Zelfverwonding bij patiënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis Prof. dr. Laurence Claes KU Leuven Faculteit PPW UA Faculteit Geneeskunde Laurence.claes@psy.kuleuven.be
Borderline Persoonlijkheidsstoornis Categoriale benadering Mensen met borderline PS voldoen aan 5 of meer van de volgende 9 criteria (APA-IV, 1994): Krampachtig proberen te voorkomen om feitelijk of vermeend in de steek gelaten te worden. Een patroon van instabiele en intense relaties met anderen, gekenmerkt door wisselingen tussen overmatig idealiseren en kleineren (extreem zwart-witdenken, iemand is geweldig of waardeloos). Identiteitsstoornis: aanhoudend wisselend zelfbeeld of zelfgevoel. Impulsiviteit met negatieve gevolgen voor zichzelf op minstens twee gebieden. Bijvoorbeeld: geldverspilling, veel wisselende seksuele contacten, middelenmisbruik, roekeloos rijgedrag, vreetbuien. Terugkerende pogingen tot zelfdoding, gestes of dreigingen, of zelfverwonding. Sterk wisselende stemmingen, als reactie op gebeurtenissen. Dit kan leiden tot periodes van intense somberheid, prikkelbaarheid of angst, meestal enkele uren durend en slechts zelden langer dan een paar dagen. Een chronisch gevoel van leegte. Inadequate, intense woede of moeite boosheid te beheersen. Dit uit zich in driftbuien, aanhoudende woede of herhaaldelijke vechtpartijen. Voorbijgaande, aan stress gebonden paranoïde ideeën of ernstige dissociatieve verschijnselen. Stabiel Instabiel
Borderline Persoonlijkheidsstoornis Prevalentie (Grant et al., 2008; Gunderson, 2009; Torgersen et al., 2001) Prevalentie o o 0.4% tot 5.9% in de algemene populatie 15% tot 25% in residentiële psychiatrische centra
Persoonlijkheidsstoornissen Dimensionele benadering REACTIVITEIT (bottom-up, hot) VERMIJDING VERLEIDING REGULATIE (top down, cold) CONTROLE REGULATIE
Persoonlijkheidsstoornissen Dimensionele benadering REACTIVITEIT (bottom-up, hot) VERMIJDING BIS Neuroticisme VERLEIDING BAS Extraversie REGULATIE (top down, cold) Effortful Control Self-Regulation Consciëntieusheid
Persoonlijkheidsstoornissen Dimensionele benadering (Claes et al., 2009, PAID, 47, 948-953)) Borderline PS Antisociale PS Vermijdende PS Group -0.01 0.05 0.06 Gender 0.47*** 0.31*** 0.38*** BIS 0.14** -0.27*** 0.33*** BAS 0.16*** 0.25*** -0.09 EC -0.26*** -0.25*** -0.21***
Borderline persoonlijkheidsstoornissen Clusters op basis van EC
Borderline Persoonlijkheidsstoornissen en Zelfverwondend Gedrag ZVG o Sociaal onaanvaardbaar gedrag waarbij een persoon zichzelf opzettelijk schade toebrengt aan het eigen lichaam zonder de intentie om zichzelf het leven te benemen (Claes et al., 2007, 2014)
BPS & ZVG Prevalentie Zanarini et al. (2008) reported that 89% of their BPD sample had engaged in repeated NSSI two years prior to testing. Additionally, 70% of them used multiple methods. Fertuck et al. (2006) and Ludäscher et al. (2009) reported that 69% - 75% of BPD patients engaged in NSSI Approximately 50%-70% of patients with a history of NSSI attempt to commit suicide at some point (Janis & Nock, 2009)
BPS +ZVG vs. PBS ZVG EC & Executief Functioneren (Claes et al., 2012) Participanten 41 BPS (7 mannen, 34 vrouwen) (SCID-II) M (leeftijd) = 26.56 years (SD = 9.01) 28 BPS (68.3%) vertoonden ZVG Instrumenten Barratt Impulsiveness Scale (BIS-11; Patton et al., 1995) Trail Making Test TMT A: 1-2-3- ; TMT B: 1-A -2-B-3-C- Wisconsin Card Sorting Test (WCST; Heaton et al., 2003)
BPS +ZVG vs. PBS ZVG EC & Executief Functioneren (Claes et al., 2012) Instrumenten (vervolg) Verbal Fluency (Benton et al., 1976) N, A, K; Animals; Professions Stroop Color Word Task (Stroop, 1953) ; Geel Rood Groen Tower of London (Berg et al., 2002) Iowa Gambling Task (Bechara et al., 1994)
BPS +ZVG vs. PBS ZVG EC & Executief Functioneren (Claes et al., 2012)
BPS +ZVG vs. PBS ZVG EC & Executief Functioneren (Claes et al., 2012)
BPS +ZVG vs. PBS ZVG EC & Executief Functioneren (Claes et al., 2012) Onder neutrale omstandigheden vinden we geen significant verschil tussen BPS + ZVG en BPS ZVG op taken die peilen naar executief functioneren
BPS & ZVG & Persoonlijkheid
Functies van ZVG in BPS (Kleindienst, Bohus, et al., 2009)
Functies van ZVG To avoid or suppress negative feelings = most important NSSI function Strong in high-arousal negative affect after NSSI (e.g., anger) Strong in low-arousal positive affect after NSSI (e.g., relieved) EMA study: Emotional variability NSSI (Vansteelandt, Claes et al., 2012, EEDR)
BPS + ZVG + Pijngevoeligheid
BPS + ZVG + Pijngevoeligheid
BPS + ZVG + Pijngevoeligheid (Bohus et al., 2000)
BPS + ZVG + Pijngevoeligheid (Bohus et al., 2000) Pijngevoeligheid bij BPS + ZVG neemt toe nadat de BPS patiënten stoppen met ZVG.
BPS + ZVG Behandeling Emotie-regulatie Impuls-regulatie DBT (Linehan,1993)