belanghebbende ondernemers niet uitgenodigd waren op de BKL gecombineerde provinciebijeenkomst op de Flevokust? Wethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Natuurlijk moeten moties uitgevoerd worden. Het college heeft niet alleen de motie opgestuurd maar ook onmiddellijk het gesprek gestart met de provincie over hoe nu verder en hoe er een match te maken was tussen de opdracht die het college van GS had van Provinciale Staten en de opdracht die het college van B&W heeft van uw raad. Ik denk dat we daarin geslaagd zijn, want in de kennisgeving, en ik verwijs ook even naar de brief van het college van 5 februari, staat nadrukkelijk aangegeven dat nu nog niet gekozen wordt voor het starten van een inpassingsplan dan wel dat later wordt overgegaan naar een bestemmingsplan. Wat het college van GS hier in feite zegt is: we gaan goed kijken wat alle alternatieven zijn, dat gaan we ophalen en modellen voor uitwerken; op enig moment zal een keuze gemaakt moeten worden, ook over de te volgen procedure. Wij praten dus volop mee en is er op dit moment nog helemaal geen sprake van een kennisgeving. Dit zie je ook terug in de brief waaraan ik zojuist refereerde, want daarin hebben we verslag gedaan van alle gesprekken die we als college gevoerd hebben, zowel bij de provincie als bij het ministerie, enzovoort. Bij al die gesprekken

2013 N 70 hebben we het standpunt van uw raad verwoord, zowel naar aanleiding van het besluit als naar aanleiding van de aangenomen motie. De provincie heeft inderdaad in het kader van de verkenningen een bedrijvenbijeenkomst georganiseerd. Ik was daarbij aanwezig, evenals bij de bijeenkomst gisteravond. Daar zie je dat men iedereen heeft uitgenodigd die óf een directe ladingstroom had, óf een beoogd exploitant was dan wel een andere directe betrokkenheid had. Daarnaast zijn een aantal vertegenwoordigers van de BKL uitgenodigd. Dus eenieder die directe betrokkenheid had bij ladingstromen of anderszins is heel geselecteerd door de provincie uitgenodigd om die betrokken ondernemers bij te praten over de stand van zaken van de procedures. De heer De Reus: Mevrouw de voorzitter. In het kader van het speelplekkenplan is besloten om het speeltuintje gelegen bij Bongerd 136 op te heffen. De bewoners hebben daartegen bezwaar gemaakt en hebben voorgesteld het speeltuintje technisch veilig in stand te houden, waarbij zij bereid zijn het dagelijks onderhoud voor hun rekening te nemen. Bewoners hebben ons gemeld dat het gesprek dat zij daarover met de gemeente hebben gevoerd niets heeft opgeleverd en dat de enige weg die hen resteert is om bezwaar te maken bij de gemeenteraad. Daarom onze vier vragen. Is deze kwestie de wethouder bekend? Wat is de reden om dit initiatief van bewoners af te wijzen? Hoe verhoudt zich deze houding vanuit het stadhuis met de principes die de raad in december heeft aangenomen over andere verhoudingen tussen overheid en samenleving; het initiatiefvoorstel van PvdA en GroenLinks. Is de wethouder bereid om alsnog met bewoners in overleg te gaan om aan hun, de gemeente niets kostende, wensen tegemoet te komen? Wethouder Jansen: Mevrouw de voorzitter. In feite een soortgelijke vraag die veertien dagen geleden door de heer Caniels werd gesteld over de Kempenaar 26, geloof ik. Het is niet zo dat in de eerste gesprekken verzoeken van bewoners meteen worden toegewezen. We moeten kijken of het binnen het kostenplaatje valt en binnen de afspraken en de kaders zoals deze door de raad gesteld zijn. Ik kan u wat dat betreft geruststellen. Voorstellen worden nooit zomaar afgewezen. Dat is ook zo in dit geval. Ik heb ambtelijk even geïnformeerd, omdat u uw vragen al van te voren had opgestuurd. Dat verzoek is vanochtend pas binnengekomen, dus ik kan daar inhoudelijk niet op reageren omdat daarover nog overleg gevoerd moet worden. Ik kan u verzekeren dat als het via de richtlijnen gaat zoals door u zelf zijn vastgesteld, het uiteindelijk tot een overeenstemming komt. Al dertig zaken hebben we in zelfbeheer uitgegeven, dus ik denk dat het in dit geval ook wel goed komt. De heer De Reus: Dat is goed om te horen. We houden het in de gaten. Dank u wel. Mevrouw Sparreboom: Mevrouw de voorzitter. Ik heb een vraag over de nachtapotheek. Enige weken geleden hebben we het gehad over de nieuwe werkwijze. Er zijn toen aantallen genoemd, er is min of meer aangegeven dat afspraken niet zouden worden nagekomen en er is op dat moment verzocht om nader onderzoek. Wij zijn nieuwsgierig of dat onderzoek inmiddels heeft plaatsgevonden en wat de uitkomsten daarvan zijn. Wethouder Jacobs: Mevrouw de voorzitter. Wij zijn dat nagegaan en we hebben vandaag nog even nagebeld. In januari zijn er 15 gewone recepten afgegeven en 7 spoedrecepten. In februari tot en met vandaag zijn er 11 gewone recepten en 6 spoedrecepten afgegeven. Als u weet dat wij steeds hebben gezegd dat het niet meer dan 2 spoedrecepten zijn in een week, dan ziet u dat dat klopt. Er is wel iets

2013 N 71 veranderd in de bezorging en dat verheugt ons als college. Er is namelijk afgesproken dat het spoedrecept niet wordt bezorgd met een willekeurige taxi; omdat er iets over privacy en over kennis van medicijnen werd gezegd, want het zit dan in een gesloten tasje. De apotheker heeft contact met de thuiszorgorganisatie die op dat moment nachtdienst heeft en actief is in de polder. Deze persoon is een gediplomeerd verpleegkundige. Dit heeft het voordeel dat de persoon die het medicijn afgeeft een hoog niveau heeft en bij bezorging nog vragen over het medicijngebruik kan beantwoorden, hoewel dat al wel met de huisarts is besproken, en de thuiszorgorganisatie heeft er een verdienmodel bij om bij de nachturen van de piketdienst in te vullen; dat scheelt waarschijnlijk een bezuiniging op een ander punt. Het gaat naar volle tevredenheid. Er is ook een duidelijke afspraak dat, zoals u weet, de huisarts bepaalt of het een spoedrecept is en niet de apotheker. Dit zijn de laatste gegevens tot en met vandaag. Iedere maand gaan we dit na om het goed te blijven monitoren. Dan geef ik u daar steeds de laatste cijfers over. De heer Polman: Mevrouw de voorzitter. In dit gemeentehuis is een restaurant gevestigd. Niet het bedrijfsrestaurant maar een commercieel restaurant. Dit restaurant wil heel graag reclame op de gevel, maar die gevel is van de gemeente. Het schijnt zo moeilijk te zijn om ergens door een barrière te breken. Ik kan me dat wel voorstellen, want veel mensen denken: dat is het bedrijfsrestaurant, en lopen de zaak voorbij. Ook in het kader van het Stadshart is het heel fijn dat dat restaurant er is. Dat restaurant zou ook graag enige afscheiding voor haar terras willen. Is het erg lastig om met deze mensen in gesprek te gaan en misschien ook een beetje open communicatie, zodat ze hun bedrijf goed kunnen exploiteren? Wethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Dat is niet lastig. Ik spreek Monica en Winston met grote regelmaat als u het over het restaurant hebt, tenzij u het hebt over de ijssalon. Ik weet niet welke van de twee u bedoelt. Er zit reclame op de gevel. Als je kijkt dan zie je dat gewoon als zodanig. Als zij meer wensen hebben, mij is dat verzoek niet bekend. Ik heb ook geen verzoek of vergunningaanvraag gezien voor terrasafscheidingen. Ik kom ze met grote regelmaat tegen en ik zal er eens naar vragen. De heer Polman: Dat is heel fijn om te horen. 3. Vaststelling agenda De voorzitter: Er heeft mij een mail bereikt met het verzoek om een interpellatiedebat. De heer Marseille. De heer Marseille: Wij hebben u gevraagd om een interpellatiedebat te mogen houden over de parkeerexploitatie. Wij zouden willen voorstellen om dat te combineren met het agendapunt dat gaat over de beantwoording van de schriftelijke vragen over de parkeerexploitatie omdat die interpellatie een op een daarop betrekking heeft. De voorzitter: Ik kijk even naar de raad. Draagt het interpellatiedebat uw goedkeuring? De heer Baaten. De heer Baaten: Gelet op het tijdstip waarop we de vragen hebben gekregen en nog een aantal argumenten, hebben wij er geen behoefte aan.

2013 N 72 De voorzitter: Dank u wel. De rest van de raad kan ermee akkoord gaan? Dat is het geval. Ik maak daarvan agendapunt 6a. U kunt dan zelf de punten 8 en 7 daarbij betrekken. De heer Polman: Mevrouw de voorzitter. Ik ben vandaag door het gebouw aan de Vaartweg 67 gelopen met een bouwkundige en die heeft mij verzekerd dat dat gebouw heel veel achterstallig onderhoud heeft. Mijn vraag is: kunnen we dit punt niet van de agenda halen, zodat er misschien een rapport van de bouwkundige staat van het gebouw zou worden opgemaakt en wij dadelijk niet voor rare begrotingsvraagstukken staan. De voorzitter: U wilt een ordevoorstel doen om agendapunt 9.a van de agenda te halen. Wie wil dit van de agenda halen? Alleen de heer Polman. De overige leden willen het op de agenda laten staan? Dan blijft het op de agenda staan. De heer Baaten: Mevrouw de voorzitter. Wij constateren dat de portefeuillehouder Ruimtelijke Ordening niet aanwezig is. Gelet op het hoge emotionele gehalte dat verbonden is aan Zeeasterweg 19, willen wij voorstellen om dit stuk vanavond niet te behandelen. De voorzitter: Dat betreft het bestemmingsplan Buitengebied, agendapunt 10. U doet een ordevoorstel om dit punt van de agenda te halen. Wie gaat daarmee akkoord? Dat zijn de InwonersPartij, SP en Leefbaar Lelystad. De andere partijen zijn ervoor om het te laten staan, dus dan blijft het staan. Dan heb ik nog over de agenda de mededeling dat de volgende punten B-stukken worden. 9.a, Aankoop Vaartweg 67. 9.e, World Match Racing Tour. 9.h, Financiering fietspad Larserringweg. De heer Van Veluwen: Mevrouw de voorzitter. Ik was voorzitter van de A-sessie. Er waren leden van de raad die over de herinrichting van het Stadhuisplein een ordevoorstel hadden. Ik ben wel benieuwd wie dat geroepen heeft. De voorzitter: Wat is dat ordevoorstel en wie heeft dat geroepen? De heer Van Erk. De heer Van Erk: Het voorstel is om dit stuk, gezien de grote hoeveelheid amendementen die elkaar deels overlappen en deels ook tegenspreken, van de agenda te halen en te agenderen op de raadsagenda ter besluitvorming op 11 maart a.s. en een afzonderlijke O-sessie daarover te organiseren op donderdag 6 maart a.s.; daar was nog ruimte. De voorzitter: Ik kijk naar de raad. Wilt u agendapunt 9.g, Herinrichting Stadhuisplein, van de agenda afhalen? Dat is unaniem. U gaat dan ook zorg dragen dat de moties een beetje in elkaar gevlochten worden, begrijp ik. De heer Van Erk: Dat is denk ik de intentie van de meeste indieners. Met inachtneming van bovengenoemde wijzigingen wordt de agenda vastgesteld. 4. Mededelingen De voorzitter: Er is een verzoek binnengekomen. Mevrouw Raven wil graag een opname maken. Ik zou zeggen, maak er iets moois van.

2013 N 73 De heer Van Erk: Mevrouw de voorzitter, mag ik ook een mededeling doen? Mijn mededeling is dat ik net voor het ingaan van deze raadsvergadering de toevoeging van mevrouw Raven in de hal heb meegekregen, dat de VVD nader van haar zou horen na afloop van deze vergadering. Dat klonk zeer bedreigend. Ik wilde dit in dit verband wel even kwijt hier in deze raadsvergadering, met name naar de voorzitter toe. De voorzitter: De heer Van der Kolk. De heer Van der Kolk: Datzelfde geldt voor GroenLinks al eerder. De voorzitter: Dat was tot mij gekomen. Ik zal na afloop met u beiden even kijken. Mevrouw Raven, er wordt geen commentaar gegeven, en dat geldt trouwens voor eenieder, vanaf de publieke tribune. U mag nooit de raad beïnvloeden. Dat mag allemaal in de hal, maar niet in het raadsdebat. Dat is de gouden spelregel in Nederland. Voor kennisgeving aangenomen. 5. Notulen van de raadsvergadering van 28 januari 2014 De notulen van de op 28 januari 2014 gehouden openbare raadsvergadering worden conform ontwerp vastgesteld. 6. Ingekomen stukken (stuk nr. A14-03639) -1 Voor kennisgeving aangenomen. -2 Voor kennisgeving aangenomen. -3 Voor kennisgeving aangenomen. -4 Voor kennisgeving aangenomen. -5 Voor kennisgeving aangenomen. -6 Voor kennisgeving aangenomen. -7 Voor kennisgeving aangenomen. -8 In handen van het college gesteld voor het uitbrengen van een advies. -9 Ter afdoening in handen van het college gesteld. -10 Ter afdoening in handen van het college gesteld. -11 Betrokken bij de behandeling van het Voorontwerp bestemmingsplan Lelystad- Vogelweg. 6.a. Interpellatiedebat inzake de parkeerexploitatie De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. In de brief van 30 oktober heeft het college de raad geïnformeerd over de resultaten van de parkeerexploitatie over de eerste drie kwartalen van 2013. Die gaven een zeer negatief beeld. Dit beeld was zodanig dat wij onder andere in een radioprogramma waaraan ook de heren Baaten en Bussink deelnamen, hebben aangegeven te twijfelen aan de juistheid van de cijfers. Daarom hebben wij op 26 november vragen gesteld, waarbij de kern is dat wij twijfelen aan de juistheid van de verstrekte cijfers. Eerst op 27 januari 2014 worden die vragen beantwoord. Kennelijk was er veel tijd nodig om alles op tafel te krijgen. Bij de beantwoording van deze vragen worden nu geheel andere cijfers verstrekt. Hieruit blijkt dat de eerder vermelde opbrengsten in alle kwartalen onjuist zijn weergegeven, in plaats van de cijfers van het tweede kwartaal kennelijk de cijfers van

2013 N 74 het eerste kwartaal zijn vermeld, op basis van die foute cijfers werd in oktober verondersteld dat ook de cijfers van het vierde kwartaal veel lager zouden uitkomen. Nu wordt de veronderstelde terugloop in het vierde kwartaal weer met 140.000 verhoogd waarmee het vierde kwartaal in lijn loopt met het eerste en tweede kwartaal en er sprake is van een opbrengststijging. Op onze vraag of het uitgesloten is dat opbrengsten niet volledig of niet tijdig zijn verantwoord, wordt door het college geen bevestigend antwoord gegeven maar wordt ontwijkend geantwoord: wij gaan ervan uit dat de rapportage volledig is. Dat maakt het des te ernstiger. Ook uit de beantwoording van onze vraag door het college van 26 januari 2014 blijkt, dat er in het tweede en het vierde kwartaal geen sprake is van een daling maar van een stijging van de opbrengst. De daling in het eerste kwartaal is met 2% gering. Per saldo is er over die drie kwartalen dus een stijging van 47.000. Zelfs dat sluit niet aan bij de door het college in de beantwoording van onze eerste vraag genoemde landelijke daling. Dan komen wij tot de kern. Over het derde kwartaal is sprake van een daling van 170.000 ofwel 25%. Het accepteren van dit verschil als een feit kan niet zonder dat hiernaar een grondig onderzoek heeft plaatsgevonden. Dan komen wij tot onze vragen. Sinds wanneer is het college op de hoogte van dit grote verschil in verantwoorde opbrengst? Sinds wanneer is het college op de hoogte van de onjuistheid van de eerder verstrekte cijfers? Wij stellen vast dat het college niet al in december aan de raad heeft gemeld dat de cijfers onjuist zijn. De op basis van deze onjuiste cijfers getrokken conclusie voor het vierde kwartaal diende te worden herzien. Waarom is dat niet eerder aan de raad gemeld? Welke controlemaatregelen heeft het college genomen om uit te sluiten dat het verschil niet is veroorzaakt door een onjuiste verantwoording? Is het college ervan overtuigd dat de oorzaak niet is terug te leiden tot het tijdelijk niet functioneren van één of meerdere betaalautomaten, ofwel het niet verantwoorden van de opbrengst daarvan? Het college kan toch al na de publicatie van de eerste cijfers hebben vastgesteld, dat er in het derde kwartaal een onverklaarbaar verschil zichtbaar is geworden? Is de veronderstelling gerechtvaardigd dat het college opdracht heeft gegeven om over het derde kwartaal gedetailleerd de opbrengsten per opbrengstpunt te controleren en te vergelijken met vergelijkbare perioden? Is die opdracht gegeven? Wat is de conclusie uit die analyse? Wordt die analyse ook aan de accountant ter beoordeling voorgelegd? Wat is de reactie van ParkeerService op de geconstateerde verschillen? Zijn er maatregelen getroffen om verdere opbrengstverschillen uit te sluiten? Zijn er maatregelen getroffen door het college om indien daarvoor aanleiding is, de raad tijdig en juist op de hoogte te stellen van dit soort alsnog onverklaarbare verschillen? Wij wachten de beantwoording van het college af en zullen daarna nagaan hoe wij verder gaan reageren. De voorzitter: Dank u wel. Het college, wethouder Jansen. Wethouder Jansen: Mevrouw de voorzitter. Dat waren wel een heel aantal vragen. Ik wil eerst in zijn algemeenheid even reageren op de bewoordingen zoals die door de heer Marseille zijn uitgesproken. Er wordt namelijk wel erg ingestoken op de verschillenanalyse per kwartaal in vergelijking met het voorgaande jaar. U hebt een prachtige vergelijking gemaakt met de getallen van 2012, maar uiteindelijk gaat het om het verschil tussen de realisatie 2013 en de Begroting 2013 en die is negatief,

2013 N 75 ook als je de incidentele uitgaven daaruit filtert. U stelt dat in het eerste en tweede en vierde kwartaal de opbrengsten 2,5% hoger zijn dan in 2012, dat is correct, maar veel te laag omdat de raad in de tussentijd de tarieven heeft verhoogd. Die tariefsverhoging lag tussen de 10 en 15% en daarmee hebt u in de begroting zelf al rekening gehouden. Die opbrengsten zijn dus niet gerealiseerd. Wij als college concluderen daaruit dat in ieder geval het aantal parkeeruren wel degelijk gedaald is. Dan wil ik ingaan op de vragen die aan het college zijn gesteld. U hebt het gehad over de brief van 30 oktober en dat het college de raad geïnformeerd heeft over de resultaten over de eerste drie kwartalen van 2013; dat is juist. Daarbij stelt u op 26 november vragen te hebben gesteld waarbij de kern is dat u vraagtekens hebt gezet bij de juistheid van de verstrekte cijfers. Niet alle opbrengsten komen binnen in het kwartaal waarop ze betrekking hebben. Die worden later gecorrigeerd. Bijvoorbeeld, vergunningen komen soms in andere kwartalen binnen, en bij de inkomsten van boetes van het CJIB kan het zijn dat als ze het eerste kwartaal zijn uitgeschreven, ze in het tweede en soms zelfs in het derde kwartaal binnenkomen. En niet te vergeten de pinbetalingen met betrekking tot de contante betalingen. Dat kan wel eens verschillen per kwartaal. Dit met betrekking tot de verschillen. U hebt ook gezegd dat in plaats van de cijfers van het tweede kwartaal kennelijk de cijfers van het eerste kwartaal zijn vermeld. Ze lijken wel op elkaar, maar dat is dus niet het geval. U hebt verondersteld dat de terugloop in het vierde kwartaal thans met 140.000 wordt verhoogd, waarmee het vierde kwartaal in lijn loopt met het eerste en tweede kwartaal en er sprake is van een opbrengststijging. In de brief van 30 oktober werd gesproken over een prognose voor het vierde kwartaal, die u toen overigens zelf nog te hoog vond. In de brief van 27 januari hebben wij u de voorlopige opbrengstgegevens verstrekt en die vielen dus mee ten opzichte van de prognose van oktober. Dan de vraag of het uitgesloten is dat de opbrengsten niet volledig of niet tijdig zijn verantwoord en over het antwoord dat u van het college hebt gehad, dat we uitgaan van de gegevens die we uit de rapportage hebben gekregen. Wij hebben vooralsnog geen aanwijzingen dat er van het tegendeel sprake is. Het college heeft u de toezegging gedaan dat we de definitieve cijfers, de definitieve analyse, over twee weken aan u presenteren. Volgende week ligt er namelijk bij het college een voorstel klaar over de analyse en de definitieve gegevens, die wij overigens vanochtend pas hebben binnengekregen van ParkeerService, en daarin worden al uw vragen die u nu gesteld hebt definitief en met de ware cijfers beantwoord. Ik constateer dat dit interpellatiedebat veel te vroeg komt, want de definitieve cijfers en de suggesties die u hier doet, komen allemaal terug in de definitieve rapportage die u over veertien dagen zoals toegezegd gepresenteerd krijgt. U stelt dat over het derde kwartaal sprake is van een daling van 25% en ook dat het accepteren van dit verschil als een feit niet kan zonder dat hiernaar een grondig onderzoek heeft plaatsgevonden. U vraagt dan: sinds wanneer is het college op de hoogte van dit grote verschil in de verantwoorde opbrengst. Laat ik eerst stellen dat er van onjuistheden geen sprake is, mijnheer Marseille. Het gaat hier over voorlopige cijfers. Dat heb ik u ook gezegd op vragen die door het CDA zijn gesteld: wanneer kunt u de cijfers geven. Ik heb ook hier nog gezegd: ik ga ze u geven zodra ze bij ons binnen zijn maar u moet er rekening mee houden dat dit geen definitieve cijfers zijn, het zijn gegevens die vanuit de brongegevens van het systeem

2013 N 76 komen. Dat heb ik hier een en andermaal gezegd. Die cijfers heeft het college meteen aan u doorgestuurd nadat het college ze gezien had. Dat was ook het moment dat wij als college echt geschrokken waren van die significante afwijking. We hebben u meteen de week daarop bij brief daarover geïnformeerd. Nog voordat wij daarop een analyse hadden losgelaten, vonden wij het echt noodzakelijk om de raad hierover onmiddellijk te informeren. De nadere analyse die daarna over de drie kwartalen is uitgevoerd, heeft geleid tot nog enkele mutaties. De resultaten daarvan hebt u van ons bij brief van 27 januari ontvangen, tevens weer als beantwoording op de door u gestelde vragen. Dan stelt u nog de vraag: sinds wanneer is het college op de hoogte van de onjuistheid van de eerder verstrekte cijfers. Nogmaals, van onjuistheden is naar de mening van het college geen sprake. Het gaat hier immers over voorlopige cijfers, waarbij aan u is toegezegd dat u de definitieve cijfers eind februari gepresenteerd zult krijgen, met daaronder een analyse van ParkeerService. Zoals ik zojuist al zei, volgende week zal een collegebehandeling daarover plaatsvinden en conform onze toezegging zult u de definitieve cijfers voor het eind van deze maand ontvangen. Het college is graag bereid om over deze definitieve cijfers met u van gedachten te wisselen. U hebt de vraag gesteld of het college niet al in december aan de raad heeft gemeld dat de cijfers onjuist zijn. Over de onjuistheid van de cijfers heb ik al gezegd dat daar geen sprake van is. Op het moment dat de cijfers van het vierde kwartaal in de loop van januari zijn binnengekomen, hebben wij u deze onmiddellijk ter hand gesteld. Dit was overigens wederom een grote wens van het CDA. Dat heb ik ook toegezegd: zodra wij die cijfers binnen hebben; dan komt er geen analyse op maar de koude cijfers die we uit de brongegevens halen, doen we u toekomen. Sneller kan het haast niet, zou ik zeggen. Dan stelt u: welke controlemaatregelen heeft het college nu eigenlijk genomen om uit te sluiten dat het verschil niet is veroorzaakt door onjuiste verantwoording. Nogmaals, er is geen onjuiste verantwoording. Immers, de procedure is dat jaarlijks de cijfers worden geanalyseerd en aan onze eigen accountant voorgelegd. In dit geval, nu we overgestapt zijn naar ParkeerService, zelfs een accountantsverklaring van de cijfers die door ParkeerService worden aangeleverd. Daar zit al een accountantsverklaring bij. Vervolgens komt die verklaring ook nog eens terecht bij onze huisaccountant. Dubbele accountantscontrole, dus in die zin wordt u op uw wenken bediend. U hebt de vraag gesteld: het college kan toch al na de publicatie van de eerste cijfers hebben vastgesteld dat er in het derde kwartaal een onverklaarbaar verschil zichtbaar is geworden, en: is de veronderstelling gerechtvaardigd dat het college opdracht heeft gegeven om over het derde kwartaal gedetailleerd de opbrengsten per opbrengstpunt te controleren en te vergelijken met vergelijkbare perioden. Is die opdracht gegeven, vraagt u. Nee. U kijkt heel goed naar de cijfers. Ook het college is het niet ontgaan dat in het derde kwartaal de bezoekersaantallen in het centrum zijn verminderd. Dat kon je zien aan de bezoekersaantallen van het theater. Dat is ook in de exploitatie van het theater zelf te constateren. Wij hebben toentertijd goed overleg gehad met de ondernemers in verband met het aanleggen van het fietspad en daar constateerden wij ook al lagere bezoekersaantallen in het centrum. Dus ook voor het college was het een slag bij heldere hemel voor wat betreft het derde kwartaal, want als je dat vergelijkt met het derde kwartaal van 2012, toen hadden we juist hogere opbrengsten dan voorgaande jaren. Nu viel het op dat het plotseling zo laag was.

2013 N 77 U vraagt: wat is de conclusie uit die analyse, en: wordt die analyse ook aan de accountant ter beoordeling voorgelegd. Daar heb ik u al op geantwoord. Ja, eerst worden de gegevens voorgelegd aan de accountant van ParkeerService zoals ze ook bij het college worden aangeleverd. En ja, noem het een second opinion, ze worden ook nog bij onze eigen accountant neergelegd. Dan vraagt u nog: wat is de reactie van ParkeerService op de geconstateerde verschillen. Ook daarvan kunt u, net als het college volgende week, kennis nemen aan het eind van deze maand, want dan hebben we een compleet beeld van de cijfers. U stelt de vraag: zijn er maatregelen getroffen om verdere opbrengstverschillen uit te sluiten. Die vraag moet u even nader toelichten. We hebben namelijk twee typen van opbrengstverschillen. Verschillen tussen de cijfers die in de loop van het jaar worden verstrekt, zoals prognoses, voorlopige cijfers en definitieve cijfers, maar ook verschillen tussen de begroting en de realisatie als gevolg van het parkeergedrag. Verschillen als gevolg van parkeergedrag kunnen wij niet uitsluiten, want voorspellen heeft altijd het nadeel dat het over de toekomst gaat; een bekend spreekwoord van mijn collega. U vraagt ook nog aan het college: zijn er maatregelen getroffen door het college om indien daarvoor aanleiding is, de raad tijdig en juist op de hoogte te stellen van dit soort alsnog onverklaarbare verschillen. Naar de mening van het college is de raad steeds snel geïnformeerd over de voorlopige cijfers en steeds aangegeven wanneer de exacte cijfers worden verstrekt. Nogmaals, dat is eind deze maand. Volgens mij heb ik alle vragen beantwoord. De voorzitter: Dank u wel. Dan gaan we over naar het debat van de raad. Het woord is aan de heer Marseille. De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. De beantwoording van het college roept bij mij veel vragen op en verbaast mij ook heel erg. Het lijkt niet tot het college te willen doordringen dat ze het hier niet hebben over een vergelijking met een begroting en een werkelijkheid. Dat die kan afwijking, daarover zijn we het eens. Waar het om gaat is het volgende. Ik ga ervan uit dat de cijfers zoals wij die in januari 2014 hebben ontvangen wel juist zijn. Als dat niet juist is dan krijgen we weer een heel andere discussie. Ik ga er dus van uit dat de cijfers per kwartaal zoals daar verstrekt juist zijn. Dan kunt u zeggen: er zullen verschillen zijn door overloop van het ene kwartaal naar het andere. Dat kan allemaal, maar normaal gesproken komt dat in ieder kwartaal voor en heft dat elkaar op, tenzij er sprake is van heel grote afwijkingen en dan behoren die gemeld te worden. Ons gaat het niet om een vergelijking: wat is er gebeurd ten aanzien van de begroting en de werkelijkheid. Als je de cijfers bekijkt, en zeker met behulp van de door het college verstrekte cijfers van het ziekenhuis die juist een erg constante aangeven, dus alleen het Stadshart eruit haalt, dan constateren wij dat de cijfers van 2012 ten opzichte van 2013 dalen met 174.000 en dat dat volkomen afwijkt van het patroon in alle andere kwartalen. Het verbaast ons dat het college daarvan zegt: die cijfers zijn juist, dus daar hebben we verder geen analyse naar gedaan. Dat zou bij elke administratie onmiddellijk ertoe moeten leiden dat je zegt: hier moeten we echt grondig naar kijken, want is dit wel echt juist? Als je dan alles doet om daarna te constateren dat het echt juist is, dan blijf je een

2013 N 78 onbevredigend gevoel houden, maar het college geeft nu aan: wij hebben dat helemaal niet gedaan. Dat vinden wij uiterst kwalijk. Als we het dan hebben over: volgende week komen de cijfers. Nota bene, we zijn begonnen op 30 oktober met voorlopige cijfers. Daar zijn vragen op gevolgd. Het heeft twee maanden geduurd om ons te informeren. Dat dan de cijfers van het vierde kwartaal nog steeds voorlopig zijn, begrijpen wij, maar voor ons staat vast dat de cijfers van het eerste, tweede en derde kwartaal op zijn minst juist dienen te zijn. Er wordt aangegeven: dat kan niet, want er zitten nog die en die dingen in. Wij vinden het veel te makkelijk om nu te zeggen: binnenkort komen er cijfers aan, met een verklaring. Dat is wat ons betreft te laat. Dat had er nu moeten zijn. Het college had in oktober enorm moeten schrikken: dit kan niet, en alles op alles moeten zetten om dat eruit te halen. Dat is niet gebeurd en dat vinden wij uiterst kwalijk. De heer Van de Beek: Mevrouw de voorzitter. Elke dag verliezen wij 2.000 aan de parkeerexploitatie. 2.000 die wij niet kunnen investeren in het Stadshart dat ons zo na aan het hart ligt. Hoe komt dat nu? In onze optiek slaagt het college, en de huidige portefeuillehouder, er niet in de parkeerexploitatie in control te krijgen. Wat je ziet is dat elke keer wordt gezegd: volgend kwartaal weten we meer, volgend kwartaal kunnen we het beter voorspellen. Wat is er ingewikkelder dan een parkeerexploitatie? De opbrengsten zijn voor een deel onzeker, maar zeker de kostenkant - je hebt de afschrijving van je garage, je hebt je handhavingkosten - is vrij stabiel. Zelfs aan de kostenkant zien wij dat het college er niet in slaagt om de boel te voorspellen. In het verleden hadden wij een tweetal parkeerexploitaties die niet sloten. We hadden ook nog Bataviastad. Die hebben we van de hand gedaan aan Bataviastad. Die hebben de tarieven gehalveerd en hebben het inmiddels winstgevend. Waarom kan het college dit niet doen voor het Stadshart? Wij zijn het eens met hetgeen door de VVD opgemerkt is, dat het van belang is dat de raad tijdig geïnformeerd wordt met juiste cijfers en dat het college tijdig bijstuurt op het moment dat zij ziet dat de parkeerexploitatie uit de hand loopt. We zitten wel voor een dilemma. Het college geeft aan dat wij over een week de juiste cijfers krijgen; in ieder geval de juiste cijfers van die week. Ik zou mijn collega van de VVD willen voorstellen: moeten we niet twee weken wachten en de volgende raadsvergadering een nieuw interpellatiedebat aanvragen met de dan juiste cijfers. De voorzitter: Dank u wel. De heer Baaten heeft een vraag. De heer Baaten: Mijnheer Van de Beek, ik heb een drietal vragen. Hoe kan het zijn dat u hebt ingestemd met een pilot gratis parkeren in de avonduren op bepaalde dagen, en dat gedurende een jaar? Als u zegt: we verliezen elke dag 2.000, zou dan ook een reden kunnen zijn dat uw portefeuillehouder geen bruisend stadshart voor elkaar krijgt? Ik laat het graag aan u over. De heer Van de Beek: U had drie vragen, mijnheer Baaten, ik heb er twee gehoord. Klopt dat? De heer Baaten: De eerste was eigenlijk: bent u het ermee eens dat 2.000 per dag verliezen ergens vandaan moet komen. En dan kom ik bij dat bruisend stadshart dat hier niet aanwezig is, van uw portefeuillehouder. De heer Van de Beek: Een drietal vragen. In de eerste plaats over de pilot. Volgens mij zorgt de pilot niet voor een verlies van 2.000 per dag. Voor het afgelopen jaar

2013 N 79 en ook voor dit jaar hebben we daarvoor een dekking aangegeven. Dus voor mij staat die buiten de discussie. Een bruisend stadshart. Volgens mij zet het college zich daar hard voor in, ook bij monde van de portefeuillehouder die u benoemt. Dus ik voel me daardoor niet aangesproken. Als laatste vraagt u: moeten die 2.000 niet ergens vandaan komen. Ja, van een goed beheerste parkeerexploitatie en van een goede wethouder die daarop controleert. De heer Baaten: Het mag duidelijk zijn dat we van mening verschillen. Zolang je hier in deze stad nog plannen moet maken, en waarover we het ook vanavond nog hebben, om de stad iets te bieden, om de inwoners iets te bieden in het centrum, kun je het parkeren daar niet los van zien. Al ga je op elke rotonde staan en verwijzen dat je waar dan ook kunt parkeren, je krijgt de mensen niet. Dus het is een combinatie; onlosmakelijk met elkaar verbonden. De heer Van de Beek: Ik ben het met de heer Baaten eens dat wij het oneens zijn. De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. Het achtervolgt ons. Ook in de vorige raadsperiode hebben we gesproken over de parkeerexploitatie. Toen werd een voorstel van het college tot twee, drie keer toe teruggenomen en moesten twee partijen aan de slag om een besluitbaar besluit aan de raad voorgelegd te kunnen krijgen. Deze raadsperiode startte met onwelvoeglijke woorden over een erfenis van de parkeerexploitatie uit de vorige raadsperiode. We zijn nu bijna vier jaar verder en we hebben het nog steeds over die parkeerexploitatie. Ook in deze raadsperiode hebben bijna alle partijen aan tafel gezeten om bij te sturen. We hebben pijnlijke ingrepen gedaan. Perspectief. ParkeerService zou het beter doen; die kosten waren beter inzichtelijk. En van Perspectief hebben we met pijn in het hart afscheid genomen. Het is nog steeds niet beter. In de optiek van de SP is het zo. Je hebt een winkel en je hebt een offerblok en daar gaat geld in. Aan het eind van de dag wordt de opbrengst geteld en die wordt geboekt. Zo moeilijk kunnen die cijfers niet zijn. Het is geen raketwetenschap. Het kan ook niet zo zijn dat het van het ene kwartaal naar het andere kwartaal zo veel gaat verschillen en dat we continu geconfronteerd worden met voorlopige cijfers en voorlopige verliezen. We stoppen er extra ISV-geld in om het maar te redden, we rekken de afschrijvingstermijn op van de dure parkeergarages, maar we zijn niet in staat om het voor elkaar te krijgen. De heer Van de Beek van de PvdA zei het net ook al: het lukt Bataviastad wel, zelfs met een verlaging van de parkeerkosten. Waarom lukt het hier niet, dat is de vraag. De SP heeft de vorige raadsperiode een motie van treurnis ingediend. Bij dezen spreek ik deze opnieuw uit ten aanzien van de parkeerexploitatie. De heer Schoone: Mevrouw de voorzitter. Ik heb een heel korte vraag aan de wethouder: ik ben de weg kwijtgeraakt, hoeveel accountants zitten er nu in dat hele traject. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Luisterend naar het collegelid dat probeert te verantwoorden datgene wat raadsbreed als vreemd overkomt, heb je op een rijtje staan: elke euro die in een automaat wordt gegooid voor een bepaalde tijd parkeren, wordt geregistreerd; die zit op een pay rol. Al die euro s tezamen worden geleegd en als ik bedrijfsmatig denk, dan wordt dat ook geboekt. Ik kan me niet voorstellen dat bij de ontvangsten die boekingen verschillend zouden kunnen zijn en dat je zou moeten spreken over voorlopige cijfers. Die zijn exact, die kun je gewoon van de pay rol

2013 N 80 overnemen en boeken. En de contanten worden geteld, neem ik aan. Op grond daarvan vind ik het verbazend om te horen spreken over voorlopige cijfers waar het gaat om ontvangsten. Bindend Lokaal heeft in november al vragen gesteld: laat ons zien hoe het een en ander tot stand is gekomen qua kosten en qua opbrengsten. Ik kreeg toen het vriendelijk verzoek om nog maar even te wachten met het krijgen van cijfers, omdat het misschien verstandiger zou zijn om de opbrengsten van het vierde kwartaal te kennen op grond waarvan men veronderstelde dat daar de stijging weer het een en ander zou opvrolijken. Dit alles bij elkaar en nu geconfronteerd wordend met dat enorme verschil van het derde kwartaal, is het antwoord van het college voor Bindend Lokaal evenals voor de SP treurig om aan te horen. Ik kan me echt niet voorstellen dat dit in 2014 gepresteerd wordt en dat op deze manier geprobeerd wordt het te verantwoorden. Dat kan er bij Bindend Lokaal nog niet in. De voorzitter: Dank u wel. Iedereen gehad vanuit de raad. Wethouder Jansen. Wethouder Jansen: Mevrouw de voorzitter. Ik heb zo de reacties gehoord op het verhaal dat door het college gegeven is. Ik heb gesproken over de voorlopige cijfers, mijnheer Homan, en dat zijn niet alleen de voorlopige cijfers van het kwartje dat u in de automaat gooit, die op de pay rol komt te staan en die in het systeem ingevoerd wordt. Ik heb gezegd: er zijn ook nog door het jaar heen vergunningsaanvragen en daarvan zijn ook inkomsten, er worden boetes uitgeschreven en daar hebben we ook inkomsten van. De heer Homan: Die worden toch ook direct geboekt, neem ik aan? Wethouder Jansen: Ja, maar niet in hetzelfde kwartaal als waarin ze ingeboekt zouden moeten worden. U kunt dat wel wegwuiven, maar dat is de feitelijkheid. Dan als het gaat om de verschillen, door de heer Marseille aangegeven. Om niet in herhaling te vervallen, zal ik het heel kort doen. Wij hebben zo snel mogelijk op de diverse verzoeken uit deze raad de voorlopige cijfers uit de brongegevens zoals die bij ons bekend waren aan de raad gepresenteerd. Dat is één. Ik heb u gezegd dat een analyse over met name het grote tekort in het derde kwartaal plaatsvindt. Die opdracht is ook daarna gegeven aan ParkeerService. Zij komen met hun eindconclusie de laatste van deze maand. Dat heb ik u steeds gezegd bij het aanleveren van de cijfers. De heer Marseille: Nu ben ik toch heel verbaasd, want volgens mij heeft de wethouder in de eerste termijn juist op de vraag: is er opdracht gegeven tot een analyse, gezegd: nee, dat is niet zo. Nu zegt de wethouder: natuurlijk hebben we dat gedaan. Ik raak het spoor echt bijster. Wethouder Jansen: Nee, niet specifiek over het derde kwartaal. Het gaat om het totaal, dat heb ik u ook gezegd hoe het komt, over die wisselende opbrengsten, hoe dat vertaald is in de opbrengsten. Wij hebben het vergeleken met de begroting van 2013. U hebt een vergelijking gemaakt met de begroting van 2012. De heer Marseille: Het is toch volkomen logisch als je cijfers gaat vergelijken, dat je ze vergelijkt met de werkelijkheid van de periode daarvoor, want dat is je exacte gegeven. Als nu uit die cijfers blijkt dat het in drie kwartalen van 2012 naar 2013 vrijwel overeenkomt. Een kleine stijging, een kleine daling, volledig verklaarbaar met de andere gegevens. Juist in dat derde kwartaal klopt er helemaal niets van. Dan gaat het daarom en dan is de rest in feite niet belangrijk. Het gaat erom: is dat goed. Misschien is 2012 fout. Komt u daar dan mee. Met één van beide moet iets raars

2013 N 81 gebeurd zijn. Het is voor mij verbazingwekkend dat u als wethouder, verantwoordelijk voor het parkeerbeleid, niet zegt: ik wil de onderste steen boven hebben om te weten wat hier is gebeurd. Wethouder Jansen: Dat is ook precies de opdracht die naar ParkeerService is gegaan. Die heeft toegezegd: het college krijgt de definitieve cijfers plus de analyse volgende week voorgelegd. En u krijgt hem zelfs al veertien dagen daarna, terwijl er volgende week geen collegevergadering is. Sneller kan het gewoon niet en effectiever kan het ook niet. Uit dat onderzoek zal blijken wat de oorzaak is van dat derde kwartaal. Nogmaals, daar is het college ook enorm van geschrokken. Misschien is het wel een goed voorstel dat ik van de PvdA hoorde, want nu praten we met elkaar in het luchtledige, laten we dit interpellatiedebat voortzetten. Dat zou mijn voorstel zijn, ook op de stukken die nog vanavond aan de orde zijn. Dan kunnen we het hebben over de definitieve cijfers met de definitieve analyses en weten we waar we over praten. Dan gaat het college graag het debat met u aan. De heer Marseille: Hoor ik de wethouder nu zeggen dat bij de cijfers zoals we die over een week zouden kunnen krijgen, een gedetailleerde analyse zit van de verschillen tussen 2012 en 2013, met name over dat kwartaal waarin die enorme afwijking zit? Wethouder Jansen: Dat is correct. De heer Homan: Ik heb gehoord in uw eerste termijn dat er nog een onderzoek moest worden gedaan; of is dat in een week klaar? Wethouder Jansen: Laat ik het zo zeggen, mijnheer Homan, deze toezegging houdt in dat de mensen van vakantie zullen moeten terugkomen, maar mijn toezegging ga ik gewoon waarmaken. De toezegging heb ik niet voor niets gedaan. Van de definitieve analyse over 2013 had ik al eerder toegezegd dat u die krijgt. U vraagt nu: kan daar ook 2012 bij komen. Dus een vergelijking met 2012. Ik keek zojuist naar de verantwoordelijk ambtenaar en die knikte ja. Dus dat ga ik u toezeggen. De voorzitter: Nu ga ik even ingrijpen. Ik zit met de agenda. We kunnen van alles hier afspreken, maar het college komt 4 maart bij elkaar, over dit onderwerp. Op 6 maart is de BOB-sessie gepland. Hoe kan de raad kennisnemen van de gegevens? Dan moeten we er maar van uitgaan dat het in één keer door het college komt. U kunt wel van alles toezeggen, maar dat gaat spaak lopen. Ik wijs daar even op. Dan heb je op 6 maart een BOB-sessie, terwijl de raad het niet tot zich heeft kunnen nemen, en op 11 maart in de raad die al bomvol is. De heer Van de Beek: Mevrouw de voorzitter, als reactie op hetgeen u stelt. Het is voor de fractie van de PvdA een dusdanig belangrijk punt, dat wij graag voor de twee vergaderingen die nog in maart gepland staan de ruimte vragen aan het agendaoverleg. Dus wat ons betreft geen belemmering. De voorzitter: U wilt natuurlijk wel de stukken op tijd hebben om u goed te kunnen voorbereiden op het debat, lijkt mij. Daar hebben we toch termijnen voor? En u kunt wel zeggen: dan twee vergaderingen. We hebben één vergadering, op 11 maart. De heer Van de Beek: Volgens mij hebben wij ons als raad de afgelopen weken, maanden, jaren dusdanig intensief in dit onderwerp geworpen. Wethouder Jansen: Mevrouw de voorzitter, deze portefeuillehouder wil even twee minuten schorsen.

2013 N 82 De voorzitter: Dat is goed. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. Wethouder Jansen: Mevrouw de voorzitter. Het college is zeer bereid om in een vroeg stadium nog een oordeel over de stukken te geven. Dat kan ik u toezeggen en ook wat ik u daarnet heb toegezegd, namelijk dat de definitieve cijfers over 2013 plus de analyse zoals die wordt aangeleverd in relatie tot de cijfers van 2012, uiterlijk begin volgende week aan u worden geleverd. Dat is het voorstel dat ik namens het college aan u zou willen doen. De voorzitter: Dat betekent dat het inderdaad nog in de BOB-sessie kan komen en dan in de laatste raadsvergadering, 11 maart. Kunt u zich vinden in deze procesgang? De heer Marseille. De heer Marseille: Betekent dit formeel dat we nu deze interpellatie schorsen tot de 11 e? De voorzitter: Dat zou kunnen. U kunt hem ook zeggen: ik rond hem hierbij af en als het nodig is doen we een nieuwe interpellatie. Het stuk wordt zonder meer geagendeerd. De heer Marseille: Ik zou de voorkeur hebben om te schorsen, want dan hoeven we nu ook geen eindconclusie te trekken. De voorzitter: Akkoord. Dan doen we het op deze manier en zullen we zorgen dat het opnieuw geagendeerd wordt. Volgens mij zijn de punten 7 en 8 ook voldoende behandeld tot nader order. Heb ik dat goed ingeschat? Dat is het geval. Het interpellatiedebat wordt geschorst tot de volgende raadsvergadering. 7. Beantwoording schriftelijke vragen (art. 38 RvO) van de fractie van Bindend Lokaal inzake Parkeergarages (stuk nr. U13-77333) Voor kennisgeving aangenomen. 8. Beantwoording schriftelijke vragen (art. 38 RvO) van de fractie van de VVD inzake parkeerexploitatie (stuk nr. U13-77352) Voor kennisgeving aangenomen. 9. Vaststelling A-stukken b. Intrekken Verordening BIZ (stuk nr. 141004971) Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten. c. Startnotitie actualisatie woonvisie (stuk nr. 131064441)

2013 N 83 Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten. d. 1 e Wijziging van de tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2014 (stuk nr. 141002966) Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten. f. Startnotitie Stedelijke Vernieuwing (stuk nr. 131076490) De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter, ik zou graag een stemverklaring willen uitbrengen. De VVD-fractie gaat hiermee akkoord en dat is mede gebaseerd op een toezegging van de wethouder gedaan in de BOB-sessie, dat de raad in een eerder stadium, namelijk na het uitbrengen van de conceptnota, daarin betrokken wordt om daarmee met de raad te overleggen. Dus niet zoals in de nota staat helemaal aan het eind voor de eerste keer, maar al na het concept. Dat is voor ons reden om hiermee akkoord te gaan. De voorzitter: Dat zullen we ook bewaken voor het nieuwe college. Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten, met de aantekening dat het nieuwe college rekening houdt met het op tijd naar de raad sturen van de rapportage. g. Herinrichting Stadhuisplein (stuk nr. 131066651) Van de agenda afgehaald. B-stukken: 9.a. Aankoop Vaartweg 67 (stuk nr. 141004305) Amendement LL De fractie van Leefbaar Lelystad stelt het volgende amendement voor: Punt 1 aan te vullen met onderstaand: - bij aanname van dit voorstel er zorg voor te dragen dat er geen voorstellen meer komen voor extra kosten naar de raad; - jaarlijkse prijscompensatie plaatsvindt t.a.v. de huur en de beheerkosten; - de onderhoudsbegroting voor de aankomende jaren niet naar boven wordt bijgesteld; - er geen extra kosten komen qua vervoer naar de werkplek; - binnen een jaar met de nieuwe participatiewet een plan van aanpak komt om 5% jaarlijks af te bouwen van de WWB cliënten, incl. nieuwe instroom; - de opleidingslocatie (Vaartweg) als primair doel heeft: om in de toekomst qua techniek invulling van de instroom te waarborgen. De heer Schoone: Mevrouw de voorzitter. Wij willen dit amendement indienen vanwege de snelheid waarmee dit moest, die wij begrijpen en door velen nog steeds begrepen wordt. In de hectiek van de laatste weken van deze collegeperiode willen

2013 N 84 wij toch proberen de punten op de i te houden. Dat is de reden voor ons amendement ook naar de toekomst toe. En om de zorg van de heer Polman weg te nemen die daar vandaag is gaan kijken. Ons amendement spreekt voor zich. De voorzitter: Het amendement maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. De heer Van den Heuvel: Een vraag aan de heer Schoone. U betrekt binnen uw amendement andere zaken dan aankoop Vaartweg. Naar mijn idee past dit niet. Je kunt niet een 5% jaarlijkse afbouw van WWB koppelen aan de aankoop van een pand. De heer Schoone: Daar zit iets in wat u zegt, maar toch zien wij het geborgd als we eerst het Werkbedrijf hebben gehad en we krijgen nu dit erbij, om te zeggen: laten we hier een doelstelling neerzetten voor de toekomst. De heer Van den Heuvel: Ik denk dat Leefbaar Lelystad het punt van de SP niet begrijpt. Dat betekent dat wij met uw amendement niet zullen meegaan. De heer Van Veluwen: Wij hadden hetzelfde punt. Ik wou het nog wel aanvullen. Ik ben het met u eens dat we de punten op de i moeten houden. Dit plan is ook met stoom en kokend water tot stand gekomen. Wij houden ons hart vast of het wel binnen het gestelde budget, wat een positief resultaat uiteindelijk is, blijft. De heer Polman gaf het terecht aan, er komen misschien nog wel wat lijken uit de kast. De vraag die wij hebben is hoe we dat in control kunnen houden, ook voor de volgende raad. Ik moet zeggen dat uw amendement in eerste instantie sympathiek is, maar uw eerste punt al: bij aanname van dit voorstel er zorg voor te dragen dat er geen voorstellen meer komen voor extra kosten naar de raad. Met alle respect, ik ga ervan uit dat het college dat van nature doet; dat als ze een opdracht krijgt van de raad, ze zich daaraan houdt en er geen vrij spel van maakt. Wij zullen dit amendement niet steunen maar we zijn absoluut met u van mening dat voorkomen moet worden dat het uit de hand gaat lopen. Die garantie hebben wij ook niet; dat kan ik u rustig zeggen. De heer De Reus: Mevrouw de voorzitter. Wij vinden het amendement in grote lijnen wel goed. Alleen punt 5, hetzelfde punt dat de SP maakte, vinden wij op zich een mooi streven maar we vinden dat we dat moeten bekijken in een groter geheel. Dat lijkt me niet te passen bij dit voorstel. Als dat punt uit het amendement kan, dan denken wij erover om het te steunen. De heer Schoone: Dank u wel. Ik wacht even de reactie van het college af. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Bij dit amendement hoort de opmerking: sympathiek. Daarmee volsta ik. Het betekent, mijnheer Schoone, dat een aantal elementen min of meer logisch zouden moeten zijn en op grond daarvan sympathiek maar niet echt het steunen waard. De heer Hers: Sympathiek, jazeker. Er zitten absoluut punten in waarbij wij ons zeker qua zorgen iets kunnen voorstellen. We worden er wel een tikje door overvallen. In die zin kunnen we de implicaties van de verschillende punten niet geheel overzien. We zijn dan ook zeer geïnteresseerd om te horen wat het college hierover te melden heeft. De heer Van den Brink: Mevrouw de voorzitter. Buiten de reactie van het college hebben we wat moeite met het punt 5, binnen een jaar nieuwe participatie enzovoort, omdat het mede afhankelijk is van nogal wat andere factoren. Dat zou een spelbreker kunnen zijn voor ons. Ik hoop dat de heer Schoone dat nog zou willen overwegen.